dootJQA ufo* uaop «uot»UH"«P "-o
Z LH, K»„U,2U| .!P 1 ««H 'I**18 ■^"d
-tiN
jv^nixu v
.m
Madame Curie, haar leven en werk, ver
leid door haar dochter Eve Curie.
Geautoriseerde bewerking uit het Fransch
van Willy Oorsari. 15e druk. H. P. Leo
pold's Uitgeversmij. Den* Haag.
EEN biographic van een zeldzaam-begaafde
vrouw; een vrouw met een ongelooflijk-
sterke wilskracht, die haar bartewenschen weet
te bereiken onder de meest moeilijke levens
omstandigheden.
Ze is een Poolsche, heet van haar zelf Mania
Sklodowski, dochter van een leeraar in de natuur
kunde te Warschau. Later, in Parijs studente ge
worden, noemt ze zich Maria en dankt haar
Fransche achternaam aan den man, met wien zij
wetenschappelijk, zoowel als in het huwelijk, een
twee-eenheid vormt: Pierre Curie. Mania
(Maria) is van heel goede kom-af: haar ouders
behooren van huis-uit tot de Poolsche land-adeL
Haar begaafdheid blijkt al heel vroeg. Op een
morgen moest haar oudere zusje Bronia haar
ouders voorlezen en hakkelde over een heel een
voudig zinnetje; Mania, vier jaar oud, neemt
ongeduldig het geopende boek uit Bronia's han
den en leest bijna achter elkaar den eersten zin
van het blad op. Ze had spelenderwijs lezen ge
leerd met Bronia mee, maar nu ze bemerkt hoe
onthutst vader en moeder van haar knapheid
kennis nemen, begint ze te huilen „Ik zal het
niet meer doen Ik heb het niet uit moedwil ge
daan.... het is niet mijn schuld, het is Bronia's
schuld. Het komt, omdat het zoo makkelijk is
Gemakkelijk is haar jonge-meisjesl»ven niet;
wel is de sfeer in het gezin voortreffelijk door
onderling liefdesbetoon. Maar het is een wreed
lot in het jaar 1872 (Mania werd in 1887 gebo
ren) Pool te zijn, <LL Russisch onderdaan; en dat
geldt vooral de „intelligentzia" (iniellectueelen)
onder wie het verzet groeit dat zoo nu en dan tot
de opstandige daad voert. De kinderen op school
lijden onder een dubbel-leven er wordt clan
destien in het Poolsch verteld uit de vaderland-
sche historie; maar o wee, als de inspecteur op
zoo'n moment de school bezoektdan wordt er
gehuicheld.
Door financieele tegenslagen kan Mania's vader
de studie van zyn dochters niet meer bekostigen.
Er is een zoon en drie dochters. Hela gaat op in
zang, dans en muziek; van haar lees je niet veel.
Wel van Bronia die als haar broer medicijnen wil.
studeeren; Mania is krachtens aanleg en genie
bestemd voor wis- en natuurkunde. Maar War
schau'» universiteit laat de vrouw als studente
niet toe. Wat een nobel, vast en onbaatzuchtig
karakter blijkt oit Mania's gedragslijn in haar
jonge-vrouwenlevenzij stelt Bronia' voor, dat die
aan de Sorbonnc van Parijs zal gaan studeeren
voor een jaar; dan zal zjj Mania, ergens gouver
nante zien te worden en van haar verdienste zal
ze Bronia's studie bekostigen. Bronia is later in
Parijs getrouwd met een medicus, een Pool, die
niet naar zijn land terug mag op straffe van ver
banning. Eindelijk, na drie jaar in een eenzame
Poolsche streek hard te hebben gewerkt, zelfs als
onderwijzeres zich te hebben gegeven aan een
boerenbevolking, daagt ook voor haar de realisee
ring van het hartstochtelijk gekoesterd ideaal
aan de Sorbonne te studeeren in haar lievelings
vakken. Bronia noodigt haar uit naar Parya te
komen en by haar in te wonen.
Van dien tijd af dateert Mania's opgang naar
wetenschappelijke originaliteit, naar ontdekkingen,
die wereldroem beteekenden.
