Abo
MAANDAG 2 DECEMBER 194-3 PA9.
Positief medewerken
Een woord van Prof. van Dam
aan ouders, leerkrachten
en leerlingen
Een omwenteling, doch op
orde gericht
.uzelf. Ven u, Nederlandsche leeraren en
onderwijzers, moet het Nederlandsche volk
i het offer vragen, zoo noodlg met terzijdestel-
ling van uw persoonlijke gevoelens en over-
j tuigingen ten aanzien van leerstof en metho
de, de aan uw hoede toevertrouwde kinderen
mede op te voeden tot Nederlanders, die in
i staat zijn, zich harmonisch in te passen in de
i nieuwe wereld, die door dezen oorlog zal
ontstaan.
Een woord tot de leerlingen
sum 2 heeft de heer prof. dr. J. van Dam scholen, universiteiten en hoogescholen.
secretarisgeneraal van het departement
van opvoeding wetenschap en cultuurbe
scherming een rede gehouden waarin hij
ouders, onderwijskrachten en leerlingen
van Nederlandsche scholen, hoogescholen
«1 universiteiten heeft opgewekt om mede
ie werken aan den opbouw van Nederland.
Prof. van Dam gaf toe, dat de moeilijk -
heden, die ons volk thans doormaakt, de
grootste zijn sinds een eeuw. grooter dan die,
waarvoor ons de wereldoorlog van 1914 tot
1918 plaatste.
Deze moeilijkheden zijn niet uitslui
tend, en zelfs niet in de eerste plaats
yan materleelen aard. Het zijn vooral
moeilijkheden van geestelijken aard. Het
ie uitermate bezwaarlijk te midden van
deze het geestelijk evenwicht te bewaren,
stand te houden tegenover de vele in
drukken, ervaringen, meeningen, geruch
ten en alarmeeringen, die wij dagelijks
tn ons opnemen. Dat uit zich in allerlei
symptomen, die ook ons onderwijs be
dreigen: onrust, misverstanden, gebrek
aan concentratie, opwinding over geruch
ten, gewilde of ongewilde verkeerde uit
leg van maatregelen en voorschriften,
zijn aan de orde van den dag.
Daarbij komt natuurlijk voor allen, die
verantwoordelijk zijn voor het welzijn van
kinderen, de zorg voor het dagelijksch leven
en de zorg voor hun toekomst.
Wij beleven een omwenteling
Spr. wekte evenwel op om in te zien, dat
deze tijd van verwarring en chaos voorbij
gaat Wij beleven een omwenteling, die uit
eindelijk aan onze wereld een uiterlijk zal
geven, dat in vele essentiëele dingen afwijkt
van dat van de vroegere. In dat licht bezien
valt het nogal mee. Deze revolutie is niet
bloedig en heftig als vroegere, omdat zij vol
trokken wordt door den wil van een macht
die in de eerste plaats op ordening, niet op
Wanorde en chaos is gericht
Ons volk moet zorgen, dat de gevolgen van
deze revolutie voor onze kinderen zegenrijk
wordt.
Een woord tot de ouders
WJJ ouders mogen nooit vergeten, dat onze
kinderen de eerste Nederlandsche generatie
Vormen sinds ruim een eeuw, die den oorlog
in eigen land heeft gekend. Zij moeten ervan
worden doordrongen, dat de nooden van dezen
tijd niet tevergeefs zijn geweest en dat er na
dezen tijd een voor Europa gelukkiger periode
zal aanbreken. Daartoe moeten zij worden
opgevoed, in een geest, waarbij het Nederland
sche element met alle behoorlijken nadruk
wordt geaccentueerd, maar die niet wil, dat
de verhouding tot andere volkeren, met name
het Duitsche volk. en de verhouding van de
verschillende volksgroepen onderling, die im
mers alleen in de middelen, niet in het doel
verschillen, wordt vertroebeld.
Wij zijn allen Nederlanders en willen
dat blijven. Wie bij zijn kind thans In-
plaats van liefde en saamhorigheidsgevoel
haat en onverdraagzaamheid kweekt,
schaadt daarmede niet alleen zijn eigen
kind. maar ook de Nederlandsche volksge
meenschap, waarvan het later deel zal
uitmaken.
Tot de leerlingen der lagere scholen wil
ik kort zijn, omdat zij, gelukkig voor hen.
nog weinig begrip hebben van de groote ge
beurtenissen van het heden. Ik weet. dat er
onder jullie wel over politiek, over den oorlog
en over al het nieuwe, wat er op straat te
zien te, wordt gepraat en geruzied. Laat dat.
en praat over de dingen van je eigen leven.
