liiruiiir geïiisct)t (tfdurant Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken GRONINGEN 900 JAAR MOLESTVERZEKERING «nnementsprijs: oemd [ie li per 3 maanden in Leiden en in plaatsen öltgsf waar een agentschap gevestigd i6 2.36 standPer week 18 ct" Losse nummers 5 ct- Alle* bij vooruitbetaling. 4^2^ ct" per re£el- Ingezonden Mede- ooi: deellngen 45 ct. per regel. Minimum aan g regels. Bewijsnummer 5 ot. Bij con- ^^■tract belangrijke korting. No. 6194 DONDERDAG 8 AUGUSTUS 1940 Bur. Redactie en Administratie: BREESTRAAT 123, LEIDEi'i. Telefoon 22710. (Na 6 uur 23166). Postbox 20. Postrek. 56936. Bijdragen van medewerkers, den stukken aan de Bed. <he Jaargang ïaat^ offeren bereid teije dagen hoeren we veelvuldig en van den, kant, dat we tot offeren bereid moe- In we, zooals deze week een der i mjLde Nederlandsohe Unie het uit- 'h?> weer moeten leeren, offers te bren- ïers^r een groote zaak." „Een volk, dat ïustu offeren bereid is, is op een hellend bespioo noteerden wij verder. In dit alles i dat ons toespreekt. En ook mag het orts,s worden gezegd: wij weten, wij in van Protestantsch-Christelijken, djten, wat offeren is. Van den gulden p "%en band, die onze instellingen, onze Uierrivaak, door sufosidiebepalingen aan den 'msUilde binden, wilden we weinig of niets van Hier, begrepen we, moesten verschil- uitberreinen worden onderscheiden, hier en taak voor een andere gemeenschap het Staatsverband was belichaamd. io zijn door kleyne luyden zij ider zich waarlijk niet vele rijken edelen duizenden, neen, mil- bijeengebracht, opdat zij hun kin- ichticonden doen onderwijzen onder het ■an de leer die naar de Godzaligheid is, ift ójj hun hooge roeping konden vervul- sebftot hen kwam in het bevel van hun •„Verkondigt het Evangelie aan alle on", opdat zij barmhartigheid moohten ■n jegens kranken en krankzinnigen, »vij de wetenschap mochten beoefenen Drderen die uitging van den stelregel, vreeze des Heeren het beginsel der I is. en8djelijk, deze kleine luyden waren niet tenw aan de overwinning van den school- ïenk?an de doorwerking van Christelijke 12.l5len op het breede terrein van Staat 'UJ^tschappij, aan ons we mogen dat in 2.30'eken wel eens zeggen aan ons volkskarakter. 5.js wordt van ons allen een offer ge- 00J^ Omlijnd is deze vraag niet steeds. Be- ,Jit offer in geldelijke giften? Of bestaat le£ het opgeven van andere belangrijkere imri die ons lief en dierbaar zijn? Men p spoedig: in dezen tijd moet men laten hetgeen in het verleden werd verwor- (Eor'' Christenvolk kan met hen, die een flink eind meegaan. Is het goed, het als niet bezittende. Het weet ïjder voor zich, niets meer dan rent- rpj jTs. Niets meer, maar ook niets i Vat wij, ook door ons werken, hebben kre£en wij als uit des Heeren kentïij zal ons rekenschap vragen, vragen <pj deden met hetgeen wij, vooral op het Vrajder beginselen, door Zijn gunst moch- (Erilles laat de kwestie van het offeren' J'-veroerd. De Christen kan zich, op i-30<eDied, veel ontzeggen, zooals hij zich verleden, wanneer tallooze anderen 1, uitgaven aan genot en ontspanning, de voor Kexik, zending, school onderwerpen meer. Maar men vrage :t het offer van zijn beginsel, want hij op zijn God aanloopen als op ,Onze Vader, Die in de hemelen zijt, niet in verzoeking!" men er het woordenboek van Van i, dan zal men als eerste beteekenis woord „offer" vinden: „elke gave, die de Godheid toewijdt en welke haar pgedragen". Hebben wij het goed lan wil men thans van ons een offer gemeenschap, de volksgemeen- Ve zijn ons niet bewust, dat wij ons testantsch-Christelijken op dit gebied 'k in gebreke hebben getoond, doch bereid mee te gaan, niet één, maar ee mijlen. Mits men van de gemeen- ook van de volksgemeenschap