SAMBO, DE OLIFANT
VRIJDAG 26 JULI 1940
De opbouw van
het na-oorlogsche Europa
MINISTER FUNK OVER ZIJN
TOEKOMSTPLANNEN
Rijksmark xal de overheerschende
volute in Europa zijn
De Duitsche rijksminister van oeconomische
taken, dr. Funk. die van rijksmaarschalk
Göring opdracht heeft gekregen, plannen voor
te bereiden voor den hei-bouw van het Dui!-
sche en Europeesche oeconomische leven na
het beëindigen van den oorlog, verklaarde
gisteren voor vertegenwoordigers van de
buitenlanosche en Duitsche pers, dat ..de
rijksmarkvaluta de overheerschende valuta
in Europa zal zijn". De minister zeide, dat
men bij de vraag, hoe men zich de algemeene
oeconomische ordening in de Europeesche
nieuwe orde moet voorstellen, er van moet
uitgaan, dat de nationaal-socialistische oeco
nomische politiek zich bij haar methoden
nooit door een starre dogmatiek heeft laten
leiden. Die methode werd steeds toegepast,
dié telkens het doelmatigste scheen. Men wil
ook in de toekomst geen kunstmatig bouw
werk scheppen. De nieuwe Europeesche oeco
nomische orde wordt op de natuurlijke voor
waarden opgebouwd.
Het valutavraagstuk
Met betrekking tot het valutavraagstuk,
v klaarde de minister, dat dit vraagstuk in
her kader van een verstandige arbeidsverdee-
ling tusschen de Europeesche volkshuishou
dingen zich vanzelf zal oplossen, omdat het
dan nog slechts een vraagstuk van de juiste
geldtechniek is. Natuurlijk zal de rijksmark-
valuta de overheerschende valuta in Europa
zin. De geweldige toeneming van de macht
van het Bijk zal een versteviging van de
rijksmarkvaluta tengevolge hebben.
Het gebied waar de rijksmark gang
baar is, zal voortdurend toenemen. Na
tuurlijk moet men de rijksmark van haar
ketenen bevrijden. Verder zal men de ver
schillende soorten marken moeten laten
verdwijnen. Het is noch de bedoeling weer
een vrij geld- en deviezenverkeer in te
stellen, noch in geheel Europa zooiets
als een valuta-unie te vormen, hetgeen
een tolunie noodzakelijk zou maken. De
valuta vraagstukken worden volgens hun
beginselen geregeld, n.l. volgens 1 et even
wicht der waardebalansen. Het tot nu toe
bestaande verrekeningssysteem, het clea-
ringssysteem, biedt de basis voor een
dergelijke vérbetering der valutaverhou-
dingeh.
Hierna sprak de minister over het toe
komstige Europeesche oeconomische gebied.
Zekere producten zullen er niet in Europa
zijn; overtollige producten in het geheel niet.
Men denkt er in het geheel met aan een
autarkisch Groot- Duitschland en een Europa
in den geest van een volledige zelfgenoeg
zaamheid te vormen. Men zal er waarde aan
hechten, dat de Duitsche industrieproducten
evenals voorheen in de wereld afgezet wor
den. Men zal er op bedacht zijn, dat zooveel
mogelijk alle producten voldoende aanwezig
zijn in het door Duitschland beheerschte
oeconomische gebied, waardoor dit gebied on
afhankelijk van andere gebieden wordt De
oeconomische vrijheid van dit gebied moet
dus gegarandeerd worden. Men zal er op
moeten letten, dat het Groot-Duitsche oeco
nomische gebied in tijd van nood niet van
krachten afhankelijk wordt, waaron Duitsch
land geen invloed heeft. Dit is geen autarkie
in den zin van zelfgenoegzaamheid, doch een
politieke en voor het leven noodzakelijke
oeconomische leerstelling, die voor den uit
voer een groot, vrij arbeidsterrein overlaat.
Dit uitvoerpotentiaal zal in Groot-Duitsch-
land na den oorlog aanzienlij» grooter
worden.