Daar is 'n mooi portret van de beide zusters in dit
boek, waaronder staatDe twee „positivistische"
zusters. Mania en Bronia, in '1886.
Dat woord „positivistisch" wijst aan, welke levens-
en wereldbeschouwing deze "tneisjes zyn toege
daan. Ze hebben in haar jeugd, toen haar moeder
nog leefde, „communie" gedaan; maar blijkbaar
heeft Mania, nadat ze haar moeder verloren had,
haar troost gezocht bij filosofie en wetenschap ze
bleef ideal trie, maar „in Mania is de mystieke
(leesgodsdienstige) droom vervlogen. Na sterk
onder invloed van een vrome moeder te hebben
■gestaan, leeft het meisje nu zes of zeven jaar
onder den invloed van haar vader, een vrij lauw
katholiek, heimelijk een vrijdenker. En van haar
kindervroomheid is niets gebleven dan vage ver
langens, dan de onbewuste behoefte iets verhevens
en groots te aanbidden".
Ze heeft m.i. haar religie vervangen door de we
tenschap, de natuur- en scheikunde, in één
woord door de exacte wetenschappen; die wer
den haar het hoogste goed. Met veertig roebel per
tnaand, haar spaargeld en wat haar vader haar
•tuurt, moet ze et zien te komen, drie jaren aan
een niets dan studeeren aan de hoogeschool te
§>arys. Zy leeft uitsluitend voor de studie.
^Het loven dat ze zich gedroomd had, was 'n vol
maakt leven in den zin waarin dat van monniken
volmaakt is en dat van missionarissen".
Ziet ge wel dat haar dochter ook dat leven „reli
gieus" gericht ziet
Het is niet te miskennen hier is een „geroepene",
gegrepen door het ideaal. Eindelijk als ze vreest
met haar spaargeld niet langer te kunnen rond
komen, krygt ze een beurs van zeshonderd roe
bel 's jaar», die ze later, als ze pas verdienen
gaot, terugzendt, iets wat anderen nooit deden.
Maar dat teekent haar karakter. Het teekent ook
haar cordaatbeid dat zy als gouvernante bijna
verloofd met den oudsten zoon der familie, een
student, moet vernemen dat daar niets van ko
men kon: „Men trouwt niet met een gouvernante",
en dan toch in die betrekking blyft ter wille van
haar studeerende zuster te Parijs, die haar geld
zoo dringend noodig heeft Maar wat een stil
leed droeg ze in die dagen....
Maar dan komt haar schitterende carrièrePieire
Curie, een natuurkundige van naam, wordt haar
medewerker, straks haar echtgenoot. Zij beiden
werken vier jaren in een schuur, een armzalige,
oude schuur, onder de meest moeilijke omstan
digheden. „Soms bracht ik (schrijft ze) heele da
gen door met een of andere kokende massa te
roeren met een ijzeren staaf die even groot was
als ik. 's Avonds was ik gebroken van moeheid."
Die twee, die elkaar hebben gevonden in dezelf-
hartstochtelyke liefde voor elkaar en de weten
schap, doen een wereld-schokkende ontdekking
ze zoeken naar een tot nog toe onbekende stof,
scheikundig onbekend: radium. In 1902 deed
zij de ontdekking: het radium straalt licht uit,
wonderlijk sterk licht. In de donkere schuur (hun
gebrekkig laboratorium) zien zij bet op een
avond phosphoriseeren, d.w.z. een blauwachtige
gloed uitstralen In het duister. Deze ontdekking,
voor de wetenschap van zoo groote betcokenis,
blykt ook voor de lydende menschheid een zegen
te zyn; radium-bestraling geneest kankergezwellen
en andere kwaadaardige ziekten der huid als
lupus, lepra
Boeiender dan menig roman is deze levensbeschrij
ving. En tragisch tevens, want nadat in 1903 aan
deze beide stoere werkers de Nobelprijs werd toe
gekend; toppunt van wereld-roem, komt in 1906,
drie jaren later, Pierre Curie op een trieste regen
dag plotseling om het leven hy geraakt op
straat onder een zware vrachtwagen. Zij, de we
duwe, blijft achter met twee dochtertjes, Irene én
Eve.... Maar, hoe zwaar getroffen door dien
slag, haar wilskracht gaat weer* uit naar wat zij
als roeping voelt: de voortzetting van het weten
schappelijk werk. In ,1911 wordt haar voor de
tweede maal de Nobelprijs toegekend; iets wat te
voren nog nooit was gebeurd, dat tweemaal aan
dezelfde persoon die eere werd waardig gekeurd.
