lliruuir £ciit5rtjr (itmraut
~1
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
De Leidsche Universiteit herdenkt
365-jarig bestaan
Aia
maar ïl®'
veeho in Leiden en in plaatsen
althai tjchap gevestigd is 2.35
gaan'ct. Losse nummers 5 ct.
1 kiPPi uitbetaling.
moetij
ziji
'^jMegeL Ingezonden Mede-
vèei ct. per regel. Minimum
e- ^-ijsnummer 5 ot. Bij con-
?t g^Jke korting
■^samenwerking
gev«^
nor de wordt het pleit ge-
-.menwerking op breeden
en^getie pleit zelfs voor het
enfa van een nationaal blok.
artikel over:
el °r gste toekomst ook moge
taat, dat we voorloopig
als allereerste taak,
ikba, van groote nationale
opd na^e een^rac^t- **et zal
zoo moeilijk zijn, tot
te komen. Den laatsten
daarop herhaaldelijk
»n de scherpste kanten
rechts-links geleidelijk
verblijdend verschijn-
stond steeds meer oog
rde der christelijke be-
Jlij'
>r8l
oa
us met grooten nadruk
dat de voormannen
dt aal-democratische, anti-
?n® istelijk-historische, vry-
.nt|he en liberale partijen
elkaar in contact tra-
tot de vorming van een
naai blok. Ook ds.
RBEIniet te worden uitge-
artikelijk het nationale kan
evenmin als een Van
ze onder de tegenwoor
len er stellig beter aan
bestS ,erhuis terug te keeren.
ip.g zeer concreet, want er
I*1 vaïet koppen geslagen wor-
ld' v00ral tegenover het
beiai g optreden van groepjes,
voet konden krijgen bij
e vo^ en we^ eens
ji kunnen wekken alsof
Cted'z et nationale vertegen
et. isggen dat aan de voor
de"^ U in contact, de noodige
mdarjmacht moeten worden
tijdv
10 ct.
i om^at duidelijk blijkt, waar
w- en ionale eenheid, de wer-
«aamhoorigheid ligt en
Jandbi
■gd ii leWjk zullen bij een volk
ivorga 'zonde schakeeringen, die
noodzakelijk zijn, zich
1 Tan zelf doen gelden, dan
heil van ons dierbaar
No. 6158
DONDERDAG 27 JUNI 1940
21e Jaargang
Bur. Redactie en Administratie:
©REESTRAAT 123, LEIDEN.
Telefoon 22710.
'Na 6 uur 23166).
Postbox 20. Postrek. 58930.
Bijdragen var
den stukken i
Abonnementen, Advertenties,
de Administratie
te ontkennen, dat de ge-
,eit, min of meer afgerond,
rlanders, die gehecht zijn
es, en die het geestelijk
|euw in eeuw uit verkeerd
schen bewoond te zien
[dingen, bezig houdt. Dat
taand volk als het onze
yingen niet kan missen,
ich dat er in den loop
nden zijn geschapen,
Wie zou er thans nut
jen vergrootglas te gaan
gschilpunten tusschen by-
rolutionairen en christe-
f Schouder aan schouder
wie van huis uit bij
ingend noodzakelijk, zal
in haar voormannen haar
den heropbouw van ons
iven. Indien onze voor
aan den kant blijven
in zij daarmede niet het
'digheid in de geschapen
behoeft 'niet te beteeke-
len in den schoot moeten
M de waardeering groeien
-4de bedoelingen indien over
eler stukgeslagen heilige
eaal gaat lichten van een
eensgezind Nederlandsch
een nieuwe wereldorde,
te naties, nog een belang-
hebben te vervullen. Want
de dagen zijn, eenmaal
gen. Voor het vervullen
rootst mogelijke nationale
vereischt.
Snorenverbod voor
|sche organisaties
"getrokken
«schikking van het waar
aan het departement van
"ken zijn de volgende namen
J lijst van voor rijksambte-
organisaties:
^alistische beweging (N.S.B.),
realistische Nederlandsche
Hgroep Kruyt), de Nationaal-
Tpeiderspartij (groep. Van Rap-
jteaerlandsche Volksfascisme
°e Nederlandsche Volks-
opsomming van nationaal-
ntelorganisaties is geschrapt.
vereenigingen, zoo lezen wij
worden derhalve niet meer
ooren tot de vereenigingen,
aden, welke zij nastreven, of
ke zy aanwenden, de behoor-
door den ambtenaar in
P1? ziJn plicht als ambtenaar
brengen of kunnen schaden.
