Jlirttiirr £ciilsd)f (iouraitl PAS. :ntspryx: a aanden in Lelden en plaatsen r -;n agentschap gevestlla 2.36 week 18 ct. Losse nuirn 5 «t oU vooruitbetaling. hrytli' rh i ieprjjzen: le opgai lacian, ct per regel Ingeaom Mede- kei njen 46 ct per regel inlmum Bewijsnummer 5 cMJ con- „g«T korting he jaarL -■ Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken No. 6271 WOENSDAG 6 NOVEMBER 1940 21e Jaargang ^.^jcele taalkweies •ren var m t jaar tgeen '3|iuninier van 22 Octobql. heb- it ln rain hoofdartikel gewijd ai enkele f -ies, die ons bizoer ac- 1 oen; actueel vooral oor de maar die juist daarc reeds 1 dijk onder de oogt moes- ^zien. Vooral ook odat ze laatste Qverheidsinstanti» in ge- zij dellen. V cht varen. bben artikel hebben ons Tschil- ere res/' zoowel als minder viende, zoodt reikt. De anoniemerieven eer op \c k ter prulleman> met uctie ln1 leen onge teekend n on- :eening durft zeggi kan elk geval n i e in de 19»it scrijft, en die dus in dte tijd dan inge e verantwoordelijkhd ge- -• ?n rekening houden. 1. de kringen van hen <e be- 1 '-i r jordeelen en die by>ven- in ;en van leerplanne ten en :en zijn, bereikten os op- D: willen we gaarne ader s artikel hier en daa ver- u A verstand en verkeerl be at H EIq; t uit de weg geruimd. ken echter vooropstellen, dt de 'co j irnalistiek anders iswan- aaide zaak bekijkt a be- ree£ üe van onderwijzes of ■|3H|e k rn, en zal \y .een "4,. .1 m ir zou d. COLLECTE VOOR DE WINTERHULP De directeur-generaal van de Winter- htlp Nederland deelt mede, dat 29 en 30 deer de eerste collecte zal worden gehouden. Dtn burgemeesters is verzocht ter stond maatregelen te treffen, welke het wélslagen van deze collecte waarborgeri, zoo als het oproepen van collectanten enz. >1.1 rnalist vindt op een ;ege- in belangrijk vraagstik op 'C. Gr 1 dan niet altÜd in firesses j-vangeót --.■!> de groote lijnen en zi«t die l' F ats in ^et groote verband 1 de cash happelijke vraagstukken, ize^oirfï' rentegen is een specialist mten^l't - en verder paedagoog, of, den afgejl eerst paedagoog en dan spe- •erkl^mi *en! zn eigen terrein door en iet bewjft ondervindt hoeveel er altijd Idboek^1 van ziJn levend materiaal en de hij," 1 zal dus liever meer ge- n om de Jeugd kennis bij indel* dat hij die zou willen zien oruL;_. ook vowan<l' die in een dagblad schrijft, e rfc 3n weinig anders. In dat lus onze vroegere opmer- delcn ee» ie van dit artikel bezien. ooropstelV dan constatee- 1 wij in een maat- te leven die anders is '10 Mei, en dat er in deze r, belangrijke veranderin- ch \e ontwikkelen. Of we en of niet, ieder onzer zal .'getuige er oriënteeren. De dingen zijn Hggen en daar moeten we r fyihoui ies uit trekken. Wat er ook ^,walJ en nimmer weer worden vallen e "V' t zyn. Net zoo min als men r. devolutie ooit gewoon weer ?y ïeeft terug kunnen gaan. der ondervindt dit in zyn aan, maar evenzeer onder- j-samenleving. Jgv -e uit van de veronderstel- J v'-jarnetoc- dunkt ons, wel onbetwist- "s/f b6- -- ^et onderwijs dienstbaar j het - e maatschappij. Men moet er: probeeren onze jeugdigen - ennis bij te brengen, of ze - iet hoofd te stampen, hoe op zichzelf misschien ook skundigen oordeelen daar v Bic-d 'erl' maar ze moeten ge- leen 7°io-dar :ot menschen, die later zelf- m'1575^7ï 1 zijn en die hun taak en een 0.55—g menteving moeten verstaan 1. anneer -éus de samenleving ^'vrr -. - aanneemt,'"zalj. zooals ieder- Otnstre* 3—6.30, s> jj.; 100I zich daarop moeten, m- 70. boc.eru ,.iö. k.ctei 37.70. p- chter f 2-4. -36. Er.ijbo ï?2—22!' cPV;e wy enkele feiten te moeten 'defT-r objectief, zonder ook maar ks' p'.ctemze persoonlijke voorkeur voor ,r raist«K her ander die we dan toch t schappelijk gebied hebben, bben! in het geding te varen deze: ns, en in de toekomst waar- veel meer, zal vooral het r'e 1 de moderne talen die in ons l vorden onderwezen, de be- plaats innemen, oproept Jer aan gymnastiek en sport ...»r m gedaan. (Wij brachten dit r rake, omdat men nu eenmaal 3e Lr 1 in een beperkte ruimte kan iar het lag toch in sommige bo repen). 