|lifuuic gnttötlit (£aurant E I I r Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken De Nederlandsche Unie verduidelijkt haar bedoelingen DE LEEUW N.v. >8' •mentsprijs: S maanden in Leiden en In plaatsen ar een agentschap gevestigd is f 2.35 r Week 18 ct. Losse nummers 5 ct L bij vooruitbetaling. lentieprijzen pi ct per regeL Ingezonden Mede pingen 45 ct per regeL Minimum els. Bewijsnummer 5 ot Bij con- belangrijke korting- Bur. Redactie en Ac ©REESTRAAT 123, LI Telefoon 22710. (Na 9 uur 23109). Postbox 20. Poetr No. 6185 MAANDAG 29 JULI 1940 21e Jaargang 'i, geen eenvormigheid, )ok geen geestelijke cultuurstrijd volk wordt in deze dagen niet verloochening van zijn natio- 'rdigheid en van zijn volkskarak- jrillen deze gedachte vasthouden, 'we bereid zijn steun te bieden cnge nationale concentratie op lend gebied. Er valt te concentree rt belang van meer productieve -king- We waren nimmer van K-e meening. Cncentratie is geen nivelleering nvormigheid. Het leven is van ^lkleurig en als een volksleven fiakeerd is, is dat geen armoede, \dom. Dat volksleven moet in /[ouden, maar mag ontdaan van Vt overwoekert en gezonde levens- podeloos verteert. Alles te willen 3t een nietszeggende, kleur- en z.g. neutraliteit, is on- sch en wordt van ons niet ge- We kunnen nationale instellin- rgen, maar behooren het te doen |is volkseigen geweld aan te doen. lévenlooze unificatie en unifor- j-ëik'eri we dat nimmer en zeker ie vragen van den tegenwoor- die niet zuiver technisch en itief zijn, maar van een gees- ïslag niet zijn los te maken, itarisme heeft dit alles niets te pouwens dit woord wordt, in evenals vroeger, het meest ge- hen, die zelf behooren tot jepen van beperkte levenskracht Het komt nimmer uit den aanhangers van groote volks- Met de veranderde leuze der ^it blijve men degenen van - het lit beginselen leven en zeer wel at deze tijd aan betoon van na- amhoorigheid en medewerking te verhoudingen van hen vordert, jngen begrijpen ook de Duitsche jen zeer wel en daarom toonen ibereid met het nationaal-eigene i te houden. n echter Nederlanders, die zich begrijpelijk toonen dan de bezet- jriteiten en dan o.a. de schrijver frtilnchener Neueste Nachrichten", Duitscher ons nationale leven ïelijk begrepen had, toen hij be- dat ten onzent de religie tot een C|zede is geworden, die aan de ge- |ap haar onveranderbare wet |aar ook haar eigenlijken religieu- ^ud nog geenszins heeft verloren. ^e is nu eenmaal centraal, en doet centraal gelden. Ze is in ons ^en door de eeuwen heen een ge- 1 kracht geweest en heeft ons ten emaakt tot wat we zijn: een volk, ■deder gebied genoemd mag worden n eigen cultuur, goed bestuurd, ^pde overheidsdiensten, dat de ver- Ig met anderen zeer wel kon door- in in nationaal opzicht een groote jforigheid vertoonde, ook al heeft als ieder ander volk perio- I |n inzinking en verval gekend. Ümoet in deze dingen zich ver- betoonen. Wie concentratie en mechanische begrippen kent, mis- levende werkelijkheid en bereikt 2fusie dan een verbeterde samen- van energieën en krachten. De in de veelheid en die is wel- verschillende opzichten voor be- vatbaar tot stand te brengen, ons meer een Nederlandsche op- dan het ijveren voor de grootst 5:e geestelijke nivelleering door ig van geestelijk bezit en goed. egrijpen het dan ook niet al te Is een Nederlandsch blad het >ch Dagblad zoo maar eventjes irtellen, dat ons volk thans geen heeft aan partij- of confessioneele Alsof deze niet de nationaal Ne- iche belangen zouden behartigen, mderstelling is al heel on-Neder- En als men ondeugend zou wil- zou men degenen, die ten aanzien overgroote meerderheid van ons Vun stok-oude wenschen ventileeren Jfx die zouden willen opleggen, van ïrcieele overwegingen gaan ver- .i. rioen dat echter niet, maar willen ^zekering van den schrijver aan- *^n, dat hij niet pleit „voor een gelijk stelde pers naar den vorm of naar Shoud Hij doe het ook