JHettwe geiltödft (ümtraitl FIJNPROEVERS EISCHEN NUTRICIA's ROOMBOTER BOND VAN GEREFORMEERDE VROUWENVEREENIGINGEN =4" IWED^ 'öetudjj pjr 3 iaanden In Leiden en in plaatsen e niir en a8enlschaP g«vestigd is 2 35 het j per wek 18 ct. Losse nummers 5 et Set vv^^^hetaling. rertenieprijzen: eien, d yü c per regel. Ingezonden Mede- itralij ^elingn 45 ct per regel Minimum laas" 11 regel Bewijsnummer 5 ot Bij can 't s'a» inct blangrijke korting Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken No. €211 WOENSDAG 28 AUGUSTUS 1940 21e Jaargang Bur. Redactie en Administratie: BREESTRAAT IJS. LEIDEN. Telefoon 22710. (Na 6 uur 28160). Postbox 20. Poetrek. 86834. Abonnementen, Advertenties, GEEST EN GELOOF Inpnir lalenkan men, uit den mond van inktep bIik *n toekomst meenen te nar belusteren, dat wat komen gaat Wie s van geest en van geloof, dagen, zoo zeggen zij, wordt een penode afgesloten, en slechts de nieuwe ideeën gelooft, kan jjiebben aan den opbouw. Dat ge- f t men of men heeft het niet. teg| men het niet, dan doet men goed, iuw over te laten aan wie beter zijn. Men kan dan nog wel mee- de'gïgetwjjfeld, het is zelfs zeer wen- dat men het doet, doch de leiding, het leiderschap blijft overgelaten tenschen van het nieuwe geloof. duidelijk is, wat dit geloof in- lan dat volgens de aanhangers [elle verwezenlijking ervan moet °P htgestreefd. Dit geloof heeft name- eigen methode, en die methode is ged^eid. Misschien zou men kunnen van gestroomlijnd geloof. Zooals aödenlstijds socialisten in hun strijd £ke"jtschappelyke verbeteringen kon uitroepen: „Wij kunnen niet geen dag en geen nacht", zoo ook grooten spoed betracht zien uina [oorwerking van dezen nieuwen krijgen niet den indruk, dat dit ^w^fooralsnog in artikelert is neerge- d(e weinige ook in aantal. Trouwens, kerkgeschiedenis weten we, dat idige artikelen moesten groeien vaak hun ontstaan vonden in den wie andere meening waren Mfmdank. dit laatste, was er van (vang af bij de Christenheid vol- zekerheid inzake de essentiëele 'aarheden. De Kerk, zoowel in le als in het Nieuwe Testament, 'sche,le beloften Gods. Paulus kon het landt! „Ik weet, Wien ik geloofd heb", kt- Dps kon het belijden: „Tot wien zul- ifeidjheengaan? Gij hebt de woorden ït dalirigen levens". ^rmJhelsche geloof heeft ook zijn eigen centrt. Het roept het menschdom tot en het zet haast achter dezen nt het weet: Het Koninkrijk der is nabij gekomen. Maar als het x zelf i s, dan is er ook de rust en =~<frheid. In het geloof zélf geeft de de snelheid, niet het rhythme aan. kift zegt het kort en krachtig: „Die »n haasten niet". Zeker, ze kunnen •langen naar de komst van den bruidsgemeente kan uitzien naar t van den Bruidegom, maar dat is ien in vertrouwen. Ook kent deze de leidersgedachte, maar dan irschap van haar Verlosser, Heer Koning der koningen. Ons gebonden aan den polsslag van Het is ingedeeld in dagen en in Wij kunnen snelheid forceeren, lies blijven wij in Zijn raadsplan. :hter is Heer van den tijd en van [heid. Duizend jaren zijn als één als duizend jaren. Ja, Hij ook van de snelheid. Want eens imen: haastiglijk. Snellijk zal Hy t zijn tempel. :ent de Christen het gelooven. er onder de menschen van den tyd, die zeggen: „Het is voor ons itie van geloof, en gaat men van den dag gelooven,-dan zullen 'ceptisch hebben te beoordeelen; 'fden wij reeds aan onze ideeën, nog was, als hadden wij geen tad". Wij ontkennen de is van zulke woorden niet, doch >p, dat het Christendom ook het kent, niet sinds heden, ook niet, ilen van het nieuwe geloof, sinds j jj, doch sedert eeuwen èn eeuwen, "hristendom kan, in Hebreeën 11, tar een wolk van getuigen, die de tijdens hun leven niet hebben nochtans hebben geloofd en zijn. ry het wel, dan gaat het in deze zal het in de toekomende gaan krachtmeting tusschen geloof èn .uwheid zal niet worden geduld, >ude of warmte. Kansberekening 'tte geen kans hebben. De kern ir. Het wordt een kamp van be- een antithese. In dit alles is de 'nzen God. Hij