AUGUSTUS 1940 PAG. 3 Zending EN - J^,ost'Gron'ngen• cand- w. lilder bijkhutaen, H- w- Wierda »»8nstaare( Kerk Jaar eHen, cand. W. de Graaf Jonker te Zierikzee. lederschap V. van Gelder te •nderdaal te Rotterdam. fcN INTREDE. S. L. Knottnerus ils predikant der Ned- Asch. Des morgens was J. C. J. D ij k s t r a van TE VAK sprak over Nehemia ERWAO deed des middags zijn 5 t e Callenf els bericht van Schai ng zai wit uit Zoelmond. i wijst lent La VREEDER. kans i ,r het (dsdienstonderwijzers in eeden. per G- J. Streed er, van Efl van meer dan 56 jaar gd als godsdienstonder- gemeente te 's-Graven- der arbeidde een lange wijk 10 der Haagsche ndSCrvan dr. H. Schokking edikant was. Hij heeft izenden kinderen op de rQn tönwege de Ned- Herv. Lft-ndei-wijs gegeven. Ook nderwijs in de Alexan- miliUin6™ d'? W!alS" godsdienstonderwijzer iring en ziekenbezoeker 1 van ,*enhuis, terwijl hij 31 3uii«ch.vljs °ai en voor8in« 1,Ch\aldwÜk, die in 1932 een leraal, 2g- :nt van catechiseerde in de ilt het talakkakapel en hield in an de ook jeugddiensten, genbla^heen een schets voor ed, stupn een Leerboek voor ae ntjie2 Jen heer Streeder is be ren varer 10 de he€r F" I lederr'n werkzaam is geweest grenst11 Duitschen predikant of van ctielgoeL BORNHAUSEN de d van ee Main is overleden prof. gegeven sen, hoogleeraar in de boverbeSeerte van den S0025- g^utejURL CLEMEN t ;n dooi. ieren «an Bonn. an een 'gedrulCN LEGATEN. istribuP Amsterda m-Z u i d en opi V- d- L. een gift van euwe psschen kei'k, diaconie en roorraa de zaken der Ned. btterdam hebben een gift waarvan 500 tot steun "0 voor de diaconie, voor leden dei* gemeente. onrp JGDBEWEGING. eks ha|)rganisaties in de Rijn- aang Zaterdagmiddag op het de hi A 1 p h e n a. d. R ij n, els eJadhuis aldaar een jeugd- ke o! sprekers zullen optieden x. Stri d- Burg van Vlaardin- rwerp: „Tweeërlei bood- J. Schouten, lid der rdam, onderwerp: „Onze REDE. J. Kfcpteyn, Geref. I ?n(?5'an Alphen zal de land- ikt. Hg weer in de Geref kerk 3ver f* te Alphen zal gehouden ng ir jk act r ern:lLIGE GRAF wordi kerkelijke overheid heeft I tot Mussolini gewend, itdrukking wordt gegeven lide Italiaansche overwin- de oude rechten van het R. vit heilige graf te Jeruza- ooals bekend mag worden aegraa de zorg voor het heilige eld hide Westersche Katholieke n rfpJiaansche Franciscaners. jj va.Lessarabië, die kortelings ?nde zijn toegevoegd, leven ■lijke ltschere, van wie het mee- igen ais. Zy leven in 150 neder - n woo net geheele land verspreid Henge vormden na den wereld- n isch-Luthersche landskerk 1 ondTwaalf «rinë®11' bestaande, êeft c zich de Evangelische Brv yienië, doch behield alle oerd. ZORGT IEMAND VOOR HUN ZIEL? In de Geref. Kerkb. voor de Nieuwe Hoek- sche Waard en IJsselmonde brengt ds. F. J. B. Schiebaan de vraag ter sprake, welke houding ons voegt t.a.v. de Duitsche soldaten. Niet alleen veroordeelt hij elke kwetsende en beleedigende houding, maar hij acht zelfs een strikt afzijdige houding niet steeds verdedig- „Onder hen bevinden zich mannen, die met ons éénzelfden God aanbidden en in droefheid over hun zonden tot denzelfden Christus vluchten. Broeders, die óók onder de oorlogsproblemen zuchten, misschien nog wel meer dan wij. Mannen en vaders, die, vér van huis en haard, verlangen naar hun vrouw en kinderen, hunkeren naar bericht over den omvang van de oorlogsrampen, die over het Duitsche land komen. Kortom, het zijn kerels, die het soms zoo bitter te kwaad kunnen hebben. „De opmerking, dat de eigen Duitsche leiding over hen die rampen heeft gebracht, snijdt hier geen hout. De ellende is er, ook voor hen. Dat zij ons genoeg. Dóór moeten we van uitgaan. Zonder te vergeten, onder welke omstandigheden die soldaten hier zijn en ondanks alle reserve, die we in acht nemen ten opzichte van hen, die op de fronten als aanvallers tegenover onze jongens stonden, ook zij mogen op onze naastenliefde aanspraak maken, telkens wanneer dat noodig is. „Zelfs kan het voorkomen, dat ons de ge legenheid geboden wordt, Duitschen soldaten, die den Christus niet kennen, te spreken van den eenigen troost in leven en sterven. Waar de Finnen aanstonds getracht hebben den krijgsgevangen Russischen soldaten het evan gelie te brengen, is het denkbaar, dat ook óns de kans wordt geboden, dezen hoogsten en be langrijksten dienst te bewijzen aan soldaten van de Duitsche weermacht, die tot nu toe ver van den Zaligmaker bleven. Dan komt het aan op onze dienstvaardigheid. En verder op den zegen des Heeren". De bestemming van oude gebouwen In een artikel over het oude Amsterdam schrijft Dr. A.J.Schroder in