niet naar ^geestelijk wezen en houde er zich verzekerd, dat de Nederlandsche ■paar nationale taak in Nederland- Intrant zal behartigen tot het natio- [Nederlandsche doel, waarbij wij den Rijken inslag, gelijk die zich hier ^art in een deel der Pers, absoluut £jöaar achten. G merkwaardig is, wat uit het gou- nent-generaal Polen wordt gemeld, den krijgen daar gelegenheid voor emeenschap Joodsche bladen uit te En in ons eigen land heeft de Rijks- er in zijn groote rede Vrijdagavond pt nu deze politieke wilsvorming be- l 400 herhaal ik nog eens, dat wij niet It land gekomen zijn, om het Neder- Een toelichting op het program Het driemanschap van de Nederlandsche Unie heeft de pers ontvangen en zoowel door een toelichting van hare bedoelingen en haar program als door de beantwoording van verschillende vragen klaarheid gebracht waar nog onzekerheid bestond. De opkomst was zeer groot, het dubbele van hetgeen verwacht werd. Mr. L. Einthoven heeft,, nadat de tweede brochure van mr. Linthorst H o m a n was rondgedeeld, een verduide lijking van het program van de Unie gegeven. Waarom het driemanschap in zee ging Het driemanschap der Ned. Unie heelt besloten in zee te gaan- Na ruim twee maanden gewacht te hebben op een initiatief van de ouderen, hebben wij gemeend dat wij jongeren dan maar zelf moesten handelen. Wij achten het niet verantwoord langer te dralen, vooral niet nu van alle kanten bleek, dat de drang tot handelen zich richtte tot ons jongeren. Er moest een daad komen. Daarom hebben wij gemeend een leiding gevend centrum te moeten vormen waar om heen allen van goeden wille zich kunnen groepeeren. Uit de kracht van ons aantal kan dan een sterk Nederlandsch geluid opgaan. Het is absoluut noodig dat men hoort, dat er ook nog andere Nederlanders zijn dan de relatief beperkte groepen die tot dusverre hun stem hebben doen hooren. De bezettende macht mag niet den indruk krijgen, dat de rest van het Nederlandsche volk, die de overgroote meerderheid vormt, met stomheid en lauwheid geslagen is. Zij moet weten, dat ondanks de geweldige slagen, die werden toegebracht, ook daar nog durf, initiatief en levensmoed aanwezig is, met volkomen besef dat wij staan aan den drempel van een nieuwen tijd. Wij wil den niet langer lijdelijk afwachten en toe zien wat er met ons zou gaan gebeuren, doch meebouwen, daar waar gebouwd kan worden Ik zeg met grooton nadruk „daar waar ge bouwd kan worden", omdat wij van meening zijn dót wij de consequenties van de situatie, waarin wij verkeeren, op staatkundig ter rein hebben te aanvaarden, zoodat o.a. de vragen onze toekomstige staatsinrichting betref'oude, moeten blijven rusten tot na de vrede:, cnferentie. Wel hebben wij onze 'essen uit het ver leden geleerd, zoodat wij uiteraard onze denk beelden over deze vraagstukken wel hebben, doch deze thans niet in discussie willen brengen. Zooals u uit ons programma ziet, hebben wij onze denkbeelden op cultureel en sociaal- oeconomisch gebied verder uitgewerkt en aan de uitvoering en verdere doorvoering daarvan kan terstond begonnen worden. Ons volk wil leiding hebben, het wil weer een perspectief hebben waar net naar uit kan zien. Ook het Nederlandscne ambtelijke apparaat zal wellicht behoefte gevoelen aan contact met hen die zullen peilen wat er in het volk leeft en omgaat. Wij hopen dat velen zich om ons zullen scharen om uit hen nog meer medewerkers to kunnen recruteeren. Nog enkele woorden over de organisatie: Er is een algemeene secretaris, mr. H. J. Reinink, én een bureau, waarvan architect A. H. van Leeuwen directeur is. Dit bureau heeft uiteraard verschillende afdeelingen zoo als pers, propaganda, enz. Er zullen in de provincies en de groote steden afdeelingen komen welke, vooral in den aanvang, van uit het Centrum onder straffe leiding gesteld zullen worden om de 'O hoog noodige eenheid te verkrijgen. Een raad van bijstand zal binnenkort ge vormd worden bestaande uit vooraanstaande mannen op verschillend gebied. Het bureau is voorloopig gevestigd Alexan- derstraat 20. Den Haag. Leden kunnen zien individueel aanmelden of groepsgewijze. De deelnemers aan de Unie, welke den vorm van Stichting zal hebben, worden verwacht naar vermogen bij te dragen. Teneinde alle Nederlanders :n staat te stel len zich aan te sluiten, is de minimum bij drage vastgesteld op 50 cent per jaar. Het gironummer is: 6532 (De Bas en Co.. Den Haag). Het program Wie het program ter hand neemt, zal daar uit zien.