llieuiwr £riitsrt)f (llaurant "Tionnementsprijs per 3 maanden in Lelden en in plaatsen E« waar 6611 a«entschaP gevestigd is 2.35 sia30- per week 18 ct. Losse nummers 5 ct eint j Alle» bij vooruitbetaling. itvertentieprijzen 22Vz ct. per regel. Ingezonden Mede- deelingen 45 ct. per regeL Minimum B regels. Bewijsnummer 5 ot Bij con tract belangrijke korting Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken ers -O No. 6193 WOENSDAG 7 AUGUSTUS 1940 21e Jaargang Bur. Redactie en Administratie: BREESTRAAT 123. LEIDEN. Telefoon 22710. (Na 6 uur 23166). Postbox 20. Postrek. 56936. Bijdragen van medewerkers, den stukken aan de Red. Abonnementen. Advertenties, de Administratie N(tf= Ons Christelijk gezinsleven Dr J. H. Bavinck schreeft in „Vrou- t een'artikel over het Christelijk ge- A L tven. We nemen er het volgende uit over: ivi .pen Sc enkele dagen geleden over den beberg dwaalde, waar in den korten, fel- dien wij achter ons hebben, zoo oed gevochten is, werd mijn aandacht jkken door een loopgraaf, dien onze sol- Dijdaar midden tusschen de bosschen ge- 0>n hadden. Boven den ingang van deze Nflraaf hadden onze mannen een plankje ncpptigd, waarin met duidelijke letters was jrand het woord: „laatste hoop". IN den grooten, geestelijken oorlog van .TERlidagen, die over de geheele wereld woedt, en Qat er ook zulk een loopgraaf „laatste dat is het Christelijk gezinsleven, in met trouwe volharding God wordt ge- en gediend naar Zijn Woord. Ontzaglijk moge er rondom ons vallen, veel moge ideliiVderd worden, maar als die loopgraaf zich belas|de weet te houden, is er alle reden om J" lig de toekomst tegemoet te zien. Het jtelijk gezinsleven wordt meei 11 Li(zeer zware eiechen gesteld, er relef- g veel van gevergd, omdat daar moeten jen aangekweekt de krachten, die straks D Naam van Jezus Christus in de wereld schrap moeten zetten. Het is niet voldoeri- éanneer wij deze loopgraaf „laatste hoop" ■tig weten te camoufleeren, weten te be- met boomtakken en heideplaggen, zooj ze zich uiterlijk niet var, de omgeving •'rscheidt, er zullen andere krachten noo- CHT, zijn om haar in stand te houden In de zoozeerste plaats zullen de verbindingen met ichterland intact moeten blijven met de Kerk, die achter rten gPn staat en waaruit ze gevoed worden, de enigenind'ingen met God, door geregeld Bijbel- i en ernstig gebed. Allerlei inies zijn al broken, fel en aanhoudend begint het 1 zich te riebten op onze loopgraven. Er froote genade van God, er zal ook trouwe jtyifgave aan Zijn Wil noodig zijn, om t< :en, dat onze linies niet worden ingedeukt" e waarde van het gezond gezinsleven werd Ug' er ons steeds ingezien en volgaarne erkend, uitzenfisten wij, dat in dezen kiemcel der samen- gZie^Q dg veel kwaad zich had ingemeten. DeclKuyper zeide het reeds: „Geen instelling de zonde °P zoo ontzettende wijze ge- &t, als de instelling van het huisgezin". de^flaarbij mogen we zeker wel denken aan °M^twoekerende euvelen als het toenemend Vrtal echtscheidingen en de afnemende ge- t wa$ niet zond< richting steeds streefde naar versterking het gezinsleven. Woningbouw, wettelijke van den arbeid der gehuwde vrouw, Ber!tloo9heidsverzekering alsmede-de kinder- rao^en in dit verband als evenzoovele acoliaPS"^ Pinten van goede sociale politiek, :hten ran degelijke gezinspolitiek worden ge- rTiPf; Versteviging van het huisgezin stond ïquesijy voorop, al sloot deze versteviging uit- van het gemiddeld kindertal niet uit, erw° endeel, werd deze erdoor bevorderd. aarwe?5h bÜ al ona handelen ten gunste van c L. dagiliekring kon het geen geheim zijn, dat ier^chl6 n 1 ij k e zegen altijd moest liggen in de nofoomning van Jezus Christus als Heer van ons ngG of» óók van ons gezinsleven. Dit getuigenis •15-Hzeker niet in strijd met maatregelen i ïspolitiek, het wekte daartoe juist op ie ze tevens onder het licht van een h i roeping. 