'ekduistering
te va> de naleving van de
[aanzien van de verduistering:
ïgang 27 Juni 10 u. 7 m.
Pg 28 Juni 5 u. 19 m.
Nogmaals eenige getallen
Men deelt ons mede van een zijde, welke
den N.S.B.-Landdag te Lunteren van nabij
heeft gadegeslagen, dat ons cijfer omtrent
het aantal deelnemers veel te hoog is. Er
zouden geweest zijn ongeveer 350 autobussen
met gemiddeld 30 inzittenden, 6 extra treinen
met ten hoogste 1000 personen in eiken
trein en wellicht ongeveer 1000 bezoekers
per rijwiel. Dit maakt tezamen 17 18.000.
Wij hielden ons aan het cijfer van het
A.N.P., het welk 35,000 gal. Men weet, het
is met schatten altijd eigenaardig. Al naar
de sympathieën uitgaan, zal men hooger of
lager aanslaan.
In allen gevalle vindt onze conclusie be
vestiging in wat van toeschouwerszijde ons
wordt medegedeeld.
Wij herhalen dus: De Duitsche bezettings
overheid wenscht niet, dat ons land een be
paalde levensovertuiging word' opgedrongen
In al de jaren, dat de Duitsche Führer Hitier
propaganda maakte voor zijn stelsel, alsook
nadat hij Leider van het Duitsche volk was
geworden, heeft deze steeds herhaald, dat
elk land zijn eigen volkskarakter, tradities,
levenszeden en levensovertuiging dient te
hebben. Men behoeft er niet aan te twijfelen,
of dezelfde hooge opvatting zal straks ook
gelden tegenover Frankrijk, Noorwegen en
Daarom juist behoeft de groote meerder
heid in ons land, of dat nu 90 of 95 pet. is,
geen vrees te koesteren, dat een klein deel
der bevolking zal hebben uit te maken, hoe
het gaan moet met onze volksvi-ijheden en
levensovertuiging en of de volkstradities
omgebogen moeten worden.
Natuurlijk sta hierbij op den voorgrond,
dat elk Nederlander tot taak heeft mede te
werken aan den opbouw van ons land,
waarbij in het verleden begane fouten niet
herhaald mogen worden. Daarbij worde
niemand uitgesloten, maar dan ook niemand,
die rekening houdt met het historisch ge
groeide. Geen wraak over en weer brengt ons
waar wij wezen moeten. Wel moet de onder
linge waardeering groeien door een algemeen
zoeken naar wat bij dien opbouw baat kan
geven, en ons geestelijk en maatschappelijk
sterken kan.
Plechtigheid in de historische
Pieterskerk
In ae hts tonsent fieteiskerx ie Leiden is
gistermiddag op plechtige wijze hei 73ste lus
trum der Leidsche Hoogeschool herdacht.
