„EMMAHUIS"
ZATERDAG 25 JANUARI 1541
PAG. 7
ÏROOTE -WERKEN VAN DE NEDERLANDSCHE
HEIDEMAATSCHAPPIJ
Verhooging van de bodem-
productrviteit
;Sinds haar oprichting, het jaar 1888, voert
e Nederlandsche Heidemaatschappij een
[eedzamen, maar taaien strijd voor de ver-
loging van de productiviteit van den va-
jrlandschen bodem.
Duizenden hectaren grond werden sinds-
en ontgonnen, herontgonnen of de ontwate-
tig ervan werd verbeterd, terwijl de gebie-
m ontsloten werden door den aanleg van
egen. Gedurende de laatste jaren wordt
lilverkaveling steeds meer het middel om
!ze cultuurtechnische verbeteringen tot
and te brengen, omdat hieronder niet alleen
prdt verstaan een herverkaveling der dik-
jjls verspreid liggende perceelen, maar ook
j aanleg van wegen en de ontwatering, ter-
jjjl direct de ontginning hierop aansluit
Men verkrijgt hierdoor verhoogde opbreng
en ter grootte van 10 k 20 pet., 'afhankelijk
in de reeds bestaande productiviteit van
betrokken gebieden. Bedenkt men, dat
lw geschat 5 a 600.000 ha van ons land nog
achten op ruilverkaveling, dan beteekent
Jtvoering van deze werken hetzelfde als
•n landaanwinst van pl.m. 100.000 ha of
ta oppervlakte van vijfmaal de grootte van
•n Wieringermeerpolder.
Ook onder de huidige omstandigheden wordt
ït werk met kracht voortgezet, waardoor
et alleen vele handen werk vinden, maar
Sardoor tevens een noodzakelijk werk
prdt verricht in het belang onzer landbou-
ende bevolking en daarmee van ons ge-
jele volk.
Onder deze werken zijn er enkele, die
aard zijn aan een nadere beschouwing te
Drden onderworpen.
et dichten van den
eerschen Overlaat
Wanneer wij hier als eerste noemen het
chten van den Beerschen overlaat, dan is
,t. omdat hiermede de kroon gezet wordt
een werk, dat verscheidene tienduizenden
ctaren land van wateroverlast bevrijdt,
lot voor nog geen tien jaar geleden kon
t gebeuren, dat wanneer de Maas te Grave
wen een peil van 10.80 m boven N.A.P
!eg. de Maasdijk tusschen Beers en Gassel
prliep. Met opzet was de dijk daar niet hooger
n tot 10.70 m opgeworpen om bij -den ge-
emden stand van de Maas het water door
lage landen_ van deze
Behalve de eigenlijke traverse ter grootte
n pl.m. 13.500 ha werden ook tallooze pol-
rs buiten de traverse geinundeerd, zoodat
taal ongeveer 29.000 ha overstroomd werd.
Hierop was maar een remedie en wel de
rbetering van de Maas, waartoe bij wet van
Mei 1929 besloten werd. Thans zijn deze
•rken bijna voltooid. Zij hebben bestaan uit
t wegnemen van verschillende bochten, «bij
em. Lithoyen. Maasbommel, Megen, Baten-
irg, Niftrik en Balgoy en verruiming van
t winterbed van de rivier, waartoe de uiter-
tarden afgegraven werden. Met den afgegra-
n grond werden de afgesneden Maasarmen
andere lage gedeelten herschapen in groepe
Zoo behooren de overstroomingen van de
jas in dit gebied tot het verleden en werd
nd in hand met de Maasverbeteringswerken
k de ontwatering van het lage gebied van
traverse met kracht aangepakt, zoodat het
pdschapsbeeld zich in dit eeuwenlang stief-
oederlijk bedeelde gebied sterk begint te wij
ten: was het tot voor kort een onafzienbare
Rkte van grasland, nagenoeg zonder wegen,
nder eenige bebouwing, kortom een gebied
:t een troosteloozen aanblik bood, thans kan
akkerbouw beoefend worden, worden we-
n aangelegd en verrijzen reeds de boerde--
Daar de perceelsindeeling in dit gebied over
't algemeen zeer veel te wenschen overlaat en
t land dikwijls in lange, smalle strooken
[t, lag het voor de hand, dat ruilverkave-
tg hier op ruime schaal toepassing zou kun-
m vinden. Reeds eenige ruilverkavelingen
n uitgevoerd onder Nuland, Geffen en
thoyen, terwijl nog veel grootere pper-
>kten in bewerking of in voorbereiding zijn,
de polders van het Hoog Hemaal en het
lag Hemaal, het Huizenbeemd onder Oss,
t land van Megen en het Berchemsche
pek. De ruilverkaveling voorziet in de land-
uwkundige behoeflen van de streek. In
ooter verband worden de interlocale wegen
i de hoofdontwatering bezien waarop de ruil-
Srkavelingen Sar-' 'en.
In 1940 is toestemming verkregen tot water-
jij e ophooging van den Beerschen overlaat tot
1 tndiikshonete. nadat in 1939 de redelijke
.kerheid bestond, dat deze niet meer zou
boomgaard geëxploiteerd werd, een blijvende
verbetering kan ondergaan, want bij een inten
sieve beoefening van den land- en tuinbouw
als in den polder Kruiningen plaats had zal men
onder normale omstandigheden niet zoo licht
tot een ruilverkaveling overgaan.
De Geldersche vallei
Geldersche Vallei, dat laaggelegen gebied tus
schen de Utrechtsche heuvels en de hooge
gronden van de Veluwe. Op waterstaatkundig
gebied is de vallei bijzonder interessant, door
den eeuwenlangen strijd, die zich hier afspeelde
tusschen het Geldersche en het Sticht.
