-JiAG 8 AUGUSTUS 1940 PAG. 3 don'V00 -y irrki en Zending Ned. Herv. Kerk. iflmen: naar Willemsoord (Ov.) jjJVens, hp. te Haarlem-Noord Chr. Geref. Kerk. V°<V te Alphen a. d. R\jn, cand. H. n defte Rijswijk. nkScHEID EN INTREDE Iheeft cand. J. S. v. d. B o s het [anvaard bij de Geref. kerk te Vooraf werd hij bevestigd door h(Wman, em. pred. van Leiden, ichtejver Joh. 21 17. Aan de hand- in ook deel ds. A. G. Luiks (consulent). Toegezongen werd P t eeijdagdienst deed ds. v. d. Bos m- rimnjnde over Ps. 20 8. Thema: de kerk tegenover die der zij bestaat. 2e Waarop zij steunt e zofcü leidt- De nieuwe leeraar werd l{jlc 1 door ouderling J. de Vries, er opera ad en gemeente; hij liet zin- >1; voorts door ds. A. G. Luiks RONJsis, genabuurde kerken en als h j vlen Bos sprak daarna een per- zenbird tot zijn moeder, tot ds. Bouw- e joijvestiger, oud-catecheet en raads- eijjiks (als consulent en van clas- a me^keraad en gemeente (ook jeugd- •ffe ja enz.). fp "afgevaardigden van genabuurde rnisewaren ook een'8e personen uit (jvezig (oud-catechisanten en men- ene Evangelisatie). L nam ds. H. L. G o u d t afscheid Herv. gemeente te Niekerk, spre- i ■qCol. 1 23a. Aanwezig waren on- le burgemeester en collega's uit n j)s. Goudt doet Zondag a.s. zijn II Burum. Molenaar, Ned. Herv. predi- itwijk (N.Br.) hoopt Zondag 25 -ifscheid te nemen van zijn ge- >6i>2ondag 1 September zijn intrede Wijk bij Duurstede, na bevestigd r zijn broeder, ds. H. O. Mole Halfweg. DS. D. OZINGA. dofdag herdenkt ds. D. O zin ga, em. te Utrecht, den dag waarop hij halve eeuw het predikambt aan- n.L de Ned. Herv. kerk. bega werd 10 Mei 1864 te Sneek Hjn vader was predikant bij de op gemeente te Amsterdam. De jubi- ouweeerde vervolgens aan de Rijks- t te Utrecht om in 1890 candidaat deretin Zuid-Holland. 10 Aug. van dat 3 «eid hij zich aan zijn eerste gemeente ngert De gemeente van Wijckel, die 4t was geweest, ontving na 55 jaar weer een orthodox predikant, trok ds. Ozinga naar Pernis, welke hij gediend heeft tot^H lle dat hem op zijn verzoek met *n 1929 door het Prov. kerkbestuur verleend werd. Ds. Ozinga ind Oph daarop metterwoon te Bilthoven ar £u te Utrecht keef\ga heeft in zijn tweede gemeente smaaet nieuwe kerkgebouw in gebruik was er voorzitter van de Chr. w3or volksonderwijs. Voorts penning- ieyVan het Visschersfonds, gaf er ieae% het werk der jeugdbeweging en ievrqeeiing van den Chr. Nat Werkmans- j has meer dan 25 jaar secretaris van commissie der Conf. vereeniging ïolland. Hij bekleedde ook enkele e, functies in Pernis, waar hij in 1918 -'Zondagsbode oprichtte. In 1912 be- ünliiVV"'»-hc' Ch' Ketk" kindf J- Kru11- ai zal voorbijgaan- K. EODMAN t aagd thajertogenbosch is Zondagavond, na- e eeog dienst gedaan had in de avond- gettoefening der Ned. Herv. gemeente aats ilotseling overleden de heer die ruim 40 jaar organist dezer "desl 2eweest is. g. L. R. VAN DEN BROEK t gisteren, 39 jaar oud, c •an den Broek, predikant Uuitsche Hervormde gemeente, aldaar 'nroek, die 9 Februari 1936 zijn intrede deed, had te voren in Berkenwou- Drachten gestaan. In alle gemeen- hij heeft gediend, heeft ds. v. d. tote aandaacht geschonken aan het De thans overledene was eenige rzitter van de afdeeling Enschede van iVlandschen Protestantenbond Evange- fiheid. d^ENTIE-WITTEVEEN - ERMELO. Witteveen, tegen de aanvankelijke toch geopend kon worden, wil einde van Augustus, dus op den Dp dat de laatste jaren steeds placht iden, een conferentie beleggen en dat hetzelfde programma, als 't welk j'gi'inkster-cursus, die door de tijdsom- is verhinderd, was opgemaakt, het f Opening 24 Aug. 's avonds door is. P. S t e g e n g a Azn. Dan verder: niet te Aug.: Preek eveneens door prof. en 's avonds lezing door ds. A. Th. t GkLga van -Arnhem over: Wat ons ge- lekje.m?rt- Maandag 26 Aug.: 's morgens hilleC1 u i.s van Rotterdam over: Practisch en 2doin in dezen tijd; en 's avonds: ds. C. en,Ars van Den Haag over: Het Kinder- anzwinsdag 27 Aug.: Sluiting door prof. Thierry van Leiden wi P e1ilari daVrtrol hii i is. GENERALE SYNODE DER GEREF. KERKEN Verdaagd tot 24 September Na in comité-generaal te hebben ver gaderd, is de Gen. Synode der Geref. Kerken te Utrecht gistermiddag verdaagd tot Dinsdag 24 September. De voorzitter, Ds. F. C. M e y s t e r, sprak een slotwoord. Daar de zittingen in comité zijn gehou den en vanwege het Moderamen nog een persbericht volgt, volstaan wij met mede te deelen, dat thans zijn afgedaan de zaak-Drachten en de ?aak-Goossens. De op 24 Sept. te openen zittingen zullen gewijd zijn aan de behandeling der z.g. leergeschillen. Ds. J. HOOGENRAAD Vandaag herdenkt ds. J. H o o g e n r a a d, predikant bij de Ned. Herv. Gem. van Uit huizen, den dag, waarop hij ziph vóór 25 jaar aan deze gemeente vehbond. Ds. Hoogenraad werd in 1878 geboren en in 1901 candidaat ln Gelderland om 21 Sept. 1902 te Leimuiden in het prediktambt te worden bevestigd. Vandaar vertrok hij in 1907 naar Meppel cm zich 8 Aug. 1915 aan zijn tegenwoordige gemeente te verbinden. Ds. Hoogenraad is praetor van den ring Uithuizermeeden en assessor van het clas sicaal bestuur van Winsum. OORLOGSLEED VAN EEN FINSCHE GEMEENTE Op verzoek van den aartsbisschop van Fin land heeft Probst Parnanen een schets ge schreven voor „Geloof en Vrijheid", het orgaan van den Baltischen Rusland-arbeid „Dr. O Schabert." Aan het treffend relaas ontleenen wij een paar fragmenten. Op den 3en December, den eersten Advents zondag. had een predikant van de Kükka kerk juist aan zijn gemeente mededeelingen gedaan over het nieuw aangenomen gezangenboek en de nieuwe Bijbelvertaling, toen gemeld werd, dat buiten een duizend-koppige vluchtelingen- schare uit Uusikirkko in aantocht was. De dienst werd onderbroken en de van kou ver kleumde en door honger en waken uitgeputte vluchtelingen werden in de verwarmde kerk gebracht om daar lafenis en rust te vinden, Deze hartelijke ontvangst was het einde een lijdenstocht van 30 uren, door de gemeente van Uusikirkko gemaakt in barren wintertijd. Na 8 weken van spanning was op 30 Nov. plot seling het bevel tot onmiddellijke evacuatie ge komen. En zoo moest men het mooie kerkje achterlaten, waarin de gemeente van geslacht op geslacht zich had vereenigd, waarin zij, bij leed haar troost, bij vreugd haar blijdschap, had gevonden. Daar bleven achter de beide pasto rieën, de 22 vakscholen, de huishoud- en land bouwschool; eveneens bleef het zaaikoren de boeren achter; het vee en de andere huis dieren, die men niet kon meenemen, werden in de stallen doodgeschoten. Alles wat brand baar was ging in rook en vlammen op. De laatste vluchtelingen uit Uusikirkko beleefden deze scène. Met ontbloot hoofd redden zij het huis Gods de altaarkleeden en feestgewaden en staken tenslotte de kerken in brand, opdat zij niet door de Godloozen ontwijd zouden worden. De Gemeente heeft niet meer hel vijfhonderdjarig feest mogen beleven, dat ze over vijf jaar hoopte te vieren. En zoo begon de Golgotha-reis van de ge meente Uusikirkko. In eindeloos lange vluchte- lingentreinen, in goederenwagens, in onbe schrijflijk gedrang ging het door héél Finland tot aan de streek Kokemaki. Opgejaagd door de luchtaanvallen van den vijand, moest telkens den trein verlaten om in het bosch zijn toevlucht te zoeken. Men kan zich. indenken, hoe ontzettend zulke onderbrekingen waren, omdat de zieken, de ouden van dagen en de schoolkinderen uit de hooge goederenwagons in de met sneeuw bedekte bosschen moesten vluchten om voor de stalen roofvogels dekking te zoeken. De Lotta-organisatie zorgde voo verpleging van de vluchtelingen op de stations, want de meesten hadden bij de vlucht geen verpleegartikelen kunnen meenemen. „Niemand klaagde of morde tegen God." Dit treffende woord vond z'n pendant toen de harde vrede met Rusland geteekend moest worden en van dezelfde gemeente geschreven werd: „Maar het geloof in de leiding van den Al- machtigen God week niet. Het volk wendde zich in zijn verstrooiiing met meer ijver nog dan anders tot de bedehuizen en dankte God dat men hun het Koninkrijk Gods, hun geloof niet had ontnomen. Bij hen zijn thans dié liede ren het meest geliefd, die van leed, kruis beproevingen spreken". We leven, zoo besluit Ds. Parnanen, in de hoop dat een nieuwe dag zal aanbreken en dat ieder weer onder eigen dak zal kunnen leven en eigen bouwvelöen zal mogen bewerken! ZENDING ONDER DE JODEN Voor hen, die zich in dezen tijd afvragen: hoe moet het nu toch wel gaan met de Zending onder de Joden, mag het een be moedigend feit heeten, dat een der meest be kende corporaties op dit terrein, de Ned. Verg. voor Zending onder Israël (Elim) haar nieuwe gebouw te 's Gravenhage (een geschenk) heeft mogen openen enkele weken nadat ons land bezet werd. Ds. D. A. v. d. Bosch heeft daarbij het woord gevoerd en dit besloten met een wijdingswoord, dat ook buiten den kring van deze vereeniging waard is gehoord te worden. Het luidde aldus: „Nademaal de Heilige Schriften ons over geleverd hebben het bevel des Heeren, dat in Zijn Naam gepredikt moet worden bekeering en vergeving der zopden onder alle volken, beginnende van Jeruzalem en wij het woord van den Apostel kennen, dat het Evangelie een kracht Gods is tot zaligheid éérst den Jood, ons bekend is het voorbeeld van den grooten heiden-Apostel, hoe hij immer eerst zich keerde met zijn goddelijke boodschap tot de Joden, hebben wij, gehoorzamend dat bevel van Christus, gedenkende het woord van den Apostel en volgende het voorbeeld van Paulus, den zendingsarbeid onder Israël sinds vele ren verricht en nu dit huls gesticht, voor dezen arbeid bestemd. 