JUcuurr (iourant FOTO Concentratie der harten noodzakelijk voor zendingsorbeid GE Abonnementsprijs: per 3 maanden in Lelden en in plaatsen waar een agentschap gevestigd is 2.35 Per week 18 ct. Losse nummers 5 ct Alle» bij vooruitbetaling. Advertentieprijzen: 2214 ct per regel Ingezonden Mede- deelingen 45 ct per regeL Minimum 5 regels. Bewijsnummer 5 ot Bij con tract belangrijke korting. Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken No. 6189 VRIJDAG 2 AUGUSTUS 1940 21e Jaargang Bur. Redactie en Administratie: BREESTRAAT 1». LEIDEN. Telefoon 22710. (Na 6 uur 23186). Postbox 20. Postrek. 68968. Bijdragen van medewerken. Ingezon den stukken aan de Red. Abonnementen, Advertenties, ens. aan d« Administratie Interim-periode Wanneer een zwemmer zich op den stroom laat drijven, dan kan hij niet om den hoek zien. Hij moet dan maar af wachten, wat zich daar voor hem zal openbaren. Zoo is ons volk in dezen tijd. Het is meegesleurd in den volkerenstroom en moet zich thans laten drijven. Voor hoe lang, en tot wanneer, weet niemand. Om den hoek kijken, wat er zich zal opdoen, kunnen we niet. Er is geen heden zoo heeft eens een filiosoof gezegd. Er is een gisteren en er ie een morgen, maar het heden is zoo dun als de scherpe zijde van een scheermes. Vandaar dat we lessen kunnen trekken uit het verleden, dat we daarmee korten tijd bezig kunnen zijn voor het heden, maar dat we voor de toekomst bijna geen lijnen kunnen trekken. Dit geldt zeer zeker in een tijd, als welken wij thans beleven. Vóór den vorigen oorlog, dus voor 1914, toen alles langs lijnen van geleidelijkheid ging was dit nog eerder mogelijk dan in de jaren van 1918 tot 1939. Maar thans is dit totaal uitgesloten. Het volkerenconflict, dat thans aan den gang is, werd nog niet beëindigd. Hoe de vafloop daarvan zal zijn, is dus nog niet te voorzien. Dat een nieuw, een ander Europa groeit, staat vast, maar hoe dat tevoorschijn zal komen uit den smelt kroes der beproevingen, valt thans nog niet te zeggen. Ons land is bezet, maar wordt weer vrij. Wanneer dat gebeuren zal valt niet' te zeggen. Hoe de staatkundige positie van ons volk zal zijn valt evenmin te voorspellen. Op het terrein van de voortbrenging zullen zich ingrijpende veranderingen voordoen evenals op het gebied van de verdeeling der goederen. Maar hoe die wijzigingen zich zullen manifesteeren en ln welke mate zij ons volksleven zullen beïnvloeden, kan nog niemand zeggen. De verhouding tusschen patroon en arbeider z£l worden herzien. Maar wat precies de positie zal zijn van den werk gever tegenover den werknemer, hoe de verhouding zal worden geregeld van den arbeider tegenover den patroon, kan nog niet worden uitgemaakt. Nederland ligt thans stil op den volke renstroom. Het geweld van den oorlog schaadt ons soms wel, maar we staan er toch buiten. We wachten af, de dingen die komende zijn. Het is alles een interim-periode, een tusschenspel. Waarom we dit zoo uitvoerig uiteen gezet hebben? Om daarmee aan te toonen, dat het niet wijs zou zijn om in dit tijdsgewricht alles overhoop te halen, en onderstboven te werpen, wat er gegroeid is op velerlei gebied, in ons land. Het zou niet verstan dig zijn om nu al regelingen te willen vaststellen, welke gericht zijn op een definitieven toestand. Als we nu alleen maar nemen de zucht naar eenheid, dan kunnen we daarmee gantoonen, wat we bedoelen. Iemand heeft geestig opgemerkt, dat bp dit oogenblik de eenheidsbacil heviger woedt dan vroeger de splijtzwam. Zoo is raak getypeerd de zucht naar eenheid, welke op dit oogenblik ons volk bevangen heeft, en waarvan het gewenschte gevolg zou kunnen zijn, dat tr een s c h ij n eenheid kwam, welke veel funester zou zijn dan