llieuiwr £riitsrt)f (llaurant
"Tionnementsprijs
per 3 maanden in Lelden en in plaatsen
E« waar 6611 a«entschaP gevestigd is 2.35
sia30- per week 18 ct. Losse nummers 5 ct
eint j Alle» bij vooruitbetaling.
itvertentieprijzen
22Vz ct. per regel. Ingezonden Mede-
deelingen 45 ct. per regeL Minimum
B regels. Bewijsnummer 5 ot Bij con
tract belangrijke korting
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
ers
-O
No. 6193
WOENSDAG 7 AUGUSTUS 1940
21e Jaargang
Bur. Redactie en Administratie:
BREESTRAAT 123. LEIDEN.
Telefoon 22710.
(Na 6 uur 23166).
Postbox 20. Postrek. 56936.
Bijdragen van medewerkers,
den stukken aan de Red.
Abonnementen. Advertenties,
de Administratie
N(tf=
Ons Christelijk gezinsleven
Dr J. H. Bavinck schreeft in „Vrou-
t een'artikel over het Christelijk ge-
A L tven. We nemen er het volgende uit over:
ivi .pen Sc enkele dagen geleden over den
beberg dwaalde, waar in den korten, fel-
dien wij achter ons hebben, zoo
oed gevochten is, werd mijn aandacht
jkken door een loopgraaf, dien onze sol-
Dijdaar midden tusschen de bosschen ge-
0>n hadden. Boven den ingang van deze
Nflraaf hadden onze mannen een plankje
ncpptigd, waarin met duidelijke letters was
jrand het woord: „laatste hoop".
IN den grooten, geestelijken oorlog van
.TERlidagen, die over de geheele wereld woedt,
en Qat er ook zulk een loopgraaf „laatste
dat is het Christelijk gezinsleven,
in met trouwe volharding God wordt ge-
en gediend naar Zijn Woord. Ontzaglijk
moge er rondom ons vallen, veel moge
ideliiVderd worden, maar als die loopgraaf zich
belas|de weet te houden, is er alle reden om
J" lig de toekomst tegemoet te zien. Het
jtelijk gezinsleven wordt meei
11 Li(zeer zware eiechen gesteld, er
relef- g veel van gevergd, omdat daar moeten
jen aangekweekt de krachten, die straks
D Naam van Jezus Christus in de wereld
schrap moeten zetten. Het is niet voldoeri-
éanneer wij deze loopgraaf „laatste hoop"
■tig weten te camoufleeren, weten te be-
met boomtakken en heideplaggen, zooj
ze zich uiterlijk niet var, de omgeving
•'rscheidt, er zullen andere krachten noo-
CHT, zijn om haar in stand te houden In de
zoozeerste plaats zullen de verbindingen met
ichterland intact moeten blijven
met de Kerk, die achter
rten gPn staat en waaruit ze gevoed worden, de
enigenind'ingen met God, door geregeld Bijbel-
i en ernstig gebed. Allerlei inies zijn al
broken, fel en aanhoudend begint het
1 zich te riebten op onze loopgraven. Er
froote genade van God, er zal ook trouwe
jtyifgave aan Zijn Wil noodig zijn, om t<
:en, dat onze linies niet worden ingedeukt"
e waarde van het gezond gezinsleven werd
Ug' er ons steeds ingezien en volgaarne erkend,
uitzenfisten wij, dat in dezen kiemcel der samen-
gZie^Q dg veel kwaad zich had ingemeten.
DeclKuyper zeide het reeds: „Geen instelling
de zonde °P zoo ontzettende wijze ge-
&t, als de instelling van het huisgezin".
de^flaarbij mogen we zeker wel denken aan
°M^twoekerende euvelen als het toenemend
Vrtal echtscheidingen en de afnemende ge-
t wa$ niet zond<
richting steeds streefde naar versterking
het gezinsleven. Woningbouw, wettelijke
van den arbeid der gehuwde vrouw,
Ber!tloo9heidsverzekering alsmede-de kinder-
rao^en in dit verband als evenzoovele
acoliaPS"^ Pinten van goede sociale politiek,
:hten ran degelijke gezinspolitiek worden ge-
rTiPf; Versteviging van het huisgezin stond
ïquesijy voorop, al sloot deze versteviging uit-
van het gemiddeld kindertal niet uit,
erw° endeel, werd deze erdoor bevorderd.
aarwe?5h bÜ al ona handelen ten gunste van c
L. dagiliekring kon het geen geheim zijn, dat
ier^chl6 n 1 ij k e zegen altijd moest liggen in de
nofoomning van Jezus Christus als Heer van ons
ngG of» óók van ons gezinsleven. Dit getuigenis
•15-Hzeker niet in strijd met maatregelen i
ïspolitiek, het wekte daartoe juist op
ie ze tevens onder het licht van een h
i roeping.
