lUUi i iiitlii8
V3"1 vitw^Öi
^PllLs Ucd
Een gedeelte van de Boekowina, het Noor
delijkste deel van Roemenië, is met Bessa
rabic door Sovjet-Rusland bezet. Een ty
pisch landschap met een bewogen ver
leden heeft daarmee een keerpunt in zijn
geschiedenis bereikt. Er is over dit karak
teristieke stukje grond met zijn vriende
lijke gastvrije bewoners, maar heel weinig
bekend.
In het artikel hierboven vertellen wij het
een en ander over dit interessante land
dat thans zoo onverhoeds onder Sovjet-
Russische heerschappij is geraakt.
VERDREVEN OM HUN GELOOP
Een enkel woord moeten wij nu wijden aun de
karakteristieke volksstam der L i p o w a n e n,
waarvan er nog c.a. drie duizend in leven zijn.
De Lipowanen waren oorspronkelijk Grooi Rus-
een. wier taal zij ook spreken. Zij behooren tot
de oude Russische Kerk en werden om hun ge
loof uit RusLand verdreven, zoodat ze in Roe
menië en de Boekowina terecht kwamen. Het is
een typisch volkje. Men herkent ze dadelijk aan
de groote gestalten en de blonde haren als Groot-
Russen. Zij beschikken over groote lichaams
kracht, en zijn zeer gehecht aan hun traditio
neels kleedij. Zij leven in hoofdzaak vegetarisch
en raken alcohol noch tabak aan. Daar hun
godsdienst verbiedt zich met vreemdelingen te
vermengen, slagen zij er in hun ras zuiver te
houden. De Lipowanen zijn in hoofdzaak fruit»
handelaren. Zij pachten een boomgaard, die van
vader op zoon overgaat en trekken mei het ge
plukte fruit het land door op hun typische paard
en wagens. Met deze „vliegende winkels" voor
zien zij in hun levensonderhoud.
DORPEN EN STEDEN
De hoofdstad van de Boekowina is Czerno-
witz met c.a. 100.000 inwoners. Een belangrijk
landbouwcentrum is R a d a n t z. welke stad de
meest Duitsche is van het land. Veel kleiner zijn
Suczawa op den oever van de gelijknamige ri
vier, Kimpolung cn W i z n i t z.
Men vindt in de Boekowina ook enkele beroemde
klooators. Daarvan moeten genoemd worden dat
van Putna, een stichting van de Roemeensche
Een mengelmoes van volken
en rassen leeft hier bijeen
MEN moet in de Boekowina geweest zijn om
zich dit karakteristieke landschap te
kunnen voorstellen. Het schijnt zoo'n vergeten
stukje grond te zijn in den Zuid-Oosthoek van
Europa. Toch heeft dit vroegere Oostenrijksche
hertogdom reeds een bewogen verleden achter
den rug. In enkele uren tijds werd vorige maand
over het toekomstig lot van de Boekowina be
slist. Toen Bessarabie werd bezet, hadden de
Sovjets een behoorlijke afronding van de Rus
sische grens naar Polen noodig. Dat kon alleen
door middel van een bezetting van de Noorde
lijke Boekowina. Voor zoover de bewoners niet
zijn ge\ lucht, moeten z»J voortsan de zegeningen
Roetheensche bevolkingsgroep uit de Boekowina.
IETS OVER DE BEVOLKING
Schoon, om nooit te vergeten is het landschap
van de Boekowina. Voor de helft bestaat het uit
bergland, waarvan sommige toppen een hoogte
van 180(1 a 1900 Meter bereiken. Van het Zuid-
Westen naar het Noopd-Oosten gaan de bergen,
die dicht met sparren en dennen zijn bezet, over
in heuvels, die een hoogte van 400 a 500 Meter
bereiken. Hier ziet men niet langer de statige
spar de karakteristiek van het landschap uit
maken, maar imponeert de beuk in al zijn
schoonheid. Het is niet zeker, hoe de naam Boe
kowina is ontstaan. Doch niet onwaarschijnlijk
is het, dal de naam afkomstig is van 't Duitsche
„Buchenland", d.w.z. beukenland. De Boekowina
zou dus haar naam ontleenen aan de. vele
beu ken wouden die men er aantreft
Boekowiensche boeren in de typische streek
dracht.
van den Sovjet-slaat ondergaan. Nieuwe grenzen
zijn in Oost-Europa getrokken, nieuwe tijden
breken aan!
