Abo MAANDAG 2 DECEMBER 194-3 PA9. Positief medewerken Een woord van Prof. van Dam aan ouders, leerkrachten en leerlingen Een omwenteling, doch op orde gericht .uzelf. Ven u, Nederlandsche leeraren en onderwijzers, moet het Nederlandsche volk i het offer vragen, zoo noodlg met terzijdestel- ling van uw persoonlijke gevoelens en over- j tuigingen ten aanzien van leerstof en metho de, de aan uw hoede toevertrouwde kinderen mede op te voeden tot Nederlanders, die in i staat zijn, zich harmonisch in te passen in de i nieuwe wereld, die door dezen oorlog zal ontstaan. Een woord tot de leerlingen sum 2 heeft de heer prof. dr. J. van Dam scholen, universiteiten en hoogescholen. secretarisgeneraal van het departement van opvoeding wetenschap en cultuurbe scherming een rede gehouden waarin hij ouders, onderwijskrachten en leerlingen van Nederlandsche scholen, hoogescholen «1 universiteiten heeft opgewekt om mede ie werken aan den opbouw van Nederland. Prof. van Dam gaf toe, dat de moeilijk - heden, die ons volk thans doormaakt, de grootste zijn sinds een eeuw. grooter dan die, waarvoor ons de wereldoorlog van 1914 tot 1918 plaatste. Deze moeilijkheden zijn niet uitslui tend, en zelfs niet in de eerste plaats yan materleelen aard. Het zijn vooral moeilijkheden van geestelijken aard. Het ie uitermate bezwaarlijk te midden van deze het geestelijk evenwicht te bewaren, stand te houden tegenover de vele in drukken, ervaringen, meeningen, geruch ten en alarmeeringen, die wij dagelijks tn ons opnemen. Dat uit zich in allerlei symptomen, die ook ons onderwijs be dreigen: onrust, misverstanden, gebrek aan concentratie, opwinding over geruch ten, gewilde of ongewilde verkeerde uit leg van maatregelen en voorschriften, zijn aan de orde van den dag. Daarbij komt natuurlijk voor allen, die verantwoordelijk zijn voor het welzijn van kinderen, de zorg voor het dagelijksch leven en de zorg voor hun toekomst. Wij beleven een omwenteling Spr. wekte evenwel op om in te zien, dat deze tijd van verwarring en chaos voorbij gaat Wij beleven een omwenteling, die uit eindelijk aan onze wereld een uiterlijk zal geven, dat in vele essentiëele dingen afwijkt van dat van de vroegere. In dat licht bezien valt het nogal mee. Deze revolutie is niet bloedig en heftig als vroegere, omdat zij vol trokken wordt door den wil van een macht die in de eerste plaats op ordening, niet op Wanorde en chaos is gericht Ons volk moet zorgen, dat de gevolgen van deze revolutie voor onze kinderen zegenrijk wordt. Een woord tot de ouders WJJ ouders mogen nooit vergeten, dat onze kinderen de eerste Nederlandsche generatie Vormen sinds ruim een eeuw, die den oorlog in eigen land heeft gekend. Zij moeten ervan worden doordrongen, dat de nooden van dezen tijd niet tevergeefs zijn geweest en dat er na dezen tijd een voor Europa gelukkiger periode zal aanbreken. Daartoe moeten zij worden opgevoed, in een geest, waarbij het Nederland sche element met alle behoorlijken nadruk wordt geaccentueerd, maar die niet wil, dat de verhouding tot andere volkeren, met name het Duitsche volk. en de verhouding van de verschillende volksgroepen onderling, die im mers alleen in de middelen, niet in het doel verschillen, wordt vertroebeld. Wij zijn allen Nederlanders en willen dat blijven. Wie bij zijn kind thans In- plaats van liefde en saamhorigheidsgevoel haat en onverdraagzaamheid kweekt, schaadt daarmede niet alleen zijn eigen kind. maar ook de Nederlandsche volksge meenschap, waarvan het later deel zal uitmaken. Tot de leerlingen der lagere scholen wil ik kort zijn, omdat zij, gelukkig voor hen. nog weinig begrip hebben van de groote ge beurtenissen van het heden. Ik weet. dat er onder jullie wel over politiek, over den oorlog en over al het nieuwe, wat er op