'kj van ganscher harte sluiten we ons
jkfiet woord van Prof. Bavinck, dat we
Hjlden van de beroering in dezen tijd
en toch nederig de wacht willen hou-
ifjijB bij deze gave Gods, ons Christelijk ge-
De Nederlandsche Unie en
de Protestantsch-Christelijken
zeer merkwaardig, dat zonder
i onderlinge afspraak de Protestantsch-
Istelijke pers dezelfde houding aanneemt
mover de Nederlandsche Unie. In onze
jen voelt men gewoonlijk wel aan,
r de schoen wringt. Hoezeer er by velen
angen is naar één centraal punt voor het
prlandsche volk, dat punt moet dan
centraal zijn.
lezers hebben gisteren onze meening
ïen lezen: althans voorloopig niet mee-
De Nederlander, welke eerst
iame had aanbevolen* trekt dit advies
terug. Precies zoo is het geval by de
Provinciale Groninger,
-itelijk Sociaal Dagblad,
dit komt terug op zijn raad.
ij hopen, dat dit alles aan de voorman
der Nederlandsche Unie voldoende zal
en. Het doel is van genoegzame waarde
ran vaderlandsche zijde bezien, gaat het
in alles uit om hen te brengen tot het
remstigste zelfonderzoek over de vraag
het komt, dat het Protestantsch-Christe-
langivolksdeel onmisbaar om tot een geheel
ffcen thans nog onoverkomelijke be-
ren heeft.
ïe Nationale inzameling
totaal 214 millioen gulden
verwacht
jsteren zijn de bestuurders van verschil
de stichtingen op het gebied van de hulp-
lening te 's-Gravenhage bijeengekomen
het Nationaal fonds voor bijzondere
(en.
2 penningmeester van de nationale inza-
hg heeft in deze bijeenkomst medege-
d, dat reeds anderhalf millioen gulden is
komen en dat volgens berichten uit de
ïre plaatsen, w.o. eenige groote gemeen-
nog ongeveer een millioen gulden mag
.<~|en verwacht, zoodat de totale opbrengst
Vz millioen gulden kan worden geschat.
iervan is inmiddels zes ton besteed,
^ader overleg wordt gepleegd om zoo spoe-
gggmogelijk de rest, ten bedrage van een
~^e twee millioen gulden voor de verdere
het iverleening ter voorziening in den voor-
enui%en nood op h/jar bestemming te doen
ïu m
lieuv
De eerste openbare vergadering der
Nederlandsche Unie
Het driemanschap aan het
woord
In de geheel gevulde en met de Neder
landsche kleuren getooide zaal van het
Gebouw voor kunsten en wetenschappen
te 's-Gravenhage heeft de Nederlandsche
Unie gisteravond haar eerste groote open
bare vergadering gehouden.
Voordat de eerste spreker, mr. J. Lint
horst Homan, het woord nam, zong Louis
van Tulder „O schitt'rende kleuren van
Nederlands vlag".
Rede van mr. Linthorst Homan
Mr. Linthorst Homan ving aan meet de door
den oorlog gevallenen eerbiedig te herdenken.
Dan gewaagde hij van het diepe verlangen der
laatste jaren naar een eensgezind Nederland
in deze zware tijden.
Dat dit zou uitloopen op een of andere
groote binnenlandsche verandering was vuor
ieder zeker, die bij deze stroomingen betrok
ken was. Het was begrijpelijk en volkomen
normaal, dat niet ieder aanstonds gelijk
dacht; hiaar dat groote veranderingen niet
alleen moesten komen, doch ook zouden
komen, dat stond voor ons allen vast.
Met „ons allen" bedoelt hij het drieman
schap en vele hunner medewerkers, die bij
hun arbeid voor de versterking der saam-
hoorigheid veel hoon, miskenning en laster
hebben ondervonden. Wij zien echter aldus
spr. onze plichten en wij geven ons daar
aan volkomen; zij zijn ons te dierbaar om ze
te besmetten door een persoonlijke strijdwijze,
welke wij juist in de vroegere partijpolitiek
zoo van ganscher harte veroordeelden.
