£A( £ii0AC SEPTEMBER 1940
.i ,1 <y*rv
PAG. 3
:eld
UWE DINGEN TUSSCHEN
KAMPEN EN LEMMER
7°8er - Nearer >erg" als doorgangsstation en ufrstralingspunt
ran wegen te land en te water
Van J
►c d< g in de wcer
mffhondet rbeiders zijn tien
ryaan
;ter Is
115%
waren
tocht dotde stille Zuiderzee-
I j het schijnt geen ellebogen
ebben om uit de klemmende be-
imp se omhoog en vrij te
schrijft een bijzonderen cor-
iei bei lont in het Ne rden is het een
,n noR g ln het d-jJt gebied
ers in
iirectie
den IJssel
bestuurders de
el den tijd 1 jk hebben gezet.
•n d' 'c. .aagd van Kampen in
-billijkten m kon aanschouwen,
te ket men, gelo /en wij, een blozende
zien, die u van haar „Klein Neu-
[- igeJiik i'n' ietor de Stuers Kampen
1 hee iin g paste termen van hoop
crtro'j-.v n i de toekomst zou ver-
e int^Kampen lijkt ns ontegenzeggelijk het
de i sr sra-n ®^e latsen op het kustland
i aUe| a N.O. Poldei gelegen
de
jke w
itstralingpunt van wegen te land
^3' -ri De IJ:. die Kampen levend en
ii verleden, heeft de stad
or verv v afsterving behoed: aan
n ontbloeide nijverheid,
trie; en het deltagebied
•-eiiandi ichtte zij met een vijf-
r ys eem, bevloeide dezen
ig legen bodem met het
i er an Ketel, Rechter diep,
den N.O. Polder, die van Ramspol (het Noord
westelijke punt van het Kampereiland) via
de afdamming van het Ganzendiep nabij de
stad de mooiste verbinding met het nieuwe
poldergebied zal geven. Naar men weet, moest
het Ganzendiep worden afgesloten, opdat het
boezemmeer zijn functie goed zou kunnen
vervullen. Tegelijkertijd verkreeg Kampen via
dezen dam die dezen herfst gereed komt
de mooiste oplossing van het vraagstuk, hoe
de verbinding met den polder het best tot
stand kon komen- Deze weg, die vermoedelijk
in 1941 gereed zal komen, verkrijgt een kruin-
breedte van 16 m, met een verhardings
breedte van 5.5 m, terwijl de nieuwe weg
terstond van rijwielpaden zal worden voor
zien, daar een tamelijk druk verkeer er te
verwachten is.
Nog altijd blijft Kampen hopen op een
nieuwe IJsselbrug, welke bouw in 1939
reeds in kruiken en kannen was, maar die in
verband met de tijdsomstandigheden moest
worden opgeschort. Eén ding is intusschen
duidelijk: deze naar alle kanten uitdijende
stad zal straks een brug noodig hebben, die
niet (gelijk de oude) het verkeer verlang
zaamt en in de engte perst, maar integendeel
het passeeren en doorvloeien laat volgens het
rhytme van een levende stad met bijna 21,000
inwoners en een straks aanzienlijk verleven
digd centrumverkeer.
De toekomst, die Kampen voor zichzelve
verwacht, legt het nog andere verplichtingen
op; zoo mogelijk wil het zijn jarenlang ge
kt xi
Tdeei
KEL
fo
Om
■O, t
:hi
beni
ie ,het^!g^riëp; zelir'tot
iepvS,7 cache
on it de rUic: weiden.
dew4h.it de gemee. te Kampen uit de in-
,n Aie ;-i h J indien de positie inneemt
wem roi-t-VLoeboer boert zij niet kwaad, zoo-
brgrooting or 1940 niet belast is
k nadeelig - Ido, terwijl zij in staat
mi melkprijs n 5% cent (1939) op 5.4
-rug te brengen. Wij spreken over de
,ee!s dingen "erder niet, omdat wij
zaken te beschrijven hebben, doch de
ink ;nsten en uitgaven wijst niet
semlte K" .y.
sting burgemeester van Kampen, de heer H.