geen ing van onderscheidingen in levens wing wil maken! Dan toch dreigt het dat die gemeenschap wordt tot een En hiertegen zouden we evenzeer hebben als we hadden tegen het LSme, toen dit aan den enkelen weinig minder dan diezelfde „eer' £*it bezwaar zou voor ons onover- zijn. De „kleyne luyden" de „kleyne luyden" schreven we. Het •'s, men weet het, van Dr. Abraham de man, die zich nauw-vereenigd ,et het Christenvolk, die het op meer 'Odn terrein wist te brengen tot belang- aden. Hij kende dé groote kracht, welke ooi in deze kleine menschen, en toen 1 het vallen van zijn levensavond, in 10 g eens een deputaten-vergadering «^wijdde hij aan hen een goed deel van tidaoht. ten herinnerend, hoezeer de „kleyne den Vader des Vaderlands hadden Ï7' feide h.V: »Die »kleyne luyden" van Willem zijn niet enkel de kommer- iniet enkel de verlegenen, niet de half- lerenden. Ook wel dezen, want ook tellen mede, edoch, ook onder jijn, helaas, maar al te velen, die God eere verzaken en uit dien hoofde met jk niets hoegenaamd uitstaande heb- «en, de „kleyne luyden" waren, al ii de toenmalige dagen, zij, die buiten Jer Machtigen, Edelen en Wijzen ston- l^heel die breede klasse was er mee die geen ander karakter dan van burger bezat. Die, ja, rond- konden met. wat hun jaarlijks ten ^lel, doch alleen door zuinig sparen .nden overleggen, en die althans niet als er sprake was van de gelde- /vchtige en door fortuin schitterende #er maatschappij. Dus óók de armen, [bedeelden, óók de volstrekt behoeftige "Sn. Alleen maar volstrekt niet dezen d°ch slechts als onderdeel van die i zoo breede klasse, die gewoonweg zonder hoogere stelling in het leven °foemen. Brave, goede burgers, maar alle geleerdheid; iets wat destijds uitkwam, overmits al wat. hooger es Latynsche taal vroeg. Niet alzoo de r di© van hooge herkomst waren, en ij heel een reeks van privüegiën be- Ikondeij, Niet de in officie gestelden, Sinds verleden jaar zijn er al plannen in voorbereiding om het negenhonderdjarig be staan van de stad Groningen op plechtige in het bestek der tijdsomstandigheden passende wijze te gedenken en te vieren. De historische bezinning richt zich derhalve op een archivisch stuk, dat een gedenkwaardig feit meldt uit het jaar 1040. Men vindt het o.a. opgenomen in het Oorkondenboek van Gro ningen en Drenthe als oorkonde no. 17 van 21 Mei 1040: „Koning Hendrik III schenkt aan de Utrechtsche kerk eene bezitting in de villa Cruoninga in het graafschap Drenthe". Is deze oorkonde waarop de aanstaande herdenking gebaseerd is, betrouwbaar als bron Prof. I. H. Gosses heeft dezen giftbrief van 1040 destijds een „onzalig charter" ge noemd, „uit oneerlijkheid geboren". De oor konde van 1040 heeft, zoo luidde zijn vonnis, herhaaldelijk als een schim rondgewaard, on- eenigheid verwekkende of aanstokende tus- schen politici en geschiedkenners- .Bloed heeft het niet meer doen vergieten, stroomen inkt heeft het stuk echter noodeloos doen vloeien. Zou het nu bezworen zijn Nèen, zeggen de Groningers. Wij nemen die oorkonde als leidraad, want we bezitten niets beters.Trouwens, het verhaal gaat wij hoorden het uit een alleszins betrouwbare bron dat prof. Gosses zijn verwerping van den giftbrief heeft herroepen in een persoon lijk gesprek. Later was de hoogleeraar daar over anders gaan denken. Helaas kan de heer Gosses als eenig gezaghebbende dit verhaal niet meer den ijk van echtheid geven. Wat blijft is zijn woord zwart op wit dat van die oorkonde als authentiek stuk niets zegt te ge- looven. Men marcheert nu te Groningen op de herdenking aan zónder het fiat van de eigen historici Overigens meenen wij, dat de Groningers het 900-jarig bestaan hunner stad met een gerust hart kunnen gedenken. Want natuur