JUetune £citt5rijf >oe een goede daad A°1807 A.U.doekholt ïïk Abonnementsprijs: per S maanden in Leiden en in plaatsen waar een agentschap gevestigd is 2-35 j Per week 18 ct. Losse nummers 8 et Alle» bij vooruitbetaling. dvertentieprijzen: 3 22W ct per regeL Ingezonden Mede- j deelingen 49 ct per regel Minimum 6 regels. Bewijsnummer 5 ot Bij con tract belangrijke korting Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken Bót. Redactie en Administratie: BREESTRAAT 123. LEIDEN. Telefoon 22710. (Na 6 uur 23166). Postbox 20. Postrek. 08936, No. 6231 VRIJDAG 20 SEPTEMBER 1940 21e Jaargang Wie zich heden abonneert op de NIEUWE LEIDSCHE ontvangt de tot 1 October a.s. verschijnende nummers gratis. Men doet er een dubbel goed werk mede. Ten eerste brengt men een Christelijk dagblad op zijn gezinstafel. Ten tweede draagt men een steentje bij tot het herstel van het ROTTERDAMMER-BEDRIJF. Draagt elkanders lasten, is altijd, maar nu zeker meer dan ooit, een gebod, hetwelk nageleefd moet worden. Wilden onze lezers rechts en links een goed woord voor ons doen?, ADMINISTRATIE NIEUWE LEIDSCHE COURANT T)MMEN OP BETHEL Bodelschwings „stad der barmhartigheid" door JkJigelsch vliegtuig bestookt D.N.B. meldt uit Berlijn: 'foon^mtrent den bomaanval op de inrichting n ANhel bij Bielefeld, die in de geheele wereld A^Lstad der barmhartigheid" oekend staat, riflemen wil de volgende bijzonderheden, den afgeloopen nacht vloog een vijande- 'liegtuig twintig minuten voor een over [ebied van de inrichting Bethel en wierp ■eenvolgens acht brisantbommen uit, van vrij zwaar kaliber. De eerste bom je. 7.4den grooten winkel van de inrichting en aanzienlijke materieele schade aan. werden drie personen in de gang ge- toen zij op weg naar den schuilkelder tweede bom trof de verpleeginrichting zwakzinnige en epileptische kinderen '2 Bethel" en sprong op de eerste ver- ig. Daardoor werd een slaapzaal met n kinderen in den leeftijd van negen :httien jaar getroffen en totaal verwoest. vrouwelijke verpleegden waren terstond De anderen waren allen deels zwagx, i lichter gewond. Twee andere patiënten n na hun overbrenging naar het zieden den geest Voorts verkeeren er nog twee vensgevaar. Deze kinderen lagen nog in - daar zij voor het grootste deel volkomen ■^eloos waren en in den korten tijd tusschen m en aanval nlêt naar den kelder gebracht den wt/raen. s derde bom viel omstree.cs tien mieter (bovengenoemde verpleeginrichting in den 1 en ontplofte daar. De scherven richtten ide aan het gebouw aan en aan de even- 6 omstreeks op tien meter afstand gelegen ^èéjginrichting Siloah. Hier werden twee rassen vrouwelijke patiënten gedood en F verpleegster zwaar gewond. De vierde I viel een meter of vijftien verderop, vlak 4 het lazaret en ziekenhuis Nebo in den 1 ontplofte op slechts achter iruiter van touw. Hier werd slechts schade aange- door scherven. t vijfde bom viel een 25 meter verder op erkhof van Bethel en vernielde een groot graven. Grafsteenen en doodkisten n rondom verspreid. De zesde bom kwam Ijftig meter verderop in een boschje te- De zevende en de achtste kwamen vlak t de verpleeginrichting Magdala neer. I^zün geesteszieke vrouwen ondergebracht, on beide bommen slechts op enkele 1 afstand insloegen, werd hier slechts scherven aan de buitenmaren en ramen e aangericht en een deed van den in- 1 werd vernield. I de gebouwen bevindt rich een groot, felyk en ver zichtbaar Rood Kruis. Voor hitwerpen der bommen cirkelden een of p vijandelijke vliegtuigen een minuut of 'g boven de omgeving, blijkbaar om de 1 te onderscheiden. Er kan geen twijfel «staan, dat zij in het schijnsel van de :hutefakkels de vele Roode Kruisen van ïgentien afzonderlijke gebouwen hebben opmerken. 