lliruuir £ciit5rtjr (itmraut ~1 Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken De Leidsche Universiteit herdenkt 365-jarig bestaan Aia maar ïl®' veeho in Leiden en in plaatsen althai tjchap gevestigd is 2.35 gaan'ct. Losse nummers 5 ct. 1 kiPPi uitbetaling. moetij ziji '^jMegeL Ingezonden Mede- vèei ct. per regel. Minimum e- ^-ijsnummer 5 ot. Bij con- ?t g^Jke korting ■^samenwerking gev«^ nor de wordt het pleit ge- -.menwerking op breeden en^getie pleit zelfs voor het enfa van een nationaal blok. artikel over: el °r gste toekomst ook moge taat, dat we voorloopig als allereerste taak, ikba, van groote nationale opd na^e een^rac^t- **et zal zoo moeilijk zijn, tot te komen. Den laatsten daarop herhaaldelijk »n de scherpste kanten rechts-links geleidelijk verblijdend verschijn- stond steeds meer oog rde der christelijke be- Jlij' >r8l oa us met grooten nadruk dat de voormannen dt aal-democratische, anti- ?n® istelijk-historische, vry- .nt|he en liberale partijen elkaar in contact tra- tot de vorming van een naai blok. Ook ds. RBEIniet te worden uitge- artikelijk het nationale kan evenmin als een Van ze onder de tegenwoor len er stellig beter aan bestS ,erhuis terug te keeren. ip.g zeer concreet, want er I*1 vaïet koppen geslagen wor- ld' v00ral tegenover het beiai g optreden van groepjes, voet konden krijgen bij e vo^ en we^ eens ji kunnen wekken alsof Cted'z et nationale vertegen et. isggen dat aan de voor de"^ U in contact, de noodige mdarjmacht moeten worden tijdv 10 ct. i om^at duidelijk blijkt, waar w- en ionale eenheid, de wer- «aamhoorigheid ligt en Jandbi ■gd ii leWjk zullen bij een volk ivorga 'zonde schakeeringen, die noodzakelijk zijn, zich 1 Tan zelf doen gelden, dan heil van ons dierbaar No. 6158 DONDERDAG 27 JUNI 1940 21e Jaargang Bur. Redactie en Administratie: ©REESTRAAT 123, LEIDEN. Telefoon 22710. 'Na 6 uur 23166). Postbox 20. Postrek. 58930. Bijdragen var den stukken i Abonnementen, Advertenties, de Administratie te ontkennen, dat de ge- ,eit, min of meer afgerond, rlanders, die gehecht zijn es, en die het geestelijk |euw in eeuw uit verkeerd schen bewoond te zien [dingen, bezig houdt. Dat taand volk als het onze yingen niet kan missen, ich dat er in den loop nden zijn geschapen, Wie zou er thans nut jen vergrootglas te gaan gschilpunten tusschen by- rolutionairen en christe- f Schouder aan schouder wie van huis uit bij ingend noodzakelijk, zal in haar voormannen haar den heropbouw van ons iven. Indien onze voor aan den kant blijven in zij daarmede niet het 'digheid in de geschapen behoeft 'niet te beteeke- len in den schoot moeten M de waardeering groeien -4de bedoelingen indien over eler stukgeslagen heilige eaal gaat lichten van een eensgezind Nederlandsch een nieuwe wereldorde, te naties, nog een belang- hebben te vervullen. Want de dagen zijn, eenmaal gen. Voor het vervullen rootst mogelijke nationale vereischt. Snorenverbod voor |sche organisaties "getrokken «schikking van het waar aan het departement van "ken zijn de volgende namen J lijst van voor rijksambte- organisaties: ^alistische beweging (N.S.B.), realistische Nederlandsche Hgroep Kruyt), de Nationaal- Tpeiderspartij (groep. Van Rap- jteaerlandsche Volksfascisme °e Nederlandsche Volks- opsomming van nationaal- ntelorganisaties is geschrapt. vereenigingen, zoo lezen wij worden derhalve niet meer ooren tot de vereenigingen, aden, welke zij nastreven, of ke zy aanwenden, de behoor- door den ambtenaar in P1? ziJn plicht als ambtenaar brengen of kunnen schaden. 'ekduistering te va> de naleving van de [aanzien van de verduistering: ïgang 27 Juni 10 u. 7 m. Pg 28 Juni 5 u. 19 m. Nogmaals eenige getallen Men deelt ons mede van een zijde, welke den N.S.B.