Aanvankelijk had het zuidelijk deel van de
vallei afwatering door de Bisschop Davids Grift
naar den Rijn, het noordelijk gedeelte naar de
Zuiderzee. Naarmate de vervening vorderde en
de grond een lagere ligging kreeg werd de
mogelijkheid van afwatering naar den Rijn
minder, hetgeen nog verergerd werd, doordat
ook de Rijnstanden langzamerhand hooger
werden. Ook hadden herhaaldelijk doorbraken
van den Grebbedijk plaats en overstroomde het
Rijnwater het land tot de Zuiderzee toe.
De staten van Utrecht gaven nu in 1651
octrooi tot Jiet aanleggen van den z g. slaper
dijk, dwars door de vallei, die dit Rijnwater
moest keeren, zoodat Utrecht er vrij van bleef.
Groote twisten tusschen Gelderland en
Utrecht waren het gevolg, want het zuidelijk
deel kon nu niet meer naar het noorden ont
wateren.
Bij een doorbraak van den Grebhedijk In 1711
weigerden de Gelderschen dan ook kort en
bondig dezen weer te herstellen.
In 1714 werd echter opnieuw onderhandeld,
aarna het resultaat was, dat de zuidelijke
gronden, voortaan exonereerende landen ge
noemd, door een duiker bij de Roode Haan
mochten afwateren in noordelijke richting onder
bepaalde voorwaarden. Herhaalde malen werd
de duiker kapot gemaakt, nog in 1829 werd ge
tracht hem te vernielen, hetgeen slechts kon
worden voorkomen door inlegering van troepen.
Sinds de afsluiting van de Zuiderzee en de
invoering van een vast peil voor het IJsselmeer
bestond nu de gelegenheid tot verbetering.
Een regeeringscommissie bracht een rapport uit
in 1933, dat de mogelijkheden aangaf tót ver
betering van de afwatering tusschen den Rijn
en Amersfoort.
Het z.g. Valleikanaal, dat van den Rijn af
de Bisschop Davids Grift volgt, daarna het
omleidingskanaal van Veenendaal en vervol
gens de Grebhelinie tot beneden Amersfoort
om daarna de Eem te volgen, wordt thans uit
gevoerd onder leiding van den provincialen
waterstaat van Utrecht.
Nu dus binnen afzienbaren tijd het kanaal
gereed zal komen, kan ook reeds aan de ver
dere ontwatering gedacht worden. Verbetering
van vele beken in Gelderland, o.a. de Barne-
veldsche en de Luntersche beek met hun zij
takken en in Utrecht de Heiligenbergerbeek en
Woudenbergsche grift zal moeten volgen, wil
het groote plan ten volle vrucht afwerpen. Het
genoemde rapport gaf reeds aan, dat deze vei-
dere verbetering het best zal kunnen geschie
den door de oprichting van waterschappen, die
de werken na de uitvoering ook in stand kun
nen houden. De oprichting van vijf waterschap
pen is thans in voorbereiding. Het departement
van sociale zaken gaf aan de Nederlandsche
Heidemaatschappij opdracht den ontwaterings
toestand reeds thans op te nemen en plannen
te ontwerpen voor verbetering van den water
afvoer in de betrokken gebieden, opdat de
nieuwe waterschappen direct een overzicht
zullen hebben van de uit te voeren werken en
de daaraan verbonden kosten.
Behalve een betere ontwatering zal ook ruil
verkaveling in verschillende gedeelten zijn nut
hebben, hetgeen vooral het geval is voor het
gebied onder Veenendaal, Ede en Rhenen
Reeds werd een aanvrage ingediend en zijn de
plannen in voorbereiding Het aantal wegen is
thans veel te gering ten gevolge waarvan het
gebied slechts weinig toegankelijk is.
Al deze werken, de aanleg van het Kanaal, de
verbeterde ontwatering en de ruilverkaveling
kunnen in dit eëuwenlang stiefmoederlijk be
deelde gebied een toestand scheppen, welke een
moderne landbouwkundige exploitatie mogelijk
maakt.
Nieuwe bedrijven zullen kunnen worden ge
sticht, wat in deze streek een sterke verhooging
Ie welvaart met zich mede zal brengen.
de toezegging is ontvangen, dat dit
;tra£>r een belangrijk gedeelte van de kosten
,3 I worden gesubsidieerd, zal spoedig met de
nifvoaring worden begonnen.
_e ruilverkaveling op
uid-Beveland
Van weer geheel anderen aard
ikaveling van den Kruininger er
zende-polder op Zuid-Beveland,
prloopige plannen van wegen en waterioopen
sr binnenkort aan de ingelanden voorgelegd
yen worden.
Hier is de oorlog aanleiding geweest tot de
odzaak een plan op te stellen voor verbeie-
lg. Zooals vrij algemeen bekend mag worden
rondersteld is *ebied gedurende de inter
tionale spanning vóór den oorlog geïnun-
erd met zout water waardoor de grond voor
ruimen tijd bedorven is.
Ia den oorlog deed zich derhalve direct de
lag voor wat er met de betrokken gronden
U moeten geschieden. De "rond was nog
eds ter beschikking van de militaire over-
d Allereerst moest het water zoo gauw
gelijk uit de polders. De gronden werden
beheer gegeven aan het Bureau Ontruiming.
wiens vertegenwoordiger de Provinciale
edselcommissaris in Zeeland optreedt. Zon
r diens toestemming mag geen enkele bewer-
lg geschieden, aangezien bv diep spitten of
au is de verkavefii
■watering in den Kruininger polder
n ideaal. De periode, dat nondeedwrfhven de
Dnd niet te exploiteeren is, kan nu gebruikt
jrden voor een verbeterifig van dit alles door
adel van ruilverkaveling.
