MASSA-BIJEENKOMST IN DE APOLLO-HAL TE AMSTERDAM
SAMBO,
DE OLIFANT
MAANDAG 12 AUGUSTUS 1«>40
Dr. Colijn, Prof. Slotemaker en Mr. Roosjen 'spreken over den nieuwen tijd
Hechter saambinding noodig, maar tevens eerbiediging
der geestelijke verscheidenheid
„Vraag niet, dat wij bij onzen hartstochtelijken dienst
aan ons ééne volk het geestelijke beneden het
nationale schatten; dit kunnen wij niet"
Zaterdagmiddag is te Amsterdam in de
Apollohal een groote vergadering gehouden
uitgeschreven door de A.R. en C.-H. Kies-
vereenigingen, waar als sprekers optraden
dr. H. Coüjn en prof. dr. J. R. Slotemaker
de Bruine. Voor deze vergadering bestond
massale belangstelling. Ruim 17,000 toegangs
kaarten waren uitgereikt, zoodat driemaal
vergaderd werd, tweemaal des middags en
een keer des avonds.
De vergadering werd geopend door prof.
dr. V. H. Rutgers na psalmgezang en gebed.
Nadat prof. Rutgers een kort openingswoord
gesproken had, sprak allereerst dr. H. Colijn.
Rede di. H. Colijn
Spr. ving aan roet de herinnering aan deD
titel van zijn jongste geschrift. Hij heeft de
critiek vernomen, dat men niet op de grens
van twee werelden moest blijven staan, doch
moedig de nieuwe wereld, die voor ons lag,
moest binnentreden. Op zichzelf vereischt die
critiek geen wederlegging, omdat spreker het
er mee eens is. Alleen is het niet juist om het
nieuwe dat nog grootendeels onbekend is, on
gezien te aanvaarden en het oude als waarde
loos weg te werpen. En toch zijn er velen, die
dit laatste zonder eenige bedenking doen. Met
name geldt de critiek dan ons staatsbestel en
het partijwezen.
Wanneer spreker met die critiek gedeeltelijk
instemt dan is dat geen novum. Twintig jaar
lang heeft hij in woord en geschrift op de
fouten van de moderne democratie gewezen.
Fouten, die tot gevolg hadden onzelfstandigheid
van de kabinetten, afhankelijkheid van de po
litieke partijen, verzwakking van het eigen
recht der Overheid. Ook de volksvertegenwoor
diging zelf is in de vervulling van haar taak
dikwerf gehinderd door druk van buiten de
Kamer. Maar omdat men op fouten uit het
verleden wijst behoeft men nog niet alles wat
als nieuw wordt aangeprezen met gretigheid
te aanvaarden. Een wijze uit de Grieksche oud
heid heeft eens terecht opgemerkt dat wanneer
een nieuwe tijd botst met een verleden tijd de
groote kunst hierin bestaat dat men het goede
in het nieuwe moet trachten te grijpen zonder
het goede in het oude te verliezen. Daarom is
het nuttig om op een keerpunt der tijden eer.
oogenblik op de grens te blijven staan en
oogen en ooren de kost te geven. Dit rustig
waarnemen schijnt voor velen moeilijk. Van
alle kanten klinkt het haastig geroep: Er moet
wat gebeuren, er moet wat gedaan worden. En
dan liefst in hetzelfde tempo waarmede de
Duitsche weermacht haar aanvallen verricht.
Men is daarbij al spoedig tevreden en denkt
iets gedaan te hebben wanneer men ergens
een kaartje heenstuurt met een adhaesiebetui-
ging. Maar om iets te doen is meer noodig. Om
iets te doen is het hebben van bestuursmacht
vereischt en de vrijheid om die bestuursmacht
uit te oefenen. Aan die voorwaarde is op het
oogenblik echter niet te voldoen. Begrijpelijk
is het dat men zoekt naar een nauwer aaneen
sluiting, naar een hechter samenbinding van
het Nederlandsche volk omdat men niet ten
onrechte daarin een soort waarborg zoekt voor
het behoud van wat ons lief is.
