dootJQA ufo* uaop «uot»UH"«P "-o Z LH, K»„U,2U| .!P 1 ««H 'I**18 ■^"d -tiN jv^nixu v .m Madame Curie, haar leven en werk, ver leid door haar dochter Eve Curie. Geautoriseerde bewerking uit het Fransch van Willy Oorsari. 15e druk. H. P. Leo pold's Uitgeversmij. Den* Haag. EEN biographic van een zeldzaam-begaafde vrouw; een vrouw met een ongelooflijk- sterke wilskracht, die haar bartewenschen weet te bereiken onder de meest moeilijke levens omstandigheden. Ze is een Poolsche, heet van haar zelf Mania Sklodowski, dochter van een leeraar in de natuur kunde te Warschau. Later, in Parijs studente ge worden, noemt ze zich Maria en dankt haar Fransche achternaam aan den man, met wien zij wetenschappelijk, zoowel als in het huwelijk, een twee-eenheid vormt: Pierre Curie. Mania (Maria) is van heel goede kom-af: haar ouders behooren van huis-uit tot de Poolsche land-adeL Haar begaafdheid blijkt al heel vroeg. Op een morgen moest haar oudere zusje Bronia haar ouders voorlezen en hakkelde over een heel een voudig zinnetje; Mania, vier jaar oud, neemt ongeduldig het geopende boek uit Bronia's han den en leest bijna achter elkaar den eersten zin van het blad op. Ze had spelenderwijs lezen ge leerd met Bronia mee, maar nu ze bemerkt hoe onthutst vader en moeder van haar knapheid kennis nemen, begint ze te huilen „Ik zal het niet meer doen Ik heb het niet uit moedwil ge daan.... het is niet mijn schuld, het is Bronia's schuld. Het komt, omdat het zoo makkelijk is Gemakkelijk is haar jonge-meisjesl»ven niet; wel is de sfeer in het gezin voortreffelijk door onderling liefdesbetoon. Maar het is een wreed lot in het jaar 1872 (Mania werd in 1887 gebo ren) Pool te zijn, <LL Russisch onderdaan; en dat geldt vooral de „intelligentzia" (iniellectueelen) onder wie het verzet groeit dat zoo nu en dan tot de opstandige daad voert. De kinderen op school lijden onder een dubbel-leven er wordt clan destien in het Poolsch verteld uit de vaderland- sche historie; maar o wee, als de inspecteur op zoo'n moment de school bezoektdan wordt er gehuicheld. Door financieele tegenslagen kan Mania's vader de studie van zyn dochters niet meer bekostigen. Er is een zoon en drie dochters. Hela gaat op in zang, dans en muziek; van haar lees je niet veel. Wel van Bronia die als haar broer medicijnen wil. studeeren; Mania is krachtens aanleg en genie bestemd voor wis- en natuurkunde. Maar War schau'» universiteit laat de vrouw als studente niet toe. Wat een nobel, vast en onbaatzuchtig karakter blijkt oit Mania's gedragslijn in haar jonge-vrouwenlevenzij stelt Bronia' voor, dat die aan de Sorbonnc van Parijs zal gaan studeeren voor een jaar; dan zal zjj Mania, ergens gouver nante zien te worden en van haar verdienste zal ze Bronia's studie bekostigen. Bronia is later in Parijs getrouwd met een medicus, een Pool, die niet naar zijn land terug mag op straffe van ver banning. Eindelijk, na drie jaar in een eenzame Poolsche streek hard te hebben gewerkt, zelfs als onderwijzeres zich te hebben gegeven aan een boerenbevolking, daagt ook voor haar de realisee ring van het hartstochtelijk gekoesterd ideaal aan de Sorbonne te studeeren in haar lievelings vakken. Bronia noodigt haar uit naar Parya te komen en by haar in te wonen. Van dien tijd af dateert Mania's opgang naar wetenschappelijke