de gevarieerdheid, welke ons nationale leven totdusver ver toonde. Het is onwaar en sterk overdreven, Wanneer men het laat Voorkomen. bns volk versplinterd was in allerlei kleine groepjes. Er waren een paar zeer kleine groepjes, maar die stonden aan jlen zelfkant. In een paar groote volksgroe pen was ons volk politiek en geestelijk g e deeld (niet ver deeld, want wanneer het erop aankwam, dan vond ons volk •ich altijd weer als een sterk nationaal roeiende eenheid terug). Indien de Neder- landsche Unie zich in haar propaganda bewust op dit practische standpunt plaatst, ral zij haar weg voorspoediger maken, dan indien zij te veel overhelt naar het '.hans opgelddoend-geroep, dat al het oude -ioet verdwijnen. W(j hebben gepleit voor concentratie, - wij doen dit nog, waar dit kan. Maar daaraan mag niet worden opgeofferd, wat we aan geestelijke vrijheid hebben ge- Wonnen in den loop der eeuwen. Ons volk heeft altijd nuchteren zin betoond. Het loopt thai*s eenigermate gevaar om dezen werkelijkheidszin te verliezen. En daartegen willen wij waar schuwen. Het jachten naar veranderingen, het forceeren van eenheid op allerlei eebied zou groote schade kunnen aan- ^c'hten, geestelijk en materieel, e?n schade welke wij niet direct zouden onderkennen, ■•naar die zich later in volk n omvang zou openbaren. Ons land w^s tot 10 Mei ingesteld op bepaalde verhoudingen. Onze binnenland- sche politiek, onze ecomr >che, sociale en financieele instellingen hadden een bepaald rhythme, en een ->epaaldelijk gerichte doelgtelüjig. Onze organisaties en DE MAXIMUM-SNELHEDEN VOOR MOTORRIJTUIGEN Welke zullen gelden van 5 Augustus af De Rijkscommissaris voor het bezette Neder- landsche gebied heeft bij verordening no. 73 betreffende de snelheid van motorrijtuigen het volgende bepaald: De maximum toegelaten snelheid be- 1) binnen bebouwde kommen voor alle soorten motorrijtuigen 40 km per uur; 2) buiten bebouwde kommen, ook op de autosnelwegen; a) voor personenrijtuigen, die met In begrip vin den bestuurder ten hoogste 8 personen mogen vervoeren, en voor motorrijwielen met of zonder zijspan 80 km per »ur; b) voir andere motorrijtuigen 60 km per uur. Het bovenstaande geldt onverminderd de bestainde bepalingen, volgens welke slechts greden mag worden met een kleinere inelheid dan 40 km per uur. De uitzonderingen De Duitshe weermacht, de die'nstbureaux n den Rjkscommissaris, de SS-doodskop- formaties, de grenswachtdienst (Grenzauf- sichtsdienst, de technische hulpdienst (Tech nische Notblfe), de rijksarbeidsdienst, en de Duitsche er Nederlandsche politie en brand weer, evenls ambulance-motorrijtuigen en motorrijtuign van diensten voor eerste hulp en van artsn, die als zoodanig te onderken nen zijn, zki van de bepalingen dezer ver ordening irgezonderd, voor zoover de uit voering var van overheidswege gegeven op drachten of le vervulling van plichten, welke uit dienst f beroep voortvloeien, dit ver- eischt, een e ander voor het geval vertraging gevaar zou -pleveren. Hij, dieopzettelijk of door zijn schuld ln strijd iet de bepalingen dezer ver ordening f met de te harer uitvoering uit te vardigen nadere voorschriften handelt, wrdt voor zoover geen strenger straf is bdreigd, met hechtenis van ten hoogste 3( dagen of met een geldboete van ten bogste 300 gulden gestraft. Handeligen, als bedoeld in het vorige lid, zijn aertredingen. Deze vrordening treedt Maandag 5 Augustus i werking. Nederlindsehe bloemen naar Duit-schland Het A.N.P meldt uit Berlijn: De voor len invoer van Nederlandsche bloemen doa. Duitschland beschikbaar ge stelde betaligscontingenten voor het derde kwartaal blijen het viervoud van het vorige jaar te bedigen. Men moet hierbij echter