SAMBO, DE OLIFANT VRIJDAG 26 JULI 1940 De opbouw van het na-oorlogsche Europa MINISTER FUNK OVER ZIJN TOEKOMSTPLANNEN Rijksmark xal de overheerschende volute in Europa zijn De Duitsche rijksminister van oeconomische taken, dr. Funk. die van rijksmaarschalk Göring opdracht heeft gekregen, plannen voor te bereiden voor den hei-bouw van het Dui!- sche en Europeesche oeconomische leven na het beëindigen van den oorlog, verklaarde gisteren voor vertegenwoordigers van de buitenlanosche en Duitsche pers, dat ..de rijksmarkvaluta de overheerschende valuta in Europa zal zijn". De minister zeide, dat men bij de vraag, hoe men zich de algemeene oeconomische ordening in de Europeesche nieuwe orde moet voorstellen, er van moet uitgaan, dat de nationaal-socialistische oeco nomische politiek zich bij haar methoden nooit door een starre dogmatiek heeft laten leiden. Die methode werd steeds toegepast, dié telkens het doelmatigste scheen. Men wil ook in de toekomst geen kunstmatig bouw werk scheppen. De nieuwe Europeesche oeco nomische orde wordt op de natuurlijke voor waarden opgebouwd. Het valutavraagstuk Met betrekking tot het valutavraagstuk, v klaarde de minister, dat dit vraagstuk in her kader van een verstandige arbeidsverdee- ling tusschen de Europeesche volkshuishou dingen zich vanzelf zal oplossen, omdat het dan nog slechts een vraagstuk van de juiste geldtechniek is. Natuurlijk zal de rijksmark- valuta de overheerschende valuta in Europa zin. De geweldige toeneming van de macht van het Bijk zal een versteviging van de rijksmarkvaluta tengevolge hebben. Het gebied waar de rijksmark gang baar is, zal voortdurend toenemen. Na tuurlijk moet men de rijksmark van haar ketenen bevrijden. Verder zal men de ver schillende soorten marken moeten laten verdwijnen. Het is noch de bedoeling weer een vrij geld- en deviezenverkeer in te stellen, noch in geheel Europa zooiets als een valuta-unie te vormen, hetgeen een tolunie noodzakelijk zou maken. De valuta vraagstukken worden volgens hun beginselen geregeld, n.l. volgens 1 et even wicht der waardebalansen. Het tot nu toe bestaande verrekeningssysteem, het clea- ringssysteem, biedt de basis voor een dergelijke vérbetering der valutaverhou- dingeh. Hierna sprak de minister over het toe komstige Europeesche oeconomische gebied. Zekere producten zullen er niet in Europa zijn; overtollige producten in het geheel niet. Men denkt er in het geheel met aan een autarkisch Groot- Duitschland en een Europa in den geest van een volledige zelfgenoeg zaamheid te vormen. Men zal er waarde aan hechten, dat de Duitsche industrieproducten evenals voorheen in de wereld afgezet wor den. Men zal er op bedacht zijn, dat zooveel mogelijk alle producten voldoende aanwezig zijn in het door Duitschland beheerschte oeconomische gebied, waardoor dit gebied on afhankelijk van andere gebieden wordt De oeconomische vrijheid van dit gebied moet dus gegarandeerd worden. Men zal er op moeten letten, dat het Groot-Duitsche oeco nomische gebied in tijd van nood niet van krachten afhankelijk wordt, waaron Duitsch land geen invloed heeft. Dit is geen autarkie in den zin van zelfgenoegzaamheid, doch een politieke en voor het leven noodzakelijke oeconomische leerstelling, die voor den uit voer een groot, vrij arbeidsterrein overlaat. Dit uitvoerpotentiaal zal in Groot-Duitsch- land na den oorlog aanzienlij» grooter worden. Het goederenverkeer met Rusland, de Amerika's en het Verre Oosten Vervolgens stelde de minister de vraag, welke goederenleveranties het nieuwe Europa kan verwachten van Rusland, van Noord- en Zuid-Amerika en van het Verre