De Nederlandsche Unie
In dit verband wil de spreker iets mede-
deelen over den gang van zaken met de Neder
landsche Unie en van deze gelegenheid ge
bruik maken om zijn advies aan de kiesver-
eenigingen in het openbaar toe te lichten. Den
eersten Juli van dit jaar zijn te 's-Gravenhage
bijeengekomen een 12-tal personen, twee aan
twee afkomstig uit de zes groote politieke par
tijen. Voor de antirevolutionnairen waren dat
de heer Schouten en spreker zelf. Deze twaalf
personen, overtuigd van de noodzakelijkheid
van grooter eensgezindheid, besloten er naar
te streven dat de politieke partijen hun ver
schillen laten rusten en dat zij zich zouden
vereenigen op een kort program van actie dat
aller instemming zou moeten hebben. Die al-
gemeene instemming werd gemakkelijk ver
kregen en 5 dagen later (6 Juli) werd een
tweede vergadering gehouden, waarbij ook
aanwezig waren drie heeren van de Neder
landsche Gemeenschap Weer twee dagen
later, den achtsten Juli, werd ook met deze
heeren overeenstemming verkregen over een
gemeenschappelijk door de 15 heeren uit te
vaardigen manifest 8 Juli was er dus een
Nederlandsche Unie, een gemeenschappelijk
gekozen naam, die geacht kon worden
na verloop van tijd waarschijnlijk 90 pet.
van het Nederlandsche volk te represen-
teeren. Om redenen, die niet gelegen zijn
in verschil tusschen de vijftien heeren
heeft de uitvaardiging van dit mani
fest geen voortgang kunnen hebben.
Een goede veertien dagen later duikt nu
plotseling een nieuwe Nederlandsche Unie op,
geleid door dezelfde personen (althans twee
van de drie), die aan de vorming der eerste
Nederlandsche Unie hadden deelgenomen. Dit
optreden ging vergezeld van een geheel nieuw
program, dat sterk afweek van het program,
waarover overeenstemming verkregen was in
de eerste Nederlandsche Unie. Dit nieuwe
program wekte al dadelijk het vermoeden dat
het voor sommige volksgroepen moeilijk zou
zijn met deze tweede unie, waarover zij trou
wens niet geraadpleegd waren, mee te gaan.
Vooral de toelichtingen, die van tijd tot tijd
in interviews op het program gegeven werden,
versterkten dien twijfel. En na den derden
Augustus werd die twijfel zekerheid. Het
blijkt niet het doel te zijn om te trachten de
bestaande organisaties en stroomingen in ons
volksleven in één bedding te brengen, teneinde
een groote nationale beweging te verkrijgen,
maar feitelijk te' komen tot de stichting van
een nieuwe partij met de daarbij gedachte
algeheele oplossing van de andere op beginse
len opgebouwde partijen. Ook is vrij duidelijk
aangekondigd dat b.v. onze jeugdbeweging,
die bijna een eeuw' oud is, 'zal moeten worden
samengesmolten met de andere onder een
hoofdige leiding. Toen spreker op 31 Juli in
zijn advies aan de kiesvereenigingen den raad
gaf zich voorshands te onthouden, zal dit
voorshands thans dienen te vervallen. Zoo,
zoo vervolgde spreker, zoo kan het niet, want
zoo wordt het voor 1/3 van het Nederlandsche
volk onmogelijk om mee te doen. Dit doet
spreker leed voor de zaak, die hem zeer ter
harte ging. Het doet hem ook leed voor het
driemanschap dat van goeden wille is, maar
dat door -onvoldoende inzicht in de struc
tuur van het Nederlandsche volk het
spoor is bijster geraakt. Op allerlei detail-
bezwaren tegen het program gaat spreker
thans niet in.
Want veel belangrijker blijft de vraag
als het dan niet zoo kan, wat kan er dan
wel geschieden. Spreker begint op den
voorgrond te stellen dat hij voor zich nog
altijd bereid is tot samenwerking op zoo breed
mogelijke basis. Die samenwerking was ver
kregen in het program van de eerste Neder
landsche Unie. Die samenwerking is nog-moge-
lijk, indien men zich niet verliest in fantasieën,
maar de nuchtere, klare werkelijkheid tot uit
gangspunt neemt Die nuchtere, klare werke
lijkheid beteekent internationaal,, dat
men de gewijzigde toestanden op het continent
van Europa als feit moet aanvaarden. Hoe de
oorlog ook eindigt, naar den menscb gesproken
kan men geen andere uitkomst zien dan dat
het Duitsche overwicht op het vasteland van
Europa moet worden aanvaard. Dat een nieuwe
orienteering op nationaal'terrein noodzakelijk
is, behoeft wel geen betoog. Maar even duide
lijk is het dat wij ahn een vernieuwing van
ons staatsbestel tijdens de bezetting niet kun
nen bouwen en ook niel moeten willen bouwen
al zijn er tal van begeerten, die wij in ons hart
koesteren en al mogen wij de omtrekken van
het toekomstbeeld voor ons zelf trachten in ge
reedheid te brengen. Heroriënteering is ook op
sociaal en oeconomisch gebied noodzakelijk, al
was het alleen maar door de veranderde toe
standen, die op het continent van Europa
geboren zijn. Maar hierbij zal men wel er op
hebben te rekenen, dat sommige sociale of eco
nomische hervormingen zoodanig afhankelijk
zijn van de toestanden, zobals die na den oorlog
zullen zijn, dat het dwaasheid is er nu reeds
bespiegelingen over te houden.
