|liruuir jTriïiscljr dourant
ementsprijs:
v per 8 maanden in Leiden en in plaatsen
at wa#r een agentschap gevesti/d is 2.36
week 18 ct. Losse nummers 6 «1
^0, bij vooruitbetaling.
ntieprijzen:
at par regel. WMonden Med».
lde*i.' J*"»»'" 45 ct' V re*®L Minimum
'«I l«ell Eewijsnerover 5 ot Bil cu»
„et belangrijke korting
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
Bur. Redactie en Administratie:
BREESTRAAT 129, LEIDEN.
Telefoon 22710.
(Na 6 uur 23166).
Postbox 20. Postrefc. 56836.
Mo. 6187
WOENSDAG 31 JULI'1940
21e Jaargang
istrijd of solidariteit
jgjen uit het jongste verleden
-ederom de aandacht gevestigd op
juk van den klassenstrijd, zooals
i door de sociaal-democratie en
difen thans van hoogerhand is op-
n Men kent dit leerstuk zonder
j_ j (jen vorm waarin het voor het
zgn. Communistisch Manifest
i'illien beschreven in tal van publica-
rd algens deze leer toch staan in de
rori zgn. kapitalistische maatschappij
yjassen scherp tegenover elkander,
proces van crisissen wordt de
voor de eene klasse en mede
0Djr de onderlinge tegenstelling
ooter, totdat tenslotte de groote
komt, de kapitalistische staat en
eiefaPPy ^un einde vinden, ja, zoo
ilen, de staat als zoodanig ver
alleen een maatschappij van
rkers overblijft, zij het dan met
ideB|tuur van het proletariaat.
1 in de maatschappij wordt,
men dan, geheel door de klas-
dlingen bepaald, en in aanslui-
ip wordt voorts de klassenstrijd
als een instrument in den
'm een betere toekomst. Met andere
n, het bestaan van den klassen-
r-^ordt niet slechts erkend, doch
ien gepredikt, ja, alles wordt aan
'§jd dienstbaar gemaakt. Bij Wibaut
n deze uitspraak vinden: „De eisch
i korten arbeidsdag beteekent voor
ülidsklasse uitsluitend de vervulling
°Sj| eerste voorwaardedie haar in
telt, zich sterk te maken in den
Strijd, den strijd, die nog steeds
is op de omverwerping van het
e Jsme". Met hetzelfde motief uitte
idech niet afkeerig jegens vrouwen-
Jeqn de fabriek. Immers, alleen door
h^k heen zou men kunnen geraken
Ier het klassenstrijdsbeginsel het
«tm van den mensch volgens deze
rai|eerscht, kan men opmaken uit de
zinsneden van een sterk-links
keerd schrijver: „De klassenstrijd
!3dt een goed deel der zedelijkheid,
^t zedelijk gebod kan niet gelden
Br de klasse, die de onze tracht te
'gen of krachteloos te maken en
klasse kan tegen de onze niet zelf-
ïnd of trouw gevoelen. Alleen bin-
klasse kan nog van eenig zedelijk
sprake zijn,tegenover de andere
geldt het hoogst zedelijk gebod
|i als tegenover den vijand. Zoo
men in den oorlog eraan denkt,
pr den vijand op te offeren, zoo
_Jenkt men eraan, den tegenstander
'ritsse als klassetegenstander bij te
Aldus heeft de klassenstrijd, streng
placht, zijn eigen ethiek, hoewel ook
raard in zachter vorm kan geschie-
men kan den strijd zien als levens-
Zoo kon iemand schrijven, dat
er den arbeider zijn waardigheid
eft, hem zelfs stelt boven den
ukker en hem maakt tot voltrek-
het wereldgericht,
vil derhalve vanuit eventueel be-
klassentegenstellingen opklimmen
ehillen op sociaal en staatkundig
al wordt natuurlijk niet vergeten,
irom een belangrijk einddoel is de
rmaatschappelijking van de pro-
,De proletarische klassenstrijd",
e in een jonger geschrift, „wordt
tegen de bevoorrechting (van de
sie), om onteigening en socialisatie
>roductiemiddelen".