Het goederenverkeer met
Rusland, de Amerika's en
het Verre Oosten
Vervolgens stelde de minister de vraag,
welke goederenleveranties het nieuwe Europa
kan verwachten van Rusland, van Noord- en
Zuid-Amerika en van het Verre Oosten. Rüs-
land zal zich nog meer ontwikkelen als leve
rancier van grondstoffen en als afnemer van
Duitsche fabrikaten In hóeverre Duitsch
land zaken zal doen met de Vereenigde Sta
ten, zal van dé Amerikanen afhangen. Als
de Amerikanen ertoe willen bijdragen,
oeconomische wereldleven in nieuwe banen
te leiden, zullen zij moeten breken met de
verkeerde methode, dat zy tegelijkertijd het
grootste crediteurland en het grootste uitvoer-
land ter wereld willen zijn. De minister be
sprak daarop het probleem, dat ontstaan is
door de ophooping van het grootste gedeelte
van het goud in Amerika. Als grondslag voor
de Europeesche valuta's zal het goud in de
toekomst geen rol spelen, want de valuta is
niet afhankelijk van de dekking, doch Van
de waarde, die de staat haar geeft.
De Vereenigde Staten moeten de ge
dachte, Duitschland, resp. Europa hun
oeconomische voorwaarden te kunnen op
leggen, laten varen. Om met Zuid-Ame
rika handel te drijven, hebben wij de
Noord-Amerikaansche bemiddeling niet
noodig. óf het Duitsch-Zuid-Amerikaan-
sche oeconomisch verkeer geschiedt op
den grondslag v^n vrije overeenkomsten
met souvereine Zuid-Amerikaansche lan
den, óf het zal in het geheel niet plaats
vinden. Aan een normalisatie van de
wederzijdsche handelsbetrekkingen tus
schen de Vereenigde Staten en Duitsch
land staan geen technische moeilijkheden
in den weg. Dit zal in de toekomst nog
veel minder het geval zijn.
Tenslotte dient men ook te bedenken, dat
in het internationale handelsverkeer ook de
kwaliteit van het goed van geen geringe be-
teekenis is. Wat de kwaliteit van de Duitsche
waren betref^, zullen wij ons in de toekomst
geen zorgen behoeven te maken.
Nadat de minister nader was getreden in de
financiering van den oorlog in Duitschland,
namelijk door den arbeid, besprak hij de
kwestie, hoe de oorlogsoeconomie teruggebracht
zal worden tot de vreöesoeconomie. Deze over
schakeling zal beslist niet tot een groote oeco
nomische crisis leiden. Men zal na den oorlóg
een volgorde voor de groote plannen op oeco
nomisch gebied moeten aanhouden. Men zal
den geld- en credletstroom leiden, zooals men
noodig acht. Duitschland zal in de eerste plaats
de belangrijkste taken uitvoeren.
BOERDERIJ AFGEBRAND
Terwijl de bewoners afwezig waren is gis
teravond ongeveer half 9 brand ontstaan in de
boerderij, bewoond door den heer D. Bakker
te Rottum, gemeente Haskerland. Het vuur
greep zeer snel om zich heen en toen de
motorspuit uit Heerenveen, die was geroepen,
daar de brandweer uit Haskerland bezig was
met het blusschen van in brand geraakt hooi,
dat wegens hooibroei naaf buiten was ge
bracht uit de boerderij van den heer P. Wind
te Gaast, op het terrein van den brand ver
scheen, stonden de gebouwen in lichte laaie.
De boerderij met twee groote schuren is tot
den grond toe afgebrand. Van den inboedel kon
niets worden gered Alleen wist de heer Bak
ker, die onmiddellijk gewaarschuwd was, niet
zonder gevaar, een trommel met waardepapie
ren uit het brandende perceel naar buiten te
brengen. Ook de eigendommen van de dienst
bode zyn alle verloren gegaan. Meer dan
200,000 pond hooi is door het vuur vernield.
De oorzaak is vermoedelijk hooibrogi.
Later op den avond verschenen de twee mo
torspuiten uit de gemeente Haskerland, die het
blusschingswerk overnamen. Door de gunstige
windrichting bleef de vlakbij gelegen boerderij
den heer van Es behouden.
WELKE BONNEN?
BROOD: Bons 71 tol en met 80 (brood-
bonboekje) geldig van 22 t/m. 28 Juli,
rechtgevende op totaal 2000 gram brood
of 2500 gram roggebrood
THEE OF KOFFIE: Bon 85 (algemeen
distributieboekje). Geldig tot en mei
2. Augustus, recht gevende op V6 pond
koffie of óns thee.