Al zulk streven schaadt de eensgezindneia,
die thans bovenal noodig is. Dit beteekent
niet, dat men op sociaaGpeconomisch gebied
intusschen niets kan verrichten. Alles wal
kan strekken tot versterking van het gemeen-,
schapsbesef, tot hechter samenbinding van
het Nederlandsche volk met eerbiediging van
de geestelijke verscheidenheid verdient met
kracht te worden gesteund. Op zulk een basis
zou het mogelijk zijn samenwerking te ver
krijgen, waarvan nu een derde deel van het
Nederlandsche volk om gewichtige redener.
zich zal hebben te onthouden. In .dit opzicht
is er ook in eigen kring nog heel wat te doen,
want ook daar werd wel wat heel erg naast
elkaar heengeleefd. Het is dan ook verheu
gend te kunnen zeggen, dat antirevolutionai
ren en cbristelijk-historischen begonnen zijn
hun eigen organisaties met elkander in aan
raking te brengen door een contact-commis
sie in het leven te roepen, waarin die orga
nisaties met elkaar hun parallel loopende
belangen kunnen bespreken.
Spreker besloot met de betuiging van zijn
inzicht dat de vormen waaronder een groote
nationale beweging zich moet openbaren bij
zaak zijn, mits de le'idende gedachte van die
vormgeving Nederlandsch is in den histori-
schen zin, dat volksinvloed niet wordt bui
tengesloten. Ook de vraag, welke personen
leiding moeten geven is bijzaak, mits deze
leiders inderdaad berekend zijn voor him
taak, zuiver Nederlandsch denken en voelen
en een goede dosis historisch besef be
zitten, en tegelijk beseffen, dat de Neder
landsche bevolking is samengesteld uit
1/3 Roomsch-Kathoheken, 1/3 orthodox-pro
testanten en 1/3 op wie het humanisme beslag
heeft gelegd. Met-alle twee aspecten zal reke
ning moeten worden gehouden wil men op
vruchtbare resultaten kunnen rekenen.
Wet tot nu toe door spreker gezegd is, was
bedoeld voor het Nederlandsche volk in zijn
geheel, voor zoover dit althans naar hem
luisteren wil.
Daarna richtte spreker zich tot zijn engere
geestverwanten met de vermaning: ook in
eigen kring reformatie niet uit het oog te
verliezen.
Het Nederlandsche volks
karakter
Na dr. H. Colijn' betrad het podium prof
dr. J. R. Slotemaker de Bruine, die
over het Nederlandsche volkskarakter het
woord zou voeren.
Wij zijn samen aldus. spr. om ons oe-
wust te worden van ons volkskarakter en
van onze eigen plaats in het volksgeheel
Een volk draagt een stempel. Het is niet
maar een verzameling van personen, wonend
op eenzelfde stuk grond; het volksleven is
niet maar de som van maatregelen op ad
ministratief, oeconomisch en ander -gebied.
Een volk is een grootsche innerlijke eenheid
met eigen ziel en eigen stempel.
Het is geen toeval, dat meer dan vroeger
de menschheid zich daarvan bewust wordt.
Alom, waar Duitschers wonen, breekt de
ééne Duitsche ziel naar buiten. Zoo willen
wij een klaar naar buiten treden van de
Nederlandsche ziel.