bedenken, da het Duitsche rijk thans grooter dan het vorig jaar is. De' Duitscü markt voor de Nederlandsche bloemen heet in Juli geheel stil gelegen. Tot 10 Mei i werden er m Duitschland ge regeld Nedeiandsche bloemen ontvangen. Van 11 tot !0 Mei moest Duitschland het zonder Nedeiandsche bloemen doen. Tot ieders verwodering kwamen er echter reeds op 21 Mei weer Nederlandsche bloemen in groote hoeeelheden op Duitsche markten aan. Dat duurie tot eind Juni. De toegestane betalingscontijgenten waren toen geheel op gebruikt. Begn Juli waren de nieuwe con tingenten nog niet toegestaan. Ook de zgn. „Vorgenehmigng" liet langer dan in andere jaren op zich wachten. Maar thans is alles in orde en zufen tegen 2 Augustus de Neder landsche bloenen weer in Duitschland ver schijnen en wd in zeer groote hoeveelheden, tot vreugde vn den invoerhandel en van de Duitsche volisgenooten, die het zonder Nederlandsche bloemen niet kunnen stellen. Aalsmeer is ei naar wij vernemen, ook zeer verheugd over Immers, van ouds her ging omstreeks 80 pocent van den Nederlandschen uitvoer van geneden bloemen naar Duitsch- (Vervolg van ie eerste kolom) bonden werkten ieder op eigen terrein naar een gezamenlijk schema, al was dat vaak niet met zooveel woorden vast gelegd. Heel onze volkshuishouding, en heel de openbaring van ons leven als Nederlandsche natie was op een bepaalde leest geschoeid Nu is het afeoluut onmogelijk, dat dit alles op eenmaal veranderd en omgezet zou kunnen worden, zonder dat dit met heftige schokkon gepaard zou gaan, wat belangrijke naifeelen voor groote groepen met zich zou brengen en een stoornis teweeg zou hengen in verhoudingen, welke jarenlang gegroeid waren. Men mag ziel niet keeren tegen wijzi gingen, welke ein verbetering zijn. Dat daartoe pogingn worden ondernomen, verheugt ons. Kaar dat moet dan niet geforceerd, doel met wijs beleid ge schieden. Laat men voonichtig te werk gaan, bij veranderingen, ojdat in dezen interimtijd, in dit tusschenspd, niet veel omvergeke- geld wordt, dat men later zou betreuren. Overhaaste hervormingen kunnen tot niets goeds leiden, ze schaden het volksgeheel en maken de verwarring nog grooter, hoewel ze ingevoerd worden om grooter eenheid te verkrijgen. Zooals we reeds eerder schreven: als de kleine groepen, die jachten naar hervormingen en wijzigingen, wat worden ingetoomd, dan komen de rustiger methoden vanzelf voor den dag, waarnaar ons volksleven econo misch en geestelijk te bekwamer tijd, kan worden ingesteld op de nieuwe verhou dingen en toestanden, welke zich dan zullen voordoen. De Mantel der Modder Gruwelcampagnes over eigen land Het „Handelsblad" neemt met volkomen instemming ons artikel Scheeve voor stelling rechtgezet over. In dat artikel braken wij den staf over vele lieden in ons land, die zich thans inspan nen om te laken wat Hollandsch is. Het „Handelsblad" doet dat overnemen verge zeld gaan van de volgende ontboezeming: Nieuwe omstandigheden vragen nieuwe methoden. In de wereld van vandaag wordt gewerkt met groote ge organiseerde eenheden. Daartegenover kunnen wij geen versplinterde Neder landsche volkskracht plaatsen zonder achter- of onderop te komen. Vroeger heeft men de volkswelvaart en het volkswelzijn naar beste weten meenen te kunnen dienen met staatkundige organisatorische methoden die haar fouten hadden zooals alle methoden haar fouten hebben welke veel min der dan thans op geordenden organi- schen opbouw waren ingesteld. Die methoden zijn thans niet meer bruik baar, en ons volk heeft in de stroom versnelling van den oorlogstijd in breeden kring begrepen dat het andere wegen moet kiezen. Zij die den eigen aard van de Nederlandsche gemeen schap, een erfenis van eeuwen