hééft den tijd. „Die loet, dat hij nog onrecht doe; en jïs, dat hij nog vuil worde; en die is, dat hij nog gerechtvaar- "de; en die heilig is, dat hij nog worde". [en strijd moet positie worden ge- 'ie het geloof kent en de rust die zal niet rusten, die kan niet •s neerzitten, zoolang niet waar- iristus Heer is over alles. Zulk het onderkennen van de anti- Ik compromis duchten, zijn ons voorgegaan als lichtende Jden. Mogen wij dan strijden den itrijd des geloofs en in herinne rden het woord, dat Thorbecke eveer een eeuw aan Groen van schreef: „Ik ben niet van uw Q£h ik wenschte, dat allen voor e zóóveel deden, als gij voor het •j hadden wat meer groeikracht in «er ferlandsche natuur"! en i Pa* PROTESTANTSCH-CHRISTELIJKE LANDDAG TE LEEUWARDEN Duizenden Friesche anti-revolutionairen en christelijk- historischen bijeen Dort, Redevoeringen van mr. R. Pollema en dr. H. Colijn LEEUWARDEN, 28 Augustus. In de Frie sche hoofdstad werd hedenmiddag de groote Landdag gehouden, uitgaande van het Prov. Comité van A.R. Kiesvereenigingen in Fries land en het Kamerkieskringoestuur in Fries land van de Christelijk Historische Unie. Het weer werkte er toe mede om deze indrukwekkende openluchtsamenkomst waar mr. R. Pollèma, lid van de Sta ten-Genera al en Zijne Excellentie, minister van staat, dr. H. Colijn het woord voerden, uitmuntend te doen slagen. Klokke half drie werd de samenkomst, die geleid werd door burgemeester I van Minnertsga, voorzitter van het Prov. Co mité geopend met het zingen van Ps. 27:7 gebed. Nadat in een kort openingswoord allen het welkom was toegeroepen verkreeg als eerste spreker mr. R. Pollema het woord. Rede Mr. R. Pollema Mr. Pollema stelde de vraag of het nu wel de tijd is in een landdag samen te komen en of niet veeleer de tragedie van ons vaderland ons tot stillen ootmoed noopt. Zeker is er voor een Christen eer reden tot inkeer dan tot luidruchtig samenkomen, maar deze houding, hoe begrijpelijk en aanlokkelijk ook, zou toch op dit moment verkeerd zijn, nu toch van zoovele zijden geroepen wordt om vernieu wing. Nu zijn er met name drie stroomingen, die van ir. Mussert, die van A. Meyer en daarnaast is in onze dagen ontstaan de Neder- landsche Unie en het is met name ten van deze beweging dat we gehouden plicht zijn onze houding te bepalen. Gemeen hebben deze drie richtingen dat ze zich snel en afdoende, nu reeds in de huidige omstandigheden willen aanpassen nieuwen tijd. Óp zichzelve kan tegen ver nieuwing of verbetering geen enkel bezwaar zijn maar wij Christen-Protestanten, wenschen daar bij vast te houden aan oude beproefde waarden, omdat Juist deze waarden steeds de kern van ons volksbestaan hebben uitge maakt. We mogen niet als Abraham in Egypte het heiligste bezit, de geestelijke levenskern van ons bestaan, opofferen. Er zijn in onze dagen vele Abrahams. Zij passen zich aan zoo, dat ze zelfs het beste en het edelste dat de Nederlander krachtens zijn geschiede nis heeft wel wenschen op te offeren, eener- zijds uit vrees, anderzijds om stoffelijk voor deel. Spr. wil volstrekt niet zeggen dat de Nederlandsche Unie hieraan mank gaat, dat ze op een gevaarlijke helling is staat vast. Als we onze stem eens niet verhieven, zoodat gedacht mocht worden dat bovenbedoelde drie bewegingen ons volk vertegenwoordig den, zou er dan wel iemand onder ons zijn die van meening is, dat deze zichzelf opge worpen Unie krachtig genoeg zou zijn, weer stand te bieden aan de dynamische krachten rondom haar? Ziedaar de aanleiding tot deze vergadering. Ze is maar niet een bijeenkomst van C.H. en A.R. zonder meer. Wij zullen hier vast stellen, nu we er nog de gelegenheid voor hebben, wat ons als Nederlanders in Christe- lijk-Protestantsche zin verbindt. Wat is de kern van ons volksbestaan? Gaan we naar de wieg van dat volksbestaan, onderzoeken we de historie dan vinden we dit: het aanvaarden van den Bijbel niet slechts voor het persoon lijk geloofsleven maar ook als eenig richtsnoer voor ons staatkundig