straat te zien te, wordt gepraat en geruzied. Laat dat. en praat over de dingen van je eigen leven. Ik kan jullie beloven, dat we wat meer tijd gaan geven aan gymnastiek en sport! Jullie, leerlingen van de middelbare scholen, bent er lang niet het slechtst aan toe! Jullie hebt het voorrecht, om, wanneer Jullie over eenige jaren de maatschappij binnenstapt, een, naar wij allen hopen en verwachten, vredige en bevredigde wereld open te zien staan, een wereld, die plaats biedt aan een ieder, die zijn handen uit de mouwen weet te steken, zijn hoofd weet te gebruiken en de kunst verstaat, te proflteeren van aL wat jullie thans leeren. Maa<-jullie bent je van dat voorrecht maar nauwelijks bewust De leerlingen van de middelbare scholen zijn verdeeld in tal van groepen en gewikkeld in tal van politieke twisten en harrewarrerijen. Ik geef jullie den goedgemeenden raad: houdt daarmee op. Weet dat jullie samen eens de wereld moet opbouwen. Kweekt die gezindheid reeds nu in jullie binnenste aan Weest er van over tuigd, dat zij. die jullie opzetten tot dleD strijd, geenszins het welzijn van het Neder- tandsche volk beoogen en wellicht zijn onder gang veroorzaken. Weest kameraden Geeft elkaar ook bij ernstige verschillen van meening de hand en weest wat in een tijd als deze noodzakelijk is, kame raden! En dan een woord tot de studenten! Het valt mij gemakkelijk tot u te spreken omdat ik door larenlange practijk gewend bea met u om te gaaD en in dien omgang nooit eenige wanklank heb ervarea ja uit den omgang met u steeds weer nieuwe kracht heb geput! Maar het valt mij ook moeilijk omdat bet experimenteele beeld, dat ik mij van u, stu denten, heb gevormd, zoo weinig schijnt te kloppen met de werkelijkheid, zooals ik die uit de mededeelingen van de meest verschil lende universitaire centra meen te moeten opmaken. (Het heeft gèen zin. struisvogelpolitiek te spelen: er zijn reeds hogescholen door de Duit sche overheid gesloten, en er zullen meer volgen, wanneer gij niet na de Kerstvacantie tot bezinning bent gekomen.) Gij zijt ontevreden en gij uit dat op een wijze, waarmede gij niemand in het land, ook niet degenea voor wie gij optreedt, eenig goed doet en waarmee gij niemand in het land meer schaadt dan juist u zelve! Want de sluiting der universiteiten beteekent niet slechts, dat aan u het voorrecht ontnomen wordt, aan onze voeten te zitten en aan ons, om u wijsheid mede te geven. Dat ware te verdragen, vooral omdat u in dat opzicht aan lange vacanties bent gewend. Maar het heele werk staat stil, het practische werk, dat voor velen den weg naar de maatschappij beteekent. Uw eigen ontwikkeling wordt ernstig geschaad! Uw houding is negatief en afbrekend. Kijk eens, in rustige tijden wil ik graag aan studenten het recht toekennen, ontevre den te zijn met den gang van zaken. Als gij dat niet was, dan zou-er van u later in de maatschappij geen vernieuwing uitgaan. Gij moogt ook nu nog gerust aan ons ouderen verwijten, dat wij or.s te weinig hebben ver zet tegen de sleur, die de dingen liet komen, zooals ze kwamen. Opbouwen Maar dit is geen tijd voor mopperen en opstandigheid. Het is een tijd, waar in veel werk moet worden verzet, waar in opgebouwd moet worden. Daartoe is tucht noodig, en tucht is verreweg het best te verdragen In den vorm van zelf tucht! Ik hoop en verwacht van u, Nederlandsche studenten, dat u in deze vacantie den weg naar deze mooiste menschelijke eigenschap zult vinden. Velen van u zijn soldaat geweest. Som migen van u, voortreffelijke specimina van het genus studiosorum, heb ik In de mobili satie zelf van nabij leeren kennen. De sol daat kankert, totdat hij zijn handen uit de mouwen moet steken, dan wordt hij flink en laat het mopperen. In dat stadium bevindt gij u thans ook: De