'kj van ganscher harte sluiten we ons jkfiet woord van Prof. Bavinck, dat we Hjlden van de beroering in dezen tijd en toch nederig de wacht willen hou- ifjijB bij deze gave Gods, ons Christelijk ge- De Nederlandsche Unie en de Protestantsch-Christelijken zeer merkwaardig, dat zonder i onderlinge afspraak de Protestantsch- Istelijke pers dezelfde houding aanneemt mover de Nederlandsche Unie. In onze jen voelt men gewoonlijk wel aan, r de schoen wringt. Hoezeer er by velen angen is naar één centraal punt voor het prlandsche volk, dat punt moet dan centraal zijn. lezers hebben gisteren onze meening ïen lezen: althans voorloopig niet mee- De Nederlander, welke eerst iame had aanbevolen* trekt dit advies terug. Precies zoo is het geval by de Provinciale Groninger, -itelijk Sociaal Dagblad, dit komt terug op zijn raad. ij hopen, dat dit alles aan de voorman der Nederlandsche Unie voldoende zal en. Het doel is van genoegzame waarde ran vaderlandsche zijde bezien, gaat het in alles uit om hen te brengen tot het remstigste zelfonderzoek over de vraag het komt, dat het Protestantsch-Christe- langivolksdeel onmisbaar om tot een geheel ffcen thans nog onoverkomelijke be- ren heeft. ïe Nationale inzameling totaal 214 millioen gulden verwacht jsteren zijn de bestuurders van verschil de stichtingen op het gebied van de hulp- lening te 's-Gravenhage bijeengekomen het Nationaal fonds voor bijzondere (en. 2 penningmeester van de nationale inza- hg heeft in deze bijeenkomst medege- d, dat reeds anderhalf millioen gulden is komen en dat volgens berichten uit de ïre plaatsen, w.o. eenige groote gemeen- nog ongeveer een millioen gulden mag .<~|en verwacht, zoodat de totale opbrengst Vz millioen gulden kan worden geschat. iervan is inmiddels zes ton besteed, ^ader overleg wordt gepleegd om zoo spoe- gggmogelijk de rest, ten bedrage van een ~^e twee millioen gulden voor de verdere het iverleening ter voorziening in den voor- enui%en nood op h/jar bestemming te doen ïu m lieuv De eerste openbare vergadering der Nederlandsche Unie Het driemanschap aan het woord In de geheel gevulde en met de Neder landsche kleuren getooide zaal van het Gebouw voor kunsten en wetenschappen te 's-Gravenhage heeft de Nederlandsche Unie gisteravond haar eerste groote open bare vergadering gehouden. Voordat de eerste spreker, mr. J. Lint horst Homan, het woord nam, zong Louis van Tulder „O schitt'rende kleuren van Nederlands vlag". Rede van mr. Linthorst Homan Mr. Linthorst Homan ving aan meet de door den oorlog gevallenen eerbiedig te herdenken. Dan gewaagde hij van het diepe verlangen der laatste jaren naar een eensgezind Nederland in deze zware tijden. Dat dit zou uitloopen op een of andere groote binnenlandsche verandering was vuor ieder zeker, die bij deze stroomingen betrok ken was. Het was begrijpelijk en volkomen normaal, dat niet ieder aanstonds gelijk dacht; hiaar dat groote veranderingen niet alleen moesten komen, doch ook zouden komen, dat stond voor ons allen vast. Met „ons allen" bedoelt hij het drieman schap en vele hunner medewerkers, die bij hun arbeid voor de versterking der saam- hoorigheid veel hoon, miskenning en laster hebben ondervonden. Wij zien echter aldus spr. onze plichten en wij geven ons daar aan volkomen; zij zijn ons te dierbaar om ze te besmetten door een persoonlijke strijdwijze, welke wij juist in de vroegere partijpolitiek zoo van ganscher harte veroordeelden. Nu de oorlog kwam, is de vraag een andere geworden. De vraag is nu deze: Zal ons volk vrijwil lig en zelfstandig zijn degelijke, harde