streven. De Bijbel dus: normatief ook voor ons staatsbestuur, Calvi nisme in Nederlandschen zin, geleid door de geniale intuïtie van Willem den Zwijger. Het is geen Christendom boven geloofsverdeeld heid, het is dat Christendom, dat zyn eischen stelt, hard en onverbiddelijk en dat van geen transigeeren weet. Onze vaderen waren vaak hard en ongemakkelijk, maar zij waren de bouwers van den Nederlandschen staat. In dit licht beschouwd naderen wij A.R. en C.H. elkaar in dat eene bindende cement: Christus. Dr. Kuyper en Dr. Hoedemaker, hoe verschil lend ook, hadden een doel: het Nederlandsche olk, als gedoopt volk, te brengen tot Christus n in het aangezicht van de huidige tragische gebeurtenissen geven hun volgelingen elkaar de broederhand. Naar aanleiding van een Open Brief tot dr. Colijn stelt spr. uitdrukkelijk vast dat het doel van dezen landdag dus volstrekt maai geen persoonsverheerlijking is. We vereenigen niet om een persoon maar om onze be ginselen. Dan staan we slechts sterk in onder linge eendracht. We blijven wel ieder ons zelf maar er is eendrachtig en nauw contact ge legd. Onze beweging, die te recht een derde de bevolking, eenparig aohter zich heeft, brengt volstrekt geen schisma in ons volks leven en stoot, mits goed geleid, evenmin af die strooming, welke spr. de humanistische zou willen noemen. Ons land heeft schitteren de vertegenwoordigers van humanisme binnen zijn landsgrenzen gekend, die onze cultuur en wetenschap verrijkten dank zij de wijdsche visie van de opbouwers van onzen staat, die naast kloek beginsel verdraagzaamheid oefen den. Maar het humanisme is steeds zwak ge weest in zijn theorie over den staatsopbouw. de Achilleshiel van de humanisti sche strooming. Ze bood eertijds geen weer stand aan de verlokkende theorieën der Fran- sche revolutie, evenmin aan het revolution- nair Marxisme en het religieus socialisme en ook niet aan de verzwakking van het staats gezag, waardoor de vertegenwoordiging des volks eenerzijds zich zette op den stoel der overheid, anderzijds zich niet vrij wist te ma ken van de dwaasheid zich als lasthebber het volk te beschouwen. De zwakheid van dit Nederlandsche humanisme komt in onze dagen uit in de Nederlandsche Unie, in haar neiging naar het tegenovergestelde: de eigen autoritaire opbouw en de sympathie voor den autoritairen staat. Ze is onzeker en onvast, als een riet dat van den wind heen en weder be wogen wordt. Spr.'s staatkundige ervaring heeft hem er in bevestigd dat slechts de Christelijke staat idee, leven en fleur en kracht geeft aan een echt Nederlandsche staatkundige strooming. Nu in dezen tijd zal de eendracht van het land ook gezocht moeten worden in de staat kundige gee'stesstrooming van de Christelijk Nationale richting. Schaart U daar rondon. Hier is vastheid van beginsel. Het Christelijk Protests» tlrrne was steeds rugge^raat van het Nederlandsche staatsbestuur. Ook echter oeconomisoh en sociaal. Niet dus in het Ne derlanderschap zonder meer maar in het Ne derlanderschap zooals dat zich historisch heeft gevormd in Christelijken zin, in zijn juiste af weging van gezag en vrijheid zij Neerland's eendracht. Nooit zullen we mee doen aan de beknotting van het Nederlandsoh verlangen en de Nederlandsche vrijheid, overeenkomstig de leus van Groen van Prinsterer. „Steunende op den Bijbel verdedigen wij de vrijheid". S'^at dan in Godes kracht zoo besloot spr. Wij slaan het oog tot U omhoog Die ons in angst en nood, Verlossen kunt tot aller stont, Jae selfs oock van de doot Op deze rede werd gezongen „O Heer, die daer", waarop Zijne Excellentie Dr. H. Colijn het spreekgestoelte beklom. Rede Dr. H. Colijn Dr. H. Colijn ving aan met op te merken dat de druk, die na den veertienden Mei in ons volksleven viel waar te nemen, nu lang zamerhand begint te verdwijnen in dien zin, dat men weer met meer zelfvertrouwen door het leven gaat. Deze groote bijeenkomst levert daarvan het bewijs. Maar toch is nog lang niet alles helderheid wat