EEN TYPISCH LANDSCHAP
De bevolking van de Boekowina telt ongeveer
800.000 zielen. Er zijn ongeveer 350.000 Roe-
m e e n e n, die het sterkst vertegenwoordigd zijn
in het zuiden en midden des lands. De 11 o e t h fi
ne n of Klein-Russen (de Oekrniners) blijven n
getal vrij aanzienlijk beneden de Roemenen Zij
wonen voornamelijk in hot Noorden en Westen
en behooren meest tot de lagere volksklassen
Nauw verwant met de Roethenen is de typische
volksstam van de H ii z u 1 e n. Zij waren op heg
tand in den omtrek van de bronnen van Czere-
mosz. de Puczawa, de Moldova en de Moldowitza.
Deze volksstam is aan het uitsterven. Er zijn
momenteel nog hoogstens een paar duizend Hu-
zulen over. Hun oorsprong ligt in het duister.
Niet onmogelijk is. dat zij van Scytische origine
Jong meisje aan het weefgetouw.
zijn. De Huzulen zijn voornamelijk houtbewer
ker» on herders. Zij kappen boomen, maken er
vlotten van en drijven daarmee de rivieren af
naar de bowoonde wereld.
Zeer talrijk zijn in Boekowina de Duitschers,
Zij maken ongeveer 10 procent van de bevol
king uit. Behooren de Roemenen en Roethenen
tol de Grieksch-Katholieke Kerk, de Duitschers
zijn meerondeels Roomscb Katholiek. In be
paalde plaatsen als Frautautz en Badautz zijn do
Duitschers echter voor wel 75 procent Luthcrsch.
Verder vindt men in de Boekowina enkele tien
duizenden Hongaren, Polen, en een kleine
100.000 Joden. Tenslotte zijn er enkele honder
den Armeniërs, die heel populair zijn om
hun eerlijkheid, gastvrijheid en hoffelijkheid, en
nog wal zigeuners, die meestentijds als smid
In hun levensonderhoud voorzien.
In dit landschap ontspringen verscheidene tij
rivieren van de Donau. Daar zijn allereerst de
Pruth en de Sereth, met do Czerenioosz, de Sue-
zana en de Moldawa. Aio zilverkleurige linten
slingeren deze riviertjes zich door het Roe
meensche land, breedc valleien vormend waar
bebouwing mogelijk is en ook tal van dorpjes
zijn ontstaan. De breedste van deze riviertjes ia
de Suczana, die de Boekowina precies in tweeën
deelt.
De Boekowina is niet groot. De oppervlakte be
draagt slechts tienduizend vierkante Kilometer»,
hetgeen overeenkomt met iets minder dan een
derde deel van ons land. Voor 1775 zuchtte de
Boekowina onder Turks-he heerschappij Keizer
Jozef de Tweede van Oostenrijk, de zoon van
Maria Thercaia, maakte hieraan een einde. De
Boekowina werd een Oostenrijksch hertogdom,
en is dat gebleven tot in 1919. toen het land
werd ingedeeld bij het vecgj-oote Roemenië.
Vooral in de Oostenrijksche periode heefi de
Boekowina tijden san welvaart gekend Do
grondslair daarvoor werd gelegd door keizer Jo
zef de Tweede Deze vond hel land door de
Turksche machthebbers vrijwel uitgemergeld. Er
was slechts een kleine bevolking overgebleven,
die in groote armoede verkeerde. Door een ver
standige „kolonisatiepolitiek" bracht Jozef de
Tweede hierin verandering
Uit alle oorden van Oostenrijk iet hij gedeelten
van de bevolking naar de Boekowina verhuizen
Zoodoende waren in het land spoedig vrijwel
alle nationaliteiten gevestigd, die ook in Oosten
rijk vertegenwoordigd waren, zoc o.a Duit
sche. Tsjechen. Slowaken, Polen etc. In dp Boe
kowina aangekomen, bleven landgenooten
meestal bij elkaar wonen, zoodat hier allerlei
dorpen en plaatsen ontstonden, welke al naar
gelang van aard en oorsprong der bevolking,
een typisch karakter kregen. Dit ie tot op den
huidigen dag zoo gebleven. Men vindt dus in dc
Boekowina een waar mengelmoesje van rassen
en volkeren Vandaar, dat in den volksmond de
Boekowina ook wel ..Klein-Oostenrijk" genoemd
wordt
Een vruchtenhandelaar in de Boekowina»
104
HET Bijbelsch diorama, dat vóór een paar
jaar in Haarlem, in het gebouw Schoter-
•ingel 117a werd geopend, is bezig zich te ver-
grooten. Zoo wordt het almeer een merkwaar
digheid voor onze bloemenstad, en verhoogt het
haar aantrekkelijkheid voor jong en oud.
