llieumr $>iïlsri)r GTmtrant
^ïemen tsprus
3 y 3 maanden In Lelden en ln plaatsen
k een agentschap gevestigd la 2.35
y week lê ct. Losse nummer» 5 et
>pzi£e* Wj vooruitbetaling,
r K
de tentiepnjzen:
iet I
ijzeVi «t P«r regel Ingezonden Mede-
jelingen 46 ct per regel Minimum
ait.aregel* Bewijsnummer S ct Bij co»
v"jwt belangrijke korting
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
Bur. Redactie en Administratie;
©REESTRAAT 123. LEIDEN.
Telefoon 22710.
(Na 6 uur 23166).
Postbox 20. Postrek. 66934
No. 6252
DINSDAG 15 OCTOBER 1940
21e Jaargang
L-fi.
I lev*
IU
ingde wis'
in L relig'
£e I
£1 J- H. Kok f
i hg °ProePen van »Kok te Kampen"
langardsche post is een merkwaardige
id bons midden heengegaan. Om een
term te bezigen, en ditmaal
ten onrechte, werd hierdoor een
leven afgesloten. In de huiskamers
!ok bdeervertrefcken van ons Christelijk
d Ms Kok in den vorm van zijn boeken
en onmisbare gast. Hoeveel
axis den tijdsduur van bijna een halve
levejjersen van Kok verlaten hebben,
ten^6^ te zoeken en 00®t meestal te
zal(nidden van ons geestverwant volk,
jdafn Nederland; is niet zoo maar te
ie \versvak voor de branche boeken is
=^étiier, hetwelk de eerste de beste
tten oan zich een bestaan te schep-
iHi tegelijk nuttig te zijn. Daarvoor
dere gaven noodig. Kok had van
s ®dere gaven voor zijn taak ontvan-
'Qffle verte en meermalen van nabij
ollJ hefl» jarenlang gadegeslagen. En
Ifen ons zijn koopmansgenie, zijn
or jisch talent, zijn liefde tot het
^"jvolk, en zijn groote beginseltrouw.
)0 (pel van een Calvinist, die religie
wist te verbinden, doch zeker
religie-rin het geheele leven op-
.groote doel: het verbreiden
ng jek, van het goede boek, van het
lantjl ij k e boek.
ldeileurzin opende steeds weer nieuwe
!'s q omgangsflair schiep hechte ban-
eel,lQ auteurs; zijn diep levensbeginsel
aardt hij trouw bleef aan zijn devies
loers". Het spreekt vanzelf, dat een
^ie zulk een groot fonds vormde
ijn iet altijd even gelukkig was, doch
vslechts geringe uitzonderingen. In
Pulen ontsnapte er niet dikwijls wat
®01Aerpe keur. Een zoogenaamde best
i kalm terzijde geschoven, en niet
en, wanneer Kok meende door uitgave
'S^Jers te raken.
opbeste jaren was Kok de uitgever
m éengegane grooten onder ons, van
i van Bavinck, en zij, die de geeste-
^ae^is van deze heroën moesten aan
belandden met htm geschriften ook
bef hem aan.
ider rijke, tot in den ouderdom door
bet1>eid gevulde leven, werd afgesloten,
woord van dank aan God, Die
ïestiaast schepsel nlaatst
4en gaven, om samen te ijveren
omst van Zijn Koninkrijk. Bereidt
les Heeren, geldt voor ieder onzer,
jcfook zeker voor wie onder ons zijn
t aan boek of periodiek. Op een
idere wijze heeft Kok hieraan mede-
ai daarom zal zijn nagedachtenis in
Afing blijven leven.
„4 Wat niet is gebluscht
en de traan gaan alle eeuwen door
5 Emen. Homerus, de Grieksche zanger
nv«ljd wist het al, en de echo op rijn
menigvuldig geweest. Zoo mogen
_ot If el danken, als hij temidden van
30 rgen de gave toebedeelt van den
t. itqumor-
xvelÏF een gedwongen lach. Vieemd
waren Job in zijn ellende vooralsnog
^^geklonken, toen zijn vriend, zijr.
vertrooster, Elifaz, hem zeide:
'TE! verwoesting en tegen den honger
o^c^ien". Zoover was Job nog niet. Had
1st den dag van zijn geboorte ver-
drl<
bhên'k een zondig lachen, de lach van
nersj ook, in den tweeden Psalm, een
kg sde Goddelijke ironie. Maar daar
geschreven: „Zalig zijt gij, die nu
nt gij zult lachen".