3uitsche pers over den aanval op een kinderhuis r groote opschriften, zooals „De kinder en Bethel" of „Bommen van misdadigers op het ziekenhuis fel" publiceert de Duitsche pers veront- U'fcde artikelen over den Britschen aan tip de alom bekende inrichtingen van pdelschwingn bij Bielefeld in Westfalen. Jeutsche Allegemein» Zeitung Schrijft- masker is thans afgevallen. De bijbel- 1 Engelschen hebben Bethel, dat „Huis l beteekend aangevallen. Hier zijn geen lichten meer. Hier ligt een geheele stad, n zich niets anders dan werken van lartigheid bevinden, niets anders dan ihuizen, kindertehuizen, kapellen en luizen voor de werkers der naastenliefde, rekening zal vreeselijk zijn, zooals het bnd verdient, dat ons den oorlo® ver ge, doordat het zijn kracht overschatte, pn oorlog voortzette, omdat het de ge- I kansen herhaaldelijk afwees, dat in [oorlog den strijd tegen vrouwen en heeft ingevoerd. Frankrijk, dat op :e wijze streed, is ondergegaan, ver te door zijn bondgenoot. Thans hebben we lenmet een vijand, die zich aan de ver- jig heeft prijsgegeven en dan ook de ver- Je slagen krijgt. iLokal Anzeiger zegt, sprekende over de Ischen: gelooven zij nog altijd niet, dat P geheel andere wijze zouden kunnen ver tel? Het oorlogsrecht kent een oude /scheiding, die tusschen de continentale I Britsche oorlogsopvatting. De eerste phig heeft den oorlog altijd gezien als DE VERDUISTERING J het belang van de naleving van bepalingen ten aanzien van de ver- 7s tering: pngondergang 20 Sept. 7 u. 44. opgang 21 Sept. 7 u. 24 m. een strijd van staat tegen staat, terwijl Enge land alfijd slechts den oorlog van volk tegen volk gekend heeft Als .de Engelschen het wenschen, zullen zij in den grond gestampt worden. Dan zal Londen slechts het zachte voorspel zijn. Als tij den Duitschen volks- toorn willen uitdagfen, mogen zij het doen Dan is er echter aan iedere medelijden een emdie gekomen, dan spreekt nog slechts het dyrxamiet". Ook de Börsenzeitung legt er den nadruk op, dat de Duitsche' militaire maatregelen in overeenstemming zullen 'zijn met het Engelsche oorlogsdoel en de schurkachtigheid der Britsche oorlogvoering. De Nachtausgabe schrijft: Bij de Duitsche luchtmacht ligt de beslissing, wanneer en in welken omvang in Engeland wraak zal worden genomen. Dat heeft dan niets meer uitstaande met de correcte oorlogvoering der Duitsche luchtmacht tegen militaire en strategische doelen te Londen, dat is dan werkelijk een strafexpeditie tegen het Engelsche volk vol gens de moreele wetten der menschheid". De aanrollen op New Costle en Glasgow De Woensdag door de Duitsche luchtmacht aangevallen Tyne docks te New-Castle behoo- ren tot de belangrijkste van Engeland. Zij zijn zoo groot, dat zij zelfs de 52,000 ton metende Berengaria kunnen opneme(n. Over de Tyne havens kwam een groot deel van den ertsin- voer Engeland binnen. Voorts werden in 1937 rond 8 millioen ton kolen en cokes over de Tyne-havens verscheept. In het havengebied aan de Tyne liggen belangrijke werven voor den bouw van oorlogsschepen, zooals b.v. Vic- kers-Annstrong en Ajpnsfcrong-WhitworthDe reparatiebedrijven van deze werven "zijn in den oorlog van bijzondere beteekenis. Op de staatswerf te Chatham,die eveneens ge bombardeerd werd, worden kruisers en tor- pedobootjagers gebouwd eij gerepareerd. De aan deze werf toegebrachte schade is daarom zoo vérstrekkend in haar gevolgen, omdat hier speciale installaties voor het reparèeren van kleine schadegevallen aanwezig zijn. Glasgow, dat in den na^ht van 17 op 18 September werd aangevallen, is een belang rijke haven voor ijzererts gn ijzerafval, aard olieproducten en graan. Over de haven van Glasgow loopt een groot deel van de aanvoe ren voor Noord-Engeland. En het havengebied van Glasgow liggen belangrijke Engelsche werven, waarop