ISder -tRDAG II JANUARI 194! PAG. 7 NCR! istrf u.rtDZAAM MAAL VOOR WEINIG GELD ^,"~appelen in de schil en besparing van brandstof 5 AV3 'ittop Koning, medewerkster van de pan; vul het achtergebleven kooknat aan relcentrale schrijft: met de melk en laat die aan den kook komen, sch d maken we graag gebruik van de Leg onder in de pan de schoongeboende, in P» - Sr, partjes gesneden a-rdappelen, bestrooid met wat zout, daarop de in niet te dunne stukjes gesneden wortelen en uien en ten slotte de gaargekookte boonen. Leg er de rest van de boter of het vet op en laat op een zacht vuur in de stevig gesloten pan alles mei elaar gaar worden (ongeveer uur). Roer de bestanddeelen losjes door elkaar, giet het overtollige kooknat in een sauskom en breng het gerecht over in een dekschaal of op een vleeschschotel; presenteer er het kooknat afzonderlijk bij. In plaats van 4 dl. melk, die in de beide recepten voorkomt en die aan het gerecht zeer bepaald een hoogere waarde geeft, is ook uitstekend taptemelkpoeder te gebruiken. Hiervan wordt dan 40 gr. (8 afgestreken eet lepels) aangemengd met eerst een kleine hoe veelheid van de 4 kopjes water, tot zich een dik, volkomen glad papje heeft gevormd. Dit papje wordt geleidelijk verdund met het overige water. 17.15 1 .orkeur bestaat een afdoende jrs het eten komt in de ééne soep- ééne schaal wel lekkerder warm wanneer het uit diverse pannen Mé schalen moet worden overge- "Hfezen tijd hechten we bovendien ch prde brandstofbesparing, die de één- h prcT meebrengt. elkaar feiten genoeg ,die er ons tbrengen om de stevige soep en aan te vullen met nog een derde 'n Nederland minder iet gerecht van met elkaar ge- _...iite en aardappelen (soms ook ^larvan de ingrediënten ten slotte looreengestampt, maar losjes door ird, zóó, dat alle bestanddeelen itbaar blijven. :ht heeft boven den stamppot aardappelen hebben minder lies van vitamine C dan wanneer stampen volop met lucht in aan gebracht. moeten we even aan den vreem- c*r<* ruien; dat geldit echter alleen voor igevoiten keer, dat we met het gerecht ikocieln, want als we het eenmaal ge- 6 ve,jn. komen we er zeker op terug zijn vaste plaats in het week- yecepten beide zonder vleesch, FTiüzonder smakelijk wijzen den t huisvrouw, die er de proef mee ange\4iet eerste voorbeeld leert ons het P (ntsoen op voordeelige wijze te ge ls. DrA iter,1 ngevol t «i e soqfP0' 1 Tuin* ENl ons) belegen of jonge kaas, 1250 aardappelen, 750 gr. (1^ pond; OmA 3 groote uien, dL (4 kleine thee- 40 gr. (2 afgestreken eetlepels) wat zout, misschien wat peper. wltioifioongeboende' in Parten gesneden i de pan met een bodempje leg er de in niet te dunne stuk- wortelen en uien op en de boter jluit de pan stevig dicht en laat op alles samen gaar en ongeveer (ongeveer 114 uur). melk bij, laat die aan den kook ei /toer dan alles losjes door elkaar; p slotte de geraspte of in blokjes 'T^aas door en laat die even mee too if 1 Ja4mol wortelen, uien en groene joW frwlen of witte boonen a 5°~fe ons) groene erwten of witte groo^kg. aardappelen, 4* kg wortelen, uien, 4 dl. (4 kleine theekopjes) cïï '2 afgestreken eetlepels) boter of eweekte erwten of boonen op met fn het weekwater, dat ze ruim i; voeg er W eetlepel van de boter jbij en laat ze op een zacht h (1 IX uur). 7.50-fet een schuimspaan de boonen uit vSAAh LDERLANDSCHE IAANBREKERS WETENSCHAP ói.^ine volk gaat nog altijd vooraan testJ Bigot en Van Rossum N.V. te KW» verschenen boek van J. C. Al- Ailederlandsche Baanbre- net li Wetenschap" draagt een ier dekt dan de lading, welke dit lip voert. de schrijver dan ook in zijn slot- inderstelt, dat sommigen zullen nog meer onderwerpen behandeld worden, dan lijkt ons die op- heen te wijzen naar de onvol- •saliteit van dezen schrijver op het natuurkunde dan naar een werke- die tegen dit belangrijke boek té Aiders hééft hierin gegeven wat willen geven. Wie zijn boek met beeft gelezen en herlezen, die zal éepraten over het aandeel dat de lehe onderzoekers hebben gehad rderingen der wetenschap van de live eeuw, in welk tijdperk de fchei- en sterrekunde en biologie kkeld hebben in den zin zooals we »nen. Dat de schrijver bovendien l en de Nederlandsche Heide- pij", S c h o 11 e n en de aardappel- lie", „De ter ding en de Petro- bie", „De Groot en de radio- e verbinding IndiëNederland" en en de eerste Nederlandsche vlie- lt werk behandelt en daarmee ook jied der toegepaste wetenschap pis van den Nederlandschen mensch verhoogt de waarde daarvan en stelt fder in het licht, dat het Neder- 'olk als cultuurvolk vooraan gaat. pbelprijswinnaars