Ik kan jullie beloven, dat we wat meer tijd
gaan geven aan gymnastiek en sport!
Jullie, leerlingen van de middelbare scholen,
bent er lang niet het slechtst aan toe! Jullie
hebt het voorrecht, om, wanneer Jullie over
eenige jaren de maatschappij binnenstapt,
een, naar wij allen hopen en verwachten,
vredige en bevredigde wereld open te zien
staan, een wereld, die plaats biedt aan een
ieder, die zijn handen uit de mouwen weet
te steken, zijn hoofd weet te gebruiken en
de kunst verstaat, te proflteeren van aL wat
jullie thans leeren.
Maa<-jullie bent je van dat voorrecht
maar nauwelijks bewust De leerlingen van
de middelbare scholen zijn verdeeld in tal
van groepen en gewikkeld in tal van politieke
twisten en harrewarrerijen. Ik geef jullie den
goedgemeenden raad: houdt daarmee op.
Weet dat jullie samen eens de wereld moet
opbouwen. Kweekt die gezindheid reeds nu
in jullie binnenste aan Weest er van over
tuigd, dat zij. die jullie opzetten tot dleD
strijd, geenszins het welzijn van het Neder-
tandsche volk beoogen en wellicht zijn onder
gang veroorzaken.
Weest kameraden
Geeft elkaar ook bij ernstige verschillen
van meening de hand en weest wat in
een tijd als deze noodzakelijk is, kame
raden!
En dan een woord tot de studenten! Het
valt mij gemakkelijk tot u te spreken omdat
ik door larenlange practijk gewend bea met
u om te gaaD en in dien omgang nooit eenige
wanklank heb ervarea ja uit den omgang
met u steeds weer nieuwe kracht heb geput!
Maar het valt mij ook moeilijk omdat bet
experimenteele beeld, dat ik mij van u, stu
denten, heb gevormd, zoo weinig schijnt te
kloppen met de werkelijkheid, zooals ik die
uit de mededeelingen van de meest verschil
lende universitaire centra meen te moeten
opmaken.
(Het heeft gèen zin. struisvogelpolitiek te
spelen: er zijn reeds hogescholen door de Duit
sche overheid gesloten, en er zullen meer
volgen, wanneer gij niet na de Kerstvacantie
tot bezinning bent gekomen.)
Gij zijt ontevreden en gij uit dat op een
wijze, waarmede gij niemand in het land,
ook niet degenea voor wie gij optreedt, eenig
goed doet en waarmee gij niemand in het
land meer schaadt dan juist u zelve! Want
de sluiting der universiteiten beteekent niet
slechts, dat aan u het voorrecht ontnomen
wordt, aan onze voeten te zitten en aan ons,
om u wijsheid mede te geven. Dat ware te
verdragen, vooral omdat u in dat opzicht
aan lange vacanties bent gewend. Maar het
heele werk staat stil, het practische werk,
dat voor velen den weg naar de maatschappij
beteekent. Uw eigen ontwikkeling wordt
ernstig geschaad! Uw houding is negatief en
afbrekend.
Kijk eens, in rustige tijden wil ik graag
aan studenten het recht toekennen, ontevre
den te zijn met den gang van zaken. Als gij
dat niet was, dan zou-er van u later in de
maatschappij geen vernieuwing uitgaan. Gij
moogt ook nu nog gerust aan ons ouderen
verwijten, dat wij or.s te weinig hebben ver
zet tegen de sleur, die de dingen liet komen,
zooals ze kwamen.
Opbouwen
Maar dit is geen tijd voor mopperen
en opstandigheid. Het is een tijd, waar
in veel werk moet worden verzet, waar
in opgebouwd moet worden. Daartoe is
tucht noodig, en tucht is verreweg het
best te verdragen In den vorm van zelf
tucht! Ik hoop en verwacht van u,
Nederlandsche studenten, dat u in deze
vacantie den weg naar deze mooiste
menschelijke eigenschap zult vinden.
Velen van u zijn soldaat geweest. Som
migen van u, voortreffelijke specimina van
het genus studiosorum, heb ik In de mobili
satie zelf van nabij leeren kennen. De sol
daat kankert, totdat hij zijn handen uit de
mouwen moet steken, dan wordt hij flink en
laat het mopperen. In dat stadium bevindt
gij u thans ook: De maatschappij wacht opu,
zfj heeft u noodig, om mede te werken non
den opbouw van Nederland, van Europa, ja,
van geheel de wereld.