kruisers, torpedobootjagers. mijnenleggers, vliegtuigmoederschepen en zelfs slagschepen gebouwd worden. Te Glas gow is verder rond een vierde van de Engel sche scheepsmachinebouwcapaciteit gecon centreerd. Jongetje gedood bij „oorlogje spelen" Melkbus werd als kanon gebruikt Te Raard bij Dokkum waren enkele jon gens Woensdagmiddag bezig met het spel van den dag: „Oorlogje-spelen". Hierbij werden melkbtissen gebruikt als kanonnen. In de melkbussen werd wat carbid en water gedaan, waarna het deksel op de bus werd gedrukt Wanneer er vol doende gas in de bus aanwezig was werd een brandende lücifer door een klein gaatje in den bodem, in de bus gebracht, hetwelk een explosie tengevolge had waardoor het deksel met een luiden knal door het luchtruim vloog Op een gegeven oogenblik liep het 5-jarig zoontje Rindert, van den heer P. Meinderts- ma te Raard op enkele meters afstand voor de bus langs, juist op het oogenblik dat het deksel er met een luider» knal afsprong. Het ventje kreeg het zware deksel tégen het hoofd en bleef met een verbrijzelden schedel lig gen. Dr. Blanksma van Dokkum die ijlings werd geroepen en spoedig aanwezig was, kon slechts den dood constaieeren. Het viaduct over de Hoogstraat te Zwolle is dezer dagen gereed gekomen, waar mede de voltooiing van den rondweg om de stad weer een stapje nader gekomen is (Foto Pax-Holland) ZIJN ONZE KINDEREN MUZIKAAL? Een handleiding voor het onderzoek naar den muzikalen aanleg Bovenstaand bodeje, verschenen bij Brusse te Rotterdam, blijkens den titel bestemd „voor ouders,muiiekleeraren en onderwij zers", is van de hand van den muziekpaeda- goog Jan Keyzer, van wien, naar we op goede gronden mog2n aannemen, weldra nog andere en omvangrijker werken van specialen aard over muziek allien verschijnen. Het practische vriagstuk waarvoor het mu ziekleven in onzen tijd staat, wordt op de eer ste bladzijde van dt eerste boekje van Jan Keyzer, door den sclrijver van het voorwoord Dr. E. Reeser, kernachtig aldus weergegeven: De muziek heeft een tragisch lot: zij leeft slechts zoolang zij klinkt, zij klinkt slechts zoolang zij wordt litgevoerd eri zij wordt slechts uitgevoerd zoolang er mèn- schen naar willen luisteren... Op woorden, die vij gespacleerd hebben, komt het in dit werlje aan, want de wil om naar muziek te luéteren kan zich alleen maar manifesteeren op een ondergrond van muzikaliteit er het gaat er dus of er blijvend een genoegzaam aantal muzi kale menschen zal worden gevonden om de uitvoeringsmogelijkhed te waarborgen en de muziek dus... in levea te hpuden. De algemeene kant taakt hiér alzoo aan den persoonlijken. Het blijkt wel, dat wij hier op het terrein den muziek eigenlijk met een soort oeconomische wisselwtrking te doen hebben, nl- die van een behoefte, welke indien zij niet of niet in volcbende mate aanwezig mocht zijn, gewekt moet worden, ten einde een voldoende p-oductie (en reproduc tie) te kunnen mogelijk maken en zoo den algemeenen „welstand" te verhoogen. De heer Jan Keyzer werkt met dit op diep gaande studie berustenc en van breeden kijk getuigend boekje in de richting. Hij geeft nieuwe wegen aan, die ouders en onderwijzers en muziekleeraren hebben te volgen om de muzikale ontwikkeling bij de kinderen, reeds op jeugdigen ..