Wie die ziel doorschouwt, ontwaart er
elementen, die niet gelijksoortig zijn. Hierbij
denkt spr. niet aan verschil van inzicht in
zake finahcieele, organisatorische, oeconomi-
sche vragen; verschillen, die er zijn doch die
niet al te tragisch behoeven genomen te
worden. Hij denkt aan wat hooger reikt en
dieper ligt; aan de onstoffelijke wereld,
waarin, onze wortels liggen en zonder welke
wij veroordeeld zijn om in de materie op te
gaan èn onder te gaan. Als daarover Neder
landers spreken, zeggen zij niet allen het
zelfde; zy zijn niet gelijk religieus noch gelijk
als het den invloed geldt van dit religieuze
op heel het openbare levensgebied. Dit is
een feit; de kernvraag is nu, hoe dit feit ge
hanteerd wordt
Men kan het aldus hanteeren: dat de een
heid van het nationale, bet „volksche" boven
-al is, zoodat de elementen, die verscheiden
heid brehgen, op den achtergrond moeten
tredeh, al zijn zij op zichzelf nog zoo waarde
vol. De diepste geestelijke overtuigingen
hebben -dan slechts recht van bestaan, in
dien zij zich in de volksverbondenheid laten
invoegen en daaraan ondergeschikt willen
zijn.
Men kan het bedoelde leit echter ook aldus
hanteeren, dat men de diepste beginselen
niet op den achtergrond kan lateD dringen,
omdat een aldus gekochte eenheid te duur ge
kocht zou zijn. Vraag niet '.oo klinkt het
dan dat wij bij onzen hartstochtelijken
diei^t aan ons ééne volk het geestelijke be
neden het nationale schatten; dit kunnen wij
niet.
Wij hier heden in de. Apollo-hal aldus
spreker zeggen onvoorwaardelijk het twee
de. Neem ons, zoo vragen wij, ten bate van
ons volk, zooals wij zijn, vraag ons niet het
heiligste, dat wy bezitten, buiten het open
bare leven te plaatsen. Vraag dat niet, juist
ter wille van ons volk!
Vooreerst zoudt gij door anders te doen,
onszelf verzwakken en daarmede dus het
volksgeheel: Met verzwakte stukken kan men
niet een krachtig geheel bouwen. Wat wij
zijn, zijn wij. door Christus, niet enkel voor
de binnenkamer, doch ook voor het openbare
leven. Maak niet van ons halve menschen of
minder dan dat.
De kern van de kwestie
Bovendien zal het nationale, het „volksche"
een geestelijken inhoud mo?ten hebben; an
ders "blijkt het hol. Nu zijn wij bij de kern
van de kwestie. De Rijkscommissaris heeft
óp 29 Mei verklaard, niet onze vrijheid ons
te willen ontnemen en niet ons volkskarak
ter te willen vernietigen. Best; maar hij zeide
nog iets; ter- bepaling van ons volkskarakter
noemde hij rOnzen vrijheidsoorlog tegen den
geloofsdwang. Dat sloeg den spijker precies
op den kop. Zonder 1568 zou ons volkskarak
ter anders-gevuld zijn; 1565 stempelt ons.
1568 is echter niet 1789. De.Fransche revo
lutie bracht een verdraagzaamheid, verkregen
door de onderschatting van dé geestelijke goe
deren; en 'deze was. er dan ook naar. Wiliem
de Zwijger vocht voor de geestelijke vrijheid
cm de hooge waarde der geestelijke goederen
Terwijl 1789 leidt tot secularisatie van het
openbare leven, bewaart 1568 ons het geeste
lijk goed. Dit is specifiek Nederlandsch karak
ter; de rijkscommissaris wil het ons bewaard
zien. Laten Nederlanders niet pogen het ons
te ontnemen. Er is helaas reden, dit met groo-
ten ernst te zeggen; niet van Duitschers doch
van Nederlanders, particulieren en ambtena
ren, ontwaren wij pogingen, die als ze door
gezet werden, op zeer groot verzet zouden
moeten stuiten in de kringen, die hier verga
derd zijn: doch waarlijk niet alleen bij Recht
zinnige Protestanten, doch evenzeer bij R-
Katholieken en Vrijzinnigen.
Men moet nog één stap verder-gaan m hei
oepalen van het Nederlandsche volk. Niemand
verstaat de Duitsche ziel buiten Luther om
niemand verstaat de Nederlandsche buiten
Calvijn om. Hiermede wordt natuurlijk niet
speciaal gedoeld op kerkelijke of dogmatische
grootheden: het stempel van hetgansche volks
leven is in geding.
Wij in Nederland vragen, dat hetgeer
God ons geschonken heeft, doordringe niel
alleen in de kerk, doch ook in de opvoeding
de school, de jeugdbeweging, den barmhartig
heidsdienst. Onze Christelijke instituten wil
len wij met man en macht bewaren; wie daar
van afdoet, verarmt het Nederlandsche natio
nale karakter.