gemeen schappelijke historie, willen eerbiedigen, zoeken daarvoor nu naar wegen en vormen die het best op onzen volksaard en op de omstandigheden passen. Maar het is daarbij niet noodig, niet verant woord en weinig Nederlandsch, om nu maar blindelings in de concurrentie om voorop te komen alles te verguizen dat in het verleden is gedaan en tot stand gebracht. En om, in een soort van wed strijd naar het nieuwe, de voorstelling te wekken alsof het in Nederland vóór den tienden Mei één groote janboel, één groote aaneenschakeling van onkunde, politieke corruptie, onrechtvaardigheid en uitbuiting was. Wie de zaken zóó schildert, werpt met modder naar het Nederlandsche volk zelf, dat aan het oude systeem vele jaren lang in zijn verscheidenheid medewerkte, en er vele groote dingen in tot stand bracht, al waren er ook ernstige tekortkomingen. In ons artikel „Eigen aard" hebben wij op 23 Juli nog eens op deze kanten van den overgang van het vroegere naar het nieuwe gewezen, met eer biediging van de eerlijke bedoelingen aan weerszijden van den drempel. In zijn brochure „In vaderlandschen zin" is mr. Linthorst Homan eveneens tegen elke blinde verguizing van het verleden opgekomen. Men behoeft toch waarlijk niet het verleden te bezoedelen om met overtuiging nieuwe wegen in te slaan. Het neertrappen van het verleden om den schijn te wekken in het heden zoo veel hooger te stijgen, is een zielige methode. Het is niet noodig en weinig fier om een vorige levensperiode met den mantel dermodder te bedek ken, en om beweegkracht voor het be treden van nieuwe paden vooral te zoeken in het modderspuiten naar achteren. Laten wij, lezers, ieder in zijn eigen om geving, ons krachtig verzetten tegen het omlaag halen van het verleden, al erken nen wij patuurlijk wel dat er fouten zijn gemaakt In het algemeen is er geen enkele reden ons te schamen over wat ons voorgeslacht heeft gemaakt van de Neder landsche samenleving. Een welvarend geheel en geestelijke vrijheid, welke hand in hand gingen. Gelukkig beginnen steeds meerderen dezen lieden, welke slechts kwaad weten te spreken van het verleden, tegenstand te bieden. „Wij willen Holland houen", ook in de herinnering van het goede, 't welk in 't nabije verleden kon worden opgemerkt. Twee doodelijke ongelukken te Zeist Op den Woudenbergschen weg nabij de uitspanning De Pyramide bij Zeist is gister middag het tweejarig kind van ds. Zemel uit Vianen, die met zijn familie te Zeist de vacantie doorbracht, door een autobus aan gereden en gedood. Ds. Zemel wilde met zijn echtgenoote, die het kind achter op haar fiets had, den weg oversteken. Mevrouw, die voorop reed, lette daarbij blijkbaar niet voldoende op het ver keer en werd door een autobus van achteren aangereden, waarbij het kind op slag werd gedood. De moeder bleef ongedeerd. De chauffeur van de bus trachtte nog door het omgooien van het stuur de aanrijding te vermijden, waarbij hij niet kon verhinderen, dat zijn wagen tegen een boom reed en ver volgens den berm af in het bosch langs den weg tot stilstand kwam. Hoewel de autobus zwaar werd beschadigd, kwamen de inzittenden er vrijwel zonder verwondingen af. Zij konden door een ge broken ruit het voertuig verlaten. Op den Amersfoortschen weg ls een 45- jarige fabrikant, die van bet rijwielpad den rijweg wilde oversteken naar zijn woning, door een luxe auto gegrepen en op slag ge dood. Het lijk is naar het lijkenhuisje over gebracht. De politie stelt een onderzoek ïd naar de toedracht van het ongeval. SCHAAP Co. AMSTERDAM - ROKIN 106 MOOIERE AF0RUKKEN 6x94 ets. Geen teelt van karwij in 1941 In verband met de omstandigheid, dat de dekvruchten der karwij zijn geoogst, ligt het in het voornemen bij