saam- hoorigheid zoo snel tot gelding kunnen bren gen, dat het en binnenlands zijn gemeen schapsplichten verstaat en internationaal zich kan doen gelden bij den opbouw van het komende Europa? En wel wezenlijk sterk: niet in een noodverband bijeen ge houden. Ja, duizendmaal ja, het Nederlandsche volk, door een rijke eigen historie gelouterd, in den laatsten tijd wat verslapt, maar in zijn kern sterk en zuiver, het volk van wer kers en zwoegers, zal ook ditmaal zijn eigen karwei verrichten, wanneer het de kalmte en aarzeling heeft afgelegd, door welke het in menig opzicht in deze maanden is weer houden. Gevoelt eenmaal ieder, op het land en in de steden, langs de grenzen en langs de kusten, dat wij hier voor een reusachtige taak voor nu staan, dan zal ons volk een kracht Iconen, welke als van ouds goed werk zal doen. Niemand mag afzijdig toezien Bij dit noodzakelijk werk mag niemand de armen kruisen en afzijdig toezien. Ik kan zegt spr. hoe ingespannen ik het ook probeer, mij niet verplaatsen in den ge- dachtengang van hen, die nu afzijdig willen zijn en die niet dadelijk willen meedoen aan het werk reeds nu. Zien zij dan niet, wat binnenlands en buitenlands ons te doen staat? Zien zij dan niet, hoe de komende tijd reeds een sterke samenwerking, een levenden gemeenschapszin van ons zal eischen, als wellicht geen tijd ooit tevoren van Nederland geëischt heeft? Zien zij niet, hoe wij onze plaats in Europa opnieuw zullen moeten verdienen, door hard en ingespannen werken? Of, als zij dit alles wel zien, maar toch om een of andere reden politiek wan trouwend staan, zien zij dan niet dat krach tige medewerking van ieder de eenige weg is om ook alle deugden van ons volk tot haar recht te doen komen? Zien zij niet, hoe wantrouwende afzijdigheid in tijden als deze on-nationaal is? Voortgaande zei de heer Linthorst Homan, dat al de afzijdigen moeten worden opgewekt tot krachtige medewerking. Men zal niet moeten aarzelen, oude gebruiken en gewoonten te verbreken, oude werkmethoden te verlaten. Het is onbegrij pelijk, dat velen nog meenen, dat zij hun geestelijke vrijheden verliezen of hun geloof schaden, wanneer zij rechtstreeks zonder tus- schenschakel voor hun land zich geven, ook in het gewone leven van iederen dag. Ons volk zal ook zijn geestelijke vrijheden tel kens moeten kunnen verdienen, heroveren, niet louter teren op wat vroeger de vaderen tot stand brachten. Historie is een plicht, geen recht. Vervolgens verwierp spr. het aanbod van ,twee grootere stroomingen", welke ieder op hare wijze, doch onderling zeer verschillend een leider a au ons volk komen bieden. Ook wij erkennen, dat krachtiger volksleiding dan tevoren bij ons dringend noodig is, ook wij trekken daaruit de staatkundige consequen ties, doch wij meenen dat de oplossing niet kan liggen in het leiderschap van dezen of genen, die niet, als in Italië en Duitschland, door eigen kracht en voorbeeld en met groote gaven zijn volk en land omhoog brengt, doch die zonder blijk van bijzonder inzicht in onze volksziel zich in deze of gene organisatie, of in opeenvolgende organisaties, aanbiedt. Wan neer bovendien hij den strijd tegen hen, die het anders zien dan hij, voert op zoo weinig verheven wijze als hier nu geschiedt, dan kan ons vertrouwen in de toekomst van zoo een leiderschap niet groot zijn. Toch hoop ik, dat in ons volk voor allen, die willen werken voor ons aller vaderland, de weg zal worden gevonden; daarbij zal dan de smaad als wapen moeten worden neergelegd en de strijd om het persoonlijke leiderschap moeten worden gestaakt. Het is reeds voor iederen Nederlander dui delijk, dat nu de hoofdvraag, gelijk ik reeds zeide, deze is: Hoe bouwen wij aan een sterk Nederland, een