-leeftijd te bevorderen. Wij achten dit werkje zelfs van zóó groote be teekenis, dat we het voor ouders en paeda- gogen ongeraden zouden achten iets ten op zichte van de muzikale opleiding van hun kinderen en pupillen te ondernemen zonder eerst van den inhoud ervan kennis te heb ben genomen. Want de schrijver heeft zijn boekje zoowel voor leeken als voor vak- menschen bestemd. De populaire behandeling van deze diepgaande ztken maakt het als zoodanig bij uitstek gesciikt Op goede gronden onderscheidt Keyzer: muzikalen aanleg muzikale be gaafdheid en harmonische muzi kale begaafdheid en hij slaagt er vol komen in om die onderscheidingen duidelijk te maken. Een andere onderscheiding, die met een eenvoudige schets, welke wel iets weg heeft van een benedenhuis met kelder en beletage, verheldert de gewone omgangs begrippen aangaande „muzikaal gehoor" en „muzikaal gevoel", n.l. door de verdeeling van de muzikaliteit over drie niveau's: het intellectueele (het benedenhuis), het instinc tieve (de kelder) en het intuïtieve (de bel etage), niveau's, die niet los van elkander staan doch ineengrijpen, terwijl het de taak van den muziekpaedagoog is om door proe- uit te maken welke niveau's in den geest de te onderzoeken personen de belang rijkste functie vervullen. Keyzer's boekje is op dat individueel onderzoek, op de „muzi ln da Paktuineni te Enkhuizen zijn Donderdagmorgen de ring ichoonrijderijen gehouden. Het Weit-Frlesche paer Houter uit Wognum in actie i (Foto Pex-Holland) kaletest" gericht en we moeten erkennen, dat hij er in slaagt met alle nauwkeurigheid aan te geven wat hij met zulke proeven be doelt en hoe ze genomen moeten worden, zoowel bij de muzikale kleuter als bij het muzikale schoolkind en de muzikale jongere van 14 tot 18 jaar, terwijl hij ten overvloede,, een apart hoofdstuk wijdt aan ervaringen met individueele en groepsonderzoekingen. Het boekje is vol met uitspraken, die waard zijn onthouden te worden. Wij eindigen deze bespreking met de volgende: „Met klem wijs ik de ouders die dit lezen erop, dat het dringend gewenscht is, dat jon geren kunstzinnig ontwikkeld worden, ook al hebben zij geen tijd om voor een instrument dagelijks te studeeren juist in onzen tijd, nu de jeugd van vele kanten het geweld hoort verheerlijken". De beteekenis van het zout Voor de vischenwereld De indeeling van de visschen zeevisschen en zoetwatervisschen is gebaseerd op het zoutgehalte van "hét water. En terecht, want men kent slechts weinig soorten die in beide elementen zonder schade voor hun welzijn kurjnen leven. Een groep op zichzelf wordt gevormd door de brakwatervisschen. Zooals bekend verstaat men onder brakwater een vermenging van zout- en zoetwater, zooals die in de kuststreken veelvuldig voorkomt; het zoutgehalte daarvan is ongeveer Vi tot 1 per duizend. Tot de brakwatervisschen be- hooren de zee-vlagzalm, de wolfsbaars en de goudbrasem, de rog, de schol, de zeetong e.a. Deze vischsoorten zijn tevens niet zeer ge voelig voor een afwisselend verblijf in zoet en zoutwater. De stekelbaars, in meer dan één opzicht een zonderling onder de visschen, maakt ook met betrekking tot het zout een uitzondering. Hij kan naar willekeur van zout- in zoet water en omgekeerd gezet worden, zonder dat het hem slecht bekomt. Voor alle andere visschen daarentegen is een directe overgang van zoet- in zoutwater en omgekeerd, schadelijk, zelfs levensgevaarlijk. De oorzaak daarvan is de invloed van de omgeving op de osmotische bloeddruk, en daarmede op ae diffusie, die leven beteekent. Aan de ver anderingen, die door een hoogere of lagere osmotische druk in de kringloop van het bloed, in de bloedvaten en de weefsels wor den teweeggebracht, kan het organisme zich niet snel genoeg aanpassen; er ontstaan ver lammingen, die een doodelijke uitwerking kunnen hebben. Hier gelden dezelfde wetten als bij de gevoeligheid der visschen voor temperatuurswisselingen; zijn de verande ringen van zeer geringe beteekenis, of is de tijd waarin zij plaatsgrijpen voldoende lang genoeg, dan kan het lichaam zich binnen be trekkelijk ruime grenzen aanpassen en ze zonder nadeelige gevolgen verdragen. Treden zij echter direct of in te hooge mate op, dan ontstaan min of meer zware beschadigingen. Bejralve de directe inwerking van