£.r was reeds een nieuw gemaal In aanboüw
ch het bochtig verloop en de groote lengte
tl de waterleiding zouden oorzaak zijn. dat
tt het volle prnfiit van dit fraaie kunstwerk
i kunnen worden verkregen.
Je cultuurtechnische dienst ontving van den
fecteur-generaal van de voedselvoorziening
t verzoek de ruilverkavpHnv te bevorderen
werden onverwijld maatreepler gprmmen
larbij de N.H.M. opdracht werd gegeven de
heming te verrichten. Met de ruilverkaveling
•rdt nu de toevoer van het water naar het
waal veel beter
Het spreekt vanzelf, dat de uitvoering van
ze werken veel geld kost. De eigenaren heb
n echter een vordering op het rijk wegens
indatieschade. De uitvoerin" der milverka
ling bedoelt nu den boer de door hom ge
len schade te vergoeden op een wijze, die
k in de toekomst voordeelen zal blijven af
irpen. doordat nu goede wegen en een af-
ende ontwatering tot «tand eebracht worden
zoodanig verband, dat iedere eigenaar zijn
anden kan bereiken via een weg. dat hij een
hoorliike afwatering heeft en dat ziin kavels
ponomisch van vorm en afmeting zijn. wat
het ooeenblik in velerlei opzicht te wen-
len overlaat.
Binnenkort zullen de eigenaren zich over de
innen kunnen uitspreken.
Een voordeel is ook. dat het werk aan de be
)kken strerk eenige jaren werk zal geven
middels wordt vanzelfsprekend ook getracht
n grond weer op peil te brengen, alzal het
'g wel Jaren duren voor zij weer als van
ais zijn.
De bijzondere omstandigheden zijn hier dus
trzaak. dat een groot gebied van circa 1500
als 1 meldt.
Proleslanlsch Tohuls voor gegoeden.
Heeft rustigen tuin, hygiënische,
welverzorgde keuken, afzonderlijke
bediening en eigen zieken-afdeeling
ROTTERDAM, SCHIEKADE 35, Telef. 44407.
Land- en Tuinbouw
Chr. Boeren- en Tuindersbond
De afdeeling Bommelerwaard
bijeen
„Koers houden, ook in stormgetij"
Verslag van de algemeene vergadering
de afdeeling Bommelerwaard van den Christe-
lijken Boeien- en Tuindersbond in Nederland
op Dinsdag 21 Januari 1941 des voormiddags
11 uur te Zaltbommel.
De voorzitter, de heer A. v. d. Graft, zeide
in zijn openingswoord:
Wat het jaar 1940 ons heeft gebracht is
allen bekend en steeds wordt de toestand nog
donkerder. Wanneer we op alles letten, dan
zou men de verzuchting kunnen slaken, w:
moet het heen? wat zal er toch van komen?
Toen we het vorig jaar op 2 Maart or
jaarvergadering hielden was alles donker 'i
ons heen. De verwachting dat we buiten den
oorlog zouden blijven, is niet vervuld gewor
den. Zullen we Wij de puinhoopen gaan neer
zitten of moeten wij als Chr. org. gevolg geven
aan hetgeen onze Bijbel ons voorhoudt; we
moeten voortrekken, voortbouwen.
Dat er in het verleden fouten zijn gemaakt
is ontegenzeggelijk waar, maar daarom be
hoeft naar mijne meening niet al het oude
ter zijde gezet. Neen, met Dehoud van hetgeen
goed was, moeten we voortbouwen, op de fun
damenten eenmaal gelegd; al zullen wij in
velerlei opzicht ons meer moeten aanpassen in
vgrband mét de gewijzigde omstandigheden.
Tal van vraagstukken zijn er die om een op
lossing vragen. Een wil ik er slechts var.
noemen; n.l. de samenwerking der drie land
bouworganisaties in Gelderland. Ik zou kun
nen vragen wat moet er gebeuren op onder
wijsgebied. nu het stichten van nieuwe land
bouwscholen is stopgezet. We zitten nog met
de vernielde boerderijen, met geïnundeerde ge
bieden, met weinig krachtvoer; de positie van
de veehouderij, het vorderen der zoo benno-
digde paarden, de varkensmesterij, de pluim-
vecstapel, «alles komt meer en meer in het
gedrang. En al moge het voor den tuinbouw,
tenminste voor den groven tuinbouw iets gun
stiger lijken, ook hier is nog veel te doen.
Op 22 Juni kwamen op verzoek van den
Algemeenen Boeren- en Tuindersbond de drie
in Gelderland werkende organisaties bij elkaar
om te geraken tot meerdere samenwerking.
Deze samenwerking zal bestaan meer in fede
ratief verband, geen fusie, elk der organisa
ties behoudt haar volkomen zelfstandigheid. Men
wil eenheid, maar met behoud van ieders vol
komen zelfstandigheid. Deze commissie van
samenwerking, die in deze vergadering werd
opgericht bestaat uit 9 leden, eik der organi
saties wijst drie leden aan.
Voor den C.BTB hebben voor het eerst
hierin zitting genomen het dagelijksch bestuur.
Uit die 9, leden zijn weer 3 leden aangewezen
als vormende het dagelijks bestuur, n.l een
voor de G.O.M.v.L.. een voor den A.B.T.B. en
een voor den C B T B. De hecren van Rappard,
Van Hemessen en Ruijter vormen het dag. be
stuur. De commissie draagt den naam van
Commissie voor samenwerking in den Gelder
schen -land- en tuinbouw. Haar taak zal voor
namelijk bestaan in het doorgeven van de ge
westelijke belangen naar de hoofdorganisaties.
Zij vergaderen eenmaal per maand en be
spreken de vraagstukken, die in de verschil
lende bestuursorganen aan de orde komen.
Zoo trachten zij de gemeenschappelijke be
langen van Gelderland te behartigen.