men om zich heen waarneemt Er is nog te veel gretige veroor deeling van het verledene en een te haastig roepen om totale verandering. Bij het eerste valt vee' overdrijving waar te nemen en bij het tweede loopt men groot gevaar genoegen te nemen met het onbestemde en het onbe kende. Er zijn grieven die men met recht tegen het verleden kan inbrengen spr. bracht ze bij herhaling reeds te berde maar daaruit volgt nu reeds allerminst dat men datgene, dat van vele zijden gepredikt wordt met open armen behoort te ontvangen. Want onder datgene, wat ons aangeprezen wordt is heel wat, waar we afwijzend tegen over staan. De drang van velen om zich bij de Nederlandsche Unie aan te sluiten moet worden verklaard uit de verwachting, dat een bijzonder eenheidsvertoon van degenen, die zich niet wenschen aan te sluiten bij de N.S.B., die N.S.B op den achtergrond zal dringen, voor welker heerschappij men be ducht is. Dit jagen naar eenheid, zooals dit ook in de Nederlandsche Unie tot uitdrukking komt, moet tot ernstige teleurstelling leiden. Voor een groot deel van het Nederlandsche volk zal de aanvaarding van het een heidsbeginsel, zooals dit thans van vele zijden aanbevolen wordt, gepaard gaan metide ver loochening van wat in een eeuw van arbeid onder gebed en dankzegging door grooten en kleinen in innige onderlinge verbondenheid is verricht geworden. Het is nu eenmaal aldua spr., dat een belangrijk deel van het Nederlandsche volk van meening is, dat de diepere levensovertuiging altijd invloed uit oefent en soms beslissend is bij het oordeelen over staatkundige, sociale en economische vragen. Voor hen is het onmogelijk het open bare leven buiten die diepere levensovertui ging te stellen. Daarom is het vóór ons onmo gelijk ons in de eenheidsmolen, die men thans bezig is te bouwen, te laten verpulveren. Toch Gerechtigd tot het voeren van het Rijksbotermerk. De verschheid wordt gegarandeerd tot den datum, vermeld op ieder pakje. Verpakt in cartons van Zz en 'A Kg. Driemaal per week versche aanvoer in ons FILIAAL te LEIDEN, Korenbrugsteeg 3 Telefoon 21059 i Lijn we van oordeel, dat er behoefte is, niet het minst met het oog op den nood der tijden aan grootere aaneensluiting, aan hechtere samenbinding in het Nederlandsche volk, om gezamenlijk ons volksleven te stutten. De weg dien wij daarvoor aanprijzen is een andere. Niet datgene wat bestaat versmelten en vermengen om dan een illusie na te jagen: de illusie van een volkomen eenheid, maar ons opmaken om in eensgezindheid te arbei den voor een wel omschreven gemeenschap pelijk doel. Het zinnebeeld van de saamge- gnoerde pijlenbundel moet ons daarbij voor pogen staan. Een poging in die richting werd gedaan bij de oprichting van de eerste Nederl. Unie. Op de geschiedenis daarvan komt spr. nu niet terug. Wat de grondslagen betreft werd het bewijs geleverd, dat een gezamen lijke arbeid in zuiver Nederlandschen zin mogelijk is. Daar konden allen in meegaan. Verder mocht vertrouwd, gelet op de per soonlijkheden, dat potentieel de instemming daarvoor werd verkregen van wellicht 90 procent van ons volk. De tweede Unie mist juist de grondslagen, die door allen aanvaard kunnen worden. Er zijn er onder die zeer bepaaldelijk moeten afgewezen worden. Juist daarom kan deze Nederlandsche Unie geen werkelijke Unie worden. Ook kan men door toetreding geen enkele invloed uitoefenen pp de denkbeelden die door haar gepropa geerd zijn. In haar methodologie heeft zij het N.S.B.