het zout gehalte op het lichaam, zijn er nog de in directe invloeden, bijv. de invloed van het afwisselend zoutgehalte op verschillende soorten plankton en andere kleine dieren, waardoor de geheele voeding van de vis schen gewijzigd wordt, zoo lezen we iri een interessant artikel in „De Nederl. Hengel sport". Er is ook een groot aantal visschen, die afwisselend in zoet- en zoutwater verblijf houden. Maar zij verwisselen hunverblijf dan nooit plotseling, dölïh blijven steeds ge- ruimen tijd in brak water. De osmotische druk van het bloed krijgt daardoor de ge legenheid zich aan de nieuwe omgeving aan te passen. Tot deze soort visschen behoort wel in de eerste plaats de paling. Haar levensloop be gint in de ten oosten van Florida gelegen deelen van de Oceaan, de Saragossazee. Met het warme water van de Golfstroom wor den de wilger.bladvormige larven bij mil- liarden over zee gevoerd, en in die tijd onder gaan zij voortdurend gedaanteverwisselingen. Als glasheldere ronde lichaampjes bereiken zij de Europeesche kusten. Na geruimen tijd in brakwater geweest te zijn, trekken zij de rivieren en meren op en daar blijven zij een reeks van jaren, totdat zij geslachtsrijp wor den. Dan is de tijd gekomen, dat de paling over zee terugtrekt naar de wateren van haar jeugd. Daar vindt dan het kuitschieten plaats, waarna zij sterft. Wat het zoutgehalte van het water voor de paling beteekent, kan men zoo goed waar nemen bij de verandering die de Zuiderzee heeft ondergaan- Zoolang die in directe ver binding met de zee stond en haar water zout was, was zij voor de aankomende glasaaltjes slechts een doorgangterrein. Na enkele weken trokken de jonge .palingen de zoete wateren van het binnenland in. Sedert echter de Zuiderzee van de zee afgesloten is en het water zoet is geworden, blijven de palingen, die door de groote sluisdeuren van de afsluit dijk binnenkomen, in de Zuiderzee en trek ken niet meer de binnenwateren in. Een trek in tegenovergestelde richting aan die van de paling vindt plaats bij vele vis schen uit het geslacht der zalmen. Zij worden als zoetwater-dieren geboren, trekken als jonge dieren naar zee, groeien daar en wor den geslachtsrijp, om tenslotte voor het kuitschieten weer naar het zoetwater terug te trekken. Er zijn vrij veel soorten, die deze tochten in de loop van hun leven vaker her halen. De Noordzee en de Oostzee hebben elk een bewoner, die voor het kuitschieten eveneens zoete wateren opzoekt In de Noordzee is dat de elft, in de Oostzee de fint, twee nauwverwantè vischsoorten. In het voorjaar trekken zij de rivieren op; na het kuitschieten laten zij zich met de stroom mee naar zee voeren en in de herfst volgt het jonge broed dezelfde weg. Een bijzondere lust tot trekken toont de bot Zij schijnt echter water met hoog zout gehalte te vermijden. In de Noordzee treft men haar alleen dicht bij de kusten aan en op niet te groote diepte (tot 50 m.), dus in een gebied waarin het zoutgehalte, tenge volge van het uitstroomende zoete rivier water, lager is. Iri de Oostzee wordt zij veel- vuldiger aangetroffen naarmate het zout gehalte meer afneemt Als eenige vertegen woordigster van de platvisschen bevolkt zij nog de Botnische en Finsche zeeboezems. Als plaats voor het kuitschieten kiest zij echter bijna steeds zoutrijk zeewater. De jonge vis schen begeven rich in het brakke water, doch trekken, wanneer zij een bepaalde leeftijd be reikt hebben de rivieren op. In de beneden loop dier rivieren worden zij ook thans nog vaak aangetroffen. Berichten uit vroegere tijden vermelden, dat botten bijv. zelfs in de middenloop van de Neckar gekomen zijn en ook elders in Zuid-Duitschland gevangen werden. Wanneei zij daar in de laatste decen nia niet meer aangetroffen werden, is zulks aan de in