Wereldroem hoe begcerlyk lykt dat; maar
Pierre Curie en zijn vrouw walgen van het geraas
en gedaas rondom hun persoon en werk. Het'
leidde hen maar af van hun studie, hun weten
schap. Zij zette het werk van haar man energiek
voort; en blyft steeds op zoek naar nieuwe uit
komsten. In de oorlogsjaren 1914'18 doet de
regeering een beroep op haar medewerking als
radiologische geleerde, d.w.z. met behulp van
X-stral«u en radium wordt de granaatscherf of
de kogel in 't vlcesch van den gewonden soldaat
ontdekt en kan operatief verwijderd worden. Dan
organiseert ze overal zoo'n radiologische dienst
achter het front van het leger een Roode-kruis-
heldin. Zy heeft zich toen bewonderenswaardig
gegeven voor het Fransche volk, zy, de Poolsche,
die ook door haar verre vaderland geroepen wordt.
In vorhand met haar levenswerk.
Sprookjesachtig is het verhaal van haar reis naar
Amerika, waar zij, die zelf geen radium in eigen
dom bezat, één gram ontvangt als geschenk van
rijke Amerikaansche vrouwen; het kostte
100 000 dollars.
Een Vruchtbaar, een ryk leven, dat tenslotte on
ware RUiiiuten;
de radium-uitstralingen hebben haar gezondheid
langzamerhand doodelyk onderlijnd; slachtoffer
werd ze van de ontdekking die haar een wereld
naam bezorgde. Ontstellend tragisch is het te
lezen, hoe haar dochter Eve met de dokters haar
troosten met ijdele hoop op beterschap, bewust
liegende.Arm leven, dat zonder geloof in den
God van hèt leven, ondergaat.... We zeiden het;
voor Madame Curie was de wetenschap haar reli
gie. „Haar dochters danken haar een goede ge
zondheid, lichamelijke- behendigheid, liefde voor
sport" Dat klinkt ons zoo arm, zoo leegMa
dame Curie, hoe ..roerende zorgen" zy zich gaf
voor haar dochters, is ten aanzien van het ééne
noodige, in gebreke gebleven. Eve zegt zelfs, geen
gelukkige jeugd te hebben gehad. Het is voor kin-
der niet altoos een zegen, beroemde ouders te mo
gen hebbenOok Irene, de oudste, behaalde
later de no be lp rijs. Maar wat baat het een mcnsch,
of hy de gansche wereld gewon, en leed schade
aan zyn ziel? a_ W.
Herinneringen aan Luthers
95 stellingen
de Christelijke School wel een* gehoord. En
op eiken Her\ormingsdag worden we er wear aan
herinnerd.
Hier volgen acht van do meeat frappante «tel
lingen van den gooien Hervormer;
No. 1. Onze Heer en Meester Jezus Christu* dié
reide „Doet boete" (bekeert n.) wilde, dat h» i gef
heele leven van de geloovigen boete zoude zijn.
No. 37. lader waar Christen, hetzij in leven, het
zij dood, heeft aan alle goederen van Chrisma
en «ie Kerk deel. Zij, zijn Item van God geg-j\en,
ook zonder aflaatbrieven.
No. 40. Het ware berouw zoekt en bemint de
•Haffen. Maar de vel aflaten verslappen ze en
maken er, althans bij gelegenheid, afkserig van.
Na 62. De ware schat der Kerk is het allerhei-,
ligat Evangelie der heerlijkheid en «Ier genade
Gods.