maatschappij wacht opu, zfj heeft u noodig, om mede te werken non den opbouw van Nederland, van Europa, ja, van geheel de wereld. Spr. eindigde met den oproep om positief mee te werken. Het moet voor Ned De collectieve arbeidsvoorwaarden Regeling van de vaststelling van loonen enz. Het Zaterdag verschenen Verordeningenblad bevat een verordening- van den Rijkscommis saris betreffende de tot stand koming van regelingen inzake loonen, salarissen en andere arbeidsvoorwaarden. Hier wordt het volgende bepaald. Artikel 1. Tot het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten zijn de in de wet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 December 1927 (Staatsblad no. 415) genoemde partijen, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 4, bevoegd. Artikel 2. (1) Collectieve arbeidsover eenkomsten mogen geen bepalingen be vatten, welke een wijziging van de loonen of salarissen afhankelijk maken van het intreden van bepaalde omstandigheden, j welke niet direct de tusschen werkgevers j en werknemers bestaande verhouding raken. (2) Bepalingen, als bedoeld in het eerste lid, i in bestaande collectieve arbeidsovereenkom- sten treden buiten werking, i (3) Het bepaalde in de vorige leden vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van In dit licht moet men ook een maatregel niet bij collectieve arbeidsovereenkomst ge zien, die onder alle betrokkenen veel opwin ding en misverstand heeft veroorzaakt, rte kwestie van de z.g. „verboden" schoolboeken In werkelijkheid zijn er geen schoolboeken ver liet verkeer genomen: die boeken, die een of meer in de tegenwoordige situatie ongeschikte óf, wat meer voorkomt dan men aanvankelijk zou meenen, voor het Duitsche volk en zijn boden. Er zijn twee groepen van boeken uil leiders kwetsende passages bevatten en daar naast die boeken, die de daartoe ingestelde controlecommissie tengevolge van tijdgebrek op den daarvoor gesteiaen termijn nog niet had kunnen controleeren. Deze boeken zullen zoo spoedig mogelijk aan het onderwijs worden teruggegeven, zoo noodig, nadat de noodzake lijke wijzigingen met medewerking van de uit gevers en bet doceerend personeel der scholen zijn aangebracht, ik ben er van overtuigd, dat ik op de medewerking van deze beide groepen geen vergeefsch beroep doe. Een raad voor de leerkrachten Tot de opvoeders in meer specialen zin, tot hen dus, die aan een Nederlandsche school onderwijs geven, kan mijn raad en dringende bede geen andere zijn: Bederft de resultaten van uw onderwijs niet door af te breken, Ln- plaats van op te bouwen en duldt niet, dat anderen, b.v. sommigen van uw leerlingen, d: ondervijs ondermijnen. Ik heb het ambt van secretaris-generaal op mij genomen in de overtuiging, dat het Duitsche bestuur, dat thans ons land regeert, wenscht, dat ons on derwijs in strikt Nederlandschen zin wordt gegeven en naar behoefte wordt uitgebreid ec verbeterd. Het streven naar verbetering van het onderwijs in Nederlandsche en naar ver dieping var ons besef van Nederlanderschap zal door hen niet worden belet, wel, uit den aard der zaak en voor jederen weldenkende volkomen begrijpelijk: een onderwijs, dat vijandschap en wanbegrip kweekt tegenover het Duitsche volk en zijn leiders. Tegen dit laatste moge ik u zoo nadrukkelijk mogelijk waarschuwen! regelde arbeidsovereenkomsten. Artikel 3. Nieuwe collectieve arbeidsover eenkomsten, alsmede wijzigingen van be staande collectieve arbeidsovereenkomsten, behoeven goedkeuring, voor zooveel daarbij loon- of salaris-regelingen zijn getroffen, die een verhooging van bestaande loonen of sala rissen inhouden. Artikel 4. Onder loonen en salarissen wor- dèn de voor een bepaald werk vastgestelde tijd- of stukloonen, alsmede salarissen, met in begrip van regelmatig terugkeerende bijslagen