ou niet moeilijk zijn, zulke uit-
met talrijke andere te ^ermeer-
naar we kunnen dat gewegelijk
wyl het bekend en düs overbodig
n herinneren we eraan, hoe er de
aren ook op dit punt een vrij be-
e kentering in de socialistische
Tsbeweging is gekomen. Men ging
er de richting uit, niet die van het
en der tegenstellingen, doch die
it revisionisme, de methode om
T<eedzamen v<eg te bereiken hetgeen
lal voor oogen stond. Het ware een
op zichzelf, indien wij dit in den
gingen behandelen, en zulks wil-
in dit raam niet doen. Slechts her
wij eraan, hoe men almeer in
schen hoek een ander standpunt
innemen ten opzichte van het
itel, waaronder men leefde. In-
staatsontkenning ging men zich
°P staatsvernieuwing, niet het
voetspoor van den Franschman
die ontdekte: „De staat is niet zoo
tisch als de kapitalistenklasse
erd het klassenstrijdsbeginsel ver
tok omdat het, vooral in de prac-
bleek te voldoen. Bij een jongen
ischen schrijver kan men dan ook
De klassenstrijd in zijn oorspron-
vorm ging uit van de verwach-
verproletariseering van alle tus-
•oepen en van een doorgaanden
n het industrie-proletariaat: Deze
ting is niet verwezenlijkt: de
tand vertoont geen neiging, te
en terwijl het aantal
e-arbeiders ir eigenlijken zin door
isatie dn concentratie is vermin-
is een nieuwe middenstand opge-
technici en administratieve beamb-
Een centrale politie-federatie
Zooale men heeft kunnen lezen, is opgericht
een centrale politie-federatie, die de toe
getreden organisaties van politiepersoneel wil
overkoepelen teneinde onder meer als zelf
standige eenheid voor de betrokkenen te
kunnen fungeeren.
De jongste gebeurtenissen in de wereld
geschiedenis mogen tot deze oprichting een
kraohtigen stoot hebben gegeven, de daad zelf,
zoo lezen we, moet toch in de eerste plaats
worden gezien als de vervulling van de bij
alle toegetredenen reeds jaren gevoelde be
hoefte om de steeds sterker gelijkgerichte
werkzaamheden der leden te centraliseeren.
Herinnerd wordt er dan aan, hoe deze ge
dachte zich in het verleden reeds duidelijk
heeft gemanifesteerd, toen men tot samen
werking besloot op het voor de betrokkenen
zoo uiterst belangrijke gebied van het politie-
vaikonderwijs. Ook op andere punten is in
toenemende mate samenwerking gezocht.
Toegetreden zijn dan de Algemeene Neder-
landsche Politiebond, de Algemeene Bond van
Politiepersoneel in Nederland, de Bond van
Christelijke Politie-ambtenaren in Nederland
en de Nederlandsche R.K. Politiebond St.
Michaël.
Het wil ons voorkomen, dat dit nu eens
m bevorderen van de eenheidsgedachte is,
dat toejuiching verdient. De politie is een
overheidsinstelling, en reeds daarom is op
onderscheidene punten nauwe onderlinge
samenwerking wenschelijk. Het persbericht
noemt met name het vakonderwijs. Inderdaad
viel er -hier een en ander te verbeteren, niet
zoozeer in de hoedanigheid van het onderwijs,
dat steeds goed was, doch in de organisatie,
men: het systeem. Elke organisatie nam
immers afzonderlijk het examen van dëj^ndi-
daten af. En nu voldeed dit examen wel altijd
aan hooge eischen, doch het lag veel
meer op den weg van een centrale instantie,
vooral, oordeelen wij, van de overheid,
zich met het afnemen van het examen te
belasten. Dat ons oordeel niet dateert van
het laatste persbericht mogen we aantoonen
met verwijzing naar een artikel, dat we over
deze zaak schreven in ons blad van 9 Augustus
1938. Daarin kan men onder meer lezen:
„Terwijl de politie een staats- of gemeente-
instelling is, heeft de overheid zich tot heden
voor de eischen, die aan het diploma van be
kwaamheid werden gesteld, weinig geïnteres
seerd en deze feitelijk overgelaten aan de
politievereenigingen zelve. Deze toestand moge
uit de historie zijn te verklaren, toe te juichen
valt hij niet". Trouwens, in de organisatie
kringen heeft men ook sterk gevoeld, dat een
andere regeling moest worden nagestreefd.
Bovendien was zulk een regeling bij de be
treffende departementale instanties reeds
langen tijd in vergevorderd stadium van
voorbereiding.