1 tijd vooral mogen we dankbaar
jet geschenk van den humor. In het
(Weekblad voor Kerk en Christen-
ft Ds. E. L. Smelik een loflied op
den vriend". Deze vriend, zegt hij,
huis tot huis, slentert door de
t op de tram. Hij is nergens, waar
sproken wordt. Of liever: hij is dan
3e zijde van de sprekers. Hij sluipt
publiek, met een steeds wisselend
t Op zijn identiteitsbewijs zal
rijn oor niet ontbreken, dat is zijn
cherpspeurend orgaan, dat hij nooit
)og mag hij nog eens dichtknijpen,
Ujft waakzaam. Hü luistert naar
:ant, naar jan-en-alle-man op straat
Hij Verstaat je ergernis, ook als die
fds blijft. De humor vliegt onver-
lusschen vliegtuigen en parachutes,
immen en granaten, bij zonneschijn
Jels. Hij kruipt in schuilkelders en
Ünes, trekt op met puinwerkers en
Bn den opbouwdienst. Hij staat
!t de queue bij distributiediensten,
ranastof en vet, van punten en bon-
ïarcheert mee met militairen van
tie, In overwinning of nederlaag;
h opsluiten in gevangenissen; gaat
zeeën en rivieren; loopt zelfs de
b met effen gezicht, maar trillend-
Snd hoeken. Hij is in de klas en op
(Hij vermomt zich in woord en
.wendt zich in proza en poëzie. Hij
k eigen taal door de gewone taal
frta de woorden door, als een snelle
aan de woorden vastgeklemd als
t>aar accent. Hij voert zijn gesprek
.'het gaande gesprek, met dezelfde
oms, maar hij geeft ze een andere
I Ge herkent hem aan terughouding
jigheid. De juist ingeslikte ondeu-
de daverende mop, de vrijmoedige
lunnen hem verraden."
or. deze stille vriend, is ons aller
-is h«£ tegenwoordig vaak vap den
t o^ergezeld.
r»scl
We
Het wild wordt geapporteerd. Precies volgens de hem geleerde instructies
brengt de jachthond den geschoten fazanten-haan naar zijn baas
(Foto Pex-Ho!land)
DE VRIJE UNIVERSITEIT
Bestaat 20 October zestig jaar
In wel groote tegenstelling met de luister
rijke herdenking van haar 50-jarig bestaan
in 1930, beleeft de Vrije Universiteit thans
haar 60-jarig bestaan. Toen een tweedaagsche
viering met indrukwekkende bijeenkomsten in
het Concertgebouw, met een viervoudige eere
promotie (van Dr. Colijn, Prof. Sebestijen, Dr.
Bakker en Dr. Rullmann), met een schitte
rende receptie, een feestmaaltijd en een
fakkeloptooht der studenten. Thans passeert
de datum van 20 October bijna in stilte, zoo
dat het papier ditmaal de drager is der
gedachten, die zich toch ook bij dezen mijl
paal zullen vermenigvuldigen. Bij den terug
blik zijn dat ongetwijfeld weer gedachten van
groote dankbaarheid, want in de sedert 1930
verloopen tien jaren heeft de uitbouw der
Universiteit geleidelijk voortgang gevonden,
dank zij inzonderheid de omvangrijke organi
satie der Vrouwen-V.U.-hulp. Thans is het
ook de naaste toekomst, die haar toon mengt
m het dant'»«d; de tijdsomstandigheden,
..-«.itve dezen gedenkdag omlijsten, beletten
een viering, zooals in normalen tijd stellig
zou aangericht zijn. Want m haar beteekenis
voor en invloed op ons volksleven heeft de
V. U. haar stijgende waarde ook in de tien
voorbije jaren weer bewezen; het jaar 1940
vindt haar in de positie van een uit sober
begin tot eer en aanzien gekomen weten
schappelijk instituut, dat zijn discipelen in
verschillende levenskringen heeft uitge
zonden, ook in het buitenland, en daarvan
de vruchten ziet rijpen.
Op dit heden valt het schoonste licht uit
het ver verleden, toen in kiem werden opgezet
alle mogelijkheden, welke het wezen van een
Calvinistische Universiteit inhoudt en die ten
deele reeds tot werkelijkheden zijn geworden.