Nu de oorlog kwam, is de vraag een andere
geworden.
De vraag is nu deze: Zal ons volk vrijwil
lig en zelfstandig zijn degelijke, harde saam-
hoorigheid zoo snel tot gelding kunnen bren
gen, dat het en binnenlands zijn gemeen
schapsplichten verstaat en internationaal
zich kan doen gelden bij den opbouw van
het komende Europa? En wel wezenlijk
sterk: niet in een noodverband bijeen ge
houden.
Ja, duizendmaal ja, het Nederlandsche
volk, door een rijke eigen historie gelouterd,
in den laatsten tijd wat verslapt, maar in
zijn kern sterk en zuiver, het volk van wer
kers en zwoegers, zal ook ditmaal zijn eigen
karwei verrichten, wanneer het de kalmte
en aarzeling heeft afgelegd, door welke het
in menig opzicht in deze maanden is weer
houden. Gevoelt eenmaal ieder, op het land
en in de steden, langs de grenzen en langs
de kusten, dat wij hier voor een reusachtige
taak voor nu staan, dan zal ons volk een
kracht Iconen, welke als van ouds goed
werk zal doen.
Niemand mag afzijdig toezien
Bij dit noodzakelijk werk mag niemand
de armen kruisen en afzijdig toezien. Ik kan
zegt spr. hoe ingespannen ik het ook
probeer, mij niet verplaatsen in den ge-
dachtengang van hen, die nu afzijdig
willen zijn en die niet dadelijk willen
meedoen aan het werk reeds nu. Zien zij
dan niet, wat binnenlands en buitenlands
ons te doen staat? Zien zij dan niet, hoe de
komende tijd reeds een sterke samenwerking,
een levenden gemeenschapszin van ons zal
eischen, als wellicht geen tijd ooit tevoren
van Nederland geëischt heeft? Zien zij niet,
hoe wij onze plaats in Europa opnieuw zullen
moeten verdienen, door hard en ingespannen
werken? Of, als zij dit alles wel zien, maar
toch om een of andere reden politiek wan
trouwend staan, zien zij dan niet dat krach
tige medewerking van ieder de eenige weg
is om ook alle deugden van ons volk tot
haar recht te doen komen? Zien zij niet, hoe
wantrouwende afzijdigheid in tijden als deze
on-nationaal is?
Voortgaande zei de heer Linthorst Homan,
dat al de afzijdigen moeten worden opgewekt
tot krachtige medewerking.
Men zal niet moeten aarzelen, oude
gebruiken en gewoonten te verbreken, oude
werkmethoden te verlaten. Het is onbegrij
pelijk, dat velen nog meenen, dat zij hun
geestelijke vrijheden verliezen of hun geloof
schaden, wanneer zij rechtstreeks zonder tus-
schenschakel voor hun land zich geven, ook
in het gewone leven van iederen dag. Ons
volk zal ook zijn geestelijke vrijheden tel
kens moeten kunnen verdienen, heroveren,
niet louter teren op wat vroeger de vaderen
tot stand brachten. Historie is een plicht, geen
recht.
Vervolgens verwierp spr. het aanbod van
,twee grootere stroomingen", welke ieder op
hare wijze, doch onderling zeer verschillend
een leider a au ons volk komen bieden. Ook
wij erkennen, dat krachtiger volksleiding dan
tevoren bij ons dringend noodig is, ook wij
trekken daaruit de staatkundige consequen
ties, doch wij meenen dat de oplossing niet
kan liggen in het leiderschap van dezen of
genen, die niet, als in Italië en Duitschland,
door eigen kracht en voorbeeld en met groote
gaven zijn volk en land omhoog brengt, doch
die zonder blijk van bijzonder inzicht in onze
volksziel zich in deze of gene organisatie, of
in opeenvolgende organisaties, aanbiedt. Wan
neer bovendien hij den strijd tegen hen, die
het anders zien dan hij, voert op zoo weinig
verheven wijze als hier nu geschiedt, dan kan
ons vertrouwen in de toekomst van zoo een
leiderschap niet groot zijn. Toch hoop ik, dat
in ons volk voor allen, die willen werken
voor ons aller vaderland, de weg zal worden
gevonden; daarbij zal dan de smaad als wapen
moeten worden neergelegd en de strijd om
het persoonlijke leiderschap moeten worden
gestaakt.