1 »n overlading van de pro- oral by M.O. en V.H.O. a i X weÊ punten werken samen 3° le in. Wanneer men aan 1 en of moet, zou men twee kan- n: men zou het program kun- :n met meer lesuren; en men V andere dingen te beperken den. Het eerste is onmogelijk, S jenoemde overlading, die er taat geen verdere uitbreiding s -csn' c 10011 uit de of uit de «n, en dus zal het tweede al- e*nige zijn dat nader bekeken met kans op resultaat Niets i eenmaal niet en voor uit voerige ihliberaties in commissies en sub- commissiis is de tijd ook voorbij. Nogmads, wat wij hier uiteenzetten zijn nuchtere feiten, zuiver objectieve waar nemingen. zonder eenige vooringenomen heid of sibjectieve idee. Laat men ze dan ook aldus beoordeelen. Hartelijke liefde tot onze moedertaal dwingt ons tot behartiging van haar belan gen in de allereerste plaats. In die taal leeft ons volk en beweegt het zich. Daarom mee- nen wij en wij vonden op dat punt weinig of geen tegenspraak dat op de Lagere Schod, tijdens het groeiproces, hier geen andere aal naast gezet kan worden. Maar evenzeer bepleitten wij goed onder wijs in het Nederlandsch, ook bij het verdere onderwijs, om het te steviger te maken tegen élke andere moderne taal, die wij in ons land hebben te leeren. En hier zit nu, dunkt ons, juist de kneep. In de toekomst zullen wij veel en veel meer met Dui^sch te maken hebben dan ooit het geval is geweest. Dan geldt echter ten volle wat iemand eens gezegd heeft: een klein beetje kennis is een gevaarlijk ding. Laat men het niet overlaten aan de groote massa van de Nederlandsche jongelui om hier en daar op goed geluk een hap en een snap te leeren van de taal waarin ze zich nu een maal moeten uiten als ze over de grenzen zullen gaan. Daarin schuilt juist het ge vaar voor onze eigen taal, wanneer zij in aanraking komt met een die haar zoo nauw verwant is. Zij wordt dan doorspekt met Duitsche uitdrukkingen en formaties, als men het op die manier 2rau' la'tén gaan. Daarom kon de Rijkscommissaris in zijn rede op 21 October te Rotterdam ook zeg gen, dat het belang van het onderwijs in het Nederlandsch hem ter harte ging, waarbij hij getuigde dat er nooit sprake van is geweest het Duitsch eenigszins ten koste van het Nederlandsch te beoefenen. Wie zou zich over die woorden niet ver heugen. Juist daarom moet onderwijs in Duitsch voor de toekomst bepleit worden. Wij zijn nooit voorstanders geweest van een overdreven purisme, dat overal bordjes met „gevaarlijk ijs" neerzet. Als we by de buren iets goeds zien, zijn we niet al te bang om dat over te nemen. Maar we moeten de dingen op onze eigen manier verwerken. Dat heeft bijv. aan het Engelsch zijn eigenaardig en sterk karak ter gegeven. Een andere opmerking die men maakte, was dat we te weinig oog zouden hebben voor het Fransch als cultuurtaal en voor de waarde van de kennis der oude talen, d.w.z. van Grieksch en Latijn. De primaire vraag was echter: er moet ruimte gemaakt worden, maar waar? Nederlandsch, Duitsch en Gymnastiek wil len elk voor zi^h meer. We constateeren dus dat Fransch de hegemonie niet meer bezit die het vroeger had, al is het nóg zoo waardevol voor de cultuur. Dat is een historische waarde. Ook voor de diploma tie is het niet meer noodig in die mate waarin het dat was in een tijd, die nog niet zoo heel lang achter ons ligt. Dus zal het al is het met een bloedend hart bij hen die het Fransch om allerlei redenen beminnen z'n voorsprong moeten af staan aan een andere taal die er door