Feitelijk ligt de idee der V. U. nog verder af
dan 1880; reeds 40 jaren vroeger was die
gedaohte bij Da Costa en Groen van Prinsterer
opgekomen. En ook ligt reeds 30 jaren vóót
1880 de eerste poging, om een eigen inrich
ting voor Chr. Hooger Onderwijs tot stand te
brengen. Zij is mislukt; het „Geref. Seminarie
tot opleiding van predikanten voor de Her
vormde en de Afgescheiden Kerk", een
stichting van den Kring der Chr. vrienden te
Amsterdam, heeft slechts op papier bestaan
want een maand vóór de opening werd het
plan door onderlinge kerkelijke geschillen
getorpedeerd. Een jaar-later heeft nog het
Schotsche Seminarie z'n deuren geopend; Da
Costa was er docent, doch na zijn dood is het
opgeheven.
Na dit voorspel is Dr. Kuyper in zijn
Standaard en Heraut begonnen, het pleit te
voeren voor de oprichting eener Vrije Univer
siteit. In 1875 wilde hij reeds aanvangen met
een Chr. Universiteit op breeden grondslag,
door de gansche Prot. orthodoxie gesteund,
doch ook dit plan mislukte. Dr. Kuyper gaf
het echter niet op en kwam al spoedig met
het plan voor een Gereformeerde Universiteit.
Het ontwerpen van de hiertoe noodige stuk
ken, statuten en de landelijke organisatie
weid door Prof. Rutgers verzorgd; „deze de
troffel, Kuyper het zwaard". In dezen tijd
valt oolr het aanbod aan Kuyper en Rutgers,
om hoogleeraar aan de Amsterdamsche
Universiteit te worden, op voordracht van het
classicaal bestuur aan de Synode voor te
dragen. Vanzelfsprekend werd aan dezen
lokzang geen gehoor gegeven.
Op 12 Febr. 1879 waren de Statuten der
Verg. voor Hooger Onderwijs op Geref.
Grondslag Kon. goedgekeurd, Directeuren en
Curatoren benoemd. Dan volgde de veel
inspanning vragende benoeming van hoog
leeraren. Hoe gaarne had men Prof. Böhl uit
Weenen en Prof. Bavinck (later pas benoemd)
als eersten aan de V. U. verbonden!
Tot de eerste theoL professoren zou ook
Dr. van Ronkel behoord hebben, hadde hij
zich niet op het laatste oogenblik om gezond
heidsredenen teruggetrokken. Uit Soldin in
Duitschland kwam voor de litter, faculteit
Dr. Dilloo, die echter na eenige jaren weer
naar zijn vaderland is teruggekeerd. En zoo
is men dan begonnen met het groote vier
manschap Kuyper - Rutgers - Fabius - Woltjer,
waarbij tot 1886 Hoedemaker, later gevolgd
door de Savornin Lohman en de Hartog. In
1889 is Geesink gekomen.
Het was derhalve een sober begin, wat de
hoogleeraren betreft (althans in aantal), maar
ook met studenten. Men begon met.... drie
bij de opening der colleges, en na nog drie
meer was er nog niet een jurist of litterator.
Na 50 jaren telde de V. U. 271 thèol., 98 jur.
en 73 litter, studenten.
Deze cijfers zijn ten deele het antwoord
geweest op de vraag, of de V. U. bestaans
reden had. En andersdeels werd haar betee
kenis geaccentueerd door het bezetten van
honderden kansels, advocaturen en leeraars
plaatsen door haar discipelen, gevolgd door
de benoeming uit haar oud-leerlingen van
hoogleeraren. De invloed van al deze dingen
tezamen is uiteraard niet in cijfers tot uit
drukking te brengen, maar het is volkomen
begrijpelijk, dat die invloed (bijv. in de regee
ring van Rijk, provinciën en gemeenten, in
de wetenschappelijke literatuur en in de
vorming van een gansch geslacht van jonge
ren) groot, verreikend en langdurig te noe
men is. In 1905 is door haar stichter, nu als
Minister zijn bouwwerk voltooiend, de effec-
tus civilis verkregen, welke de V. U. op
gelijken voet bracht met de openbare Univer
siteiten. Gelijken tred heeft daarmee gehouden
de toeneming van het aantal hoogleeraren en
dat der leerstoelen (o.m. in geschiedenis, Ned.