lijk heeft Groningen langer dan negen hon derd jaar- bestaan. Hoe lang, zal niemand kunnen zeggen. Volgens Oudheden en Ge stichten in Groningen,de oudste stad niet alleen van Vriesland, maar van de gan- sche zeekust over den Rhijn" en werd zij reeds in de negende eeuwals de Noormannen hier om streeks wijd en zijd alles verwoestten, onder de vermaardste koopsteden gerekent". Op één punt echter grijpt men vaster; vrij zeker is de oudste kerk die Groningen heeft gekend, de St. Walburg, een Carolingisch bouwwerk geweest. Van feestelijkheden zal natuurlijk niets komen. Het zal een eenvoudige herdenking worden, zonder veel openbaar vertoon. In het kader der herdenking zal worden gebracht de overdracht van de poort in het Prinsen hof. De restauratie van deze poort is door verschillende corporaties bekostigd. Voorts zal een versiering van den Martinitoren, be staande uit een driétal beelden, worden aan geboden als een geschenk' vair de Groninger burgerij, waarvoor ook uit het Martini torenfonds zal worden bijgedragen. In de derde plaats zal er een historische tentoon stelling van platen en schilderijen worden ingericht, welke in kaart en beeld een over zicht zal geven van de ontwikkeling der stad van de 16e tot de 19e eeuw, nauwkeuriger gezegd tot 1874, in welk jaar de stedelijke vesting is ontmanteld. Van gemeentewege wordt ter gelegenheid dezer herdenking een „Stadsboek" aange legd, waarin met gulden letters de namen dergenen die zich jegens de stad verdienste lijk hebben gemaakt, zullen wórden inge schreven. Deze tijd, straks tot dramatische historie geworden, zal dit stadsboek al dadelijk wijden: de namen der gesneuvelden zullen de eersten zijn, die op het perkament worden geschreven. Tenslotte noemen wij de uitgave van een geschiedenisboek, waarin de voornaamste feiten uit de Groninger historie zullen zijn beschreven. Dit boek zal dan in de scholen aan de leerlingen worden uitgereikt. Een in beheerschten toon gehouden her denking! DE GESCHIEDENIS VAN STAD-EN-LANDE Friesche sagen in beeld Het is bekend dat bij den gemiddelden Stad-en-Lander historische zin maar nauwe lijks of niet aanwezig is. De belangstelling voor de rijke en veelbewogen geschiedenis van dit gewest, gaat er doorgaans niet diep. Hoe weinig weet men in breede kringen af van de geschiedenis in die eeuwen toen de Groninger ommelanden nog tot Friesland behoorden. Onze tijd schijnt terug te komen op die on wetendheid aangaande de historie van eigen (Vervolg van de eerste kolom) die door hun ambt zich onderscheidden. Niet de in Raad geroepenen, op wier advies de Regenten vaak af moesten gaan. Het was veeleer die breede groep in de maatschappij, die van alle hoogere vlucht in het saamleven had af te zien. Doortastende, ijverige bur gers, die steeds doende en bezig waren, om van den dag 'op den morgen te leven. Ze waren aan zedelijken ernst gehecht, in de samenleving op stille deugd prijss tell end, en alzoo mannen en vrouwen, die juist uit dien hoofde de religie in eere hielden, in trouwe hun overheid dienden, zich aan hun vader land toewijdden, en in Christus' kerk heul zochten voor wat ook hen in de saamleving verdroot en lijden deed." Later waren het dezelfde kleyne luyden, die den strijd om de schoolvrijheid begonnen, die het machtige liberalisme en individualisme bekampten, die tegenover de socialistische beschouwingen een eigen leer stelden. En thans nog maken deze zelfde kleyne luyden een belangrijken kern in ons volksleven uit Zij zijn het, die aan dat vólksleven een veels zins Calvinistisch karakter verleenden. Zij hopen, zoolang hun God hun daartoe de ge nade verleene, staande te blijven en zich dicht te houden aan Zijn Woord. Zij zijn gedachtig aan de opwekking, waarmede