^iat niet het staatkundig doel voorop gesteld is, doch het cultureele, waarop het (Vervolg van de eerste kolom). landsche volkskarakter te onderdrukken of het onze wereldbeschouwingen op te dringen, integendeel, van het standpunt der bezettingsmacht ware het natuurlijk veel eenvoudiger, iedere politieke mee- ningsuiting, van welken aard ook, in woord en schrift, te onderdrukken: dit is niet het geval. Als niet zware vergrijpen tegen de beslist in aanmerking te nemen belangen der bezettingsmacht voorkomen, kunnen nu en steeds alle bladen verschij nen, en zijn ook in hun inhoud slechts in hun eigen belang en in het belang van het Nederlandsche volk zoo ver slechts be perkt, als dit ten aanzien van de nood zakelijkheden der bezettingsmacht noodig blijkt. De redactie van het Utrechtsch Dagblad, nota bene van een Neder landsche krant, heeft reden zich te scha men na deze herhaalde verklaring van de hoogste Duitsche autoriteit. O, als zulke geestelijk enghartig ingestelde Nederlan ders het voor het zeggen hadden, hoe spoedig zouden wij in een cultuurstrijd gewikkeld zijn. Laat het Christelijk volks deel dit goed in het oog houden en zijn plaats weten. Juist als ons land in moei lijkheden verkeert, is het gevaar zoo groot, dat sommigen het echt-Nederland- sche woord verdraagzaamheid op een on-Ned:rlandscha v/ijze gaan spellen. sociaal-oeconomische volgt, terwijl aan- het politieke doel van het program slechts epkele woorden gewijd zijn. Dit laatste, aldus mr. Einthoven, is niet geschied omdat men de be- teekenis van het staatkundige element onder schat, maar omdat in de gegeven omstandig heden toch voorshands geen sprake kan zijn van een uitvoering van een staatkundig pro gram in den engeren zin van het woord. Men kent die omstandigheden. Nederland is bezet gebied. Het mocht voor het drieman schap een gelukkig obgenblik zijn geweest, toen het in het verslag der jongste rede van denrijkscommissaris dr. Seyss-Inquart de stellige verklaring had aangetroffen, dat aan het Nederlandsche volkskarakter niet zal worden getornd verklaring welke in geen enkel opzicht indruischt tegen het eerste en belangrijkste punt van het cultureele pro gram van de Nederlandsche Unie dit reemt niet weg, dat voor het oogenblik het voldongen feit der occupatie niet kan worden weggecijferd. Dit dwingt voorshands tot het ter zijde laten van de jplossing van bepaalde specifiek-staatkundige vraagstukken. Trouwens, aldus met nadruk mr. Einthoven, als vroeger een groep met geprononceerde idealen op cultureel, sociaal-oeconomisch en ander gebied in het leven werd geroepen, dacht men allereerst aan verkiezingen, aan Kamerleden, aan een regeering wellicht ook, wier leden ten deele uit die Kamerleden zou den worden uitverkoren. Dergelijke gedachten liggen uiteraard de Nederlandsche Unie verre; dat is voor de nieuwe groep ten eenenmale uitgesloten. Dit is geen groep, die streeft naar de regeering. Zij beoogt slechts dit eene: leiding te geven aan ons volk onder de tegen woordige omstandigheden. De normale leiding, aldus mr. Einthoven, is er immers niet meer, en toch vraagt ons volk leiding. Het wekt pijnlijk misverstand, als slechts vertegenwoordigers van betrekkelijk kleine minderheidsgroepen hier te lande hun opvat tingen vertolken. Niet alleen van hen kan en mag de vernieuwingsleuze uitgaan. Ook dit woog voor het driemanschap zwaar, toen het zich een tweeledige taak stelde: 1. Het rijp maken van ons volk voor de nieuwe denkbeelden. 