originaliteit, naar ontdekkingen, die wereldroem beteekenden. Daar is 'n mooi portret van de beide zusters in dit boek, waaronder staatDe twee „positivistische" zusters. Mania en Bronia, in '1886. Dat woord „positivistisch" wijst aan, welke levens- en wereldbeschouwing deze "tneisjes zyn toege daan. Ze hebben in haar jeugd, toen haar moeder nog leefde, „communie" gedaan; maar blijkbaar heeft Mania, nadat ze haar moeder verloren had, haar troost gezocht bij filosofie en wetenschap ze bleef ideal trie, maar „in Mania is de mystieke (leesgodsdienstige) droom vervlogen. Na sterk onder invloed van een vrome moeder te hebben ■gestaan, leeft het meisje nu zes of zeven jaar onder den invloed van haar vader, een vrij lauw katholiek, heimelijk een vrijdenker. En van haar kindervroomheid is niets gebleven dan vage ver langens, dan de onbewuste behoefte iets verhevens en groots te aanbidden". Ze heeft m.i. haar religie vervangen door de we tenschap, de natuur- en scheikunde, in één woord door de exacte wetenschappen; die wer den haar het hoogste goed. Met veertig roebel per tnaand, haar spaargeld en wat haar vader haar •tuurt, moet ze et zien te komen, drie jaren aan een niets dan studeeren aan de hoogeschool te §>arys. Zy leeft uitsluitend voor de studie. ^Het loven dat ze zich gedroomd had, was 'n vol maakt leven in den zin waarin dat van monniken volmaakt is en dat van missionarissen". Ziet ge wel dat haar dochter ook dat leven „reli gieus" gericht ziet Het is niet te miskennen hier is een „geroepene", gegrepen door het ideaal. Eindelijk als ze vreest met haar spaargeld niet langer te kunnen rond komen, krygt ze een beurs van zeshonderd roe bel 's jaar», die ze later, als ze pas verdienen gaot, terugzendt, iets wat anderen nooit deden. Maar dat teekent haar karakter. Het teekent ook haar cordaatbeid dat zy als gouvernante bijna verloofd met den oudsten zoon der familie, een student, moet vernemen dat daar niets van ko men kon: „Men trouwt niet met een gouvernante", en dan toch in die betrekking blyft ter wille van haar studeerende zuster te Parijs, die haar geld zoo dringend noodig heeft Maar wat een stil leed droeg ze in die dagen.... Maar dan komt haar schitterende carrièrePieire Curie, een natuurkundige van naam, wordt haar medewerker, straks haar echtgenoot. Zij beiden werken vier jaren in een schuur, een armzalige, oude schuur, onder de meest moeilijke omstan digheden. „Soms bracht ik (schrijft ze) heele da gen door met een of andere kokende massa te roeren met een ijzeren staaf die even groot was als ik. 's Avonds was ik gebroken van moeheid." Die twee, die elkaar hebben gevonden in dezelf- hartstochtelyke liefde voor elkaar en de weten schap, doen een wereld-schokkende ontdekking ze zoeken naar een tot nog toe onbekende stof, scheikundig onbekend: radium. In 1902 deed zij de ontdekking: het radium straalt licht uit, wonderlijk sterk licht. In de donkere schuur (hun gebrekkig laboratorium) zien zij bet op een avond phosphoriseeren, d.w.z. een blauwachtige gloed uitstralen In het duister. Deze ontdekking, voor de wetenschap van zoo groote betcokenis, blykt ook voor de lydende menschheid een zegen te zyn; radium-bestraling geneest kankergezwellen en andere kwaadaardige ziekten der huid als lupus, lepra Boeiender dan menig roman is deze levensbeschrij