de vaststelling der maatregelen met betrekking tot het teeltplan voor den oogst van 1941 geen teelt van karwij toe te staan. Bij de bewerking van de afgeoogste velden kan men hiermede dus rekening houden. Nadere mededeelingen omtrent bovenge noemde maatregelen kunnen spoedig worden tegemoetgezien. Het werk onder de heidenen in de smeltkroes der beproeving De drie en dertigste zendings dag van den Gereformeerden Zendingsbond te Driebergen (Van een onzer redacteuren.) Utrecht, 2 Augustus. Het was wel te voorzien dat de tijdsom standigheden ook hun stempel zouden druk ken op het bezoek aan en het verloop van den traditioneelen zendingsdag van den Gere formeerden Zendingsbond in het Rijsenburgsche Bosch te Driebergen gis teren gehouden. Het aantal spreekplaatsen was gereduceerd tot één terwijl ook de verdere opzet van dezen zendingsdag het was de drie-en-dertigste zeer sober was gehouden. Maar niettegenstaande dit alles is toch dui delijk genoeg gebleken dat bij velen groote dankbaarheid was voor het feit dat de zen dingsdag nog doorgang kon vinden, zoodat achteraf gezegd kan worden dat het maar goed geweest is de samenkomst toch te orga- niseeren ondanks de bezwarende omstandig heden. Want ruim 2500 personen zijn toch nog opgekomen om van hun liefde voor het zen dingswerk getuigenis af te leggen. Zij allen waren, zooals de voorzitter van den G.Z.B. ds. J. H. F. Rem me, Ned. Herv. Pred. te Amsterdam het uitdrukte in zijn openingsrede, met meer dan ongewone be wogenheid bijeen, een bewogenheid waarvan zeker geen verdere rekenschap gegeven be hoefde te worden. Er gingen stemmen op, zoo zeide d s. Re mme. om dit jaar maar geen zendingsdag te organiseeren. Maar uiteindelijk vond het bestuur toch de vrijmoedigheid om door te zetten niet in de laatste plaats omdat het ge leid werd door de gedachte dat juist temidden van alle moeilijkheden de behoefte tot dit samenzijn zich sterker deed gevoelen dan ooit. Ook de zendingsarbeid, aldus d s. R e m m e. ligt in de smeltkroes der beproeving. De be hoefte om dezen dag met gelijkgezinden bijeen te zijn was zoo sterk dat met de soberheid van opzet genoegen werd gennomen. Spr. bracht dank aan de landelijke en plaatselijke autoriteiten die geen struikelblok in den weg gelegd hadden. Aan de voorzichtige aandrang om sober te zijn werd gevolg gegeven. Wij kunnen veel ontberen, zoo ging ds. Remme voort, maar niemand kan buiten de open toegang tot den troon der genade. Deze dag moet dan ook in de eerste plaats een zendingsbidstond zijn. Vervolgens sprak ds. Remme uitvoerig over het Schrift woord Habakuk 3 vers 2 „Uw werk o Heere behoudt dat in het leven in het midden der Menschen in nood hebben hulp noodig. Habakuk had de God Jacobs tot zijn hulp en hij beluisterde in de stormen van zijn tijd de stem des Heeren. Van God geleerd zag deze profeet Israels onwaardigheid en in al het wereldgebeuren van zijn tijd zag hij het werk Gods. In het zendingswerk in het algemeen en in dat van den G.Z.B. in het bijzonder mogen wij ook een werk Gods zien. Bij al het ge krakeel en gestumper waarmede wij menschen dit werk doen blijft het toch Gods werk. Daarom mogen wij ook in deze moeilijke dagen voor wat betreft de zending, bidden „Uw werk o Heere behoudt dat". Sterkte in Zendingsstrijd Nadat gemeenschappelijk gezongen was Psalm 67 vers 2 (ditmaal werd gezongen zon der begeleiding van een muziekcorps zooals andere jaren), beklom ds. Jac. Vermaas, Ned. Herv. pred., van Huizen het spreekge stoelte om te spreken over het onderwerp „Sterkte in Zendingsstrijd". Ds. Vermaas deed zulks naar aanleiding van het eerste hoofdstuk uit de Brief aan de Colossenzen waaruit zoo klaar blijkt de zen dingsijver van Paulus