Oosten. Rüs- land zal zich nog meer ontwikkelen als leve rancier van grondstoffen en als afnemer van Duitsche fabrikaten In hóeverre Duitsch land zaken zal doen met de Vereenigde Sta ten, zal van dé Amerikanen afhangen. Als de Amerikanen ertoe willen bijdragen, oeconomische wereldleven in nieuwe banen te leiden, zullen zij moeten breken met de verkeerde methode, dat zy tegelijkertijd het grootste crediteurland en het grootste uitvoer- land ter wereld willen zijn. De minister be sprak daarop het probleem, dat ontstaan is door de ophooping van het grootste gedeelte van het goud in Amerika. Als grondslag voor de Europeesche valuta's zal het goud in de toekomst geen rol spelen, want de valuta is niet afhankelijk van de dekking, doch Van de waarde, die de staat haar geeft. De Vereenigde Staten moeten de ge dachte, Duitschland, resp. Europa hun oeconomische voorwaarden te kunnen op leggen, laten varen. Om met Zuid-Ame rika handel te drijven, hebben wij de Noord-Amerikaansche bemiddeling niet noodig. óf het Duitsch-Zuid-Amerikaan- sche oeconomisch verkeer geschiedt op den grondslag v^n vrije overeenkomsten met souvereine Zuid-Amerikaansche lan den, óf het zal in het geheel niet plaats vinden. Aan een normalisatie van de wederzijdsche handelsbetrekkingen tus schen de Vereenigde Staten en Duitsch land staan geen technische moeilijkheden in den weg. Dit zal in de toekomst nog veel minder het geval zijn. Tenslotte dient men ook te bedenken, dat in het internationale handelsverkeer ook de kwaliteit van het goed van geen geringe be- teekenis is. Wat de kwaliteit van de Duitsche waren betref^, zullen wij ons in de toekomst geen zorgen behoeven te maken. Nadat de minister nader was getreden in de financiering van den oorlog in Duitschland, namelijk door den arbeid, besprak hij de kwestie, hoe de oorlogsoeconomie teruggebracht zal worden tot de vreöesoeconomie. Deze over schakeling zal beslist niet tot een groote oeco nomische crisis leiden. Men zal na den oorlóg een volgorde voor de groote plannen op oeco nomisch gebied moeten aanhouden. Men zal den geld- en credletstroom leiden, zooals men noodig acht. Duitschland zal in de eerste plaats de belangrijkste taken uitvoeren. BOERDERIJ AFGEBRAND Terwijl de bewoners afwezig waren is gis teravond ongeveer half 9 brand ontstaan in de boerderij, bewoond door den heer D. Bakker te Rottum, gemeente Haskerland. Het vuur greep zeer snel om zich heen en toen de motorspuit uit Heerenveen, die was geroepen, daar de brandweer uit Haskerland bezig was met het blusschen van in brand geraakt hooi, dat wegens hooibroei naaf buiten was ge bracht uit de boerderij van den heer P. Wind te Gaast, op het terrein van den brand ver scheen, stonden de gebouwen in lichte laaie. De boerderij met twee groote schuren is tot den grond toe afgebrand. Van den inboedel kon niets worden gered Alleen wist de heer Bak ker, die onmiddellijk gewaarschuwd was, niet zonder gevaar, een trommel met waardepapie ren uit het brandende perceel naar buiten te brengen. Ook de eigendommen van de dienst bode zyn alle verloren gegaan. Meer dan 200,000 pond hooi is door het vuur vernield. De oorzaak is vermoedelijk hooibrogi. Later op den avond verschenen de twee mo torspuiten uit de gemeente Haskerland, die het blusschingswerk overnamen. Door de gunstige windrichting bleef de vlakbij gelegen boerderij den heer van Es behouden. WELKE BONNEN? BROOD: Bons 71 tol en met 80 (brood- bonboekje) geldig van 22 t/m. 28 Juli, rechtgevende op totaal 2000 gram brood of 2500 gram roggebrood THEE OF KOFFIE: Bon 85 (algemeen distributieboekje). Geldig tot en mei 