ving. En tragisch tevens, want nadat in 1903 aan deze beide stoere werkers de Nobelprijs werd toe gekend; toppunt van wereld-roem, komt in 1906, drie jaren later, Pierre Curie op een trieste regen dag plotseling om het leven hy geraakt op straat onder een zware vrachtwagen. Zij, de we duwe, blijft achter met twee dochtertjes, Irene én Eve.... Maar, hoe zwaar getroffen door dien slag, haar wilskracht gaat weer* uit naar wat zij als roeping voelt: de voortzetting van het weten schappelijk werk. In ,1911 wordt haar voor de tweede maal de Nobelprijs toegekend; iets wat te voren nog nooit was gebeurd, dat tweemaal aan dezelfde persoon die eere werd waardig gekeurd. Wereldroem hoe begcerlyk lykt dat; maar Pierre Curie en zijn vrouw walgen van het geraas en gedaas rondom hun persoon en werk. Het' leidde hen maar af van hun studie, hun weten schap. Zij zette het werk van haar man energiek voort; en blyft steeds op zoek naar nieuwe uit komsten. In de oorlogsjaren 1914'18 doet de regeering een beroep op haar medewerking als radiologische geleerde, d.w.z. met behulp van X-stral«u en radium wordt de granaatscherf of de kogel in 't vlcesch van den gewonden soldaat ontdekt en kan operatief verwijderd worden. Dan organiseert ze overal zoo'n radiologische dienst achter het front van het leger een Roode-kruis- heldin. Zy heeft zich toen bewonderenswaardig gegeven voor het Fransche volk, zy, de Poolsche, die ook door haar verre vaderland geroepen wordt. In vorhand met haar levenswerk. Sprookjesachtig is het verhaal van haar reis naar Amerika, waar zij, die zelf geen radium in eigen dom bezat, één gram ontvangt als geschenk van rijke Amerikaansche vrouwen; het kostte 100 000 dollars. Een Vruchtbaar, een ryk leven, dat tenslotte on ware RUiiiuten; de radium-uitstralingen hebben haar gezondheid langzamerhand doodelyk onderlijnd; slachtoffer werd ze van de ontdekking die haar een wereld naam bezorgde. Ontstellend tragisch is het te lezen, hoe haar dochter Eve met de dokters haar troosten met ijdele hoop op beterschap, bewust liegende.Arm leven, dat zonder geloof in den God van hèt leven, ondergaat.... We zeiden het; voor Madame Curie was de wetenschap haar reli gie. „Haar dochters danken haar een goede ge zondheid, lichamelijke- behendigheid, liefde voor sport" Dat klinkt ons zoo arm, zoo leegMa dame Curie, hoe ..roerende zorgen" zy zich gaf voor haar dochters, is ten aanzien van het ééne noodige, in gebreke gebleven. Eve zegt zelfs, geen gelukkige jeugd te hebben gehad. Het is voor kin- der niet altoos een zegen, beroemde ouders te mo gen hebbenOok Irene, de oudste, behaalde later de no be lp rijs. Maar wat baat het een mcnsch, of hy de gansche wereld gewon, en leed schade aan zyn ziel? a_ W. Herinneringen aan Luthers 95 stellingen de Christelijke School wel een* gehoord. En op eiken Her\ormingsdag worden we er wear aan herinnerd. Hier volgen acht van do meeat frappante «tel lingen van den gooien Hervormer; No. 1. Onze Heer en Meester Jezus Christu* dié reide „Doet boete" (bekeert n.) wilde, dat h» i gef heele leven van de geloovigen boete zoude zijn. No. 37. lader waar Christen, hetzij in leven, het zij dood, heeft aan alle goederen van Chrisma en «ie Kerk deel. Zij, zijn Item van God geg-j\en, ook zonder aflaatbrieven. No. 40. Het ware berouw zoekt en bemint de •Haffen. Maar de vel aflaten verslappen ze en maken er, althans bij gelegenheid, afkserig van. Na 62. De ware schat der Kerk is het allerhei-, ligat Evangelie der heerlijkheid en «Ier genade Gods. No. 63. Deze achat ©h echter terecht ten zeerste, gehaat, want hij maakt van de eersten de laat- eten. No. 92. W>g dus met al die profeten, die l-ol Christus' volk zeggen „Vrede, vrede" en - het is geen vrede. No. 83. Wel ga het al die profeten, dio tot Chris tus' volk zeggen „Het Kruis, hét Kr»**'. het is géén kruis. r No. 95. De Christenen moeten méér vërlroiiwvn, door vele verdrukkingen don heme] binnen té, gaan dun door vreedzame gerustheid. GEDULD God heeft een huis gebouwd en dak en zoldering bespannen strak met kommer, druk en droefenis, weedom er de bevloering is en alle wanden zijn bekleed met zorgen en met harteleed en in betreuren ingehuld; Hij heeft de goeden er in wegge loken en toegesproken de sleutel van uu> deur is het geduld I J. H. LEOPOLD. De Zondagsschool te Rijsoord herdacht onder groote belangstelling haar 50-jarig bestaan. Ter gelegenheid van dit jubileum werd van personeel en leerlingen bovenstaande foto ge nomen. In 't midden de tegenwoordige voorzitter, Ds G. van DoornNed. Herv. predikant t€ Rijsoord. (Foto Hameter, Dordrecht postzegel, maar kon dat met zyn drie- vier-, jarig verstand niet onderscheiden. Toen de post voorbijkwam en hy in de deur stond, riep hy zeer amicaal: Besjoer, postzegel! De vacantie naderde en Papa had meer dan eens tegen hem gezegdNog zooveel dagen en dan gaan we foetsi. Toen de dag gekomen was en wij bij veel wind en stroomenden regen den afstand moesten afleggen tusschen boot en spoorweg station, vroeg hy Is dèt nu foetsi? Een lezeres uit Hillegersberg vertelt ons van de dochtertjes van haar broer, die naast haar woont. De oudste is 7 jaar, de jongste 1 jaar. Deze heet Bjaani. „Het meisje van 7 jaar kwam eens kijken, of er ook nog een kaakje voor haar was. Hariep ik, daar is Oma's groote kleindochter. Kleindoch ter, zei ze, ik ben een groote dochter, Sjaani is een kleindochter. Ja, legde ik uit, jij bent Mama's groote dochter en Oma's kleindochter. Maar toen ging ze huilend naar haar Moeder en zei Mama, tante Nel zegt, dat ik Oma's kleindochter-ben I Ook Eindhoven vergeet on» niot „Twee nichtjes van mij", zoo schrijft een lezeres, „een van drie en de andere van twee jaar, wa ren samen in de kamer aan het spelen. Opeens *iet de oudste den regenboog aan den hemel staan. Ze pakt haar zusje beet en zegt Kijk eens, Beppie, het is feest op zolder, want ze vlaggen Een gczelligen brief kregen we nog uit Gorcum, waarin verteld wordt, dat men daar steeds met groote belangstelling en veel plezier onze rubriek „Wat kinderen zeggen" leest. Het volgende is aan dezen brief ontleend „Wij hebben drie kinderen. De oudste, Gerard, is een heel lieve jongen van vijf jaar, dan volgt «r een meisje van vier jaar en een kleintje van seven maanden. De twee oudsten gaan naar de kleuterschool en ©ok naar de Zondagsschool Op zekeren Zondag moeten zy den tekst opzeggen Door het geloof «jjn de muren van Jericho gevallen. Als Gerard dezen tekst goed onder den knie heeft en er schijnbaar op zijn manier kinderlijk over nadenkt, zegt hij plotseling: Daar is dan zeker ook,een bom op gevallen, Mammie! Een volgende keer is hij met zijn vriendje Bettie aan het spelen in den tuin. Op een oogenblik roept de Moeder van Bertie Zyn jullie lief aan het spelen En het antwoord van Bertie luidt Ja, Mamma, we zijn aan het bombardeèren. Ze waren namelijk bezig, steenen van den wal af te gooien Een dertje geval's Avonds vindt Gerard het heerlijk, als zijn Moeder even bij hem komt lig gen. Dan kan hij zoo fijn van alles gaan liggen vragen. Op een keer vraagt hij Mammie, weet U, waar U van gemaakt is Ik houd me dom en •eg Nee, Gerard, dat weet ik niet. Dan zegt hij U is van stof gemaakt en ik ben ook van stof gemaakt. En als de Heere God dan in je neus gaten bladfct, dan heb je een echten man I De Juffrouw op de kleuterschool had namelijk het Bchcppingsverhaal behandeld Mijn roos Ik ken, ik heb een frissche Roos, Maar zonder steel of blaren; Zij bloeit voor mij geen korte poos, Maar nu reeds vijftien jaren. Reeds vijftien jaren bloeit z]j my, Bij dagen en bij nachten, En stoort zich aan geen jaargetij, Aan sneeuw noch hageljachten. Geen sneeuw of hagel, die haar stoort; En, hoe de zon mag steken, Zij bloost en bloeit onkwetsbaar voort, En weet van geen verbleeken. Indien zy van verbleeken wist, Zoo haar mijn oogen zagen Betrokken met een valen mist, Hoe zoude ik dat verdragen? V«*rdragen zoude ik eerder dat, Waar ik mijn oogen wendde, Mijn voetpad niets dan dorens had, Dan dorens van ellende. Geen dorens hebt ge, o Roos, zoo zacht Als zacht fluweel en zijde I Hoe zedig gloeit, hoe vriend'lijk lacht Uw blosje t' allen tydc. O gloei en bloei myn leven lang I Laat niets uw glans verminderen.... Ik meen de Roos op moeders wang; Gij raadt het lieve kinderen. NICOLAAS BEETS, ue ruilbeurs Correspondentie Mej. A. N. te Zevenhuizen Alle aanvTagc-n wor den op de beurt behandeld, voor u zal het wel niet lang meer duren. E. A. v. B. te Hillegeröberg 75 Paula gen., tevens ontvangt u dan de Hagzegels. Denkt u voort aan om porto's. M. de L. te Leerdam: 49 plaatjes M. W. Zee. cis gen. Mevr. de B. te Den Haag 620 D E gen. Hartelijk dank voor de soldaatjes, het album is verzon den. Mevr. J. A. V. te Pernis 370 soldaatjes gen., 't zal wel 'n tijdje duren voor u aan de beurt bent. Joh. v. d. B. te Waddinxveen 68 Hille gen; De Bonte Wereld-bons nemen we niet aan, alleen Niemeijers cadeau-bons. Mej. L. L. G. te Dordrecht 120 Verkade gezon den, 85 Klaverblad genoteerd. A. v. W. te 's-Gravenzande. Droste-bons zijn voor radig. Het album Indië is verkrijgbaar, doch slechts drie-kwart gevuld. B. v .d. H. te Delft210 Haka gen., 90 Hag gezon den. Wie onzer abonnee s kan helpen aan D E, Paula. Kwattasoldaatjes, Hille, H en van Brero of Quacker Oats.2 iedere hoeveelheid is zeer wel kom. Wie een ruilformulier wenscht te ontvangen, zende ons even zijn naam en adres. „De Ruilbeurs", H. L Ambacht, - Z.H. Chineesche kool door Martine Wittop Koning Er is kool én kool I Er behoeft dus gcon eentonigheid te zijn. Zoo bekend als de Hollandsche koolsoorten, is de Chineesche, kool bij ons nog niet. Van hdar kant beeft ze zicb aan klimaat en bodem uitstekend aangepast, maar van onzen kant be schouwen we ze nog te veel als een vreemde, van wie vve het burgerrecht niet ten volle erkennen. Is het, omdat ze kool héét, maar er niet den smaak van heeft Dan moet ze juist goed te pus komen bij de huisvrouw, die klaagt over 't een tonige