BLOEM OF BAKMEEL: Bon 90 (alge
meen distributieboekje)Geldig tot en
met 9 Augustus, recht gevende op 2M
ons tarwebloem, tarwemeelboekweit-
meel, roggebloem, roggemeel of zelf
rijzend bakmeel.
Bon 75 blijft voor dezelfde hoeveelheid,
nog geldig tót en met 26 Juli.
SUIKER: Bon 66 (algemeen distributie-
boekje). Geldig tot en met 23 Augustus,
•■echt gevende op één kg suiker.
PETROLEUM: Petroleum Periode 3",
voor hen, die over geen andere kook
gelegenheid beschikken, dan met petro
leum. Geldig tot en met 11 Augustus
récht gevende op 2 liter petroleum.
Bon ,j>eriode 4" is ongeldig verklaard
BOTER OF MARGARINE OF VET:
Bon 67 en 68 (algemeen dislributie-
boèkje). Geldig van 15 t/m. 28 Juli,
elk recht gevend op 250 gram boter óf
marggrine of vet.
GRUTTERSWAREN: Bon 95 (algemeen
distrïbutieboekje). Geldig van 22 Juli
tot en met 11 Augustus, elk recht geven
de op 250 gram rijst of rijstemeel.
Bon 100 (algemeen distributieboekje)
Geldig van 22 Juli tot en met 11 Aug.,
elk recht gevende op 250 gram haver
mout, havervlokken, gort of grutten
Bon 105 (algemeen distributieboekje)
Geldig van 22 Juli tot en met 11 Sep
tember, elk recht gevende op 100 gram
maïzena, griesmeel of puddingpoeder.
Bon 110 (algemeen distributieboekje).
Beldig van 22 Juli tot en met 11 Sep
tember, elk, recht gevende op 100 gram
macaroni, vermicelli of spaghetti.
De confectie-industrie
Een speciale sectie, deel uitmakende zoowel
van hel rijksbureau voor wol en lompen als
van het rijkslexlielbureau.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van handel, nijverheid
en scheepvaart, maakt bekend, dat gisteren
is ingesteld een sectie confectie, welke deel
uitmaakt zoowel van het rijksbureau voor
wol en lompen als van het rijkstextielbureau.
Onder deze sectie, waarvan tot directeur
is benoemd mr. J. H. F. Koetsier en welke
voorïoopig is gevestigd te Enschede, Olden-
zaalschestraat 10, vallen alle ondernemingen,
die haar normaal bedrijf maken van het
fabriekmatig verwerken of doen vervaardi-
van stoffen, geheel of gedeeltelijk ver
vaardigd uit wol, kunstwol, katoen, linnen,
zijde, kunstzijde en alle ter vervanging hier-
dienende textielgrondstoffen. Onder
nemingen, welke uitsluitend in eigen bedrijf'
vervaardigde tricotstoffen verwerken of doen
verwerken, vallen niet onder genoemde"
sectie.
Hét verwerken of doen verwerken van
stoffen als bovenomschreven, met uitzonde
ring van in eigen bedrijf vervaardigde tricot-
stoffen, zal van een nader vast te stellen
datum af slechts zijn toegestaan aan de bij de
sectie confectie ingeschreven ondernemingen.
Op grond hiervan dienen de betrokken
ondernemingen onverwijld een schriftelijk
verzoek tot inschrijving in te zenden aan de
sectie confectie, Oldenzaalschestraat 10, En
schede. Aan de inschrijving kuhnen door den
directeur van deze sectie, onder goedkeuring
van bet departement, voorwaarden en be
perkingen worden verbonden. i
HULPVERLEENING AAN EEN ENGELSCHMAN
Behandeling voor het Deutsche*
Kriegsgericht
Gistermorgen is voor het Deutsche Kriegsge
richt de zaak behandeld tegen zes boscharbei-
ders uit Zeist en omstreken, die er van
dacht werden op Donderdag 27 Juni j.L
Engelschen piloot hulp verleend te hebbe
hem daarna te hebben ontvoerd, nadat er kort
te voren een luchtgevecht tusschen Engelsche
Duitsche vliegtuigen boven de gemeente
uit het brandende toestel te springen en zich
met behulp van een parachute in veiligheid
te stellen De officier werd het eerst opge
merkt door de boscharbeiders van S. uit Zeist,
van U. uit Utrecht en M. uit Zeist Zij liepen
op den Engelschmap toe. hielpen hem van zijn
brandende parachute af en brachten hem in
een in de nabijheid gelegen schaltkeet Intus-
schen hadden Duitsche en Nederlandsche mili
tairen maatregelen gèriomen om het terrein,
waarop het toestel was neergekomen, af te zet
ten.
van K. begaven zich op behoedzame wijze met
den piloot in de richting van Austèrlitz, in de
hoop, geen Duitschers te ontmoeten. Toen zij
evenwel toch een Duitschen officier tegen
kwamen, die hun vroeg, of zij een Engelschen
vlieger hadden gezien, antwoordden zy ont
kennend en brachten den DuitscheF op een
valsch spoor.