3 nu wij op heden, den 26sten Juni van het jaar onzes Heeren, 1940, dit huis openen, gedenken wij dankbaar het voorzienig bestel des Allerhoogsten, waardoor ons dit huis werd geschonken. Bidden wij, dat wij door Ijver en toege wijde. liefde tot onze grootsche taak, ons dit geschenk mogen waardig maken, smeeken wij, dat het God behagen moge, door den arbeid in dit huis verricht, vele n en dochteren van het oude volk te brengen aan de voeten van hun Messias, Jezus Christus en wijden wij dit huls aan zijn heilige bestem ming in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. Amen." Duitschland en de Oecumenische Beweging Een uitspraak van dr. Mahrarens Dr. Mahrarens, landsbisschop der Evangeli sche kerk van Hannover en leider der Belijde nisbeweging, die thans voorzitter is van den Geestelijken vertrouwensraad, welke de schakel vormt tusschen de Duitsche Rijksregeering en de Protestantsche kerken, heeft in de „Nach- richten aus der Deutschen Evangelischen Kirche" een verklaring gepubliceerd over de verhouding der Duitsche Evangelische kerken tot de Oecumenische Beweging. Dr. Mahrarens vestigt er allereerst de aan dacht op, dat het een feit van groote beteeke- nls is. dat Duitschland thans een beslissenden strijd voert met een staat, die zegt, dat hij de verdediger is der Christelijke moraal en be schaving, voor het Christendom in het alge meen. Hij meent, dat zulk een verklaring een misbruik beteekent van het Christendom en in tegenspraak is met het Evangelie. De Evangeli sche kerk dus dr. M. heeft van oudsher gemeend, dat haar taak was het Evangelie van Jezus Christus te dienen, hetgeen geschiedt door prediking en door zielszorg. Zij kan geen aanspraken op macht laten gelden, daar zij geen politiek doel nastreeft. Juist daarom ge lukte het haar, een bres te slaan in den muur van verdachtmakingen van Versailles. De ver slagen der oecumenische vergaderingen in den na-oorlog doen duidelijk zien, hoe juist dit Standpunt is. Beide hangen nauw samen en beide zijn van het grootste gewicht: de beslist heid, waarmede onze vertegenwoordigers in de Oecumenische Beweging zich verzet hebben tegen het streven om zulke conferenties dienst baar te maken aan een bepaalde internationale Eolitiek van Engeland en het feit, dat ook in et buitenland de openbare meening anders is gaan denken over de schuld van Duitschland aan den oorlog 19141918. Dr. Mahrarens geeft daarvan vervolgens enkele voorbeelden. Daaruit komt hij dan tot de volgende conclusie: „De leiders der Duitsche Evangelische kerk vertegenwoordigden deze kerk voor het forum der andere kerken, maar zij waren geen ver tegenwoordigers van een met bepaalde politieke tendenzen gemengd wereldprotestantisme, doch daarvan besliste bestrijders. In dezen tijd, nu Duitschland zulk een harden strijd heeft te voeren, moet de Duitsche Evan gelische kerk alles doen om de krachten van het Duitsche Protestantisme, door het Evangelie te dienen in de prediking en in de zielszorg, in het nieuwe Europa tot haar recht te doen komen. Dit is de reden, waarom men vlak voor den oorlog gekomen is tot de instelling van den geestelijken vertrouwensraad, waaraan alle landskerken, niettegenstaande vele bezwaren, medegewerkt hebben, opdat niet door kerke lijke splitsingen de eenheid des volks bedreigd zou worden De voorzitter van den kort vóór den oorlog (Aug. 1939) ingestelden geestelijken ver trouwensraad (schakel tusschen de Duitsche regeering en de Prot. kerken van Duitsch land), Dr. Mahrarens, heeft een verkla ring gepubliceerd inzake de taak van het Duitsche Protestantisme in dezen tijd. Over Engeland zegt hij, dat dit land, zich noemen de verdediger der Chr. moraal en beschaving, in tegenspraak met het Evangelie is en een misbruik van het Christendom maakt „De Evangelische kerk heeft van oudsher gemeend, dat haar taak was het Evangelie van Jezus Christus te dienen, hetgeen ge schiedt door prediking en door zielszorg. Zij kan geen aanspraken op macht laten gelden, daar zij geen politiek doel nastreeft. Juist daarom gelukte het haar, een bres te slaan in den muur van verdachtmakingen van Ver sailles. De verslagen der oecumenische ver gaderingen in den na-oorlog doen duidelijk zien, hoe juist dit standpunt is. Beide hangen nauw samen en beide zijn van het grootste gewicht: de beslistheid, waarmede onze ver tegenwoordigers in de Oecumenische Bewe ging zich verzet hebben tegen het streven om zulke conferenties dienstbaar te maken aan een bepaalde internationale politiek van Engeland en het feit, dat ook in het buiten land de openbare meening anders is gaan denken over de schuld van Duitschland aan den oorlog 19141918." Dr. Mahrarens komt tot de volgende