heeft het „kleine" jche volk van 1901 tot 1936 opge- acht? van deze winnaars waren rs op de nauw verwante ge- kn schei-, natuur- en genees- P. M. C. Asser kreeg in 1911 den 3). De beteekenis hiervan komt i tot haar recht als men, zij het :orte trekken, inzicht krijgt in wat gden met die internationale erken- ilijk verricht hebben voor de h e i d. Dit maakt de heer Alders lijk en óók wat nog andere Neder- jgeleerden, die het niet tot den brachten, in de besproken halve jben bijgedragen tot de onderzoe uitkomsten der moderne wetenschap, tik kan men in zulk een boek niet 1 over Nederlandsche geleerden want het wetenschappelijk onder- «ternationaal. Maar toch blijkt wel lijk, dat Nederlanders een belang- k zelfs een pionierspositie innemen, led van onderzoek of men treft er Nederlandsche .namen aan. In de ste hoofdstukken van dit boek, die idenlijk handelen over de ontwik- r scheikunde en der natuurkunde in vijftig iaren, passeeren ze reeds de amerfing Onnes en Keesom rmaking van het helium en bereiking ibsolute nulpunt), Coster (die het ivond), Lobry de Bruyn (die de ïmine in' groote hoeveelheden be- Eykman (die het spoor der „vita- rond), Van Bemmelen (die be- onderzoekingen deed t.o.v. het kiezel- a n 't H o f f (die o.a. baanbrekende ïgen deed in verband met den «en druk), Bakhuis Rooze- n D e b y e 'die de leer der chemische iten verrijkten), L o r e n t z (de ïn de electronentheorie», Zeeman ïkker van d sninvloed van magne- •achtlijnen op het licht), Van der (de baanbreker op het gebi'd der Boyle-Gay-Lusac en de kinetische Land- en Tuinbouw Trekpaardfokkerij De hengstenkeuringen in de noor delijke provincies In het gepasseerde najaar hebben geen hengstenkeuringen plaats gevonden; vroeger werden de voorjaarskeuringen in Februari aan gevangen; als middenweg zijn daarom d e hengstenkeuringen reeds aangevangen op 6 Jan. Wel erg vroeg in het seizoen, maar totnutoe behoeft het Stamboek nog geen berouw te heb ben van zijn tijds-keuze: de keuringen worden begunstigd door goed winterweer. .-erkeersvraagstuk is door den secreta- het Stamboek op ingenieuze wijze opge lost: jury enz. gaan met een autobus het land doorkruisen. De belangstelling voor de thans plaats gehad hebbende keuringen was goed. Zeer verklaar baar overigens: de paardenfokkerij staat mo menteel wel erg in net teeken van de belang stelling, terwijl het fraaie weer uiteraard sti- muleerend op het bezoek werkt. Toen anderhalf jaar geleden de uitvoering in de hengstenkeuringen gelegd is in handen an de fokkers zelf, i.e. van hun organisaties, heeft men niet kunnen bevroeden dat thans de paardenfokkerij zoo'n tijdperk van intense belangstelling zou meemaken. Zeer terecht en actueel zijn dan ook sommige slagzinnen die het keuringsboekje illustreeren, b.v. „Paarden- tractie maakt 't landbouwbedrijf onafhankelijk". Een andere rake opmerking is deze: „Plm. 60 jaren geleden werd in Nederland voor het eerst van Stamboekhouding gesproken. 'tWas wel boekhouding, doch over „stammen" maakte men zich niet druk." Inderdaadzal men 60 jaar geleden niet gedacht hebben dat verbeterd inzicht in de erfelijkheidsleer den stamboek organisaties een zoo belangrijke plaats in de samenleving zou bezorgen, dat ze met de zorg voor de geheele fokkery belast zouden worden. Te Leeuwarden Voor de eerste maal is in Friesland een trekpaard-hengstenkeuring gehouden, gevolg mede van het feit, dat daar een paar jaren geleden een afdeeling van het stamboek is op gericht Hier werden goedgekeurd voor 4 jaren Karei K 18)8 en Odin van Dierkenstein K 1498 terwijl Paul, een 25-4-jarige zoon van Paul van Duntershoek, voor één jaar werd goedgekeurd. Bij de premiekeuring werd eerste geplaatst Egbert, van R. Schuiling Thz. te Hallum, ge volgd door Karei en Odin voornoemd. Een goede eerste keuring, waarmede de trekpaardfokkerij in deze provincie gebaat is. Te Groningen Groningen liet een goede groep hengsten zien, waarvan echter de dieren van de groote maat meer opvielen door hun goede kwaliteit dan die van de kleine maat. Eerste van de groote maat werd de 4 J. bruinschimmel Elegant van Veldzicht K 1868, V Barnum de Princemiille, van G, v. d. Meijde te Oosterwijtwerd, een goed zwaar en sterk (vooral in de voorhand) paard, gevolgd door den Tsjaka-zoon Primus K 1607 en Ido de Zeeuw K 1671, V Diamant d'Ahea, beide van den zelfden eigenaar v. d Meijde. Dan volgde de 3 j. Dragon van Prinses, thans K 1931, van F Niezemuller te Kloosterburen. Deze jonge Dragon d' Hondzocht is een goed ontwikkeld, zwaar paard dat nog even correcter in 't voor been mag worden. Dan