de tijdsomstandigheden meer aanspraak op meent te kunnen maken. Duitsch en Engelsch zullen in de toekomst belang rijker zijn; het Engelsch was het reeds en het Duitsch zal het nog meer worden voor het vasteland van Europa. Blijft dus de waardeering van de Oude talen. Daar kan men verschillend over denken. Persoonlijk slaan wij de kennis ervan hoog aan, vooral voor filologen. Hoewel filologen, die toch practisch 200 goed als allemaal op een of ander terrein der Indogermanistiek werkzaam zijn, ook zeer veel hebben aan Sanskriet, Hetfitisch of een Slavische taal; voor Romanisten overwegen natuurlijk de klassieken, maar voor anderen hoeft dat niet noodzake lijkerwijs zoo te zijn. Er is hier ook een stuk traditie, die ver terug rèikt en die van buitengewoon groote waarde is, maar waar men ook wel eens over mag naden ken. Een weinig beperking zou te over wegen zijn, dunkt ons; we komen dan nog niet bij andere landen achteraan. Maar dat geldt dan alleen voor gymnasia en lycea. We zitten nu eenmaal tusschen drie be langrijke taalgebieden in. Het zwaartepunt verplaatst zich en dus moeten wij ons daa: van rekenschap geven en er ons op tyd op instellen. Dr. Kuyper's 20e sterfdag 8 November 1920 In den snellen en bewogen gang dezer da gen, waar het verleden als smidse van h%t heden terugwijkt voor de drukke aandacht op de toekomst, mag zeker niet versagen het beeld dergenen, die in de historie van het Nederlandsche volk zóó diepe voren hebben getrokken als Dr. Kuyper. In de omlijsting van het gebeuren der 20 jaren na zijn dood, en bijzonderlijk in die van de laatste maan den, treedt zijn imponeerende gestalte naar voren in heldere lijnen en vraagt zij, ook al is het reeds 20 jaren geleden, dat hij in vollen vrede ontsliep, nog veel plaats voor haar invloed. Die invloed moge een andersoortige zijn dan de onmiddellijke tijdens zijn leven, de bron ervan heeft nog haar onverminderde kracht, want het centrale in de figuur van Kuyper was de religie en zij alleen. Zijn le venseinde heeft dat, zoo het nog noodig ware, bezegeld; „nimmer", zoo getuigde Idenburg den dag na Kuyper's sterven, „nimmer heb ik zijn geloof aangevochten gezien; steeds vond ik hem gerust in zijn God. Vurig verlangde hij met Christus te zijn. Kort voor de laatste stonde verzocht hij mij, hun (de tienduizenden zijner volgelingen) te zeggen, dat God zijn toevlucht en sterkte was. Zoo is hij van ons gegaan, gelijk hij onder ons geleefd heeft roemend in de kracht en genade zijns Gods". Alleen en altoos van dit middelpunt uit zal het mogelijk zijn, het bouwwerk van Kuyper's veelzijdig kunnen rechtvaardig te beoordee len. Benamingen als in woord en beeld hem toegekend: .Abraham de geweldige", „de machtige", „de geniale staatsman", hebben noodig dat zij geretoucheerd worden door de stift van het Goddelijke Woord, waarin ook zijn leven is geteekend als van een zondigen mensch, die zonder Christus niets en door Hem alle dingen vermag. „Een tegenstander met tien hoofden en honderd armen" heeft Charles Boissevain hem eens genoemd, maar ook dit alzijdige van het genie, dat Kuyper stellig geweest is, was niet zijn, doch God's grootheid. Als hij op het gebied van kerk en onderwijs, van politiek en sociaal leven, door dagblad en boek, wetenschappelijk en popu lair, het gelaat van Nederland's cultureele leven verandert; een universiteit sticht en staatkundige partij schept, theoloog en minister van groot formaat kan zijn, en onder dat alles door een leger van kleine luyden politiek mondig maakt, dan is dat alles onder-, geschikt aan een geestelijk hoofdmotief: alle. levensterreinen te doordringen van hum oor sprong en einddoel, n.l. dat zij geschapen zijn door de absolute vrijmacht Gods, door Hem alleen gedragen worden en alleen op