-principe geïntroduceerd. Het verwijt door een der groote bladen tot het orthodox Protestantisme gericht dat het zich afzijdig houdt bij de roep om verantwoordelijkheid te dragen, waarbij een vergelijking gemaakt is tusschen de houding der orthodox Protestan ten in 1848 en 1940, wijst spr. terug als on juist. In 1848 was voor deze volksgroep volle ge legenheid om door opbouwende critiek te trachten iets beters te krijgen, terwijl in 1940 door de gekozen methode van de Nederl. Unie zulks niet mogelijk is. Intusschen stelt spr. er prijs op te verklaren, dat hij nog altijd beieid is mede te werken aan de bevordering van de eensgezindheid onder ons volk. Hij i, vicc. t 'echter, geiet op de uitingen van de leidende personen der Unie, dat die samen werking door hen uitgesloten wordt geacht. Er blijft ons dus geen andere weg, dan dat wij onze eigen inzichten in het openbaar tot uiting brengen. Negatief zoowel als positief door ons te plaatsen op het standpunt, dat neergelegd is in de redevoeringen van den Rijkscommissaris Seyss Inquart van 29 Mei en 27 Juni Op die grondslagen mogen we ons plaatsen niet alleen, maar het is onze plicht dit te doen. Plicht tegenover de Duit- sche bezettende macht. Bij den positiev arbeid die te verrichten valt zal men niets kunnen bereiken, tenzij men de nuchtere werkelijkheid aanvaardt. Deze leert ons ter eerste dat door Duitschland op het Europee sche vasteland een overheerschende positie zal worden ingenomen, waarvan de zuig kracht op een weer vrij en onafhankelijk Ne derland zich sterk zal doen gevolen, ten tweede moeten we ons niet inbeelden, dat we vrucht baar werk kunnen verrichten voor de wijzi gingen in ons staatsbestel gedurende de be zettingstijd en we moeten dat, met de lessen uit uen Franschen tijd voor oogen, niet wil len ook. Tenslotte zullen de economische en sociale veranderingen uit dezen oorlog voort vloeiende van groote beteekenis zijn. Al moet men hier niet al te ver willen vooruitloopen, stil blijven zitten moet men al evenmin. Tegen revolutiebouw op dit ge bied dient gewaakt. Vermeden moet ook het doordrijven van sociale of oeconom'sche her vormingen, die bij de helft van het Neder landsche volk op verzet zouden stuiten. Er is zooveel ontzaglijk practischer arbeid te ver richten, dat men het filosofeeren over den co* poratieven staat beter naar de toekomst kan verschuiven. De handen ineenslaan tot versterking van hetgemeenschapsgevoel, saambundeling van alle krachten, die het wel zijn van ons volk beoogen, die oog, oor en hart hebben voor onze beste volkstradities, waaronder de vrijheid van geestesuiting verzekering van volksinvloed op wetgeving en bestuur de voornaamste plaats innemen. Dat alles geeft ons waarlijk werk genoeg. Ik ben, aldus spr., overtuigd, dat de duizenden, hier aanwezig, met mij instemmen ik zeg, dat wij al onfe krachten moeten spannen om ons aandeel bij te dragen dc taak, die er op het oogenblik te verrichten valt. Maar dan moet men ons, naar dr. Slote- maker de Bruine opmerkte in de Apollohal nemen zooals we zijn. We gaan daarbij uit van Groens adagium, we willen werken in het licht van Woord en historie. We weten, dat onze glorietijd te vinden is toen het volk zich boog voor het gezag van het Woord. E^ we weten ook dat, toen de geestelijke krach ten in ons volk nauwelijks werkten, de tijd van diepe inzinking in ons volksleven was aangebroken. Dat heeft ons ook nu wat te zeggen. Allereerst tot ons zelf, want elke re formatie moet bij huis beginnen. Alleen lang» dien weg wordt de innerlijke rust verkregen, waarvan de aanhef van Psalm 91 gewaagt. Leert weer naar Uw Bijbel te grijpen. Met het Woord in de hand staan we vast. En ver diept U daarnaast in onze volkshistorie. Ko men we zoo tegenover de tijd vragen te staan, dan blijven de moeilijkheden, maar verdwijnt het benauwende en dan kan men zich indenken in het geval dat Bilderdijk schil derde, toen hij in 1811 te Amsterdam zijn bekend „Afscheid" voordroeg. Gezongen werd hierop Psalm 89 8, waar op door den voorzitter van het Kamerkies- bestuur in Friesland van de Chr. Hist. Unie, ds. J. Hoekstra van Ternaard, een slotwoord werd gesproken. Vervolgens werd deze gröote openluchtsamenkomst met dankgebed ge sloten. De beperking van het motor- verkeer Het bericht nopens de beperking van het autoverkeer tusschen 22.00 en 4.00 uur heeft, behalve op auto's, enz., ook betrekking op motorfietsen. Bondsdag heden te Rotterdam gehouden BOUWEN IN GODS KRACHT De derde Bondsdag. In de Nieuwe