verbonden Nederland overzee en hier, zoo dat wij de eischen der tijden en den toestand in binnenland en buitenland open en met zelfvertrouwen onder oogen zullen kunnen zien en tevens zoo, dat onze vader landsche tradities door ons worden voortge zet. Ieder onzer ziet dit vraagstuk geconcen treerd rond een nog onzeker tijdstip: den vrede in Europa, onzen vrede met Duitsch land Niet zoo geconcentreerd, dat wij alleen maar tot zoolang willen doorwerken om daarna weer in de oude fouten te vervallen, doch wel zoo, dat dat tijdstip voor onze toe komst beslissend zal zijn. Dat maakt onze be trekkingen tot de bezettingsautoriteiten tot een zeer bijzondere. Wij willen Neder land opbouwen, gelijk de Rijkscommissaris voor de bezette gebieden het onlangs in zijn belangwekkende rede formuleerde, tot gelijk gerechtigd partner in Europa. En wij zien in, dat daaraan reeds nu moet worden begonnen, gelijk hier en daar dan ook geschiedt Wij gevoelen, dat daarbij de waarborg zal wor den gevonden tegen onze vroegere volksfou- ten, welke wij in de afgeloopen jaren van beide zijden hebben gemaakt, dat wij in het werk vertroebeling brachten door het bui- tenlandsche werk in de binnenlandsche poli tieke sfeer te laten komen. Maar wij willen in oorlogstijd, naar de eeuwenoude regelen van volksfierheid, welke juist ook in Duitschland zoo hoog worden ge houden, ons onthouden van alles wat zweemt naar oogendienerij en opportunisme jegens den bezetter. Daardoor ontstaat, wij gevoelen het allen, een stroefheid, welke geheel ver klaarbaar is, doch welke van buiten wel eens wordt misverstaan, een stroefheid welke helaas ook door een deel van onze eigen pers niet goed wordt begrepen. Ik schaam mij niet hier te zeggen: wij zijn inderdaad in deze din gen een stroef volk, wij zijn niet gemakkelijk en niet volgzaam en wij willen dat ook niet zijn. Wanneer de bezetter echter den indruk zou krijgen en het is wel buitengewoon droevig, dat sommige Nederlanders hem blijk baar dien indruk pogen te doen krijgen dat deze stroefheid, welke ook sommige uitingen van mij en de Nederlandsche Unie kenmerkte, een oneerlijkheid is, een soort eten van twee wallen, een soort uitstel tot na den vrede om dan weer geheel in den ouden toestand terug te vallen, dan hoop ik, dat de bezettingsauto riteiten dat met ons zullen willen uitspreken opdat wij oog in oog dit zullen kunnen onder zoeken. Ik heb alle vertrouwen, dat de Rijks commissaris, lie zoo sprak als hij kortgeleden sprak, niet de man is voor een lichtvaardig oordeel over ons. Zoo, mijne hoorders, zal onze weg zijn: open en eerlijk aan de nieuwe taak, forsch en ingrijpend waar het moet, handhavend het beste in ons volk, nimmer terugvallend in de oude fouten, rechtop van ziel en rechtop van vaderlandsliefde, zeer vele moeilijkheden maar een goede Nederlandsche taak tegemoet. God zij met ons. Prof. de Quay over de sociale en oeconomische toestanden Nadat mr. Linthorst Homan zijn herhaal delijk door applaus onderbroken rede had ge ëindigd, bracht Louis van Tulder „O Heer, die da er des hemels tente spreijt" ten gehoore. De tweede spreker, prof. dr. J. E. de Quay, Nederland zal zich ook in de toekomst er van bewust moeten zijn, dat zijn fundamen- teele welvaartsbronnen de landbouw en tuin bouw en de scheepvaart zijn. De taak van den landbouw Bij den landbouw vervulde Nederland de taak van veredelaar. Grondstoffen werden geïmporteerd en in veredelde hoogwaardige landbouwproducten wederom uitgevoerd. In den laatsten tijd was ons land voor de export van deze artikelen afgesneden, waardoor groote moeilijkheden in land- en tuinbouw ontstonden. Indien Nederland straks zijn plaats in een vernieuwd en oeconomisch ge ordend Europa kan innemen, mag