taal- en letterkunde, later ook paedagogiek)
en als laatste tak de nog niet voltooide facul
teit der wis- en natuurkunde, waardoor de
V. U. allengs haar completeering genaderd
was. De geneeskundige faculteit, in de voor
bereiding waarvan de naam van Prof. Bou-
man de beste verwachtingen deed koesteren,
en die van Prof. v. d. Horst het huidige
tijdperk vertegenwoordigt, is nog niet tot
stand gekomen; zij stelt, evenals die der
wis- en natuurkunde, zóó hooge financieele
eischen, dat het voor de V. U., die geheel uit
de bijdragen van haar geestverwanten en de
collegegelden leeft, nog niet mogelijk is, de
zoozeer gewenschte voltooiing te bereiken.
Zestig jaren is in het leven eener Univer
siteit een kort tijdperk; temeer mogen de
vrienden der V. U. zich gelukwenschen, dat
zij in zóó korten tijd, en dat zonder de vopr
Rijks-Universiteiten openstaande Rijkskas,
zich heeft kunnen ontplooien tot den omvang
en de beteekenis, welke zij nu heeft. Zij
dankt dit grootendeels aan de groote en
duurzame liefde van het volksdeel, dat haar
beginselen deelt en dat met voorbeeldige
toewijding harer hoogleeraren, die het waag-
heeft geofferd. Maar niet minder aan de
toewijding harer hoogleeraren. die het vraag
stuk dat immers een geloofsstuk was!
hebben uitgewerkt, om in de periode der
ovérheersching van „het denkend deel der
natie" een wetenschappelijk centrum te bou
wen, dat op zijn beurt bewezen heeft, dat
nog een ander denkend deel bestaanbaar is.
Haar discipelen hebben eervolle posities aan
vaard in allerlei levenskring van staat en
maatschappij en cultuurleven; haar hooglee
raren maakten zich naam tot ver buiten de
grenzen; haar relaties met andere landen
en werelddeelen (Hongarije, Z.-Afrika. N.
Amerika en Ned. Indië) weerspiegelen haar
groeiende internationale beteekenis; in haar
contact met de Ver. tot Chr. verzorging van
geestes- en zenuwzieken, evenals met den
leerstoel der paedagogiek, bracht zij ook haar
waarde voor de toegepaste wetenschap tot
gelding en ten slotte worde gewezen op het
aandeel dat de V. U. indirect heeft gehad en
heeft op den stand der wetenschappelijke
litteratuur, door de geschriften van haar
hoogleeraren, promovendi en oud-studenten.
Zoo mag het 60-jarig bestaan, zij het dan
in de schaduwen van heden en morgen, her
dacht worden met grootpn dank aan den
Almachtige, die geloofskrachtige mannen ge
roepen en bekwaamd heeft tot de fundeering,
vele anderen gegeven heeft tot op- en uit
bouw der»Vrije Universiteit, die in de dagen
harer stichting ook door andersdenkenden is
begroet als ^er, heroïeke poging, welke be
wondering afdwong. ZM trad, zoo resumeerde
ir 1930 Prof Di. H H Kuyper haar bet e
kenis, niet alleen of voor de souvereinïteit
der wetenschap in eigen kring, maar ook,
om voor het Gereformeerde volk fin al rijn
schakeeringen) wetenschappelijk de leiders te
vormen, welke het noodig had. en bovenal,
om op het gebied der werenschap op te
komen voor de souvereinïteit van Christus,
den Koning der wetenschappen en voor Hem
de hulde en eer te vragen, die een neutrale-
humanistische wetenschap Hem onthield.
EENHEID VAN KERKEN
Ter jongste vergadering van de classis
Haarlem der Geref. Kerken kwam een
schrijven ter tafel van een predikant behel
zende het voorstel om de Chr- Geref. predi
kanten uit het classicaal ressort als advisee-
rende leden tot de classicale vergaderingen
toe te laten. De classis oordeelde dat dit een
kwestie is voor de deputaten die inzake de
eenheid door de Generale Synode zij.i be
noemd.
Levensgang van den heer
J. H. Kok
In enkele trekken gaven we reeds een
vluchtig beeld van den heer Kok en zijn ar
beid. Hieronder moge nog een meer voledig
overzicht van dit merkwaardige leven volgen.
Jan Hendrikus Kok werd 8 Octooer 1871
te Dokkum geboren als zoon van ds. A. F.