-Landdag te Lunteren van nabij heeft gadegeslagen, dat ons cijfer omtrent het aantal deelnemers veel te hoog is. Er zouden geweest zijn ongeveer 350 autobussen met gemiddeld 30 inzittenden, 6 extra treinen met ten hoogste 1000 personen in eiken trein en wellicht ongeveer 1000 bezoekers per rijwiel. Dit maakt tezamen 17 18.000. Wij hielden ons aan het cijfer van het A.N.P., het welk 35,000 gal. Men weet, het is met schatten altijd eigenaardig. Al naar de sympathieën uitgaan, zal men hooger of lager aanslaan. In allen gevalle vindt onze conclusie be vestiging in wat van toeschouwerszijde ons wordt medegedeeld. Wij herhalen dus: De Duitsche bezettings overheid wenscht niet, dat ons land een be paalde levensovertuiging word' opgedrongen In al de jaren, dat de Duitsche Führer Hitier propaganda maakte voor zijn stelsel, alsook nadat hij Leider van het Duitsche volk was geworden, heeft deze steeds herhaald, dat elk land zijn eigen volkskarakter, tradities, levenszeden en levensovertuiging dient te hebben. Men behoeft er niet aan te twijfelen, of dezelfde hooge opvatting zal straks ook gelden tegenover Frankrijk, Noorwegen en Daarom juist behoeft de groote meerder heid in ons land, of dat nu 90 of 95 pet. is, geen vrees te koesteren, dat een klein deel der bevolking zal hebben uit te maken, hoe het gaan moet met onze volksvi-ijheden en levensovertuiging en of de volkstradities omgebogen moeten worden. Natuurlijk sta hierbij op den voorgrond, dat elk Nederlander tot taak heeft mede te werken aan den opbouw van ons land, waarbij in het verleden begane fouten niet herhaald mogen worden. Daarbij worde niemand uitgesloten, maar dan ook niemand, die rekening houdt met het historisch ge groeide. Geen wraak over en weer brengt ons waar wij wezen moeten. Wel moet de onder linge waardeering groeien door een algemeen zoeken naar wat bij dien opbouw baat kan geven, en ons geestelijk en maatschappelijk sterken kan. Plechtigheid in de historische Pieterskerk In ae hts tonsent fieteiskerx ie Leiden is gistermiddag op plechtige wijze hei 73ste lus trum der Leidsche Hoogeschool herdacht. Ofschoon de bijeenkomst een besloten karak ter droeg was het kerkgebouw geheel gevuld met belangstellenden, o.w wij opmerkten de heeren mr Snouck Hurgronje, als vertegen woordiger van het Depertement van Alge- meene Zaken: prof. dr G A van Poelje, direc teur-generaal van het onderwijs, vergezeld van mr H. J. Reinink, administrateur en chef van de afd. hooger onderwijs van het Departement van O K. en W., het college van curatoren der Universiteit, het bestuur, benevens een groot aantal leden van den Academischen Senaat, vele lectoren, privaat-docenten en studenten, het gemeentebestuur van Lelden, leden van den kerkeraad, de garnizoenscommandant, de res. luitenant-kolonel mr. F. J. J Trapman, de dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van Rijnland, mr. P. H. Pijnacker Hordijk en vele anderen Welkomstwoord Nadat de organist, de heer L*o Mens, de Toccata in A van Sweelinck ten gehoore had gebracht, sorak de praeses-collegii, de heer C op dezen dag na te gaan of wij werkelijk ten volle profiteeren van de onschatbare waarde, die de Leidsche Hoogeschool en het geheele leven rondom haar, ons bieden Of wij vyerkelijk trachten om van ons zelve krachtige jonge menschen te maken, die straks in het volle leven kunnen en durven te staan: Of wij dus, onder de vleugels van onze Alma Mater, 'eder, naar onzen eigen aard en aanleg, een gaan ten gehoore „Ach bleib bei J. M. Bach, waarna de rector-manificus, prof. dr. Fred Muller, de lustrumrede uitsprak De taak van den schatbewaarder Prof. