DE DIACONIEKAMER TE ROTTERDAM
SCHOOLMEUBELEN
TERPAG 10 AUGUSTUS 1940
PAG. 5
Stl
Kerk en Zending
Ned. Herv. Kerk.
j Jroepen: te Uitwijk (toez.) cand. L. A.
Iers, hp. te Delft; te Littelbert-Enunabel,
;n d. Brug, cand. te Meppel.
ie, l\n g eno m e n: naar Biggekerke, dr. J.
sogeiienburg. cand. en hulppred. te Oegstgeest;
Jukwerd-Krewerd, cand. D. C. v. d.
ig te Zwartewaal.
cp d a n k t: voor Lienden, J. van Amstel te
pn .-Juursche.
Geref. Kerken
1 on; HULPPREDIKERS.
hij
béidl kerkeraad der Geref. Kerk van Ermelo
app^, ten zeerste waardeerende zijn persoon
den arbeid, cand. E. Baerends ontheven
pen het hulppredikerschap met ingang van
twislober. Dit besluit is genomen in verband
deze; een rapport over de mogelijkheid der
juijling van een 3e predikantsplaats, en met
sen^ancieel onzekere tijden.
rtF
ds.
DS. A. DE JONGE.
prov. kerkbestuur van Overijssel heeft
-osMwplle op zijn verzoek eervol emeditaat
jend, zulks met ingang van 1 Oct. a.s.
de Jonge werd 21 Nov. 1874 geboren en
199 candidaat in Zeeland, om 8 Nov. van
gt "l jaar te Klooster-ter Apel in zijn eerste
Sente te worden bevestigd. Vandaar ver-
1902 naar Westeremden om in 1905
ihildwolde zijn intrede te doen'. 1 Sept.
ertrj verbond hij zich als opvolger van dr.
•rlaa Krop aan de gemeente van Zwolle.
ev^tLASSICAAL BESTUUR VAN GOES,
or d'i primus-lid-predikant van het classicaal
juur van Goes is gekozen ds. mr. A. Ph.
.rgugner, Ned. Herv. predikant te Nieuw-
me p, zulks in de vac. ontstaan door het eme-
zooat van ds. J. de Vries te Wilhelminadorp.
kanzün plaats is gekozen tot secundus-lid-
lïkant ds. H. B o e r s m a te Kloetinge. In
fee. van ds. A. de Willigen te Heinkenszand
ld gekozen tot secundus-lid-predikant ds.
Bunjes te Borsselen.
emt secundus-scriba-quaestor van het classi-
iven bestuur is benoemd ds. S. J. M. v.
0 ails b e r g e n te Hoedekenskerke.
s de'
naa CLASSICALE ZENDINGSDAG
es ie jaarlijksche zendingsdag der geref. ker-
ze in de classis Utrecht, die, sedert tal van
ge n, in het Zeisterbosch placht gehouden te
"den, vond met het oog op de tijdsomstan-
1 ieden Donderdag plaats in de Geref. Ooster
se aan den Woudenbergscheweg te Zeist.
j L ru'm 10 uur °Pende ds. A. Schouten jr.,
Ie d,n. predikant in den Dolder, dezen dag en
ikti de mede, dat ds. G. Lugtigheid, Geref. pre-
!stem had.
de volle beschikking i
lch_ ir. herinnerde aan het overlijden van ds.
oek jtaajan uit Utrecht, die zoovele jaren op
m t elende wijze met gezonden humor dezen
getlingodos hod geleid.
j )k betreurde spr. het in hooge mate, dat,
jje 'evolge van de hoogst ernstige tijdsomstan-
l]j leden, men thans van elk contact met het
'lingsveld verstoken is.
aal ierna hield ds. P. H. van Eijk, missionair-
'aa?jikant te Solo, een inleiding over het
In Jrwerp: „Licht en donkerheid",
rst Ie volgende spreker was ds. H. Torenbeek,
der Driebergen-Rijsenburg, die „Juist nu" be-
3e delde.
- Middags 2 uur werd de middagbijeenkomst
_,~)end door ds. Zemel, geref. predikant
1, die sprak over het onderwerp „De
des Heeren".
behandelde ds. W. Schouten uit Zui-
,Het Evangelie in het Veldleger",
t slotwoord op dezen zendingsdag sprak
hel lidaat C. Maan, hulpprediker bij de Geref.
ield:en van Zeist.