In zulke dingen kan de eenheid onder de
politiemannen op juiste wijze worden bevor
derd en hier heeft de federatie een mooie
taak. Deze federatie sluit den vereenigings-
arbeid, ook in Christelijken geest, niet uit.
Zoo voelt het ook de redactie van „De Chris
telijke Politieambtenaar". Na te hebben ge
in op de noodzaak van samenwerking
met de zusterorganisaties, ook ter bevordering
van de volkseenheid, schrijft zij: „Wie echter
van meening is, dat wij daarbij ons eigen
principieel standpunt geheel wenschen los te
laten, geeft daarmede blijk, onze „geestelijke
ligging" ten aanzien van de vakorganisatie
nog niet juist te hebben verstaan. Zoolang
ons Christelijk volksdeel de geestelijke vrij
heid wordt gelaten, waarvoor onze voorouders
(Vervolg van de eerste kolom)
ten, die zich niet met het industrie-prole
tariaat laten vereenzelvigen. Voor vele
kleine boeren geldt hetzelfde. De socialis
tische arbeiders stonden in West-Europa
daarom voor de keus, te volharden in hun
isolement, öf den grootsten gemeenen
deeler te zoeken met de andere volksgroe
pen, die te lijden hebben onder de gevol
gen der huidige productiewijze." Vandaar,
dat vooral bij ons de moderne arbeiders
beweging zich ontwikkelen ging van
klassebeweging" tot „volksbeweging".
Doch aangezien deze groei zich meer
vanzelf voltrok dan dat hij uit de leer
voortkwam en men officieel, zij het niet
altijd met evenveel woorden, aan het
klassenstrijdsbeginsel vasthield, kreeg
heel de beweging aldra iets tweeslachtigs.
Dit laatste werd nog versterkt door het
feit, dat inmiddels de tegenstellingen, in
plaats van dieper te worden, zöoals toch
de theorie van Marx het voorspeld had,
almeer werden opgeheven. Dat was geen
gevolg van den klassenstrijd, doch veeleer
van het streven, dat zich al sterker open
baarde, in de richting van solidarisme. Er
ging zich een groeiproces naar elkaar toe
voltrekken, dat voor het maatschappelijk
leven in veel opzichten heilzame gevolgen
heeft gehad. Doch dat was niet dóór, maar
ondanks het klassenstrijdsbeginsel.
Men heeft den klassenstrijd in zijn
absoluten vorm wel genoemd „de vroed
vrouw van de nieuwe orde". We^swaar
is in ons land, dank zij veler toegewijden
arbeid gedurende tientallen jaren, inder
daad een nieuwe orde op sociaal terrein
tot stand gekomen. Men zie er de regeling
voor het maatschappelijk leven slechts op
na. Maar aan dit kraambed stond niet als
vroedvrouw de klassenstrijd oorlogs-
kindertjes zien er als regel aanvankelijk
niet zoo blozend uit doch het eensge
zinde willen van velen, arbeiders en vele
patroons, om door onderlinge samenwer
king te geraken tot beter toestanden. Het
was het solidarisme, dat hier de afstanden
overbrugde. Het solidarisme, steunend op
het Goddelijk gebod van naastenliefde en
van het betrachten van rechtvaardigheid.
Hierover echter nader in een volgend
ariikeL
vaak goed en bloed hebben opgeofferd, zoolang
hebben wij den plicht, deze vrijheden vast
te houden en te verdedigen. Dat was en is de
eisch van ons levensbeginsel. Dat beteekent
niet, dat wij in de toekomst, waarin
economisch aanzien van ons werelddeel,
wellicht van de geheele wereld, een groote
verandering zal ondergaan, ten aanzien
alle onderdeelen van ons organisatieleven
zullen kunnen blijven vasthouden aan
thans nog geldende, straks wellicht verouderde
normen. Maar het beteekent wèl, dat wij ook
in een komende nieuwe maatsohappij in staat
hopen te zijn, mede door onze Christelijke
organisatie invloed uit te oefenen op de vast
stelling van de positie, welke dan den ambte
naar in het algemeen en den politieman in
het bijzonder zal worden toegewezen. Daarom
is onze tijd een tijd van dagelijksche oriën
teering. Tot een oriënteering onder opzien tot
God, terwijl wij daarnaast in stipte gehoor
zaamheid aan onze nieuwe, zij het tijdelijke
overheid onzen plicht doen; tot een orientee
ring ook, terwijl wij ons van harte geven aan
het werk van onze eigen organisatie, waarvoor
wij door Gods gunst hopen te kunnen blijven
arbeiden."