Kok en Johanna Cornelia van Andel. Zijn
vader overleed in Mei 1874; met zijn moeder
trok hij in Augustus van dat jaar naar Kam
pen waar hij de lagere school bezocht.
Achtereenvolgens was hij werkzaam voor
de opleiding in den boekhandel bij den uitge
ver A. W. Sijthoff te Leiden, den boekhande
laar WHilarius te Almelo, en den drukker
uitgever G. Ph. Zalsman te Kampen. In No
vember 1894 vestigde de heer Kok zich als
boekhandelaar te Kampen. Al spoedig werden
door hem enkele kleine werkjes uitgegeven,
langzamerhand gevolgd door meer en grootere
werken De uitgeverij breidde zich zoo uit,
dat reeds in 1907 de boekwinkel van de hand
werd gedaan, om zich op het uitgeven te spe-
cialiseeren.
Van verschillende bekende auteurs had de
heer Kok vóór 1907 reeds werken uitgegeven:
prof. Bettex, ds. J. Kok, dr. B. Wielenga,
prof. H. Bavinck, dr. A. Kuyper (1901: „Drie
kleine vossen"), vertalingen van Calvijn, Go-
det e.a.) In 1907 ging het geheele fonds der
werken van dr. A. Kuyper in handen van
den heer Kok over. In 1909 werd begonnen
met de uitgave van Mathew Henry's Bijbel
verklaring. En sindsdien verscheen het eene
werk na het andere van de persen van Kok.
Bij de talrijke boeken, die de heer Kok op de
markt bracht en die ongeveer een 1500 uitga
ven tellen, zijn er heel wat die het resultaat
zijn van zijn eigen initiatief, van welke de
idee van hem is uitgegaan. Als twee der be
langrijkste uitgaven, die op zijn initiatief zijn
uitgegeven, noemen wij de Korte Verklaring
der H. Schrift met nieuwe vertaling en de
Christelijke Encyclopaedie in 6 deelen. In den
loop der jaren heeft hij tal van bekende ge
leerden en kunstenaars aan zijn bedrijf we
ten te verbinden.
In de uitgeverswereld was de overledene een
figuur van beteekenis. In de vak-organisatie
trad hij op den voorgrond; eenige malen was
hij bestuurslid van de Vereeniglng ter bevor
dering van de belangen des Boekhandels.
Ook publicaties over vak-onderwerpen vér-
schenen van zijn hand: in 1905 „Auteursrecht
en Berner conventie", in 1905 in de serie „Pro
en Contra" bij de Hollandit Drukkerij te Baarn
over de vraag: „Aansluiting bij de Berner Con.
ventie?" schreef de heer Kok het c o n t
tegenover den bekenden letterkundige Her
man Robbers, die het pro verdedigde in 1908:
„Is debiethandel ten doode gedoemd?"
In kerkelijk-, vereenigings- en openbaar
leven was de heer Kok een prominente
figuur. Jarenlang was hij diaken der Geref.
kerk te Kampen; later, tot aan zijn dood,
voorzitter van de Commissie van Beheer der
Geref. Kerk te Kampen. Vaak werden door
hërft Uitgaven ter perse gelegd ter wille van
het goede doel, in het belang van kerk en
koninkrijk Gods; ook al wist hij vooruit dat
het financieel nadeel beteekende. In 1939
schreef hij zelf een boek: „Uit de geschiede
nis van de Geref. Kerken in Nederland
1882—1892 en 1893—1902".
Vele jaren was hij bestuurslid en voorzit
ter van de Vereeniging tot stichting en in
standhouding van Chr. Scholen te Kampen;
voorzitter van de gebouwencommissie en lid
van de Schooldagcommissie der TheoL Hooge-
school; penningmeester van het Pensioen
fonds der Theol. Hoogeschool; penningmees
ter van het Geref. Gymnasium, enz. enz.
Voorts was de heer Kok in den loop der
jaren bestuurslid en voorzitter van tal van
plaatselijke vereenigingen en commissies,
regent van de Vereeniging voor Geref. Zie
kenverzorging (Ziekenhuizen „Salem" te
Ermelo en „Bethesda" te Hoogeveen). Voor
de stad Kampen heeft hij ook veel gedaan,
want hij had zijn stad lief.
Wederkeerig was hij een der meest geziene
ingezetenen der stad. Van zijn hand ver
scheen: „Geschiedenis van de Weeshuizen te
Kampen"; verder heeft hij in een lijvige bro
chure de stad Kampen verdedigd tegenover
de agitatie in de pers inzake concentratie
van scholen voor verlofsofficieren te Kam
pen; voorts de belangrijke publicatie: „Dt
Kamper uienimport".