en andere vergoedingen verstaan. Uitwisseling van denkbeelden en me thodes op het gebied van het onderwijs tusschen Nederland en Duitsehi and. ver betering ook van het onderwijs in de Duitsche taal en cultuur zal voor ons volk zoowel geestelijk als materieel heil zame gevolgen hebben. Maar vooral zal het onderwijs in Nederlandsche taal en cultuur een aanzienlijke uitbreiding er> vernieuwing moeten ondergaan, wil het bijdragen tot de vorming van een ver nieuwd en doelbewust Nederlandsch volk dat bereid is, zijn vollt energie in de wereld in te zetten. Ik denk aan een vorm van onderwijs, waarbij taaJ en letterkunde, cultuur- en kunstgeschiedenis, aardrijkskunde en volks kunde zullen worden vereenigd tot een taeem- kuude. als ik dit betrekkelijk nieuwe woord mag gebruiken, die de kennis omtrent de schatten dei Nederlandsche cultuur zal kun nen verspreiden. Dat naast deze uitbreiding het thans reeds overbelaste onderwijs en zekere versobering zal moeten ondergaan, spreekt, dunkt mij. Artikel 5. (1) Indien ter bescherming van de arbeiders de regeling van de loonen en salarissen, alsmede van andere arbeidsvoorwaarden, bij collectieve ar beidsovereenkomst noodzakelijk lijkt, doch een collectieve arbeidsovereenkomst niet tot stand komt, kan de secretaris generaal van het departement van sociale zaken of een door hem aangewezen, onder hem ressorteerende instantie loonen en i salarissen of andere arbeidsvoorwaarden bindend vaststellen. Hetzelfde geldt, voor zoover een collectieve arbeidsovereen komst loonen of salarissen of andere arbeidsvoorwaarden niet regelt of de wijziging van in bestaande collectieve vrtooj^en^eb* arbeidsovereenkomsten voorkomende be palingen noodzakelijk lijkt (2) Het bepaalde in het vorige lid vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van arbeidsovereenkomsten, welke niet bij collectieve arbeidsovereen komst geregeld zijn of waarvoor een règeling bij collectieve arbeidsovereen komst niet getroffen kan worden. Artikel 6. De secretaris-generaal var, bei departement van sociale zaken wordt gemach tigd aan de door hem ingevolge artikel 5 aan gewezen. onder hem ressorteerende instantie 1 de navolgende hem krachtens de Wet op net algemeen bindend en het onverbindend ver- i klaren van bepalingen van collectieve irceids- I overeenkomsten van 25 Mei 1937 (S'catsblad I no. 801> toekomende bevoegdheden over te dragen: 1) op verzoek van een ot meer dei aaarbtj betrokken partijen collectieve arbeidsovereen- toepassing op de arbeidsverhoudingen in overheidsdienst noch op de huiselijke diensten. Artikel 10. (1) Deze verordening is gisteren inwerking getreden. Een toelichting Op de in het Verordeningenblad opgeno men verordening van den rijkscommissaris betreffende regelingen van loonen, salarissen en andere arbeidsvoorwaarden beeft de lei der van de af deeling sociale zaken vah het rijkscommissariaat den volgenden commentaar gegeven- De totstandkoming van loonen, salarissen en andere arbeidsvoorwaarden voor groepen van ondernemingen was tot nu toe uitsluitend voorbehouden aan de regeling door collec tieve arbeidsovereenkomsten. Volgens de op de collectieve arbeidsovereenkomst van 1927 konden collectieve arbeidsovereenkom sten slechts door de in de wet speciaal ge noemde partijen, in den regel de werkgevers- en werknemersorganisaties, worden gesloten. De staat zelf was slechts Devoega, wanneer het algemeen belang het eischte, gesloten col lectieve arbeidsovereenkomsten oi afzonder lijke bepalingen algemeen verbindend, d.w.z. ook voor de ciet-aangesloten ondernemingen verbindend, te verklaren, de onverbindend heid van collectieve overeenkomsten of van afzonderlijke bepalingen uit te spreken of verbindendverklaringen in te trekken. De staat had echter niet de mogelijkheid