om het Evangelie te brengen aan Joden en heidenen. Ondanks alle moeiten en tegenstand die Paulus moest ondergaan, is hij toch arbeidende gebleven in zijn zorg voor zijn gemeente en voor anderen. In de prediking van dezen grooten onder de zendelingen zien we eenerzijds de donkerte en anderzijds het licht. En hoe staat het met onze zendingsarbeid in deze oordeelstijden? Roeping en doel blijft onveranderd, dat leert ons de prediking van Paulus. Deze tijden hebben ons ook d i t te zeggen, dat wij vaak zending hebben bedreven „omdat het er nu eenmaal bijhoort" maar van de waarachtige ijver werd vaak zoo weinig gevonden. In dezen tijd wordt veel gesproken over concentratie. Wat wij noodig hebben voor waarachtige zendingsarbeid is ook: concen tratie maar dan ook de concentratie van onze harten op het doel dat wij hebben na te streven. Concentratie van door God ver nieuwde harten brengt liefde voor Christus en Zijn Kerk met zich mede. In de kracht bron Christus moeten wij onze kracht zoeken voor het zendingswerk, ook nu Over een „alarmkreet uit de heidenwereld" sprak vervolgens d"s. G. van Ieperen Ned. Herv. pred. te Hillegersberg. Spr. ging uit van het Schriftwoord Johannes 12 vers 20 en 21 en wees erop dat ofschoon de heidenen het zich niet bewust zijn er toch diep in hun ziel de onuitroeibare en schreien de behoefte leeft aan verlossing, aan geluk, aan zaligheid welke alleen in Christus is. De nood van het heidendom is zeer groot. De reddende hand moet worden uitgestoken en die nood mag ons niet onbewogen laten. Spr. wekte de aanwezigen op tot hernieuwde zen dingsijver, tot gebed om de vermeerdering van Christus's Kerk en uitbreiding van Zijn Koninkrijk, ook door de chaos van onzen tijd heen zal Christus die bede niet afwijzen. Ds. J. F. Doornenbal Ned. Herv. pre dikant te Kesteren sprak hierna over het onderwerp ,,'t Zal alles door den vrede bloeien" en wees op de tegenstelling tus schen de profetie van Jesaja „het zal ge schieden in het laatste der dagen dat de berg des Heeren zal vastgesteld zijn" en den toe stand welke in onze dagen heerscht. Er is verdeeldheid, strijd, afval, ongeloof en verscheuring. Maar ook nu bestaat de tegenstelling want er is ook een werkelijk heid welke wij niet zien dat is de berg Sions waarvan Christus de grondslag is. Dat te weten en daaruit te leven geeft moed ook in onze dagen. Wat winden dat er waaien, wat regent dat er plast, de hooge berg van Sion, staat onbeweeglijk vast. Middagbijeenkomst Om twee uur werd de samenkomst her opend. Eerste spreker was nu d s. H. A. Leenmans Ned. Herv. pred. te E d e die handelde over het „eeuwig vrederijk". Ook deze spr. wees op de tegenstellingen waarvan Jesaja spreekt zoowel in het tiende en elfde hoofdstuk alsook in het 24ste en 25ste. Maar door alles heen klinkt daar de verwachting naar dat vrederijk Gods hierboven waarvan op vele plaatsen in de Schrift gesproken wordt. Daar zal geen leed en geen verderf meer zijn. Spr. wekte d^ aanwezigen op om toch uit die verwachting te leven en ook de heidenwereld in kennis te doen brengen van dil heerlijke Evangelie. Ds. H. Schroten, Ned. Herv. prer. te Rotterdam, had Matth. 