Ongeveer 20 jaren was de heer Kok lid van
den gemeenteraad van Kampen; ook is hij
lid geweest van de Prov. Staten van Overijs
sel. In verband met een gemeenteraadsdebat
destijds publiceerde hij: „Zondagsrust en
Zondagsheiliging". Hij was een zeer pro
minente persoonlijkheid in het burgerlijk en
kerkelijk leven van Kampen. De heer Kok
was ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Federatie van Diaconieën
Eerste provinciale samenkomst.
De eerste van een reeks vergaderingen
van de Federatie van Diaconieën in de Ned.
Herv. Kerk met de diakenen in de verschil
lende provincies, zooals deze in ieder winter
seizoen worden gehouden, vond Zaterdag
12 October in de Nieuwe Kerk te Amster
dam plaats.
Niettegenstaande de moeilijke reisgelegen
heid namen afgevaardigden van een dertig
tal diaconieën uit de provincie Noord-Hol-,
land aan deze vergadering deel, terwijl ook
zeer vele diakenen uit Amsterdam zelve aan
wezig waren.
De samenkomst stond onder leiding van het
lid van het College van Diakenen in de
hoofdstad, den heer G. Fritzsche, terwijl
als referenten optraden de voorzitter van
de Federatie, prof. dr. J. R. Slotemaker
de Bruine, en de algemeen secretaris, de
heer W. J. Hemmes.
Principieele en practische vraagstukken op
het gebied van de kerkelijke armverzorging
werden besproken, waarna gelegenheid ge
geven werd tot gedachtenwisseling.
Hieraan namen vele diakenen deel; de
sprekers van dien middag hebben de aan
wezigen zeer aan zich verplicht door ver
schillende vragen en moeilijkheden nader toe
te lichten en uitvoerig te behandelen.
Van die dankbaarheid getuigde ds. A. C.
van U c helen, predikant-directeur van
de Ned. Hervormde Diaconesseninrichting te
Amsterdam, die aan het einde der vergade
ring een korte toespraak hield, waarin hij
de aanwezigen opwekte den arbeid in ge
trouwheid voort te zetten naar de beginselen
en inzichten, welke dien middag waren uit
gedragen.
De Haagsche gemeente-
begrooting voor 1941
Een tekort van zes millioen gulden
Verschenen is de begrooting van de ge
meente 's-Gravenhage voor het dienstjaar 1941.
Het ontwerp van B. en W. vertoont een
tekort van zes millioen gulden. Dit tekort is
ojn. een gevolg van de lagere winsten voor
de vier gemeentelijke productiebedrijven en
van de verhooging van de uitgaven voor
politie, armenzorg en werkverschaffing.
Ter dekking van dit tekort overwegen B. en
en W. de volgende maatregelen:
1. Verlaging van de geraamde uitgav.
2. Verhooging van den gemeentelijken
belastingdruk.
3. Tijdelijke stopzetting van afschrijvin
gen bij de bedrijven en
4. het aanspreken van de reserves.
Bij den opbouw medewerken
Als goede vaderlanders zegt
prof. Waterink
Over het onderwerp „Verwikkelingen" heeft
Prof. Dr. J. W a t e r i n k, hoogleeraar aan de
Vrije Universiteit, gesproken in een gecombi
neerde vergadering van de A.R. Kies vereeni
gingen VI en IX te Amsterdam.
In dezen tijd, aldus spr., zijn er tal vaD
verwikkelingen. Veel is in den knoop geraakt,
ook in ons zelf. Er is verder allerlei begrips
verwarring, en velen houden het hoofd niet
koel in de omstandigheden, waarin wij ver-
keeren.
Wanneer wij als Christenen innerlijk in de
knoop geraken, is dit een bewijs, dat wij de
juiste lijn in het leven niet in het oog hoüden
Moeilijkheden liggen ook op politiek terrein.
Geen enkel volk, dat verkeert in den bezet
tingstoestand als het onze, kan het politieke
leven op de juiste wijze zien.
Toch is het goed, dat een kiesvereeniging in
dezen tijd vergadert en onze roeping is, ze(
spr., dat wij ons afvragen wat heerschen moet
in het publieke leven: geprikkeldheid of be
lijden van onze beginselen. Duidelijk is, dat
wij onder een bezettende macht geen nieuwe
rechten verkrijgen, wel nieuwe plichten
Hieruit volgt, dat niemand eigen rechter kan
zijn en wij ons aan de bezettende overheid
hebben te onderwerpen. Deze staat onder eene
zekere rechtsorde; in werking zijn getreden
rechtsregels van de Haagsche conventie, vele
jaren geleden internationaal tusschen de
volkeren afgesproken. Binnen den kring dezer
rechtsorde zijn wij tot gehoorzamen verplicht
en als gevolg hiervan hebben wij veel wat
ons lief is voorloopig het zwijgen op te leggen,
al blijven wij erkennen voor ons zelf wat
eisch van het beginsel is. Onder alle omstan
digheden en ohder elke overheid hebben wij
te gehoorzamen, echter tot aan de grens van
Gods gebod. Intusschen ziet spr. thans geen
reden tot het „Hier sta ik, ik kan niet anders.'
Dat ons volk nog steeds kon spreken over
politieke kwesties, achtte spr., gelet op dp
constellatie in andere landen, eigenlijk een
wonder, een zegen Gods. Ons land verkeerde
in een uitzonderingspositie. God heeft ons veel
in ons land geschonken, bijv. de vrijheid van
enderwijs, een kostelijk politiek èn cultureel
goed. Thans begint de strijd niet over
vraag: de Bijbel op de School en anders onze
Christelijke scholen dicht.
In de huidige politieke, economische en
cultureele vragen hebben wij juist te onder
scheiden. Wij kunnen niet begeeren het
Holland ven 9 Mei onvoorwaardelijk te be
houden. Tegenover extremistische richtingen
moet een nationale eenheid aanwezig zijn als
adres voor de bezettende overheid. Spr. achtte
de Nederlandsche Unie hier niet voor aange
wezen. Hij zou wenschen een zekere onzicht
bare nationale unie, waarin de massa van het
Nederlandsche volk gerepresenteerd is.
In dezen zoo gecompliceerden tijd is voor de
A.R. kiesvereeniging, vervolgde spr., momen
teel weinig te doen. Misschien komt metter
tijd een unie, waarachter wij ons zouden kun
nen scharen. Als wij ons geven, kunnen wij
aat slechts doen als Nederlanders, uitdragend
ons vaderlandsch bezit. Daarom is er hoop
voor een toekomst, die intusschen niet precies
gelijk wordt aan het verleden, aan de situatie
van 9 Mei. Dat zou slechte politiek zijn, een
hoogst bedenkelijke verwikkeling. Wij zijn ook
Christelijk-historisch en derhalve erkennen
wij, dat aan het verleden, ook aan ons zelf,
fouten kleefden. Spr. denkt in dit verband
aan de R.K. Staatspartij, die in de laatste
jaren zich in haar zucht naar de macht ver
zet heeft tegen de kabinetten-Colijn, doch
sedert in vijf maanden als een pudding in
elkaar is gezakt. Met groote dankbaarheid
mag spr. constateeren, dat de organisatie der
A.R. partij behouden bleef.
Bij den opbouw van ons vaderland moeten
wij als goede vaderlanders medewerken. In
dezen tijd hebben wij gelegenheid onze fouten
af te leeren en ons inmiddels voor te berei
den op den nieuwen staat van zaken, die in
elk geval vol moeilijkheden zal zijn. Het zal
niet langs gebaande wegen gaan. Alleen als
wij onszelf paraat maken, den greep behouden
op ons volk. zullen wij kunnen medewerken.
Het zal moeten worden een principieele be
zinning op de vraag „Wat nu". Duizenden
zijn losgeslagen van hunne grondslagen. Wat
is er terecht gekomen van de S.D.A.P.? Wij
willen mede helpen aan den opbouw van ons
volk in sociaal en politiek opzicht en uit
dragen, rustig en sterk, ons belijden, dat alle
dingen niet bij geval, maar van Gods Vader
hand ons toekomen. Dat belijden geeft kracht
en culmineert in de belofte: Je maintiendrai:
Heer, om Uwentwil: ik zal handhaven. Zóó
gezien zijn er bij alle complicaties van dezen
tijd, besloot spr., geen verwikkelingen.
DE VERDUISTERING
ln het belang van de naleving van
de bepalingen ten aanzien van de ver
duistering
Zonsondergang 15 Oct 18 u. 46
Zonsopgang 16 Oct 8 u. 07 m.