Spr. eindigde met den oproep om positief
mee te werken. Het moet voor Ned
De collectieve arbeidsvoorwaarden
Regeling van de vaststelling
van loonen enz.
Het Zaterdag verschenen Verordeningenblad
bevat een verordening- van den Rijkscommis
saris betreffende de tot stand koming van
regelingen inzake loonen, salarissen en andere
arbeidsvoorwaarden.
Hier wordt het volgende bepaald.
Artikel 1. Tot het aangaan van collectieve
arbeidsovereenkomsten zijn de in de wet op
de collectieve arbeidsovereenkomst van 24
December 1927 (Staatsblad no. 415) genoemde
partijen, met inachtneming van het bepaalde
in de artikelen 2 tot en met 4, bevoegd.
Artikel 2. (1) Collectieve arbeidsover
eenkomsten mogen geen bepalingen be
vatten, welke een wijziging van de loonen
of salarissen afhankelijk maken van het
intreden van bepaalde omstandigheden,
j welke niet direct de tusschen werkgevers
j en werknemers bestaande verhouding
raken.
(2) Bepalingen, als bedoeld in het eerste lid,
i in bestaande collectieve arbeidsovereenkom-
sten treden buiten werking,
i (3) Het bepaalde in de vorige leden vindt
overeenkomstige toepassing ten aanzien van
In dit licht moet men ook een maatregel niet bij collectieve arbeidsovereenkomst ge
zien, die onder alle betrokkenen veel opwin
ding en misverstand heeft veroorzaakt, rte
kwestie van de z.g. „verboden" schoolboeken
In werkelijkheid zijn er geen schoolboeken ver
liet verkeer genomen: die boeken, die een of
meer in de tegenwoordige situatie ongeschikte
óf, wat meer voorkomt dan men aanvankelijk
zou meenen, voor het Duitsche volk en zijn
boden. Er zijn twee groepen van boeken uil
leiders kwetsende passages bevatten en daar
naast die boeken, die de daartoe ingestelde
controlecommissie tengevolge van tijdgebrek
op den daarvoor gesteiaen termijn nog niet had
kunnen controleeren. Deze boeken zullen zoo
spoedig mogelijk aan het onderwijs worden
teruggegeven, zoo noodig, nadat de noodzake
lijke wijzigingen met medewerking van de uit
gevers en bet doceerend personeel der scholen
zijn aangebracht, ik ben er van overtuigd, dat
ik op de medewerking van deze beide groepen
geen vergeefsch beroep doe.
Een raad voor de leerkrachten
Tot de opvoeders in meer specialen zin, tot
hen dus, die aan een Nederlandsche school
onderwijs geven, kan mijn raad en dringende
bede geen andere zijn: Bederft de resultaten
van uw onderwijs niet door af te breken, Ln-
plaats van op te bouwen en duldt niet, dat
anderen, b.v. sommigen van uw leerlingen,
d: ondervijs ondermijnen. Ik heb het ambt
van secretaris-generaal op mij genomen in
de overtuiging, dat het Duitsche bestuur, dat
thans ons land regeert, wenscht, dat ons on
derwijs in strikt Nederlandschen zin wordt
gegeven en naar behoefte wordt uitgebreid
ec verbeterd. Het streven naar verbetering van
het onderwijs in Nederlandsche en naar ver
dieping var ons besef van Nederlanderschap
zal door hen niet worden belet, wel, uit den
aard der zaak en voor jederen weldenkende
volkomen begrijpelijk: een onderwijs, dat
vijandschap en wanbegrip kweekt tegenover
het Duitsche volk en zijn leiders. Tegen dit
laatste moge ik u zoo nadrukkelijk mogelijk
waarschuwen!
regelde arbeidsovereenkomsten.
Artikel 3. Nieuwe collectieve arbeidsover
eenkomsten, alsmede wijzigingen van be
staande collectieve arbeidsovereenkomsten,
behoeven goedkeuring, voor zooveel daarbij
loon- of salaris-regelingen zijn getroffen, die
een verhooging van bestaande loonen of sala
rissen inhouden.
Artikel 4. Onder loonen en salarissen wor-
dèn de voor een bepaald werk vastgestelde
tijd- of stukloonen, alsmede salarissen, met in
begrip van regelmatig terugkeerende bijslagen
en andere vergoedingen verstaan.