12 vers 18 tot uitgangspunt van zijn na ds. Leenmans uitgesproken rede gekozen, met daarbij als on derwerp „Wij hebben geen halven Zaligmaker" (Art. 22 der Ned- Geloofsbelijdenis). Spr. stond eerst stil bij het ontstaan van deze merkwaardige uitspraak en herinnerde aan het ,,sola fide" der Hervormers dat zij stelden tegenover de gansch andere gedach ten van Rome. Ook heden dient er de nadruk op gelegd dat Christus onze volkomen Zalig maker is en dat niets anders buiten Hem mag worden gezocht. Dit ook de heidenen te verkondigen is de heerlijke taak der zending. Slotrede Het was inmiddels al kwart voor vier ge worden, toen d s. W. L. Mulder, Ned. Herv. pred. te Veenendaal, het spreekgestoelte beklom voor de slotrede. Spr. hield deze naar aanleiding van Jesaja 44 vers 2 en 3 om zijn gehoor erop te wijzen, dat de Heere de vrees wegneemt en wat Hij ervoor in de plaats geeft. Met het oog op de zending is dit een troostrijk woord. De zending heeft het moei lijk, maar wij behoeven niet bevreesd te zijn, God zegt dat zijn Geest zal uitstorten ook op hen die na ons komen. De Heere laat niet varen het werk Zijner handen. Al is het op het oogenblik met alles en ook met de ben- dingsarbeid donker gesteld, wij weten dat de Heere de vrees wegneemt en dat zijn Ko ninkrijk komt, dwars door alles heen. Spr. besloot zijn rede met de aanwezigen dit Pro fetisch getuigenis op het hart te binden om daarmee de toekomst tegen te gaan, een toe komst waarvan wij niet weten wat die bren gen zal, maar die in de handen is van Hem, die gezegd heeft dat Hij de vrees wegneemt Met het zingen van het Te Deum Laudamus der Psalmen: „Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen" werd deze zendingsdag na gebed door ds- Mulder gesloten. Dankbaar voor hetgeen deze bijzondere dag geboden was en niet het minst voor het feit dat de weersgesteldheid een terugtrekken avnuit het bosch naar een der kerkgebouwen niet noodzakelijk had gemaakt, verlieten de aanwezigen de tempel van ongekorven hout De drie en dertigste zendingsdag van den G Z. B-, ditmaal in oorlogstijd, was voorbij. De begrafenis van de slachtoffers van de Bulgia Op den morgen van den twaalfden Mei werd in de buitenhaven van Vlissingen de Nederlandsche mijnenlegger Bulga door de uitwerking van een bom getroffen. Het schip zonk onmiddellijk. Van de vijftien opvarenden wisten slechts twee zich te redden. Zij wer den naar het ziekenhuis Bethesda overge bracht. De overige dertien manschappen kwa men bij de uitoefening van hun plicht om het Dinsdag, na 2% maand, is de Bulgia door drijvende bokken gelicht en konden de lijken van twaalf slachtoffers worden geborgen. Gistermiddag zijn op de Algemeene be graafplaats te Vlissingen 11 opvarenden met militaire eer ter aarde besteld. Het stoffelijke overschot van den twaalde, Wesselink, is per auto naar Winschoten vervoerd. Honderden belangstellenden woonden deze droeve plech tigheid bij. Coördinatie in de bouwnijverheid Er zijn besprekingen gevoerd tusschen ver tegenwoordigers van de Vereeniging van han delaren in Bouwmaterialen in Nederland, den Ned. Houtbond en de Federatie van werk gevers in het Bouwbedrijf. Deze organisaties hebben het initiatief genomen, om tot nauwe samenwerking en coördinatie op het gebied van de bouwnijverheid te komen. VERHOOGING VAN DEN TABAKSACCIJNS Met ingang van 15 September In het Verordeningenblad van gisteren is een besluit opgenomen van den secretaris generaal van het departement van financiën betreffende verhooging van den tabaksaccijns. Daarbij worden met ingang van 15 September 1940 verhoogd: De accijns voor sigaren met dichtge- werkten kop, wegende per 1000 stuks 314 kg. of meer, van 1214 procent op 20 procent; de accijns voor andere sigaren van 1714 procent op 25 procent; de accijns voor rook- en pruimtabak en snuif van 2214 procent op 30 procent: alles gerekend van den kleinhandels prijs. De accijns op sigaretten, thans 50 pet. bedragende, wordt met 10 opcenten ge bracht op 55 procent. De secretaris-generaal van het departement van financiën kan voorschrijven, dat op het tijdstip van het in werking treden van dit besluit fabrikanten en groothandelaren de bij hen voorhanden niet gebruikte zegels moeten inleveren, ten einde tegen andere zegels