Het zijn woorden, die de redactie en de
organisatie sieren. Over enkele weken heeft
de Bond 25 jaar gearbeid in het belang van
den Christelijken politieman. Moge déze be
langrijke arbeid nog lang en met zegen worden
voortgezet.
Onze studenten komen bijeen
Het stemt tot groote verheuging, dat de
kampen en congressen van onze Christelijke
studenten als gewoonlijk gehouden zijn of,
naar het zich laat aanzien, als gewoonlijk
gehouden zullen worden. Men zond ons thans
het programma van het 22ste Calvinistisch
Studentencongres, dat tegen September in
Lunteren is belegd. Wij maakten er gaarne
melding van in onze schoolrubriek. Doch ook
op deze plaats vragen wij voor dit congres
volgaarne aandacht.
Er zijn jaren geweest, waarin we ons wel
eens afvroegen, of we, wat allerhande confe
renties en congressen betrof, van het goede
niet wat veel kregen. In een boek, waarin
allerlei regels zijn opgeteekerid inzake het
houden van zulke bijeenkomsten, lazen we
de juiste opmerking, dat men een congres
of conferentie eigenlijk dan eerst moet uit
schrijven, als er behoefte aan blijkt te be
staan. Oogenschijnlijk wordt de moeilijkheid
zoodoende feitelijk slechts verlegd immers,
wanneer kan men zeggen, dat de behoefte
zich openbaart? doch de opmerking is
inzooverre duidellijk, als zij aangeeft, dat ook
het houden van congressen geen sleur mag
worden. En het zou al dadelijk verkeerd zijn,
men zijn leven, ook zijn studentenleven,
liet opgaan in een veelheid van conferenties,
men, als het ware, van de eene confe
rentie in de andere „leefde". Dan komen ook
wel de bezwaren boven. En hier denken we
aan een waar woord, dat een scherp opmer
ker als Prof. Mr. A. Anema voor twintig
jaar schreef: „Al die conferenties, waar men
tegenwoordig zit te redeneeren over de
diepste vraagstukken, kweeken toch vooral
bij jonge menschen zoo licht oppervlakkig
heid. Ze bestaan vaak uit een gemengd
gezelschap van ouderen en jongeren van
jaren en deze laatsten vergeten dan wel
eens, dat een eigen overtuiging toch vooral
de worsteling van de eenzaamheid wordt
verkregen. Ik bedoel volstrekt niet te zeggen,
dat zulke saamsprekingen niet nuttig kunnen
zijn, maar vijf procent praten is wel vol
doende, de overige vijf en negentig moet
toch persoonlijk werk blijven".
Gaan we zoo eens in gedachten de Lun-
terensche kampen na, dan meenen we wel
te mogen zeggen, dat men daar voldoende
oog heeft gehad voor de bezwaren, al
dreigde de bespreking wel eens wat hoog te
gaan en teveel los te komen van het studen
tenleven. Reeds de belangstelling echter liet
i, dat er behoefte was aan een Calvinis
tisch beraad. En het is voor ons geen vraag,
of die behoefte van gezamenlijk de dingen,
de geestelijke dingen van onzen tijd, te
bespreken, is er nü wellicht meer dan ooit.
Daarom is het zulk een reden tot groote
dankbaarheid jegens den Heere, ook van onze
Christen-studenten, dat, zooals de zaken zich
thans laten aanzien, het kamp zijn deuren
openen, en we hopen, dat de studenten
grooter getale dan ooit den weg naar de
Lunterensche hei zullen weten te vinden.