Dr. Kuyper zich in 1917 tot hen richtte: .Blijft, mannen-broeders, de kleyne luyden, maar blijft, om 't te kunnen zijn, steeds groot in God." gewest. Men ziet van de retrospectieve hou ding althans enkele teekenen. De kunstenaars gaan voor. Van den beeldhouwer Valk zullen straks de beelden van St. Martinus, Bernlef de blinde Friesche skalde en Agricola, de Westzijde van den Martinitoren sieren. Voor de nieuwe ramen van de aula der Groninger universiteit ontwierp de Gronin ger kunstenaar Dijkstra een viertal ont werpen, ontleend aan de historie- In het eerste raam grijpt hij terug naar de sage. Wij zagen in het atelier van den kunstenaar het ontwerp, dat een der diepzinnigste mo menten uit de Friesche sage-literatuur be handelt, n.l. hoe „de dertiende" aan de twaalf asega's het recht leerde. Deze „der tiende" waarmee de Christus zal zijn be doeld verscheen op het prijs gegeven schip dn den kring der asega's. Hij stuurde het schip uit storm en branding naar den wal en leerde hen. Nadat hij hun het recht had geleerd, verdween hij, en ze waren weer met hun twaalven. En zij gingen tot koning Karei, die hun recht bezegelde.„Aldus is het landriocht aller Fresen", staat er in den oudfrieschen tekst. Deze sage is ook in Stad en Lande geloca- liseerd en ds er bekend als de sage van het Zeerijpster licht. In het tweede raam verbeeldt Dijkstra de invoering van het Christendom, met als be- heerschende figuren den Christenprediker Liudger en den zanger Bernlef. Het derde raam is aan het humanisme gewijd, met den filosoof Rudolf Agricola, in Baflo geboren, zich Phrisiis (uit Friesland afkomstig) noe mend, en den stad-Groninger Wessel Gans- vort, een vermaard theoloog. De latere tijd vindt zijn uitdrukking in het vierde raam, waarin de personages van den astroloog (prof. Kapteyn), den medicus en hoogleeraar (Petrus Camper) zijn verwerkt. Eerlang zal men in de aula uit de ramen de tijdperken der Groninger geschiedenis kun nen aflezen. Jaarvergadering Jachin Het vertellen op de Zondagsschool Aan de jaarvergadering van de Geref. Zon- dagsschoolvereeniging Jachin, gisteren te Haarlem gehouden, ging een bidstond vooraf in de Kloppersingelkerk, waarin voorging De A. J. van S1 u ij s van Rotterdam, met een predikatie over Jacobus 1 5. In de morgenvergadering is nog het woord gevoerd door den heer van Schouwen burg namens de Ned. Zondagsschoolver- eeniging, en door Mr. P. J. Klaver, secre taris van het Geref. Traktaatgenootschap „Filippus". In de middagvergadering heeft mej. G. Ingwersen een causerie gehouden over Het vertellen op de Zondagsschool. In deze causerie wees spr. er op, dat het vertellen op de Zondagsschool moet boeien, pakkend zijn en daartoe is een goede voor bereiding voor den verteller noodig. Daarbij moet niet „gepreekt" worden en moet niet de toepassing tot het laatste bewaard worden. Want dan dreigt het gevaar, dat de jongens en meisjes het niet „nemen". Spr. waarschuwt er haar gehoor voor, dat men bij het vertellen niet ironisch moet zijn en dat men niet moet probeeren geestig te zijn. Ook moet men niet een verhaal van menschen vertellen om er dan later een etiket met de naam van den Heere Jezus op te plakken. Ook moet men niet losse, op zichzelf staande verhalen vertellen en ook niet fantaseeren dat doet de jeugd zelf wel men moet in zijn vertellen niet hoogdravend zijn. Hoe eenvoediger hoe beter, waarbij er echter voor gewaakt moet worden, dat men plat wordt. Tenslotte moet men niet te veel willen zeggen, niet het geheele onder werp willen uitputten. Na aldus te hebben aangegeven hoe het niet moet, kwam spr. tot het ware positieve. Al vertellende moet men zooveel goeds zeggen van God, van Zijn liefde, toorn, be reidheid tot