Zuiderkerk te Rotterdam werd heden onder presidium van mevrouw M. Heuzeveldtv. d. Lelie van Hazerswoude de derde Bondsdag gehouden van den Bond van Geref. Vrouwenvereni gingen in Nederland. De presidente opende hedenmorgen de vergadering met het doen zingen van Ps. 68 10, gebed en Schriftlezing, waarna zij een Openingswoord sprak, dat ditmaal tot titel droeg: „Bouwen Gods kracht". Spr. wees erop, dat deze bondsdag ge houden wordt onder heel bijzondere omstan digheden. Daarvan spreekt de stad van samenkomst zeer duidelijk. We leven, aldus spr., in oorlogstijd, maar dat niet alleen, ook m een tijd, waarin groote veranderingen zich voltrekken. Er gaat een sterke roep uit om op te bouwen en te vernieuwen. Niet alleen ten aanzien van het materieele dat werd verwoest, maar feitelijk op alle levens terrein. Velen willen een zoo radicaal moge lijken nieuwbouw. Hoe hebben we, vroeg spr., daartegenover te staan? We moeten allereerst nuchter en bezonnen zijn. Niet al het oude over boord werpen, om het nieuwe maar zonder meer te aanvaarden. Wanneer we in het geloof hebben gearbeid op het eenige fundament Jezus Christus, dan heeft dat eeuwigheidswaarde. En dan moeten we tegen den roep om radicalen nieuwbouw neen zeggen, niet omdat we ons krampach tig vastklemmen aan wat oud is, of uit gees telijken hoogmoed, maar omdat we niet kun nen erkennen, dat de arbeid in het verleden principieel fout was. Daar moet wel veroot moediging zijn en bekeering van zonden, die ons aankleefden. Er moet worden voortge bouwd in de oude principieele lijn en zoo willen wij, zoo besloot spr., het nieuwe jaar ingaan in afhankelijkheid van den Heere en in betrouwen op zijn alvermogende kracht Hierna kwamen de jaarverslagen aan de orde. Aan dat van de secretaresse, mevrouw F. M. L. Nawijnvan Dijk van Bergum, ontleenen we, dat het aantal aangesloten vereenigingen met 14 vermeerderde en thans bedraagt 54 met totaal 1331 leden. Het orgaan „De Gereformeerde Vrouw" werd uitgebreid en ziet thans elke maand het licht. Het bestuur vergaderde viermaal. In dit college kwam geen wijziging, evenmin als in de commissie van redactie. Van de 54 ver eenigingen houden 36 zich ook onledig met practisch werk. De Bond heeft ook twee kringen n.l. «en te Groningen en een te Rotterdam. Het verslag van de secretaresse werd onder dankzegging goedgekeurd en de aftredende leden van het hoofdbestuur, de dames mevr. H. KuipersRietberg te Win terswijk en mej. G. J. Molendijk te H. I. Ambacht werden herkozen. Mej. A. W. Bos te Rotterdam werd herkozen als lid van de commissie van redactie. In de morgenvergadering werden ook voor stellen van organisatorischen aard behandeld, ingediend door het hoofdbestuur, den kring Groningen en de vereenigingen te Rotterdam- C., Winterswijk en Aalten. Na afhandeling van de huishoudelijke zaken refereerde d r. F. L. Bos, Geref. predikant te Wilnis, over: „Mevrouw Zeelt, een lichtbaken in de bran ding van dezen tijd". Referaat dr. F. L. Bos. Hoezeer het vrouwelijk element, aldus spr. in de beweging der Afscheiding sterk is ge weest, zijn er weinig op den /oorgrond- tredende vrouwenfiguren aan te wijzen. De vrouwen der Scheiding verstonden dat hun roeping voornamelijk lag op den achtergrond van het leven, in de stille kracht en vorming, die zij deden uitgaan op hun mannen en zonen, opdat die aangegord werden tot den publieken strijd des geloofs. Slechts enkele alleenstaande vrouwen hebben hun zelfstan dige beteekenis gehad. Genoemd moet wor den de Wed. Koster te Ulrum, de vrouw zonder vrees, die leed en streed naast ds. de Cock. En van zeer bijzondere beteekenis is geweest Johanna Judith Zeelt, de weduwe van IJsseldijk, groot grondbezitster, woon achtig op Huize Postwijk te Baambrugge. Deze kordate „dweepster" voelde zich van der jeugd af aangetrokken tot de kringen van eenvoudige vrouwen. In de twintiger jaren werden de „Christelijke Broeders" door haar financieel voortgeholpen. Zij voegde zich in 1835 bij degenen, die te