t 100 flenhof. bestuurt van zijn ruime, impo-
betai'■- werkkamer ten stadhuize uit deze
:t 19t' di: uitgestrekte platteland, en hij ver
is gaarne van de toekomstmogelijkheden
ff - daden van bestuur, als
er zoo el mogelijke wendingen
One' us< :hen heeft de stad den
eehan, t en de directie van de
et"vi ïT- ccer (N.O Polder) verleden jaar het
n u. w nieeling onderzoek en de
^technische afieeling in Kampen te
Het gemeen i-ebestuur stelde het oude
ikb; ar, vond de vereischte
n de oppeling van dit gebouw
sigarenfabriek, en toen
•n gebouwen bezichtigden,
indruk gekregen van den om-
iken labo r: imarbeid, die hier straks
in crze nat enkel ten behoeve van
Pclcter, doch óók strekkend ten gun-
Pgroi n ordere opolderingen in de kom
rr„ M '-ebneer Op wel zeer gelukkige
ges' ?e - -ireenite Kampen hier de in-
relatie niet den N.O. Polder ge-
.vkeersvraagstuk
een sta
zullen s
kortwiekte industrie een goed stel vleugels
geven. Reeds heeft het gemeentebestuur het
plan a a n ha ngij^e m a ak t or^directbij de stad,
eiland, eën hf vS^icornpréx. ^föi dijna
7 ha, met overslagbedrijf aan te leggen,
mitsgaders een industrieterrein van 10 a
12 ha. Wat Lemmer voor de scheepvaart in
het Noorden zal beteekenen, dat zal Kampen
voor de scheepvaart aan den Zuidwal van den
grooten polder zijn. Daarom lijkt het goed ge
zien, ook in dit opzicht voor te wachten
kansen het bed te spreiden.Thans bezit de
stad enkele groote sigarenfabrieken, benevens
hierbij aansluitende kleine bedrijven en huis
industrie, voorts een belangrijke metaalin
dustrie, een emaillefabriek en een drijfriemen-
fabriek. Men ziet: voor het Kampen van
morgen, met de uitstekende landwegen èn
scheepvaartverbinding, lykt het vertrouwen
in het vestigen van nieuwe industrie er
venbedrijven niet utopistisch.
Met het opveerende Lemmer heeft het zijn
voordeelige ligging zich bewuste Kampen
veel wenschen gemeen; ook het plan tot op
richting van een ambachtsschool. Een ver-
eeniging voor dit doel is opgericht, de raad
heeft reeds grond voor de te bouwen school
beschikaar gesteld, terwijl men met Urk
overleg is om per speciale boot dagelij k de
leerlingen naar en van Kampen te vervoeren.
Gelijk een spin in haar web, zoo zal Kam
pen er straks liggen in zijn net van verbin
dingen. Die spin moet men dan denken als een
groot-koeboer en een industrieel, in één per
soon het gemeentebestuur vereenigd,
waarvan burgemeester Oldenhof de beziel
de leider is. Voor zoover men er zich niet door
de niet rooskleurige tijdsomstandigheden uit
het veld laat slaan, kan Kampen gelooven
wij „ruhig sein".
Het keteldiep krijgt een
nieuwen mond
Wie van Kampen uit „naar zee" vaart,
loopt verschillende nieuwe dingen op het lijf.
Ir. Klazema van den dienst der Zuiderzee
werken vertelde ons, dat, na de afsluiting van
het Ganzendiep, de IJsselmond verbreed
moest worden, omdat deze rivier anderhalf
maal zooveel water af te voeren krijgt. Dit
breede vaarwater is nog weer eens met 25
verbreed, terwijl de kribben (stroombrekers)
zijn ingekort; deze verbeteringen betreffen
het riviergebied tusschen Ganzendiep
Rechterdiep (5 km).
Even voorbij de plaats waar het Rechter
diep is afgesloten, komt men weer voor
iets nieuws te staan: hier blijkt de Ketel op
eens een nieuwe monding te hebben gekre
gen! Dwars door de Kattenwaard is dit breede
water afgegraven, waardoor straks het water
van Ganzendiep en Rechterdiep zal worden
afgevoerd. Hier wordt tevens er voor ge
zorgd, dat het zand, dat de IJssel mee af
voert, wordt afgezet niet in den Ketelmond,
maar in de afwateringsgeul (nieuwe mon
ding). Deze mond wordt op een diepte van 3.5
Ter plaatse, waar het Kampereiland een
brugverbinding met den nieuwen polder zal
krijgen, in het vier kilometer breede vaarwa
ter vóór den Ketelmond, dat open blijft tus
schen N.O.-polder en Z.O.-polder, heeft mer
een afwaterings- of weerstandsgeul gepro
jecteerd, teneinde te kunnen voorkomen, dat
bij dynamische opwaaiïng van het IJsselmeer
in den nauwen doorgang bij den Ramspol te
groote stroomsnelheden worden verkregen.
Naast deze afwateringsgeul, die vier km lang
zal worden, is men ten Noorden bezig aan het
graven van een scheepvaartgeul ter lengte
van 18 km. Tusschen Ramspol en het Zuid
punt van den polder moet men zich dan
straks een breed vaarwater denken, over
brugd door twee in elkanders verlengde lig
gende bruggen: ten Noorden een beweegbare
brug, en ten Zuiden een vaste brug. Deze
laatste is dus geprojecteerd over de afwate
ringsgeul.