Ofschoon de bijeenkomst een besloten karak
ter droeg was het kerkgebouw geheel gevuld
met belangstellenden, o.w wij opmerkten de
heeren mr Snouck Hurgronje, als vertegen
woordiger van het Depertement van Alge-
meene Zaken: prof. dr G A van Poelje, direc
teur-generaal van het onderwijs, vergezeld van
mr H. J. Reinink, administrateur en chef van
de afd. hooger onderwijs van het Departement
van O K. en W., het college van curatoren der
Universiteit, het bestuur, benevens een groot
aantal leden van den Academischen Senaat,
vele lectoren, privaat-docenten en studenten,
het gemeentebestuur van Lelden, leden van
den kerkeraad, de garnizoenscommandant, de
res. luitenant-kolonel mr. F. J. J Trapman, de
dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van
Rijnland, mr. P. H. Pijnacker Hordijk en vele
anderen
Welkomstwoord
Nadat de organist, de heer L*o Mens, de
Toccata in A van Sweelinck ten gehoore had
gebracht, sorak de praeses-collegii, de heer C
op dezen dag na te gaan of wij werkelijk
ten volle profiteeren van de onschatbare
waarde, die de Leidsche Hoogeschool en het
geheele leven rondom haar, ons bieden Of wij
vyerkelijk trachten om van ons zelve krachtige
jonge menschen te maken, die straks in het
volle leven kunnen en durven te staan: Of wij
dus, onder de vleugels van onze Alma Mater,
'eder, naar onzen eigen aard en aanleg, een
gaan
ten gehoore „Ach bleib bei
J. M. Bach, waarna de rector-manificus, prof.
dr. Fred Muller, de lustrumrede uitsprak
De taak van den
schatbewaarder
Prof. Muller schonk allereerst uitvoerig aan
dacht aan de plaats, welke het heden inneemt
tusschen het verleden en de toekomst en wees
op het oud-testamentische woord, tot Mozes
gesproken: „de plaats waar gij staat, is heilige
grond" (Exod. 3:5). Deze kerk en deze kansel
waren immers de eerste plek van samenkomst
der Civitas Leidensis, der burgerij van Leiden,
toen in 1574 de beklemmende band van het
beleg verbroken was. De Verbi Divini Minister
In dien dienst voorgaande, Pieter Cornelisz,
stond ruim vier maanden later, op den 8sten
Februari 1575 op dit zelfde gestoelte des
morgens ten zeven ure zoo verhaalt Orlers
en bad: „dat het Gode mocht behagen de
Hoogeschool te zegenen, begenadigen en te doen
wassen tot eer en grootmaking van Zijnen
Heiligen Naam, tot opbouwing en stichting
Zijner gemeente en tot zaligheid, geleerdheid
en ervarenheid in alle eerlijke en loffelijke
kunsten van de Hollanosche, Zeeuwsche en
andere natiën en tot welvaart van het vader
land en der stad Leiden" Aldus op den stich-
lingsdag onzer hoogeschool. ruim 365 jaren
geleden.
Nu heeft zich sindsdien een groot jaar,
inagnus annus, afgesloten, dat zijn jaren als
dagen telt en den ouderdom der Leidsche
Universiteit wel zeer duidelijk doet beseffen.
Wij voelen ons'als bewaarders van dien schat
van herinneringen en tradities: hoe vatten wij
onze taak van schatbewaarders op? Moeilijke
vraag!
Met open oogen, doen ziende blind, staan
wij thans voor de toekomst. Wie zou het dur
ven laken, Indien zeer velen zich afvragen,
waar het einde van den weg zal liggen?
De Wetenschap, aldus vervolgde spreKei,
staat waarlijk niet buiten de Gemeenschap: zij
za". wat in de laatste voorvalt, zeker cn onaf
wijsbaar weerspiegelen! Zij ook, zij kan haar
dienaren den weg wijzen tot het moedig expe
riment, doch ook tot de trouwe overlevering,
van geslacht tot geslacht, van datgene wat als
de schat der eeuwen haar is toevertrouwd, en
wat steeds opnieuw tot leven opstaat en daar-
ORGANISTEN ZONDER ORGEL
Leed oyer verbrande kerk-
instrumenten
Gemeente, ambtsdragers, predikanten, zij
hebben allen op hun wijze de pijn gevoeld,
die er is bij het staren op de verzengde
muren van het bedehuis, dat zóóveel her
inneringen bewaarde. De Protestant moge
dan al niet in die mate aan zijn kerkgebouw
sehecht zijn als de Roomsch-Katholiek, ook
hij ziet in zijn kerk een stuk van zijn leven
belichaamd, dat de schoonste en beste, soms
de zwaarste en de zuiverste uren van zijn
geestelijk bestaan omvat. En ligt er niet een
stille glans van verheffing en ontroering rond
die uren, als men zich even terugdenkt in
Het zal wel geen tegenspraak ontmoeten,
wanneer wij als eerste in de rij der te Rotter
dam verbrande kerkorgels (ze zijn alle vol
komen vernietigd) aandacht geven aan net
eeuwenoude instrument, dat in de Groote of
St. Laurenskerk niet alleen in de kerkdiensten
z'n voorname stem deed hooren, maar ook
door concerten reeds decenniën lang een na-
tionalen naam had. De verwoesting van dit
orgel, voor den organist den heer J. H. Bes-
s e 1 a a r Jr. een verlies, dat het beste gety
peerd is door het noemen van zijn naam. is
temeer tragisch, omdat op de onderteekening
na een uitgebreid schema van beschermings
maatregelen gereed lag. Zoowel voor het
binnenwerk als voor het imponeerende front
waren beveiligings-bouwsels ontworpen, die
berekend waren op brand, ten deele ook op
het werpen van bommen. Helaas was het nog
Drt fragment yan het verdwenen orgel der Groote Kerk te Rotterdam geeft een indrukwekkend
beeld van het houtsnijwerk dat dit instrument sierde.