Inmiddels had de arbeider van U., op gezag
van H. de vliegerkleeding van den Engelschmar.
verborgen en ook alles opgeruimd, wat er op
kon wijzen, dat de boscharbeiders den vliegei
in de keet hadden gebracht en zijn wonden
hadden schoon gemaakt. Andere arbeiders, die
ook toeschouwer waren geweest bij het lucht
gevecht, opperden het denkbeeld, den vlieger
niet alleen voor het onmiddellijke gevaar te
verbergen, doch hem zoo mogelijk voor altjjc
uit de handen van de Duitschers te houden. Eerst
maakten een paar arbeiders bezwaren, doch
een van hen, van S., dróng er sterk op aan te
helpen. Hij zelf nam den vlieger mee naar zijn
woning, verkleedde hem met een van rijn eigen
confectiepakken en gaf hem bij zijn vertrek nog
een gulden mee. Een kilometer bracht van S
den Engelschen piloot den weg naar Utrecht op
en toen zei hij tegen hem: „Hier is de tram
halte, en zie maar, dat je je verder redt."
Later, kwam uit, dat de vliegofflcier de wijk
had genomen naar Den Helder en sindsdien
heeft men niets meer van hem gehoord. De
arbeiders echter werden door de Duitsche
politie gearresteerd en vanmorgen kwam de
zaak voor het Kriegsgerecht.
Ter zitting werd eerst gehoord de jongste
boscharbeider, H., die had meegeholpen bij de
blussching van het neergestorte toestel. Hij was
ook aanwezig geweest in de keet en had den
vlieger verbonden. Toen andere arbeiders den
Engelschman wegvoerden, had hij de kleeren
van den piloot bijeengeraapt en ze daarna
ergens in het bosch begraven.
Verdachte erkende zich schuldig gemaakt te
hebben aan een ontoelaatbare daad, doch ver
telde, dat hij op het móment van het ongeluk
de gevolgen van zijn houding niet had overzien.
De volgende verdachte, de gehuwde arbeider
van S., werd door den president geducht aan
den tand gevoeld. Verdachte moest nauwkeu
rig vertellen, wat hij met den piloot in zijn
huis had gedaan. Op een vraag, hoe de En
gelschman er uit zag en hoe oud hy was, ant
woordde S-, dat het een jongen was van acht
tien jaar en dat hij zoo mager was als
brandhout.
President: „Waarom heeft u den vlieger in
uw huis verzorgd?".
Verdachte: „Mijn menschelfike gevoel schreef
mijvoor. dat ik dien man moest helpen. Als
het een Duitéch officier was geweest, die in
handen van de Engelschen gevallen zóu zijn,
>u ik net zoo goed geholpen hebben."
President: „U begrijpt toch wel. dat u han
delde in strijd met de Duitsche wet?"
Verdachte: „Ja, achteraf weL Maar op dat
oogenblik wilde ik alleen een mensch helpen
dié in doodsgevaar verkeerde".
President: „Hoe wist u dat?"
Verdachter „Ik dacht, dat hij nu wel door.de
Duitschers vermoord zou worden als zij hem te
pakken zouden krijgen".
De. volgende verdachte, van K., vroeg aan
den president of de publieke tribune kon wor
den ontruimd en de vorige verdachten konden
worden weggeleid, omdat hij meende, dat een
feleid en werd de publieke tribune ontruimd,
oen vertelde van K.. dat van S tijdens het
vooronderzoek althans naar zijn meening leu
gens aan de Duitschers had opgedischt. Van S.
had wel degelijk den opzet gehad, den piloot in
veiligheid te brengen en of hij nu verklaart, dat
er een derde is, wiens naam hy niet wil noe
men, het is alleen van S. geweest, die in deze
zaak de hoofdrol heeft gespeeld.