De arbeid is hier nog in vollen gang! Een
vijftien zandzuigers en vijf baggermolens
zijn er in actie, en gezamenlijk verzetten zij
130,000 m3 grond per week. Het zand wordt
direct uit de geul in het dijklichaam gespo
ten. Zoo groeit hier de Ringdijk tot een totale
breedte van 150 m. 1200 Arbeiders zijn bij de
dijkwerken tusschen Kampen en Urk tien
uren per dag in de weer. Bijna de geheele
dijk van Urk naar Ramspol wordt geboir 1
op een grondverbetering, d.w.z. dat de aan
wezige grond eerst onder den waterspiegel
moest worden weggegraven, om het ge
vaar van bodemverschuivingen in de toekomst
te voorkomen, waarna in de onderste lagen
draagkrachtig zand is gestort.
Zoo groeien hier de nieuwe dingen aan
liet ctlax-d isschteL «nJLemmer.
NAMEN VAN GELDSTUKKEN
Romeinen en Germanen
kenden het vee als
waardemeter
Hedendaagsche muntnamen en
oude namen, die nog niet geheel
vergeten zijn
Aan een artikel van, den heer A. Hallema
over de namen van geldstukken ontleenen
wij het volgende:
Pecunian en faihu.
Ieder, die wel eens wat heeft gelezen over
de geschiedenis van het ontstaan van het geld
verkeer, zal zich nog wel herinneren, dat voor
al v e e in vroeger eeuwen, heel lang geleden,
den grondslag vormde van het geld als ruil
middel. Zoo vertelt de Grieksche dichter
Homeros; dat Glaukos een gouden wapenrus
ting had, welker waarde op honderd ossen
werd geschat. Ook in het voormalige Romein-
sche rijk was de os en in 't algemeen het vee
waardemeter voor het handelsverkeer, even
eens bij onze Germaansche voorouders. Dat
bewijzen zoowel het Latijnsche woord voor
geld. namelijk pecunian, afgeleid van pecos,
d.i. os, als het oud-Germaansche woord faihu
(in de uitspraak féhoe), waarmee geld als
mede vee werd aangeduid. Het is dus
nemelijk, dat onze Germaansche voorvaderen
uit den tijd kort vóór en na Christmas' geboorte
door hun aanraking met de Romeinen ei
overnemen van hun beschaving eerst het vee
als waardemeter en ruilmiddel hebben ge
bruikt en vervolgens met behoud van dien
naam de van do Romeinen overgenomen mun
ten. De vele hier nog steedis in den bodem
gevonden Romeinsche munten uit den aan
gegeven tijd wijzen daarop ten overvloede.
Hoe komen we aan den gulden?
Sommige van de thans gangbare munt
namen spreken voor zichzelf. Van een kwartje
bijv. begr ïpt of ziet ieder op het eerste
zicht, dat het kwartgulden beteekent, e\
als dubbeltje dubbele stuiver, cent van
Latijnsche centum, d.i. honderd, namelijk
honderd van deze bronzen munten in
gulden en daardoor howdeirdste gulden, hoewel
centum geen rang- maar hoofdtelwoord
in het Latijn. Doch we hebben hier te doen
met een verhoudingswaarde evenals in pro
cent (percent), de verhouding van de winst tot
het ka itaal.
Het 'oord gulden heeft al eveneens
tamelijk doorzichtige geschiedenis. Oorspron
kelijk was het namelijk een gouden munt,
een gulden of gouden florijn, die een variabele
waarde had. De Oostenrijksche florijn bijv.
was gewaardeerd op 1,20; de Friesche flo-
reen of florijn, ook goudgulden, omdat dc
munt vai ud was, had een waarde van
De roeren CarolusgvMen van Vlaanderen.
1,40. De florijn droeg dien naam, omdat hy
de middeleeuwen een standaardmunt was
met een internationaal erkende waarde, gesla
gen of gemunt in de Italiaansche stad Flo-
en voorzien van een bloem of lelie,
vandaar ook bloem- of lelie-gulden. Uit dezen
florijn ontstond de goudgulden der middel
ven, hier algemeen gangbaar ter waarde
i 1,40, in Friesland floreen geheeten, die
he: ontstaan gaf aan de aldaar in de 15de
oortje, juister oordje of twee duiten. Enkele
grappige spreekwoorden met oort, waarin de
Het vervoer van wilde dieren over zee
Tragiek en romantiek op het gebied van scheepsladingen
van het ve
l De trave--
»r®i trbe
w
erst® iade zyn
de
•ersvraagstuk allereerst
s in de laatste jaren al
e moeilijke punten
de voortuintjes aar. de
opgedoekt. In vooï-
nleg van een verkeers-
teit en station, en een
Pbeterin; var de IJsselbrug langs de
'de naar den dam van het Ganzendiep.