inp 1
i enL den oorlog besloot de Hervormde kerke-
:irn:, van Warffum eiken Zaterdagavond bid-
acl den te houden in het koor der kerk. Zoo-
rlij!, men hiermede begon, zond men een
gd ilderlijken gToet aan den Gereformeerden
,jcj. teraad ter plaatse. Hiex-in werd tevöris ver-
l._ t, dat de Gereformeerden zich zouden aan-
én bij deze diensten in een tijd, waarin
-n 'eel geëischt wordt van geloofsmoed en
vreiiw. De Gereformeerde kerkeraad besloot
deze uitnoodiging gevolg te geven en deel
de bidstonden; alle Gereformeer-
kor. |e
ienLHe
jn. fi,s
opgeweKt
DE ROTTERDAMSCHE DIACONIE
ijdens den brand van 14 Mei is de welbe-
(de Rotterdamsche instelling het „Brokken-
i" in vlammen "opgegaan. Het Brokkenbuis
h. I een semi-diaconale instelling, welke be
giftigen hielp aan kleeding en huisraad. Deze
thans noodiger dan ooit, derhalve besloot
i diaconie een modern brokkenhpis, een
[vormde Kleedingcentrale" te stichten. Die
jdingcerntrale ondervindt thans van alle
in groote belangstelling. Het Amsterdam-
'i Kerkbeurtenblad publiceerde een oproe
it, waarin aan alle Amsterdamsche Hervorm-
r, gevraagd werd, iets ter beschikking te
Rotterdam. Binnen enkele dagen
tntoor van „Hervormd Nederland",
als Amsterdamsch verzamelpunt,
n een warenhuis. Er was een op-
|epubliceerd om boeken af te staan
iten, onderwijzers van Hervormde
De Hervormde gemeente varf Mep-
ïerde een inzameling en groote pak-
n konden aan „Hervormd Neder-
worden gezonden. Een kleine Hervormde
:n overwegend r.k, streek richtte
naaikrans op, waar de dorps-
de r.k. inbegrepen, met „mannemacht"
aan de vervaardiging van hemden en
truien en dassen.
»t adres der Geref. Kerk te Warns (Fr.)
K.rtaan: Ds. J. S van den Bos, Geref.
Herinneringen aan een zaal
met historische sfeer
In „Diakonia", maandblad van de Feder. van
Diaconieën in de Ned. Herv. kerk, mediteert
de heer G. J. Hootsen over de Diaconiekamer
te Rotterdam, die door de ramp in puin is ge
gaan.
„Wat al herinneringen zoo schrijft hij
zijn er niet verbonden aan „de Kamer", zooals
het altijd klonk in de mond van Brs. Diakenen.
Hoe talloos velen hebben haar in den loop der
jaren betreden, hoe vele vergaderingen en
spreekuren zijn er niet gehouden, hoeveel
diaconaal werk verricht! Hoeveel leed is er
verzacht, hoe vele tranen zijn er gedroogd, hoe
vele troostwoorden gesproken, hoe vele dank
woorden gestameld! Die kamer vertegenwoor
digde een stuk historie en zoovele meubelen
en voorwerpen spraken elk voor zich een eigen
taal.
Daar hadt ge in het midden der zaal, de
lange tafel, met aan de wand de stoelen, in
lange rij geschaard.
Die tafel! Hoe talloos vele diakenen hebben
zich in den loop der jaren niet rond haar ge
schaard naar rangnummer hunner bediening!
Hoe vaak heeft het presentieboek bij het be
gin der vergadering niet zijn tocht over haar
volbracht! Als die tafel spreken kon, hoe zou
ze verhalen van al die broeders, een gansch
zeer groot heir, die de loop der tijden tot haar
had gebracht, al die mannen, verschillend in
leeftijd, karakter, temperament, gaven en
talenten, maar allen hierin overeenstemmend,
met een hart vol liefde voor het Diaconale
werk. Die tafel, zij zou verhalen van allerlei
onderwerpen, die werden behandeld, van dis
cussies gehouden, soms niet altijd even zake
lijk, en waarvan de inhoud lang niet altijd
evenredig was aan de lengte, van besluiten ge
nomen, soms, nadat de sluizen der wel
sprekendheid lang en wijd waren geopend. Hoe
vele malen is ook deze tafel niet als aambeeld
gebruikt, om instemming te betuigen met het
gesproken woord!
En dan aan het eene einde der tafel een
dwarse tafel, met, op een kleine verhevenheid,
de zetels van praeses en scriba, waarachter op
de wand, in sierlijke krulletters aangebracht,
op een schildering de bekende spreuk prijkte:
„Alles uit liefde, niets door dwang."
Vanaf deze plaats hebben de verschillende
voorzitters de vergaderingen geleid, en de ver
hevenheid, waarop zij zaten, was letterlijk èn
figuurlijk nog een overblijfsel uit vorige
eeuwen. In gedachten zie ik ze zitten, die eer
biedwaardige mannen uit de tijd van pruiken
en lange pijpen, in hun verheven katheder, in
hoogheid gezeten, tot wie de broeders opzagen
met ontzag, hun hoofden buigende als er woor
den van vermaan van uit de hoogte tot hen af
daalden. De tijden hebben ook hierin verander,
ring gebracht en ook in de loop der jaren is
het praesidium dichter bij de broeders ge
bracht.
En naast den voorzitter, de scriba, de man
van de pen, die geschiedenis schreef. Hoe tal
loos vele notulen zijn daar niet gelezen,
notities gemaakt., door een opmerking verhel
dering gebracht Jn de discussies. Hoe heb ik
bewonderd die notulen van meer dan honderd
jaar geleden, verdeeld in artikelen, geschreven
in een onberispelijk schrift, met prachtige
krullen. Wat een groot stuk diaconale geschie
denis is er door de hand dezer onmisbare man
nen niet bewaard gebleven.