de rivieren gebouwde, onover komelijke hindernissen toe te schrijven en niet aan eene vrijwillige verandering in de levensgewoonte van de bot. Voor het kuitschieten trekken de botten weer naar zee. Een zeevisch, die zich vaak zeer gevoelig voor het zoutgehalte toont, is de haring. De winter- of diepzee-haring verlaat voor het kuitschieten weliswaar de diepzee en trekt kustwaarts, maar blijft in sterk zouthoudend water; de plaatsen waar hij kuitschiet kun nen nog 50 km. en meer van de kust ver wijderd zijn en ook op betrekkelijke diepte liegen. Daarentegen zoekt de zomer- of kust- haring voor het kuitschieten brakwater, zelfs riviermondingen op en geeft de voorkeur aan ondiepe plaatsen. Het massale optreden van de haring en daarmede de mogelijkheid van loonende vangsten vindt alleen plaats in het water yan de zooge laamde banken, welk water een zoutgehalte heeft van 32 k 33 per mille. Wanneer hier nu, tengevolge van het instroomen van Noordzee-water, het zout gehalte tot 35 per mille stijgt, dan is deze op Het voedsel voor zieken De geneeskundig hoofdinspecteur van de volksgezondheid schrijft: Verschillende voedingsmiddelen val len thans onder de distributie. Ook onze zieken kunnen niet langer meer krijgen wat zij meenen noodig te hebben, en misschien wel graag zouden wenschen. Het is dan de gewoonte om zich tot zijn behandelenden arts te wenden, met het verzoek extra-voedsel voor te schrij ven. Schrijft de arts niet precies die ar tikelen voor, die vele patiënten wen schen, of geeft hij een mindere hoeveel heid dan de patiënt zelf meent noodig te hebben, dan geeft dit vaak aanleiding tot een zekere wrijving tusschen patiënt en arts. Het is, om teleurstelling en wrijving te voorkomen, nuttig, dat onze zieken weten, hoe in korte trekken de voedsel distributie voor zieken loopt. Alle art sen zijn op de hoogte gebracht voor wel ke ziekten extra voedsel mag worden voorgeschreven; zij weten ook de hoe veelheid, die voor de ernstige gevallen maximaal mag worden verstrekt. Deze hoeveelheden zijn zoodanig, dat de zie ken niet bang behoeven te zijn, dat ze tekort zullen komen, al wordt misschien niet aan al huii wenschen voldaan, Bovendien zullen de artsen bij som mige ziektegevallen genoodzaakt z(in, te adviseeren bonnen voor voedingsmidde len, die aan den patiënt verboden zijn, in te houden. Dit geval kan zich bijvoor beeld voordoen bij diëet-patiënten. Maakt het dus den artsen niet moei lijk, door voedingsmiddelen te vragen, die hij u niet kan en mag voorschrij ven: moppert niet, als hij bonnen laat inhouden. Noch het een, noch het ander doet hij voor zijn plezier. Hebt vertrou wen in uw artsen én in de instanties aan wie de distributieregeling is opge dragen. Zij allen handelen welbewust in het belang van onze zieken, zoowel als in dat van onze geheele bevolking. H0LLANDSCHE SOCIËTEIT Heerengracht 475 Amsterdam C Vraagt tarieven voor LEVENSVERZEKERING LIJFRENTEN PENSIOENEN TRANSPORTBANDEN ORIJFWERKEN DRAAGROLLEN A I6RONINGEN ERHARDT DEKKERS Readers en Cargadoors ROTTERDAM zichzelf onbeteekenende verhooging vol doende om de haringzwermen geheel weg te doen blijven. De oesters, die weliswaar niet tot de vis schen behooren, gelden als een uitgezochte lekkernij; maar ook zij zijn wat hun levens element aangaat, zeer kieskeurig. De beste soorten verlangen zout- en zoet water. Reeds in de oudheid werden de oesters uit de volle zee minder op prijs gesteld dan die, welke uit zeewater dat een toevoer van zoetwater ontvangt, werden geoogst, üp de teeltplaat sen aan de Fransche kust houdt men daar mede rekening. Het zoutgehalte moet gecon troleerd worden; door plotselinge wijzigingen, daarvan kunnen namelijk miLliarden oester- broed in korte tijd gedood worden; 1.7 pet. zpuit is het laagste