r- de toekomst uit Noord en Zuid
n ae :tad j anipen nadert, zal daar
ïrdelpe vinden met ?es meter breede rybian,
een parkeerstrcok
ildbi
I Old: ïhof vond zichtbaar v)l-
in de raededeelmg, dat de stad strdes
n e^fti net van stekende toegangswegn
san. Op den polder kan Kampn
en vn-idaar nadert over enkele jajsn
T eg ui t Friesland en zal uitmen-
aar het Zuiden beschkt
een weg van 12 km met
naar Wezep (Veluwe)
,j c'ad straks verbonden zijn
zyr;a grooten seersweg met
plafc g
,n hi1'
ikei
e llijt
izen
16
e "eu-v- weg, die van provincialen tot
lech eC zeprom veerd, zal vermoedelijk
ti streed komen. De derde toe-
'5 die naar Hasselt: ook deze ver
is voor de stad belangrijk, aangeien
- i iuiting op den weg naar De-
a!"t Coevorden geeft. Op verzoek
i aanud gameenten, onder welke Kam-
deue verbinding tusschen de
x' h Hf er land tot Duitschland) als
weg tn het provinciale wegenplan
m; men heelt echter den indruk, dat
skpianco'umissie voor dit rayon dezen
i secur.dairen weg uitgevoerd zal krij-
taiT 1 "-'tsTe wegenplan, n.l. de weg Kam-
SidP1r:':,VJ langs den idyllische^ met
ei i linibebouwing voorzienen zeedijk,
stegen op losse schroeven komen te
HOE EEN ONWILLIGE OLIFANT
TE BEHANDELEN?
De flesschenverzameling van een
Amerikaan
Het schip is een eeuwenoud verkeers
middel. In den loop der eeuwen zijn mil-
lioenen ladingen van de meest uileenloo-
penden aard vervoerd. Nuttige en minder
nuttige goederen hebben van plaats ver
wisseld. Tragiek en romantiek, ze zijn op
dit gebied niet vreemd, en er komt vaak
heel wal aan te pas otn een bepaalde
lading op de plaats van bestemming te
brengen. Bijzondere zorg is daarvoor
noodzakelijk.
Daar is bijv. in de eerste plaats het ver
voer van dieren, welke als levende wezens
dagelijksche zorg en toezicht noodig hebben,
aldus vertelt de „Hengelosche Fabrieksbode",
waaraan we een en ander ontleenen. Er zijn
eens van Engeland naar Australië een aan
tal windhonden vervoerd. De hazewindhond
is een uiterst nerveus dier, dat bovendien
spoedig zeeziek wordt, hetgeen zijn gemoeds
gesteldheid niet verbetert. Deze honden heb
ben ook angst voor duisternis "als gevolg
waarvan zij voortdurend huilen en jamme
ren. Sommige van deze dieren hebben Austra
lië nooit gezien. Hun nieuwe omgeving waar
uiteraard de ruimte beperkt was, had zoo'n
invloed op hen, dat zij wegkwijnden en stier-
Het vervoer van wilde dieren over zee
heeft eveneens zijn moeilijkheden, vooral
wanneer zoo'n „kind der wildernis" uit zijn
hok of kooi weet te ontsnappen. Dit is vorig
jaar gebeurd met een wilde boskat, welke
door een van de passagiers, aan boord van
een mailschip, dat op weg was van Singapore
naar Londen, werd meegevoerd. Onderweg
wist het dier aan zijn bewakers te ontsnap
pen. Voordat deze een zeil over het dier
hadden kunnen werpen, was het gevlucht
naar het dek. Het joeg hofmeesters en pas
sagiers voor zich uit en rende daarna een
hut binnen, waar het zich achter een paar
koffers verschool. Niemand durfde het bla
zende dier te naderen, totdat een paar poo-
tige zeelui, voorzien van dekens zich in de
hut waagden en de wilde kat wisten te \ran-
en de vluchteling, ingewikkeld in de
kens, naar de kooi terugbrachten.
Een circus op xee
Zeelieden, die te doen hebben gehad met
het vervoer van een circusmenagerie over
zee, kunnen groote verhalen doen van nap-
pelende olifanten, brull >nde leeuwen en bla
zende tijgers. Een dergelijke lading scht
een heels boel ruimto van het scbip. Voor
de wilde dieren, die in stevige kooien worden
vervoerd, is het aan boord brengen niet
bezwaarlijk. Maar dit kan niet worden
zegd van de olifanten. Somtijds lukt het
olifant rustig aan boord te brengen. Dan v
delt de kolossus rustig naar zijn plaai^ welke
hem voor de reis is toebedeeld. Maar srms
krijgt zoo'n olifant het in de gaten, dat hij
aan boord van een schip wordt geleid en
dan kan niemand ter wereld hem met
zoet lijntje aan boord krijgen. Het is
gebeurd in een Britsch-Indische haven, toen
een olifant aan boord werd geleid, dat'hij
plotseling gewaar werd, dat hem een zee
te wachten stond. Dit was niet naar den
van den sinjeur, die zich losrukte van djn
begeleiders en de kade opholde, waar hij een
niet geringe verwarring stichtte.