Bij den praeses stond eertijds op de tafel, de
groote koperen bel. Wanneer de vergadering
ongeveer halverwege was, werd zij door den
voorzitter geluid, w;aarop de bediende binnen
kwam, aan wien weird gevraagd: „Is er iemand,
om voor de vergadering te komen?" Deze
stereotiepe vraag wérd altijd beantwoord door
het even stereotiepe:: „Niemand, praeses!" En
zoo is het tientallen van jaren doorgegaan, de
ouderen onder ons zullen het zich nog wel
kunnen herinneren. Maar eenige jaren geleden
is dit punt van de maandelijksche agenda ge
schrapt, daar het nooit eenig positief resultaat
opleverde; doch in het kader dezer herinne
ringen verdient ook dit stukje historie aan de
vergetelheid te worden ontrukt.
Daar hadt ge ook 'de Bijbel, van ouderwetsch
groot formaat en RUo letter. Hoevele malen
heeft zij bij den aanvang der vergadering een
woord van troost en bemoediging, van waar
schuwing en vermaan laten hooren! Hóe kon
hij als een gids wezen voor ons diaconale werk
door zijn frissche, practische lessen uit de
Jacobusbrief. Hoe kon het Woord, daaruit ge
lezen, de vergadering in een heel ander licht
zetten. Aan menigen broeder heeft hij den
weg gewezen ten opzichte van zijn arbeid, ook
ten opzichte van beslissingen die hij in de
loop der vergadering was geroepen te nemen.
Menigeen is soms ter vergadering gekomen in
zekere stemming, hoe heeft het Woord dat ge
lezen werd, dermate beslag op hem gelegd, dat
zijn heele geestesgesteldheid veranderde. Hoe
is die oude, trouwe Bijbel in den loop der
eeuwen ook voor Brs. Diakenen in werkelijk-
lijkheid geweest, een lamp voor hun voet en
een licht op hun pad.
De laatste maal, dat hij werd geopend, was
op de vergadering in 't eind van ApriL Toen
stonden we dus nog voor het vreeselijk gebeu
ren, dat ons zoo zwaar heeft getroffen. Wel zag
de toekomst donker, pakten de wolken zich
dreigender samen, en rees de vraag in veler
hart: „Wie zal ons het goede doen zien?"
En toen heeft die oude Bijbel ons gesterkt
met Ps. 91, die psalm van de veilige schuil
plaats: „God is ons een toevlucht van geslacht
tot geslacht." Dat was de laatste maal, dat hij
tot ons heeft gesproken. Thans is ook dit boek
vergaan tot asch. Maar het Woord Gods blijft
bestaan tot in eeuwigheid en dat Woord zal
steeds voor onze Diaconie zijn en blijven, de
Lichtbaak, waarbij we onzen arbeid in volle
overgave voortzetten, de Gids, die ons veilig
en zeker zal leiden, wat de toekomst ons ook
brengen moge.
De schrijver heeft het voorts over den voor
zittershamer, Waarin een jaartal beginnend met
17.was gegrift en komt dan tot het groote
aantal portretten aan den wand der kamer.
Daar hadt ge eerst de groote schilderijen in
zware zwarte lijst, voorstellende diakenen uit
het verre verleden. Hoe vaak heb ik niet met
eerbied en bewondering voor ze gestaan en ge
staard op die mannen in hun ouderwetsche
kleedij, soms met pruik, of met ridderkruis op
de borst, of wel. met de bekende voorzitters
hamer in de hand. Hoe goed deden zij het,
vooral nu ze onlangs geheel waren gerestau
reerd en als vernieuwd weer in omlijsting
prijkten. Zij waren de zwijgende vertegenwoor
digers uit een tijdperk, ver achter ons liggen
de; onze voorvaderen, die als pioniers de weg
hebben gebaand, waarop een later geslacht kon
voortgaan. Van uit hun hooge plaats zagen zij
neer op de ambtsdragers, die het werk, door
hen aangevangen, hadden voort te zetten. Zij.
maakten elke vergadering mee, en van alles
wat er in den loop der tijden aan diaconalen
arbeid werd verricht, waren zij zwijgende ge
tuigen. Waarlijk, hier gold het woord van
Napoleon, eens tot zijn soldaten gesproken bij
de pyramiden in Egypte: „De eeuwen zien op
U neder!" Van die zwijgende figuren uit de
oudheid ging een sprake uit.
Daar hingen ook de portretten in bruine lijst
met naam en jaartal van talrijke broeders uit
de laatste 40 jaren. Er waren er bij, die meer
dan 40 jaren hun gaven en krachten hadden
gegeven in de dierst der barmhartigheid, maar
allen hadden meer dan 15 dienstjaren achter
den rug. Voor de meesten uit ons college
waren zij oude bekenden.
Thans is ook hun beeltenis vergaan, maar
hun nagedachtenis zal in dankbare herinnering
blijven voortleven.
Onze diaconale arbeid wordt nu voortgezet
in ons Tehuis, een gansch andere omgeving,
waai-op de moderne tijd zijn stempel heeft ge
drukt. Het oude is voorbij gegaan en daarmede
veel, waaraan we gehecht en waarmee we ver
trouwd waren.