kwamen Xantos K 1799 ig. 3 j.) en Cambrinus van Veldzicht (g. 4 j.). De kleine maat werd aangevoerd door den 6 j. Oscar van Cadzand K 1752, V. Tsjaka, van li. Frieling te Baflo, een correct paard dat in zijn gangen er niet beter op is geworden. Dan volgden Marcus van Clairon van Zijldijk e. o (4 j.), Leopold van Dierkenstein (4 j.), Favori (4 j.) en Nickel d' Ahea (4 j.). Verder werden goedgekeurd: Albion de Fair (4 j.), Piston van Avenir, Robert en de niet-K Mars van Vliekhof. Afgekeurd werd o.a. Quib'us van Absdale K 1718. Te Assen Drenthe heeft een heel goede collectie vader- paarden, waarvan de kopdieren overal een goed figuur zullen slaan Hier kwam bovenaan de reeds 15-jarige Martin van Luntershoek K 1375, V. Epatant du Kat, van R. Raterink en R. Meijering, De Loo-Coevorden, gevolgd door Printemps d'Hulplanche K 1871 en Jacob K 1832, resp. van B. Eggens te Borger en van de eigenaren van no. 1. Een goed drietal! Vier en vijf werden Primus K 1800 en Cavalier de Genoels K 1505 Beide goed voor 4 jaar. Een zevental hengsten werd verder goedge keurd voor één jaar. Tot de 4 afgekeurden behoorde o. a. de 11 j. Willem van Rondeputten K 1538, een paard met zeer veel afstamming. „Niet de lengte, doch de hoedanigheid der afstamming bepaalt de waarde van een paard", aldus luidt één der slagzinnen van den catalogus; daarom misschien was het Te Zwolle Overijsel mag zich ook verheugen in het be- zi» van een heel goed hengstenstapel waarvan vooral no. 1 en 2, volle broers, zoons van Cer tain van Lamswaarde, opvielen: Albion van Frederica K. 1859 van de hengslenass. Dedems- vaart e.o., een heel mooi type. breed en diep en grof en Albert K. 1909 van G. Kruders te Ambt-Delden, ook heel goed. iets minder ge stopt, doch wat ruimer Ook no. 3, Hans van Steenzwaan, van Kruders, mag gezien worden ig. 4 j.). No 4 werd Geert van Heenwerf (g. 4 j.) Dan volgden. Marin °",i fitt 1 Sasput, Sultan, Du- gastheorie en de continuïteit van gas- en vloeistoffentoestand), Van Eint- hoven (uitvinder van den snaargalvano meter), D e b y e (belangrijk onderzoeker op de gebieden van het ultrageluid, dipoolmole- culen en de structuur der vaste stof), Buys Ballot (naar wien de bekende wet i. z. den wind is genoemd), Cohen en Van Eyk (die het vraagstuk van de „tinpest" hebben ontraadseld). Het kan geen kwaad, dat wij in deze dagen herinnerd worden aan datgene waarin klein volk groot kan zijn. Laten wij ons r gerust te binnen brengen, dat we niet alleen in onze „gouden eeuw" een volk van enorme beteekenis waren maar dat we dit nog al- lijd z ij n. Een uitgeleefde natie van een mil- lioen of acht zielen kèn in een zóó kort tijds bestek niet een zóó groot aantal „topmen- schen", onder anderen op het gebied der natuurwetenschappen, voortbrengen. Want laten we goed bedenken, dat Nederland in véél meer, dat goed is, nog altijd vooraangaat dok thans K. 1932, Albion en Oscar van Baker- waard. Een drietal hengsten werd goedgekeurd voor één jaar, terwijl afgekeurd werd de 10-jarige George Miller K 1574. De keuringen werden uitgevoerd door de heeren P. Diederen te Graetheide-Sittard en W J. L. de Groof te Kruiningen, terwijl als arbiter fungeerde de heer Aug. de Schutter te Bergen op Zoom. Mede was aanwezig de se cretaris van het Stamboek, de heer L. A. Bom. De rat: een „gevoelig" dier Vijand en weldoener van den mensch Wie kent ze niet, deze nare zwarte of bruine beesten, die overal aan knagen, voor wie niets heilig is en die alles eten, behalve het giftige voedsel, dat de mensch voor hen neerstrooit? In vele landen looft men zelfs premies uit voor elke doode rat, teneinde een rattenplaag te voorkomen. Volgens een uitspraak van Cal- mette, den beroemden Franschen bacterioloog, dit enkele jaren geleden is overleden, moeten wij ons wennen aan de gedachte, dat de rat ten en muizen de vruchten van onzen arbeid met ons deelen. Ongelukkigerwijs zijn de ge noemde knaagdieren niet alleen parasieten, doch bovend.en nog verspreiders van gevaar lijke ziekten. De ratten brengen bijvooroeeld niet alleen de pest over, maar ook hondsdol heid, trichinose en bepaalde modificaties van slaapziekte. Ze verbreiden zelfs mond- en klauwzeer, en hebben tijdens den wereldoor log in de loopgraven hevige geelzucht-epide mieën veroorzaakt. Riool-bewoners. Naar schatting leven er te Parijs in kana len, werkplaatsen en magazijnen momenteel eenzelfde aantal ratten als de stad menscher. herbergt. Dit rattenleger zou in staat zijn, da gelijks een hoeveelheid koren ter waarde van ongeveer eer. millioen francs te vernietigen. Het is maar goed, dat