No. 63. Deze achat ©h echter terecht ten zeerste,
gehaat, want hij maakt van de eersten de laat-
eten.
No. 92. W>g dus met al die profeten, die l-ol
Christus' volk zeggen „Vrede, vrede" en - het
is geen vrede.
No. 83. Wel ga het al die profeten, dio tot Chris
tus' volk zeggen „Het Kruis, hét Kr»**'.
het is géén kruis. r
No. 95. De Christenen moeten méér vërlroiiwvn,
door vele verdrukkingen don heme] binnen té,
gaan dun door vreedzame gerustheid.
GEDULD
God heeft een huis gebouwd en dak
en zoldering bespannen strak
met kommer, druk en droefenis,
weedom er de bevloering is
en alle wanden zijn bekleed
met zorgen en met harteleed
en in betreuren ingehuld;
Hij heeft de goeden er in wegge loken
en toegesproken
de sleutel van uu> deur is het geduld I
J. H. LEOPOLD.
De Zondagsschool te Rijsoord herdacht onder groote belangstelling haar 50-jarig bestaan.
Ter gelegenheid van dit jubileum werd van personeel en leerlingen bovenstaande foto ge
nomen. In 't midden de tegenwoordige voorzitter, Ds G. van DoornNed. Herv. predikant t€
Rijsoord. (Foto Hameter, Dordrecht
postzegel, maar kon dat met zyn drie- vier-,
jarig verstand niet onderscheiden. Toen de post
voorbijkwam en hy in de deur stond, riep hy
zeer amicaal: Besjoer, postzegel!
De vacantie naderde en Papa had meer dan eens
tegen hem gezegdNog zooveel dagen en dan
gaan we foetsi. Toen de dag gekomen was en wij
bij veel wind en stroomenden regen den afstand
moesten afleggen tusschen boot en spoorweg
station, vroeg hy Is dèt nu foetsi?
Een lezeres uit Hillegersberg vertelt ons van de
dochtertjes van haar broer, die naast haar woont.
De oudste is 7 jaar, de jongste 1 jaar. Deze heet
Bjaani.
„Het meisje van 7 jaar kwam eens kijken, of
er ook nog een kaakje voor haar was. Hariep
ik, daar is Oma's groote kleindochter. Kleindoch
ter, zei ze, ik ben een groote dochter, Sjaani is
een kleindochter. Ja, legde ik uit, jij bent Mama's
groote dochter en Oma's kleindochter. Maar toen
ging ze huilend naar haar Moeder en zei Mama,
tante Nel zegt, dat ik Oma's kleindochter-ben I
Ook Eindhoven vergeet on» niot
„Twee nichtjes van mij", zoo schrijft een lezeres,
„een van drie en de andere van twee jaar, wa
ren samen in de kamer aan het spelen. Opeens
*iet de oudste den regenboog aan den hemel
staan. Ze pakt haar zusje beet en zegt Kijk
eens, Beppie, het is feest op zolder, want ze
vlaggen
Een gczelligen brief kregen we nog uit Gorcum,
waarin verteld wordt, dat men daar steeds met
groote belangstelling en veel plezier onze rubriek
„Wat kinderen zeggen" leest. Het volgende is aan
dezen brief ontleend
„Wij hebben drie kinderen. De oudste, Gerard,
is een heel lieve jongen van vijf jaar, dan volgt
«r een meisje van vier jaar en een kleintje van
seven maanden.
De twee oudsten gaan naar de kleuterschool en
©ok naar de Zondagsschool Op zekeren Zondag
moeten zy den tekst opzeggen Door het geloof
«jjn de muren van Jericho gevallen. Als Gerard
dezen tekst goed onder den knie heeft en er
schijnbaar op zijn manier kinderlijk over nadenkt,
zegt hij plotseling: Daar is dan zeker ook,een
bom op gevallen, Mammie!