Voor Brs. Diakenen is er juist in deze tijd
een bijzondere taak om naast stoffelijke vooral
geestelijke steun te bieden aan de zwaar be
proefden der gemeente. En naar mate men zelf
in deze dagen door de diepte is heengegaan,
naar die mate zal men ook des te meer in staat
zijn een woord van troost en bemoediging te
spreken tot hen, die zoo zwaar zijn bezocht.
Mogen we ook als ambtsdragers steeds meer
levende getuigen zijn van dien Christus, Die,
temidden van de groote bewogenheid der tij
den, gisteren en heden de zelfde blijft en tot
in eeuwigheid.
Vergaderverlof voor Jongelings-
vereenigingen e.d.
In het orgaan van het Ned. Jongelingsver
bond lezen wij, dat het secretariaat dusver in
de meening was, dat de vergaderingen der
Afdeelingen, Ringen en Provinciale Commis-
siën gerekend konden worden tot de bijeen
komsten van godsdienstigen aard, van welke
geen kennis behoeft te worden gegeven aan
den betrokken procureur-generaal.
De bevoegde autoriteit heeft echter doen
weten, dat deze opvatting niet juist is.
Derhalve geldt ook voor deze vergaderingen,
maar alleen zoover ze uit meer dan twintig
leden bestaaan, de onderstaande bepaling:
Vergaderingen, die in een besloten ruimte
gehouden worden, kunnen slechts door het be
stuur van een vereeniging of van een harer
plaatselijke afdeelingen of van een stichting
worden bijeengeroepen.
Uiterlijk zeven dagen vóórdat de vergade
ring gehouden zai worden wordt het voor
nemen daartoe aan den bevoegden procureur-
generaal medegedeeld. Het is derhalve ook
voor Jongel. Vereenigingen van andere Bon
den noodig, zich tijdig te richten tot een der
na, te noemen procureurs-generaal:
's-Hertogenbosch (mr. E. L. M. H. Baron
Speyart van Woerden) voor N.-Brabant en
Limburg.
Arnhem (Mr. J. A. de Visser) voor Gelder
land en Overijssel.
's-Gravenhage (Mr. A. Brants) voor Zuid-
Holland en Zeeland.
Amsterdam (Mr. Dr. J. A. van Thiel) voor
Noord-Holland en Utrecht.
Leeuwarden (Mr. D. Reilingh) voor Fries
land, Groningen en Drenthe.
Van 912 Sept a.s. zal in het Broederschaps
huis te Bilthoven een conferentie worden
gehouden voor predikantsvrouwen en a.s. pre
dikantsvrouwen, onder auspiciën van de Ned.
Chr. Studentenvereeniging. De conferentie zal
9 Sept door prof. dr, S. F. H. J. Berkel-
bach v. d. Sprenkel van Utrecht worden
geopend met een toespraak waarna dr. J.
Koopmans van Leiderdorp, secr. der N. C.
S. V. zal spreken over: „De preek" en ds. G.
Bos, Ned. Herv. predikant te 's-Gravenhage
over: „Critiek". 10 Sept. zullen spreken prof.
dr. S. F. H. J. Berkelbach v. d. Sprenkel over:
„Homilitische hoogtepunten en hun oorzaken";
mej. A. Voorhoeve, besturend zuster van
De stadsschoorsteenveger van Braunau heeft de onverdeelde bewondering van de Nederlandsche
jeugd, die haar vacantie in de Ostmark doorbrengt (Foto Pax-Holland)
het diaconessenhuis te Haarlem, over: „Idealen
en bezwaren van het Diaconessen werk"; dr. A.
T. W. de K1 u i s, Ned. Herv. predikant te Rot
terdam, over: „Het werk van den veldprediker"
en dr. K. H. M i s k o 11 e, idem te Amster
dam, over: „Tekst en uitleg". 11 Sept. zullen
het woord voeren dr. T. Dokter, idem te
Terkaple, over: „Het overdenken van den
tekst"; mevr. H. A. C v. B e e mD u y v e n-
dak van Amsterdam, over: „Het aandeel van
de predikantsvrouw in de preek" en ds. d e
Haas, Ned. Herv. predikant te Utrecht over:
"De snit van de preek", waarna de conferentie
12 Sept. zal worden gesloten met een voor
dracht over: „De toepassing".
GIFTEN EN LEGATEN
De familie Speelman te Overschie heeft ter
nagedachtenis aan mejuffrouw Agatha Speel
man een bedrag van duizend gulden beschik
baar gesteld, hetwelk verdeeld zal worden
tusschen de Diaconie en Ned. Herv. Kerk te
Overschie.
PRIJSVRAAG EVANG. MAATSCHAPPIJ
Het hoofdbestuur van de Evangelische Maat
schappij heeft besloten een prijsvraag uit te
schrijven voor het volgend onderwerp:
„De taak van het Protestantisme in dezen
tijd".
Gewenscht wordt een kort maar krachtig en
goed gedocumenteerd vlugschriftje van plm.
1750 woorden, dat voor den lOden September
1940 zal moeten worden ingeleverd bij den Al-
gemeenen Secretaris. Als honorarium voor een
goedgekeurde copie stelt het Hoofdbestuur 50
ter beschikking.
De jury bestaat uit de heeren: ds. D. A. v a n
Krevelen, Kastanjelaan 44 te Hilversum; ds-.