de bewuste beesten het meestal met afval doen. Reeds voor den oor log berekende een lid der Academie van We tenschappen de schade, welke de ratten het economische leven in de V. S. berokkenen. Jaarlijks maker, zij er producten tot een waar de van een milliard dollar onbruikbaar. In Engeland werd dit op 215,000,000 pond geta xeerd, in Duitschland op 200,000,000 mark. Hierbij komt, dat de ratten bijzonder moei lijk uit te roeien zijn. De gezamenlijke vallen schijnen geen succes te verzekeren. De buiten gewone schranderheid van de ratten is voor den mensch namelijk een groote handicap bij het verdelgen dezer knaagdieren. Wil men zich van vergif bedienen, dan heeft men in aanmerking te nemen, dat de dieren een bui tengewoon fijn instinct bezitten. Het kan voorkomen, dat, wanneer zich bij tien vergif tigde haverkorrels óén onschadelijke bevindt, slechts deze laatste door de ratten wordt op gevreten. Door nauwkeurige proeven heeft men vastgesteld dat de ratten zelfs op de kleur letten. v0or de experimenten wendde men 50 verschillende kleuren aan. Hadden de korrels een blauwe kleur, dan vraten de rat ten er hoogstens twee per honderd van, was het voedsel zwart, dan consumeerden ze 1 procent en was het violet, dan namen ze er in het geheel niets van. 7e sloegen echter 3Z procent naar binnen, wanneer men een groene giftstof gebruikte. Bij de zeer inten sief en goed georganiseerde massabestrijding welke in de laatste iaren in enkele deelen van ons land werd toegepast, maakte men groo- tendeels gebruik van een soort vergif, dat op sneden brood gesmeerd wordt. Wanneer de „boterhammen" besmeerd zijn, worden ze in blokjes gesneden, in krantenpapier verpakt en ergens op het land neergelegd. Deze wijze om de ratten te bestrijden heeft goede resul taten opgeleverd. De rat en de wetenschap. Terwijl men eenerzijds alle mogelijke moeite doet, om de ratten uit te roeien, worden deze knaagdieren ook zorgvuldig geteeld voor we tenschappelijke doeleinden. In de zoogenaam de rattenkolonies houdt men een waakzaam oog op deze teelt. Als men ratten ter paring samenbrengt, hebben ze een leeftijd bereikt van 3 tot 4 maanden een leeftijd die bij de menschen overeenkomt met 18 tot 20 jaar Ratten, die ouder zijn dan 18 maanden wor den hiervoor niet meer gebruikt. Ofschoon een goed-gevoede, vrouwelijke rat per jaar 75 tot 100 jongen ter wereld kan brengen (een moederrat kan gemiddeld pér jaar niet min der dan 800 nakomelingen krijgen), veroor looft men de moederdieren slechts drie maal baren. Hiervan komen de in het voorjaar ge boren dieren alleen in aanmerking voor de teeltexemplaren; de rest wordt gebruikt voor experimenten. De gezondheid eener rattenkolonie is van het grootste belang. Een gewone verkoudheid bijv. is in staat een geheele rattenkolonie te verdelgen. Ratten zijn bijzonder vatbaar op de ademhalingsorganen. Men heeft daarom voor een bijzondere ventilatie gezorgd, zoodat de luchtverversching kan plaats vinden zon der tocht. Dieren, die in tegenwoordigheid hunner verzorgers hoesten of niezen, hebben daarmede hun eigen doodvonnis uitgespro ken: onmiddelijk worden zij afgemaakt Een ratlenioren Een der bekendste rattenkolonies is wel de „rattentoren van Baltimore" in de Ver- eenigde Staten. Hier worden de dieren niet geënt met ziekmakende stoffen. Men interes seert zich hier alleen voor de voedings resultaten Zoo kan men bijvoorbeeld jonge ratten zien met roode ooren en neus; aan hun voeding ontbreekt magnesium. Andere ratten ziet men weer, die langzaam blind worden: gebrek aan vitamine A. Het ergst is de rat er aan toe, die aan een vergevorderd stadium van beri-beri lijdt: vitamine B ont breekt aan de voeding, de rat heeft de macht over zijn ledematen verloren. Als het dier opgeschrikt wordt, kan het niet zooals de andere ratten in een hoekje vluchten: lang zaam kruipt het dier voort, twee dagen later is het dood. En het nut Deze experimenten zijn geen onnoodige kwelling voor de dieren. De experimenten strekken tot heil van de menschheid over de geheele wereld. De rattenkolonie te Baltimore is het resultaat van kruisteelt en inteelt, gedurende 25 jaar. Men kan er zwarte, witte, bruine of gele ratten en combinaties van deze kleuren vinden. Door de goede voeding UTRECHT'S BURGERWEESHUIS 450 JAAR Bij de Jongste stadsuitbreidingen heeft Utrecht ook een Everard van Zoudenbalch- straat gekregen, doch slechts weinige Utrech ters zullen zich bij het noemen van dien naam bewust zijn van hetgeen de stad aan dezen voortreffelijken burger te danken heeft. Velen kennen in het smalle Donkerstraatje