De president was van meening
verklaring de zaal niet had bel
den ontruimd.
Tenslotte werd toegestaan dat de verdediger
van van S., mr.
een bespreking z
ten op te sporer
de geheimzinnige derde
Tuchthuisstraffen van drie en twee jaar
opgelegd; één vrijspraak
Na heropening werd van S. opnieuw verhoord.
De president vroeg met klem of hij „den derde"
had. maar dat hij hem niét bü name kende.
Veel verder kwam men niet rrtet dit onderzóek.
Hierna werden de arbeiders van Sch. en van
L gehoord, die den pilóot geholpen hebben om
over een hek te klimmen. Gezamenlijk hebben
zij den vlieger naar een keet gebracht en hem
daar overgegeven aan anderen, die den. En
gelschman ontkleedden, zijn wonden behandel
den, en den vlieger vervolgens in arbeiders-
kléëren staken.
Thans werden van de zes verdachten de arbei
der de J. gehóórd. DeZe had bij de ploeg
arbeiders gestaan, toen de Duitsche officier hem
had gevraagd, waar de Engelschman was geble
ven. Op dat moment echter vertoefde de ver-
kleede Engelschman te midden van de arbeiders,
maar niemand zei, dat de vlieger zoo dicht bij
was. Integendeel de meest tegenstrijdige mee
ningen werden den Duitschen officier opgedron
gen. De een riep „daarheen is hij gegaan"", de
ander vertelde „wel neen, hy is den anderen
kant uitgeloopen". Hoe het ook zij, de Duit-
scher kon er geen touw aan vastknoopen. maar
had allerminst het vermoeden, dat hij den
vlieger bij wijze van spreken een hand had
kunnen geven.
De laatste verdachte de J. werd er van be
schuldigd niet gezegd te hebben, waar de vlieger
was, terwijl hij wist. dat de man naast hem
stond.
Verdachte, erkende het hem ten laste gelegde,
doch ontkende den Duitschen - officier misleid
te. hebben. „Ik heb niets gezegd", luidde zyn
positief antwoord.
De behandeling van de zaak had inmiddels
ruim drie uur geduurd, toen begonnen werd
met het verhoor van de getuigen.
Allereerst werd een beambte van de grüne
Polizei gevraagd, of hy van meening was, dat
de verdachten de waarheid hadden gesproken,
hetgeen hij bevestigend beantwoordde. Daarna
werd de rechercheur van politie Blokland
gehoord.
President: „Wat denkt u, zou een van deze
beklaagden nog contact hebben met den Engel
schen vlieger?"
Getuige: „Dat is mij niet bekend. Dat lijkt mij
niet waarschijnlijk"
President: „Vreemd, zooveel menschen heb
ben zich met den vlieger bemoeid en nu weet
niemand, waar hij uithangt en hoe het hem
gelukt is té ontsnappen."
Requisitoir
Nadat het getuigenverhoor ongeveer
anderhalf uur in beslag had genomen,
hield de auditeur-militair een zeer uit
voerig requisitoir.
Hij wees hierin'op de laakbare han
delingen, die de verdachten hebben
gepleegd, én zeide, dat in Duitschland -
zeker de doodstraf op een dergelijk mis
drijf zou volgen.
Hij wilde echter voor de Nederlandsche
arbeiders grootmoedigheid betrachten en
eischte tegen de hoofdschuldigen S. en
H. resp. tien en acht jaar. De andere
verdachten hoorden ieder twee jaar tegen
zich eischen.
Verdachte S. is de hoofd*1""
dat hij het. is, die den piloo; per 3
heeft verborgen en hem j waar
schafte en geld gaf, opda: Per
handen van de Duitschers,. A11
H. heeft den Engelschman
in het bosch weggevoerd i
doende in veiligheid gebraddvertei
De uitspraak ^2^
deelii
Het Kriegsgericht heeft ti 9 reg
hoofdschuldige S., veroordee tract
jaar tuchthuisstraf.
Vier anderen kregen
laatste werd vrijgesproken, p
bewezen kon worden, of hij,
daad bij de ontsnapping eetj
gehad. |gn h
Bij de motiveering zeide y
dat het Kriegsgericht voor
laagste straffen had gegevei^
Duitsche wetgeving kon men,
gaan. Men begreep, dat de
spontaneïteit gehandeld hadd»vjsje
de draagwijdte van hun dadfr
ben kunnen overzien.