Zijn: verheerlijking gericht mogen zijn. Waar het nu Kuyper's sterfdag is, welke d© datum van 8 November in de aandacht brengt, mógen we enkele .zinsneden citeeren uit wat verschillende sprekers gezegd heb ben, toen op 12 November zijn stoffelijk hul sel ter ruste werd gelegd op Oud Eik-en- Duinen te 's-Gravenhage. Zijn leven was nu afgesloten, zijn werken zouden en zullen hem volgen tot in verre jaren. Boven zijn sterfbeden menigmaal had hij ernaar ge wezen hing een schilderij, Christus aan het kruis,.en hoe juist trof minister Heemskerk de kern van Kuyper's leven, toen hij als eerste spreker herinnerde aan Groen van Prinsterer, wiens opvolger hij was„Staatsman niet, Evangeliebelijder". En hóe treffend sloot op aan het woord van Kuyper's opvolger, Dr. H. Colijn, toen deze als tweede spreker wees op de wisselwerking van het gebed van den voorbidder Dr. Kuyper voor zijn volge lingen en van deze voor hem: „Die wissel werking geeft ook den sleutel tot verklaring van de gansch eenige positie, die Dr. Kuyper onder ons heeft ingenomen. Wie dat niet er- n heeft, zal nooit volkomen kunnen be grijpen, wat Kuyper voor het Calvinistisch volksdeel geweest is Ook Kuypers wetenschappelijke grootheid werd, door den derden spreker prof. dr. R. H. W o 11 j e r, gezet in het licht van Gods groot heid: „Het voegt aan de Christelijke weten schap, wanneer zulk een heros haar geschon ken werd, dankend die gaven te erkennen en >emen de grootheid van den Almachtige, die uitstraalde in dit Zijn schepsel". En aan het slot zijner rede: die hem (Kuyper) schonk tot verwezenlijking van Zijn doel, ge lijk Hij eens een Augustinus zond en een Luther en een Calvyn, opdat hun licht zou lichten in deze donkere wereld, de eeuwen door tot op den dag van het eeuwige Licht". In weer andere bewoordingen wees dr. K. Dijk op dezelfde Bron: voor talloos velen mocht hij het rijk geschakeerde licht dei- Openbaring Gods in Zijn glans doen schitteren, en heeft hij ons onze Geref. be lijdenis, de beginselen van Calvyn, de oude Waarheid, waarvoor onze vaderen hun levén gaven, weer doen verstaan, en die belijdenis willen wij, onder leiding van Gods genade, nooit, nooit loslaten." Op den achtergrond van al deze uitingen teekende Idenburg als laatste spreker en vriend de persoonlijke geloofskracht van Kuyper als de door God hem geschonken drijfveer voor al zijn levenswerk. „Hoe kon zijn blik schitteren, zyn woord gloeien, als hy in vertrouwelijk gesprek verhaalde van de ervaringen zijns levens en van de leidingen des Heeren. Hoe warm was zijn toon als zijn ziel zich uitgoot in het gebed. Het was die' liefde, die hem nog op zijn sterfbed deed ge tuigen, dat God zijn toevlucht en sterkte was. zijn hulp in benauwdheden. Hoe kon hij ge nieten van de gemeenschap met zijn Verlos ser. Toen de doodsschaduw reeds op hem viel, kwam over hem een trek van verrukking bij de verzekering, dat bij Christus te zijn, verre het beste" was". De schoonste palm bij deze groeve was het woord, door dr. Kuypers oudsten zoon uitge sproken, toen deze getuigde in zijn dank woord: „Dr. Kuyper is een groot man geweest, maar wij weten dat hij zalig is geworden, als een arm zondaar, die zijn geloof heeft gevon den in Jezus." Gelijk bekend, is aan Dr. Kuyper een zwaai lijden- of doodsstrijd bespaard gebleven. De lamp, die een zóó stralend licht naar alle kan ten had uitgeworpen, is langzaam gedoofd. De vacantie van het sterfjaar 1920 had geen resultaat gebracht; wel nam de immer werk- krachtige man nog weer voor zijn schrijf tafel plaats, maar het werk ging niet meer. Het concentreeren der gedachten verzwakte en de beheersching van den geest evenzeer. Zoo naderde langzaam het einde; steeds meer verengde zich de horizon, die voor dezen genialen denker en werker