conclusie: „De leiders der Duitsche Evangelische kerk vertegenwoordigden deze kerk voor het forum der andere kerken, maar zij waren geen ver tegenwoordigers van een met bepaalde poli tieke tendenzen gemengd wereldprotestan tisme, doch daarvan besliste bestrijders. In dezen tijd, nu Duitschland zulk een harden strijd heeft te voeren, moet de Duit sche Evangelische kerk alles doen om de krachten van het Duitsche Protestantisme, door het Evangelie te dienen im de prediking en in de zielszorg, in het nieuwe Europa tot haar recht te doen komen." Verbetering. Abusievelijk is in ons blad van 6 Aug. j.l. vermeld, dat de inge bruikneming van het gerestaureerde Ned. Herv. kerkgebouw te Ginneken Zondag J.l. zou hebben plaats gehad; dit is geschied op Woensdag 31 Juli. Onderwiis VER. VOOR CHR. VOLKSONDERWIJS Aan het 49e jaarverslag van de Ver. voor Chr. Volksonderwijs ontleenen we, dat op 31 Dec. 1939 bij de vereeniging waren aangeslo ten 562 scholen tegen 557 op 31 Dec. 1938. Het aantal aangesloten kleuterscholen steeg van 13 op 16. Voorts zijn aangesloten 5 kweekscholen. De commissie van beroep kreeg 35 zaken te behandelen. Het hoofdbestuur kwam 5 keer in vergadering bijeen. Bij het bureau der vereeni ging kwamen totaal 2808 stukken in. PRINSES JULIANASCHOOL TE BRUSSEL Onder leiding van den heer P. Neven, het hoofd der Prinses Juliana School, de Nederlandsche school te Brussel, is aan deze school het schriftelijke gedeelte van het mulo examen gehouden; de secretaris van het con sulaat-generaal der Nederlanden te Brussel was daarbij aanwezig, ter vervanging van den Rijksgecommitteerde, die niet in België kon komen. Ofschoon, volgens het Hbl., een derde der candidaten nog niet uit Frankrijk terug was, waarheen zij tijdens het uitbreken van den oorlog waren gevlucht, was het aantal leerlingen toch bevredigend; in het geheel telt de school er ongeveer 150. De monde linge examens zijn te Breda afgenomen. Examens s-Gravenhage. Staat ter toelating tot de 12 tier Hooger-onderwyswet). Ge slaagd voor diploma A: mej. A. C. van der Molen en de heeren; J van Popta, J. J. Toet, J. H. Coster, J. van Dam, C. van Ballegooyen, D. van der Most Spijk en P. Plnxter. V< 'jgn^Agp - :n P. A. Meerburg. Staatsexamen H.B.S. A. Geslaagd C. E. van dc Berg. G. C. Koopman, H. R. Liebelt, B. L. vj tfimwegen, J. A. O Schoenmaker en J. van Winter vijk Afgewezen 13. De examens zijn afgeloopen. Kaa, den Haag, J. P. P. J. Th. v. d. Maat. Rosmalen, M. Manik, Oegstgeest; M. Mommers. Heer; P. T. M. Sprocket, Tilburg. Voor het examen Fransoh M.O. A. de dames: M. M. F. Feuskens, Houthem, St. Cerlach; B. J. Stom, Amsterdam; O. M. van Deth. BloemendaaL en de heeren: J. Thyssen, Hillegersberg. J. P. A. M. Fluitsma. Voerendaal: C van Vught Dongen •s-Gravenhage. Boekhouden m.o. 1940 K. XII. Ge slaagd de heeren: F. D. Bastet. 's-Gravenhage. J. F. van Dongen, Rotterdam. D. W. Djjkman, Amster dam. P. J. de Geus, Utrecht. G. P. J. Lohmann. Amersfoort, J, van Puyer.broek, Tilburg. P. A. Riet bergen, 's-Gravenhage. M. van Straten. Amsterdam. S. E. Swart, Amsterdam. A. J. Swinkels. Rotterdam, W. Stomp, 's-Gra/enhaga, J. Voorhorst. Amsterdam. J. D. Wassenaar Rotterdam, J. M. van der Wees, Utrecht, F W. J. Wilschut. Vught Wolters. 's-Gravenhage en J. Wijnolst. Rotterdam. 's-Gra Zundert; de dames: C Pijl. Rotterdam, G. Th. Maarschalkerweerd, Oudei Tilburg en C. G. J. Olthet uylen, Heerlen. Uitslag der examens voor de Hoogduitse wijs). Geslaagd voor de voormlddag- J. M. Gerits, Hoensbroek, J. L. J. M Brengêrlnk. Enschede, S. H. van Don. 's-Gravei hage. T. J. - - Nijkerk. J. J. H. Zelhcm; J. S. M. Tornga. Doodewaard: J. J Veenendaal. Brakel: A Veenstra Arnhem. Roermond. Hoofdacte. Geëxamineerd 8 candida- ;n. Geslaagd voor_het geheel* Utrecht. Hoofdakte. Gedeelte Moll te Utrecht en de da Zeist, en G. M. Sluijter te Hilversum. Gedeelte B: de heer J. de Vries te Amersfoort en de dames J. W van Zaanen en S. L. de Groot akte N H: L. J. Goedhart H Uegersberg; G J Kar Jol, Zoetermeer en S J Rtsseeuw, Ooltgensplaat (zonder de ver klaring van voldoend paedagogisch Inzicht). P. A. J. Muller Gesla: Zwolle K: F. L. M. aring van voldoend pae- aagogiscn inzicnt) en a. Luteijn, Wageningen. Geslaagd voor akte N U; B A. Meijers, Win terswijk (zonder de verklaring van voldoend pae- dagogisch inzicht). Geslaagd voor akte N 4: J. Marks, Leiden (zon der de verklaring van voldoend paedagogisch inzicht) 's-Gravenhage. Akte handteekenen l.o. Geslaagd de dames: A. M. F. Hamilton. Nijmegen; P. K. Ens- dorff, Groningen; J. Premsela, Amsterdam; A, H. Waterberg en N. Wolf. beide te Amsterdam; H W, Boedeker. Onderdendam (Bedum) en de heeren: J. A. Redeker. Groningen; J, J. M. Timmermans, Eindhoven; J. M. van Bergen, Nijmegen; J. van Eijsden. 