Men is bijna een dag bezig 'geweest met
het dier te vangen. Toen men het eenmaal,
had, heeft men het met lekkernijen tot op de
wal voor het schip weten te krijgen, wat>
men de olifant met behulp van een
scheepskranen aan boord- heeft gehe-sch
Daar heeft men hem „geboeid", d.w.z.
pooten van het dier met stevige kettingen
onderling verbonden, zoodat het zich ge
durende de reis niet kon bewegen.
Olifanten, die al eens een zeereis achter de
rug hebben, zijn veel gewilliger, wanneer zij
aan boord van een zeeschip worden gebracht
Hun verstand heeft hun dan blijkbaar ge
leerd, dat zoo'n verblijf aan boord onge
vaarlijk is. Dergelijke dieren mogen dan ook,
voor zoover de ruimte aan boord zulks toe
laat, met hun begeleider dagelijks een korte
wandeling maken.
Gevaarlijke ladingen.
Ontplofbare stoffen behooren tot de gevaar
lijke scheepslading. Tal van maatregelen
daarbij worden getroffen om een
ramp te vermijden. Ladingen petroleum,
benzine, ontplofbare stoffen, vuurwerk, enz.,
worden in vrijwel alle havens der wereld door
talrijke bepalingen getroffen. De bootwerkers,
die dergelijke ladingen te behandelen krijgen,
mogen niet rooksn. Noch mogen zij metalen
voorwerpen by zich dragen, byv. zakmessen,
waardoor een vonk zou kunnen ontstaan.
Controleurs zijn gedurende het werk aan
boord om na te gaan of aan deze bepalingen
stipt de hand wordt gehouden. Om het risico
zooveel mogelijk te beperken, is het gebrui-
kelijk om explosies tof fen by 24 kisten tegelijk
te lossen. Elke kist weegt ongeveer 22% kg.,
zoodat het totaal, dat in één vracht (strop)
uit het schip op de wal wordt geheschen, het
gewicht van 540 kg niet overschry'dt. Op
deze wij3 wordt voorkomen, dat een of meer
kisten uit de strop zouden kunnen schieten
als gevolg waarvan de inhoud zou kunnen
explodeeren.
Het gevaar van ontplofbare stoffen schuilt
in de meeste gevallen in de •erpak]tin",
Teneinde dit gevaar te voorkomen werden
alle kisten zoo dicht mogebjk in het
ruim tegen elkaar gezet. Alle holten tusschen
de kisten worden opgevuld, zoodat zy door
het lingeren of stampen van het schip niet
in beweging kunnen geraken en tegen elkaar
aanbotsen. De inhoud van de kisten zelf is
eveneens zoodanig opgeborgen, dat eventueele
oakjes in de kisten niet tegen elkaar kunnen
botsen. Spoorwegmaatschappijen hebben
eveneens tal van strenge voorschriften uit
gevaardigd voor het veilig vervoer van ont
plofbare stoffen, gelijk de scheepvaartmaat-
schappyen. Het feit dat, (in vredestijd) zoo
weinig ontploffingen op zee voorkomen, is
een aanwijzing dat aan de voorschriften
nauwkeurig de hand wordt gehouden.
Een stoomschip op weg naar de Ver. Staten
had onder zijn lading een aantal -kisten, ge
vuld met flesschen, welke water bevatten.
Dit was een verzameling, aangelegd door een
enthousiasten Amerikaan, die beweerde
monsters water te bezitten van alle groote
havensteden der wereld en van allerlei me
ren en binnenzeeën. Het valt te betwyfelen
of een dergelijke collectie eenige waarde be
zit, hetzij uit wetenschappelijk oogpunt of
anderszins, maar de eigenaar was er in elk
geval byzonder trots op en had zijn collectie
zeer hoog verzekerd.
Auto's moeten stevig verpakt zijn.
Het vervoer van auto's per zeeschip ge
schiedt in de meeste gevallen in kratten of
kisten. Deze wijze van verpakking dient zeer
nauwkeurig te geschieden, omdat de kans
groot is, dat wanneer de auto niet stevig ver
pakt is, zy onderweg door het slingeren of
stampen van het schip gaat bewegen en
daardoor schade oploopt. Dit is byv. aan
boord tfan een Japansch schip gebeurd dat
met een lading auto's uit Antwerpen naar
Japan was vertrokken. Men had het niet te
z genomen met de verpakking van d<
auto's en ook het laden was op niet al te des
kundige wijze geschied. In de Indische
Oceaan weid het schip door een hevige orkaan
overvallen. De gevolgen bleven niet uit. De
auto's in het ruim werden door elkaar ge
schud en toen men ie Yokohama arriveerde,
bleek het grootste de,el van de lading zoodanig
beschadigd te zijn, cfat het onmiddellyk naar
de slooperij ko - worden gébracht
Soms heef - de bemanning van een schip
bijgeloof aan Vervoer van bepaalde
ladingen. Dit komt meermalen voor onder
inheemsche leden van de bemanning. Zoo Is
het voorgekomen dat te Durban in Zuid-
Afrika een schip uit Bombay arriveerde, dat
lading ilmeniet een soort zand, dat ge
bruikt wordt by de bereiding van een witte
verfsoort, bestemd voor de Ver. Staten, aan
boord hed. Het zand wordt in het zuidelijke
deel van Britsch Vopr-Indië gevonden en
heeft eeri zwarte kleur. De inlandsche stokers
boord van het schip verkeerden in de
stellige c/ertuiging, dat er een vloek op dit
zand rustte-en dat het schip zou vergaan. Zy
begaven zich nimmer in de nabijheid van de
lading en warm moeilijk aan het werk te
zetten. Dit was voor den kapitein aanleiding
Durbar aan te doen en Eindere stokers aan
te monsteren. Het schip heeft natuurlijk veilig
zyn bestemming bereikt.
volkshumor kenmerkend tot uiting komt, zyn
nog: hij zou een oortje in vieren bijten,
hy is zeer vrekkig; die voor 't oortje geboren
is, zal tot den stuiver niet .geraken, d.'
die arm geboren is, blijft doorgaans arm;
ieder oortje brengt zijn gierigheid mee, hoe
rijker sommige menschen worden, des te
gieriger worden zy ook; hij ligt daar voor een
oortje thuis, in den zin van: hij heeft daar
weinig of niets te vertellen! Wel een bewys,
dat de muntnaam oortje de massa wel stof
heeft gegeven, om verschillende toestanden
en omstandigheden in het leven even raak
als geestig te typeeren.
eeuw ingevoerde floreenbelasting Naast den
florijn of goudgulden was in de 16de eeu'
naar Karei V genoemde Carolusgulden van
20 stuivers in gebruik, die ten slotte de een
heid van ons muntstelsel werd. De verkorting
voor gulden of florijn, nl fl. of f., is echter
nog steeds in zwang evenals of libra easter-
ling (pound sterling) in het Engelsche munt
stelsel.
Gouden rijden, dukaten, Zeeu
wen, schellingen, zesthalven.
Ook onder onze muntnamen is een heele
verzameling van thans niet meer gebruik
zynde munten, waarvan de woorden onder
het volk als waardebepaling van min 1
bare zaken a.h.w. bleven hangen. Daarom is
het noodig even te vertellen, welke munten
in Nederland kort na de Fransche overheer-
schimg, dus ruim honderd jaar geleden onder
Holiandicbe Unierijksdaalder van 1587.
Koning Willem I nog in omloop waren.
Van de gouden munten waren de gouden
penning (10 guldenstuk), de halve gouden
penning (5 gulden), de gouden ryder (14 gul
den), de halve gouden ryder (7 gulden) en de
dukaat (5% gulden). Als zilveren munten
waren toen in gebruik de gulden, de halve
gulden, de kwartgulden, meestal vyfje ge
noemd, dubbeltje en stuiver.
Voorts waren als zilveren munten ook voor
de circulatie behouden de uit vroegere eeuwen
herkomstige groot zilveren munten, in be
paalde gewesten geslagen, t.w. de zilveren
rijder of ducaton 3.1,5), de driegulden 3,)
de zeeuw of Zeeuwsche rijksdaalder 2.60),
de halve zeeuw 1.30), onder het volk „zes
en twintigje" genoemd, de kwart zeeuw, het
„dertientje" 0.65), de achtste zeeuw, of
wel „zevendhalfje", en „pietje" 0.32%),
alsmede de Hollandsche rijksdaalder of zil
veren dukaat 2.50), de halve rijksdaalder,
„vyfentwintigje" bijgenaamd 1.25), de kwart
ryksdaalder of „dertienhalf" 0.62%), de
kroon 2.00), de daalder 1.50), de goud
gulden of het „aebtentwintigje" 1.40). Aan
de circulatie waren toen reeds onttrokken de
schelling 0.30) en de zesthalf 0.27%).
De botsen, het oortje, de duit en de stooter.
De koperen munten zyn in de laatste eeuw
altyd geweest de cent, halve cent en de halve
stuiver, groot of botzen van 2% cent, want de
duit, van welke acht in waarde gelijk ston
den aan een stuiver, was ook toen reeds niet
gangbaar. Vandaar dat een halve stuiver
ook wel een vierduitstuk wordt genoemd. De
oortje of oort Hij heeft zijn laatste
oortje versnoept of kijkt of hy zijn laatste
oortje heeft versnoept! is Q. *c nog niet ver
geten, wel het munstukje van dien naam.
Verschillende munten waren namelijk voor
heen door een kruis in vier hoeken of oorden
verdeeld. Zoo was ook de oude Hollandsche
stuiver in vier kruisdeelen gemerkt en de af-
zonderlyke munt ter waarde van zulk eex.
oord of deel van een stuiver kreeg den naam
Ook het z e s t h a 1 f (j e), dat we reeds
noemden 0.278), de oude Hollandsche
stooter (f 0.12B) en de duit zyn nog
altyd gangbaar in den mond des volks, zy
het dan niet meer als reken- en pasmunten.
Hoe vaak hoort men byvoorbeeld niet zeg
gen: hy is de man van de duiten; hy heeft
de duiten; hy heeft daaraan een flinken
duit verdiend of hy wil ook wel eens een
duit in het zakje doen! Maar als de duiten
iemand by ten, d.w.z. dat hij zyn geld ver
spilt, is het even mis als wanneer hy een
duit wel in tweeën zou willen byten, m.a.w.
als iemand meer gierig dan zuinig is. Zoo
raken ook in dit geval de uitersten van
's menschen geesteiyke gesteldheid en zede
lijken aard elkaar al weer eens en dat door
de.... duiten!
Daalder, thaler en dollar.
Ook in buitenlandsche muntnamen kun
nen we zulk een achtergrond ontdekken, nu
eens als gevolg van een typeerenden plaats
naam, dan weer door een of andere omstan
digheid. Zoo is ons woord daalder 1.50)
in: een goed begin is een daalder waard! een
afleiding van den Duitschen muntnaam taler
of thaler. De zilveren Duitsche thaler of
3 mark was genoemd naar de stad Joachims-
tal in Bohemen, uit welker zilvernujnen het
zilver voor deze munt werd verkregen
waarvan in 1519 de eerste thalers werden
geslagen. Die Duitsche muntnaam ging niet
alleen over op ons daalder maar ook op de
Noordamerikaansche zilveren munt dollar,
in het land van den dollar! Daarentegen is
het Duitsche Mark eigenlyk de naam van
een gewicht en wel voor de edele metalen
WELKE BONNEN?
Boter, Margarine en Vet Van 24
Aug. t/m, 18 Oct., boterkaart bonnen 05
t/m. 12 boter. Vetkaart bonnen 05 t/m. 07
boter of margarine, 08 gesmolten spijsvet
of boter, 09 t/m. 12, boter tegen verlaag
den prijs.
Brood. Van 30 Sept. t/m. 6 Oct brood
bonnen 8 (geldig t/m. 8 Oct, bon 7 t/m.
1 October).
Grutterswaren. Van 7 Sept t/m.
4 Oct. bon 41 (algemeen) rijst, rijstemeel
of -bloem, bon 54 (algemeen), havermout,
havervlokken, gort of grutten. Van 9
Sept. t/m. 1 Nov. bon 28 (algemeen)
maizena, puddingpoeder, puddingsaus-
poeder of griesmeel; twee bonnen 28 voor
225 gr. verpakte maizena; bon 15 (alge
meen) macaroni, vermicelli of spaghetti
Levertraan. Slechts op recept van
een arts, ten hoogste 200 cc per hoofd
per week; niet meer dan voor 2 weken
tegelyk.
Thee of koffie. Van 28 Sept t/m. 8
Nov. bon 114 (algemeen) 75 g thee of
pond koffie.
23 t/m. 29 Sept. (ook geldig t/m. 6 Oct).
Vleeschkaart bonnen „01 vleesch" voor
vleesch of vleeschwaren, „01 worst,
vleeschwaren" voor vleeschwaren.
Zeep. Van 25 Sept t/m. 18 Oct bon 104
(algemeen) 150 g toiletzeep (nieuwe
samenstelling) óf 120 g huishoudzeep, óf
200 g zachte zeep óf 250 g zeeppoeder
óf 125 g zeepvlokken óf 250 g zelfwerken
de waschmiddelen óf 200 g vloeibare zeep.
De bonnen voor een extra-rantsoen toilet
zeep geven van 31 Aug. 1940 tot en met
24 Januari 1941 recht op toiletzeep (oude
samenstelling) van gemiddeld gewicht
(Dit geldt dus niet voor alle extra-zeep-
rantsoenen, gelijk sommigen abusievelyk
begrijpen.)
Van 31 Aug. tot en met 31 December bon
116 (tegelijk met de textielkaart uitge
reikt) scheerzeep of -crème.
Dat werd zeer op prijs gesteld en die kooplie
den hadden wegens hun herkomst al gauw den
naam van Oosterlingen (Eng. Easterlings), ter-
wyl het door hen meegebrachte geld even
eens het Oostersche (Easterling) was, dat bij
ponden afgewogen, den naam aan het pond
sterling [pound (ea)sterlingl bezorgde. Trou-
3, het gebruik van het geld af te wegen
een zekere gewichtshoeveelheid munt-
materiaal, is eveneens verbonden aan het
Fransche livre en Italiaansche lire, ook pond
beteekende, verder aan het Grieksche drach
me, 1/60 mina, een klein medicinaal gewicht
60 grein, het SpaanschAmerikaansche
Al deze woorden wyzen op de
buitenlandsche muntwaarden, waarvan
gewichtseenheid oorsprokelijk de warademe-
ter in het handels- en ruilverkeer was. Vooral
Spaansche muntnamen hebben een lang le
ven gehad, ook in onze geschiedenis, toen
tijdens den oorlog tegen Spanje het Spaan
sche geld in Nederland werd geïmporteerd.