te worden ingeruild. Degene, die de voorschriften van dit be sluit en die, uitgevaardigd ter uitvoering daarvan, overtreedt, wordt gestraft met een boete van ten minste vijf-en-twintig en ten hoogste duizend gulden, onverminderd de inbeslagneming en verbeurdverklaring van de zegels, waarvan de voorgeschreven in levering is nagelaten. H0LLANDSCHE ftO 10(17 SOCIËTEIT H lOUf Heerengracht 475 Amsterdam C Vraagt tarieven voor LEVENSVERZEKERING LIJFRENTEN PENSIOENEN DE NEDERLANDSCHE OPBOUWD1ENST Bij verordening van den Rijkscommissaris is betreffende den Nederlandschen Opbouw- dienst o. a. het volgende bepaald: De Opbouwdienst is bestemd om de leden van de voormalige Nederlandsche land- ea zeemacht in de gelegenheid te stellen nutti® werk ten behoeve van de Nederlandsche volksgemeenschap te verrichten. Hij is een eervolle dienst ten behoeve van volk en vaderland. Aan het hoofd van den opbouwdienst staan; 1. de commandant (Arbeitsleiter); 2. het hoofd der administratie (Verwal- tungsdirektor). De commandant en het hoofd der adminis tratie worden door den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied benoemd en ontslagen. Zij stdan onder den secretaris generaal van het departement van algemeene zaken. De jaarlijksche begrooting van den Opbouw dienst wordt op grond van een gemeenschap pelijk voorstel van den commandant en het hoofd der administratie door den secretaris generaal van het departement van algemeene zaken in overeenstemming met den secretaris generaal van het departement van financiën vastgesteld. Zij behoeft de goedkeuring van den Rijkscommissaris voor het bezette Neder landsche gebied. De secretaris-generaal van het departement van algemeene zaken vaardigt de voor schriften, noodig voor de uitvoering van deze verordening, uit. Deze worden in de Neder landsche Staatscourant bekend gemaakt. Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht tot 15 Juli 1940. De brandstoffenvoorziening Te Utrecht is dezer dagen de jaarlijksche vergadering gehouden van den Bond van Ned. handelaren in Brandstoffen. De voorzitter, de heer H. van Galen Last, herinnerde aan de afneming in den loop van dit jaar van het eerste vak-examer voor den brands toffenhandeL Nu de regeling voor den verkoop van hijls- brandkolen voorloopig buiten werking gesteld is, zoo vervolgde hij, zal de handel vermoede lijk eerst tot het besef komen, wat hem hier door ontvalt. In de naaste toekomst ls een toenemende overheidsbemoeiing met den brandstoffen- handel te verwachten in het belang van een zoo goed mogelijke kolenvoorziening, nu vooral het vervoer zulke groote zorgen baart. Bemoedigend is, dat er overleg met den handel gepleegd wordt en de organisatie vertegenwoordigd is in de advies-commissie voor huisbrand-aangelegenheden. Het bestuur is gemachtigd de noodige stappen te onder nemen om te geraken tot één organisatie voor den brandstoffenhandel. Tegen de thans van kracht zijnde regeling van de kolenvoorziening zijn van de vergade ring uit onderscheidene bezwaren geopperd, met name tegen de wijze van verdeeling van de ter beschikking komende brandstoffen onder den handel. Men \ag hierin een achterstelling van degenen die voorheen uit het buitenland invoerden. Geantwoord is hierop dat de tegenwoordige bepalingen geen andere mogelijkheid open laten. Bevestigend luidde het antwoord op de vraag, of de leveranties voor kook-doelein- den in mindering van de 20 pet. gebracht moe ten worden. Het bestuur gaf den afdalingen den raad zich zooveel mogelijk in verbinding te stellen met de distributie-kantoren ten einde voor de uitvoering van de regelingen te komen tot een zekere samenwerking.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1