Het is reeds voor iederen Nederlander dui
delijk, dat nu de hoofdvraag, gelijk ik reeds
zeide, deze is: Hoe bouwen wij aan een sterk
Nederland, een verbonden Nederland overzee
en hier, zoo dat wij de eischen der tijden en
den toestand in binnenland en buitenland open
en met zelfvertrouwen onder oogen zullen
kunnen zien en tevens zoo, dat onze vader
landsche tradities door ons worden voortge
zet.
Ieder onzer ziet dit vraagstuk geconcen
treerd rond een nog onzeker tijdstip: den
vrede in Europa, onzen vrede met Duitsch
land Niet zoo geconcentreerd, dat wij alleen
maar tot zoolang willen doorwerken om
daarna weer in de oude fouten te vervallen,
doch wel zoo, dat dat tijdstip voor onze toe
komst beslissend zal zijn. Dat maakt onze be
trekkingen tot de bezettingsautoriteiten tot
een zeer bijzondere. Wij willen Neder
land opbouwen, gelijk de Rijkscommissaris
voor de bezette gebieden het onlangs in zijn
belangwekkende rede formuleerde, tot gelijk
gerechtigd partner in Europa. En wij zien in,
dat daaraan reeds nu moet worden begonnen,
gelijk hier en daar dan ook geschiedt Wij
gevoelen, dat daarbij de waarborg zal wor
den gevonden tegen onze vroegere volksfou-
ten, welke wij in de afgeloopen jaren van
beide zijden hebben gemaakt, dat wij in het
werk vertroebeling brachten door het bui-
tenlandsche werk in de binnenlandsche poli
tieke sfeer te laten komen.
Maar wij willen in oorlogstijd, naar de
eeuwenoude regelen van volksfierheid, welke
juist ook in Duitschland zoo hoog worden ge
houden, ons onthouden van alles wat zweemt
naar oogendienerij en opportunisme jegens
den bezetter. Daardoor ontstaat, wij gevoelen
het allen, een stroefheid, welke geheel ver
klaarbaar is, doch welke van buiten wel eens
wordt misverstaan, een stroefheid welke
helaas ook door een deel van onze eigen pers
niet goed wordt begrepen. Ik schaam mij niet
hier te zeggen: wij zijn inderdaad in deze din
gen een stroef volk, wij zijn niet gemakkelijk
en niet volgzaam en wij willen dat ook niet
zijn. Wanneer de bezetter echter den indruk
zou krijgen en het is wel buitengewoon
droevig, dat sommige Nederlanders hem blijk
baar dien indruk pogen te doen krijgen dat
deze stroefheid, welke ook sommige uitingen
van mij en de Nederlandsche Unie kenmerkte,
een oneerlijkheid is, een soort eten van twee
wallen, een soort uitstel tot na den vrede om
dan weer geheel in den ouden toestand terug
te vallen, dan hoop ik, dat de bezettingsauto
riteiten dat met ons zullen willen uitspreken
opdat wij oog in oog dit zullen kunnen onder
zoeken. Ik heb alle vertrouwen, dat de Rijks
commissaris, lie zoo sprak als hij kortgeleden
sprak, niet de man is voor een lichtvaardig
oordeel over ons.
Zoo, mijne hoorders, zal onze weg zijn:
open en eerlijk aan de nieuwe taak, forsch en
ingrijpend waar het moet, handhavend het
beste in ons volk, nimmer terugvallend in de
oude fouten, rechtop van ziel en rechtop van
vaderlandsliefde, zeer vele moeilijkheden
maar een goede Nederlandsche taak tegemoet.
God zij met ons.
Prof. de Quay over de sociale
en oeconomische toestanden
Nadat mr. Linthorst Homan zijn herhaal
delijk door applaus onderbroken rede had ge
ëindigd, bracht Louis van Tulder „O Heer, die
da er des hemels tente spreijt" ten gehoore.
De tweede spreker, prof. dr. J. E. de Quay,
Nederland zal zich ook in de toekomst er
van bewust moeten zijn, dat zijn fundamen-
teele welvaartsbronnen de landbouw en tuin
bouw en de scheepvaart zijn.