Er wordt in deze dagen ook van onze
studeerende jongeren heel veel gevergd. Juist
een tijd, die nauwelijks de rust biedt voor
werkelijke studie, moeten zij zich inwerken
in de beginselen, welke aan de ware weten
schap ten grondslag liggen. En bovendien is
thans zooveel om hen heen, dat de aan
dacht vraagt en waarop zij zich moeten
bezinnen. Meer nog dan aan onderlinge dis-
ies hebben zij behoefte aan ons aller
gebed. Want nog steeds geldt het woord, en
hier halen wij wederom Prof. Anema, den
studentenkenner bij uitnemendheid, aan:
„Men moet niet vergeten, dat onze studenten
straks de volksleiders worden in onze groep,
dat niet enkel de zuivere opbouw naar
binnen, magr niet minder het oefenen van
christelijken invloed naar buiten en de saam
werking met andere christelijke kringen op
allerlei niet-kerkelijk gebied hun taak zal
zijn. Het is van onberekenbaar nut voor den
invloed van onze gereformeerde overtuiging,
dat reeds in den studententijd dit wordt
geleerd".
Wij, Calvinistische studenten in Nederland,
wij gelooven, dat Qhristus heeft overwonnen
en dat Hij zal overwinnen, aldus schrijft de
heer R H. Bremmer, praeses van de C.S.B..
in het program. En werkelijk, dit is het
geheim, dat het leven van den Calvinistischen
student moet bezielen, mede als hij in be
wogen tijd zijn congres houdt. Zoo zal zich
dan evenzeer openbaren de tredgang en het
rhythme van het geloof, ook als men na
afloop van de vijf dagen het congres verlaat
en het actieve studentenleven ingaat.
DE NATIONALE COLLECTE
De collecte voor het Nationaal Hulpfonds
1940 heeft in de gemeente Eibergen f 8045 op
gebracht. Te Gcederede f 515. Gendringen
f 2631 i waarbij f 1200 aan goederen), Stellen
dam f 164.
FIJNPROEVERS EISCHEN
NUTRICIA's ROOMBOTER
Kwaliteit wordt gegarandeerd
door het Rijksbotermerk. Ver
pakt in cartons van 1/j en 14 Ktp
Driemaal per week versche aanvoer in ons
FILIAAL te LEIDEN
Tuinbouw loopt achterstand in
Maar: de groote „slag" moet
nog komen
Het waren geen bijzonder bemoedigende
cijfers die de Bond Westland ons enkele
weken geleden verschafte over den omzet aan
de Westlandsche veilingen in het eerste deel
dit seizoen; thans kan een wat prettiger
mededeeling volgen; de achterstand van plm.
250,000 is weer ingeloopen.
Er moet echter een „maar" bij, zooals de
voorzitter van den Bond Westland, de heer
J Barendse, ons mededeelde. „Een moment
opname heeft voor den tuinbouw geen
waarde; het is een seizoen-bedrijf, waarin
vele en velerlei wisselingen zich kunnen
doen gelden." In dit verband wees de heer
Barendse er op, dat het Westland een zeven
tien millioen kilo druiven en een vijf en
dertig millioen kilo tomaten teelt, van welke
beide hoofdproducten voor deze tuinbouw
streek de groote oogst nog beginnen moet-
„In het algemeen rekenen we zoo van het
voorjaar, wat we hebben, dat hebben we
alvast." En, hetgeen de tuinbouw tot nu toe
heeft, beteekent lang niet dat hij uit de moei
lijkheden is".
3 30 Juni hadden de twaalf Westland
sche veilingen een achterstand in gezamen-
lijken omzet van plm. ƒ250,000. Daar waren
verschillende factoren de oorzaak van. „Eer
stens hadden we het late voorjaar, waardoor
met onze eerste producten laat aan de
markt kwamen," zoo herinnerde de heer
Barendse. En voor het Westland zijn die
vroege producten nogal van beteekenis, om
dat dan ook in het buitenland nog vrijwel
niets aan de markt is, en de prijzen dus nogal
op kunnen loopen. Dat was nu niet het geval,
want toen de aanvoeren begonnen, brak de
oorlog uit, en kwam er van den afzet van
het product, zoowel wat het binnen- als bui
tenland betreft, niet veel terecht. Immers liet
het vervoersprobleem zich toen ook voor
eigen land sterk gelden. De eerste dagen na
den oorlog was alles nog niet zoo direct ge
regeld, hoewel reeds spoedig met den export
weer begonnen kon worden, en de minimum
prijzen gunstiger werden gesteld dan het
vorig jaar. De druiven en tomaten waren
later, en door dat alles raakte het omzetcijfer
achterop.
Maar nu in de laatste veertien dagen is
daarin verandering gekomen, vooral doordat
de prijzen voor de tomaten gunstiger zijn dan
in het vorig jaar, toen de export ons in de
steek liet en veel doordraaide. Nu is het
Westland dus weer op hetzelfde ontvangsten-
peil gekomen als in het vorig jaar, en zal
moeten worden afgewacht hoe de toestand
zich verder zal ontwikkelen- Men kan de
resultaten van den tuinbouw niet afmeten
naar het moment waarop het goed of slecht
is; pas in October, wanneer het met onze
twee hoofdculturen in het Westland gedaan
raakt, is er zekerheid. Zoo hebben de veilingen
in het Westland, en dat zijn voornamelijk
die te 's Gravenzande, nu een heel wat hooger
omzetcijfer als gevolg van ruimer opbrengst
der vroege aardappelen, welke teelt daar van
veel beteekenis is. Of die voorsprong ge
handhaafd kan blijven, zal de tijd leeren.
Teleurstellend voor het Westland noemde
de heer Barendse den invoer van Italiaansch
fruit, dat misschien van invloed zal zijn op
den prijs van ons zachte fruit. Doch, ook
hierin moet weer worden afgewacht hoe de
afzet-mogelijkheden naar het buitenland zijn
zullen.
Een andere vraag die zich langzamerhand
meer op den voorgrond gaat plaatsen is, wat
de tuinbouw straks te betalen zal krijgen
voor zijn grondstoffen. Het hout, het glas en
andere benoodigdheden zijn in prijs gestegen.
Men hoopt op een voldoende hoeveelheid
steenkolen om in den winter de bedrijven op
gang te brengen.
Met dit al, de tuinbouw Is nog vol verwach
tingen, verheugend is in elk geval dat het
product niet meer naar de mestvaalt gaat,
doch een menschelijke bestemming ontvangt.
Berekeningen kunnen falen, dat zagen we
ook bij de aardbeien, die het in opbrengst
slechts tot een vierde van hetgeen was ge
schat konden brengen.
Het Westland heeft nog zijn kansen voor
dit seizoen, we wachten af, zoo besloot de
heer Barendse.
STEEDS VOORWAARTS MARSCHEN
In verband met de gebeurtenissen die
hebben plaats gehad, waardoor de le Natio
nale Wandeltochten van S.V. op 13 Mei j.L
(2e Pinksterdag) geen doorgang konden heb
ben, heeft het bestuur besloten deze alsnog te
doen plaats vinden. Voorts heeft het bestuur
gemeend, gezien het groote succes van het
vorige jaar ook dit jaar een avondmarsch te
organiseeren.
Deze marschen zullen als volgt worden ge
houden: Vrijdag 9 Augustus, 2e avondmarsch,
afstand 18 K.M.; Zaterdag 10 Augustus, le
Nationale wandeltochten, afstanden 20 en 35
K.M. Vereenigingen of individueele personen
buiten Rotterdam die per spoor reizen, kun
nen op verzoek een korter parcours loopen,
terwijl men ook aan beide marschen kan
deelnemen. De start voor beide marschen
vindt plaats vanuit de Theetuin „Drievliet"
bij Rijswijk.
Inlichtingen en reglement zijn te verkrijgen
aan de navolgende adressen: M. Verbruggen,
Isingstraat 188; mej. Fr. Graafland, Trem-
bleystraat 26 (sec-esse); mej. E. P. Boei, Velp-
schestraat 135; W. G. Baas, v. d. Spiegel
straat 23 a, allen te Rijsjvijk en mej. A. de
Boer, Vijzelstraat 29 a, Scheveningen. Tele
foon 552017.
De vijfde kindervacantietrein
naar de Ostmark vertrokken
De vijfde kindervacantietrein naar de
Ostmark is gisteren om 12.24 uur van het
Arnhemsche station vertrokken. Uit Arnhem
en omgeving gingen 305 kinderen mee, terwijl
de trein op de verdere reis nog groepen
kinderen zal opnemen, zoodat in totaal met
dezen trein 812 kinderen naar de Ostmark
gaan.
Aan het station was groote belangstelling,
vooral van de zijde van de ouders. De bur
gemeester van Artihem, de heer H. P. J.
Bloemers was bij het afscheid aanwezig.
Er heerschte een opgewekte stemming.