verwacht worden dat deze bron van welvaart weer zal terugkeeren. Daarbij is noodig, dat vooral aandacht wordt geschonken aan het prijspeil, waarmede een goede verhouding tusschen de hoofdgroepen der landbouwproducten nood zakelijk is. Ten aanzien van de kleine boeren zal het systeem van voorlichting en hulp in natura, gelijk in de laatste jaren toegepast, de kwaliteit der productie bevorderen, terwijl de zeer groote bedrijven voor verdere ver edeling in aanmerking komen om zoodoende meer menschen in den landbouw een be staansmogelijkheid te geven en om de pro ductiviteit te verhoogen. FIJNPROEVERS EISCHEN NUTRICIA's ROOMBOTER Kwaliteit wordt gegarandeerd door het Rijksbotermerk. Ver pakt in cartons van en Kg. Driemaal per week versche aanvoer in ons FILIAAL te LEIDEN Korenbrugsteeg 3 Telefoon 21059 Het zal goed zijn, Indien bevorderd kan worden, dat de boer eigenaar van zijn grond wordt. Ten aanzien van het grond gebruik zal men er voor moeten zorgen, dat bij verbetering van de prijzen de voordeelen niet enkel of hoofdzakelijk in handen komen van de grondeigenaren en worden afgetrok ken van de landarbeiders en pachters. Handhaving van onze scheepvaarlposiiie Behalve op den landbouw steunt het Neder landsche volksleven voor een groot deel op de scheepvaart. Door ligging en door den ondernemenden volksaard heeft het Neder landsche volk zich een machtige plaats op de wereldzeeën veroverd. En al heeft het als kleine mogendheid de hegemonie over de zeeën verloren, de scheepvaart is in Neder land een belangrijke plaats blijven innemen. Voor het wereldverkeer van Nederland en het achterliggende Europa is dus handhaving van deze positie van het grootste belang, niet het minst door de verbondenheid met Neder- landsch-Indië. De industrie. Toch zou het onjuist zijn om hieruit te be skuiten, dat de Nederlandsche industrie bij zaak is. Vooral sinds den vorigen wereldoor log heeft deze zich bijzonder ontwikkeld en voor de groeiende bevolking ruime werkge legenheid geschapen. Dit blijkt al uit de cij fers. Van het werkend deel der Nederlandsche bevolking is ongeveer 40 pet. ondergebracht in de industrie, tegen ongeveer 20 pet. in den landbouw en 20 pet- in handel en verkeer. Deze industrieën groepeeren zich voor een groot gedeelte om den landbouw en de scheepvaart en dragen ook het karakter van veredeling. Men denke aan de zuivel-industrie, de suikerbieten, leer en schoenen, vlas, meel, stroocarton, aardappelmeel, chemische pro ducten in allerlei vorm en ten aanzien van onze Indische grondstoffen: rijst, katoen, ka pok, en suikerindustrie, rubber, blik, cacao, tabak enz. Voorts steunen op onze scheep vaart belangrijke scheepswerven en onder- nemingdeelen der metaalnijverheid. Men zal op deze basis moeten doorgaan en indien straks de oeconomische verbondenheid in een stelsel van geleide oeconomie voor ge heel Europa onder leiding van Duitschland wordt opgebouwd, dan zal, naar ik meen, ook de industrie zich in dezelfde richting moeten blijven ontwikkelen. De deskundigheid van leiders en arbeids krachten wijst in de richting van veredelings industrie. Door nauwe aaneensluiting op het Europeesche en in het bijzonder op het Duit- sche oeconomische leven zal bij een goeden systematischen opbouw de welvaart van allen zijn gediend. De brokstukken van deze ge leide oeconomie zijn in os land aanw^iig; slechts ontbreekt de synthese. Na deze korte opmerkingen over de oeco nomische toestanden een enkel woord over de sociale hervormingen, welke niet minder belangrijk zullen zijn. Uiteraard zal de werk loosheid moeten verdwijnen. Daarbij onder- scheide men echter de bezettingsomstandig heden van die der toekomst. Thans zijn door het wegvallen van export en scheepvaart door de onmogelijkheid om grondstoffen van overzee en door andere redenen de moeilijk heden abnormaal groot De organische opbouw Stelregel bij het sociale beleid zij, dat het belang van de gemeenschap gaat boven het belang van groep of individu. Dit beteekent een breken met het egoïsme en individua Een Engelsch vliegtuig heeft bommen laten vallen op twee woonwijken te Gravenhage, waardoor twee personen werden gedood. Bovendien werd ernstige materieel® schade aangericht lisme. Als de Nederlandsche Unie streeft naar een organischen opbouw van maat schappij en staat, dan denkt zij allereerst aan deze principieele verandering. Ten aanzien van den socialen opbouw in organischen zin zal men dus tot werkelijken nieuwen bouw moeten komen. Ten aanzien van de sociaal-oeconomische vraagstukken zullen werkgevers, arbeiders, middenstanders en boeren zich in vak unies moeten samenvoegen, waarbij dus op den duur de afzonderlijke vakbonden zullen verdwijnen. Deze onder krachtige leiding staande vak-unies zullen zich gegroepeerd naar bedrijfstakken in corporaties van werk gevers en arbeiders kunnen samenvoegen en aan deze corporaties zal publiekrechtelijke bevoegdheid moeten worden toegekend. De corporaties zullen in een nationalen raad moeten samenkomen. Van de verdeeling bepaling van bevoegdheden zal in de practijk de gunstige werking afhangen. Voor de be scherming van het algemeen belang zal de overheid in deze corporaties ook zeggenschap moeten hebben. Op die wijze kunnen de klassentegenstellingen verdwijnen. Eerste voorwaarde is verplichte organisatie Tenslotte nog een algemeene opmerking: op velerlei gebied, niet het minst op sociaal- oeconomisch terrein, hebben meeningsver- schillen voortvloeiend uit te sterke groeps vorming, remmend gewerkt op de vernieu wing. Oeconomische en sociale wijzigingen, welke in Duitschland en Italië met groote dynamiek waren doorgevoerd, lieten wij door onze meeningsverschillen liggen. De Nederlandsche Unie hoopt, dat thans een oprechte eensgezindheid ons zal samenbinden bij het werken aan de vernieuwingen op sociaal en oeconomisch gebied. Alvorens mr. J. Einthoven als laatste spre ker het woord nam, gaf de organist Joh. de Zwaan een orgelsolo ten gehoore en decla meerde Kommer Kleyn: Nieuw Nederlandsch lied van Anton van Duinkerken en Louis van Tulder zong Mijn moedertaal- Mr. Einthoven spreekt Mr. Einthoven heeft ten slotte gewezen op het tekort aan nationaal idealisme, zooals dat b.v. bij de jaarlijksche Ijzerbedevaarten in Vlaanderen aan den dag treedt. In ons land vraagt men: wat bent u? Dat beteekent: tot welke groep behoort u? Als men antwoordt: alleen maar Nederlande- dan is men bijna verdacht. In het leger is spr. dui delijk gebleken dat er aan de hoogere idealen in ons volk nog zoo machtig veel ontbreekt. De liefde voor ons land en het besef van een gemeenschappelijke toekomst is ons volk nooit bijgebracht. Misschien is het thans mogelijk om het geheele Nederlandsche volk zooveel mogelijk te verzamelen om dit eene punt: Nederland. Spr. wees in dit verband op punt 1 van het programma der N. U. Als eisch is vooropgesteld de verdieping van den ohriste- lijken geest. De Nederlanders waren in hun strijd tegen Spanje bezield door machtig Godsvertrouwen, evenals de Boeren en de Vlamingen. Wij in Nederland moeten weer leeren offe ren; een volk, dat niet tot offers bereid is, is op het hellende vlak. Deze vrijheden willen wij tegen elke aan randing verdedigen. De toekomstige leiders van ons volk moeten begrip hebben van i" vrijheden en van alle rijk geschakeerde dee- len van ons volk. Hoe kan men liefde hebben voor een zaak, die men niet kent? Hoe weinig menschen kennen de psyche van hun volk Een