het gemeenschappelijk gezongen lied, ge
steund door de veelstemmige orgelklanken,
omspeeld door preludia en interludia, waarin
het hart van het gezongen lied klopte.'
Dit niet meer te kunnen ontvangen,
is het gemis der gemeente; het niet meer te
kunnen geven, is de niet minder pijnlijke
situatie van den organist, die door het ver
lies van zijn orgel de taal zijner ziel niet
meer spreken kan zooals hij het alleen kon
Dit lot trof meerdere organisten in Rotter
dam en wij hebben hun niet tevergeefs ge
vraagd, daarvan iets mee te deelen; ook de
plotseling verscheurde band tusschen ge
meente en organist behoort tot de onzicht
bare, doch daarom niet minder pijnlijke ver
liezen dan die van huis en have. Weder
opbouw, zal men zeggen. Maar wie geeft ons
terug een orgel als van de Groote Kerk te
Rotterdam? Of hoe keert ooit terug dat oude,
vertrouwde geluid, waaraan in oepaalde
kerken bepaalde gemeenten of w'iken ge
wend en gehecht waren?
niet gekomen tot uitvoering en zoo is het
prachtige orgel in vlammen opgegaan men
moet zich het maar eens pogen in te denken,
die laaiende vuurzee, voortrazend tusschen het
woud van hoogopgaande pijpen, overdadig
gevoed uit de opengebarsten gewelven en
ramen. En het tuighuis, waaruit deze eeuwen
oude vesting van gewijde kunst werd voor
zien: de kostbare bibliotheek van den heer
Besselaar. ze ging geheel verloren. Hoe moet
het dezen organist de 25e van de Groote
Kerk te moede zijn geweest, toen hij con-
stateeren moest' deze stem voor altoos tot
zwijgen gebracht, nooit meer deze eigen orgel
klank. omvangen door het accoustisch ideale
interieur der kathedraal, die de trots der
Maasstad was.
Dit orgel was niet het eerste in de St. Lau
renskerk: toen in de 15e eeuw het (houten'
kerkgebouw vervangen was door een nieuw,
werd al spoedig een orgel gebouwd. Dit heeft
tot in de 17e eeuw dienst gedaan; in 1641 werd
heeft. Ruim een eeuw heeft dil tweede orgel
zijn taak verricht; na telkens ingrijpender
herstellingen besloot men in 1788 tot den
bouw van een nieuw orgel, het nu verbrande.
In 1790 werd den orgelmaker Wolf erts de
opdracht gegeven; hij vroeg er tusschen
65,000 en 1 70,000 voor. Alleen de fundee
ring kostte 9000. Na heel wat teleurstelling
in en los van den bouw, zette de orgelmaker
Freytag het werk voort in 1808, doch hij
overleed in 1811. Weer volgden tegenspoeden;
de volgende orgelbouwer was Meere uit
Utrecht, vader en zoon. De zoon overleed in
1825, maar men kon toch doorwerken en zoo
werd dan eindelijk, op 14 Sept. 1828, door ds.
Hoog het nieuwe orgel in gebruik genomen.
Toch was het einde der teleurstellingen nog
niet gekomen; het orgel ging zoodanig achter
uit, dat in 1842 aan Jonathan Batz Co. te
Utrecht een volledige restauratie werd op
gedragen; deze was in 1845 voltooid, zoodat
het feitelijk van 1788 tot 1845 geduurd heeft,
eer aan alle eischen van een voor deze
kathedraal waardig kerkorgel was voldaan.