nabij het Buurkerkhof het huis Zoudenbalch, de middeleeuwsche patriciërswoning met haar goed bewaarden gothischen gevel fraai specimen van gothische burgerlijke bouwkunst waarin deze Utrechtsche familie gewoond heeft, na eerst in het beken de huis Oudaen aan de Oudegracht bij de Jansbrug te hebben ge resideerd. De stad heeft aan de familie echter meer dan deze herinne ringen te danken. Everard Zoudenbalch is de stichter van het Utrechtsche burger weeshuis, dat Maandag 450 jaar bestaat. Op Sint Pontiaansdag (13 Januari) 1491 heeft hij het Sint Elisabeth- gasthuis gesticht, opdat men daar „ontfangen sal alle elendige wees kinderen, knegtgens ende meyskens, die van allen menschelycken troost verlaten syn, oock van waer dat sy comen, ende die aldaer opvoeden ende ophou den, totdat sy hem sel- ven mit heuren arbeyt ofte ambachten sullen kunnen behelpen, ende dat niet tot een seke- ren getale, maer also veele als men in den voorseyde gasthuys van der goeden luyden adelmisse sal mogen voeden ende houden. Everard Zoudenbalch vermaakte aart deze stichting het blok hui zen, gelegen tusschen de tegenwoordige stra ten Achter Clarenburg, Vredenburg, Lange en Korte Elisabethstraat, om uit de opbrengst daarvan het wees huis te onderhouden. Het weeshuis zelf kwam hier ook te staan. De herinne ring eraan wordt nog levendig gehouden door de namen van de beide Elisabeth- straten. Op de fotopagina heeft men dezer dagen een afbeelding kunnen zien van een gevel steen, die het Utrechtsche weeshuis heeft gesierd. Deze gevelsteen bevindt zich even wel niet in het oude Elisabethsgasthuis. De weezen hebben op deze plaats maar betrek kelijk kort onderdak gehad en van het oude gebouw is thans niet veel meer over. Slechts een oud poortje in Achter Clarenburg, nog wel dateevend van later tijd, herinnert aan het gebouw, dat hier gestaan heeft en dat later, in verband met allerlei omstandigheden, een andere bestemming kreeg. In een tijd, dat oorlogen het land teisterden en vele jonge kinderen onverzorgd achter bleven, moest het weeshuis wel een grooten toeloop krijgen. Het Elisabethgasthuis werd spoedig te klein en uitbreiding kon slechts geschieden ten koste van de woningen, uit wier opbrengst overeenkomstig de erflating van EVerard Zoudenbalch de huishouding van het huis moest worden bekostigd. Het werd er met de ruimte niet beter op, toen het Hof van Utrecht in 1542. besloot, zijn bijeenkomsten in het Elisabethgasthuis te houden. Het vraagstuk der verplaatsing werd echter urgent door de belegering van het kasteel Vredenburg in 1576, den burcht, die Karei V gesticht had om de LUrechtsche burgerij aan banden te leggen. Bij deze ge vechten kwam het nabijgelegen weeshuis zeer in het nauw en in één der donkere nachten voor Kerstmis 1576 verlieten de bewoners het oude Elisabethgasthuis om met goed keuring van de overheid een tijdelijk onder dak te vinden in het leegstaande Regulieren klooster aan de Oudegracht, waarin boven dien voldoende ruimte werd gevonden. De huismeesters van het weeshuis waren h'er graag gebleven, doch de overheid be sliste, dat zij na de beëindiging van het oorlogsgeweld weer naar hun oude plaats terug moesten. Pas zes jaar later wérd het steeds weer herhaalde verzoek van de huis zijn de dieren 20 tot 30 pet. zwaarder ge worden. En wat bereikt men nu hier? De resultaten in den jaren langen geduldigen arbeid, welke er wordt verricht, hebben bewerkstel ligd, dat hardnekkige ziekten veel van hun boosaardig karakter verloren hebben. Men moet in de Amerikaansche steden bijvoor beeld lang zoeken, voor men een nieuw geval van Engelsche ziekte vindt. Amerikaansche tandartsen deelen mede, dat de tanden der kinderen in betere conditie verkeeren dan roeger. Een der interessantste proefnemin gen, die Mr. Collum, de leider van het insti tuut, in de laatste jaren heeft verricht, deea de belangrijkheid van magnesium in de voeding wel zeer duidelijk uitkomen. Ratten werden gewerd met een dieet, dat alle be standdeelen bevatte met uitzondering van magnesium. Binnen enkele dagen vulden de haarvaten zich met bloed. De dieren werden buitengewoon nerveus; de minste prikkeling maakte, dat ze krampen kregen. De meeste dieren stierven. Uit de volgende experimen ten bleek duidelijk, dat vooral tijdens ae wintervoeding veel magnesium aanwezig moet zijn. De onderzoekers, die in dit laboratorium aan het werk zijn, betreuren het niet, mei deze kleine dieren te moeten werken. Zij hebben de rat, die eeuwenlang een der grootste vijanden van den mensch was, die de overbrenger was van dood en verderf, met