Hervormd Nederland: „De geschiedenis van Amsterdam is bij zonder rijk. Wist u, dat het Amsterdam van de vijftiende en een groot deel van de zes tiende eeuw, tot de Reformatie, voor een derde gedeelte uit kloosters bestond? En wat er van die kloosters geworden is? Het St. Luciliën-klooster is door het prachtige Bur gerweeshuis vervangen, een architectonisch werk van belang; het Ceciliën-klooster is Prinsenhof en Admiraliteitsgebouw en later stadhuis geworden, de Agnietenkapel, Door luchtige Schole, fungeert nu weer als een deel van de Universiteit. En het klooster van de zusters Clarissen of Franciscanessen heeft voor het Rasp- of Tuchthuis plaats gemaakt, daar aan den Heiligenweg, waar nu de zwem inrichting staat, en in den hof kwam het Aalmoezeniershuis, waarvan het Bevolkings registergebouw in zijn pseudo-antieke lijnen de herinnering bewaart. De intens-levende koopstad had onophoudelijke veranderingen noodig, nieuwe stichtingen eischten voort durend iets anders; en daarom is van de middeleeuwsche gebouwen, behalve de ker ken natuurlijk, zoo weinig bewaard. „Maar ook die „nieuwe" bouwsels van drie of twee eeuwen geleden zijn historische schatten, en de plaats waarop zij staan dwingt door haar nog oudere traditie ons eerbied af. „Hier ligt voor de toekomst een merk waardig probleem. Het gemeentebestuur heeft besloten, zelf uit het Prinsenhof naar eep nieuw stadhuis aan het Frederiksplein te verhuizen; het heeft de Burgerweeskinderen naar een bij het Stadion te stichten gebouw verwezen en Bevolkingsregister en Burger lijken Stand naar Artis gestuurd. Wat zal er dan met de bestaande gebouwen gebeuren hoe zal over eenigen tijd hun bestemming „Deze vraag zal inderdaad lastig worden. Voor het stadhuis misschien niet zoozeer, om dat de technische (of anders andere) ge meentediensten erin kunnen huizen en dan behoudt het ongeveer zijn bestemming van nu. Maar een nieuwe bestemming is, in onze eeuw van specialisatie en rationaliseering en efficiency, buitengewoon moeilijk aan oude perceelen te geven tenzij men ze inwendig totaal uitbreekt en herbouwt, iets dat althans voor het Burgerweeshuis moordend zou zijn Onze oude kerken staan leeg, de Zuiderkerk en de Noorderkerk en de Ronde Luthersche Kerk alleen de Oude-Zijds-Kapel doet „Dienst", maar dan als Kaas-"pakhuis, wat stellig een onwaardige bestemming voor haar is. Die kerken staan leeg omdat men in onzen tijd niet meer zooals vroeger een ge bouw met wat vertimmering voor elk doel geschikt kan maken: onze pluriforme tech niek verzet zich daartegen, men bedenke maar eens hoe een modern kantoor- of admi nistratie-gebouw zooals dat van de Rijksver zekeringsbank volstrekt eigen en gespeciali seerd van karakter is". Onderwijs ONDERWIJS-BENOEMINGEN Amsterdam. Instituut Schreuder. Tot vak onderwijzeres Duitsch: mej. G. J. Bongers te Bloemendaal. RITSEMA STOFZUIGER V1BRATÜH EM 1 's-Gravcnhage. Staatsexamen ter toelating tot de universiteiten. Geslaagd voor diploma A de heeren: G. Meijster. F. H. Brandsen, R. H. M. Bury. F. Keja, J Visser. Voor diploma B: H. J. F. Zijlker. Breda. Hoofdakte. Geslaagd voor A en B: de heeren P. H. Pennings te Vught en M. A. Witlox indhoven. Geslaagd vc Nieuwdorp te Sprunde te Tilburg en W. A. antes P. E. Hamers te Eindhoven. Na E de heer J. P. Brouwers te Uden. Afgeweten vijf. 's-Gravenhage. Hoofdakte. Geslaagd voor B. Th. G. A. M. Speet, Voorhout; H. de Vries. Zoe- termeer; G. v. d Schinkel. Voorschoten; P. Smit. Oegstgecst; J. H. Ottevangcrs. Delft. De examens zijn afgeloopen. Utrecht. Fransch 1.0. De heeren: A. M. v. d. Berg, Utrecht: J. J. Scheerc-ns. Breskens; P. H. M. Schmltz Sitt-ird; P. n. J. Scholten, 's-Graven hage; J. Spoelman. Harllngen; C J. A. Vinckx, Deurne; H, T j Pypers, Helmond; T. van Veen, Gouda; J Zinkstok, Utrecht; D. C. v/d den Hulst (O) 's-Gravenhage. Notarieel examen. Geslaagd voor deel I: M. Falkena, Hilversum; voor deel II: C. F, Smeltzer, Rijswijk (Z-H). 