We besparen den lezer uiteraard een be
schrijving, die enkele kolommen alleen zou
vullen. Maar nu het honderdvijftig jaren
bereikt hebbende instrument vergaan is, moge
toch even herinnerd worden aan de hoofd
zaken. Het orgel had 4 klavieren, 90 registers
en 72 sprekende stemmen en 16 blaasbalgen.
Het rustte op 12 wit-marmeren zuilen; het
front was gekroond met een bazutnende engel
van 5 m hoogte. De kast bestond uit 3 ronden
of torens; de beide basronden bevatten ieder
5 pijpen (prestant), waarvan de zwaarste
250 Ned. ponden woog. Om het pijpwerk
van het hoofdmanuaal te bereiken, moest men
een 28 treden hooge trap op, d.w.z. na de
halfronde trap van 20 treden en een van 12
treden naar het bordes. Deze paar cijfers
geven althans eenigen indruk van den om
vang; met dat van Haarlem en Den Haag
behoorde het Rotterdamsche orgel tot de
grootste van ons land.
Dat zulk een orgel, behalve regelmatig
stemmen, af en toe grondige schoonmaak en
restauratie vroeg, laat zich begrijpen. In 1885
is het gansche binnenwerk uit elkaar ge
nomen en schoongemaakt; in 1908 werden
een electrische ventilator ingezet en
paar registers toegevoegd. In 1929 maakte de
heer Besselaar een rapport op over den toe
stand van het orgel, uitloopende op de nood-
zakelijkverklaring van een restauratie,
welke 10.000 kostte en in de Jaren 1930
1933 is voltooid. Hiermee had het koninklijke
instrument de, menschelijk gesproken vol
maaktheid bereikt waarin het zeven jaren
later is ondergegaan.
Den omvang van dit verlies en zoo gaan
we van de „doode" naar de levende beteeke-
nis' van het orgel over zien we echter pas
volledig, als we tenslotte nog even terugden
ken aan de kunstenaars, die er den rijkdom
van hebben laten hooren in kerkdienst en
concert. De laatste vier' Samuel de Lange
Sr., M. H. van 't Kruys. H. de Vries en J. H.
Besselaar Jr. hebben tusschen 1864 en 1940
de veelzijdige schoonheid van het orgel elk
op hun wijze ten toon gespreid, en vooral,
aan de laatste twee zullen duizenden met
dankbaarheid terugdenken. De plannen voor
dezen zomer had de heer Besselaar natuur
lijk al gereed en alleen dit reeds doet ons iels
gevoelen van het leed, dat zij, die hun kunst
en hun instrument liefhebben omdat ze niet
anders kunnen, thans hebben moeten door
maken.
Wij vroegen den heer Besselaar: en wat
nu? Och, was het matte antwoord, ik heb nu
af en toe diensten in de Koninginnekerk,
Noorderkerk en Prinsekerk, maar u begrijpt,
je voelt je daar niet thuis en bovenal: het
is niet en nooit meer m ij n orgel
Om volledig te zijn, moeten we er ook nog
even aan herinneren, 'dat uit aard van het
volledige uitbranden der Groote Kerk ook
het z.g. koororgel verloren is gegaan. Na 1531
toen nauwelijks meer een spoor van den
Roomschen eeredienst in de St. Laurenskerk
te vinden was, is het oude koororgel naar de
Oosterkerk verplaatst (deze kerk was voor
meer dan één organist van de Groote Kerk
het voor-portaal) en in 1721 een nieuw ge
bouwd. In 1751, 1773, 1818 en 1843 is het
verbeterd of schoongemaakt en in 1877 is het
van een geheel nieuw binnenwerk voorzien.
De heeren G. H. V ij g e b o o m '18771920)
en M. Guit tart (1920—1940) waren, er de
laatste organisten van. Het orge! had 3 kla
vieren en vrij pedaal, samen 35 stemmen.
Ook dit orgelfront had rijke versieringen en
beeldhouwwerk, en op onze foto ziet men aan
een fragment van het groote orgel, van welk
voor onze gansche persoon gebiedend opeischt
Zij zal dit beide te beter doen, naarmate zij
met die gemeenschap inniger verbonden is. en
van de geestelijke deze als de belangrijkste
het eerst! en stoffelijke belangen of nooden
dezer gemeenschap zich dieper doordrongen
toont. Zij kan en moge, op dezen voor haar
tendeele nieuwen weg voortgaande, ook aan
en door de Leidsche Universiteit, zich van de
grenzen van haar opdracht nog duidelijker be
wust worden dan haar tot nog toe mogelijk
bleek.