A.G.H. vanHoogenhuyze, Olympiaplem"
29 te Amsterdam; dr. J. F. B e e r e n s, Ram
straat 11 te Utrecht; dr. H. H. D o r g e 1 o, Alge
meen Secretaris.
Copie in te leveren, onder pseudoniem, met
bijgevoegd een gesloten couvert, waarin vol
ledig eigen naam en adres.
Nadere inlichtingen zijn verkrijgbaar aan het
secretariaat: Jan Steenlaan 13 te Naarden.
Scheeve voorstelling
Prof. Dr. K. Schilder zegt in het laatste
nummer van De Reformatie in een
polemiek met „Volk en Vaderland" over
den „Raad van Voorlichting", dat naar
diens „quasi-officieele geluid" ook chris
telijke bladen hebben geluisterd. De profes
sor weet dit uit de beste bron. Dientenge
volge hebben deze bladen de brochure-
Colijn laten doodzwijgen. Volgens een
geliefde uitdrukking uit den laatsten tijd
van den schrijver, moge het hun echter
vergeven worden.
Wie deze beste bron is, weten wij niet.
Wel weten wij, dat dit verhaal althans in
geen enkel opzicht op ons blad slaat en
zeer waarschijnlijk ook onjuist is ten op
zichte van meerdere andere bladen. Elders
in dit nummer van De Réformatie
worden wij verder nog met name genoemd.
Hoewel de bewijslast den beschuldiger
oplegt te bewijzen wat hij beweert, bestaat
bij ons geen enkel bezwaar Professor
Schilder door geschrift en onder getuigen
aan te toonen, dat hier een scheeve
voorstelling wordt gegeven.
Omdat het o.i. allerminst de tijd is, dat
christenen onder elkaar onnoodig twist
punten opwerpen, doen wij deze aan
bieding, doch wij zullen er niet toe over
gaan een debat zonder eind in de geest
verwante pers te helpen opzetten.
Naar onze meening is er in deze zware
tijden iets anders en iets beters te doen.
Onderwijs
VER. VOOR CHR. VOLKSONDERWIJS.
Het hoofdbestuur van de Ver. voor Chr.
Volksonderwijs heeft in de vac., ontstaan door
het aftreden van ds. G. C. A. de Roos
benoemd tot inspecteur der scholen voor
C.V.O. in Noord-Brabant ds. J. W. Maas,
Ned. Herv. predikant te Boxtel en tot inspec
teur dier scholen in Friesland in de vac. van
Ir. C. R od e n b u r g te Leeuwarden de heer
W. Scherpbier, directeur der Herv
kweekschool aldaar. Beide heeren hebben hun
benoeming aangenomen en zijn reeds in
functie getreden.
's-Gravenhage, Uitslag der examens voor de Hoog-
duitsohe taal l.o. Geslaagd de heeren: P. H. van
Gent. Rotterdam, S. Nieuwbeerta, Aalsmeer, H. C-
Klokke, Oudemolen (N.B.); de dames: B. Boston,
Oirschot en G. A. Pig'gen, Oirschot Deze examens
zijn aigeloopen.
Utrecht. Engelsch m.o. A: mej. M. J. C. Haver
kamp, Zaltbommel en de heeren A. C. Blok, Hille-
gersberg; A. Luttik, Hilversum; J. B. A. Nijssen.
Amsterdam; J. PtIds. Voorburg; G. A. v. d. Tem
pel, Amsterdam.
Iiddelkoop, 's-Gravenhage, mej. J. D. van Rii,
Jchevenmgen; voor gedeelte B: G. Craana, Noord-
wijk aan Zee, J. van Dijk, 's-Gravenhage. J. C.
Bartelsman, 's-Gravenhage, A van Bezooijen.
Naaldwijk en A. Blijleven, Pijnacker.
Utrecht. Hoofdacte. Gedeelte B de heeren: L.
van Beek en J. C. van Woudenberg te Amers
foort; A. van de Munt en H. van Heuven te
Utrecht en E. W. J. Vrakking te Naarden.
's-Gravenhage. Handelskennis l.o. Geëxamineerd
16 candidaten. Geslaagd: M. E. Wentink, Alkmaar;
W. Th. Wildenberg, dén Haag; P. v. d. Wilöt. Rot
terdam; W. C. Wijntjes, Rotterdam; J. A. Swage-
makers. Gennip; J, H. H. Storms. Tegelen; J. J.
van Strasten. Almelo; K, Th. Thijssen, Uden; P.
H L. Teeuwen. Tegelen; G. Tuinbeek, Emmen.
's-Gravenliage. Notarieel. Geslaagd voor deel I:
J. L. Mensonides, Warffum; H. Sliep, Bedum; voor
deel II. F C. Wijle, I'
J. M. R. Har
"Merken-, -
Harderwijk. Afgewezen 4 candidaten.
A: de dar
Nijmegen; A.. H. M. L. Win
M. M. G. Hui
s Th. H. Boekesteyn
venbroek. Zeist; A. H. E. Peters, Leiden; J. A. P
v. d. Valk, Rotterdam; J, L. Jansonius, den Haag;
M. E. Goslinga, Buitenpost; M; A. G. v. d. List,
Achthuizen; S, J. A. Roks, Breda; C. H. Vrieste-r,
Enschede; A. de Vries, Sneek; M. E. J. J. Jaspars.