's-Hertogenbosch; W. G. Grimbergen. _Poel- Toorr stra. mej. H van Zijl. beiden 's-Gravenhage. Voc gedeelte B* H. Rol. Voc jMÉMjHtheki erlei_. dsen en de heer J. Grol, sterdam. De examens zijn geëindigd. 's-Gravenhage. Notarieel. Geslaagd voor deel II: A. van Delden, Sappemeer, A. Wintgens, Heerlen. DE RIJKSGEBOUWENDIENST IN DE HUIDIGE OMSTANDIGHEDEN 460 werken voor P.T.T. in uitvoering of voorbereiding V°°r Overal waar rijksgebouwen werden be schadigd of vernield, is het herstel aange vangen, of, waar de schade van minder ern- stigen aard was, reeds volbracht. Bij zwaarder getroffen objecten, zooals het hoofdpost kantoor te Rotterdam en het huis van be waring in den Haag, word met volle kracht aan het herstel gewerkt, terwijl in een aantal gevallen van totale vernietiging, zooals die van het kantongerechtsgebouw te Wageningen, plannen voor nieuwe gebouwen onderhanden zijn. Bij het herstel van schade wordt in vele gevallen tevens, waar noodig, tot uitbreiding en verbetering van ruimte en inrichting voor de betrokken rijksdiensten overgegaan; o.a. kwam hiervoor het gerechtsgebouw te Rotter dam in aanmerking, waar door aanbouw van een vleugel in de groote behoefte aan ruimte wordt voorzien. HERSTEL VAN DE SCHADE AAN RIJKSGEBOUWEN De vraag ln hoeverre df tegenwoordige omstandigheden invloed hebben doen gelden op den arbeid van den Rijksgebouwendienst, vormde het onderwerp van een persgesprek, dat een redacteur van het A. N. P. had met het hoofd van genoemden dienst, J. C. E. baron van Lynden. De situatie op 10 Mei De Rijksgebouwendienst, zoo vertelde de heer van Lynden, had op den tienden Mei bijzon der veel werk onder handen, alles bijeen zou aan nieuwe gebouwen, verbouw en onder houd in 1940 voor ongeveer 12 millioen worden uitgevoerd. In de eerste plaats zij genoemd de auto matiseering van het telefoonnet met de daar aan verbonden verbouwing en moderniseering van postkantoren. Dit automatiseeringsplan, met de uitvoering waarvan een aantal jaren geleden werd begonnen, omvat in het geheel, niet minder dan 1200 nieuwe gebouwen, groot en klein tezamen, waarvan thans ongeveer de helït, met inbegrip van welhaast alle groote plaatsen, gereed is gekomen. In voorbereiding of uitvoering zijn op het oogenblik 460 werken, welke uit deze auto matiseering voortvloeien. Ir iedere plaats waar P. T. T.-gebouwen voor de automatiseering van het telefoonnet moeten worden ingericht, wordt nagegaan of die gebouwen niet tevens in andere opzich ten voor moderniseering in aanmerking komen. Het gevolg van dit onderzoek is, dat een groot aantal postkantoren door nieuwe moet worden vervangen of grondig moet worden verbouwd, de efficiency, waarvoor ons P. T. T.-bedrijf beroemd is, viert nieuwen triomf. De Rijksgebouwendienst, die om zoo te zeg gen als architectenbureau voor alle P. T. T.- gebouwen optreedt, mag onze posterijen als zijn grootste klant beschouwen, want dit staatsbedrijf bezorgt hem jaarlijks voor eenige millioenen aan opdrachten, in het loo- pende jaar zelfs voor zier millioen, d. i. een derde van het totaal van alle departementen, waarvoor de Rijksgebouwendienst als bouw kundig adviseur zijn opdrachten over 1940 heeft ontvangen. Ook de belastinggebouwen des rijks maken een belangrijk deel van de klandizie van den Rijksgebouwendienst uit, omdat naast nieuwe gebouwen in vele plaatsen belastingkantoren moeten worden gemoderniseerd, gemechani seerd of uitgebreid. Verder waakt de Rijksgebouwendienst over de rijksuniversiteiten en hoogescholen, de justitiegebouwen, de gebouwen van den rijks waterstaat, van de marine, enz. Alleen voor het leger placht de genie als bouwmeester op te treden. Ook alle huur-aangelegenheden van rijkskantoren enz. verzorgt de Rijks gebouwendienst. Gewijzigde omstandigheden Intusschen hebben de gewijzigde omstan digheden. haar invloed ook op het werk van onzen dienst gehad. Vooreerst is het werk voor de marine gebouwen vrijwel tot stilstand gekomen door de bezetting in den Helder en andere marine bases. Anderzijds is het dank zij de medewerking van den regeeringscommissaris dr. ir. Ringers, tot nog toe mogelijk gemaakt om nagenoeg alle reeds onderhanden genomen werken voort te zetten. Of er met nieuwe werken een aanvang kan worden gemaakt, zal voor een groot deel afhangen van de mogelijkheid om de be- noodigde bouwmaterialen te verkrijgen. Dr. Ringers heeft als regeeringscommissaris voor den wederopbouw het laatste woord bij de bepaling van de volgorde voor deze werken. Met het oog #op de werkverruiming is het natuurlijk gewenscht zooveel mogelijk nieuwe bouwwerken te ondernemen, doch daarbij spelen, naast de tot beperking nopende mate- rialenpositie, de beschikbare financiën een niet te onderschatten rol. Met vrij groote zekerheid kan evenwel worden aangenomen, dat de automatiseering van het telefoonnet ten volle voortgang zal hebben. De oorlogsschade aan rijksgebouwen Op de vraag hoe het gesteld is met de oor logsschade van de rijksgebouwen antwoordde de heer van Lynden, dat die schade niet gering is geweest. Men denke aan het verloren gaan van een vrij groot aantal rijkseigen dommen te Rotterdam, en aan de beschadi ging van tallooze P.T.T.