vergeven, enz., dat de kinderen niet anders kunnen dan Hem liefhebben. Men moet in zijn vertellen den Heere Jezus zoo heerlijk maken, dat de kinderen er vanzelf toe komen om te zingen het „Veilig in Jezus' ai-men". Maar ook moet men de kinderen doen beven voor de heiligheid des Heeren en Zijn straffen over de goddeloozen. Men moet hen brengen tot de kennis van de zonde, van hun zonden. Vanzelfsprekend kan men alleen zóó ver tellen, als men zelf God kent in Zijn liefde en gerechtigheid. Vervolgens wees mej. Ingwersen, die haar causerie met pakkende voorbeelden uit de praktijk illustreerde, er op, dat men bij zijn vertellen de menschen, waarover het gaat: moet laten leven en handelen. Men moet zoo vertellen, dat het hart der kinderen erin be trokken is. En bij het vertellen der bijbel- sche geschiedenissen moet men steeds laten zien de lijn, welke er loopt van de schep ping over den zondeval, de komst van den Heere Jezus en het Pinksterfeest naar de wederkomst van Christus. Tenslotte wees mej. Ingwersen erop, dat men zich in de onderwerpen van zijn vertel lingen en in het aantal dier onderwerpen moet beperken, steeds bedenkende voor wie men vertelt en wat het doel is van het ver tellen. De voorzitter, prof. Grosheide dankte mej. Ingwersen voor haar causerie, die door het gehoor met groote aandacht was gevolgd. Nadat nog besloten was 't er op aan te houden, dat de jaarvergadering volgend jaar te Apeldoorn zal worden gehouden en bij de rondvraag nog enkele zaken van meer huishoudelijken aard besproken waren, is de vergadering gesloten. Na afloop der vergadering heeft een deel der vergaderingbezoekers de Bybelsche dio rama's in het huis aan den Schotersingel bezichtigd, terwijl een ander deel een uit stapje maakte naar Zandvoort. Het lijk van den vermisten kanovaarder gevonden Aan de onzekerheid, waarin de ouders van Feenstra te Hilversum over hun 17-jari- gen zoon verkeerden, is thans een einde ge komen. De politie van Loosdrecht heeft met de zegen het lijk van den vermiste uit de Loosdrechtsche Plas opgehaald. Het slachtoffer was verleden week met zijn kano de plas opgegaan en was daarbij gaan zwemmen. Toen hij niet weerkeerde en men op zoek ging, vond men slechts de kano mei de kleeren van den jongeman. De textielkaart is er en met de uitreiking is inmiddels een aanvang gemaakt. Een Inwoner van Den Haag neemt zijn kostbaar bezit in ontvangst DE HERBOUW VAN VEENENDAAL Een onderhoud met den burgemeester Het is opmerkelijk, hoe snel ons land zich herstelt van de nadeelige invloeden der oor logsdagen, die door het tempo, waarin thans gewerkt wordt, al weer een langen tijd achter ons schijnen te liggen. Dit blijkt duidelijk, als men een "bezoek brengt aan de Utrechtsche Veluwe met de plaatsen Veenendaal, Woudenberg, Scherpen- zeel, Wageningen en Rhenen. In een onderhoud, dat een redacteur van het A.N.P. met den burgemeester van Vee nendaal mr. J. J. P. C. van Kuyk, heeft ge had, kwam duidelijk de wensch van de ber volking en de plaatselijke autoriteiten tot uiting om zoo spoedig mogelijk de geleden schade te herstellen. Er is hier, aldus deelde mr. van Kuyk mede, veel verwoest, doch uitsluitend door onze eigen troepen om het noodzakelijke schootsveld te verkrijgen. Alleen in de be bouwde kom reeds 130 woonhuizen, terwijl daar nog bijgerekend moeten worden de ver schillende boerderijen in de omgeving. Zooals u gezien zult hebben, wordt hier hard ge werkt om het puin zoo spoedig mogelijk te verwijderen en alles wat nog maar eenige waarde bezit, te verzamelen om dit opnieuw voor den herbouw te gebruiken. De regeling voor de schadevergoeding zal eenige maanden vorderen Wij hunkeren naar dezen wederopbouw, omdat hierin een flink stuk werk zit, doch in