Spr. ging nog nader in op de eenheid in den
land- en tuinbouw, met behoud van ieders
zelfstandigheid. Er zijn er die streven, de drie
organisaties op te heffen en een nieuwe daar
voor in de plaats te stellen. Hiertegen moeten
wij ons als Chr. organisatie verzetten. We
zouden hiermede de fundamenteele grond
slagen onzer organisatie niet alleen onder
graven, doch geheel opheffen, en hieraan
kunnen wij niet medewerken. In het nummer
van 17 Juli van „Ons Platte Land" lazen we:
..De Chr. organisatie is voor ons een zaak van
diepe levensovertuiging. Wij hopen en ver
trouwen. dat al onze leden, maar bijzonder
onze voormannen, die geroepen zijn om de
belangen aan onze leden door te geven, man
moedig, standvastig in dezen hun plicht zullen
verstaan en zich niet laten mecslcepcn, met dc
eenheidsgedachte, dat het maatschappelijk le
ven kan worden losgemaakt van onze levens
overtuiging. Waar we dagelijks ondervinden,
dat de overheidsbemoeiingen, waarmede onze
land- en tuinbouw te worstelen heeft steeds
grooter worden, is het noodig zich hechter
aaneen te sluiten, en ook op dit terrein op te
komen niet alleen op de stoffelijke, maar
bovenal voor de geestelijke nooden van ons
volk.
Een Chr. organisatie kan en mag niet alleen
stil blijven staan bij dg stoffelijke nnoden, wij
hebben een hooger ideaal. Wij moeten koers
houden, ook in stormgetij, al moge het schip
dobberen op de" woeste baren.
Laten we daarom, ook vandaag bij al onzen
Dr. Sweens tijdens zijn rede bij zijn
afscheid als burgemeester van Gilze
Rij®n (Foto Het Zuiden)
arbeid bedenken: God regeert, Zijn Raad zal
bestaan in Eeuwigheid.
De huishoudelijke zaken werden hierna af
gedaan. De aftredende bestuursleden werden
bij acclamatie herkozen.
De voorzitter hield nog een referaat over
Sociale en oeconomische toestanden in den
land- en tuinbouw, waarin hij stilstond bij:
le. de waarde van de plattelandsbevolking;
2e. het bestaan van een schakel tgsschen ar
beiders in den landbouw en tuinbouw en de
grootere bedrijven;
3e. de gelegenheid om zich door eigen ener
gie uit den staat der bezitloosheid op te heffen;
4e. het verminderen van sociale of maat
schappelijke tegenstellingen;
5e. het voorkomen van een aandeel In grond
bezit en bodemproductie bij breedere groepen
der bevolking.
DE COLORADO KEVER IN 1940
Aan Vlugschrift nr.
ziektenkundigen Dienst
In het jaar 1940 was het optreden van den
Coloradokever nog beperkter, dan het in 1939
reeds was geweest
Voor een groot deel mag het beperkter op
treden als het resultaat van de in 1939 toege
paste bestrijdingsmaatregelen beschouwd wor
den. Op slechts 5 van de 87 plaatsen, waar het
het vorige jaar waargenomen was en
de bestrijding vanwegie den Plantcnziek-
tenkundigen Dienst was uitgevoerd, werd dit
voorjaar nog een kever op de ter plaatse uitge
zette vangplanten gevonden en deze kon onmid
dellijk worden gedood. De wijze, waarop de
behandeling der haarden in 1939 is gescnied,
heeft dus een vrijwel volledig succes opgele-
De vindplaatsen waren vrijwel over hetzelfde
gebied verspreid als in 1939, maar het aantal
as belangrijk kleiner.
Ter bestrijding van eventueel aangevlogen
ter plaatse het vorige jaar onopgemerkt ge
bleven kevers en van hun larven werd weder-
bespuiting van het aardappelgewas in het
gedeelte van ons land. ten Zuiden van den Rijn,
de Lek. de Nieuwe Maas en den Nieuwen Wa
terweg, thans met calciumarsenaat, voorgeschre-
De hiervoor benoodlgde sproelstof werd ook
weer van rijkswege kosteloos ter beschikking
van de aardappelverbouwers gesteld.
Het is voor het effect der bestrijding zeer
gunstig geweest, dat de ontwikkeling der larven
dit jaar zooveel later plaats vond dan in de
voorgaande jaren het geval was. De bespuitin
gen zijn in het algemeen nog juist op tijd uitge
voerd kunnen worden.
Aangekocht zijn 369,250 kg calciumarsenaat,
waarvan plm. 295,000 kg in 532 gemeenten on
der de aardappelverbouwers zijn gedistribueerd.
In geen enkel geval zijn nadeelige gevolgen
van de bespuiting voor het aardappelgewas
vastgesteld of heeft de toepassing eenig nadeel
voor mensch of dier opgeleverd.
De kosten der bestrijding, zoowel op de
vindplaatsen en de haarden als van de bespui
ting van het aardappelgewas in het deel van
ons land ten Zuiden van den Rijn. de Lek. de
Nieuwe Maas en den Nieuwen Waterweg heb-
i de werkwijze,
DE GEPROJECTEERDE TUNNEL ONDER HET IJ
TE AMSTERDAM
Het plan van Publieke Werken en
de daaraan verbonden bezwaren
dat grootendeods als goed bouwland
Begin Mei 1940, -chrljft de K. N. A. C., ver
scheen het toen reeds zoo lang verbeide rap
port van den Dienst van Publieke Werken
betreffende de tunnelverbinding onder het IJ
te Amsterdam, tegelijkertijd vergezeld van de
uiterst teleurstellende mededeeling van B. en
W. van Amsterdam, dat het op grond van den
ingetreden oorlogstoestand (toen nog slechts
buiten onze landspalen) niet mogelijk zou zijn
het werk tot stand te brengen.