's-Gravcnhage. Nijverheidsonderwijs. Geslaagd voor paedagoglsche getuigschrift, overeenkomstig art. 38 der nljverheidsondcrwijswet. behoorende bij de akte NB (timmeren): P. J. I. Oomens, Roosen- Gronlngen. Examen gemeente-administratie (G A H. E. Bosma, Hei gelo (O H. Ambt Hardenberg, A Bras. Groningen, o. dibi Nleuweroord: C. Harms, Raalte- K. G. v. d. Ki ColL Land- en Tuinbouw Chr. Boeren- en Tuinders Bond afdeeling Zeeland Dezer dagen vergaderde het Dagelijksch Bestuur der afdeeling Zeeland van de Chr. Boeren- en Tuindersbond te Goes. Voorzitter ae heer C. de Putter. De volgende onderwer pen kwamen ter sprake: Over de prijzen van den oogst 1940 werd uitvoerig van gedachten gewisseld. Er moest meer aanpassing zijn aan de verhoogde kosten van productie. Deze zijn niet onbe langrijk gestegen sedert het vorige jaar en daar wordt over het algemeen onvoldoende rekening mede gehouden. Onzerzijds is ge pleit voor een verhooging van UI15 pet ten opzichte van de prijzen van vorig jaar. De opbrengst van een gunstig jaar mag niet als norm gelden. Vroegere bekendmaking ware gewenscht. Enkele klachten ten aanzien van de uit voering der aardappel-regeling werden be sproken o.a. willekeur van levering, voor wetenschap bij den handel waarvan ten na- deele der telt-rs is gebruik gemaakt en vooral de slechte betaling. Ten aanzien van het laatste wordt medegedeeld, dat aan den L.C.O. machtiging werd verleend tot het ver strekken van een voorschot op de betaling. Ook alle werkgevers in den landbouw dienen voor verstrekking van broodbonnen te worden ingedeeld in de rubriek „zware arbeid". Verder zal er via het Bondsbureau op worden aangedrongen, dat de eerste toe wijzing, afgezien dus van extra-toewijzing, van boter en vetten zoo mogelijk iets hooger wordt gesteld. Een der eerste maatregelen ter bestrijding der werkloosheid was de ontslagverordening van arbeiders. De oorspronkelijke en ook de nieuwe regeling voor werken van ten hoogste drie weken leveren groQte moeilijkheden op voor land. en tuinbouw. Noodig is een vlotte behandeling. In verband met een en ander werd een eventueele regeling besproken, waarbij een kern van vaste arbeiders van overheidswege in de bedrijven wordt voor geschreven, terwijl verder voorbehouden is naar behoefte losse arbeiders aan te nemen en te ontslaan. De schade, toegebracht door de vogels, o.m. musschen, houtduiven en voorts door eenden, is op enkele plaatsen vrij aanzienlijk. Met het oog op de voedselvoorziening is het te betreu ren, dat niet op alle gemeenten, gelijk op enkele plaatsen het geval was, een aantal geweren is teruggegeven, waaraan een ver gunning verbonden was voor het schieten van schadelijk gevogelte. Door de drie centrale landbouworganisaties en de drie landarbeidersbonden is een insti tuut opgericht van vrijwillige arbitrage. Als er geschillen zijn staat het iedereen vrij om van dit instituut gebruik te maken. Er zal waarschijnlijk ook voor Zeeland een provin ciale arbitrage-commissie gevormd worden met een vasten voorzitter en verder leden en plaatsvervangers voor elk geschil afzonderlijk te benoemen. Er zullen drastische maatregelen genomen worden tot beperking van de varkens en het pluimvee. In verband daarmee zal er bij het bondbureau nogmaals op worden aangedron gen te helpen bevorderen, dat de regeling van de mestvarkens worde vrijgegeven (alleen van belang voor voedertoewijzing). Er gaat mo menteel, speciaal op de gemengde bedrijven, nog teveel afval verloren, waarvan, in het belang der voedselvoorziening gebruik kan worden gemaakt bij het opfokken van varkens. De plannen van het Kon. Ned. Landbouw Comité tot vorming van een algemeene land bouworganisatie werden in het kort bespro ken. Evenzoo het denkbeeld van den Kath. Boeren- en tuinders Bond, die de tijd thans rijp acht tot verwezenlijking van de corpora tieve gedachte door de vorming van een groote bedrijfsgemeenschap, iedere organisatie daar bij vrijlatend in de uitvoering van haar spe cifieke taak. Het standpunt wordt voorshands ingenomen, dat de C.B.T.B. als steeds is voor goede samenwerking, doch geen fusie wil. Medegedeeld wordt, dat er een oommissie van zes uit de drie C.L.O.'s is gevormd om over een en ander advies uit te brengen. Dit centraal overleg, ook van belang voor meer dere provinciale samenwerking, zal worden afgewacht. Gedroogd lucernemeel voor kippen Het Instituut voor Moderne Veevoeding De Schothorst te Hoogland bij Amersfoort heeft mededeelingen gedaan over de waarde van kunstmatig gedroogd lucernemeel in het och- tendvoer van kippen en over de beteekenis van vitamine A en carotine voor deze dieren, waar omtrent onderzoekingen zijn verricht door prof. dr. W. F. Donath. De voornaamste vraag, waarop dit onderzoek een antwoord moest geven, was, of door het opnemen van gedroogd groenvoeder, in het bijzonder kunstmatig gedroogd lucernemeel, in het ochtendvoeder van leggende kippen, de gebruikelijke rantsoenen dezer dieren ver beterd worden. Daarbij werden zoowel de leg als de gezondheid (sterfte) der dieren, het voed- selverbruik en het vitamine A- en carotine- gehalte, zoomede de bebroedbaarbeid der eren nagegaan. Het doel was tevens, 1ia te gaan of de gebrui kelijke rantsoenen van opgesloten kippen, waarin