veel geduld gemaakt tot helper der menschheid in den strijd voor volksgezond heid. Binnenlandsch Nieuws De indijking van den ouden Bospolder De eerste spade in den grond gestoken Gisteren heeft jhr. W. G. Groeninx van Zoelen, Ambachtsheer van Ridderkerk de eerste spade in den grond gestoken, waar mede de werken voor indijking van den Ouden Bospolder onder de gemeenten Ridderkerk en Hendrik-Ido-Ambacht zijn aangevangen Voordat tot deze symbolische handeling werd overgegaan, vereenigden vele autori teiten en genoodigden zich in het Koffie huis de Vlashandel te Oostendam. Onder hen bevonden zich de leden van de gemeentebesturen van Ridderkerk en H. I. Ambacht, de heeren Passer en Housaar van de Domeinen, de heer Roos en Smaal namens Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, de heeren ir. Verhoeven en ir. de Jonge namens het Technische bureau der Domeinen, de heer P. G. var» der Gijp-Barendregt, rent meester te Dordrecht en de besturen van de polders Oud- en Nieuw Reijerwaard, en het Zand en het Hoogheemraadschap de Zwijndrechtsche Waard. De burgemeester van Ridderkerk, de heer J. H. Crezée, die het initiatief voor de dijking had genomen en de geheele leiding van de voorbereidende werkzaamheden heeft gevoerd, heeft een rede uitgesproken. Nadat hij de aanwezigen welkom had ge- heeten. gaf hij een uiteenzetting van hetgeen aan dezen dag was voorafgegaan. Zeer vele waren de moeilijkheden, welke overwonner moesten worden, doch dank zij de medewer king vooral van het Technisch bureau der Domeinen, meer speciaal van ir. Verhoeven en Ir. de Jonge en van den Rijksinspecteur voor de Werkverruiming, den heer Petit dit de la Roche, heeft men thans bereikt, dat thans 80 ha lage weilanden en grienden, welke bij een eenigszins hoogen waterstand van de rivier de Noord overstroomden, in vruchtbare akkers en weilanden worden her schapen, doch daarnaast, en dit niet minder belangrijk, aan 100 arbeiders gedurende een jaar productieve arbeid wordt verstrekt. Spreker dankt ook inzonderheid den heer ir. van der Wal, hoofd-ingenieur van den Provincialen Waterstaat, die met het tech nisch bureau der Domeinen heeft weten te voorkomen dat d* meerdere dijkhoogte, welke oorspronkelijk was voorgeschreven in ver band met de bedijking van de Brabantsche Biesbosch, niet behoefte te worden aange; bracht. Dank bracht spreker ook a n den heer Bakker, hoofd van de afd. Domeinen van het departement van financiën voor diens welwillende houding bij het ontwerpen van de plannen e aan den heer H. Duiker, bur gemeester van H. 1. Ambacht voor zijn mede werking, toen de zaak in het laatste stadium begon te komen. Jhr. Groeninx van Zoelen heeft den burge meester geantwoord en medegedeeld, dat be sloten was den nieuwen polder gezamenlijk met den polder Het Zand in de toekomsi „Crezée-polder" te noemen. Op de plaats waar de werkzaamheden zul len aanvangen ht-Tt jhr. Groeninx van Zoe len vervolgens de eerste spade in den grond gestoken. Nadat men zich wederom in het koffiehuis had vereenigd heeft hij den burgemeester als blijk van wa^rdeering voor diens werk bij de voorbereiding een schilderstuk aangeboden. Monetaire politiek in de toekomst De mogelijkheden eener multi laterale clearing Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Economisch Statistische Berichten is een jubileum-nummer verschenen, waarin o.a. een artikel voorkomt van Prof. dr. G. M. Ver rijn Stuart, die een uitvoerige beschouwing wijdt aan de monetaire politiek van de laat ste 25 jaar. O.a. wordt de vraag besproken, waarom het stelsel van den gouden standaard tot een teleurstelling is geworden. De oorzaak hiervan ziet de schrijver hierin, dat zekere essentieele voorwaarden voor het goed func- tionneeren van den gouden standaard na den oorlog van 19141918 niet vervuld waren. Deze standaard vermag slechts dan bevre digend te werken, wanneer er in de wereld in haar geheel een regelmatige goudproductie is, voldoende om de monetaire behoeften van een groeiende bevolking te dekken; wanneer de toonaangevende landen op basis van hun monetaire goudvoorraden een geldcirculatie van bankpapier en giraalgeld opbouwen, die de noodige gelijkmatigheid in haar ontwikkeling vertoont en die niet nu eens in tijden van hause op hol slaat, om dan weder in tijden van depressie op de meest bedenkelijke wijze te stagneeren; wanneer de debiteurenlanden niet met schulden worden overbelast en bij de af doening van hun schulden niet belemmerd worden door telkens hooger wordende tolbar- rières; en wanneer tenslotte de verschillende landen intern zooveel