Uitwisseling van denkbeelden en me
thodes op het gebied van het onderwijs
tusschen Nederland en Duitsehi and. ver
betering ook van het onderwijs in de
Duitsche taal en cultuur zal voor ons
volk zoowel geestelijk als materieel heil
zame gevolgen hebben. Maar vooral zal
het onderwijs in Nederlandsche taal en
cultuur een aanzienlijke uitbreiding er>
vernieuwing moeten ondergaan, wil het
bijdragen tot de vorming van een ver
nieuwd en doelbewust Nederlandsch volk
dat bereid is, zijn vollt energie in de
wereld in te zetten.
Ik denk aan een vorm van onderwijs,
waarbij taaJ en letterkunde, cultuur- en
kunstgeschiedenis, aardrijkskunde en volks
kunde zullen worden vereenigd tot een taeem-
kuude. als ik dit betrekkelijk nieuwe woord
mag gebruiken, die de kennis omtrent de
schatten dei Nederlandsche cultuur zal kun
nen verspreiden.
Dat naast deze uitbreiding het thans reeds
overbelaste onderwijs en zekere versobering
zal moeten ondergaan, spreekt, dunkt mij.
Artikel 5. (1) Indien ter bescherming
van de arbeiders de regeling van de
loonen en salarissen, alsmede van andere
arbeidsvoorwaarden, bij collectieve ar
beidsovereenkomst noodzakelijk lijkt,
doch een collectieve arbeidsovereenkomst
niet tot stand komt, kan de secretaris
generaal van het departement van sociale
zaken of een door hem aangewezen, onder
hem ressorteerende instantie loonen en
i salarissen of andere arbeidsvoorwaarden
bindend vaststellen. Hetzelfde geldt, voor
zoover een collectieve arbeidsovereen
komst loonen of salarissen of andere
arbeidsvoorwaarden niet regelt of de
wijziging van in bestaande collectieve vrtooj^en^eb*
arbeidsovereenkomsten voorkomende be
palingen noodzakelijk lijkt
(2) Het bepaalde in het vorige lid
vindt overeenkomstige toepassing ten
aanzien van arbeidsovereenkomsten,
welke niet bij collectieve arbeidsovereen
komst geregeld zijn of waarvoor een
règeling bij collectieve arbeidsovereen
komst niet getroffen kan worden.
Artikel 6. De secretaris-generaal var, bei
departement van sociale zaken wordt gemach
tigd aan de door hem ingevolge artikel 5 aan
gewezen. onder hem ressorteerende instantie
1 de navolgende hem krachtens de Wet op net
algemeen bindend en het onverbindend ver-
i klaren van bepalingen van collectieve irceids-
I overeenkomsten van 25 Mei 1937 (S'catsblad
I no. 801> toekomende bevoegdheden over te
dragen:
1) op verzoek van een ot meer dei aaarbtj
betrokken partijen collectieve arbeidsovereen-
toepassing op de arbeidsverhoudingen in
overheidsdienst noch op de huiselijke diensten.
Artikel 10. (1) Deze verordening is gisteren
inwerking getreden.
Een toelichting
Op de in het Verordeningenblad opgeno
men verordening van den rijkscommissaris
betreffende regelingen van loonen, salarissen
en andere arbeidsvoorwaarden beeft de lei
der van de af deeling sociale zaken vah het
rijkscommissariaat den volgenden commentaar
gegeven-
De totstandkoming van loonen, salarissen
en andere arbeidsvoorwaarden voor groepen
van ondernemingen was tot nu toe uitsluitend
voorbehouden aan de regeling door collec
tieve arbeidsovereenkomsten. Volgens de
op de collectieve arbeidsovereenkomst van
1927 konden collectieve arbeidsovereenkom
sten slechts door de in de wet speciaal ge
noemde partijen, in den regel de werkgevers-
en werknemersorganisaties, worden gesloten.
De staat zelf was slechts Devoega, wanneer
het algemeen belang het eischte, gesloten col
lectieve arbeidsovereenkomsten oi afzonder
lijke bepalingen algemeen verbindend, d.w.z.
ook voor de ciet-aangesloten ondernemingen
verbindend, te verklaren, de onverbindend
heid van collectieve overeenkomsten of van
afzonderlijke bepalingen uit te spreken of
verbindendverklaringen in te trekken. De
staat had echter niet de mogelijkheid zelf
gelend In te grijpen in de totstandkoming
de loonen en arbeidsvoorwaarden.