verband hiermede dient toch wel het volgende onder de aandacht van de bevolking te wor den gebracht. Herhaaldelijk word ik met ver zoeken lastig geVallen en zoo nu en dan als het ware met verzoeken overstelpt om zoo spoedig mogelijk die maatregelen te treffen, waardoor binnen een minimum van tijd zal kunnen worden meegedeeld, op welke wijze de schaderegeling zal plaats vinden en op welk bedrag men bij den wederopbouw van overheidswege zal kunnen mogen rekenen. Men schijnt maar niet te kunnen begrijpen, dat er heel wat komt kijken om tot een op lossing van dit voor ons zeer zeker dringende vraagstuk te komen. Behalve den tijd noodig om het bedrag te taxeeren, dat als schadever goeding zal kunnen worden uitgekeerd, komt er ook nog een ander niet minder belangrijk vraagstuk kijken, ten aanzien van den weder opbouw en wel het streven om te komen tot een beter aesthetisch geheel. Wij hebben hier b.v. een hoofdstraat met tal van fraaie win kelpanden, en groote heerenhuizen. Verschil lende hiervan zijn met den grond gelijk ge maakt en zullen opnieuw worden opge trokken. Er zijn evenwel eenige vrij onooglijke huis jes onaangetast gebleven, welke geheel ver ouderd zijn en in deze omgeving niet meer passen. Wij zullen nu "trachten een betere op lossing te vinden. Hiervoor zullen wij de per- ceelen moeten onteigenen en nieuwe gronden aanwijzen, waar deze eigenaars opnieuw zul len kunnen bouwen. U begrijpt, dat zooiets eenigen tijd vergt. Vroeger deden wij daar tenminste een paar jaar over, doch de Op- bouwdienst werkt hier zoo buitengewoon hard, dat het er naar uitziet, dat de oplossing bin nen afzienbaren tijd kan worden verwacht. Zoo lang als vroeger zal het nu niet duren, het zal thans een kwestie van maande*, zijn. Doch men moet nu niet eischen, dat het in een paar weken kan gebeuren. Dat is nu eenmaal on mogelijk en daarmede zal in de eerste plaats de bevolking rekening moeten houden. Men moge evenwel gerust zijn met de mededeeling dat er hard aan gewerkt wordt en een snellere afwerking tot de onmogelijkheden behoort. De sigaren- en de textielindustrie Wij hebben hier trouwens met nog andere factoren rekening, te houden. Zooals u weet, viert de industrie hier hoogtij, speciaal de textiel- en sigarenindustrie. Nu is het wel erg jammer, dat wij voor wat betreft de textiel- Extra brood- en vetrantsoenen voor landarbeiders De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van landbouw en vis- scherij deelt mee, dat landarbeiders, werk zaam in den hooibouw en landarbeiders, die zware oogstwerkzaamheden vementen, nog tot 1 Septemoer 1940 voor een extra brood rantsoen van 100 pet. in aanmerking komen. Genoemde categorieën van landarbeiders kunnen gedurende deze periode echter geen aanspraak maken op extra- boter- of vet kaarten voor „zeer zwaren" arbeid. Zij komen derhalve uitsluitend voor de extra- boter- of vetkaarten voor „zwaren arbeid", dat is dus voor een extra boter- of vet rantsoen van 50 pet. in aanmerking. Na 1 September wordt het extra brood rantsoen van genoemde landarbeiders tot 50 pet. verminderd. industrie met groote moeilijkheden te kampen hebben, daar de noodzakelijkste grondstoffen ontbreken. Men heeft nog wel al het personeel in dienst gehouden, door ploeg voor ploeg minder werktijd te geven, doch zonder steun van overheidswege komt daar natuurlijk in de praktijk niets van terecht. Deze steun komt in ieder geval, doch het beste zou zijn, als spoe dig de aanvoer van grondstoffen wederom normaal zou kunnen plaats vinden. Wat de sigarenindustrie betreft verkeeren wij in de gelukkige positie, d-at er hier volop gewerkt kan worden, omdat er voldoende grondstoffen zijn voor de groote orders welke zijn binnengekomen. Er is hier dus