2. Diezelfde denkbeelden propageeren bij de Nederlandsche overheid. Ook. roet de Duitsche overheid (het staat te lezen in de allereerste alinea van het pro gram) zal loyaal worden samengewerkt. Evenwel is dit program niet aan haar voor gelegd. Wel is indertijd voeling gehouden met de bezettende overheid, die het optreden van de Nederlandsche Unie met belangstelling volgt. Over de groote lijnen heeft onlangs een bespreking met haar plaats gehad; niet echter over dit concrete program. De cultureele paragraaf In nauw verband met de cultureele para graaf (of hoe men de diverse desiderata „op cultureel gebied" moge noemen) staat de daaraan voorafgaande hartewensch, dat de Christelijke geest in de samenleving worde verdiept. Het christendom heeft indertijd zijn stempel op ons volkskarakter gegeven; het christendom ook waarborgt het idealismè, dat in dezen tijd meer dan ooit van noode is. „Verheffing van het levensideaal boven materialisme en egoïsme", die vroeger vaak al te veel den boventoon voerden, is bijgevolg een der voornaamste punten van de cultu reele paragraaf. Dit klemt te meer, aldus mr. Einthoven, omdat te vreezen valt, „dat de materie aanstonds minder wordt". Als men in dezen tijd bij de pakken blijft neerzitten, als nu geen wekroep weerklinkt, zou een mentaliteit kunnen gekweekt worden, waaruit niets goeds kan voortvloeien. Groote beteekenis wprdt ook toegekend aan het programmapunt: „vrijheid van gods dienst, kerk, levensbeschouwing en opvoe ding". Wie aan die vrijheid raakt, aldus mr. Einthoven, raakt aan den Nederlander zelf. Dit parool sluit echter niet in, dat het driemanschap de ongelooflijke versnippering zou willen handhaven, welke als een buiten gewoon groote fout van het verleden moet worden beschouwd. Integendeel, daartegen wenscht men stelling te nemen. Ook onderscheidt men ten scherpste tusschen belijdenis van het Godsgeloof in' eigen kring en een vergedreven politiek sectarisme. Het eerste aanvaardt men gaarne, het tweede verwerpt men. Wat is te verstaan onder opvoeding van de jeugd in nationalen zin?" De algemeene strekking van dat programpunt is duidelijk genoeg, sluit het echter ook het streven naar één nationale jeugdorganisatie in? Naar één nationale jeugdorganisatie Prof. De Quay heeft op deze vraag ten antwoord gegeven, dat samenvatting van de talrijke groepen, met erkenning van de ver scheidenheid op confessioneele (niet op poli tieke) basis door het driemanschap ten zeerste zal worden toegejuicht. De sociaal-oeconomische paragraaf Prof. De Quay heeft een nadere toelichting gegeven van het laatste programpunt der sociaal-oeconomische paragraaf: ..beteugeling van bedrijfsconcentratie en trustvorming" Eenerzijds zoo zette hij uiteen zijn bepaalde vormen van bedrijfsconcentratie noodzakelijk, anderzijds leidde die concentra tie echter ook tot uitwassen. Bedoeld pro grammapunt heeft niet deze strekking, dat een bepaalde wijze van kartelvorming oeco- nomisch niet gewenscht zou zijn, wel echter richt het zich tegen d i e concentratie, waar bij het individueel belang van den onderne mer overheerscht boven het maatschappelijk belang. Dat wenscht de Nederlandsche Unie te keeren. Zoowel op industrieel gebied ais op het terrein van den middenstand. Vol gens prof. De Quay, kunnen zich zulke uit wassen voordoen. Reeds meer dan 100,000 adhaesiebetuigingen Verblijdend was de mededeeling van mr. Einthoven, dat binnen twee etmalen reeds ruim 100,000 adhaesiebetuigingen waren ont vangen. Blijkbaar hebben velen reikhalzend naar het optreden van deze nieuwe groep uit gezien. Men wenscht voorlichting, leiding of hóe men het noemen wil van landgenooten, in wie men vertrouwen stelt en die beseffen, welke grenzen in dezen tijd aan hun be moeiingen gesteld zijn. <~i)cfjijn 1eepet\ li Cloaricu/e opt" BIERBROUWERIJ VALKENBURG(L) BEKEND