M a a n s o p g a n g 15 Oct 18 u. 32 m.
Maansondergang 16 Oct. 8 u. 04
Kas-Vereeniging N.V.
ANNO 1865
Amsterdam C. Spuistraat 172
Bewaren van Effecten
met Administratie
Onze nieuwe Brochure „Be
wind en Executeele" wordt
gaarne op aanvr. toegezonden
TROMPENBERG's
PALACE HOTEL
HILVERSUM - Tel. 7941 (2 lijnen)
HET GEHEELE JAAR GEOPEND
Dr. H. NANNlNG's
Zetpillen tegen Aambeien
werken pijnstillend en genezen in
korten tijd de ontstoken slijmvliezen
Verkrijgbati bij til* Apothekerr- «o Drogist»
4 fl. 1.50 pci doosje van 12 stuks.
Dr. H. KANN1NC*s fk»m. Cium. NV. PEH HUC.
GEP. KOLONEL C. A. VAN
LOENEN t
Een krijgsman uit den tijd van de
onderwerping van Atjeh
Hier te lande is bericht ontvangen, dat
op 16 September te Antibes (Zuid-Frank
rijk) op 88-jarigen leeftijd is overleden
gep. kolonel van het Indische leger C. A.
van Loenen.
Wijlen kolonel van Loenen heeft tot de
meest vooraanstaande figuren .behoord,
die generaal van Heutz in het laatst der
vorige eeuw krachtig terzijde hebben ge
staan bij de onderwerping van Atjeh.
Door zijn kalm en laconiek optreden,
zijn persoonlijken moed en zijn doorzet
tingsvermogen, had hij, vooral tijdens en
kort nk de Pedirexpeditie, in hooge mate
het vertrouwen van den opperbevelheb
ber, wat we! daaruit bleek, dat, naast de
maréchaussée's, de successievelijk door
hem gecoirdhandeerde bataljons steeds
van de partij mochten zijn, wanneer bij
zonder belangrijke tochten of hachelijke
ondernemingen op het programma ston
den.
Wederom bommen op Den Helder
Zondagavond zijn wederom bommen ge
vallen in de bewoonde wijken van Den Hel
der. Ditmaal werden de perceelen Reiger
straat 78 en 80 door bommen vernield. De
huizen waren niet bewoond. Er zijn geen per
soonlijke ongelukken te betreuren. Wel is de
materieele schade aanzienlijk.
Bommen op Hoek
Ook in Hoek (Zeeland) is een huis ver
woest en zijn drie huizen beschadigd. Boven
dien werd een persoon zwaar en een licht
gewond. Op andere plaatsen waar Britsche
vliegers bommen hebben uitgeworpen, werd
gelukkig niet veel schade aangericht
De moord Ie Oss
Alle voorloopig gearresteerden in de moord
zaak-ten Brok zijn op vrije voeten gesteld met
uitzondering van den als vermoedelijken
dader aangehouden van E.
Uit getuigenverhooren zou zijn gebleken,
dat van E. den doodelijken steek moet hebben
toegebracht. Van E. blijft ontkennen. Hij zal
niettemin ter beschikking van den officier
van justitie te 's-Hertogenbosch worden ge
steld.
Het schijnt dat ten Brok eerst bij het huis
van Van E. is geweest en dnt daar ruzie is
ontstaan. Van E. zou toen in huis een wapen
zijn gaan zoeken. Ten Brok is daarop ook naar
huis gegaan en keerde ook met een wapen
terug. Bij de tweede ontmoeting had de
steekpartij plaats.
Onder voorzitterschap van mevrouw A. B.
van Riel-Smeenge heeft Zaterdag in het sta-
tionskoffiehuis te Assen het Comité tot stich
ting van een monument voor de Drentsche ge
sneuvelden vergaderd, met burgemeesters en
andere afgevaardigden uit de Drentsche ge
meenten.
Op voorstel van een der aanwezigen werd hat
voorloopig comité omgezet in een definitief co
mité van uitvoering.
Daar de commissaris der provincie Drenthe,
mr. dr. R. H. baron de Vos van Steenwijk, om
persoonlijke redenen meende het hem aange
boden eere-voorzitterschap niet te kunnen aan
vaarden, werd tot eere-voorzittcr benoemd mr.
J. Bothenius Lohman, burgemeester van Assen.