zelf gelend In te grijpen in de totstandkoming de loonen en arbeidsvoorwaarden. De nieuwe verordening houdt in het alge meen aan het principe vast. dat slechts de partijen bij de C.A.O., meestal dus de werk gevers- en werknemersorganisaties, bevoegd zijn een C-A.O. te sluiten. Zooals echter het bedrijfsleven en de oeconomie van een volk door den staat moet worden geleid, willen zij aan de belangen van de gemeenschap geheel dienstbaar worden gemaakt, kan ook de tot standkoming van de loonen leiding staatswege niet ontberen. De verordening heeft dan ook de algeheele vrijheid van de loonvorming door collectieve overeenkomsten in zekere mate moeten beperken. Zij maakt collectieve arbeidsovereenkomsten afhanke lijk van goedkeuring van hoogerhand, voor zoover zij loon- en salarisverhoogingen be treffen. Bovendien verbiedt zij, bepalingen op te nemen, welke loon- en salarisverhoogingen automatisch van voorwaarden afhankelijk maken, welke de arbeidsverhouding niet on middellijk raken, bijv. van de ontwikkeling van de prijzen. Dezelfde bepalingen als voor collectieve arbeidsovereenkomsten gelden natuurlijk ook voor arbeidsovereenkomsten, welke op andere wijze tot stand zijn gekomen. Verder maakt de verordening alle andere loons- en salaris verhoogingen afhankelijk van een vergunning, welke niet reeds als collectieve regelingen aan vergunning zijn onderworpen De veror dening vervangt hierdoor het tot nu toe gel dende verbod van loonsverhoogingen van den Duitschen Heeresgruppe-Befehlshaber van 17 Mei 1940. Zij verruimt echter dit verbod met inachtneming van de door de prijsstijging ver anderde oeconomische en sociale toestanden in zooverre, dat zij loonsverhoogingen toelaat, wanneer zij goedgekeurd worden dooi den staat, vertegenwoordigd- door de rijksbemid delaars. Mede door de reeds eerder uitgevaar digde verordening over het verbod van loons- en salarisverlagingen heeft de staat het thans in de hand. de ontwikkeling van de loonen naar beneden en naar boven zóóOte leiden, als geëischt wordt door het algemeen belang, mei inachtneming van de belangen van de werk- r.emers.Evenals de staat ongegronde loons verlagingen moet verhinderen, moet hij ech ter ook erop letten, dat ongecontroleerde loonsverhoogingen. welke set algemeen be- fang schaden, achterwege blijven. Dit sluit i betroKKen parujen luuci-w: komsten of afzonderlijke bepalingen daarvan j algemeen verbindend te verklaren: 2) collectieve arbeidsovereenkom? j zonderlijke bepalingen daarvan om te verklaren; i of af- 7.50 3.-. echter niet uit, dat bijv te laag geblev nen, ongerechtvaardigde verschillen tusschen het loonpeil in de verschillende plaatsen öf tusschen de verschillende leeftijd-groepen en bindend j dergelijke worden opgeheven. Sieeds achter moet er acht op geslagen worden dat onge- 3) de algemeen verbindendverklaring van I wenschte terugslag op het oeconomisch even een collectieve arbeidsovereenkomst ot van j wicht en storingen in de prijsverhoudingen afzonderlijke bepalingen daarvan in t- Artikel 7. Een verhooging van loonen of salarissen behoeft goedkeuring, voor zoover de verhooging niet uit een ingevolge artikel d reeds goedgekeurde collectieve arbeidsover eenkomst of uit beslissingen krachtens de artikelen 5 en 6 voortvloeit. Artikel 8. De voor de uitvoering van aeze verordening noodige voprschriften worden door den secretaris-generaal van. het depar tement van sociale zaken uitgevaardigd. Zij mogen, voor zoover zij op het bepaalde ln artikel 7 betrekking hebben, strafbedreigingen bevatten- Artikel 9. Deze verordening i< niet van -orden vermeden Natuurlijk mag daarbij ook niet worden vergeten, dat, evenals de Nederlandsche oeconomie met die van geheel Europa nauw vervlochten is en vervlochten zal blijven, ook de -loonen en salarissen ;n dit algemeen kader moeten passen. Terwij] de verordening aan den eenen Kant het principe aanhoudt, dat de C.A.O. wordt gesloten door werkgevers en werknemer» organisaties, legt zij aan den anderen kant de grondslagen voor de juridische mogelijkheid de loonen en salarissen en andere arbeidsvoor waarden ook dan voor heele bedrijfsgroepe.