Men zal nu vragen, of deze opvatting mei
Leiden moet tot de vorming van een aantal
onderscheiden en elkaar bestrijdende kringen,
waardoor het nationale zeer ver te zoeken zal
zijn Het antwoord luidt, dat het tegendeel
het geval is. In 1568 bestond één sterk-gefun-
deerde groep, die tot concentratie-punt werd
voor de velen. Het is waarschijnlijk, dat dit
verschijnsel zich herhalen zal. Want dagelijks
beter wordt beseft, dat „nationaal" zonder
vulling leeg is. Na den jongsten storm wanke
len personen, groepen, ia heele partijen Wie
thans zal blijven staan, behoeft een houvast
voor zijn handen boven en voor zijn voeten
beneden. Wie dit missen, worden duizelig; er
is een roep om een steunpunt! Het is natio
naal, dien roep te verhooren; het is on-natio-
naal, langs het eigenlijke steunpunt heen te
werken. Neem de vrijheid! Gij zult haar niet
kunnen handhaven doch juist vervallen eerst
tot een chaos en dan tot een mist; tenzij
ge in Gods openbaring de lijnen voor de vrij
heid vindt Dat zien thans telkens meerderen,
ongeacht welk geesteskind ze. zijn en welke
confessie zij belijden. Neem de sociale bemoei
enis! Zü is brandend noodig; denk slechts aan
het spook der werkloosheid Gerechtigheid
en erbarmeb moeten ons voortjagen Zij wel
len, nergens zoo krachtig als in Christus, die
barmhartige Samaritaan en heilige Richter
tegelijk is. Het christelijke is niet het secta-
rische doch het nationale bij uitnemendheid
Spr. eindigt met een roep om eenheid van
allen, die bouwen op hetzelfde fundament;
met de waarschuwing, dat men in dezen
kring aile pharizeïsms moet bestrijden: met
den drang; dat dit geestelijk bezit de zware
verantwoordelijkheid doe beseffen jegens
heel ons volk. Want christelijk is nationaal.
(Men zie ook bladz. 1.)
ZIEKENGELD VOOR
WERKLOOZEN
In de Donderdag te Groningen gehouden
aJgemeene vergadering van de bedrijfsver-
eeniging voor ziekengelduitkeering De Samen
werking werd besloten in contact te treden
met de andere bedrijfsvereenigingen, waar
arbeiders in het landbouwbedrijf en aanver
wante vakken verzekerd zijn, teneinde zoo
mogelijk een regeling te maken, waardoor
bereikt wordt dat de verzekering bij werk
loosheid der arbeiders doorloopt. Men ging
uit van het standpunt, dat het misschien
mogelijk is de arbeiders in de gelegenheid te
stellen de verzekering te doen doorloopen
tegen de helft der normale premie, fcijnde
het deel van de premie, dat volgens de wet
van het arbeidsloon mag worden afgehouden.
Voor de seizoenarbeiders, die als regel
eenige maanden per jaar werkloos zijn, zou
daardoor de mogelijkheid geschapen worden
om tegen een geringe premie aanspraak op
ziekengeld te behouden. Van de tegenwoor
dige mogelijkheid om een vrijwillige ver
zekering te sluiten wordt niet voldoende
gebruik gemaakt.
Men besloot deze aangelegenheid in den
ruimsten zin aanhangig te maken bij de cen
trale commissie uit de Landbouwbedrijfs-
vereenigingen.
Garage te Appingedam
uitgebrand
16 aula's en 3 autobussen vernield
Gistermorgen heeft in een bijgebouw van
de n.v. Damster .Auto Mij. een felle brand
gewoed, welke een groote schade heeft ver
oorzaakt Het vuur werd ontdekt in de
'-■J
ltspr
DRIE MEL»
AANGERfl*^
Na een botsing van voonJ
Zondagavond, omstreeks BprÜ*
de bestuurder van «en h
van den Amstel. op de Sa
sterdam links afbuigen na.
plein. Od dat oogenbik nadL
een particuliere aütó die hiBewy
verleende. Een botsirg was -logrljl
De taxi geraakte net een
de particuliere auto in bot?——
volgens het voetpad op Ju'
blik liepen daar drie jonge r
streeks 16 jaar oud. Twee
door de auto gegrepn. me
zij van de trappen Ingszij
afgeslingerd Geneeskindige *en
ter plaatse. 'De G.G. en G.l e op
beide slachtoffers nar hei wa
gasthuis. Een van demeisjet-'jke
fractuur te hebben opgelo» wa
een arm- en beenfratuur. en
ondervond geen ernsige gp «hei
aanrijding. Alhoewel ij erg j -u*
kon zij haar weg verolgen.