geen groenvoeder voorkomt, te kort schieten in de verzorging met carotine en vita mine A en of de eventueel te constateeren ver betering door lucernegroenmeel mede te dan ken is aan het carotine dat daarin voorkomt. Daarom werden de eieren van deze kippen vooral op vitamine A- en carotine-gehalte onderzocht en werd nagegaan of deze gehalten cjoor middel van lucerne zoowel als met mid delen als levertraan en dohyfral op voldoende wijze verhoogd kunnen worden, zoodat de ver kregen eiren volwaardig zijn. Verder werd onderzocht of de kuikens, uit de in verschillende groepen gelegde eieren, zich goed ontwikkelden. Tot dit doel werd een 300 tal jonge leghorns verdeeld in elf groepen. Het oorspronkelijk aan alle dieren verstrekte (uniforme) rantsoen on derging gedurende den proeftijd (Febr, '39— Nov, '39) zoodanige veranderingen dat de voor ziening met carotine (het orgiaame van ver schillende dieren is in staat óm hieruit vita mine A te maken) en vitamine A verschillend groot werd. Dit gebeurde door de oorpronke- lijke bestanddeelen. waarin deze stoffen voor komen n.l. gele mais en dohyfral-olie, geheel of gedeeltelijk aan het rantsoen te ontnemen en door er andere aan toe te voegen. Het doel was vooral om de waarde van kunstmatig ge droogde lucerne (lucernegroenmeel) als vita mine A-bron te onderzoeken. Nagegaan werden de gezondheidstoestand, de sterfte, het voederverbruik, de productie, het vitamine A-. carotine en xanthophyllgehalte der dooiers en levers, de bebroedbaarheid der in de hokken gelegde eieren en de ontwikke ling der daaruit geboren kuikens. In de groep zonder lucerne en dohyfral, ter wijl de carotinerijke gele mais door witte was vervangen, was de sterfte zeer groot Zonder verandering der voeding zouden alle kippen ge storven zijn. Bij sectie bleek dat ontstekingen veelvuldig voorkwamen. De leg hield bij de overlevende dieren van deze groep na een paar maanden op. Spoedige verbetering van den leg trad in wanneer lucernegroenmeel, lever traan of dohyfral werd gegeven. De dooiers van de eieren van de groepen die wel dohyfral en gele mais, maar geen lucenie kregen hadden een vitamine A-gehalte van iets minder dan de helft van die uit de groepen, die tevens 10 of 15 pet lucernegroenmeel in het ochtendvoer kregen. (Geen der dieren kon op andere wijze groenvoeder krijgen.) Of hier dohyfralolie aanwezig was had geen invloed. Werd witte in plaats van gele mais gegeven dan konden met 10 pet, lucerne niet geheel de hoogste waarden bereikt worden. De gehalten der levers hielden nauw verband met de gehalten der eieren. Beide werden dus Dat de voedingswaarde der eieren belangrijk door het lucernegroenmeel verhoogd werd, blijkt uit de volgende cijfers: zonder gele mais, lucerne en dohyfral, daalde het gehalte aan vi tamine A per dooier tot beneden 60 Hnternatio- nale) E(enheden): bij gele mais (al of niet do hyfral) was het ongeveer 150 I. E. Doch wan neer bovendien lucernegroenmeel werd gege ven steeg het tot ruim 300 L E. per dooier. De carotine-gehalten vertoonden analoge verhou dingen. In dit verband verdienen eieren met hoog gekleurde dooiers de voorkeur. De vitamine A-werkzaamheid van een ei met veel vitamine A staat ongeveer gelijk met die van 1 1 wintermeik. (Let wel: alleen vit A wordt hier besproken. Red.) In het algemeen viel het op dat de lucerne- kippen aan het eind van de proef in beter conditie waren dan die zonde; lucerne gevoed De leg werd door het lucerne groenm »e I ook gunstig geïnfluenceerd; dit trad het d ..-elijks' aan den dag over de laatste maarden van de proef, toen de vitamine A reserve in J- lever j hel sterkst was afgenemeD Het voederverbruik p lucerne grooter dan m de verhouding 100:92.5, 100:90 en in de beste 100:88. Het lucerne groenmee ties, n.L naast gele mai dohyfralolie en ook naa dohyfralolie. zeer goed Uit de vitamine A-g van geslachte kippen vo vit A binnen enkele maanden" ungepcu i aan.i, wanneer onvoldoende carotine en vitamine A wordt verstrekt en dat de leg dan ophoudt. Het is zeer gewenscht ervoor te zorgen, dat de kippen voor het begin van den leg een flinken voorraad van deze stoffen bezitten en 2e dat bij gelijke voeding en productie de behoefte aan deze stoffen bij batterij kippen kleiner is dan bij hokkippen. De broedresultaten van eieren van lucerne- kippen waren ruim 20 pet. hooger dan van de andere dieren. Bij kuikens, die bij het uit komen stierven, was het vit. A-gehalte in de levers van diertjes uit eieren van lucerne- kippen ruim 2 maal zoo hoog als van nlet- lucerne-kippen. De broedresultaten der lucerne-eieren waren ruim 20 