2. Augustus, recht gevende op V6 pond koffie of óns thee. BLOEM OF BAKMEEL: Bon 90 (alge meen distributieboekje)Geldig tot en met 9 Augustus, recht gevende op 2M ons tarwebloem, tarwemeelboekweit- meel, roggebloem, roggemeel of zelf rijzend bakmeel. Bon 75 blijft voor dezelfde hoeveelheid, nog geldig tót en met 26 Juli. SUIKER: Bon 66 (algemeen distributie- boekje). Geldig tot en met 23 Augustus, •■echt gevende op één kg suiker. PETROLEUM: Petroleum Periode 3", voor hen, die over geen andere kook gelegenheid beschikken, dan met petro leum. Geldig tot en met 11 Augustus récht gevende op 2 liter petroleum. Bon ,j>eriode 4" is ongeldig verklaard BOTER OF MARGARINE OF VET: Bon 67 en 68 (algemeen dislributie- boèkje). Geldig van 15 t/m. 28 Juli, elk recht gevend op 250 gram boter óf marggrine of vet. GRUTTERSWAREN: Bon 95 (algemeen distrïbutieboekje). Geldig van 22 Juli tot en met 11 Augustus, elk recht geven de op 250 gram rijst of rijstemeel. Bon 100 (algemeen distributieboekje) Geldig van 22 Juli tot en met 11 Aug., elk recht gevende op 250 gram haver mout, havervlokken, gort of grutten Bon 105 (algemeen distributieboekje) Geldig van 22 Juli tot en met 11 Sep tember, elk recht gevende op 100 gram maïzena, griesmeel of puddingpoeder. Bon 110 (algemeen distributieboekje). Beldig van 22 Juli tot en met 11 Sep tember, elk, recht gevende op 100 gram macaroni, vermicelli of spaghetti. De confectie-industrie Een speciale sectie, deel uitmakende zoowel van hel rijksbureau voor wol en lompen als van het rijkslexlielbureau. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart, maakt bekend, dat gisteren is ingesteld een sectie confectie, welke deel uitmaakt zoowel van het rijksbureau voor wol en lompen als van het rijkstextielbureau. Onder deze sectie, waarvan tot directeur is benoemd mr. J. H. F. Koetsier en welke voorïoopig is gevestigd te Enschede, Olden- zaalschestraat 10, vallen alle ondernemingen, die haar normaal bedrijf maken van het fabriekmatig verwerken of doen vervaardi- van stoffen, geheel of gedeeltelijk ver vaardigd uit wol, kunstwol, katoen, linnen, zijde, kunstzijde en alle ter vervanging hier- dienende textielgrondstoffen. Onder nemingen, welke uitsluitend in eigen bedrijf' vervaardigde tricotstoffen verwerken of doen verwerken, vallen niet onder genoemde" sectie. Hét verwerken of doen verwerken van stoffen als bovenomschreven, met uitzonde ring van in eigen bedrijf vervaardigde tricot- stoffen, zal van een nader vast te stellen datum af slechts zijn toegestaan aan de bij de sectie confectie ingeschreven ondernemingen. Op grond hiervan dienen de betrokken ondernemingen onverwijld een schriftelijk verzoek tot inschrijving in te zenden aan de sectie confectie, Oldenzaalschestraat 10, En schede. Aan de inschrijving kuhnen door den directeur van deze sectie, onder goedkeuring van bet departement, voorwaarden en be perkingen worden verbonden. i HULPVERLEENING AAN EEN ENGELSCHMAN Behandeling voor het Deutsche* Kriegsgericht Gistermorgen is voor het Deutsche Kriegsge richt de zaak behandeld tegen zes boscharbei- ders uit Zeist en omstreken, die er van dacht werden op Donderdag 27 Juni j.L Engelschen piloot hulp verleend te hebbe hem daarna te hebben ontvoerd, nadat er kort te voren een luchtgevecht tusschen Engelsche Duitsche vliegtuigen boven de gemeente uit het brandende toestel te springen en zich met behulp van een parachute in veiligheid te stellen De officier werd het eerst opge merkt door de boscharbeiders van S. uit Zeist, van U. uit Utrecht en M. uit Zeist Zij liepen op den Engelschmap toe. hielpen hem van zijn brandende