Besloeg het diorama tot dusver met zijn tafe-
reelen uit hel leven des Heeren één verdieping,
nu ie er op de tweede een vijftal Oudtestamen
tische voorstellingen bijkgekomen. Men stond
ons toe, het nieuwe werk, dat zijn voltooiing na
dert, reeds nu in oogenschouw te nemen, ons er
in te verheugen, echt te genieten
Wij weten allen, van hoeveel gewicht voor het be
waren, voor hel onthouden een heldere krach
tige, zuivere aanschouwelijke voorstelling der
Bijbelsche feilen is. Allereerst dient die te
worden gegeven door goede, duidelijke vertel
ling. Maar haar indruk hanr onvergoteltjkheid
kan worden versterkt door de plaat. Nog staan
ons voor den geest de prentjes, die wij bijna 70
jaar geleden, mochten opslaan in onzen ouden
platenbijbel thuis, het was d:p van 1726 Nu zijn
er onder de bestaande platen vele goede, er zijn,
helaas ook vele slechte onder, zeer vele zelfs.
Het diorama heeft een voordeel boven de vlakke
plaat. Het verhoogt namelijk het werkelijkheids
gevoel. doordat de perspecticvische kijk op 'and
schap en gebouwen wordt gesterkt. Het heeft na
melijk, ander? dan ie plant zijn eigen diepte;
het bestaat uit een opeenvolging van platen, die
achter elkaar zijn geschikt (vijf en meer) en die
leder een gedeelte van het totaalbeeld geven.
Toch weet de kunstenaar, door zijn kunstige
schikking en het in elkaar vloeien vnn lijnen en
kleuren, bij den toeschouwer den indruk te wek
ken. dat hij rnaar één geheel ziel. Maar de ver
kregen diepte doet den kijker toch denken, dat
hij een werkelijk landschap aanschouwt, men-
schen, altaren, hergen en hemel
Vooral het kind neemt het voorgestelde feit mee
als een echte aanschouwing, een onvergctclijk-
heid.
De volijverige ontwerper van heel dit plan heeft
ik acht dat een geluk nog nlel kunnen
ruston. Zoo heeft de bekende schilder Van der
Schaar, die hef Palestijnsche landschap door zijn
lang verbfljf aldaar grondig kent, dan weer pa
let en penseel gegrepen. Ditmaal heeft hij Oud
testamentische tafereelen geschilderd. Uiteraard
was de keuze zeer moeilijk. Zij viel na lang be
raad op een moment uit het leven, uit den arbeid
van een profeet, vnn een priester, van een ko
ning. De tafereelen stellen achtereenvolgens
voor: 1. Elia op den Knrmel, als hij zijn altaar
bereidt. 2. Aaron vóór het altaar bij Sinn: t\!»
het vuur vnn den hemel valt op het offer, 3. Sa
muel die Davld zalft tot koning. Het zijn alle
groote stukken van naar schatting 1 y2 bij 1% M.
Een vierde tafereel 9tel1 Jona voor, zittend onder
den wonderboom: Gods barmhartigheid eindigt
niet bij Israels grenzen
Bijna gereed is het diorama van den Zondvloed;
men was nog bezig met het beproeven der licht
effecten. Op het schuimende eindeloze watervlak
drijft onder het sombere, donkere luchtgewelf
leven te midden van al dien dood. liefdp Gods
boven al Zijn toorn de ark.
Ik kan mij begrijpen, dat de echte verteller deze
sobere, maar daardoor luist sterk sprekende
voorstelling meeneemt en ze straks voor zich
heeft als hi.i voor zijn klasje gaat spreken over
wat God daar heeft gedaan, over wat hij vóór
sijn oogen zag van dood en leven, van zonde en
verlossing, van Gods toorn en oneindige liefde.