N.V. FABRIEK TOT
HOUT BEREIDING
TEGEN BEDERF
C. MIRANDOLLE
GECREOSOTEERDE PALEN
GEZAAGD HOUT
PERKOENEN. DWARSLIGGERS
Piekslraal 4345. Tel. 71732, Rotterdam
MATTEN-INDUSTRIE HERLEEFT
Vele handen aan den
biezen-oogst
Steeds meer ziet men het gelukkig verschijn
sel, dat het oude handwerk zijn plaats weer
krijgt toegewezen, doordat verscheidene stof
fen, die van elders, en meestal van verre,
moeten worden aangevoerd, niet meer of niet
meer in voldoende mate zijn te krijgen. Met
sommige huishoudelijke artikelen zal men dat
ook merken. In den Overijsselschen 'Noord-
West-hoek heeft men ook een industrie, die
een groote vlucht nam, maar daarmede tege
lijk het oude verdreef. We hebben het oog op
de matten-industrie. Vroeger kende men er
een bloeiende handwerknijverheid van het
matten-vlechten van de biezen, welke het
tegenwoordige IJsselmeer opleverde, maar
steeds meer werd deze handnijverheid ver
vangen door de machine, want cocosvezel
werd aangevoerd en door middel van machi
nes werden daarvan kleeden, loopers en mat
ten gemaakt. Vooral Genemuiden werd daar
door bekend. Tusschen den ouden Zuiderzee
dijk van de Noorde-Kadoelen ziet men links
de uitgestrekte biezenvelden aan de kust van
de vroegere Zuiderzee zich uitstrekken tot
aan het Kampereiland en daar vonden vroe
ger A'elen arbeid. Het taande vele jaren, doch
s is een opleving te bespeuren. Vele han
den vinden weer arbeid met de biezenoogst.
Temidden van de uitgsetrekte velden met
wuivende biezen staan de mannen eiken dag
tot hun middel in het water de biezen te
snijden, in dikke bossen te binden en op boo
ten te laden. Die booten worden dan zoover
mogelijk naar het land getrokken, waar jon
gens met paard en wagen gereedstaan om de
biezen op te nemen en naar de meenthe (de
gezamenlijke weiden) te brengen. Daar wor
den de bossen weer losgemaakt en over het
land te drogen gespreid. Waaiervormig, lig
gen daar de manshooge planten op het land
en na een paar dagen worden zij opnieuw in
bossen gebonden en aan hokken ter verdere
droging gezet.
Mannen en vrouwen werken gemoedelijk
door elkaar en ook de kinderen gaan mede
naar het land. Een groote bedrijvigheid, waar
bij allen hard en rusteloos arbeiden. Wanneer
de biezen droog zijn, worden ze naar de
groote schuren in het dorp gebracht en daar
wordt dan verder gewerkt aan het vervaardi
gen van de producten als matten, loopers,
enz. Dit vlechten en aan elkaan naaien is een
bezigheid op zichzelf, waarin sommigen een
groote vaardigheid hebben.
O
N.V. INGENIEURSBUREAU
VOOH
BOUWNIJVERHEID
BOUW- EN GEWAPEND
BETONWERKEN
Volgens nauwkeurig werkplan in leer
korten tijd.
OEGSTGEEST
TELEF. LEIDEN 20341 (2 lijnen)
De Nationale Unie
Het Christelijk Sociaal Dagblad»
hetwelk onder redactie staat van het Bestuur
van het Christelijk Nationaal Vakverbond,
raadt aan achter de Nederlandsche Unie te
gaan staan. De redactie meent „met vrijmoe
digheid te kunnen adviseeren tot persoonlijke
aansluiting bij deze Nederlandsche Unie.
Zij moet, door massale aansluiting, het or
gaan worden, waardoor het Nederlandsche
volk als geheel spreekt.
Zij moet, door nauw contact met alle volks-
deelen het echte Nederlandsohe geluid laten
hooren van geünieerde samenwerking, zonder
de vervlakkende eenheid.
Zij moet, ook door uitbreiding van het aan
tal mannen, dat zich, publiekelijk met hun
naam achter haar stelt, een beeld geven van
de bonte gevariëerdheid, maar toch ook van
de krachtige samenbinding van het Nederland
sche volk.
Slaagt de Unie er in, zich irn dezen geest te
blijven ontwikkelen, dan kan zij voor 't con
tact met de Duitsche Overheid, voor de be
waring van het eigen karakter van ons volks
leven en in dit alles voor de toekomst van
ons volk groote beteekenis hebben."