Het rapport adviseerde tot den aanleg van
een aparte voetgangers- en rijwieltunnel, van
de De Ruyterkade naar den dam van de
Jachthaven, recht aan de overzijde (kosten
8,000,000, bouwtijd 4 jaren).
Daarnevens zou dan een aparte tunnel, uit
sluitend voor motorrijtuigen, worden gebouwd
tusschen de Prins Hendrikkade (bij het
Scheepvaarthuis) en de Meeuwenlaan in Am
sterdam-Noord. (Kosten 10.100,000, bouw
tijd 4 jaren).
Hoewel in het rapport ook verschillende
andere tracé's op hun mérites worden bezien,
doet het merkwaardig aan daarin geen enkele
beschouwing te vinden over de mogelijkheid
var. een tracé van het Scheepvaarthuis naar
den oostelijken ingang van het Noordholland-
sche kanaal, welke route op het oog zoo zeer
aantrekkelijk lijkt en welke destijds dan ook
reeds uitvoerig werd besproken in een bro
chure van den Amsterdamschen industrieel
T. C. Groot.
Tegen het plan van Publieke Werken voelde
de K.N.A.C. enkele zeer ernstige bezwaren.
Afgezien van de voorgestelde tolheffing
v/aren deze in hoofdzaak de volgende:
a) de breedte van den rijweg in de auto
tunnel zou in totaal slechts 7.50 m bedragen
voor twee richtingen (Maastunnel te Rotter
dam 2 X 6 m dus 12 m). Voor iedere rich
ting slechts een enkele baan Het langzaamste
voertuig zou dus de capaciteit van de tun
nel bepalen. Een aanrijding of benzinegebrek
zou voor één, mogelijk ook voor twee rich
tingen deze capaciteit voor geruimen tijd tot
nul kunnen terugbrengen.
b) hellingen van 5 pet. of 120 (Maastunnel
3 57 pet of 128». hetgeen voor de in Neder
land gebruikelijke vrachtauto's te veel is.
Vooral ook in verband met de enkele rijbaan
zou dit te groote bezwaren geven.
c) de uitmonding van de voetgangers- en
rijwieltunnel aan de Zuidzijde achter net
Centraal Station verplicht de gebruikers ten al
len tijde de rondgang om het Station te
maken.
d) de uitmonding van de genoemde tunnel
aan de Noordzijde verplicht de voetgangers en
wielrijders over een zeer langen onbeschutten
dam het „vaste land" te bereiken. Dat deze
tunneluitgang het aangewezen punt had be
hooren te zijn voor een uitgebreid autobus- «of
tram) station voor alle locale en interlocale
bus- of tramlijnen ten Noorden van het IJ
wordt met geen woord in het rapport ver-
e) het voornemen eerst de voetgangerstun
nel te bouwen (4 jaar) en daarna pas met de
autotunnel te beginnen (nog eens 4 jaar) komt
niet overeen met de behoefte-eischen Het kan
slechts worden verklaard door het feit. dat de
auto's in den achtjarigen bouwtijd toch reeds
hun penningen zouden moeten storten bij den
overgang over de pontveren, terwijl de wiel
rijders van deze tolheffing op de veren zijn
vrijgesteld, doch zouden gaan betalen voor de
passage door de tunnel.
Afgezien nog van andere bezwaren, meende
de K.N.A.C., na kennisneming van het rapport
(overigens een knap stuk werk), weinig reden
tot juichen te hebben.
Sindsdien hebben zich echter enkele gunstige
symptomen voorgedaan. Ten eerste de mededee-
niededeeling van B. en W., dat overgegaan zou
worden tot de instelling van een Tunnelbureau
ter voorbereiding van het werk.
Ten tweede de mededeeling van datzelfde
Cpllege d.d. 11 December 1.1., dat bij aanbe
steding van het bestek voor de voetgangers
tunnel de mogelijkheid zal worden geopend
eigen plannen in te dienen, waaronder ook J:r
van een gecombineerde tunnel voor motorrij
tuigen wielrijders en voetgangers.
Ten derde is dezer dagen door de Amsterdam-
sche Vereeniging voor Nijverheids- en Han
delsbelangen te Amsterdam een rapport over
de IJ-tunnel uitgegeven, in haar opdracht
samengesteld door het bekende Ingenieurs
bureau v/h. van Hasselt en de Koning. Na op
somming der verschillende bezwaren als ver
bonden aan het plan van Publieke Werken, ad
viseert dit rapport tot het bouwen van een go-
combineerde tunnel ietè Oostelijker dan in net
plan van P. W.
Het oordeel een kruising van het spoorweg
emplacement ten Oosten van de Oostelijke via
duct technisch zeer wel mogelijk. Daardoor
vervallen vele bezwaren (zooals de beperkte
breedte eh de te veel gefixeerde hoogteligging)
van het oorspronkelijk plan, dat gebonden was
aan breedte en fundeeringshoogte van 'de
Oostelijke viaduct, ter plaatse waarvan het
tracé was gedacht.
Het nieuwe plan. dat
niet meer bedoeld te
zijn dan een avantpro-
jet schept in één slag
de mogelijkheid een
4-baans tunnel (de eeni
ge juiste oplossing) te
bouwen met flauwere
hellingen, zonder noch
tans den bouwtijd over
acht jaren uit te strek
ken of de bouwkosten te
verhoogen.
Het besluit tot het
openlaten van de moge
lijkheid tot het indienèn
van aanbiedingen, afwij
kende van het bestek
van P W„ wordt door
de K.N.A.C. een uiterst
gelukkige factor geacht,
waaruit het vertrouwen
mag worden geput, dat
tenslotte een oplossing
zal worden bereikt, die
aan de huidige en
toekomstige verkeers-
eischen voldoet.
welke tot nu toe bij de behandeling van vind
plaatsen en haarden gevolgd is, zal een voldoen
de resultaat kunnen worden bereikt De mede
werking der aardappelverbouwers, zoowel door
het uitoefenen van een zeer scherpe controle
op het voorkomen van het insect en het onmid
dellijk melden van elk geval, als door een zeer
zorgvuldig uitgevoerde bespuiting der aard
appelvelden met calciumarsenaat is daarbij ech
ter onmisbaar.