Eindhoven; A. A. Serrarens. Treebeek; W. A. Wei
ten Oss en de heeren G. J. de Waal, Schiedam;
J. W. M. van Rooyen, Hoorn; J. Schep. Hilv<
H. Wieringa, Apeldoorn; J. F. H. de
W H Zuidema. Rott<
Pel, de Bilt; T, W. a. nero
Klaaienaveen; P. C. Versyp, Heerle (N.Br.)
Vieuter
Half-
F. Rhebergen,
terbeek; P. 1
1-, Brakel; r
A. Vrieli
digd
Va;
Winkelen,
H. C. v. d
Apeldoorn;
namens zijn
Breda, Hoofdacte Geëxamineerd voor A en B
7 mannelij'ke candidaten. Geslaagd voor A en B:
J. Struijs. Roosendaal, H. Vermeulen, Zevenberg-
sóhen Hoek Geslaagd voor A alleen: A. Reijs.
Winkel, C. Smans, Valkenswaard, S. Struijs, Roo
sendaal. Afgewezen twee.
's-Grayenhage. Hoofdacte. Geslaagd voor gedeelte
A: mej. M M. van Leeuwen, Soheveningen, B.
FIRMA J. ROTHUIZEN ZN., HEÉLSUM bij ARNHEM
Radioprogramma
ZONDAG 11 AUGUSTUS.
2.00 derde en vierde bedrijf v
Godounow (opn.). 3.15 Gramofoon-
iekenpraatje. 4.50 Gramofoonmuziek.
10.10 Wij sluiten den dag. 10.15
:k. 8.00 Berich
ten ANP. h/iema: Gramofoonmuziel« 10,000 Piano-
voordracht. 10.30 Orgelspel,
gelsch). 11.30 Cello
5.30 Report,
ten (Engelsch l. 6,30 Zang met pianobegeleiding en
gramofoonmuziek. 7 00 Vragen van den dag (ANP).
7.15 VARA-orkest. 8.00 Berichten (Duitsch). 8.15 Be
richten ANP. 8.30 Berichten (Engelsch). 8.45 Rosian.
orkest 9.15 Berichten (Engelsch). 9.30 Rosian-orkest.
10.00 Berichten (Duitsch). 10.15 Berichten ANP.
10.30—10.45, 11,15—11.30 0.15—0.30 en 1.15—1.30 Be
richten (Engelsch).
MAANDAG 12 AUGUSTUS.
JAARSVELD. 414.4 m. VARA-Uitzending. 8.00 Be
richten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek. 10.00 VPRO:
Morgenwijding. 10.15 Dec
.1.10 Declamatie. 11 31
muziek. 2.40 Declai
12.00
ANP. 1.00 Grama-
Viool, piano en
soliste. 8 45 Radiotooi t-el. 9.15 Gevarieerd prograr
(Engelsch). 730
\ek. 8.00 Berichten ANP. 8.10 Schrift-
litaftie. 8.25 Gewijde muziek (opn.).
imuziek. 9.45 Viool, piano en gramo-
(Duitsch), 2.15 Quin-
tolia en gramofoonmuziek. 3 15 Berichten (Engelsch).
3.30 Gramofoonmuziek. 4.15 Jac Stoffer's sextet en
gramofoonmuziek. 5.00 Berichten (Duitsch). 5.15 Be
richten AiNP. 5.30 Jac. Stoffer's sextet en gramo
foonmuziek. 6.15 Berichten (Engelsch). 6 30 Gra
mofoonmuziek 7 00 Vragen van den dag (ANP). 7.15
Berichten. 7.30 Reportage of muziek, 8.00 Berichten
ANP 8.30 Berichten (Engelsch). 8.45 Bel Canto.
9.15 Berichten (Engelsch). 9.30 Bel Canto
1 feuilleton
Wrakken op den Oceaan
ofdstuk LV.
Onze schipbreukelingen hadden de handen
vol werk om hun voorraad voor de toekomst
fian te vullen. Het vleesch, dat zij wenschten
te conserveeren, was thans in ruimen over
vloed aanwezig, eveneens had men de be
schikking over een zeer ruimen voorraad
brandstof, en wat de pit aanging, die men in
deze brandstof moest laten vlammen, ook
l iv(' deze kon men maken zooveel men wilde, zoo
l|i men slechts de moeite nam, het noodige ka-
jf beltouw daartoe uit te pluizen.
Een ding echter was jammer, namelijk dat
men slechts over een zoo kleine vlam de be
schikking had, als de tinnen pot met zijn
pitten kon opleveren. Zoo kon het roosteren
slechts langzaam vorderen, en was men
bovendien genoodzaakt, het vleesch m kleine
repen te verdeelen.
De schipbreukelingen zouden wel graig
een echt fornuis vervaardigd hebben, rnaar
Vie meeste daartoe benoodigde materialen
ontbraken hun, en bovendien zou net riskant
jhijn geweest, een groot vuur op het vlot te
l'nderhouden, aangezien dit daardoor wel
j ens zelf aangetast zou kunnen worden.
Sneeuwbal zuchtte als hij aan zijn oude
ombuis dacht, die zoo uitstekend van potten,
:annen en schotels was voorzien. Iloe be-
eurde hij vooral den grooten koperen kook-
ot, waarin hij zulk een uitstekende snert
ioereiden kon!
Maar do neger was geenszins de man eT-
fiaar, zich door zulk een herinnering te latan
totmoedigen, of zich ook maar lang achter
een zich daaraan over te geven; bovendien
was hij, als het op keukerizaken aankwam,
bijzonder vindingrijk, en hij meende er reeds
iets op te hebben gevonden, om het werk te
versnellen en te vereenvoudigen.
Waarom kunnen we hier eigenlijk geen
vuur aanleggen?
Deze vraag stelde hij aan Ben Brace, toen
beiden zich op cfèn walvisch bevonden, waar
de haaien in stukken waren gehakt.
Hier? vroeg Ben verbaasd. Bovendien,
wat zou het voor verschil maken, als we toch
geen behoorlijk keukengerei hebben?
Laat je daarover niet in de war bren
gen, baassie Brace, ik zal je een kookpot laten
zien die zoo groot is, dat je dit heele karkas
erin tot olie zou kunnen koken!
Dat moet je me dan maar eens uitleggen!
Goed. Geef me eerst die bijl maar eens,
dan komt de uitlegging vanzelf.
Ben reikte de bijl aan den neger toe; deze
zette zich onmiddellijk aan het werk en begon
een gat te maken in de zware speklaag.
Vervolgens trots zijn bijl over den schouder
balanoeerend, vroeg hij: Wat zeg je me daar
wel van, baassie Brace? Wil je dat ik het
nog breeder of dieper zal maken? Je hebt het
maar voor het zeggen! Dat is een mooi for
nuis, waarin we net zooveel olie kunnen
stoken, als we zelf willen!
Bravo, Sneeuwbal, ouwe neger, precies
wat we noodig hebben! Ik zou er heusch niet
opgekomen zijn. Je hebt soms reuze invallen,
dat moet ik zeggen!
Het gat werd dadelijk met de spermaceti ge
vuld; men legde er werk in, dat men door het
uitpluizen van touw verkregen had. Vervol
gens werd met behulp van riemen en hand
spaken en een harpoen een braadspit geïm
proviseerd, waarop men het haaienvleesch
met groote stukken tegelijk roosteren kon, en
toen dit allemaal voor elkaar was, werd het
werk aangestoken.
Er ontstond een vlam, die zich wel een
paar voet hoog verhief, en een keukenvuur
vormde, waarmee de zwarte kok geweldig in
zijn schik was.
Wie dit schouwspel op eenigen afstand zou
hebben gade geslagen, zou vermoedelijk tot
de veronderstelling gekomen zijn, dat een
walvisch midden op den oceaan in brand was
geraakt!
Hoofdstuk LVI.
Terwijl dit wonderlijke schouwspel, een
vuur dat op den rug van een walvisch
brandde, zeevogels en visschen grootelijks
verbaasde en verontrustte, had er op een mijl
op veertig afstand van de plek, waar onze
schipbreukelingen zich bevonden, iets van ge
heel anderen aard plaats.
Een vlot, ruw samengesteld uit masten en
planken, droeg -een groep mannen, die er
bijna als geraamten uitzagen.
Er lag eveneens een niet compleet skelet,
van al zijn vleesch ontdaan, maar bloederige
beenderen, hier en daar nog van kraakbeen
voorzien, toonden voldoende aan, dat hier een
moord was gepleegd, en dat nog zeer kort
geleden. Ook lagen hier en daar haaien-
beenderen.
Het vlot, waarop zich dit drama had vol
trokken, was uit allerlei scheepsbrokstukken
samengesteld, had een bemanning van niet
minder dan dertig koppen. Sommigen zaten,
anderen lagen of stonden; van deze mannen
waren er eenige zoo beschonken, dat zij zich
nauwelijks op de been konden houden,
anderen leken zoozeer uitgeput, dat zij zich
op de planken hadden moeten uitstrekken,
omdat zij geen kracht meer hadden om hun
evenwicht te bewaren.
De zee was zoo rustig, dat het vlot op de
oppervlakte rustte, als op een houten onder
laag.
In het midden van dit gebrekkige vaartuig
verhief zich een mast met een latijnsch zeil;
aan den voet van dezen mast stond een vat
opgesteld, dat zulk een geur verspreidde, dat
men zijn voormaligen inhoud, een slechte
kwaliteit rum, reeds op een afstand raden kon.