OM HAAR PRIMA BIEREN Het was stellig reeds deze overweging, die het driemanschap er toe gebracht heeft, zich thans tot het Nederlandsche volk te richten. Een nadere constitueerende vergadering is is immers de vorm van een stichting ge kozen- Had men nog even moeten wachten en eerst tot overeenstemming moeten komen met an dere organisaties, die een verwant doel zeg gen na te streven? Contact is niet achterwege gebleven, in het bijzonder met de organisaties, die den laatsten tijd zijn opgekomen. Samengaan, aldus mr. Eirtthoven, zal op prijs worden gesteld, doch hét was thans de tijd om te handelen, niet om nog langer te onderhandelen. Hoe zal worden gehandeld? Daar is allereerst het propagandistische doel (in den goeden zin van het woord). Binnenkort zul len in tal van plaatsen zoowel ten plattelande, als in de steden, vergaderingen worden ge houden. Propagandageschriften, folders enz. zullen worden verspreid. Binnenkort zal men zich overal voor deel neming kunnen aanmelden. Desnoods kan één enkel persoon ten plattelande daartoe door het neerleggen van een lijst en doorzending naar de Alexanderstraat 20. Den Haag. het initia tief nemen. Op dit oogenblik verdient echter leiding uit één punt de voorkeur, zoodat het wellicht beter is, hiermede rekening to hou den. Trouwens, in verschillende plaatsen zullen binnenkort besprekingen worden ge voerd. En men kent reeds het Haagsche adres; anders zouden niet reeds honderddui zend landgenooten dit binnen twee dagen hebben weten te bereiken. Aan mr. Einthoven is ook de vraag gesteld, hoe zijn mededeeling moest worden verstaan, dat zoowel aanmelding van personen, als van groepen mogelijk is. Het antwoord luidde al dus: „politieke groepen als zoodanig kun nen zich niet aanmelden, al zijn wij dankbaar voor medewerking van elke zijde, wel echter zal de toetreding van s oc i a 1 e vereenigingen met erkentelijkheid worden begroet Mêft Wil niet eendsoort van intermezzo-, regeering vormen, doch wel trachten invloed te oefenen op de voorbereiding van bepaalde maatregelen van de huidige autoriteiten. Overigens zal steeds gestreefd worden naar een ordening van zaken, die volkomen aan sluit bij het Nederlandsche volkskarakter. Van boven af wil men wel leiding geven, niet echter in dien zin, dat voorgeschreven zou worden; „zóó zal het gebeuren, en niet anders". Het zal, aldus mr. Einthoven, moeten ge schieden op Nederlandsche wijze, langs Nederlandschen weg. Het zal misschien dan iets langer duren, maar dan wortelt het ook de volksziel zelf. Het hoofdbestuur van den Katholieken Ne derlandschen boeren- en tuindersbond heeft het volgende telegram verzonden aan het bu reau van de Nederlandsche Unie: De Katholieke Nederlandsche boeren- en tuindersbnd, omvattend 77,000 leden, daartoe speciaal gemachtigd door de gewestelijke or ganisaties, betuigt zijn sympathie met het initiatief van de Nederlandsche Unie en koestert de verwachting, dat alle landgenoo ten zich daarin mogen samenvinden voor den opbouw van -een schoone toekomst. Voorts heeft de Nederlandsche R.K. metaal- bewerkersbond een telegram gezonden, waarin het hoofdbestuur vertegenwoordigende ruim 23,000 R.K. metaalbewerkers de totstandko ming der Nederlandsche Unie van harte toe juicht, zijn volle instemming betuigt en spon taan algeheele medewerking toezegt. 5—11 Augustus: inventarisatie van textielgoederen Van 5 tot 11 Augustus a.s. zal een algemee ne inventarisatie plaats vinden van bij de textielindustrie, groothandel en kleinhandel aanwezige voorraden textielproducten. Ondernemingen en handelaren, die na afloop van de bovengenoemde periode niet in het bezit van een vergunning van het rijks bureau voor d.e distributie van textielproduc ten zijn, zullen door de industrie en andere leveranciers niet meer mogen worden bediend. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart deelt mede, dat met ingang van Zaterdag j.l. de verkoop en aflevering van de navolgende artikelen door de textielindus trie, groothandel en kleinhandel aan consu menten is verboden. Deze artikelen zijn: regenjassen, regenman tels en regencapes (niet uit gummi of ge- gummeerde stoffen gemaakt); wollen of half wollen costuums (jas, broek en vest); afzon derlijke wollen of halfwollen jassen (colbert-, jacquet-, sportjas e.d.); afzonderlijke wollen of halfwollen broeken (inbegrepen rijbroeken en plus-fours); wollen gebreide slipovers en pullovers (met mouwen); idem zonder mou wen of met V* mouwen; wollen gebreide ves ten en jumpers (met mouwen); idem zonder mouwen of met mouwen; wollen en half wollen japonnen en jurken; wollen en halfwol len rokken, rokbroeken en broeken van stof; idem tricot of gebreid; wollen en halfwollen mantelpakken; wollen en halfwollen com plets; truien; vierkante mete. wollen en half wollen stoffen voor bovenkleeding. Dit verbod geldt tenzij inmiddels een afwijkende regeling wordt gepubliceerd tot Maandag 12 Augustus a.s. NED. VER. VAN CHR. KANTOOR- EN HANDELSBEDIENDEN De leden en afdeelingen van de Ned. Ver. van Chr. Kantoor- en Handelsbedienden heb ben voor het Noodfonds 1940 reeds totaal een bedrag van 3008.09 bijeengebracht. Mr. Linthorst Homan beantwoordt de critici „Wij moeten gezamenlijk zoeken naar onze plichten in dezen zwaren tijd" De richtlijnen, waarlangs de Unie wil werken In de tweede brochure van Mr. J. Linthorst Homan, een der drie oprichters van de Nederlandsche Unie, wordt een antwoord gegeven op de cri- tiek, welke de laatste weken op velerlei wijze is tot uiting gekomen. Deze poli tieke critiek stond niet op het hooge niveau, dat de schrijver had verwacht en hij bespeurde daarin dan ook nog niet veel van nieuwen geest. Persoonlijke ver dachtmakingen, aldus de heer Homan, welke vroeger te veel de politiék ontsier den, deden ook nu opgeld en men heeft mijn bedoelingen zóó gekleineerd en ver oordeeld, dat ik mij waarlijk waande in den ouden tijd, waarin in het politieke spel dit alles zich soms precies zoo kon voordoen. Na de verschijning van zijn eerste brochure neeft de heer Homan honderden brieven ont vangen, waaruit hem gebleken is, dat niemand vindt dat hij te ver is gegaan. Hieruit conclu deert hij, dat men alom in ons volk de oude fouten reeds lang heeft gevoeld en dat wij dus reeds, wellicht onbewust, verder waren op den weg naar verjonging en vernieuwing, dan uit de uiterlijke teekenen bleek. In de tweede plaats heeft men tegenover den heer Homan zijn teleurstelling, ja zelfs woede geuit over zijn contact met de voor zitters der politieke partijen. Waarschijnlijk hebben wij hier, aldus de heer Homan, het psychologische verschijnsel, dat ons volk nü van partijpolitiek niet meer wil hooren. Is dat juist? Inderdaad is dat juist in dien zin, dat wij het partijwezen, zooals het vroeger was, niet willen zien, terugkeeren. Men wil geen onderlinge politieke tegenstellingen meer zien, maar het is onrechtvaardig door een heftige critiek het verleden te verguizen en de poli tieke partijen slechts smalend te bespreken. Hun leiders hadden fouten, zij zullen dat zélf erkennen, maar dat politieke figuren als zoo danig onvaderlandsche Nederlanders zouden zijn is een grove onwaarheid. De heer Homan ontkent, dat de eerste plan nen voor de Nederlandsche Unie gestrand zouden zijn door inwendige zwakte, al geeft hij toe, dat zij minder ver gingen, dan hij persoonlijk noodig acht. Zij zij n mis lukt, doordat het onmogelijk is in bezettingstijd over bepaalde onderwerpen te schrijven. De heer Linthorst Homan bespreekt vervol gens de vraag of de tijd voor politieke, staat kundige, constructies in ons land reeds is ge komen. Een streven als van dr. Fentener van Vlissingen juicht hij op zichzelf toe, doch het is onvoldoende, omdat „het nu te laat is voor stukwerk". De heer Homan bedoelt dat zóó „Ons volk zwijgt niet. Er zijn groepen, welke integendeel met