Binnenlandsch Nieuws
Inbraken te Apeldoorn
Zes
gearresteerd
Te Apeldoorn heeft de politie gisteren zes
jongemannen van omstreeks 20 jaar, geheeten
C. G., B. Z., G. R. K. en de drie gebroeders
H., allen aldaar woonachtig, gearresteerd. Zij
worden ervan verdacht schuldig te zijn aan
talrijke inbraken, welke den laatsten tijd te
Apeldoorn gepleegd zijn. De zes arrestanten
zijn allen bekenden van de politie. De in
braken, welke voornamelijk in woonhuizen en
winkels waren gepleegd» hadden hun veelal
geen grooten buit opgeleverd. Hun werkme
thode was zich door verbreking van een ruit
toegang tot een of ander pand te verschaffen.
Bij het politioneele verhoor hebben zij reeds
vele van de hun te» laste gelegde inbraken
bekend.
APENJACHT TE VLAARDINGER-AMBACH7
Vrijdagmiddag zag een aap van flink for
maat, eigendom van den heer Mulder te
Vlaardinger-Ambacht, kans uit zijn hok te
ontvluchten en toen het dier eenmaal van
zijn vrijheid genoot, wilde hij deze blijkbaar
niet meer prijsgeven. Met allerlei lekkernijen
heeft men getracht het dier weer in de nabij
heid van zijn verblijf te lokken, doch wanneer
men paar hem greep beet hij danig van zich
af of verdween met eenige groote sprongen
weer verscheidene tuinen verder. Aan de po
gingen om het dier te vangen namen eenige
veldwachters en een aantal burgers deel en
eerst na eenige uren mocht het mevrouw
Mulder, toen zij het dier met wat fruit gelokt
had, gelukken een strop om den hals te wer-
PSP- Toen zij echter het dier hiermede naar
zich toe wilde trekken, beet hij haar zoodanig
in den arm. dat zij zich onder doktersbehande
ling moest stellen. Eén der veldwachters oor
deelde het toen, in overleg met den eigenaar,
beter den aap te dooden, wat hem eerst na
een zevental revolverschoten gelukte.
VERMISTE TERECHT
De heer André Mol, wiens opsporing dezer
dagen was verzocht door de politie van het
bureau Pieter Aertszstraat te Amsterdam is
terecht. Hjj had nagelaten zijn huisgenooten
van zijn verblijf elders op de hoogte te stellen.
ONGEKLEED
Gistermiddag om twee uur werd het Leidsche
Plein te Amsterdam ln lichte opsc'hudding ge
bracht door een 19-jarig jongmensch, die daar
behalve met schoenen en sokken, shawl, hoed
en parapleuie in paradijselijk costuum rond
wandelde.
Twee voorbijkomende surnumerairs van po
litie hebben den man gegrepen en het politie
bureau binnengebracht.
Rechtszaken
Het ontslag van den direc
teur der Landsdrukkerij
Ambtenarengerecht te 's-Gravenhage.
(V ervolg.)
Op een vraag van den voorzitter verklaart de
heer K, dat hij op 23 Mei 1940 is ontslagen,
dag of zes later kennis kreeg.
Een overzleht van de ver
schillende IJ-tunnelplannen-.
1. Gecombineerde tunnel,
plan T. C. Groot, 2a Auto-
unnel, plan P.W., 2b Voet
gangers- en rijwieitunnel,
plan P.W.; 3. Gecombi
neerde tunnel, plan van
Hasselt en de Koning.
Dan komen verschillende
sprake, o.a. het werk voor derden
g'entlemans agreement met de federatie. In de
laatste zaak zegt de heer ter Laan, dat de rege
ling zelf niet zoozeer verkeerd was, doch ter
wijl de minister had te kennen gegeven, dat de
directeur zonder de commissie van toezicht
geen bindende regeling kon aangaan, is dit
toch geschied. De heer K. deelde aan de com
missie mede, dat hij zich niet gebonden had,
terwijl later bleek, dat hij zijn handteekening
hierontfbr had geplaatst
Hierop wordt de heer K. sr., vader
klager, gehoord, in verband met de bewering,
dat hij teveel drukwerk van zijn zoon had ge
kregen.
De heer K. sr. geeft aan een verslag
de wijze waarop hij kennis kreeg var
ksk/esties, welke waren gerezen ten aanzier
zoon. Naar aanleiding daarvan had de
heer K. sr. een onderhoud met den minister.
Deze verklaarde hem uitdrukkelijk dat er niets
oneerbaars was en de heer K. Jr. zeer bekwaam
doch zich naast ambtenaar ook koopman
voelde, terwijl men alleen een ambtenaar
wenschte Voorts verklaarde de minister dat de
heer K. jr. kocht zonder zijn toestemming, ter
wijl hij ook machines kocht voor K. sr. Deze
ontkende dit laatste ten stelligste. De minister
meende, dat deze dingen ernstige gevolgen
voor K. jr. zouden hebben.
Na dit onderhoud schreef de heer K. sr. den
minister, welk schrijven hij voorlas. Hierin
wordt nadrukkelijki de beschuldiging afgewe
zen, dat K. jr. onderhandeld zou hebben over
den aankoop van machines voor K. sr.
De heer Voermans, vroeger secretaris van
den heer K., verklaart, dat twee brieven be
treffende de offset-pers uit het archief zijn ver
dwenen. Dit is vastgesteld aan de hand van
het indexregister, doch get. heeft niet gezien
dat de brieven er uit gehaald werden. Get.
moest wel eens, ln opdracht.van zijn directeur,
op stukken zetten: „Mag niet aan derden.