van „altijd maar kool" Inderdaad, een doordringenden koolamaak heeft de Chinocsrhe kool niet; eerder lijkt ze op witlof, maar dan weer met eenige tempering van smaak, want liet «enigszins bittere van lof en andijvie mist ze. In elk geval mogen we er, nu verschillende zornergroohtën ons reeds hebber verlaten, een welkome aanvu.ling in zien voor onzen rnid- dagdisch zoowel in gekooklen vorin al* rauw toebereid op de wijze van sla. Daar deze groente Ba November weer voor een jaar afscheid van on«j neemt ia het van belang, dat we ons nu openstellen voor een nadere kennieniakingze zal ons in haar diverse vormen van toebereiding zeker niet tegenvallen. Op de eenvoudigste wijze maken we ze klaar door ze te waeschen. fijn te snipperen, zonder water in de pan te doen, op een flink vuur vlug aan de kook te brengen en dan op een zachter vuur gaar te laten worden en tegelijkertijd droog (ongeveer een half uur). Dan poeieren we er wat bloem ovor (door een zeef b.v.), roeren die er doop en gieten steeds roerende er zooveel melk bij, dat een gebonden aausje de groentedeeltjes juist aan elkaar houdt. We laten de groente een oogenblikje doorkoken, nemen dan de pan van het vuur en roeren er een klontje boter dooK en zooveel zout ala voor den smaak noodig is. Op de schaal rampen we er een ietsje nootmuskaat over. Om don smaak van de Chineesche kool wat op te halen, kunnen we dit eenvoudige melksaus je pittiger maken door toevoeging van wat dikke tomatenpurée of van wat geraspte kaas. Een smakelijke ala. die b.v. heel goed past hij gesloofde zoetwatervi6ch, kunnen we van Chi neesche koo: bereiden zonder dat we daarbij aan slaolie behoeven te donken. We gebruiken nl. voor de saus waj kwark (1 eetlepel per persoon) en verdunnen die met óf wat lomatenpuréc óf eenvoudig een klpin scheutje azijn. Verder' mengen we er een ietsje mosterd en misschien wat peper door met een snuifje zout Ala we de fijngesnipperde, zorgvuldig gewas- se hen en daarna in een ioek goed droog uitge slagen kool daarmee vermengen, dan zal de nieuwe «la-uitvinding ongetwijfeld Jn ieders sinaak vallen. Wie niet in de gelegenheid mocht zijn om kwark te gebruiken (dit zqi vel product schijnt n.l. nog niet overnj verkrijubaar te zijn), die kan er even goed hangop voor nemen, een reefje b.v dof mot opzet den vorieon dag bewaard is. Ze!fs karne melk is bruikbaarom het sausje met deze dun nen vloeieiof toch de noodige gebondenheid te geven, maken we eerst een kouden aardappel fijn en roeren dAArdoor de karnemelk en de verdere benoodigdheden. Wat ftinvesnedon se'deril of peterselie geeft aan de Chineesche koolsla een bUzondsr aroma. "Wij meisies MEISJES",, zoo vraagt het Friesch Dagblac^ „hebben jullie er wel eens bij stil geslaan, dat het woord meisjes zoo mooi klinkt Er ligt iets fijns in, iets teers misschien. Wat gaf liet je als kind een heerlijk vertrouwelijk gevoel als vader of moeder zei „Je bent myn meisje hoor!" Hoe trots hoor je soms een jongen zeggen „Dat is mijn meisje", niet myn Truus of Ger, maar meisje. Hoe lang houdt men die naam 'k Geloof dat j© het eerst meisje af bent, wanneer je getrouwd bent. Wel niet zoozeer in den huiselijke» kring, maar anders hoor je meer zeggen die vrouw van die.... of de dochter van die.... die getrouwd is met In den Bijbel lezen we van maagden en dochtertje of