werk genoeg, doch iedere textielarbeider nog geen sigarenmaker, zoodat wij hier alles toch niet zoo maar kunnen reorganiseeren. Met dat ad, ziet het er voor onze gemeente nog niet zoo erg slecht uit. Wij vertrouwen dan ook, dat wij op allerlei gebied medewer king zullen ondervinden als vergoeding voor den zwaren tol, welken wij gedurende de oor logsdagen in het belang van onze nationale veiligheid hebben betaald. Uitbreiding van de gemeente Amersfoort Gedeelten van Soest en Hoogland worden toegevoegd. De gemeente Amersfoort wordt met ingang van 1 September aan de Noordelijke zijde vrij belangrijk uitgebreid. Dan worden namelijk, blijkens een in de Staatscourant van gisteren opgenomen be schikking van den secretaris-generaal van het departement van binnenlandsche zaken, die daartoe is gemachtigd op grond van de Ver ordening no. 79 van den Rijkscommissaris voor het bezette gebied, aan de gemeente Amersfoort toegevoegd: a. van de gemeente Soest een gedeelte rijksweg met omgeving ten Noord-Oosten van het sportterrein Birkhoven ter lengte van ruim 2 km en een breedte van ongeveer 750 m. Ten Zuiden van de Eem, met inbegrip van het aansluitende gedeelte van deze rivier; b. van de gemeente Hoogland een ge deelte ten Noorden van de Eem en verder Oostwaarts zoowel ten Noorden als ten Zui den van deze rivier, tot ongeveer 850 m. ten Oosten van de spoorlijn naar Zwolle en Zui delijk van het kruispunt dezer lijn met de spoorlijn naar Apjeldoorn, tot een lengte van ongeveer 3.2 km en ten breedte van gemid deld ongeveer 400 m, eveneens met inbegrip van de Eem, voorzoover deze door dit gebied loopt Kinderschoenen zonder bon Naar het Alg. Hdbld. verneemt, is thans de verkoop van kinderschoenen in de maten van 18—23 vrijgegeven. Voor den aankoop van deze kinderschoenen behoeft men dus van te vpren geen bon aan te vragen. Luistert niet naar verboden radio-zenders! Een Amsierdammer aangehouden Hoe gevaarlijk het is, wanneer men tegen het uitdrukkelijke verbod in naar andere radiozenders luistert dan die, welke in de betreffende verordening zijn toegelaten, is gisteren weer eens gebleken te Amsterdam, waar een 55-jarige bewoner van de Marcus- straat door de Amsterdamsche politie is aan gehouden wegens het luisteren naar de En- gelsche radio. Ook had hij zich binnenshuis beleedigend uitgelaten over de Duitsche weermacht. Hjj is ter beschikking van den officier van justitie gesteld. Zooals bekend, kan men voor het eerste feit worden gestraft met gevangenisstraf van twee jaren en boete van honderdduizend gulden of een van beide en in het bijzonder ernstige gevallen met gevangenisstraf van tien jaren en boete van onbeperkte hoogte of een van beide. voor OPSTALLEN, INBOEDELS en inventaris sen van woon- en winkelhuizen, boerderijen e.d. IS WEER MOGELIJK. LAGE PREMIE Inlichtingen verstrekken PONTIER KARREMAN Makelaars in Assurantiën. Telefoon 38535. WESTERSINGEL 9b, Rotterdam EEN RUPS VAN ACHTTIEN CENTIMETER De heer G. Doesborgh heeft in zijn tuin te Tegelen op een komkommerplant een zeldzaam groote rups ontdekt. Het beest, aldus de Vooruit, was ongeveer 18 cm. lang en had een omtrek van 3 cm. De broeders van het Missiehuis te Steyl, die over een groot museum beschikken, waarin een uit zonderlijke collectie vlinders is onderge bracht, hebben de rups gevangen. De broeders zullen het diertje in leven trach ten te houden, totdat het zich zal verpon- pen in een vlinder, teneinde dit exemplaar by de collectie in hun museum te voegen. Uit de Pers Niet midden in den stroom „Het Landstormblad", orgaan ten behoeve van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm, instituut tot steun aan het wettig gezag, is als ,.no. 8, Augustus Oorlogsjaar 1940, 17e jaargang" voor