Rekenkamer e.d., worden getoond".
Get. Oosterbaan heeft aan negen arbeids
contractanten ontslag aangezegd, op order van
den heer K Zij werden ontslagen met 14 dagen
opzegging en waren reeds langer in dienst
De ontslagenen, die behoorden tot den „zoom"
van het personeel, waren hoofdzakelijk huis
vaders. Dit geschiedde eveneens op order van
den directeur, die een actie wilde inzetten om
te verkrijgen, dat verandering werd gebracht
in het systeem van de commissie van toezicht
om. wanneer een nieuwe machine werd aan
geschaft, hiertegenover twee oude moesten
worden opgeruimd. De ontslagen zijn tenslotte
toch niet doorgegaan
De heer Krijger verklaarde, dat de directeur
altijd opkwam voor de belangen van het per
soneel, waarom het uitgesloten is, dat hij r.u
het personeel onaangenaam zou willen zijn.
Toen bleek dat het de bedoeling was om meer
dan 1 offset-pers aan te schaffen, waardoor
het particuliere bedrijf in het gedrang zou
komen, adviseerde de commissie van toezicht
afwijzend, daar hierdoor het karakter van de
landsdrukkerij zou veranderen.
Daarna werd de kwestie van het advies van
den heer K aan dé gemeente Den Haag over
de gemeentelijke drukkerij behandeld. Hij kreeg
hiervoor 600, waar dc heeren Leurs en
Zwijndrecht ieder 125 kregen en de heer
Voermans 10 of 15. Voorts kwamen de
toestanden ter landsdrukkerij te sprake.
Getuige de Groot, commies bij de Nederland
sche Staatscourant, meende, dat het contact in
de laatste jaren beter was. doch zijn afdeeling
heeft niet veel met het technisch gedeelte van
het bedrijf te maken. Onder den vorigen di
recteur was de verstandhouding veel slechter
De oud-dirècteur van de griffie der Tweede
Kamer, de heer J G. Pippel, heeft niet anders
dan goede ervaringen gehad met den heer K
Van de vijf directeuren, die hij heeft mee-
cemaakt, waren er z.i. twee goede De heer K.
was daar een van Onder den heer K. ver
beterde het werk op enorme wijze.
De heer van Zwijndrecht zeide, dat de heer
K. er achterheen zat dat er hard gewerkt werd.
Algemeen was men van oordeel dat hij meer
voor zijn piachines oelde als voor zijn per
soneel. De verstandhouding was echter goed.
Ook de heer Oosterbaan zeide dat de ver
standhouding redelijk goed was en de heer
Ter Laan verklaarde, dat aan de commissie
nimmer gebleken is, dat de toestanden in het
bedrijf niet deugden
De gep. adj.-bedrijfsleider van de Lands
drukkerij zeide aanvankelijk wel botsingen
met den heer K. te hebben gehad. Hoe langer
hjj met hem samenwerkte des te beter werd
de verstandhouding. Ook de door den heer K.
gestichte sportvereeniging was zeer nuttig.
Volgens dezen getuige was de directeur ..ge
tapt" bij het personeel.
De heer Krijger verklaarde, dat vier van de
vijf leden der commissie van toezicht voor het
ontslag waren. Alle vijf leden waren van oor
deel dat de directeur zich schuldig heeft ge
maakt aan verregaande overschrijding van
zijn bevoegdheden. Allen zijn overtuigd van
zijn zeer groote verdiensten voor het beanjf,
doch de heer K is, volgens hun oordeel, geen
ambtenaar. Dat is de zwakke zijde van den
heer K. en de grond voor de conflicten. Her
haaldelijk is hij door den voorzitter hierop
gewezen en is hij daarvoor gewaarschuwd Het
aanschaffen van de offsetpers gaf tenslotte den
De heer Ter Laan heeft altijd naast den
directeur gestaan bij zijn pogingen tot uit
breiding. De fout van den heer K. is ggweest,
dat hij beslissingen nam zonder machtiginz van
den minister, uit het oog verliezend, dat de
miriister verantwoordelijk is. Tenslotte werd
de directeur door de commissie gewaarschuwd,
en hem gezegd, dat bij herhaling ontslag zou
volgen.
Tenslotte stelde de verdediger eenige vragen
of de Duitsche sympathieën van klager tot
het ontslag zou hebben geleid. Dit is echter
nimmer onderwerp van bespreking geweest, en
evenmin aanleiding tot het ontslag.
De pleidooien
Het getuigenverhoor was hiermede beëindigd,
waarna de raadslieden hun pleidooien aan
vingen.
Eerst werd behandeld de bevoegdheid van
generaal Winkelman om het ontslag te ver-
leenen.
Mr. Drossaart van Bcntfort ontkende dat
generaal Winkelman deze bevoegdheid bezat.
Na het vertrek der regeering stond niet vast
bij wien de bevoegdheid berustte. De regeering
kon deze bevoegdheid niet overdragen zonder
goedkeuring van de Staten-Gerteraal. Volgens
de capitulatievoorwaarden berustte het hoogste
gezag bij generaal-majoor Schliepcr. Deze had
generaal Winkelman, volgens pleiter, moeten
machtigen voor dit ontslag.
Mr. Scholten, vertegenwoordiger van het de
partement van binnenlandsche zaken, meende
dat het gewicht van deze beslissing ver uit
gaat boven het belang van de zaak. De opper
bevelhebber nam in die dagen zeer belangrijke
beslissingen. Volgens prof. Telders vloeien de
bevoegdheden van generaal Winkelman voort
uit het bezettingsrecht, hetgeen ook de mee
ning is van den heer Éiegel, die hierover een
boekje publiceerde. Ook in het Verordeningen
blad is gepubliceerd, dat de verordeningen van
den opperbevelhebber van kracht blijven. Vol
gens pleiter vloeit hieruit voort, dat ook ae
besluiten van generaal Winkelman hierdoor
worden gesanctionneerd. Uitvoerig citeerde plei
ter de jurisprudentie over het staatsnoodrecht,
waaruit hij concludeerde dat de opperbevel
hebber het recht had dit ontslag te geven.