pet. hooger, vnl. een gevolg van meerdere vruchtbaarheid, terwijl de levens- vqébaarheid dezer kuikens grooter was. Nog in andere opzichten heeft groenmeel groote waarde voor de vitaminevoorziening en het biedt daardoor voordeelen boven middelen als levertraan en dohyfral. Het kalkgehalte van lucerne is hoog. Van de vitaminen die er in voorkomen mogen worden genoemd: B2 (lacto- flavine of riboflavine), C, K, E en het voor- loopig als „grassapfactor" aangeduide principe. Uit deze en andere in Amerika genomen) groeven is af te leiden dat pluimveehouders un dieren, zoowel voor productie van con sumptie-eieren als van broedeieren, in het och tendvoeder van leggende kippen 10 pet. kunst matig gedroogde jonge lucerne of een gelijk waardige hoeveelheid gedroogd jong gras die nen te geven. Met het bovenstaande hebben we het meest essentieele van deze proef weergegeven. Eens te meer blijkt hieruit dat de productie-los-van- den-bodem zijn bezwaren in zich bergt DE HANDEL IN HET WESTLAND Men schrijft ons uit het Westland: De verslagweek heeft aan de Westlandsche veilingen weinig reden tot juichen gegeven. Met de tomaten ging het nog wel. België ver dween weliswaar van de exportmarkt, maar Duitschland nam de hoofdsoorten nog grif en tegen de vastgestelde minimumprijzen af. Het is thans de periode van den grootsten aanvoer. In de fruitafdeeling ging het evenwel slecht. Druiven komen thans van week tot week meer ter veiling en hoewel er al geruimen tijd een overeenkomst met betrekking tot den export van druiven bestaat, heeft men aan de uitvoe ring nog geen gevolg gegeven. Het gevolg was dat een groot deel van de aangevoerde export druiven, de alicante, in het binnenland moest worden afgezet, hetgeen, gezien de voorkeur die het binnenland heeft voor de frankentha- ler, tegen lagen prijs moest geschieden. De beste alicante werd voor 3036 cent per kg verkocht, wat voor stokdrukiven geen loonen- de prijs. Frankenthalers waren wat duurder te verkoopen, maar golden champion was weinig gevraagd, zoodat het product ook niet veel op bracht. Bij de meloenen was het weinig beier. Nu en dan kochten de exporteurs wat goede netten op. doch meestal moest het binnenland den handel brengen, en omdat er voldoende fijne suiker- en ananasmeloenen voorhanden waren, kwamen de netmeloenen in het binnen land niel boven de 17 c.: voor export werden nog extra mooie verkocht tegen 2022 c. per De groote aanvoer van perziken vond tragen afzet, omdat elders uit de fruïteentra van het land de pruimen en vroege appelen bij hoopen op de markt komen. De prijzen voor goede perziken kwamen nauwelijks boven 810 c. per stuik uit; het gros ging voor belangrijk minder van de hand. De betere pruimen waren nog wel te verkoopen, maar de zeer groote oogst, van goedkoopere soorten drukt ook hier den prijs. De fruitmarkt is thans overvoerd met een keur van het beste Nederlandsche fruit; in de steden kan men voor weinig geld zich te goed doen en wij willen deze gelegen heid aangrijpen om het publiek tot koopen op te wekken: nu is er de kans om het prach/tige Nederlandsche fruit, dat door de omstandig heden niet naar het buitenland kan gaan, voor zeer weinig geld te koopen. Komkommers zijn thans over het hoogtepunt heen; spint en fusarium houden opruiming onder de planten en daar de handel nogal vraag hield kon de zooveel kleinere aanvoer nog tegen stabielen prijs afzet vinden. De prij- zijn varieerden voor alle soorten van ongeveer 3 tot 4. witte gingen nog iets duurder. De groenten blijven redelijk verkoopbaar, al moest b.v. bloemkool een stevige veer laten. De boo- nen vormen hier nog de hoofdschotel en bij den stijgenden aanvoer liepen de prijzen iets terug. Van andijvie, sla en spinazie draaide hier en daar een enkele partij door. Er was wat meer aanvoer van jonge peen, en omdat het product thans niet meer naar Duitschland gaat ook niet meer op bestelling liepen de prijzen achteruit. De prijs van 6.50 voor dit product blijft echter belangrijk boven het prijspeil van Augustus 1939. Ontvangen boeken Het weld ebedrij f in woord* en beeld. Uitgave van „Het Land- en Tiun- bouwbureau van de I. G. Farbenindustri# a n *o Amsterdam. in ingenieuse uitvoering ver- erk ontvingen we weer een ge- de laatste 32 pagina's van het Inrichting van het weidebedrijL is dit derde hoofdstuk nu ook com- reeds een voor de veehouders zeer" werk verschenen. rzame wenken en gegevens, fraaie waaronder gekleurde, maken deze „t een waardevol bezit van ieder die met het weidebedrijf te maken heeft. De samensteller ir. C. Spaan, heeft al jaren voor een nieuw weidesysteem