der eerste dingen, die thans moeten gebeuren, is het vormen van leiders, die het volk kennen. In dit verband wees spr. op de volkshoogeschool te Bakkeveen. Arbeids dienst voor jeugdige personen onder voortreffelijke leiding zou veel goeds kunnen doen. De eenheid moet rekening houden met de bestaande verscheidenheid. De nood der tijden brengt ons eindelijk samen, heeft weer Nederlanders van ons volk gemaakt. Het samengaan mag geen rem zijn. Wij moeten met volle kracht vooruit naar een rechtvaardige toekomst. Laten wij later voor onze gevallenen een gedenkteeken kunnen oprichten en daarin kunnen beitelen: „Hier liggen uw zonen, als zaden in 't zand, brengt hun dank, o Nederland". Tot slot zong Louis van Tulder „Waar de blanke top der duinen", waarvan het refrein door de aanwezigen staande werd mede gezongen: „Ik heb u lief, mijn Nederland". De B. V. L. ontbonden Na de ontbinding van de Vrijwillige Land stormkorpsen Motordienst, Vaartuigendienst, Spoorwegdienst, Luchtwachtdienst en Lucht- afweerdienst is de mededeeling ontvangen, dat in opdracht van de Duitsche autoriteiten, ook de B.V.L moet worden opgeheven. Zijn werkzaamheden zullen dus worden gestaakt. De noodige maatregelen zijn be reids getroffen. Verwacht wordt, dat de liqui datie omstreeks 1 October haar beslag zal hebben gekregen. Hoewel met do opheffing der Nationale Landstormcommissie ook alle andere landstormcommisslén zijn opgeheven, zullen de bestaande correspondentieadressen nog eenigen tijd dienst moeten blijven doen om allerlei aangelegenheden te kunnen af wikkelen. Zeeuwsche mosselen mogen weer naar België Onze Zeeuwsche correspondent meldt ons: De Zeeuwsche mosselcultuur, die voor haar afzet van ouds voornamelijk op Frank rijk en België was aangewezen, en die wegens het sluiten van de grenzen een benarde toe komst tegemoet scheen te gaan, krijgt weder perspectief. De Duitsche autoriteiten hebben namelijk reeds uitvoer van mosselen naar België toegestaan. Ook oesters en kreeften zullen de Nederlandsch-Belgische grens mo gen passeeren. OPLICHTER AANGEHOUDEN De Amsterdamsche politie heeft gister ochtend een man aangehouden, die ervan be schuldigd wordt 900 ontvreemd te hebben. De man woonde in bij een bejaarde juf frouw. Hij had haar verteld kans te zien haar spaargelden te verdubbelen. In vol vertrouwen had de juffrouw hem haar geld, ongeveer 900. toevertrouwd. Hij verklaar de zelf ook op succesvolle wijze zijn kapitaal vergroot te hebben. De juffrouw heeft echter geen cent terug gezien. Aangifte van het geval bij de politie volgde. Men verdenkt den man ervan dat hij het geld verspeculeerd heeft, zelf voert hi,i echter andere motieven te zijner verdedi ging aan. De zaak wordt thans nader onder zocht. De beste uit kluitkalk bereide Nederlandsche witte fijne POEDERKALK NEPOKAL HUB. J. APPEL N.V. L TEL. 5341, HAVENDIJK 7, 's-HERTOGENBOSCH. N.V. FABRIEK TOT HO UT BEREIDING TEGEN BEDERF C. MIRANDOLLE GECREOSOTEERDE PALEN GEZAAGD HOUT PERKOENEN. DWARSLIGGERS Piekslraat 43—45. Tel. 71732, Rotterdam De inzameling van oude materialen en afval Een enquête onder de handelaren De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart deelt mede, dat binnenkort rege« lingen zullen worden getroffen ter verkrijging van een meer intensieve inzameling van oude materialen en afvalstoffen. Ten einde daarbij een doelmatig gebruik te kunnen maken van den bestaanden handel, zal een enquête naar de handel worden ge houden. Deze enquête omvat allen, die zich thans reeds geregeld bezighouden met den handel in oude materialen en afvallen toud ijzer en staal en andere metalen, lompen, oud papier, enz.) en zal in het bijzonder moeten vaststellen het aantal personen, dat dezen handel thans