parachute af en brachten hem in een in de nabijheid gelegen schaltkeet Intus- schen hadden Duitsche en Nederlandsche mili tairen maatregelen gèriomen om het terrein, waarop het toestel was neergekomen, af te zet ten. van K. begaven zich op behoedzame wijze met den piloot in de richting van Austèrlitz, in de hoop, geen Duitschers te ontmoeten. Toen zij evenwel toch een Duitschen officier tegen kwamen, die hun vroeg, of zij een Engelschen vlieger hadden gezien, antwoordden zy ont kennend en brachten den DuitscheF op een valsch spoor. Inmiddels had de arbeider van U., op gezag van H. de vliegerkleeding van den Engelschmar. verborgen en ook alles opgeruimd, wat er op kon wijzen, dat de boscharbeiders den vliegei in de keet hadden gebracht en zijn wonden hadden schoon gemaakt. Andere arbeiders, die ook toeschouwer waren geweest bij het lucht gevecht, opperden het denkbeeld, den vlieger niet alleen voor het onmiddellijke gevaar te verbergen, doch hem zoo mogelijk voor altjjc uit de handen van de Duitschers te houden. Eerst maakten een paar arbeiders bezwaren, doch een van hen, van S., dróng er sterk op aan te helpen. Hij zelf nam den vlieger mee naar zijn woning, verkleedde hem met een van rijn eigen confectiepakken en gaf hem bij zijn vertrek nog een gulden mee. Een kilometer bracht van S den Engelschen piloot den weg naar Utrecht op en toen zei hij tegen hem: „Hier is de tram halte, en zie maar, dat je je verder redt." Later, kwam uit, dat de vliegofflcier de wijk had genomen naar Den Helder en sindsdien heeft men niets meer van hem gehoord. De arbeiders echter werden door de Duitsche politie gearresteerd en vanmorgen kwam de zaak voor het Kriegsgerecht. Ter zitting werd eerst gehoord de jongste boscharbeider, H., die had meegeholpen bij de blussching van het neergestorte toestel. Hij was ook aanwezig geweest in de keet en had den vlieger verbonden. Toen andere arbeiders den Engelschman wegvoerden, had hij de kleeren van den piloot bijeengeraapt en ze daarna ergens in het bosch begraven. Verdachte erkende zich schuldig gemaakt te hebben aan een ontoelaatbare daad, doch ver telde, dat hij op het móment van het ongeluk de gevolgen van zijn houding niet had overzien. De volgende verdachte, de gehuwde arbeider van S., werd door den president geducht aan den tand gevoeld. Verdachte moest nauwkeu rig vertellen, wat hij met den piloot in zijn huis had gedaan. Op een vraag, hoe de En gelschman er uit zag en hoe oud hy was, ant woordde S-, dat het een jongen was van acht tien jaar en dat hij zoo mager was als brandhout. President: „Waarom heeft u den vlieger in uw huis verzorgd?". Verdachte: „Mijn menschelfike gevoel schreef mijvoor. dat ik dien man moest helpen. Als het een Duitéch officier was geweest, die in handen van de Engelschen gevallen zóu zijn, >u ik net zoo goed geholpen hebben." President: „U begrijpt toch wel. dat u han delde in strijd met de Duitsche wet?" Verdachte: „Ja, achteraf weL Maar op dat oogenblik wilde ik alleen een mensch helpen dié in doodsgevaar verkeerde". President: „Hoe wist u dat?" Verdachter „Ik dacht, dat hij nu wel door.de Duitschers vermoord zou worden als zij hem te pakken zouden krijgen". De. volgende verdachte, van K., vroeg aan den president of de publieke tribune kon wor den ontruimd en de vorige verdachten konden worden weggeleid, omdat hij meende, dat een feleid en werd de publieke tribune ontruimd, oen vertelde van K.. dat van S tijdens het vooronderzoek althans naar zijn meening leu gens aan de Duitschers had opgedischt. Van S. had wel degelijk den opzet gehad, den piloot in veiligheid te brengen