De taak van den landbouw
Bij den landbouw vervulde Nederland de
taak van veredelaar. Grondstoffen werden
geïmporteerd en in veredelde hoogwaardige
landbouwproducten wederom uitgevoerd. In
den laatsten tijd was ons land voor de export
van deze artikelen afgesneden, waardoor
groote moeilijkheden in land- en tuinbouw
ontstonden. Indien Nederland straks zijn
plaats in een vernieuwd en oeconomisch ge
ordend Europa kan innemen, mag verwacht
worden dat deze bron van welvaart weer zal
terugkeeren. Daarbij is noodig, dat vooral
aandacht wordt geschonken aan het prijspeil,
waarmede een goede verhouding tusschen de
hoofdgroepen der landbouwproducten nood
zakelijk is. Ten aanzien van de kleine boeren
zal het systeem van voorlichting en hulp in
natura, gelijk in de laatste jaren toegepast,
de kwaliteit der productie bevorderen, terwijl
de zeer groote bedrijven voor verdere ver
edeling in aanmerking komen om zoodoende
meer menschen in den landbouw een be
staansmogelijkheid te geven en om de pro
ductiviteit te verhoogen.
FIJNPROEVERS EISCHEN
NUTRICIA's ROOMBOTER
Kwaliteit wordt gegarandeerd
door het Rijksbotermerk. Ver
pakt in cartons van en Kg.
Driemaal per week versche aanvoer in ons
FILIAAL te LEIDEN
Korenbrugsteeg 3 Telefoon 21059
Het zal goed zijn, Indien bevorderd kan
worden, dat de boer eigenaar van zijn
grond wordt. Ten aanzien van het grond
gebruik zal men er voor moeten zorgen, dat
bij verbetering van de prijzen de voordeelen
niet enkel of hoofdzakelijk in handen komen
van de grondeigenaren en worden afgetrok
ken van de landarbeiders en pachters.
Handhaving van onze scheepvaarlposiiie
Behalve op den landbouw steunt het Neder
landsche volksleven voor een groot deel op
de scheepvaart. Door ligging en door den
ondernemenden volksaard heeft het Neder
landsche volk zich een machtige plaats op de
wereldzeeën veroverd. En al heeft het als
kleine mogendheid de hegemonie over de
zeeën verloren, de scheepvaart is in Neder
land een belangrijke plaats blijven innemen.
Voor het wereldverkeer van Nederland en het
achterliggende Europa is dus handhaving van
deze positie van het grootste belang, niet het
minst door de verbondenheid met Neder-
landsch-Indië.
De industrie.
Toch zou het onjuist zijn om hieruit te be
skuiten, dat de Nederlandsche industrie bij
zaak is. Vooral sinds den vorigen wereldoor
log heeft deze zich bijzonder ontwikkeld en
voor de groeiende bevolking ruime werkge
legenheid geschapen. Dit blijkt al uit de cij
fers. Van het werkend deel der Nederlandsche
bevolking is ongeveer 40 pet. ondergebracht
in de industrie, tegen ongeveer 20 pet. in den
landbouw en 20 pet- in handel en verkeer.
Deze industrieën groepeeren zich voor een
groot gedeelte om den landbouw en de
scheepvaart en dragen ook het karakter van
veredeling. Men denke aan de zuivel-industrie,
de suikerbieten, leer en schoenen, vlas, meel,
stroocarton, aardappelmeel, chemische pro
ducten in allerlei vorm en ten aanzien van
onze Indische grondstoffen: rijst, katoen, ka
pok, en suikerindustrie, rubber, blik, cacao,
tabak enz. Voorts steunen op onze scheep
vaart belangrijke scheepswerven en onder-
nemingdeelen der metaalnijverheid.
Men zal op deze basis moeten doorgaan en
indien straks de oeconomische verbondenheid
in een stelsel van geleide oeconomie voor ge
heel Europa onder leiding van Duitschland
wordt opgebouwd, dan zal, naar ik meen, ook
de industrie zich in dezelfde richting moeten
blijven ontwikkelen.
De deskundigheid van leiders en arbeids
krachten wijst in de richting van veredelings
industrie. Door nauwe aaneensluiting op het
Europeesche en in het bijzonder op het Duit-
sche oeconomische leven zal bij een goeden
systematischen opbouw de welvaart van allen
zijn gediend. De brokstukken van deze ge
leide oeconomie zijn in os land aanw^iig;
slechts ontbreekt de synthese.