Van de beide voertilgen i
ticuliere auto vrij errstig bt 1311
ede
HAVERVERVOER ZONDER,
De brigadecommandani w ke
wacht ontdekte, toen Kij sun m
rijksstraatweg Amsterdam, dei
de gemeente Loener^oot, di [üe
tingen van twee huurkoetsje,
werpen waren verboren. Hij
aan en ondervroeg ie ko"
zekere B. uit Maarhnsdijk' d€
Utrecht, vertelden, dit zij 20
voor het paard onder de baij ók
gen. De rijksveldwachter m: eni
merkzaam op, dat hiver n de
roerd. Bij een nacer on ïn
het eene voertug tw«
haver, terwijl hij uit het ai
zakken haver te voorschijn
werd in beslag gmomei 331
koetsiers proces-verbaal op
het ongeoorloofde vervoer
zien beiden niet vilden mi 'ore
haver vandaan kwam, ve jani
deze van diefstal afkamstij urei
komst wordt 'een ondtrzoe 3Unl
i tijei
Lichamelijke e«k
VIERDAAGSCHE VA.' leIiJk
te t
Men meldt ons-uit Girl hou
De jongenswandelveiet
Arckel" organiseerde dt
vierdaagsche wandelmasi
met de „Jonge Bataven'
Dinsdag werd bij hetbI
.'an de deelnemers uit mann
aangevangen, we.lke o1 van
GiessenNieuwkerk gi 'jde b
de terugweg naar Gorir hier
genomen. het
Woensdag ving de ti flcen
Ceeien aan, ging over
broek naar Leerdam, 1
en gezellige avond, ,a"faa5c
„Jonge Bataven". -h
Van Leerdam uit ging s we
iver Acquoy en Asper i poli
a-aar de tocht onderbt nu o
voetbalwedstrijd, welke de: voo
mers gewonnen werd. 's >ver
men te Gorinchem terug- gjcin.
Vrijdag, de laatste dag. rgn j.
de Vijfde UUgang^V "tkun
morgens ving de marScb anJfiBï
men weer te Goirincher "zien
2 bij de brug van Ceelc mi
Thans ging de tocht n he
den Mollenbürgschenw knde,
12 K.M. In de J. van
eindpunt, waar het bé.
vereeniging aanwezig -.
de heer Joh. van Carr 'eVer
uitreikte.
In totaal is in deze
geloopen. De tippelaars
De Roode Krulsvlag wordt gehesehen aan
boord van de nieuwe reddingboot
„Arthur" der Noord Zuid Hollandscha
Reddingmaatschappij.
155. Sambo werd met een ketting aan zijn poot vastgezet.
Na een paar dagen kwam de Sultan .eens kijken hoe het met
Sambo was. Zo zo vriendje, een beetje gekalmeerd, vroeg de
Sultan. Vergenoegd, liep de sultan weer door. Maar. op 't
zelfde ogenblik voelde hij iets aan zijn oor. Een vlieg, dacht-
hij en schudde zijn hoofd Maar 't gevoel bleef en het werd
vreemd en angstig om hem heen. Hard liep hij naar zijn
kamerheren.
De Do 215 is het nieuwste Duitsche gevechtsvliegtuig, dat speciaal geconstrueerd
h voor verre verkenningsvluchten en bombardementen (Foto Weltbtld)
156. Zodra deze hem zagen, begonnen zij
suist in mijn hoofd, klaagde de sultan. Wat.
Uw oren groot en opgezet. Bent U soms gesto
dienaar angstig. Hevig geschrokken greep d
zijn hoofd en ja. nu- voelde hu zijn grote or<
knappe dokters! dadelijk, commandeerde hy
Een practisch middel. - Ter besproeiing van de droge helling der Jekervallei bij Maastricht
halen de boeren in groote vaten het zoo noodige vocht uit de snelstroomende rivier zeil
Neaerianascne mien«in8 wui -j™"-
Een afbeelding van de bekende Alkmaarsche kaasdragers mag b'
coHectie niet ontbreken.