bijzonder groote scherpte het recht opeischen, in dezen voor geheel ons volk te spreken en het is bijna uitsluitend hun ge luid, dat klinkt. Welnu, dat is onjuist en dat doet ons volk onrecht aan. Ook al staat voor mij vast, wat ik reeds bij herhaling zeide dat onze uiteindelijke weg ons aller gemeenschap pelijke weg zal moeten zijn, ook dan wil ik nu het recht erkend zien van het Nederland sche volk, dat niet tot deze groepen behoort, zich ook op zijn wijze te uiten, niet in partij politiek, doch in zijn nieuwen vaderlandschen zin. Deze noodzaak heb ik reeds wekenlang gevoeld en ik heb het zoo betreurd, dat zij nog niet algemeen erkend is. Of men dit nu met het onduidelijke woord „politiek" wil aan duiden of niet, doet aan de zaak niet af. Al kan dan in oorlogstijd normaal gespro ken geen staatkundig werk geschieden, toch is het tegenover ons volk en tegenover de bezettingsautoriteiten noodig dat de hier han gende nevel en mist worden verdreven door ook uit de breede kringen welke tot heden stil zwegen, een geluid te doen hooren, opdat men al werkende den weg naar den „uiteindelijken politieken vorm voor ons staatsbestel" vinde. Hadden wij wél een normaal fungeerend landsbestuur, wél een normaal zij het onder bezetting, .werkende regeering, ook dón zou dit alles even noodzakelijk zijn als nu. De toekomstwil van ons volk moet zich zoo duidelijk mogelijk afteekenen. De losse samen hang, welke wij nu nog vertoonen, is daar voor ten eenenmale onvoldoende. Rampen en zware beproevingen drage men gemeenschappelijk; onverschilligheid van sommigen zou niet alleen on-vaderlandslie vend maar anti-nationaal zijn. Het programma. De heer Homan bespreekt vervolgens de totstandkoming van den eersten oproep van de Nederlandsche Unie aan het Nederland sche volk. Toen de oorspronkelijke plannen bleken niet te kunnen slagen heeft het drie manschap besloten, gezamenlijk in zee te gaan, omdat de enorme adhaesie, welke de drie op richters persoonlijk van alle zijden hadden ontvangen, hun de verantwoordelijkheid voor het verdere verloop oplegden. Duidelijk hebben wij, aldus de schrijver, in onzen oproep van 24 Juli te kennen gegeven, dat wij samenwerking hopen te mogen vinden ook met de anderen, die tegenwoordig naar „concentratie" streven. Het werk is tè belang rijk dan dat wij over en weer met hetzelfde doel elkander zouden mogen vergeten of zelfs bestrijden. Een Raad van Bijstand uit het economi sche en sociale leven zal worden ge vormd; zijn samenstelling zal een bewijs zijn van ons streven naar samenwerking met alle deelen van ons arbeidende volk. Ook persoonlijk zijn wij, wanneer dat noodig is, natuurlijk bereid, het persoon lijke werk, dat reusachtige inspanning zal kosten, met anderen te deelen of aan anderen over te geven. Sommigen hebben den heer Homan gezegd, dat hij in de N.S.B. of in Nationaal Front kan vinden wat hij zoekt. Het is mogelijk, aldus de heer Homan, dat deze stroomingen zich zóó zullen afteekenen, dat zij ook verlangen tot medewerking wekken bij hen, die denken als ik en die, als ik, vasthouden aan onze vaderlandsche tolerantie en aan ons aloude I11 I' Hl IN DE SMIDSE" DE SMIDSE" K. L»ld»ch«dwir*«lri*t 28 KI. G»rtm«npl»nUo«n 5 Jong» RotltmtMf 2* Damrak 6 Spui 30 AMSTERDAM H.enJ.VAN SCHUPPEN. Veenendaal wantrouwen in een particulier leiderschap voor het Nederlandsche volk. Voorloopig zie ik daarvan echter nog maar zeer weinig voor teekenen en zoolang behoud ik mij het recht voor, hier nog verre van te staan. Zegi nu deze of gene: „Niet gij zult on» volk den weg wijzen, maar ik of wij", dan antwoord ik: „Ik heb ook niet de pretentie ons volk den weg te willen wijzen, ik wil slechts geza menlijk met gelijkgestemden zoeken naar ons* plichten in dezen zwaren lijd. Ik wil mijn volk dienen daar waar ik het denk te kunnen die nen en overeenkomstig den geest welken ik in de jaren van mijn werk in ons volk heb leeren aanvoelen en