Na deze korte opmerkingen over de oeco
nomische toestanden een enkel woord over
de sociale hervormingen, welke niet minder
belangrijk zullen zijn. Uiteraard zal de werk
loosheid moeten verdwijnen. Daarbij onder-
scheide men echter de bezettingsomstandig
heden van die der toekomst. Thans zijn door
het wegvallen van export en scheepvaart
door de onmogelijkheid om grondstoffen van
overzee en door andere redenen de moeilijk
heden abnormaal groot
De organische opbouw
Stelregel bij het sociale beleid zij, dat het
belang van de gemeenschap gaat boven het
belang van groep of individu. Dit beteekent
een breken met het egoïsme en individua
Een Engelsch vliegtuig heeft bommen laten vallen op twee woonwijken
te Gravenhage, waardoor twee personen werden gedood. Bovendien
werd ernstige materieel® schade aangericht
lisme. Als de Nederlandsche Unie streeft
naar een organischen opbouw van maat
schappij en staat, dan denkt zij allereerst aan
deze principieele verandering. Ten aanzien
van den socialen opbouw in organischen zin
zal men dus tot werkelijken nieuwen bouw
moeten komen.
Ten aanzien van de sociaal-oeconomische
vraagstukken zullen werkgevers, arbeiders,
middenstanders en boeren zich in vak
unies moeten samenvoegen, waarbij dus op
den duur de afzonderlijke vakbonden zullen
verdwijnen. Deze onder krachtige leiding
staande vak-unies zullen zich gegroepeerd
naar bedrijfstakken in corporaties van werk
gevers en arbeiders kunnen samenvoegen en
aan deze corporaties zal publiekrechtelijke
bevoegdheid moeten worden toegekend. De
corporaties zullen in een nationalen raad
moeten samenkomen. Van de verdeeling
bepaling van bevoegdheden zal in de practijk
de gunstige werking afhangen. Voor de be
scherming van het algemeen belang zal de
overheid in deze corporaties ook zeggenschap
moeten hebben. Op die wijze kunnen de
klassentegenstellingen verdwijnen. Eerste
voorwaarde is verplichte organisatie
Tenslotte nog een algemeene opmerking: op
velerlei gebied, niet het minst op sociaal-
oeconomisch terrein, hebben meeningsver-
schillen voortvloeiend uit te sterke groeps
vorming, remmend gewerkt op de vernieu
wing. Oeconomische en sociale wijzigingen,
welke in Duitschland en Italië met groote
dynamiek waren doorgevoerd, lieten wij door
onze meeningsverschillen liggen.
De Nederlandsche Unie hoopt, dat thans een
oprechte eensgezindheid ons zal samenbinden
bij het werken aan de vernieuwingen op
sociaal en oeconomisch gebied.
Alvorens mr. J. Einthoven als laatste spre
ker het woord nam, gaf de organist Joh. de
Zwaan een orgelsolo ten gehoore en decla
meerde Kommer Kleyn: Nieuw Nederlandsch
lied van Anton van Duinkerken en Louis
van Tulder zong Mijn moedertaal-
Mr. Einthoven spreekt
Mr. Einthoven heeft ten slotte gewezen op
het tekort aan nationaal idealisme, zooals
dat b.v. bij de jaarlijksche Ijzerbedevaarten
in Vlaanderen aan den dag treedt.
In ons land vraagt men: wat bent u? Dat
beteekent: tot welke groep behoort u? Als men
antwoordt: alleen maar Nederlande- dan is
men bijna verdacht. In het leger is spr. dui
delijk gebleken dat er aan de hoogere idealen
in ons volk nog zoo machtig veel ontbreekt.
De liefde voor ons land en het besef van een
gemeenschappelijke toekomst is ons volk nooit
bijgebracht. Misschien is het thans mogelijk
om het geheele Nederlandsche volk zooveel
mogelijk te verzamelen om dit eene punt:
Nederland. Spr. wees in dit verband op punt 1
van het programma der N. U. Als eisch is
vooropgesteld de verdieping van den ohriste-
lijken geest. De Nederlanders waren in hun
strijd tegen Spanje bezield door machtig
Godsvertrouwen, evenals de Boeren en de
Vlamingen.
Wij in Nederland moeten weer leeren offe
ren; een volk, dat niet tot offers bereid is, is
op het hellende vlak.
Deze vrijheden willen wij tegen elke aan
randing verdedigen. De toekomstige leiders
van ons volk moeten begrip hebben van i"
vrijheden en van alle rijk geschakeerde dee-
len van ons volk. Hoe kan men liefde hebben
voor een zaak, die men niet kent? Hoe weinig
menschen kennen de psyche van hun volk
Een der eerste dingen, die thans moeten
gebeuren, is het vormen van leiders, die het
volk kennen. In dit verband wees spr. op de
volkshoogeschool te Bakkeveen. Arbeids
dienst voor jeugdige personen
onder voortreffelijke leiding zou veel goeds
kunnen doen. De eenheid moet rekening
houden met de bestaande verscheidenheid.
De nood der tijden brengt ons eindelijk
samen, heeft weer Nederlanders van ons
volk gemaakt. Het samengaan mag geen rem
zijn. Wij moeten met volle kracht vooruit
naar een rechtvaardige toekomst. Laten wij
later voor onze gevallenen een gedenkteeken
kunnen oprichten en daarin kunnen beitelen:
„Hier liggen uw zonen, als zaden in 't zand,
brengt hun dank, o Nederland".
Tot slot zong Louis van Tulder „Waar de
blanke top der duinen", waarvan het refrein
door de aanwezigen staande werd mede
gezongen: „Ik heb u lief, mijn Nederland".
De B. V. L. ontbonden
Na de ontbinding van de Vrijwillige Land
stormkorpsen Motordienst, Vaartuigendienst,
Spoorwegdienst, Luchtwachtdienst en Lucht-
afweerdienst is de mededeeling ontvangen,
dat in opdracht van de Duitsche autoriteiten,
ook de B.V.L moet worden opgeheven.
Zijn werkzaamheden zullen dus worden
gestaakt. De noodige maatregelen zijn be
reids getroffen. Verwacht wordt, dat de liqui
datie omstreeks 1 October haar beslag zal
hebben gekregen. Hoewel met do opheffing
der Nationale Landstormcommissie ook alle
andere landstormcommisslén zijn opgeheven,
zullen de bestaande correspondentieadressen
nog eenigen tijd dienst moeten blijven doen
om allerlei aangelegenheden te kunnen af
wikkelen.
Zeeuwsche mosselen mogen weer
naar België
Onze Zeeuwsche correspondent meldt ons:
De Zeeuwsche mosselcultuur, die voor
haar afzet van ouds voornamelijk op Frank
rijk en België was aangewezen, en die wegens
het sluiten van de grenzen een benarde toe
komst tegemoet scheen te gaan, krijgt weder
perspectief. De Duitsche autoriteiten hebben
namelijk reeds uitvoer van mosselen naar
België toegestaan. Ook oesters en kreeften
zullen de Nederlandsch-Belgische grens mo
gen passeeren.
OPLICHTER AANGEHOUDEN
De Amsterdamsche politie heeft gister
ochtend een man aangehouden, die ervan be
schuldigd wordt 900 ontvreemd te hebben.
De man woonde in bij een bejaarde juf
frouw. Hij had haar verteld kans te zien
haar spaargelden te verdubbelen. In vol
vertrouwen had de juffrouw hem haar geld,
ongeveer 900. toevertrouwd. Hij verklaar
de zelf ook op succesvolle wijze zijn kapitaal
vergroot te hebben.
De juffrouw heeft echter geen cent terug
gezien. Aangifte van het geval bij de politie
volgde. Men verdenkt den man ervan dat
hij het geld verspeculeerd heeft, zelf voert
hi,i echter andere motieven te zijner verdedi
ging aan. De zaak wordt thans nader onder
zocht.
De beste uit kluitkalk bereide
Nederlandsche witte fijne
POEDERKALK
NEPOKAL
HUB. J. APPEL N.V.
L TEL. 5341, HAVENDIJK 7,
's-HERTOGENBOSCH.
N.V. FABRIEK TOT
HO UT BEREIDING
TEGEN BEDERF
C. MIRANDOLLE
GECREOSOTEERDE PALEN
GEZAAGD HOUT
PERKOENEN. DWARSLIGGERS
Piekslraat 43—45. Tel. 71732, Rotterdam
De inzameling van oude
materialen en afval
Een enquête onder de handelaren
De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het
departement van handel, nijverheid en
scheepvaart deelt mede, dat binnenkort rege«
lingen zullen worden getroffen ter verkrijging
van een meer intensieve inzameling van oude
materialen en afvalstoffen.
Ten einde daarbij een doelmatig gebruik te
kunnen maken van den bestaanden handel,
zal een enquête naar de handel worden ge
houden. Deze enquête omvat allen, die zich
thans reeds geregeld bezighouden met den
handel in oude materialen en afvallen toud
ijzer en staal en andere metalen, lompen, oud
papier, enz.) en zal in het bijzonder moeten
vaststellen het aantal personen, dat dezen
handel thans zelfstandig beoefent, de wijze,
waarop zij dit doen en de mate, waarin zij
naast dezen handel nog ander werk ver
richten.