zoo zeldzaam wijd geweest was. Toen is gekomen het voor hem zoo bitter pijnlijke werkloos neerliggen, wach tende tot Gods roepstem hem zou aflossen van een taak, die ook menschelijk gezien, af gerond scheen. Als de strijd tusschen willen en kunnen voleind is heeft vader zoo schreef zijn dochter bij het naderen van den 83en verjaardag „zioh gewillig en gedwee in Gods hand overgegeven en ligt hij stil en rustig te wachten. En zoo zien wij gaandeweg verdwijnen alle heerlijkheid die van dit leven Zaterdagavond 6 November werd de toe stand plotseling ernstig. Des Zondagsmorgens kwam de geneesheer en achtte het noodig, dat de kinderen en familieleden onmiddellijk werden gewaarschuwd ln den middag waren allen bijeen. Sinds ee.n paar dagen had hij 't vermogen om te spreken verloren. Des avonds 7 uur begeerde hij afscheid te nemen en hij deed het van alle kinderen met een kus. Allen bleven in de ziekenkamer. Maandagmiddag verlangde hij nog eenmaal den heer Idenburg te zien. En dan volgt dat aangrijpende tele gram aan de oudste dochter: „God heeft on zen lieven vader tot Zich genomen". In de sterfkamer zag een der weinigen, die den doode gezien hebben: „De breede gewel dige kop is ingeslonken, schier tot onherken baar wordens toe. Het oog, dat zoo tintelend de gelederen der kleine luyden met veld heersblik kon overzien, is gesloten. De mond, die met zeldzame kracht van welsprekend heid bezieling wist te wekken, zwijgt nu. Het hart, dat zoo warm klopte voor de eere zijns Gods in Kerk, Staat en Maatschappij, is stil gezetTot den jongsten dag Laat ons hier eindigen. Want deze woorden verbinden het heden (ook het heden van de herdenking door de zóóvelen, die nu wel in bijzonderen zin zioh kunnen bezinnen op de beteekenis van Kuyper voor zijnvolk) met de toekomst, dé aarde met al wat rij geeft en. heeft'(en hoe vreeselijk is dat alles nu), met den hemel, den tijd met de eeuwigheid. Daar in is voor den grootste en voor den kleinste alle vertroosting. In dit teeken het Kruis hebben overwonnen en zullen overwinnen degenen, die hun leven verliezen aan den koning der verschrikking, maar hun ziel be houden door den Koning der hemelsche heer lijkheid, uit Wien, door Wien en tot Wien ook Dr. Kuyper geleefd en in Wien hij gestor- Gemeentebegrooting van Dordrecht Geen belastingverhooging. De gemeenteraad van Dordrecht krijgt voor 1941 een begrooting te behandelen, welke sluitend is gemaakt zonder belastingverhoo- ging. Dank zij het gunstig resultaat van 1939, steeg de algemeene reserve tot 350,000 (terwijl bovendien nog in de reserve van gas, water en electriciteit 203,000 werd gestort). Hiervan zal 150,000 noodig zyn voor de rekening van 1940, wat 90,000 meer is dan hiervoor was geraamd. Het tekort, dat het eerste ontwerp van de begrooting voor 1941 aanwees, en dat, nadat de post voor onvoor ziene uitgaven was teruggebracht van 60,000- op 30,000, 350,000 bedroeg, stellen B. en W. voor, te dekken door de nog resteerende 200,000 van de algemeene reserve en 150,000 uit de reserve van het electr iciteitebedrij f DE VERDUISTERING In net belang van de naleving van de bepalingen ten aanzien van de ver duistering: Zonsopgang 7 November 8 uur 47 min. f Zonsondergang 7 November 18 uur. Maanopgang 7 November 15 uur 04 min. Maansondergang 7 Nov. 1 uur 50 min. Volle maan 15 Nov., laatste kwartier 1 22 Nov. Nieuwe maan: 29 Nov. Roosevelt waarschijnlijk herkozen Schweiz. Press Telegraph meldt uil New-York, dat volgens de eerste voor- loopige einduitslagen Roosevelt de meerderheid heeft behaald. Hef lot van mondelinge pachtovereenkomsten Ten behoeve van partijen bij monde linge pachtovereenkomsten wordt van wege het departement van justitie bekend gemaakt, dat vermoedelijk binnen zeer korten tijd een besluit