geijverd en propaganda gemaakt. Vooral nu in deze tijden zal de groote beteekenis daarvan te meer aan het licht treden. Het is te begrijpen, dat in dit boek veel over dit belangrijk punt gehandeld wordt en nuttige raadgevingen gegeven worden. D. J. vanderVen. In de bloeiend» hof onzer volkscultuur. Utrecht. Het Spectrum. Wat uit vroeger dagen overbleef heeft in den laatsten tijd veel belangstelling getrok ken. Folkloristen als v. d. Ven (en anderen, maar vooral hij) hebben daartoe krachtig medegewerkt. Ze hebben den ouden tijd doen herleven en de beteekenis ervan voor later jaren en eeuwen duidelijk doen uitkomen. Uit het oude dorpsleven is veel bijeen gebracht in het Openlucht-Museum, een boschpark bij Arnhem. Over dit Openlucht-Museum vertelt D. J. v. d. Ven in dit boekje (no. 37 van de klein- bibliotheek Schijnwerpers). Het is vlot ge schreven en zal zeer zeker de aandacht trek ken en daardoor bijdragen tot kermis van het volksche leven in oude tijden. V«-or bezoekers van het Openlucht-Museum is het een rter goede gids, zonder wie men lang zooveel niet zal genieten van het vele interessante van dat museum als onder dezen gids. De vele teekeningen van Els van Erven Dorens zijn bijzonder fraai. De uitgevers hebben eer van hun werk. Financieele Berichten Middellandsche Zeevaart Compagnie De firma XVambersie wil alle aandeelen overnemen De Middellandsche Zeevaart Compagnie heeft per 26 Augustus een buitengewone ver gadering van aandeelhouders bijeengeroepen. Het bestuur zal daarin verslag uitbrengen omtrent den gang der zaken van de vennoot schap en het gevoerde beheer over het eerste halfjaar 1940 en de interim-balans en verhet en winstrekening per 30 Juni 1940 indienen. Verder vermeldt de agenda een voorstel tot betaalbaarstelling van 27 Augustus 1940 a{ van een interim-dividend op aandeelen A van 3 pet. en op aandeelen B van 37 pet. (De aan deelen zijn groot nom. 500). Daarna komt aan de orde een voorstel tot machtiging van het bestuur om met mede werking van commissarissen een overeen komst aan te gaan met het Haagsch Trustee kantoor te 's-Gravenhage, waarbij de ven nootschap bij genoemd trustkantoor 350,000 deponeert en haar onherroepelijk machtigt om alle belastingen, die. over de tot 30 Juni 1948 behaalde winst en per dien datum bestaande reserves en/of de uitdeeling daarvan verschul digd zijn of mochten worden, definitief met den fiscus af te wikkelen, het verschuldigde alsmede de voor de afwikkeling gemaakte kosten uit het gedeponeerde bedrag te betalen en het na de definitieve regeling resteerende saldo, na aftrek van het aan de trustee ko mende honorarium, namens de vennootschap uit te deelen voor 70 pet als dividend aan aandeelhouders B en voor 30 pet. als tantièmes aan de per 30 Juni 1940 in functie zijnd* directie en commissarissen. Wij teekenen hierbij aan, dat de maatschappij in 1924 werd opgericht en zich voornamelijk heeft bezig gehouden met het fruitvervoer (o.a. sinaasappelen) van de Middellandsche Zee havens, waarvoor haar schepen speciaal wa ren ingericht Op de heenreis werden meestal stukgoederen vervoerd. Als directie van de £m- zetco-lijn treedt op de firma Wambersie Zoon te Rotterdam. Geleidelijk heeft de maatschappij haar schepen verkocht, de twee laatste begin van dit jaar aan de K.N.S.M. De omstan digheden maakten een loonende vaart op de Middellandsche Zee niet meer mogelijK. In den loop van dit jaar is het bedrijf vrij wel geheel geliquideerd. De activa zijn zoo goed als geheel in contanten aanwezig. De firma Wambersie is tot de totstandkoming van de boven geschetste regeling bereid alle aandeelen B, welke haar vóór 1 October 1940 worden aangeboden, na uitdeeling van het interim-dividend van 37 pet. en exclusief het dividendbewijs nummer 5, dat recht geeft op een eventueel aandeel in de reserve, pari te koopen, dus voor 500 per stuk iger c .TcA op den Oceaan ïervo' led. ging k wtjeid van de bemanning kon het nan)chelen, of de een of de ander w ihtersbazen bestemd was, zijn n hi in schieten- Sommigen Is dat beiden zouden omkomen, igisch dood een aanvulling van zou beteekenen! 