Leer mij volgen zonder vragen
Ook haar dienaren, cives academi, do
centen en studenten, breken allerminst hun eed
van trouw aan de wetenschap, integendeel, in
dien zij boven de stilte en het rumoer der
studie uit, de rustige stem hooren uitklinken
en met aandacht gaan beluisteren, zoodat al
het andere voor hun oor verstompt, de stem
die waagt te gewagen van: „Leer mij volgen
zonder vragen, Vader, wat Gij doet, is goed"
Is niet de martelendste aller vragen, de vraag
naar goed en kwaad in deze stem verstild,
naar recht en onrecht in deze vrijheid uit
volgzaamheid opgeheven?
Want deze volgzaamheid is wederom ge
grondvest in die nederigste en hoogste gehoor-
eeuwigd in Jezus' woord tot Pontius Pilatus:
„Gij zoudt geen macht over mij hebben, indien
zij u niet van boven gegeven ware". 'Joh.
19: 11).
Met vertrouwen willen thans de ouderen
aan de jongeren denken; met zelfvertrou
wen zult gij moeten staan tegenover
u zelf, u spiegelend Meer dan ooit
zaï dit zichzelf vertrouwen, doch dan zijn
hoogere en hoogste vorm, onmisbaar voor u
zijn Dien huogeren socialen vorm zal het dan
eerst aannemen, wanneer dit zelfvertrouwen in
een moeizaam verworven en moedig verdedigd
vertrouwen in uw medemensch zijn schijnbare
ontkenning en zijn blijkbare bevestiging zal
verkregen hebben. Want eerst de niet ver-
geefsche! omweg lang onze medemenschen
brengt ons. tenslotte en duurzaam, tot ons zelf
terug Ook de wetenschap kan ons daarbij den
weg wijzen- zij vindt haar eerstgeboorterecht
hierin, dat zij internationaal is; meer dan de
praktijk van politiek en oeconomie heeft zij of
behoort zij te hebben den drang naar de Één
heid. naar het één-voudige. Doch ook naar den
eenvoud. Zoolang er menscheliike beschaving
heeft bestaan, is de correlatie tusschen mate-
rieelen eenvoud en geestelijken rijkdom een
telkens weer met vreugde beleefde ontdekking
geweest. Zult ook gij die ontdekking moeten
en mogen doen?
Na zang met begeleiding van „O Nederlant.
let op u saeck" uit Valerius Gedenkclanck, was
hei laatste woord aan den president-curator
mr. A. van de Sande Bakhuyzen,
De Universiteit blijft zichzelf
Spr. wees erop hoe ook de curatoren zich ge
voelen als een der schragen waarop het gebouw
rust, ook zij zijn naijverig op haar glorie en
haar gezonde ontwikkeling en groei, en niet
minder dan professoren en studenten zijn zij
doordrongen van de noodzakelijkheid van het
eendrachtig werken van deze drie groepen om
de Leidsche.Universiteit die plaats in het leven
van ons volk te blijven verzekeren, die de al-
wijze Stichter, Vader Willem, haar toedacht.
Van stonde af aan heeft de hoogeschool die
plaats gevonden en met bewonderenswaardige
veerkracht heeft zij zich nog in het laatste
kwart van de zestiende eeuw opgewerkt tot
een licht verspreidende en vernuft aantrekkende
citadel in die decaden van woeling en storm.
Wat heeft dat eerbiedwaardige en sobere ge
bouw op het Rapenburg, nu nog onze zoete
trots, in méér dan drie en een halve eeuw
gebeurtenissen over zich heen zien gaan.
Niet die geschiedenis vormt den inhoud
wat ik u zeggen wil, maar wel de daaruit te
putten verzekerdheid, dat de Leidsche Univer
siteit, die door al die branding heen de kracht
vond om te groeien en te gedijen, te worden en
te zijn met Gods hulpe, ook voor het heden en
de toekomst zichzelve zal blijven en trouw aan
haar tradities de wetenschap en oprechtheid
en onafhankelijkheid dienen.