tot stand ,zal komen ten aanzien van pachtovereenkom sten, welke vóór 1 November 1938 niet schriftelijk zijn aangegaan. Het ligt in het voornemen te bevorderen, dat bepaalde voorschriften, welke de loopende oude overeenkomsten met nietigheid bedreigen, tijdelijk buiten werking worden gesteld. Jhr. mr. K. J. Schorer De iuwo gedeputeerde Utrecht. Gelijk gemeld, hebben de Provinciale staten van Utrecht gisteren tot lid van Gedeputeerde staten gekozen jhr. mr. K. J. Schorer (c.h.) in de vacature, ontstaan door het bedanken van ir. F. C. C. baron van Tuyll van Seroos- kerken (c.h.). Hiermee doet een oud-lid van Gedeputeerde staten weder zijn intrede in dit college. De heer Schorer is in 1870 geboren. Hij studeerde aan de universiteit van Amsterdam in de rechten en promoveerde aldaar in. 1895. Eenige jaren later, in 1902. vestigde hij zien als advocaat en procureur te Utrecht, welke functies hij nog steeds uitoefent. Langen tijd is hij deken van de orde van advocaten ge weest; sedert 1917 is hij rechter-plaatsver- vanger in de Utrechtsche rechtbank. Van 1923 tot 1929 was hij secretaris van de Nederland sche advocatenvereeniging. Voorts is hij een der oprichters en de eerste voorzitter van den Stichtschen waterschapsbond, waarvan hij thans nog penningmeester is. In 1908 deed de heer Schorer zijn intrede in den Utrechtschen gemeenteraad; in 1913 trad hij als zoodanig af, maar di'ie jaar Later zag men hem terug als lid van de Provinciale staten. Met een korte onderbreking van 1919 tot 1923 is hij steeds van dit college deel blijven uitmaken. In 1923 werd hij tot gede puteerde gekozen, hetgeen hij bleef tot 1925. Herhaaldelijk washij voorts buitengewoon lid van de Gedeputeerde staten. Weekstaat Nederlandsche Bank Groote stijging van da bankbiljettencirculatie De weekstaat vèn de Nederlandsche Bank vertoont wederom' enkele belangrijke muta ties. Allereerst is de post binnenlandsche wissels aanzienlijk vermeerderd, n.l. met f 69 millioen tot f 187,9 millioen. Dit is een gevolg Van de verhooging van het rechtstreeks bij de Bank geplaatst schatkistpapier in verband met de behoeften der overheid. Een jaar ge leden was het geheele bedrag van de post binnenlandsche wissels slechts f 17,8 millioen. Er was toen ook in, het geheel geen schatkist- papier door het Ryk bij de Bank onder gebracht. De goudvoorraad heeft een vérmindering ondergaan van f 6M millioen, in weerwil van de inlevering door particulieren, zoodat de voorraad thans verantwoord wordt met een bedrag van f 1116% millioen tegen f 1160% millioen op 6 Méi j.l. Een verklaring van de daling van het goudbezit valt niet te geven. Opmerkelijk is, dat de diverse rekeningen thans te boek staan met een bedrag van f 91 millioen (v.j. f 30 millioen). Wellicht dat hier verband moet worden gezocht met de daling an den goudvoorraad, doch met zekerheid alt dit niet te zeggen. De biljettencirculatie is deze week weer aanzienlijk gestegen, n.l. met f 43% millioen tot f 1422 millioen, hetgèen een nieuw record Vórig jaar bedroeg de circulatie f 1114% millioen. De rekening courantsaldi van anderen be- loopen thans f 191,7 millioen tegen vorige week.f 175 millioen (v.j. f 272 millioen). Het beschikbaar metaalsaldo daalde met f 31 millioen tot f 485 millioen. But. Redactie en Administratie: BREESTRAAT 123. LEIDEN. Telefoon 22710. (Na S uur 23166). Postbox 20 Een waarschuwing De burgemeester van Castricum heeft 'ten tweeden male een ernstige waarschuwing tot de burgerij gericht. Hij maakt namelijk be kend, dat de Duitsche overheid heeft beslist, zulks in verband met de voorgekomen sabotage-gevallen tegen de Duitsche weer macht, dat bij herhaling de geheéle bevolking zal worden weggevoerd en in kampen onder gebracht. (Hdbld.