61S t het aantal aangaat, ook niet r neer tusschen de vrienden van in Le Gros; het algemeene be- ïra Matste had hem verschelden >r B. oen verliezen, zoodat hij niet d èrderheid achter zich had. ^tbraken niet op het vlot; er eer 'A kortjans en harpoenen, maar en 'apen was dezen mannen meer 9,vti het matrozenmes, dat ze alle- met hadden. -iga-^genstanders stelden zich tegen- Heüf op in een houding, waarbij zij Vissiiepen hun evenwicht te verlie- kc- %en staarden elkander aan met Fenlojaat, en hun opgeheven rechter- •n. D het mes, welks lemmet in de der beide partijen schaarden ilven cirkel rond hun favorieten, lande zon verlichtte met deze uiterste wwiotenng. -ge<fe haar gloeiende bol aan den A te zakken, en beiden wierpen enentn blik naar het westen, daar zij de' Lt daglicht nimmermeer te zullen e: Gi. Utr -eIt4lv Hoofdstuk LXIIL hun mes hielden hen op een afstand van elkaar, en elk der beiden was op zijn hoede. Toch bleven zij niet onbeweeglijk, maar zij bleven daarbij op hun qui-vive, en probeerden als het ware elkanders zwakke punt te ont dekken. Er weiden uitvallen en tegen-uitvallen ondernomen, zonder dat er nog een druppel bloed vloeide. De bemanning volgde deze openingsfase van het gevecht met hevige belangstelling: sommigen traohtten daarbij hun favoriet met aanmoedigende kreten aan te vuren. Ook andere toeschouwers waren er, die op het resultaat van den strijd met spanning schenen te wachten, namelijk de haaien. Men zag ze rond het vlot; hun felle oogen verbeidden een eventueelen prooi. De aanhangers van de beide tegenstanders schenen geleidelijk ongeduldig te worden; hun kreten verrieden meer en meer hun zenuwspanning. Vooruit, Le Grosl schreeuwden sommigen. Vooruit, Larry, geef hem van katoen! brulden de anderen. Pak elkaar vast, laat zien dat je lef hebt!, gilde de rest, die geen partij had gekozen. Al dit geschreeuw scheen de gewenschte uitwerking te hébben. De vijanden stortten zich op elkander met omhoog geheven messen, maar met naar voren gebrachten linkerarm, die snel uitschoot, wisten zij elkanders stoot te pareeren, en geen van beiden liep meer dan een uiterst lichte verwonding op. Maar dit eerste treffen had tot gevolg, dat de ïw«e zeelui thans overprikkeld waren. Wederom vielen zij op elkander aan, maar ook nu brachten zij elkaar slechts schrammen toe, oote teleurstelling van de toe schouwde. De woede, cue zich van hen had meester gemaakt, en ook hun lichaamszwakte, ten gevolge van de lange ontberingen, deed hen onzeker zijn van bewegingen. Toen zij voor de derde keer in handgemeen raakten werd de worsteling echter scherper; beiden slaagden erin, met hun linkerhand den rechterpols van hun tegenstander te om klemmen, waardoor zij elkanders bewegingen wisten te verlammen. De kamp veranderde nu van karakter; het ging nu niet langer om vlugheid of handig heid, maar uitsluitend om kracht; tot geen prijs mocht de tegenstander erin slagen, zijn gewapende rechterhand te bevrijden! Hij die het langst wist vol te houden, zou als overwinnaar te voorschijn treden. Etkpnder omknellend, drukten zij zich nu eens vooruit, traden dan weer naar achteren en wendden daarbij hun uiterste kracht aan, om niet op het onzekere vlak van het vlot vasten voet te verliezen. Weldra werd het duidelijk, dat Le Gros begon te verzwakken; zijn Spieren waren minder taai dan die van den Ier. Maar, ofsohoon hij minder robuust was, hij was listiger en veel vlugger van geest. Stukje bij beetje had hij zijn hoofd dichter by de borst van zyn tegenstander gebracht en toen greep hij eensklaps, met een plotse linge beweging, de linkermouw van zijn tegenstander tusschen zijn tanden, de mouw van den arm. waarmee de Ier hem eiken aanval met zijn gewapende rechterhand on- mogeijk maakte. Op hetzelfde oogenblik liet de hand van Le Gros den linkerarm van O'Gorman los en maakte hü zich van diens gewapenden rechterarm meester, zoodat deze geen enkele arm meer kon bewegen, doch Le Gros nog een arm en hand had, om toe te slaan. Maar op hetzelfde oogenblik gaf de Ier een stevigen ruk, de oude stof van zijn buis scheurde, en hy had zich weer uit de greep van Le Gros bevriid vuvrueel was daarmee weer aan den kant van den Ier, die het geluk had de rechterhand van Le Gros eenige malen ach tereen ernstig te verwonden, zoodat deze zijn mes moest laten vallen, dat tusschen tw wyd kierende balken van het vlot terecht kwam, en daardoor in zee verdween. Een gebrul van woede en wanhoop liet de overwonnene hooren, toen hy het opgeheven wapen van O'Larry op zijn hart gericht zag. Maar voor deze nog had kunnen toestooten, grepen anderen zijn arm vast. en riep iemand met een stentorstem uit: Maak hem niet koud! Wü hebben hem niet meer noodig, kijk ginter maar, we zyn gered, we zyn gered! HOOFDSTUK LXIV De man, die op zulk een onverwachte ma nier een einde aan dé doodelijke worsteling had gemaakt wees naar den horizon. De tooverwoorden: „Wy zijn gered!" had den op de toeschouwers een onmiddelijke uit werking, evenals op de beide vechtersbazen. Aller blikken wendden zich in de aange duide richting; voor een oogenblik was alle haat verdwenen, en de Ier liet zyn tegen stander los. Wat is dat ginds? vroegen meerdere stemmen, is ér land in 't zicht? Zien jullie daarginds dan geen licht schijn? vroeg de man met de lynxenoogen, die het eerst deze ontdekking aan den hori zon had gedaan. Kijk maar, daar waar de zon ondergaat, daar zie je het: het moet het toplicht van een schip wezen! 