Het half millioen gepasseerd
Steeds meer landgenooten sluiten zich
ln „De Nederlandsche Unie" aaneen en
scharen zich achter het driemanschap mr.
Linthorst Homan, prof. de Quay, mr.
Einthoven.
Zoo meldt „De Tijd", dat naar schat
ting, Maandagavond het aantal menschen,
dat zich reeds achter „De Nederlandsche
Unie" had geschaard, het half millioen
was gepasseerd!
Het genoemde blad schrijft over de drukte
op het hoofdkantoor van de „N. U.", in de
Alexanderstraat te 's-Gravenhage, o.m. het
volgende:
„Brieven, brieven, brieven, iedere post
brengt ze met manden tegelijk binnen. Brie
ven, daar zijn eenvoudige bij, simpele adhae-
siebetuigingen, maar ook lange met vele be
tuigingen, van sympathiek meeleven en goe
den raad; daar zijn lijsten bij van 10, 20, soms
van meer dan 100 namen tegelijk; een lijst
van 50 artsen komt juist uit de enveloppe,
even later een van 60 jongelui, allen leerlin
gen van een of anderen handelscursus. Nog
later een van 54 mijnwerkers uit Spekholzer-
heide en zoo uit alle deelen van het land en
uit alle lagen der bevolking. Er zijn brieven
bij met geldzendingen, soms een paar post
zegels bij wijze van penningske der weduwe,
een andere maal bankpapier. Een telegrafi
sche gift van 5000 kwam zoo juist binnen
en zoo gaat het maar voort, voort, voort Er
komt geen eind aan. Maandag was het nog
drukker dan de laatste dagen van de vorige
week".
Onder leiding van mevr. A. G. Goedhart-
de Boer werkt in de Alexanderstraat een
groep van dertig vrijwilligers onvermoeibaar
verder om den stroom van aanmeldingen te
verwerken.
Intusschen vormen zich in alle deelen van
ons land steeds meer regionale en plaatselijke
comité's.
KOOL- EN RAAPZAAD ALS
GROENVOEDER
Een voor tusschengewas zeer zeker in aan-
merking komende teelt is die van kool- en
raapzaad. In Duitschland is dit reeds veelvul
dig beproefd en dat met goede resultaten. In
de jaren 1937 tot en met 1939 zijn naar For-
schungsdienst IX meldt proeven genomen met
verschillende rassen n.l. Hongaarsch raap
zaad, Lembkesraap- en koolzaad en Rapko-
koolzaad.
Het bleek daarbij, dat het Hongaarsche ras
ongeveer 14 dagen vroeger bloeide dan de
andere rassen en dat het een vorst van 15 gra
den goed bleek te kunnen doorstaan. Bij late
zaai komt het toch goed door den winter. De
bladontwikkeling is iets minder dan die van
de andere rassen.
De genomen proeven liepen ook over den
zaaitijd. Daartoe werd van 20 Juli tot 1 Oc
tober om de 10 dagen gezaaid. Het bleek, dat
de beste zaaitijd eind Augustus tot begin Sep
tember was.
Per ha wordt 12 kg zaad gebruikt. De rijen-
afstand wordt op 20 cm gesteld.
Bij bemesting van 50 respect.. 100 kg stikstof
per ha verkreeg men de volgende opbrengsten
voor drogestof en eiwit per ha:
Hongaarsch raapzaad resp. 1060 en 1180
droge stof en 180 en 240 eiwit; Lembkes raap-
zaak: 850 en 1000 d. st. en 150 en 195 eiwit;
Lembkes koolzaal 560 en 620 d. st. en 125 en
155 eiwit; Rapko 320 en 410 d. st. en 75 en
105 eiwit.
Hongaarsch raapzaad heeft dus de beste op
brengsten geleverd. Ook in 1938 toen hiervan
de drogestof-opbrengst 1356 kg per ha en die
van eiwit 216 kg was en in 1939 toen de op
brengsten resp. waren 1457 en 277 ha.
De groene massa was evenhoog als van
Lembkes raapzaad en bedroeg bij 50 kg stik
stof 13.400 kg. per ha en bij 100 kg stikstof
17,000 kg.
Hongaarsch raapzaad is dus zeer geschikt om
tusschen de oogst en de voorjaarszaai te ver
bouwen. In het voorjaar is het ook eenige
weken eerder klaar voor afmaaien