Als hij voor zijn leerlingen na de aanschouwe
lijke vertelling het moment teekent van de uit
beelding, die de oude wprkelijkhcid zoo echt na
vorst Stefan de Groote en Suceavita. Deze
kloosters waren in vroeger eeuwen versterkt en
omgeven door een zware vestingmuur. In tijden
van nood werden deze kloosters \erdedigd.
De Boekowina dankt zijn betekenis vooral aan
den boschrijkdom en aan de industrieën, die
zich daar hebben gevestigd. De hoofdstad Czer-
nowitz is het centrum voor houthandel en hout-
Industrie, alsook de zetel van voedingsmiddel-
textiel-, chemische en metallurgische Industrieën.
Aan bodemschatten is er behalve mangaan, niet
▼cel aanwezig, hoogstens wat petroleum en zout.
De veestapel daarentegen is vrij belangrijk. De
landbouw brengt tarwe, rogge, mals aardappelen
en peulvruchten voort en ook is er ccnige fruit
teelt. Dan is er nog verbouw van vlas en hennlp,
welke de grondslag legt voor een zeer intensieve
huis-industrie. Men verstaat in de Boekowina
schitterend de kunst van het borduren en het
vervaardigen van nuttige gebruiksvoorwerpen!
Men kan bet betreuren, dal een groot deel van
'dit mooie land met zijn vriendelijke bewoner»
weer onder Russisch bewind is geraakt, doch het
is nu eenmaal niet anders. Men kan slechts ho
pen, dat de Boekowina óók onder Russische
heerschappij niet het karaktor zal verliezen, dat
in vorigo eeuwen op dit landschap zoo duidelijk
tijn stempel heeft gezet.
derbij brengt. En hen doet verlangen, om ook te
zien.
Ontwerper en schilder hebben kosten noch
moeite ontzien; ook de kunstig aangebrachte in
directe verlichting werkt mee, om het werk te
doen slagen. Wij weten te spreken namens de
duizenden die het hebben aanschouwd, namens
de velen, die zich opmaken, om daar even in stil
Aanschouwen en overpeinzing te kunnen blik
ken op het verre land in de oude tijden, en druk
ken ook nu onze dankbaarheid uit voor het ge-
notene, dat ook in de verre toekomst zal blijven
lokken en trekken.
Wij kunnen ons begrijpen, dat de scholen ,n en
om Haarlem, in Noord-Holland-Zuid en Zuid
Holland-Noord er voor haar hoogere klassen een
jaarlijksch bezoek aan wijden, dat ook verder-
afgelegen scholen het aangename aan bet nut
tige verbindend, er voor haar schoolreisjes een
hoogtepunt in zoeken. Maar ook jongelieden en
vaders en moeders met kinderen zullen er hun
liefelijke winste vinden. Zelfs wagen wij het be
zoek aan te raden aan MannenvereenJgingen en,
nog meer, aan Zusterkransjes. Het gering entrée
behoeft waarlijk niemand af te schrikken.
Wat het huis op den Schotersingel daarvoor
biedt, «is een blijvende schat van rijke, onuit-
W'schbare indrukken.
H. J. VAN WIJLEN.
„DOOD, MAAR ZE WEET 'T NOG NIET"
,,'k Las ergens", schrijft Dr L. D. Terlaak Poot
in de 's-Gravenhaagsche Kerkbode van twee
Ieren, die, op een straatweg, een schildpad von
den met afgesneden kop. Hot dier bewoog zich
nog.
Nu debatteeren Ieren graag en dra ontstond er
twist tusschen die twee over de vraag, of die
schildpad dood of levend was.
Do een zei: ,,'t Dier leeft, want anders zat er geen
beweging in!"'
De ander zei: ,,'t Beest is dood ,want waar de kop
ontbreekt, kan er geen leven meer zijn!"
Aan deze discussie kwam geen eind, totdat e>en
derde als scheidsrechter werd ingeroepen. Deze
bekeek de schildpad van alle kanten en daarop
sprak hij plechtig zijn oordeel uit: „She Is dead,
bul she doe» n't know it already yet": ze is dood,
maar ze weet 't bereids nog niot!