gehalte, dat oesters voor hun gedijen noodig hebben, en daarom treft men ze in de Oostzee over het algemeen niet aan. In het visschen-sanatorium Pittsburg In Pennsylvania zoo kon men onlangs in de pers lezen zou men karpers, die verzwakt zijn, eerst korter, dan langer in zeewater zetten, waardoor hun toestand beduidend zou verbeteren. Het moeten echter wel zeer voor name dieren geweest zijn, die zich een zee water-kuur hebben kunnen veroorloven. Hieruit zou blijken, dat bei zout ook in de visschenwereld een heilzame werking kan uitoefenen. Wat zijn de innerlijke beweegredenen, die de eene visch er toe brengen in zoutwater te leven en zich In zoetwater voort te plan ten, en de andere juist omgekeerd zijn voe derplaatsen in oe binnenwateren te zoeken en het kuitschieten in de zee te volvoeren? Wij weten het niet Zeker is echter, dat er tusschen zoutgehalte eenérzijds en aard van de,-eieren, lichaamsbouw, leefwijze, stofwis seling, verloop van de voor het leven nood zakelijke lichaamsfuncties anderzijds, nauwe samenhang bestaat Misschien gelukt het eens, de vele raadselen die hier verborgen liggen, op te lossen. Verdere beperking van het verbruik van motorbrandstof De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart, m overleg mét den secretaris generaal, waarnemend hoofd van het depar tement van waterstaat maakt bekend: De huidige benzinesituatie in ons land maakt nog verdere beperking dringend nood zakelijk. Niet alleen zal deze beperking gevonden moeten worden in verminderde toewijzing voor de Octoberperiode, doch ook zal het voor iederen benzineverbruiker noodzakelijk zijn, zichzelf daar waar mogelijk uit eigen beweging beperking in het verbruik van benzine op te leggen. Het is de plicht van iederen staats burger, dat hij zooveel mogelijk bijdraagt tot het in stand houden van het oeconomische leven. Men zal zich dus keer op keer weer hebben af te vragen vóór men met zijn auto rijdt: Is het wel dringend noodzakelijk, dat ik dit doe? Van overheidswege moeten in dit verband tevens de volgende maatregelen genomen wórden: Het bij beschikking van 14 Augustus 1940 aangewezen tijdvak van 1 tot en met 30 September 1940, zijnde de derde motorbrandstofdistributieperiode, wordt verlengd tot en met 8 October. Als 4de distributieperiode wordt niet temin aangewezen het tijdvak van 1 tot en met 31 October 1940. Als gevolg hiervan zullen wederverkoopers van 1 tot en met 6 October zoowel de than3 geldende coupons met groenen opdruk op grij zen ondergrond gedrukte vergunning, o.m. voorzien van het groene cijfer 3, mogen aanne. men als de voor October ontworpen coupons met gelen opdruk op lichtgrijzen ondergrond, bevestigd aan een op lichtgrijzen ondergrond gedrukte vergunning, waarop o.m. In gele kleur het cijfer 4 voorkomt Speciale aandacht van wederverkoopers wordt nog gevraagd voor den thans verschoven datum van laatste inzending aan leveranciers van op- plakvellen met coupons. In tegenstelling met de laatste alinea van een brief d.d. 16 dezer, welke aan wederverkoopers uitgegaan is on der het hoofd „Motorbrandstofbeschikking 1940 no. 1", wordt de uiterste datum, waarop Sep tember-coupons nog aan leveranciers ter aan vulling van den voorraad mogen worden inge zonden, bepaald op 7 October a.*. Verscheping van Braziliaansche koffie In Zweden is de eerste zending van 500 zak ken Braziliaansche koffie aangekomen, die haar weg over de Finsche haven Petsamo aan de Noordelijke IJszee heeft gevon den. De koffie was niet minder dan zeven weken onderweg geweest waardoor de transportkosten op ongeveer hat achtvoudige van den vroeger betaalden vrachtprijs rijn ge komen. Er worden nog 500 zakken verwacht, die reeds te Petsamo »ijn aangekomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1