< NUTROGEN Voor KRACHT VOEDSEL die zenuwach(ig zijn of „uit de krachten groeien" beslaande uit MOUT MELK, EIEREN, CACAO. Phosphor en Kalk. Overal verkrijgbaar Per i/4 Kg. bus '0.90 f\J U T R I C I A Kg. bus 1.60 ZOETERMEER N.V. INGENIEURSBUREAU vooa BOUWNIJVERHEID BOUW- EN GEWAPEND BETONWERKEN Volgens nauwkeurig werkplan In c«er korten tijd OEGSTGEEST TELEF LEIDEN 20341 (2 lijnen) De beste uit kluitkalk bereide Nederlandsche witte fijne POEDERKALK -3H2333Ï HUB. J. APPEL N V Een nieuw wereldrecord voor Jo Waolberg Zij zwemt de 500 meter schoolslag in 7 min. 49.9 sec. Gisteravond is Jo Waalberg van de Amsterdamsche Dames Zwemclub er ln geslaagd in hef zwembad van de AJLVJ. te Amsterdam beslag te leggen op het wereldrecord 500 meter schoolslag, daar bij haar eigen Nederlandsche records op de 400 en 500 meter aanmerkelijk ver beterend. Sinds 26 Februari van het vorige jaar- .stond dit record op uaatn van de Deensche zwemster Inge Soeren- sen, die het vestigde te Kopenhagen ln den tijd van 7 minuten 58.8 sec. Jo Waalberg verbeterde dat record thans met 8.9 sec. Ds. J. C. van Mantgem t r worden opgebouwd. CFoto: Pax-Holland). In den ouderdom van bijna 79 jaar is te Rijswijk (Z.H.) overleden Ds. J. C. van Mantgem, em. pred. der GereL Kerk van Hijken-Hooghalen. Ds. van Mantgem was 19 Dec. 1862 geboren en in 1889 candidaat ge worden. Te Borger anvaardde hij bet predik ambt op 19 Jan. 1890; 21 Juli 1895 kwam hij te Hijken. Op 30 Maart 1930 verkreeg hij eervol emeritaat. De begrafenis is bepaald op Vrijdag ax. eo zal plaats hebben te Rijswijk 11% uur van het sterfhuis. DE KOMENDE KERSTVIERINGEN Zoowel voor het uitreiken van versnaperin gen als van kleeren bij de naderende Kerst viering van Zondagsscholen, Evangelisatie samenkomsten e.d. zal de distributie wel moeilijkheden opwerpen. Dit geeft „Hervormd Nederland" aanleiding erop te wijzen, dat op deze feesten toch eigenlijk de aanbidding in het middenpunt moest staan, maar dat daan- omheen een rookgordijn van allerhande werd geweven, waardoor de kern aan het oog ont trokken werd. „Het kon wel eens pijn, dat rvu aanstond* krentenbolled en sinaasappelen niet te krij gen zijn, ook geen chocolademelk misschien» deZondagsschool gewezen wordt op haar eigenlijke taak, óók in de Kerstfeestvieringen: nu moet zij de soberheid betrachten en nu móét zij er aan denken, dat het toch eigenlijk gaat om dat ééne: wij aanbidden U, Heer» Jezus, als onzen Koning en Zaligmaker, „Wij zouden daarom willen zeggen: laten wij diit alles voor oogen houden. Straks, als het Kerstfeest voorbij is, zullen wij dank bare harten hebben, dat wij nu eens niei konden denken aan tractaties en het rumoer van een verkeerde viering van het feest, om dat God ons heeft laten zien, dat in de still» aanbidding onuitsprekelijke zegen is gelegen. Het is heelemaal niet erg om het kind iets mee te gewen. Wij mogen gerust, als symbool van het Groote Geschenk, dat de wereld op •Kerstmis ontving, aan de kinderen iets uit- deelen. Nu dat, naar alle waarschijnlijkheid, niet zal kunnen in den vorm van iets, dat wordt opgegeten, is het wenschclyk het kerstboekje, hetgene dat blyft, zoo goed mogelijk te geven. Besteedt, zouden wij zeggen, het beschikbare geld, voor een grooter kerstboekje. Besteedt het voor de kinderen, die de Zondagsschool verlaten, voor een mooier en beter psalm en gezangboekje. Leer hun en dat is hun toch duidelijk te maken dat hoe langer hoe meer blijkt in het leven, dat de tijdelijke dingen van geen waarde zijn. „Wij zyn ervan overtuigd, dat de gedwon gen soberheid in menig geval geen spoor van teleurstelling .zal brengen. Integendeel". GODSDIENSTONDERWIJZER De heer D. Dekker te Papendrecht k beroemd tot .godsdienstonderwijzer te Ed» (Gld.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1