Amsterdam een af gescheiden gemeente vormden, maar haar be teekenis reikte al spoedig ver uit boven de plaatselijke gemeente. Velen, die om hun af scheiding uit hun werk gestooten waren, of om hun medewerking aan godsdienstige samenkomsten met verkoop bij executie of gijzeling wer len bedreigd, werden door haar uitgeholpen. Haar huis was een herberg der kerk. Zij bracht r.i 1850 de laatste bittere tol aan den vervolgingsgeest, waaronder zooveel duizenden van haar broeders en zusters had den gezucht. In den meest letterlijken zin van het woord mocht zij ook mede „bouwen" aan de toekomst der kerk. Door haar finan cieel initiatief werd bovendien zaak der opleiding, van het Chr. onderwijs en de Chr. pers krachtig gestimuleerd. In zware tijden, waarin de doorwerking van het koninlirijk Gods sshijnbaar hopeloos was, streed en offerde zij voor de zaak des Heeren in onuit- bluschbaar geloof. In dezen is zij een lichtend voorbeeld voor de Geref. vrouwen van thans. Het offer der liefde en de alle talenten op- eischende strijd .s ook thans noodig, om, wat in de branding van de eerste helft der vorige eeuw gebouwd is, in de branding van dezen tijd te bewaren. Hierna werd de morgenvergadering ge sloten. In de middagvergadering hield prof. dr. J. H. Bavinck van Bitlhoven een rede over: „Vrouwenzending". Rede prof. dr. J. H. Bavinck. Spr. ving aan met de opmerking, dat overal op het zendingsveld in onze dagen beseft wordt de bijzondere beteekenis van het werk onder vrouwen. Vrouwen zijn veelal meer toegankelijk voor het Evangelie dan mannen, deels omdat zij vaak sterkei de zorgen des levens te dragen hebben in de Oostersche landen, deels ook omdat zij als intuïtief ge voelen, dat het Evangelie aan de vrouw een geheel andere plaats schenkt dan welke andere religie ook. Dit maakt de kansen van \Touwenzending algemeen veelbelovend. Onder de Christenen der verre Oostersche landen zijn vrouwen opgestaan, die in de Chr. Kerk een bijzondere plaats b ekleed hebben. Wij denken hierbij aan Ramabai, de edele Christin in Britich-Indië, de moeder der verstootenen. Wij denken ook aan mevr. Tsjang Kai-sjek in China. Komende tot Ned.-Indië mc:t allereerst gewezen worden op het vrouwenwerk in de Bataklanden dat een groote uitbreiding ver kregen heeft en waarop zeer veel zegen rust. Ook in Oost-Java vinden we een uitgebreid vrouwenwerk, vooral onder de Christen vrouwen. Ook daar wordt de beteekenis van dit werk van dag tot dag meer beseft In Midden-Java is de vrouwenzending nog niet van ouden datum. Ook daar werd spoedig ervaren welke moeilijkheden in dit werk be sloten liggen, moeilijkheden vooral tengevolge van de groote onkunde, die daar vaak in de vrouwenwereld gevonden wordt. Daarnaast echter werd ook in ruime mate ondervonden, dat dit werk groote beloften in zich draagt Langs allerlei wegen, door huisbezoek, zie kenbezoek, het oprichten van kransjes en kringen, wordt gepoogd ingang te vinden en in vele gevallen wordt de uitgestoken hand dankbaar aangegrepen. Het leven van de vrouw op de zendingsvelden is menigmaal zoo door en door donker en ellendig. De troost van het evangelie is in die duisternis een schijnend licht. Het geheele gezinsleven wordt er door opgetild, er komen nieuwe mogelijkheden, waarvan tevoren droomd was. Daarom verdient de zending hoe langer hoe meer onze liefdevolle belangstelling en ons voortdurend gebed. Nadat met prof. Bavinck over diens onder werp van gedachten was gewisseld, en mej. N. P. Verkade van Schiedam, redactrice van het orgaan die den bondsdag met decla matie opluisterde, zich voor het laatst had doen hooren was het woord aun d s. G. Bouwmeester, Geref. predikant te Rot terdam, om een opwekkend slotwoord te spreken, waarvoor hij als titel gekozen had: „Met vasten gang voorwaart*", P. C. SMIT CO.. KEIZERSGRACHT 194, AMSTERDAM-C. N.V. INGENIEURSBUREAU VOOR BOUWNIJVERHEID BOUW- EN GEWAPEND BETONWERKEN Volgent nauwkeurig werkplan ln «eer korten tijd. OEGSTGEEST TELEF. LEIDEN 20341 (2 