Becritiseerd, bedreigd, omstreden een enkele
maal, naar het scheen, een speelbal van krach
ten buiten haar bereik gelegen, maar altijd
geëerbiedigd door de gansche wereld, gedragen
door den volkswil en ten allen tijde vertroeteld
door haar leiders en voedsterlingen, heeft Prins
Willem's stichting het hoofd hoog kunnen hou
den en staat zij ook heden saevis tranquilla m
undis, en wat de hoofdzaak is vervult zij
getrouwelijk de haar opgelegde taak naar beste
vermogen voor het heil van hot gansche vadei
land en zijn overzeesche gewesten.
Zoolang een volk in deze wereld en zeker niet
minder in de wereld van morgen zijn plaats
waardig wil blijven, zoolang zal het ook op dit
gebied de in zich sluimerende krachten moeten
mobiliseeren en samenbrengen gelijk de beken
de rivier voeden. Het Nederlandsche volk heeft
van oudsher dezen plicht gevoeld en is de2e
nagekomen. Wie, die van dezen tijd is,
die de krachtsontplooiing en inspanning
ons volk in de laatste decennia zich zag ont
wikkelen, wie durft de gedachte in zich dul
den dat wij nu zouden versagen? Neen, in
dezen kring allerminst willen wjj het hoofd
laten hangen. Geleid door de lessen der ge
schiedenis van onze Universiteit, steunend op
ons bewustzijn van haar innerlijke kracht, wil
len wij volharden en straks in September eer
nieuw lustrum ingaan met vertrouwen er
Maar er is nog iets noodig om aan die var
buiten komende aandrift, die behoefte, die de
maatschappij aan ons werken en streven heeft,
te voldoen. Daarop zij nu nog het oog gevestigd
en dat is misschien het meest waardevolle
ons samenzijn hier.
Ik doel thans op den geest van saamhoorig-
heid van allen, die de academische gemeen
schap vormen, waardoor alleen zij haar kracht
tot volle ontplooiing brengen kan. Die univer-
sitas dijt zich uit in de diepte door den band
met het verleden, dat zich ook voor het heden
van een universiteit als een levende werke
lijkheid aandient als voorbeeld en als richt-
lijn.
Een belijdenis
Spr. besloot zijn rede met het afleggen
de navolgende belijdenis:
„Wij gelooven in het verleden en heden
de toekomst var. deze Universiteit.
Wij zullen haai blijven dienen met trouw en
aanhankelijkheid.
Wij zullen naar onze krachten met Gods hulp
en naar Zijnen wil aan haar grootheid en
voortbestaau blijven werken.
Wij zullen dit doen ter nagedachtenis
haren stichter en diens doorluchtig nageslacht,
dat onze Universiteit bleef steunen en bescher-
Zingen wij dan ter bevestiging naar oude
gewoonte het eerste en zesde couplet van ons
aloud Wilhelmus
Nadat hieraan was voldaan was deze tref
fende plechtigheid ten einde.
(Vervolg van de vierde kolom)
een voornaam gehalte de oude orgeltooi ge
weest is. Thans resten nog de afbeeldingen.
Maar ook: de herinnering aan vele kostelijke
uren, onder de hooge ge velven van
St. Laurens doorgebracht doer duizenden uit
en van buiten Rotterdam, vóór wie het monu
mentale instrument onvergetelijk zal zijn.
In een volgend artikel hopen we van vyf
andere kerkorgels, eveneens volkomen ver
brand, enkele herinneringen te geven.
PONTIER KARREMAN
Makelaars in Assurantiën.
DEFINITIEVE ADRESWIJZIGING
van: GELDERSCHEKADE 21 naar
WESTERSINGEL 9b, Rotterdam
Onze administratie is verloren gegaan. Teneinde
de belangen van onze Verzekerden te kunnen
behartigen, verzoeken wij hun om toezending
of inzage aan bovenstaand adres van:
le. Origineele polissen of voorloopige sluitbriefjes
2e. De volledige wederzijdsche correspondentie
van onafgewikkelde zaken.
BtockuAt oft acwMog!
CENTDALE VE&WADMlNC?