Die inhoud was thans echter tot op den
laatsten droppel opgebruikt, en een goed deel
der opvarenden was dan ook uitermate
dronken. Men zal zich herinneren dat zij zich
bij den ondergang van de „Pandora", toen
de kapitein en eenige andere opvarenden zich
van de eenige overgebleven boot hadden
meester gemaakt, tijdig van wrakstukken en
rondhout een reddingsvlothadden kunnen
samenstellen, voordat de ontploffing aan den
brand aan boord, en tevens aan het bestaan
van dit slavenschip een gewelddadig einde
Sedert die tragische gebeurtenis had dit
groote en overbevolkte vlot in zee rond
gedreven, vrijwel onbestuurd, omdat de
mannen die zich erop bevonden zonder orde
of tucht waren, ieder voor zich hun eigen
neigingen volgden, en bovendien nog door
honger en dorst gedemoraliseerd werden. De
aanwezigheid van het vat met rum had hun
toestand nog verergerd; de verdierlijkende
invloed van den sterken drank had zich op
duidelijke manier laten gevoelen, en zoo was
men er zelfs toe gekomen,telkens een der
kameraden om te brengen, om zich met zijn
lichaam te voeden. Dergelijke daden van
kannibalisme waren helaas oudtijds, toen de
zeilvaart het risico ter zee nog zooveel grooter
deed zijn dan in onze dagen, aanzienlijk
minder zeldzaam, dan men zich zou durven
voorstellen.
Op het groote vlot was reeds een half dozijn
mannen op die wijze het slachtoffer van de
overigen, van de sterksten en de meest bru
talen, geworden.
Hoofdstuk LVII.
v uoru'it mannen! riep een man met
zwarte baard, laten wij het lot nog eens een
keer beproeven. Het gaat om eten of sterven!
In dien kerei met het vermagerde gelaat
zou men slechts met moeite Le Gros, den
stevigsten en sterksten matroos van de „Pan
dora" hebben kunnen herkennen.
De overgeblevenen staarden elkander met
vertwijfelde blikken aan. Le Gros had zich
tot hun aanvoerder opgeworpen; zijn wil was
wet, dank zij de steun, die een paar anderen
hem steeds boden, omdat hij hun steeds wat
meer dan hun deel wist toe te schuiven. Zij
dienden hem tot een soort van lijfwachtü
Op deze manier oefenden zij een harde
tyrannie over de zwakkeren uit.
Driemaal achtereen herhaalde Le Gros zijn
verschrikkelijke woorden, waarvan de quin
tessence de vraag was, wie er nu weer zou
moeten sterven.
Niemand gaf antwoord.
Sommigen leden onder delirium en tot hen
drong de zaak niet meer door; bij anderen
ontwarde men een toegenomen bleekheid in
het gezicht, die hun vernieuwde vrees aan den
dag bracht, doch het meerendeel dezer lieden
was zoo door lijden versuft, dat leven of ster
ven voo^ hen schier eender lei beteekende.
Le Gros, die door zijn naaste aanhangers
werd omringd, trof maatregelen om opnieuw
door loting iemand aan te wijzen, die ten be
hoeve van de overigen het leven zou moeten
laten.
Hij had een zeildoeken zak in handen, zoo
een, waarin de matrozen hun beste plunje
plegen te bewiren.
In dien zak waren zesentwintig zwarte bee-
nen knoopen gedaan, alle precies gelijk en
zorgvuldig nageteld, evenveel knoopen als
ermannen waren, want de bemanning was
thans tót dit getal teruggeloctpen.
Op een van die knoopen had men een rooden
kring aangebracht; hij die dezen knoop trok,
zou moeten sterven. Men kon dien knoop in
handen krijgen of men vroeg of laat bij het
loten aan de beurt kwam. Le Gross hield den
zak een weinig open, zoo dat er maar één
hand tegelijk ingestoken kon worden,
Een der zeelui kwam onverschillig nader,
om als eerste een lot te trekken. Het afschu
welijke kansspel was opnieuw begonnen!
Ho
>fdstuk LVIII.
Een voor een kwamen geleidelijk de knoo-
pen uit den zak te voorschijn; ieder die een
beurt had gehad moest, de handpalm wijd ge
opend, laten zien wat hij had getrokken.
Sommigen konden hun duivelsche vreugde
niet verbergen bij de gedachte, dat zij „zwart"
in de hand hielden; anderen beefden, als zij
hun hand in den zak moesten steken en deden
zulks met afgewenden blik.
Het luidruchtigst toonden zich juist dia
van tevoren het meest bevreesd waren ge
weest Sommigen vergaten zich zelfs zoozeer,
dait zij met wilde sprongen den horlepijp be
gonnen te dansen, zoodra zij weer zeker van
hun leven waren!
Le Gros hield den zak op een onverschillige
manier vast, maar wie hem aandachtig zou
hebben, bezien zou spoedig hebben kunnen
opmerken, dat deze onverschilligheid slechts
Elke keer, dat een hand een zwarten knoop
tusschen duim en wijsvinger boven bracht,
wierp hij een angstigen blik op den kleinen
kring van mannen, die zwart getrokken had
den, en geleidelijk begon zijn koelbloedigheid
hem dan ook in den steek te laten.
Voor den twintigsten keer werd er een
knoop getrokken, en nog steeds zat de nood
lottige roode knoop in den zak.
Le Gros dacht na; zou het niet beter voor
hem wezen, dat een ander den zak vasthield?
Of zou de kans wellicht nog keeren?
Telkenmale had hij hem omgeschud, in de
hoop dat de roode knoop boven zou komen te
liggen, en door iemand getrokken zou werden,
maar hij bleef nog immer onzichtbaar.
(wordt vervolgd)