het laatst verschenen, zulks in verband met het feit, dat op bevel van de Duitsche Overheid ook de B-V.L. wordt opgeheven. Uit dit laatste nummer nemen we het vol gend artikeltje, dat getiteld is „Niet midden in den stroom", over: Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat Dr. Colijn het woord van een Ameri- kaansch staatsman aanhaalde: „Men moet bij het overtrekken van een rivier niet van paarden verwisselen, als men midden in den stroom is". Aan deze uitspraak moeten wij herhaal delijk denken, als wij kleingeloovige men schen hooren, die nu al bezig zijn al het oude overboord te gooien en die halsover kop in het duister van den nieuwen tijd willen springen. Laat men zich bepalen tot de dingen, die men ziep kan; tot den arbeid, die klaar en duidelijk vlak bij ligt, ook aL lijkt hij onbelangrijk. De huisvrouw, die zich eenige uren in de weeK van haar arbeid vrijmaakt om aan de gewonde soldaten in het ziekenhuis een opbeurend bezoek te brengen, doet beter werk dan de oppervlakkige, die zit te be peinzen of het niet nuttig zou kunnen zijn onze hoop en verwachtingen maar over boord te werpen en een nieuw bewind op het veroverde schip aan te stellen. Bij deze overweging loopen alle plannen gevaar, uit te komen. De realiteit is echter, dat wij nog steeds leven in een tijd van oorlog en revolutie. Het bezettingsleger heeft volledig de macht gehoorzaamheid af te dwingen. Wij zijn nu eenmaal krijgsgevangenen, van hoog tot laag. De ruime mate van vrijheid, die het be zettingsbestuur ons laat, kan intusschen worden gebruikt om de eenheid te be werkstelligen van al die groepen, welke krachtens levensbeschouwing en doelstel ling zóózeer bijeen behooren, dat zij een waarlijk levende gemeenschap kunnen En voor 't overige is het meer de tyd om e zaaien dan om te oogsten. Zaaien, goede begrippen, gedachten en beginselen zaaien bij jong en oud. En te begrijpen en beleven, dat er van de toekomst van ons volk en van de wereld niets kan terecht komen, dan alleen langs den weg van verootmoe diging en gebed. Doodelijk ongeluk met een lift Men meldt ons uit Amsterdam: In het gebouw van de Rijksverzekerings bank aan de Apollolaan ds gistermiddag een ernstig ongeluk gebeurd, dat aan een 19- jarigen jongeman het leven gekost heeft. De jongeman wenschte gebruik te maken van de goederenlift en had zich in de lift schacht voorovergebogen in afwachting van de lift. Op hetzelfde oogenblik kwam deze omlaag. De man geraakte met het hoofd bekneld tusschen den muur en de lift. Met een schedelfractuur en een ernstige hoofd wonde ds hij naar het Wilhelmina gasthuis vervoerd, waar hij korten tijd later is over- led -i. BALTISCHE RUSLAND-ARBEID. In de jaarvergadering van het Landelijk Werk-Comité „Dr. O. Schabert", na uitstel tengevolge der omstandigheden te Utrecht ge houden onder leiding van dr. F. J. K r o p, is 5en breede bespreking gehouden over de eerdere actie. Alle leden waren van oordeel, dat het werk der voorlichting over de ge varen der Bolsjewistische wereldbeschouwing, indien eenigszins mogelijk, moet voortgaan. Wordt nu de arbeid gestaakt, dan zal het wel heel moeilijk, zoo niet onmogelijk zijn, later nog weer eens te beginnen. Ook zijn er co- mité's geweest, die te kennen gaven, zich tijdelijk meer te interesseeren voor hulp in eigen land. Na ampele bespreking besloot het comité aan alle provinciale en plaatselijke comité's, busjes-houders en medewerkers te adviseeren: a. gewoon door te gaan met onzen arbeid op de oude wijze, voor zoover dat mogelijk i6. b. indien daartegen bezwaren bestaan tijde lijk onze organisatie te gebruiken tot steun aan het comité voor den geestelijken weder opbouw,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1