^^Wdadiatodem 1
KETELS
Nederlandsche kinderen naar
Oostenrijk
Zoowel van Duitsche zijde, als van Neder
landsche zijde zijn voorbereidingen getroffen
voor het zenden van Nederlandsche kinderen
naar Oostenrijk en wel meer in het bijzonder
naar de streek Ober-Donau. De Duitsche
afgevaardigden voor die organisatie hebben
in Den Haag een centraal bureau ingesteld
en hebben reeds gisteren besprekingen ge
voerd met den heer Frederiks, secretaris
generaal van het departement van binnen-
landsche zaken.
De heer Frederiks heeft de Duitsche afge
vaardigden in contact gebracht met den heer
H. J. van Senten, directeur van het instituut
tot ondersteuning van behoeftige Nederlan
ders in het buitenland, welke instelling te
Arnhem haar zetel heeft.
De besprekingen tusschen de Duitsche
afgevaardigden en den heer Van Senten,
welke uitsluitend betrekking ha'dden op de
uitvoering van het voornemen tot het zenden
van Nederlandsche kinderen naar Oostenrijk,
zijn zeer bevredigend verloopen. Ten einde
die voorbereiding zoo effectief mogelijk te
maken, is hier ter stede ook een Nederlandsch
centraal bureau opgericht, dat nauw contact
zal onderhouden met de, hiervoren genoemde
Duitsche centrale instelling.
Gezien de voortgang der besprekingen
tusschen deze genoemde instanties, valt het
te verwachten dat aan de plannen welke
bestaan reeds zeer spoedig uitvoering zal
worden gegeven.
Nader vernamen wij nog dat het de bedoe
ling is kinderen uit alle streken van Neder
land aan deze bijzondere „vacantie-tour" deel
te laten hebben, doch wel in het bijzonder
Kinderen uit kringen welke door de krijgs
bedrijven hebben geleden. Daar de reis naar
den Ostmark van vrij langen duur is zal men
zekere leeftijdsgrenzen moeten stellen, welke
ongeveer liggen tusschen acht en veertien
jaren. De kinderen, zoo vernamen wij, zullen
m tehuizen, hotels doch ook by particulieren
worden opgenomen en onder voortdurend
toezicht staan.
Japansch schip in Karatsji
vastgehouden
Opzien heeft te Tokio het bericht gewekt,
dat het Japansche s.s. Sumatra Maru in Ka
ratsji wordt vastgehouden en dat er voorloo
pig geen kans is op vérder varen van dit schip
naar Bombay.
Een tweede bericht meldt, dat de Britsch-
Indische regeering voor een week deze haven
voor schepen van derde staten gesloten heeft.
Karatsji en Bombay, als de verschepingsha
vens voor katoen, zijn buitengewoon belang
rijk voor Japan. Een belemmering der scheep
vaart zou, naar het semi-officieele agentschap
Domei meldt, een ernstigen toestand in he'.
leven roepen.
Dr. M. den Boer overleden
Men meldt ons uit Utrecht:
Op 49-jarigen leeftijd is hier ter stede n.-.
een langdurige ziekte overleden dr. M. den
Boer, specialist-internist en medisch adviseur
van het stads- en academische ziekenhuis.
De overledene heeft aan de rijks-universiteit
te Utrecht gestudeerd en wa. geruimen tyd
assistent van prof. dr. A. A. Hijmans van den
Bergh. Na het beëindigen van zijn studie
vestigde hij zich hier als arts. Korten tijd later
werd hij als consulteerend burger-internist
verbonden aan het militaire hospitaal en in
1938, toen na het heengaan van dr. G. Fabius
een niet-medicus tot directeur van het stads
en academische ziekenhuis werd benoemd,
werd dr. Den Boer met de medische zorg over
het ziekenhuispersoneel belast
In het medische vereenigingsleven te
Utrecht nam dr. Den Boer eer vooraanstaande
plaats in. Zoo was hij eenigen tijd lid van het
dagelijksche bestuur van de afdeeling Utrecht
der Maatschappij tot bevordering der genees
kunst, hij heeft zitting gehad in den
afdeelingsraad en was bestuurslid van de
Algemeene ziektekundige vereeniging. Verder
was hij lid van het Provinciale Utrechtsche
genootschap voor kunsten en wetenschappen.
Als internist genoot de overledene groote be
kendheid, waarbij zijn voortreffelijke eigen
schappen als menscli tevens algemeen werden
gewaardeerd.