Een volgende keer is hij met zijn vriendje Bettie
aan het spelen in den tuin. Op een oogenblik
roept de Moeder van Bertie Zyn jullie lief aan
het spelen En het antwoord van Bertie luidt
Ja, Mamma, we zijn aan het bombardeèren. Ze
waren namelijk bezig, steenen van den wal af
te gooien
Een dertje geval's Avonds vindt Gerard het
heerlijk, als zijn Moeder even bij hem komt lig
gen. Dan kan hij zoo fijn van alles gaan liggen
vragen. Op een keer vraagt hij Mammie, weet
U, waar U van gemaakt is Ik houd me dom en
•eg Nee, Gerard, dat weet ik niet. Dan zegt hij
U is van stof gemaakt en ik ben ook van stof
gemaakt. En als de Heere God dan in je neus
gaten bladfct, dan heb je een echten man I De
Juffrouw op de kleuterschool had namelijk het
Bchcppingsverhaal behandeld
Mijn roos
Ik ken, ik heb een frissche Roos,
Maar zonder steel of blaren;
Zij bloeit voor mij geen korte poos,
Maar nu reeds vijftien jaren.
Reeds vijftien jaren bloeit z]j my,
Bij dagen en bij nachten,
En stoort zich aan geen jaargetij,
Aan sneeuw noch hageljachten.
Geen sneeuw of hagel, die haar stoort;
En, hoe de zon mag steken,
Zij bloost en bloeit onkwetsbaar voort,
En weet van geen verbleeken.
Indien zy van verbleeken wist,
Zoo haar mijn oogen zagen
Betrokken met een valen mist,
Hoe zoude ik dat verdragen?
V«*rdragen zoude ik eerder dat,
Waar ik mijn oogen wendde,
Mijn voetpad niets dan dorens had,
Dan dorens van ellende.
Geen dorens hebt ge, o Roos, zoo zacht
Als zacht fluweel en zijde I
Hoe zedig gloeit, hoe vriend'lijk lacht
Uw blosje t' allen tydc.
O gloei en bloei myn leven lang I
Laat niets uw glans verminderen....
Ik meen de Roos op moeders wang;
Gij raadt het lieve kinderen.
NICOLAAS BEETS,
ue ruilbeurs
Correspondentie
Mej. A. N. te Zevenhuizen Alle aanvTagc-n wor
den op de beurt behandeld, voor u zal het wel
niet lang meer duren.
E. A. v. B. te Hillegeröberg 75 Paula gen., tevens
ontvangt u dan de Hagzegels. Denkt u voort
aan om porto's.
M. de L. te Leerdam: 49 plaatjes M. W. Zee. cis
gen.
Mevr. de B. te Den Haag 620 D E gen. Hartelijk
dank voor de soldaatjes, het album is verzon
den.
Mevr. J. A. V. te Pernis 370 soldaatjes gen., 't zal
wel 'n tijdje duren voor u aan de beurt bent.
Joh. v. d. B. te Waddinxveen 68 Hille gen; De
Bonte Wereld-bons nemen we niet aan, alleen
Niemeijers cadeau-bons.
Mej. L. L. G. te Dordrecht 120 Verkade gezon
den, 85 Klaverblad genoteerd.
A. v. W. te 's-Gravenzande. Droste-bons zijn voor
radig. Het album Indië is verkrijgbaar, doch
slechts drie-kwart gevuld.
B. v .d. H. te Delft210 Haka gen., 90 Hag gezon
den.
Wie onzer abonnee s kan helpen aan D E, Paula.
Kwattasoldaatjes, Hille, H en van Brero of
Quacker Oats.2 iedere hoeveelheid is zeer wel
kom.
Wie een ruilformulier wenscht te ontvangen,
zende ons even zijn naam en adres.
„De Ruilbeurs", H. L Ambacht, - Z.H.
Chineesche kool
door Martine Wittop Koning
Er is kool én kool I
Er behoeft dus gcon eentonigheid
te zijn.
Zoo bekend als de Hollandsche koolsoorten, is
de Chineesche, kool bij ons nog niet. Van
hdar kant beeft ze zicb aan klimaat en bodem
uitstekend aangepast, maar van onzen kant be
schouwen we ze nog te veel als een vreemde, van
wie vve het burgerrecht niet ten volle erkennen.