- te regelen, wanneer dit ter bescherming van de bedrijfsgenooteD noodig blijkt, doch een OA.O, niet tot stand komt af. bij gebrek nan wettelijken grondslag niet kan worden geslo ten. De staat kan in dergelijke gevallen op eigen initiatief en eigen gezag bindende rege lingen treffen en wel voor heele bedrijven, voor afzonderlijke ondernemingen en voor afzonderlijke arbeidsverhoudingen. UitdruK- kelijk is echter .de bepaling opgenomen, dat de regeling van staatswege geëischt moet zyn door het belang van de bescherming van de werkenden. De staat grijpt - dus in, wanneer gerechtvaardigde belangen van de werkne mers zijn bescherming noodig hebben. De rijksbemiddelaars Tot het t^rïeenen van de in de verordening voorgeschreven vergunning zijn op grond van een uitvoeringsbesluit van den secretaris generaal van het departement van sociale za ken de rijksbemiddelaars bevoegd Deze auto riteiten zijn tevens belast met de regeling van loons- en arbeidsvoorwaarden buiten het ka der van de C.A.O. De aangeslotenen bij een CA.O. alsmede iedere werkgever en werkne mer kunnen zoodoende zicb in de toekomst voor alle kwesties van loon. salaris en andere arbeidsvoorwaarden tot deze instanties wen den. Speciale richtlijnen van den secretaris generaal voor de rijksbemiddelaars vèrzekeren de uniforme toepassing van de verordening Nadere mëdedeelingen hieromtrent zullen later nog worden gepubliceerd. Bij de verregaande inschakeling van de rijk; bemiddelaars bij de totstandkoming van d« loon- en andere arbeidsvoorwaarden was hei -onsequont. aan dezen ook de tot du toe aar ien secretaris-generaal voorbehouden bevoegd neden tot verbindend- en onverbindendve; klaring van collectieve arbeidsovereenkomsten over te dragen. De rijksbemiddelaars worder daardoor tot dragers van een hoogst verant- I woordelijke voor het openbare leven hoogst belangrijke taak. Kortweg gezegd drukt op hen de zorg voor de verzekering van den arbeidsvrede. De verordening is tezamen met de verorde ning omtrent het verbod van verlaging van loonen en salarissen geëigend, de noodige rust en orde in het arbeidsleven te brengen. De oeconomische ontwikkeling en de veranderin gen in het prijsniveau hebben ook op het ge bied van de loonen in den laatsten tijd een zekere beweging teweeggebracht. De verorde ningen scheppen de vereischte juridische basis voor de maatregelen,welke genomen moeten worden om, met inachtneming van de sociale belangen van de werknemers het evenwicht tusschen loonen en prijzen te doen ontstaan en daarmede storingen in het oeconomische en openbare leven te voorkomen, welke ten slotte ook voor de werknemers slechts schade lijke gevolgen zouden kunnen hebben. Radioprogramma DINSDAG. 3 DECEMBER HILVERSUM II. 301.5 m. AVRO. richten ANP. gramofoonmuzick. 8.3» Or Gramofoonmuzlek. 10.00 Morgenwijding. 10_. HILVERSUM I. 415 m. Nederlandsch Programm. KRO 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.15 Wij begin nen don dag. 8.45 Gramoloorrmuziek. 11.30 Gods dienstig halfuui 'M 1.45 Gramofoonmürfelc. 2 00 Voor dc wouw. 3.00 Cello en piano. 3J5 Zan£ j met planobegeleiding. 3.25 Gramofoonmuziek. 3.35 Vervolg van 3.00 3.50 Vervolg van 3.15. 4.00 KRO- symphonic-orkest. 5.00 Cyclus; ..De betrekkingen Nederlandsche muziekgeschiedenis". _5.15 Nieuws-, mlscbe- en b< - muziek. 5.45 i JS DE KERN :cl van alle goede reclame COURANTENRECLAME

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 6