dochter, en anders vrouw. Weet je wat ik een rare uitdrukking vind „meid" of „meiden", dat klinkt mij altijd als iet© verachtelijk* in de ooren. Wanneer je kwaad bent dan is het gauw „akelig© meid, nare meid", enz. en dan nog dat vm-silijke „straat-meid". O meisjes, waak daarvoor, dat je dien nannv nie# krijgt of na hoort roepen. Je hoort nooit zeggen straatmeisjes, maar straat meiden. Meisjes klinkt beschaafd. Houdt dien naam hoog, overal waar je komt; toon dat je een echt christen-meisje bent. Stel je niet aan als je bezoek krijgt, of ergens bent; probeer niet steeds de aandacht te trekken, want ze zeggen dan op 't laatstdie meid was icisje opgroeit tot er ook - Bedenkt dat moeder. Een nette jongen b.v. heeft respect voor een net meisje; stelt vaak als> vriend vertmmven in haar; beschaam dat niet I Laat, wanneer je ouder wordt, je nooit met schaamte terug behoeven te denken aan je meis jesjaren. Ook deze* tijd heeft meisjes noodig, die strak* zullen zijn. Uit den zuivelhoek Een rest aardappelen van den vorigen dag kan een welkome aanvulling zyn van den broodmaal tijd. In dezen tijd komt opbakken van zoo'n rest echter niet in aanmerking. Het komt beter te pas om er puree van te maken, die we niet behulp van melk de vereischte smeuigheid geven. Door toevoeging van wat geraspte vette kaas (hetzij gekruide, hetzij zoetemelksche), wordt de puree bijzonder smakelijk en kan, zoo noodig, zonder verdere toevoeging van boter of vet worden op gediend. Een dergelijk hapje smaakt uitstekend op een bruine boterham en dan sparen we er brood en belegsel mee uit Gekruide aardappelpuree (hapje hij de boterham). Een rest gekookte aardappelen, wat melk, gekrul de, vette kaas (ongeveer 1 ons op acht aardappe len), zoo noodig wat zout en peper, desgewenscht een stukje boter. Breng de melk aan .de kook. Doe er de aardap pelen in en laat deze warm worden. Druk ze fijn ^en voeg zoo noodig nog wat melk toe. Vermeng de puree met de geraspte kaas en desgewenscht een stukje boter; maak ze op smaak af met wat zout en peper. •Huishouding van nu" HET Octobernummer van het maandblad „Huishouding van Nu", uitgave van H. van der Marck's Uitg. Mij., Roermond, is weer actueel. Na eenige kernachtige gedachten voor hart en geest, worden een aantal smakelijke, voedzame en tevens goedkoope recepten gegeven, die het vleesch bij den maaltijd kunnen vervangen, alsook een aanlokkelijk recept voor de bereiding van schapen vleesch. Aan alleenwonende personen wordt geleerd, hoe ook zij met hun rantsoenen moeten toekomen. Eenige handige tips worden gegeven, om de hoe veelheid boter aanmerkelijk te vergrooten. Het uitvoerige knippatroon om van twee oude jurken één nieuwe te maken, is voor elke huisvrouw zéér welkom in dezen tijd. Ook vindt inen hierin de beantwoording op de vragen gericht tot den Economischcn Voorlich tingsdienst betreffende: garen en puntenkaar^ babies en de textieldistributie, naaisters en de textielindustrie, enz. De beschrijving van een zelf te maken voetenzak zal door vele huisvrouwen uitgewerkt worden om dezen wifiter ervan te kunnen genieten. VOOR DE VUIST „Wat voor de vuist wordt toegediend, „Komt warm op taf#, zei een vriend. Komt warm op tafel, dat is waar. Maar Is niat altijd even gaar. NIC. BEETS. I 335

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 10