Is het, omdat ze kool héét, maar er niet den
smaak van heeft Dan moet ze juist goed te pus
komen bij de huisvrouw, die klaagt over 't een
tonige van „altijd maar kool" Inderdaad, een
doordringenden koolamaak heeft de Chinocsrhe
kool niet; eerder lijkt ze op witlof, maar dan
weer met eenige tempering van smaak, want
liet «enigszins bittere van lof en andijvie
mist ze.
In elk geval mogen we er, nu verschillende
zornergroohtën ons reeds hebber verlaten, een
welkome aanvu.ling in zien voor onzen rnid-
dagdisch zoowel in gekooklen vorin al* rauw
toebereid op de wijze van sla.
Daar deze groente Ba November weer voor
een jaar afscheid van on«j neemt ia het van
belang, dat we ons nu openstellen voor een
nadere kennieniakingze zal ons in haar
diverse vormen van toebereiding zeker niet
tegenvallen.
Op de eenvoudigste wijze maken we ze klaar
door ze te waeschen. fijn te snipperen, zonder
water in de pan te doen, op een flink vuur vlug
aan de kook te brengen en dan op een zachter
vuur gaar te laten worden en tegelijkertijd
droog (ongeveer een half uur). Dan poeieren we
er wat bloem ovor (door een zeef b.v.), roeren
die er doop en gieten steeds roerende er
zooveel melk bij, dat een gebonden aausje de
groentedeeltjes juist aan elkaar houdt. We
laten de groente een oogenblikje doorkoken,
nemen dan de pan van het vuur en roeren er
een klontje boter dooK en zooveel zout ala voor
den smaak noodig is. Op de schaal rampen we
er een ietsje nootmuskaat over.
Om don smaak van de Chineesche kool wat op
te halen, kunnen we dit eenvoudige melksaus je
pittiger maken door toevoeging van wat dikke
tomatenpurée of van wat geraspte kaas.
Een smakelijke ala. die b.v. heel goed past hij
gesloofde zoetwatervi6ch, kunnen we van Chi
neesche koo: bereiden zonder dat we daarbij
aan slaolie behoeven te donken.
We gebruiken nl. voor de saus waj kwark (1
eetlepel per persoon) en verdunnen die met óf
wat lomatenpuréc óf eenvoudig een klpin
scheutje azijn. Verder' mengen we er een ietsje
mosterd en misschien wat peper door met een
snuifje zout
Ala we de fijngesnipperde, zorgvuldig gewas-
se hen en daarna in een ioek goed droog uitge
slagen kool daarmee vermengen, dan zal de
nieuwe «la-uitvinding ongetwijfeld Jn ieders
sinaak vallen.
Wie niet in de gelegenheid mocht zijn om kwark
te gebruiken (dit zqi vel product schijnt n.l. nog
niet overnj verkrijubaar te zijn), die kan er even
goed hangop voor nemen, een reefje b.v dof mot
opzet den vorieon dag bewaard is. Ze!fs karne
melk is bruikbaarom het sausje met deze dun
nen vloeieiof toch de noodige gebondenheid te
geven, maken we eerst een kouden aardappel
fijn en roeren dAArdoor de karnemelk en de
verdere benoodigdheden.
Wat ftinvesnedon se'deril of peterselie geeft aan
de Chineesche koolsla een bUzondsr aroma.
"Wij meisies
MEISJES",, zoo vraagt het Friesch Dagblac^
„hebben jullie er wel eens bij stil geslaan,
dat het woord meisjes zoo mooi klinkt
Er ligt iets fijns in, iets teers misschien.
Wat gaf liet je als kind een heerlijk vertrouwelijk
gevoel als vader of moeder zei „Je bent myn
meisje hoor!"
Hoe trots hoor je soms een jongen zeggen „Dat
is mijn meisje", niet myn Truus of Ger, maar
meisje.
Hoe lang houdt men die naam 'k Geloof dat j©
het eerst meisje af bent, wanneer je getrouwd
bent.