zelfstandig beoefent, de wijze, waarop zij dit doen en de mate, waarin zij naast dezen handel nog ander werk ver richten. Alle bovengenoemde personen, voor zoover zij niet reeds een uitvoerige vragenlijst ter invulling toegezonden kregen, moeten zich ten spoedigste na 9 dezer en wel uiterlijk 15 dezer a.s. melden bij het gemeentehuis van hun gemeente van inwoning. De grootere gemeenten zullen, voor zoover zij dit zelf noodig oordeelen, over de wijze van aanmelding nog heden of uiterlijk morgen 8 dezer een nadere regeling bekend maken. Handelaren, wonende in gemeenten met minder dan ongeveer 2000 inwoners kunnen, wanneer het gemeentebestuur niet blijkt te beschikken over de noodige enquêteformulie ren, zich melden in een naburige gemeente met meer dan 2000 inwoners. Hoewel vele handelaren o.a3 door de uit reiking van opkoopersvsrgunnmgen reeds bij de gemeentebesturen bekend zijn, blijft het ook voor hen noodzakelijk e.n bovepal in hun eigen belang, dat zij zich ook nu weer, doch nu uitsluitend in hun gemeente van inwoning, aanmelden bij het gemeenteoestuur. Onbekende gesneuvelden De directeur van het informatie-bureau van het Nederlandsche Roode Kruis, Zwarteweg 75, Den Haag, deelt mede, dat aan zijn bureau nog verschillende goederen aanwezig zijn, toe behoord hebbende aan tot nu toe onbekend gebleven militairen. Onder deze goederen bevindt zich een aantal ringen, waarin de navolgende inscripties voorkomen: Jo 30—5—'35; W. M. v. B. 26—3—'37; K. de V.—11—'34 of '37; Marie 10—8—; E. V. R.— W. D. L. 10—8—'36; A. V. B. of A V. C.; M. J. V.; G. H. 19—6—'39; C. W.—H. K.; Ziska 25340; E. G.; S. P.; Jan 31—10—'25; A. K.; G. H. van Lent; Riek 9—4—'39; H. S. 25—12—'37; M. H.; C. P. de Wilde; J. S. 18—5—*28; S. de J. 22—7—'39; E. Z. 5—11—'39; M. V. 17-4—'32; J. H. W.; J. V. 28—5—'28. Nabestaanden of andere belanghebbenden, die een en ander, als van bepaalde personen af komstig, zouden kunnen herkennen, wordt in overweging gegeven zich met het bovenge noemde bureau in verbinding te stellen, ten einde langs dezen weg tot een nadere identi ficatie te komen van als onbekend begraven militairen. Weekstaat Nederlandsche Bank Goudvoorraad mei 7.3 millioen gestegen. Uit de nieuwe weekstaat van de Neder landsche Bank blijkt, dat het Rijk voor een bedrag van 16 millioen aan schatkistpapier rechtstreeks bij de Bank heeft onderge bracht. Het aanzienlijk bedrag aan betalin gen per 1 Augustus j.l. is hieraan niet vreemd In totaal is thans voor 82 millioen aan schatkistpapier rechtstreeks by de Bank ondergebracht De binnenlandsche wisselportefeuille is gestegen, daarentegen liepen de beleeningen terug. De binnenlandsche wissels beloopen thans een bedrag van 94,8 millioen tegen 81,4 millioen een week geleden. De be leeningen en voorschotten liepen met 4,2 millioen achteruit tot 222,2 millioen. Het renteloos voorschot van de Bank aan het Rijk, dat vorige week een bedrag van 15 millioen beliep, is thans vermeerderd tot 6,3 millioen, zoodat een bedrag van -8,3 millioen is afgelost. De goudvoorraad is met 7,3 mil lioen gestegen en beloopt thans 1127 millioen tegen 1115 millioen op 15 Juli. In totaal is dus thans door de Bank ingevolge de deviezen verordening voor een bedrag van 12 millioen aan goud overgenomen Ook de zilvervoorraad is weer vermeer derd en wel met 0.9 millioen. De voorraad beloopt thans 13.6 millioen. Aan de creditzijde van de balans vertoont de bankbiljettencirculatie een stijging van 10 millioen tot 1286 millioen of 272 millioen meer dan vorig jaar. De rekening-courantsaldi van anderen hebben in fle afgeloopen week een vermin dering ondergaan van 3 millioen en bedra gen thans i 193,5 millioen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1