Daar hebt ge nu precies de toestand, waarin 'n
gemeente, 'n groep 'n mensch zich kunnen be
vinden. Er wordt vergaderd, er wordt gepreekt,
betuigd en betoogd; er wordt gezongen gebeden,
getheologiseerd, gedebatteerd: er Is nog beweging
genoeg. Alleen, het te dc vraag werkt hier de
theologisch of kerkelijke partij- of kliekgcest, dan
wel God9 Heilige Geest?
Bij alle beweeg is or geen groei, geen leven. Er
openbaren zich geen bekeeringen. De dood
hecrscht jalleen, men weet hot bereids nng niet.
Elders vertoont zich groeiende verwereldlijking;
tal van gedoopte en zelfs belijdende gemeente
leden breken met alle kerkelijk leven. Zij hebben
God niet meer noodig. Dc Bijbel zegt cn doet hun
blijkbaaT niets meer. Zij zoeken overal en op al
lerlei manieren het geheim te ontdekken van ge
luk cn zekerheid, maar zij zoeken dit niet meer
in dc kerk, in den Bijbel, in hot gebed,
Vtf WST* UtL VV EjU
,Jk ben de Weg, waarop gij tot den Vadet.
Zult komen, zoo ge in Mijn Woord gelooft,
Vertrouw op Mij, dan komt ge steeds meet
nadet
Tot Hem, Die u Zijn vrede heeft beloofd",
„Ik ben de Waarheid. Mijn gend zal blijken.
Mijn Woord staat eeuwig, is waarachtig,
trouw.
Nog eerder zouden aard en hemel wijken
Dan Ik Mijn vreêverbond verbreken zou",
,Jk ben het Leven voor wie Mij wil hooren
En in t geloof zich steeds in Mij verheugt,
Reeds hier op aard wordt in zijn hart geboren
't Beginsel van de eeuw'ge hemelvreugd".
,Jk ben de Weg, de Waarheid en het Leven
Wie komt er tot den Vader dan door Mij
Zoo wil dan Mij uw gansche harte geven,
'k Maak eeuwig u van dood en zonde vrij",
H. HOEKSTRA.
Een japon moet uit Parijs komen, dan is ze pas
mooi. De waarheid moet uit verre landen komen,
dan is ze pas waart
Daarom gaan deze zoekers (figuurlijk: door
middel van hun wij6geerig-godsdienstige clubs
en secten) op reis naar Java, China, Thibet of
Japan om het Godsgeheim en het levensgeheim
te ontdekken, zonder dat zij het beseffen, dat de
waarheid nabij ls; dat de werkelijkheid van den
sprekenden God hun geest overstraalt, gelijk de
zon dit hun lichaam doet.
Buiten God is 't nergens veilig.
Buigen God is er nergens leven, overal dood".
TANDEN TREKKEN MET DE VINGERS
Dat doet de Jap&nsche tandarts van den ouden
stempel. Zijn vorming is als volgt:
In een plank van zacht grenen hout worden gaten
geboord en daarin losse pennen geplaatst. Deze
plank wordt op don grond gelegd en de leerling
moet nu de oene pen na de andere tusschen duim
en wijsvinger der rechterhand vatten en recht
standig uit de opening trekken, zonder zich t«
wringen en de plank te bewegen. Is hij hierin;
voldoende bedreven, dan worden de pennen vas»
ter in dc opening gedreven en begint de oefening
opnieuw, waarbij natuurlijk ook de d-uim en
w ijs ving er aan kracht en behendigheid winnen*
Heeft de leerling den cursus met de grenen plank'
doorloopen, dan gaat hij over tot een plank vatf
eikenhout on daarna tot een ahornen plank. Heeff
hij ook fcn H uittrekken daarvan genoegzame be
drevenheid verkregen, zoo is ij goed voor zijn
vak, trekt In minder dan een minuut vijf, zes,
zoven tanden uit den mond van een patiënt.
TWEEëRLEI DIAMANTEN
Prinses Eugenic, zuster un een der Koninged
van Zweden, had haar diamanten verkocht om
geld to kunnen geven voor den afbouw van het
ziekenhuis. Toen zij het ua de opening bczochtj
dankte een dor patiënten haar met tranen- in do
oogen voor haar milddadigheid. Do Prinses zei
geroerd: „Ah. nu zie ik mijn diamanten weejf
terug I"
Karakteristiek hoekje te Winsum (Gron.)
206