't Lykt er niet naar! gromde een Span jool, niks anders dan de weerschyn van een zonnestraal kan het wezen. Maar een ander schreeuwde op zijn beurt: Ik zie daarginder ook licht, maar 't is geen toplamp, wat ik je vertel. Toen ontdekten ze allemaal, de een na den ander, dat de eerste spreker het by het rechte eind had gehad, dat daar aan den rand van den horizon inderdaad een lichtschijnsel viel waar te nemen, maar dat het noch van een scheepslamp, noch van een ster afkomstig moest zijn. Eerder leek het op den gloed van een vuur, van een scheepsfornuis Deze laatste gedachte was voldoende om de uitgehongerde mannen wild te maken, omdat ze het denkbeeld aan een overvloed van goed toebereid voedsel bij hen opriep. Een wild geschreeuw, dat nauwlijks nog iets menschelijks had, vervulde de lucht. Het tweegevecht, de dingen, die daartoe aanleiding hadden gegeven, alles week naar den achtergrond; ieders gedachten en oogen hingen aan den gezichtseinder, aan dat eene glanzende punt daar heel in de verte. Het licht, dat eerst heel zwak was geweest, won aan kracht, en werd schitterend; een glanzende kring omgaf het De westerhemel werd donkerder en don kerder, naar gelang de avond verder voort schreed, maar in dezelfde mate stak die verre glans duidelijker tegen den hemel af. Meer dan ooit dachten de zeelui dat zij een fornuisvuur van een scheepscombuis voor zich zagen. HOOFDSTUK LXV Voortaan had ieder slechts nog één ge dachte: zoo haastig mogelijk by dien veel beloovenden lichtglans te geraken. Reeds probeerden verscheiden matrozen het schip te praaien, maar hun stemmen waren zoo heesch en verzwakt dat zy weldra in zagen, op dien afstand zich onmogelyk hoor baar te kunnen maken. gij waren omstreeks vijfendertig kilometer van het begeerde punt verwijderd, maar nie mand aan boord van het vlot gaf zich daar van precies rekenschap, zoozeer waren zy buiten hun doen door honger, dorst en gebrek Een nieuwe hoop was hun intusschen in de borst gevaren, en ieder die een riem kon bemachtigen spande zich in, om het vlot meer gang te verleenen. Men schoot aan het werk met riemen, handspaken, stukken hout, ja wat niet al, als de beweging er maar door werd versneld. Ook op mast en zeil werd extra gelet, en twee matrozen zorgden ervoor, dat men scherp ln den gewenschten koers bleef. Er was een schip in de nabyheid; het was een zaak van leven of dood, of men dit zou kunnen bereiken, of dat h.t wederom uit den gezichtskring zou verdwijnen. Het vlot kwam sneller en sneller voor waarts, maar niemand, dien het vlug genoeg ging. Telkens keken de roeiers om, of men wel vorderde, en of het licht niet verdween, in stee van duidelijker te worden. Zij ge raakten op van hun inspanning.... Eensklaps was het licht verdwenen! Bijna op hetzelfde oogenblik werden riemen en roer in den steek gelaten. Waartoe zou het inderdaad nog kunnen dienen, zich verder af te tobben, nu men het doel niet langer in uitzicht had? De hemel was donker; maan noch sterren vertoonden zich: hoe moest men zonder deze koers houden? Ook het zeil werd aan zichzelf overgelaten, en het vlot gehoorzaamde verder weer aan geen anderen druk dan van den stroom. Opnieuw vierde aan boord van het vlot da zwarte wanhoop hoogtij. HOOFDSTUK LXVI. De nacht was zoo donker als een teerton, geiyk de Spanjaarden plegen te zeggen. De duisternis werd nog verzwaard door een zeer dichten mist, die geleidelijk zich over den oceaan begon uit te spreiden, en het vlot met zijn verloren bemanning als een ondoordringbare sluier omhulde. Men zag nauwelijks een me'cer voor zich uit; men kon ternauwernood zijn naaste kameraden ontwaren; het was alsof zy in gaas waren gewikkeld. De scherpe, bijtende honger bracht de ge sprekken weer terug naar het onderwerp dat voor het tevoorschijn komen van het licht aan de orde was geweest, namelijk d« afschuwelyke vraag: „Wie moet er nu ster ven?" De meerderheid was van oordeel, dat Le Gros en Larry O'Gorman het afgebroken gevecht dienden te hervatten. Weliswaar verhinderde de nachtelijke duisternis, dat zij dit onmiddellijk zouden doen, maar zoo gauw de dag aanbrak zou dat dan toch moeten gebeuren. (wordt vervolgd»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 3