liefhebben." Als de critiek de heer Homan verwijt, dat hij het volk niet kent, omdat hij een intel lectueel is, dat hij een man is 4ie een hooge betrekking bekleedt en dat dezulken hebben afgedaan antwoordt hij: „Het is mogelijk dat menschen als ik terzijde worden gesteld, en wanneer het landsbelang dat eischt, zal ik daar nimmer over klagen, want dan zou lk mijn volk niet waarlijk dienen." Hij ont kent overigens dat er een scherpe tegenstel ling zou zijn tusschen „eenvoudigen" en „in tellect". De heer Linthorst Homan is het geheel eens met wat wij op 18 Juli jl. in ons blad schreven: „En langs dezen weg is ook onder ons de eenheid bevorderd, een eenheid, die van temeer belang is, nu wij gezamenlijk voor de zelfde moeilijkheden staan. Er doet zich thans een veelheid van vragen voor zoowel voor den „werker met het hoofd", als voor den „werker met de hand". Het zijn vragen die een nuchter en klaar verstand èn een stevig aanpakken eischen. En wat daarbij overboord moet, is de vermeende' tegenstelling tusschen intellectueelen en eenvoudigen. Er zij veel eensgezindheid, gemeenschapszin, doch ook veel onderling gebed. Het gebed van den een voudige vermag veel, meer dan het misschien heel scherpe verstand van wie niet bidt. Want ver boven alle mogelijke onderscheidingen onder de kinderen Gods gaat uit de w e t e n- schap, geput uit het g e 1 o o f, dat wij alle» tesamen kinderen zijn van één Vader. De brochure eindigt als volgt: „In hechte vaderlandsliefde, in vaderland schen zin, in diep Godsvertrouwen, stel ik mij met vele anderen thans voor de volkszaak." De behandeling van Duitschers in Ned.-lndië De Indische regeering heeft het plan opge vat een excursie van journalisten te organi- seeren, teneinde te laten zien dat de geïnter neerde Duitschers in Indië goed zijn onder gebracht en over sportterreinen en ontspan ningsterreinen beschikken. In bevoegde Duitsche kringen betoogt men echter, dat het Indische gouvernement zich vergist, als het meent op deze wijze reken schap voor zijn houding te kunnen afleggen. Van Duitsche zijde zijn'ontelbare pogingen ge daan om langs ambtelijken weg, rechtstreeks of door bemiddeling van een neutrale mo gendheid, contact met de Indische autoriteiten te krijgen. Deze pogingen zijn onbeantwoord gebleven. De Indische regeering heeft de Duit schers in quarantaine stations opgesloten en door inlanders laten mishandelen. Thans heeft de Duitsche reegeering represailles gesteld, welke zoolang zullen duren als de internee- ring van de Duitschers in Indië. De discrimineering van de Duitschers in Indië in de oogen der Inlandsche bevolking moet volgens de meening van Duitsche krin gen beschouwd worden als een slag in het gezicht van het blanke ras. BOOM'S AAMBEIENZALF bloedende als blinde aam beien worden krachtig be streden door BOOM'S AAMBEIENZALF He»/et/ken bedaart spoedig Alleen ivorzion ron oen naam ouum. f 0.93 per potje. Nedërlandsch fabrikaat Het bondsbestuur van den Ned. Bond van J. V. op G. G. heeft besloten in verband met de tijdsomstandigheden het drietal bondsver gaderingen op verschillende plaatsen des lands in Sept. a.s. te houden ingevolge besluit van den jongsten bondsdag niet te doen doorgaan. Wel zal doorgaan de vergadering van het bondsbestuur met de afgevaardigden der Prof. afdelingsbesturen ter bespreking van het bondsbezoek in den afgeloopen en den komen den winter. Ze zal gehouden worden op Donderdag 22 Aug. a.s. te Amersfoort en niet zooals in het verleden op een Zaterdag, zulks met het oog op de treinverbindingen. Geen telefoonverkeer met Duitschland Een in sommige bladen verschenen beriebt over het herstel van het telefoonverkeer tusschen Nederland en Duitschland, op den voet van voor den lOden Mei, berust op een misverstand. Zoodra dit verkeer inderdaad hersteld is, kan men een officieele mededeeling in do pet» tegemoet zien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1