lijnen) Versterking van het Ned. cultureele leven De instelling van staatsprijzen in overweging Naar wij van bevoegde zijde vernemen, kunnen binnenkort van overheidswege ver schillende maatregelen verwacht worden tot versterking van het cultureele leven in Nederland. Zoo wordt door het departement van onder wijs, kunsten en wetenschappen met de algemeene Ned. Kunstenaars Organisatie (N.O.K.) overleg gepleegd over een programma voor staatsprijzen voor letterkunde, drama tische kunst, toonkunst en filmkunst naast de reeds bestaande prijzen voor beeldende kunsten en bouwkunst Geregeld luchtverkeer tusschen Nederlandsch-lndië en de Vereenigde Staten Te Washington zouden onderhandelingen worden gevoerd. Het D.N.B. meldt uit Tokio: Volgens de Kokoemin Sjimboen zouden te Washington geheime onderhandelingen wor den gevoerd over instelling van een geregelden luchtverkeersdienst tusschen de Vereenigde Staten en Nederlandsch-lndië. Het blad ziet daarin een opmerkelijk teeken, dat de regeering der Vereenigde Staten haar politiek in het Verre Oosten een nieuwen impuls wil geven. De ontworpen luchtlijn zou volgens het blad de Vereenigde Staten via Hawaii verbinden met Nederlandsch-lndië, Nieuw-Zeeland en Australië. De Japansche regeering, zoo besluit het blad, zal ook deze aangelegenheid met groote aandacht waar nemen. Uit de A.R. Partij Hulpcentrale De Hoeksche Waard. Op Zaterdag 7 Sept. wordt om 3 uur in de gymnastiekzaal van de christelijke school te Klaaswaal een vergadering gehouden van de hulpcentrale De Hoeksche Waard van de anti- rev. partij. Als spreker hoopt op te treden de neer J. Schouten van Rotterdam, met het onderwerp: Politieke vragen van den dag. Alle betrokken kiesvereenigingen worden op gewekt om, indien eenigszins mogelijk, aan wezig te zijn. Vereeniging tot Chr. Verzorging van krankzinnigen in Zeeland Algemeene vergadering. Onder voorzitterschap van den heer Dr. J. J. C. van Dijk te 's-Gravenhage hield bovengenoemde vereeniging Maandag te Goes een algemeene vergadering. Door bij zondere omstandigheden kon deze vergade ring niet op de stichting Vrederust gehouden worden De voorzitter wees in zijn openingswoord op het eigenaardig karakter dat deze ver gadering draagt. Zij kan slechts kort duren, zoodat ook de bidstond achterwege moest blijven. Spr. kon echter mededeelen, dat aan de stichting Vrederust in de oorlogsdagen in Mei j.l. geen schade is toegebracht. Hierna sprak de tweede voorzitter, ds. J. de Vries, over Psalm 143 vers 9 („Bij U schuil ik"). Spr. wees er op, dat de schuil plaats bij God, den Almachtige, absolute veiligheid biedt Daarom, al moge de toe komst nog zoo donker zijn, als wij bij God schuilen, dan zijn wij veilig en zullen wij nooit teleurgesteld worden. De verslagen van secretaris en penning meester werden goedgekeurd. De voorzitter if een overzicht van de financieele positie. De exploitatierekening der stichting gaf 'n klein verlies. De exploitatieinventaris werd echter in 1939 in verband met de dreigende moeilijkheden tot ongeveer het dubbele opgevoerd. De bedrijven leverden een winst op, terwijl ook de verlies- en winstrekening van de vereeniging, ondanks het koersverlies op effecten, bevredigend mag worden genoemd. De reserverekening kon worden opgevoerd, wat van belang is in verband met verschillende te verwachten uitgaven. De opbrengst van contributiën en collecten ging echter weer achteruit, waar om werd opgewekt om deze op te voeren. Tot leden der commissie tot het nazien der rekening 1940 werden benoemd de heeren J. Laport, H. van Mazijk en J. J. v. d. Ende. Als bestuurslid werd herkozen de heer 3. W. van 't Hoff, terwijl gekozen werden do heeren A. C. Burger, M. Krijger, ds. J Spoelstra en ds. D. J. Vossers. Op verzoek gaf de voorzitter daarna een uiteenzetting van de zorgen en moeiten aarvoor het bestuur zich ziet geplaatst. Na de rondvraag volgde sluiting met dankgebed door ds. A. Scheele tr Kapello.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1