Wie heeft bijvoorbeeld nimmer gehoord van
de Spaansche realen, dubloenen en pistolet
ten? Een reaal was oorspronkelijk een kleine
Spaansche munt van zilver en 3 Yt stuiver.
Maar er waren ook dubbele, vierdubbele en
achtdubbele realen in de Nederlanden in om
loop, de laatste als „stukken van achten" of
De halve Leeuwendaalder (van Holland).
goud en zilver ten bedrage van 245 wichtjes
voor edelgesteente 1200 karaat be-
grypeiyk als men bedenkt, dat het geld of
de munt in den oudsten tyd gewogen en met
geslagen en geteld werd. Ook de Engelsche
guinjes eertyds een goudmunt, thans
rekenmunt ad 12.60 werd geslagen van
goud, dat aan de kusten van Guinea werd
gewonnen, vandaar de naam. De floryn is
wel een der oudste Europeesche munten,
voor het eerst in 1252 te Florence geslagen
met een „flore" (bloem) als beeldenaar.
De sterling kwam uil Duitschland
Een omstandigheid, waarby het de verkla
ring van muntnamen ook rekening moet
worden gehouden, is het gehalte aan edel
metaal en de legeering der munt. We kunnen
hierover thans niet veel meer zeggen, doch asl
voorbeeld zy gewezen op het Engelsche pond
sterling. Er is een tyd geweest, waarin Duit
sche hooplieden in Engeland kwamen met
Duitscü geld van hoog goud- en _zjlver0ciialfs.
De Dukaton van Holland.
Spaansche matten,bekend uit het lied van
de Zilvervloot! nog het meest bekend. De
stukken van achten of heele realen, in het
bijzonder in Ned-Indië verspreid, hadden des
tijds een waarde van 4750 stuivers, afhan
gende van d enkoers van het geld. Nu ns nog
steeds de reaal (reaü in Spanje, Portugal,
Mexico enz. de waardemeter, bijv. de plata,
in Spanje 24% cent, in Mexico 32)4 cent;
real de vellon, 12 J4 cent; in duizendvoud
milreis 1,7735 gr. goud met e enhoog goud
gehalte van 11 op 12. Een tienvoud van de
milreis is de corona. Ook de dubloen (Sp.
dublon) was eenmaal e enveelgebruikte goud
munt, ook dubbelpiaster geheeten, dn Spanje
gangbaar tot 1868 ter waarde van pl.m. 12,
in Zuid-Amerika nog wel in omloop maar met
variabele waarde, bijv, in Uruguey ongeveer
26 en op Cuba* slechts 10.
Het volksvoedsel van de Italianen is
macaroni, of zooals het in deftig Italiaansch
genoemd wordt, maccheroni. Dit woord is van
het Grieksche woord macros, d.i. lang, afge
leid. Dat maccheroni een Grieksche naam heeft
komt waarschynlyk door het feit, dat het
oorspronkelyk een Grieksch product was, dat
later, toen vele Grieken zich in Napels
vestigden, daar en elders in Italië koloniën
stichtten, een Italiaansch gerecht is geworden.
Macaroni heeft de Italiaansche bevolking
deze spijs genoemd, blijkbaar een verbaste
ring van den eigenlijken naam maccheroni,
maar een verbastering, die niet, zooals het met
vele woordverbasteringen gaat, totaal zinloos
is. Integendeel, de woorden ma caroni betee
kenen „zeer goed" en de naam macaroni heeft
dus een zinryke beteekenis voor den Italiaan.
Voor de bereiding van macaroni heeft men
een bepaald soort meelbloem noodig. Deze
bloem wordt met water tot een vast deeg ge
kneed, veel gelijkend op stopverf. Door dit
deeg mengt men eierdooiers. Men rolt het uit
tot platte reepen, die men in de zon laat
drogen, en voor eigen gebruik bewaart.
In de fabrieken maakt men in hoofdzaak
lange dunne holle pijpen van het deeg, hoe
wel men ook allerlei andere vormen er aan
geeft.
In de fabrieken laat men het product in
groote droogkamers drogen, doch fijnproevers
houden het met de zongedroogde macaroni,
waarom de fabrieken dan ook een deel in de
open lucht in de zon laten drogen. De spag
hetti is een van de vele vormen, waarin dit
volksvoedsel der Italianen voor komt.
In de volksbuurten der steden ziet men de
macaroni- en spaghettiventers by tientallen
hun waar presenteeren. Het wordt op straat
gekookt voor de oogen der afnemers en zoo
warm verorberd. Met ware virtuose weten
de grage klanten hun vingers kierbij to
gebruiken.