elasticiteit in de kosten structuur van hun bedrijfsleven, in de tewerk stelling van kapitaal en arbeid en in den om vang hunner Staatshuishouding hebben, dat zij zich op het juiste moment wet»»n aan te passen bij de veranderingen, die zich ook onder een stabiele geldpolitiek in het steeds dynamische oeconomische leven plegen voor te doen. De simpele oplossing van deze voorwaarde is, naar het ons voorkomt, voldoende, om dui delijk te maken, dat zij in vele landen in de na-oorlogsperiode volstrekt niet of althans verre van volledig waren vervuld. Zij hadden vervuld kunnen worden, maar dat zou nu en dan zekere offers hebben vereischt, waartoe de bevoegde instanties op kritieke oogenblikken niet bereid bleken te zijn Men denke b.v. aan de reparatieschulden; dat de werking daarvan funest was, is na enkele jaren algemeen in gezien, maar het heeft nog tot 1932 geduurd, voordat zij via Regeling-Dawes en Plan-Young in feite op de Conferentie van Lausanne ter zijde werden gesteld Hoeveel gelukkiger had niet de wereld kunnen ziin, wanneer dat resul taat eens een twaalftal jaren eerder bereikt Het oude poortje In Achter Clarenburg te Utrecht, dal als Ingang heelt gediend voor hel Elisabethgasthuis, waarin het tegenwoordige burgerweeshuis van Utrecht vroeger gevestigd is geweest. (Foto Utrechtsch Persbureau.) meesters, om het weeshuis definitief in het Regulierenconvenl te mogen vestigen, inge willigd, en zoo verhuisden de bewoners van het Elisabethgasthuis in 1582 opnieuw naar de Oudegracht. Daar is het weeshuis ruim 350 jaar gebleven. De gevelsteen, waarvan men een afbeelding od onze fotopagina gezien heeft, is in dit huis te vinden. Zooals het echter in den loop der jaren met alle oude weeshuizen hier te lande is gegaan, geschiedde het ook hier: het aantal wezen, dat voor opneming in deze stichting in aanmerking kwam, verminderde. De ruimte werd allengs voor het kleine aantal bewoners te groot. In 1925 werd de knoop doorgehakt en werd een patriciërshuis aan hel einde van de Nieuwegracht, waar deze de toevoeging Onder de Linden draagt, gekocht en voor weeshuis ingericht. Het oude Regulierenconvent werd Verkocht aan de Nederlandsche vereeniging voor spoor- en tramwegpersoneel, die het pand tot vereni gingsgebouw met een groote schouwburgzaal inrichtte. Het burgerweeshuis, thans aan de Nieuwegracht, houdt door een gevelsteen aan een dor zijmuren nog steeds de herinnering levendig aan den edelen Utrechtschen burger, w.ens godsdienstzin en menschenliefde op zulk een voortreffelijke wijze werd gemate rialiseerd*. Het jubileum is vandaag in intiemen kring gevierd. De zaklantaarns Na 15 dezer alleen voetgangers lantaarns of blauwe lampjes met I.L.B. toegestaan De Nederlandsche gloeilampenindustrie heeft deze week een zeer groot aantal door de rijksinspectie luchtbeschermingsdienst goed gekeurde blauwe gloeilampjes voor zaklan taarns in den handel gebracht. Deze blauwe gloeilampjes, welke van het goedkeurings- teeken I.L.B. zijn voorzien en voor de ge bruikelijke spanningen worden vervaardigd, mogen in iedere beschikbare passende zak lantaarn in de open lucht worden toegepast, mits wordt zorggedragen, dat het licht daar van niet naar boven schijnt en andere deel nemers van het verkeer er niet door worden verblind, aldus deelt de Rijksinspecteur vooi de bescherming van de bevolking tegen lucht aanvallen mede. In verband hiermede kan na 15 dezer slechts het gebruiken van door de rijks inspectie luchtbescherming goedgekeurde en als zoodanig met het I.L.B.-teeken ge waarmerkte voetgangerslantaarns van bijzondere constructie, dan wel het ge bruik van door de rijksinspectie goedge keurde en als zoodanig niet het I.L.B.- teeken gewaarmerkte blauwe gloeilampjes in beschikbare zaklantaarns in de open lucht worden toegelaten. Met nadruk wordt men er op gewezen, dat voetgangerslantaarns welke niet in overeenstemming zijn met de voor- schroten der verordening of welke in strijd daarmee worden gebruikt, in beslag ge nomen en verbeurd verklaard multilaterale kun r d e n DOOR EEN PAARD GEBETEN In de Javastraat te Amsterdam is een 3-j jongetje gistermiddag door een paard in wang gebeten. Met een groote wonde is het kind naar het Onze Lieve Vrouwegasthuis overgebracht De mogelijkheden voor i clearing. In hoeverre de nieuwe phase van de Euro- peesch-continentale geldpolitiek, die zich door gepropageerde multilaterale clearing zal ken merken, een oplossing te zien zal geven van de problemen, waartegen een voorafgaande periode niet opgewassen bleek, moet, volgens prof. V. S., nog worden afgewacht. Veel, zoo