Na repliek wordt de zitting geschorst
OBERGERICHT
Beschimping van het rijk
verworpen
Enschede
Voor het Obergericht heeft gisteren terecht
gestaan de 52-jarige B. J. de B., machine
fabrikant te Enschede, die door het Landge
richt tot 4 maanden gevangenisstraf is ver
oordeeld met aftrek van de voorloopige hech
tenis. wegens beschimping van het Rijk. Hij
bezocht met zijn drie zoons den bioscoop en
toen een bepaalde film vertoond werd. waarop
de Rijkscommissaris een parade afnam, keer
de verdachte zich om en ging hij met den rug
naar het doek zitten. Het Landgericht zag
hierin een politieke demonstratie.
Verdachte zeide, deze film reeds een week
te voren gezien te hebben. Hij vond het te
pijnlijk, er nogmaals naar te kijken en draalde
zich toen om.
Een Kriminaloberassistent werd als getuige
gehoord. Hij verklaarde, dat met verdachte nog
verscheidene personën hetzelfde deden. Er
werd ook gelachen. In de zaal zelf was het
echter rustig.
Als verdediger trad op mr. A. J. Fokker,
advocaat te Scheveningen. deze betoogde, dat
de verd. in het geheel niet de bedoeling gehad
heeft, het Duitsche rijk of den Rijkscommis
saris te beschimpen. Wanneer het gerecht dezen
opzet niet aanneemt, kan het geen veroor-
dueling uitspreken.
De Staatsanwalt, dr. Koblitz, nam het belee-
digende karakter van verdachtes handeling
aan. Hij is intellectueel en had de gevolgen
van zijn daad moeten doorzien. Spr. vond een
gevangenisstraf van 5 maanden juister en ver
zocht het gerecht de straf in die mate te ver
hoogen.
Het gerecht heeft hierop het beroep ver
worpen. Het overwoog, dat niemand gedwongen
is naar een bioscoop te gaan. De bioscopen
moeten echter ook een Duitsch journaal draaien
Wie er heen gaat dient dat te bedenken en
heeft zieh correct te gedragen.
Beleedigende woorden voor den
Führer
Verpleegster in hooger beroep veroordeeld tot
1 jaar gevangenisstraf met aftrek
Vervolgens stond terecht de Haagsche ver
pleegster E. L. L., die in het Haagsche Bosch
met krijt beleedigende woorden voor den
Führer op boomen neeft geschreven Deswege
veroordeelde het Landgericht haar tot 3 jaren
gevangenisstraf. Verdachte is een Fransche van
geboorte.
Als deskundige werd gehoord dr. J H. Pa-
meyer, inspecteur van het staatstoezicht op het
krankzinnigenwezen, die verdachte geestelijk
niet geheel intact noemde Verd. is ook door
haar omgeving nooit voor „vol" aangezien.
Echter knn van geesteszwakte niet gesproken
worden., wel van infantilisme. In verband met
haar toestand achtte deskundige wel verzach
tende omstandigheden aanwezig.
Mevr. mr. Roeper Bosch-1-Versteeg, die als
verdedigster optrad, gaf toe, dat de daad van
deze verdachte zeer ernstig is. doch pleitte
verzachting van straf uit hoofde van haar
geestestoestand. Een straf van 3 jaren is toch
al te zwaar. Bovendien zit de verdachte reeds
bijna 6 maanden in voorloopige hechtenis, deze
straf is voor deze persoon reeds lang genoeg
geweest.
De Staatsanwalt wees erop, dat by de be
handeling in eersten aanleg nog niet gebleken
was, dat zij geestelijk niet geheel normaal is.
In dit verband vroeg spreker anderhalf Jaar
gevangenisstraf met aftrek van de voorloopige
hechtenis.
Het gerecht veroordeelde de verdachte tot
1 jaar gevangenisstraf met aftrek.
Anderhalf jaar met aftrek voor een metseleer
Wegens beschimping van den Führer stond
eveneens terecht J. F. van L., metselaar, die
in het café Reguliersdwarsstraat 103 te Amster
dam. wijzende op een portret van den Führer,
dat daar hing, allerlei beleedigende uitdruk
kingen gebezigd heeft Het Landgericht ver
oordeelde hem tot 2V£ jaar gevangenisstraf. In
hooger beroep heeft het Obergericht verschil
lende verzachtende omstandigheden in aan
merking genomen en de straf verlicht tot
anderhalf jaar met aftrek.
DE MOORD TE GEULLE
In eerste instantie stond voor het Oberge-
icht terecht de 24-jarige losse werkman J. M.
S. uit Stein, die beschuldigd was van moord
op zijn nicht mej. M. S., gehuwd met P„ ge
pleegd te Geulle op 17 Juni 1940. De verdach
te stond voor dit Duitsche gerecht terecht om
dat hij de Duitsche nationaliteit bezit. Er wa-
twaalf getuigen gedagvaard. Verdè., die
me betrekkingen met zijn nicht bleek t«
onderhouden, had mej. P.-S. den 17den Juni
ontmoet toen zij met eenige anderen 'n fiets
tochtje maakte: hij heeft haar toen met een
revolver doodgeschoten:
Nadat de getuige deskundige dr. de Jong
uit Maastricht verklaard had zonder nader on
derzoek niet te kunnen zeggen of verd. aan
epilepsie leed, werd de zaak geschorst.