-gebouwen in vele deelen des lands, het verlies van het complex van het Oost-Indische Huis te Middelburg, in welke stad ook andere rijksgebouwen zijn ge teisterd. De ramp van de abdij is wel algemeen bekend. Wat deze laatste betreft, reeds de eerste week na het bombardement is een aanvang gemaakt met de plannen tot herbouw en restauratie van dit monument, dat wel een Ervaringen van den oorlog Belangwekkende ervaringen zijn op bouw kundig gebied in de oorlogsdagen opgedaan- Zoo is gebleken, dat een gedeelte van de abdij voor de vernieling door brand gespaard is ge bleven, dank zij de belegging der vloeren met onbrandbaar materiaal. Voorts hebben licht- gecoristrueerde betonnen kappen, welke met leien of pannen waren afgedekt diverse ge bouwen voor brand behoed, terwijl de bom inslag zeer nabij het nieuwe automatische te lefoongebouw in Den Helder de juistheid heeft aangetoond van de daar toegepaste zware betonconstructie met stalen luiken ter bescher ming van de raamopeningen. De werkzaamheden van het adviesbureau De gewijzigde omstandigheden hebben even eens grooten invloed gehad op het adviesbu reau van den Rijksgebouwendienst, welk bu reau ten dienste staat van het departement van onderwijs bij alle bouw-, verbouw- en onderhoudswerken ten behoeve van de ge subsidieerde scholen voor voorbereidend hoo- ger en middelbaar onderwijs en nijverheids onderwijs. Van deze scholen zijn er verschei dene door oorlogshandelingen getroffen, zoo dat het adviesbureau zijn diensten kon geven voor het herstelwerk. De districtsbureaux van den Rijksgebouwendienst hebben het noodige te doen niet alleen met het normale verbou- wings- en onderhoudswerk en de exploitatie verbeteringen der rijksgebouwen, doch boven dien met het herstellen van oorlogsschade. Tenslotte heeft de Duitsche overheid overal in den lande den Rijksgebouwendienst inge schakeld bij het huren en inrichten van bu reaux en woningen voor de autoriteiten en functionarissen der bezettende macht. De Rijksgebouwendienst telt buiten den staf van den rijksbouwmeester en den directeur van onderhouds- en uitbreidingswerken, on geveer 500 man personeel, in hoofdzaak inge nieurs, architecten, opzichters en teekenaars. Hun arbeid is voornamelijk van leidenden en architectonischen aard, daar de uitvoering der werken met uitzondering van het kleine onderhoudswerk aan particuliere aan nemers pleegt te worden opgedragen. Machinefabriek Reineveld De aanwezige voorraad materialen toereikend voor eenigen lijd. Ten kantore der vennootschap te Delft is vanochtend de gewone jaarlijksche algemeene vergadering van aandeelhouders der machine fabriek Reineveld te Delft gehouden. De voor zitter, de heer Ph. Mees, wijdde bij den aan vang der vergadering eenige hartelijke woorden aan de nagedachtenis van wijlen den president-commissaris, den heer A. C. Waller. In antwoord op vragen uit de vergadering deelde de directie mee, dat, zij het met ver korten werktijd het geheele personeel tot nu toe bezig is met de afwerking van de bestel lingen, die uitgevoerd kunnen worden met de aanwezige, nog in Nederland gekochte mate rialen. De aanwezige voorraad is toereikend, om het bedrijf voor eenigen tijd gaande te kunnen houden. Betreffende de toekomst zijn geen voorspellingen te doen. Aangaande de oorlogsschade deelde de directie voorts mee, dat de fabriek geen schade heeft geleden. Wel zijn de machines en andere installaties in het filiaal te Rotterdam verloren gegaan. De jaarstukken werden onveranderd goed gekeurd. Het dividend werd vastgesteld op 6 pet. voor de pref. aand., op 6 pet. voor de prioriteitsaandeelen en op 4 pet. voor de ge wone aandeelen. De aftredende commissarissen, de heeren C. Th. Stork D.W.zn. en Th. M. v. d. Beugel werden herkozen. DE KERN van alle goede reclame COURANTENRECLAME neh»uiIIeton erhoi frakken op den Oceaan alles ontwaarde men dwars door den nidec® ondanks de opgaande zon, dicht oleef om alle dingen vaag van vorm taat fouden. Ben was het thans twijfelachtig of het lh Tdaad een eilandje was en of de schaduw- heetlige vormen, die zich erop vertoonden, ar d?schelijke wezens waren. De neger, daar- sche gen' was vast zo°wel van'het een als van ander overtuigd. cht de wemeling van levende wezens op an I veronderstelde eiland was aan Ben Brace i hedacht voorgekomen. s va de „Catamaran" naderde stukje bij