De nieuwe verordening houdt in het alge
meen aan het principe vast. dat slechts de
partijen bij de C.A.O., meestal dus de werk
gevers- en werknemersorganisaties, bevoegd
zijn een C-A.O. te sluiten. Zooals echter het
bedrijfsleven en de oeconomie van een volk
door den staat moet worden geleid, willen zij
aan de belangen van de gemeenschap geheel
dienstbaar worden gemaakt, kan ook de tot
standkoming van de loonen leiding
staatswege niet ontberen. De verordening
heeft dan ook de algeheele vrijheid van de
loonvorming door collectieve overeenkomsten
in zekere mate moeten beperken. Zij maakt
collectieve arbeidsovereenkomsten afhanke
lijk van goedkeuring van hoogerhand, voor
zoover zij loon- en salarisverhoogingen be
treffen. Bovendien verbiedt zij, bepalingen op
te nemen, welke loon- en salarisverhoogingen
automatisch van voorwaarden afhankelijk
maken, welke de arbeidsverhouding niet on
middellijk raken, bijv. van de ontwikkeling
van de prijzen.
Dezelfde bepalingen als voor collectieve
arbeidsovereenkomsten gelden natuurlijk ook
voor arbeidsovereenkomsten, welke op andere
wijze tot stand zijn gekomen. Verder maakt
de verordening alle andere loons- en salaris
verhoogingen afhankelijk van een vergunning,
welke niet reeds als collectieve regelingen
aan vergunning zijn onderworpen De veror
dening vervangt hierdoor het tot nu toe gel
dende verbod van loonsverhoogingen van den
Duitschen Heeresgruppe-Befehlshaber van 17
Mei 1940. Zij verruimt echter dit verbod met
inachtneming van de door de prijsstijging ver
anderde oeconomische en sociale toestanden
in zooverre, dat zij loonsverhoogingen toelaat,
wanneer zij goedgekeurd worden dooi den
staat, vertegenwoordigd- door de rijksbemid
delaars. Mede door de reeds eerder uitgevaar
digde verordening over het verbod van loons-
en salarisverlagingen heeft de staat het thans
in de hand. de ontwikkeling van de loonen
naar beneden en naar boven zóóOte leiden, als
geëischt wordt door het algemeen belang, mei
inachtneming van de belangen van de werk-
r.emers.Evenals de staat ongegronde loons
verlagingen moet verhinderen, moet hij ech
ter ook erop letten, dat ongecontroleerde
loonsverhoogingen. welke set algemeen be-
fang schaden, achterwege blijven. Dit sluit
i betroKKen parujen luuci-w:
komsten of afzonderlijke bepalingen daarvan
j algemeen verbindend te verklaren:
2) collectieve arbeidsovereenkom?
j zonderlijke bepalingen daarvan om
te verklaren;
i of af-
7.50
3.-.
echter niet uit, dat bijv te laag geblev
nen, ongerechtvaardigde verschillen tusschen
het loonpeil in de verschillende plaatsen öf
tusschen de verschillende leeftijd-groepen en
bindend j dergelijke worden opgeheven. Sieeds achter
moet er acht op geslagen worden dat onge-
3) de algemeen verbindendverklaring van I wenschte terugslag op het oeconomisch even
een collectieve arbeidsovereenkomst ot van j wicht en storingen in de prijsverhoudingen
afzonderlijke bepalingen daarvan in t-
Artikel 7. Een verhooging van loonen of
salarissen behoeft goedkeuring, voor zoover
de verhooging niet uit een ingevolge artikel d
reeds goedgekeurde collectieve arbeidsover
eenkomst of uit beslissingen krachtens de
artikelen 5 en 6 voortvloeit.
Artikel 8. De voor de uitvoering van aeze
verordening noodige voprschriften worden
door den secretaris-generaal van. het depar
tement van sociale zaken uitgevaardigd. Zij
mogen, voor zoover zij op het bepaalde ln
artikel 7 betrekking hebben, strafbedreigingen
bevatten-
Artikel 9. Deze verordening i< niet van
-orden vermeden Natuurlijk mag daarbij
ook niet worden vergeten, dat, evenals de
Nederlandsche oeconomie met die van geheel
Europa nauw vervlochten is en vervlochten
zal blijven, ook de -loonen en salarissen ;n dit
algemeen kader moeten passen.