niet alles, zal ook thans weder afhangen van het vervullen van die voorwaarden, die voor de toepassing van iederen internationalen stan daard. dus ook voor het aan elkander koppelen van een groote reeks van geldeenheden via een aantal clearingpariteiten tot de Reichsmark als centrale geldeenheid essentieel moeten worden geacht. Zoolang de verschillende landen hun beta lingsbalans behoorlijk in evenwicht houden en een eventueel overschot in de multilaterale clearing vlot kunnen besteden om bij een land, dat een clearingtekort heeft, goederen te koo- pen of aan dat land, met inachtneming van redelijke eischen van soliditeit en liquiditeit, crediet te verleenen; zoolang de onderscheiden landen een parallel gerichte geldpolitiek vol gen en daarbij eenerzijds inflatorische uitbrei ding der geldcirculatie, anderzijds deflatorische ineenstorting daarvan weten te vermijden; en mits de bij invoering der multilaterale clearing vastgestelde pariteiten overeenkomen met den koers, die zich bij vrij internationaal betalings verkeer ook ongeveer als duurzaam evenwicht- punt zou vormen; mits aan deze voorwaarden wordt voldaan voorwaarden, die in wezen overeenkomen met die, welke ook voor het goed functioneeren van den gouden standaard p.oodig waren dan kan de multilaterale clea ring tot een succes worden. Zij zal in dat ge val den overgang kunnen vormen van de af- snoerende en voor den handel fnuikende ge bondenheid der bilaterale clearing naar een grootere mate van vrij goederen- en kapitaal verkeer op het Europeesche continent. Men zal zich echter, aldus de schr., terdege moeten realiseerer», dat het enkele feit eener multilaterale clearing nog geen oplossing van het geldvraagstuk in een weder gepacificeerd Europa beteekent. Deze oplossing is afhankelijk van de vervulling der genoemde voorwaarden en wellicht zijn er nog wel meer dan wij hebben opgesomd voorwaarden, welker ver vulling aan de menschen hoogere eischen stelt dan het uitdenken van een op zichzelf wellicht kansrijk geldstelsel. Het goud in de Ver. Staten. Daarnaast blijft dan echter nog de vraag, hoe de verhouding tusschen een multilateraal clearend Europeesch continent en de rest van de wereld zal zijn. Daarbij rijst dan terstond het probleem def goudopeenhooping in de Ver- eenigde Staten. Deze plethora aan edel metaal is voor de Vereenigde Staten zelf benauwend en voor een rationeeie toepassing van datgene, Staten er blijkbaar thans aan om via groot- scheepsche credietverleening in de Amerikaan sche sfeer den geldstroom van de Vereenigde Staten weder naar andere landen te leiden. Men moge zich echter tijdig realiseeren, dat crediet- uitbreiding op zichzelf geen duurzame oplossing van het onderhavige .vraagstuk kan brengen. Credietexpansie was ook hét motto, waaronder de Vereenigde Staten tenslotte in de daverende crisis van 19J9 zijn beland Credietverleening ter afwending van den eenzijdig gerichten goud stroom is als eerste stap voortreffelijk, maar wil men niet wederom in dezelfde ellende belanden, als waarin de wereld in 1929 werd gestort, dan moet de crediteur, in casu de Vereenigde Staten, begrijpen dat men geen credieten kan ver leenen op gezonden grondslag. ten«ij men zijn grenzen wijd openzet om don debiteur in staat te stellen op den overeengekomen tijd door het leveren van goederen of het presteeren van diensten de bedragen op te brengen, die voor de betaling van rente en aflossing op het crediet benoodlgd zijn M a w„ bij een gez.ond crediet- verkeer behoort een voldoende mate van vrij internationaal handelsverkeer. Lichamelijke Oefening Schaatsenrijden. Timmerman nationaal kampioen schoonrijden Op de banen van de ijsclub Bamestra te Midden Beemster, is gisteren het kampioen schap van Nederland in het schoonrijden voor heeren gehouden. De jury had de zeer lastige taak om uit 38 deelnemers den winnaar aan te wijzen. Voora! de strijd tusschen den kampioen van verleden jaar Timmerman en den Hoofd dorper Meeuwig was zeer spannend. Ten slotte werd na langdurig beraad Timmerman als de beste schoonrijder aangewezen. De uitslag luidt 1. C. P. Timmerman (Schagen); 2. C. Meeu wig (Hoofddorp); 3. J. J. Blaauboer (Midden- Ook de nationale wedstrijd voor paren had een uitstekend verloop. Wederom was het verschil tusschen de paren minimaaL De uitslag luidt ten slotte als volgt: 1. Mej J Fijnheer iNieuwe Niedorp) en de heer C. Meeuwig (Hoofddorp); 2 mevr. SchoorlKeetman (Barsingerhorn) en de heer C. P. Timmerman (Schagen); 3. mevr. J Log- de heer J. Kupexu.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 7