beetje; :el«plotte kon men duidelijk een vlag onder- ft zi en' die op het hoogstgelegen punt van kènn,eiland was «ePlaatst. Deze was van rood noen^ en wapperde in den bries; ondanks het s nièhte zicht was daaraan geen twijfel mogelijk. S. h'aar den gedachtengang der schipbreuke- iat tgenjron zulk een vlag op geen andere plaats a opgericht dan een rots, een rif of een rnitrind, en waren de schepselen, die zich daarby intf :t°onden, mannen vrouwen en kinderen. Hoofdstuk XLV II. v faDe schipbreukelingen stieten daarop kreten ^eu6de uit, ofschoon de voorzichtigheid en h minder luidruchtig in zijn vreugde- 'geno*0011 te wezen. De vrees kon immers be- °datan' dat het eiland werd bevolkt door men- pieneterp. oor oen Brace had in zijn tijd <^e Fidji-eilanden ïocht. en daar koning Takombo gez.en. Hij e prd r -- geweldige kookpotten bezichtigd, ituSiiaiin üe kannibalen het menschenvleesch toebereidden, ue scnoteis, waarop dit werd op gediend en de messen, waarmee men het ver deelde. Ja, wat meer is, hij had zelfs een van hun groote festijnen zien plaats hebben, waar aan honderden van Takombo's onderdanen deelnamen, en zich rijkelijk te goed deden. Ben wist derhalve heel goed, wat menschen- eterij wilde zeggen. Ook zijn kapitein, een commandore der Britsche vloot, had zonder met de oogen te knippen dezen gruwelijken maaltijd mede aanschouwd. De matroos had zijn medeschipbreukelingen derhalve op het hart willen binden, bij het naderen van dit onbekende eiland de uiterste voorzorgen aan te wenden, maar zijn voor nemen werd verhinderd door de luidruchtige vreugdebetuigingen van Wil en den neger, waarin zich ook de stem van het meisje Lily mengde. De uitwerking op de zoogenaamde bewo ners van dit eiland was verbazingwekkend; als op tooverslag verdwenen zij in de lucht! Vogels, niets dan vogels! riep de neger uit. Net wat je zegt, Sneeuwbal, fregatten, albatrossen, zeezwaluwen, stormvogels, maar geen enkel mensch! Hoofdstuk XLVIII. De vogels waren verdwenen, maar het eiland lag daar nog, voor de oogen van de schipbreukelingen; de roode vlag wapperde in den wind, zonder iemand dien men kon begroeten. Thans kon men veilig dichterbij komen, maar de afstand was ook nu nog vrij groot. Teneinde het oogenblik, waarop men voet aan land zou kunnen zetten, te verhaasten, grepen de neger, Ben en Wil naar de riemen. Bijgestaan door een flinken bries zagen zij het vlot vrij s- «1 vooruit komen. Zij waren nu nog op., slecnts enkele vademen van het eiland; de nevel "erdunde mjeer en 'neer onder invloed der zonnesticJen. Ben, die zijn riem in den steek liet, nam toen rustig in oogenschouw datgene hetwelk zij voor een eilandje hadden aangezien. Ik ben een boon als dat een eiland is, er is geen brokje aarde op, en evenmin rots. Weet je waar het op lijkt? Op een walvisch! Ja, t is een walvisch! stemde de kok toe, weinig verheugd met deze ontdekking. Natuurlijk is het een walvisch. sprak de matroos bij zichzelf, en ik begrijp me niet, dat we dat niet eerder in de gaten hadden! Het dier is door een walvischvaarder gedood, en de vlag, die erop waait moet uitwijzen, welk schip de buit bemachtigd heeft. Die walvischvaarder zal ongetwijfeld bin nen langen of korten tijd terugkeeren om het walschot mee te nemen, dat zich onder den schedel bevindt Laten we hopen, dat hij niet lang op zich zal laten wachten! Met deze woorden onderzochten Bens oogen begeerig den horizon, of zij het schip in kwestie wellicht reeds zouden kunnen ont dekken. Zoover de blik echter reikte ontwaarde hij niet anders dan den blinkenden waterspiegel; er was niet de minste aanduiding, dat zich ergens een vaartuig ophield. Teleurgesteld wendde Ben toen zijn oog naar den walvisch, in welks nabijheid het vlot zich thans ophield. Nu de nevel ver dwenen was, leek het doode dier niet zoo omvangrijk, als toen het door waas was omhuld. Ben maakte het vlot aan een van de vin nen vast en besloot op het kadaver te klim men. Dat was niet zoo gemakkelijk als men wellicht denken zou. De huid van dezen leviathan der zeeën wordt als het ware gesmeerd door de olie achtige substantie, die door de opperhufd wordt afgescheiden; zij is dientengevolge heel glibberig en geeft geen steunpunt aan den voet. Ben waagde niet veel meer dan een nat pak, zal men zeggen, en voor een zwemmer als hij kon dat niet veel beteekenen. Dat was wel zoo, maar het zag ernaar uit, of zich haaien in de nabijheid ophielden, en met het oog daarop kon men niet voorzichtig genoeg zijn. Met hulp van den neger, en zich vast houdende aan de rugvinnen van het dier, slaagde de matroos er echter in, op den rug van den walvisch te geraken. Zoodra hij zich daar bevond, wierp de neger hem een lijn toe, die hem op zijn beurt van hulp zou kunnen zijn om eveneens de klimpartij te