Terwij] de verordening aan den eenen Kant
het principe aanhoudt, dat de C.A.O. wordt
gesloten door werkgevers en werknemer»
organisaties, legt zij aan den anderen kant de
grondslagen voor de juridische mogelijkheid
de loonen en salarissen en andere arbeidsvoor
waarden ook dan voor heele bedrijfsgroepe.-
te regelen, wanneer dit ter bescherming van
de bedrijfsgenooteD noodig blijkt, doch een
OA.O, niet tot stand komt af. bij gebrek nan
wettelijken grondslag niet kan worden geslo
ten. De staat kan in dergelijke gevallen op
eigen initiatief en eigen gezag bindende rege
lingen treffen en wel voor heele bedrijven,
voor afzonderlijke ondernemingen en voor
afzonderlijke arbeidsverhoudingen. UitdruK-
kelijk is echter .de bepaling opgenomen, dat
de regeling van staatswege geëischt moet zyn
door het belang van de bescherming van de
werkenden. De staat grijpt - dus in, wanneer
gerechtvaardigde belangen van de werkne
mers zijn bescherming noodig hebben.
De rijksbemiddelaars
Tot het t^rïeenen van de in de verordening
voorgeschreven vergunning zijn op grond van
een uitvoeringsbesluit van den secretaris
generaal van het departement van sociale za
ken de rijksbemiddelaars bevoegd Deze auto
riteiten zijn tevens belast met de regeling van
loons- en arbeidsvoorwaarden buiten het ka
der van de C.A.O. De aangeslotenen bij een
CA.O. alsmede iedere werkgever en werkne
mer kunnen zoodoende zicb in de toekomst
voor alle kwesties van loon. salaris en andere
arbeidsvoorwaarden tot deze instanties wen
den. Speciale richtlijnen van den secretaris
generaal voor de rijksbemiddelaars vèrzekeren
de uniforme toepassing van de verordening
Nadere mëdedeelingen hieromtrent zullen
later nog worden gepubliceerd.
Bij de verregaande inschakeling van de rijk;
bemiddelaars bij de totstandkoming van d«
loon- en andere arbeidsvoorwaarden was hei
-onsequont. aan dezen ook de tot du toe aar
ien secretaris-generaal voorbehouden bevoegd
neden tot verbindend- en onverbindendve;
klaring van collectieve arbeidsovereenkomsten
over te dragen. De rijksbemiddelaars worder
daardoor tot dragers van een hoogst verant-
I woordelijke voor het openbare leven hoogst
belangrijke taak. Kortweg gezegd drukt op
hen de zorg voor de verzekering van den
arbeidsvrede.
De verordening is tezamen met de verorde
ning omtrent het verbod van verlaging van
loonen en salarissen geëigend, de noodige rust
en orde in het arbeidsleven te brengen. De
oeconomische ontwikkeling en de veranderin
gen in het prijsniveau hebben ook op het ge
bied van de loonen in den laatsten tijd een
zekere beweging teweeggebracht. De verorde
ningen scheppen de vereischte juridische basis
voor de maatregelen,welke genomen moeten
worden om, met inachtneming van de sociale
belangen van de werknemers het evenwicht
tusschen loonen en prijzen te doen ontstaan
en daarmede storingen in het oeconomische
en openbare leven te voorkomen, welke ten
slotte ook voor de werknemers slechts schade
lijke gevolgen zouden kunnen hebben.
Radioprogramma
DINSDAG. 3 DECEMBER
HILVERSUM II. 301.5 m. AVRO.
richten ANP. gramofoonmuzick. 8.3» Or
Gramofoonmuzlek. 10.00 Morgenwijding. 10_.
HILVERSUM I. 415 m. Nederlandsch Programm.
KRO 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.15 Wij begin
nen don dag. 8.45 Gramoloorrmuziek. 11.30 Gods
dienstig halfuui 'M
1.45 Gramofoonmürfelc.
2 00 Voor dc wouw. 3.00 Cello en piano. 3J5 Zan£ j
met planobegeleiding. 3.25 Gramofoonmuziek. 3.35
Vervolg van 3.00 3.50 Vervolg van 3.15. 4.00 KRO-
symphonic-orkest. 5.00 Cyclus; ..De betrekkingen
Nederlandsche
muziekgeschiedenis". _5.15 Nieuws-,
mlscbe- en b< -
muziek. 5.45
i JS
DE KERN :cl
van alle goede reclame
COURANTENRECLAME