en of hij nu verklaart, dat er een derde is, wiens naam hy niet wil noe men, het is alleen van S. geweest, die in deze zaak de hoofdrol heeft gespeeld. De president was van meening verklaring de zaal niet had bel den ontruimd. Tenslotte werd toegestaan dat de verdediger van van S., mr. een bespreking z ten op te sporer de geheimzinnige derde Tuchthuisstraffen van drie en twee jaar opgelegd; één vrijspraak Na heropening werd van S. opnieuw verhoord. De president vroeg met klem of hij „den derde" had. maar dat hij hem niét bü name kende. Veel verder kwam men niet rrtet dit onderzóek. Hierna werden de arbeiders van Sch. en van L gehoord, die den pilóot geholpen hebben om over een hek te klimmen. Gezamenlijk hebben zij den vlieger naar een keet gebracht en hem daar overgegeven aan anderen, die den. En gelschman ontkleedden, zijn wonden behandel den, en den vlieger vervolgens in arbeiders- kléëren staken. Thans werden van de zes verdachten de arbei der de J. gehóórd. DeZe had bij de ploeg arbeiders gestaan, toen de Duitsche officier hem had gevraagd, waar de Engelschman was geble ven. Op dat moment echter vertoefde de ver- kleede Engelschman te midden van de arbeiders, maar niemand zei, dat de vlieger zoo dicht bij was. Integendeel de meest tegenstrijdige mee ningen werden den Duitschen officier opgedron gen. De een riep „daarheen is hij gegaan"", de ander vertelde „wel neen, hy is den anderen kant uitgeloopen". Hoe het ook zij, de Duit- scher kon er geen touw aan vastknoopen. maar had allerminst het vermoeden, dat hij den vlieger bij wijze van spreken een hand had kunnen geven. De laatste verdachte de J. werd er van be schuldigd niet gezegd te hebben, waar de vlieger was, terwijl hij wist. dat de man naast hem stond. Verdachte, erkende het hem ten laste gelegde, doch ontkende den Duitschen - officier misleid te. hebben. „Ik heb niets gezegd", luidde zyn positief antwoord. De behandeling van de zaak had inmiddels ruim drie uur geduurd, toen begonnen werd met het verhoor van de getuigen. Allereerst werd een beambte van de grüne Polizei gevraagd, of hy van meening was, dat de verdachten de waarheid hadden gesproken, hetgeen hij bevestigend beantwoordde. Daarna werd de rechercheur van politie Blokland gehoord. President: „Wat denkt u, zou een van deze beklaagden nog contact hebben met den Engel schen vlieger?" Getuige: „Dat is mij niet bekend. Dat lijkt mij niet waarschijnlijk" President: „Vreemd, zooveel menschen heb ben zich met den vlieger bemoeid en nu weet niemand, waar hij uithangt en hoe het hem gelukt is té ontsnappen." Requisitoir Nadat het getuigenverhoor ongeveer anderhalf uur in beslag had genomen, hield de auditeur-militair een zeer uit voerig requisitoir. Hij wees hierin'op de laakbare han delingen, die de verdachten hebben gepleegd, én zeide, dat in Duitschland - zeker de doodstraf op een dergelijk mis drijf zou volgen. Hij wilde echter voor de Nederlandsche arbeiders grootmoedigheid betrachten en eischte tegen de hoofdschuldigen S. en H. resp. tien en acht jaar. De andere verdachten hoorden ieder twee jaar tegen zich eischen. Verdachte S. is de hoofd*1"" dat hij het. is, die den piloo; per 3 heeft verborgen en hem j waar schafte en geld gaf, opda: Per handen van de Duitschers,. A11 H. heeft den Engelschman in het bosch weggevoerd i doende in veiligheid gebraddvertei De uitspraak ^2^ deelii Het Kriegsgericht heeft ti 9 reg hoofdschuldige S., veroordee tract jaar tuchthuisstraf. Vier anderen kregen laatste werd vrijgesproken, p bewezen kon worden, of hij, daad bij de ontsnapping eetj gehad. |gn h Bij de motiveering zeide