Alle bovengenoemde personen, voor zoover
zij niet reeds een uitvoerige vragenlijst ter
invulling toegezonden kregen, moeten zich ten
spoedigste na 9 dezer en wel uiterlijk 15
dezer a.s. melden bij het gemeentehuis van
hun gemeente van inwoning.
De grootere gemeenten zullen, voor zoover zij
dit zelf noodig oordeelen, over de wijze van
aanmelding nog heden of uiterlijk morgen 8
dezer een nadere regeling bekend maken.
Handelaren, wonende in gemeenten met
minder dan ongeveer 2000 inwoners kunnen,
wanneer het gemeentebestuur niet blijkt te
beschikken over de noodige enquêteformulie
ren, zich melden in een naburige gemeente
met meer dan 2000 inwoners.
Hoewel vele handelaren o.a3 door de uit
reiking van opkoopersvsrgunnmgen reeds bij
de gemeentebesturen bekend zijn, blijft het
ook voor hen noodzakelijk e.n bovepal in hun
eigen belang, dat zij zich ook nu weer, doch
nu uitsluitend in hun gemeente van inwoning,
aanmelden bij het gemeenteoestuur.
Onbekende gesneuvelden
De directeur van het informatie-bureau van
het Nederlandsche Roode Kruis, Zwarteweg 75,
Den Haag, deelt mede, dat aan zijn bureau
nog verschillende goederen aanwezig zijn, toe
behoord hebbende aan tot nu toe onbekend
gebleven militairen.
Onder deze goederen bevindt zich een
aantal ringen, waarin de navolgende inscripties
voorkomen:
Jo 30—5—'35; W. M. v. B. 26—3—'37; K.
de V.—11—'34 of '37; Marie 10—8—; E. V. R.—
W. D. L. 10—8—'36; A. V. B. of A V. C.; M.
J. V.; G. H. 19—6—'39; C. W.—H. K.; Ziska
25340; E. G.; S. P.; Jan 31—10—'25; A. K.;
G. H. van Lent; Riek 9—4—'39; H. S. 25—12—'37;
M. H.; C. P. de Wilde; J. S. 18—5—*28; S. de
J. 22—7—'39; E. Z. 5—11—'39; M. V. 17-4—'32;
J. H. W.; J. V. 28—5—'28.
Nabestaanden of andere belanghebbenden, die
een en ander, als van bepaalde personen af
komstig, zouden kunnen herkennen, wordt in
overweging gegeven zich met het bovenge
noemde bureau in verbinding te stellen, ten
einde langs dezen weg tot een nadere identi
ficatie te komen van als onbekend begraven
militairen.
Weekstaat Nederlandsche Bank
Goudvoorraad mei 7.3 millioen gestegen.
Uit de nieuwe weekstaat van de Neder
landsche Bank blijkt, dat het Rijk voor een
bedrag van 16 millioen aan schatkistpapier
rechtstreeks bij de Bank heeft onderge
bracht. Het aanzienlijk bedrag aan betalin
gen per 1 Augustus j.l. is hieraan niet vreemd
In totaal is thans voor 82 millioen aan
schatkistpapier rechtstreeks by de Bank
ondergebracht
De binnenlandsche wisselportefeuille is
gestegen, daarentegen liepen de beleeningen
terug. De binnenlandsche wissels beloopen
thans een bedrag van 94,8 millioen tegen
81,4 millioen een week geleden. De be
leeningen en voorschotten liepen met 4,2
millioen achteruit tot 222,2 millioen. Het
renteloos voorschot van de Bank aan het
Rijk, dat vorige week een bedrag van 15
millioen beliep, is thans vermeerderd tot
6,3 millioen, zoodat een bedrag van -8,3
millioen is afgelost.
De goudvoorraad is met 7,3 mil
lioen gestegen en beloopt thans 1127
millioen tegen 1115 millioen op 15
Juli. In totaal is dus thans door de Bank
ingevolge de deviezen verordening voor
een bedrag van 12 millioen aan goud
overgenomen
Ook de zilvervoorraad is weer vermeer
derd en wel met 0.9 millioen. De voorraad
beloopt thans 13.6 millioen.
Aan de creditzijde van de balans vertoont
de bankbiljettencirculatie een stijging van
10 millioen tot 1286 millioen of 272
millioen meer dan vorig jaar.
De rekening-courantsaldi van anderen
hebben in fle afgeloopen week een vermin
dering ondergaan van 3 millioen en bedra
gen thans i 193,5 millioen.