ondernemen. Ongeveer halverwege tusschen de schou ders en den staart van het zoogdier vertoonde zich een stevige vetachtige verhevenheid cp den ruggestreng; dat was de valsche rugvin. De beide mannen hielden hier stil; op de plek waar ook het vaantje geplant stond, en lieten hun blikken opnieuw over den oceaan dwalen, welks oppervlak glansde en blik kerde in het zonnelicht Hoofdstuk XLIX. Na nogmaals den geheelen gezichtseinder tevergeefs naar de aanwezigheid van een schip te hebben afgezocht bepaalden de beide mannen hun aandacht aan het wal- vischlichaam. Het dier was in de flank getroffen, door twee geweldige harpoenen; de schacht alleen stak daarvan naar buiten; da lijnen, die daaraan bevestigd waren, sleepten in het water, en waren van groote blokken hout voorzien, die als drijvers dienst deden. Mocht het doode l'chaam geleidelijk in het water gaan wegzakken, dan kom met met behulp van deze drijvers het weder opsporen. Ben, die voor hij bij de marine had ge diend, ook aan boord van een walvischvaar der was geweest, was uit dien hoofde vrij goed met de walvischvangst op de hoogte De drijvers bevallen mij niet erg!, ver klaarde hij tegenover den neger. Ik denk dat de walvischjngers jacht op een heelen troep tegelijk hebben gemaakt, en dat zij hun tijd niet hebben willen verliezen, door zich teveel bij dit mannetjes-exemplaar op te houden. Daarom hebben ze hem met een soort van harpoen gedood, die deze drijvers heeft, met de bedoeling, hem later te kunnen terug vinden. En wat dit vlaggetje betreft, dat ls door een heel handigen harpoenier van de brug af geworpen.... Nou, wat zou dat allemaal? vroeg Sneeuwbal, die nog niet begreep waar de matroos heen wilde^ Wat dat zou? Dat die walvisch vermoe delijk heel ver van de plek, waar hij gehar poeneerd werd, dood gegaan is, en dat we niet veel kans hebben, den walvischvaarder zoo heel gauw te zien opdagen. Want een ge wonde walvisch ziet dikwijls nog kans, een ontzaglijk eind weg te komen. Bens redeneering was teleurstellend, doch vermoedelijk juist. Het uitzicht, in spoedig contact met de bemanning van den walvisch vaarder te geraken, was inderdaad niet zoo bijster groot. HOOFDSTUK L. Heel den lieven langen dag bleven Ben Erace en Sneeuwbal beurtelings den oceaan met den blik bewaken. Zij dachten dat de walvischvaarder niet spoedig een buit van zoo aanzienlijke waarde opgeven zou, ep dat hij wel eens onverwacht zou kunnen komen op dagen, om met het stuk snijden van het ka daver een begin te maken. Aan den anderen kant dachten de belde mannen erover om zelf een deel te gebruiken van cie hulpmiddelen, die het doode dier hun aanbood. Onder zijn opperhuid bevond zich een dikke speklaag, die zeker, na gekookt te zijn, hon derden vaten olie zou opleveren. Maar aan dit spek hadden zij, daar zij over vuur noch gereedschap beschikten, niet het minst. An ders was het echter gesteld met de •ubatan'.'.e, die zich in den schede1, van den wahnscn ue- vond, en die spermaceti of walschot worde ge noemd. Die zouden de schipbreukelingen heel goed kunnen gebruiken. Door een gat in den schedel van den wal visch te boren zou men een groote hoeveel heid van deze kostbare substantie kunnen be reiken; de geheele schedelholte zou zeker niet minder dan een dozijn vaten inhouden, omdat het dier een mannetje van aanzienlijke afme tingen was. De schipbreukelingen hadden in het bijzon der geleden door het gebrek aan vuur, omdat zij daardoor niet in staat waren, hun levens middelen te koken. Ben en de neger hadden terdege opgemerkt dat Lily een sterken af keer van rauw vleesch had, en dat alleen de lkmger haar ertoe kon dwingen, hun maal tijden van ongekookte, gedroogde visch te deelen. Indien zij zich voor het koken van de maal tijd de noodige brandstof zouden kunnen ver schaffen, zou voor het kleine meisje en hen allen het bestaan wat minder hard worden. De schedel van den walvisch werd daarom met bijlslagen gespleten, en een tinnen pot, die zich in Bens' kostbare zeekist had bevon den, werd gebruikt om daarin een kleinen voorraad van de vloeibare spermaceti op te vangen. Op het vlot teruggekeerd werd een eind touw met zorg uitgeplozen en als een pit in dezen pot met spermaceti gestoken. Men ver kreeg op deze manier een soort van primi tieve lamp, die echter een sterke hitte ont wikkelde. Nu bleef het aansteken nog over, maar daar Ben als rooker een vuurslag bezat, was dit slechts kinderwerk. Weldra brandde de vlam dan ook hoog on helder en kon de voor malige kok das. op enkele schijven visch laten roosteren, zooaat de schipbreukelingen voor hc. eerst sinds den ondbrgang van de „Fandora" weer een maal konden gebruiker., dnt niet alleen voedzaam, doch zelfs smakelijk was. '(Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 3