Daarom zijn zij er thans n F
dig afgekomen, doch zij moes^il dat
beeld gesteld worden voor fhet Ca
zich misschien er toe zoude^ndhavi
leiden, Engelschen te helpenop dez<
Duitsche politie hen wilde ^3
nensch<
een, da
Motorrijtuigenbelastinjat onze
-ons inz:
9Vt schi
Faciliteiten voor hen die een 5 WÜ Z(
hebben tot het verbruikige0Orl<
motorbrandstof jeA
Daar teruggave van de motorrj aan
ting aan houders van motorvo^ ten
wie slechts voor een beperkt a di n
resp. dagen, vergunning tot net t
openbaren weg werd verleend,'emmei
sedert 1 Juli geldende regelii denkf
mogelijk is gebleken, heeft het openl
lig. De
;en wij
en n
ods 1
ins p
ihuw
lide t
het departement van
instigatie van den bopd van'
handelaren en garagehouders
mogelijkheid geopend tot het v(
z.g. zestig-dagenkaarten. Voorhei
de motorrijtuigenhandel van
gebruik maken.
Te beginnen met 1 Augusl
houders van een vergunning totp vai
ken van motorbrandstof een zestift jSi
op het belastingkantoor ontvang»
een waarborgsom behoeft te wof in c
In afwachting van eennadere rfienlij'
geldigheidsduur op een jaar jke, d
Teruggaaf van de voor deze ka d t.
belasting kan niet plaats hebbe».
Aan hen, die op 1 Augustus van
zijn van een gewone motorrijtuigldgebi
kaart, waarvan de geldigheidsdutegen
is verstreken en die zich een tyoord
kaart willen aanschaffen, kan ra
de resteerende maand(en) wordr11®e:
Bovendien kan dan tegelykertü^ooda
plaats hebben over de dagen, jderer
houder m de maanden Juni e,n r
heeft kunnen ryden.
NOG TIJDIG GERED.
daad
achtii
t eeu
De heer V. en mej. B. maaktenjrom
middag een zeiltochtje op het IJsseLnsch
nabij de haven van Medemblik tf
door een rukwind omsloeg. Op hr g
roep schoten een paar motor-vis#* nu
tuigen te hulp en na veel moeitet Hij
dpze het genoegen de beide dren*n z0,
redden.
dat
IVOHOL-fandpasta Is de be^f
Elke vergelijkende proef bevestigt U dit terstond. In tuben van 60, 40 etival g
De Noord Zuid Hollandsche Reddingmaatschappij heeft met haar nieuwe motorreddingboot .President
Steyn" te Egmond aan Zee een alarm-oefening gehouden, waarbij een vliegongeval op zee werd ver
ondersteld. In de branding
Achttien jeugdige inwoners en inwoonstersvan Wageningen zijn Donderdag te llpendam aangekomen, waar ze gastvrij ontvjjjj
werden. De burgemeester, de heer W. A. van Oorschot bracht de kinderen persoonlijk per boerenwagen naar hun besteiT^
.Gisteren beeft prof. W. D. Dresden, directeur van de Jaffa-fabrlek te Utrecht, een demonstratie gegeven met boutgasgeneratoren,
wefte gemonteerd waren op vrachtauto's en in de fabriek worden vervaardigd.
Prof. Dresden legt dr. Ir. M. H. Damme, directeur-generaal der P.TX»
de werking uK Yan een der generatoren.
1S5. De roofvogel was kwaad, dat hij de muts niet terug
had gekregen, maar durfde niet tegenspreken. Toekan werd
door Bambo naar de gevangenis gebracht. Flip smeekte nog
om vrijheid voor de Toekan, maar dat hielp allemaal niets.
Maar 's avonds sloop hij nog even naar de Toekan en beloofde
hem te helpen. Voorzichtig ventje,, waarschuwde de maan.
136. -Ook Lange Jan was weer wat opgeknapt. Zijn kousen
kon hij nog niet aankrijgen, maar hij besloot toch oppad ten
gaan-om Flip te zoeken. Hij was ongerust, omdat ook de Toe-,
kan niet bij hem teruggekomen was van zijn tocht naar den;
roofvogel. Af en toe riep hij den naam van Flip, maar alleeni
de echo in de bergen gaf hem antwoord,