y dat het Kriegsgericht voor laagste straffen had gegevei^ Duitsche wetgeving kon men, gaan. Men begreep, dat de spontaneïteit gehandeld hadd»vjsje de draagwijdte van hun dadfr ben kunnen overzien. Daarom zijn zij er thans n F dig afgekomen, doch zij moes^il dat beeld gesteld worden voor fhet Ca zich misschien er toe zoude^ndhavi leiden, Engelschen te helpenop dez< Duitsche politie hen wilde ^3 nensch< een, da Motorrijtuigenbelastinjat onze -ons inz: 9Vt schi Faciliteiten voor hen die een 5 WÜ Z( hebben tot het verbruikige0Orl< motorbrandstof jeA Daar teruggave van de motorrj aan ting aan houders van motorvo^ ten wie slechts voor een beperkt a di n resp. dagen, vergunning tot net t openbaren weg werd verleend,'emmei sedert 1 Juli geldende regelii denkf mogelijk is gebleken, heeft het openl lig. De ;en wij en n ods 1 ins p ihuw lide t het departement van instigatie van den bopd van' handelaren en garagehouders mogelijkheid geopend tot het v( z.g. zestig-dagenkaarten. Voorhei de motorrijtuigenhandel van gebruik maken. Te beginnen met 1 Augusl houders van een vergunning totp vai ken van motorbrandstof een zestift jSi op het belastingkantoor ontvang» een waarborgsom behoeft te wof in c In afwachting van eennadere rfienlij' geldigheidsduur op een jaar jke, d Teruggaaf van de voor deze ka d t. belasting kan niet plaats hebbe». Aan hen, die op 1 Augustus van zijn van een gewone motorrijtuigldgebi kaart, waarvan de geldigheidsdutegen is verstreken en die zich een tyoord kaart willen aanschaffen, kan ra de resteerende maand(en) wordr11®e: Bovendien kan dan tegelykertü^ooda plaats hebben over de dagen, jderer houder m de maanden Juni e,n r heeft kunnen ryden. NOG TIJDIG GERED. daad achtii t eeu De heer V. en mej. B. maaktenjrom middag een zeiltochtje op het IJsseLnsch nabij de haven van Medemblik tf door een rukwind omsloeg. Op hr g roep schoten een paar motor-vis#* nu tuigen te hulp en na veel moeitet Hij dpze het genoegen de beide dren*n z0, redden. dat IVOHOL-fandpasta Is de be^f Elke vergelijkende proef bevestigt U dit terstond. In tuben van 60, 40 etival g De Noord Zuid Hollandsche Reddingmaatschappij heeft met haar nieuwe motorreddingboot .President Steyn" te Egmond aan Zee een alarm-oefening gehouden, waarbij een vliegongeval op zee werd ver ondersteld. In de branding Achttien jeugdige inwoners en inwoonstersvan Wageningen zijn Donderdag te llpendam aangekomen, waar ze gastvrij ontvjjjj werden. De burgemeester, de heer W. A. van Oorschot bracht de kinderen persoonlijk per boerenwagen naar hun besteiT^ .Gisteren beeft prof. W. D. Dresden, directeur van de Jaffa-fabrlek te Utrecht, een demonstratie gegeven met boutgasgeneratoren, wefte gemonteerd waren op vrachtauto's en in de fabriek worden vervaardigd. Prof. Dresden legt dr. Ir. M. H. Damme, directeur-generaal der P.TX» de werking uK Yan een der generatoren. 1S5. De roofvogel was kwaad, dat hij de muts niet terug had gekregen, maar durfde niet tegenspreken. Toekan werd door Bambo naar de gevangenis gebracht. Flip smeekte nog om vrijheid voor de Toekan, maar dat hielp allemaal niets. Maar 's avonds sloop hij nog even naar de Toekan en beloofde hem te helpen. Voorzichtig ventje,, waarschuwde de maan. 136. -Ook Lange Jan was weer wat opgeknapt. Zijn kousen kon hij nog niet aankrijgen, maar hij besloot toch oppad ten gaan-om Flip te zoeken. Hij was ongerust, omdat ook de Toe-, kan niet bij hem teruggekomen was van zijn tocht naar den; roofvogel. Af en toe riep hij den naam van Flip, maar alleeni de echo in de bergen gaf hem antwoord,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 6