Wel niet zoozeer in den huiselijke» kring, maar
anders hoor je meer zeggen die vrouw van
die.... of de dochter van die.... die getrouwd
is met
In den Bijbel lezen we van maagden en dochtertje
of dochter, en anders vrouw.
Weet je wat ik een rare uitdrukking vind
„meid" of „meiden", dat klinkt mij altijd als iet©
verachtelijk* in de ooren.
Wanneer je kwaad bent dan is het gauw „akelig©
meid, nare meid", enz. en dan nog dat vm-silijke
„straat-meid".
O meisjes, waak daarvoor, dat je dien nannv nie#
krijgt of na hoort roepen.
Je hoort nooit zeggen straatmeisjes, maar straat
meiden.
Meisjes klinkt beschaafd.
Houdt dien naam hoog, overal waar je komt; toon
dat je een echt christen-meisje bent.
Stel je niet aan als je bezoek krijgt, of ergens
bent; probeer niet steeds de aandacht te trekken,
want ze zeggen dan op 't laatstdie meid was
icisje opgroeit tot
er ook -
Bedenkt dat
moeder.
Een nette jongen b.v. heeft respect voor een net
meisje; stelt vaak als> vriend vertmmven in haar;
beschaam dat niet I
Laat, wanneer je ouder wordt, je nooit met
schaamte terug behoeven te denken aan je meis
jesjaren.
Ook deze* tijd heeft meisjes noodig, die strak*
zullen zijn.
Uit den zuivelhoek
Een rest aardappelen van den vorigen dag kan
een welkome aanvulling zyn van den broodmaal
tijd. In dezen tijd komt opbakken van zoo'n rest
echter niet in aanmerking. Het komt beter te pas
om er puree van te maken, die we niet behulp
van melk de vereischte smeuigheid geven. Door
toevoeging van wat geraspte vette kaas (hetzij
gekruide, hetzij zoetemelksche), wordt de puree
bijzonder smakelijk en kan, zoo noodig, zonder
verdere toevoeging van boter of vet worden op
gediend. Een dergelijk hapje smaakt uitstekend
op een bruine boterham en dan sparen we er
brood en belegsel mee uit
Gekruide aardappelpuree (hapje hij de
boterham).
Een rest gekookte aardappelen, wat melk, gekrul
de, vette kaas (ongeveer 1 ons op acht aardappe
len), zoo noodig wat zout en peper, desgewenscht
een stukje boter.
Breng de melk aan .de kook. Doe er de aardap
pelen in en laat deze warm worden. Druk ze fijn
^en voeg zoo noodig nog wat melk toe. Vermeng
de puree met de geraspte kaas en desgewenscht
een stukje boter; maak ze op smaak af met wat
zout en peper.
•Huishouding van nu"
HET Octobernummer van het maandblad
„Huishouding van Nu", uitgave van H. van
der Marck's Uitg. Mij., Roermond, is weer actueel.
Na eenige kernachtige gedachten voor hart en
geest, worden een aantal smakelijke, voedzame en
tevens goedkoope recepten gegeven, die het
vleesch bij den maaltijd kunnen vervangen, alsook
een aanlokkelijk recept voor de bereiding van
schapen vleesch.
Aan alleenwonende personen wordt geleerd, hoe
ook zij met hun rantsoenen moeten toekomen.
Eenige handige tips worden gegeven, om de hoe
veelheid boter aanmerkelijk te vergrooten. Het
uitvoerige knippatroon om van twee oude jurken
één nieuwe te maken, is voor elke huisvrouw zéér
welkom in dezen tijd.
Ook vindt inen hierin de beantwoording op de
vragen gericht tot den Economischcn Voorlich
tingsdienst betreffende: garen en puntenkaar^
babies en de textieldistributie, naaisters en de
textielindustrie, enz.
De beschrijving van een zelf te maken voetenzak
zal door vele huisvrouwen uitgewerkt worden om
dezen wifiter ervan te kunnen genieten.
VOOR DE VUIST
„Wat voor de vuist wordt toegediend,
„Komt warm op taf#, zei een vriend.
Komt warm op tafel, dat is waar.
Maar Is niat altijd even gaar.
NIC. BEETS.
I
335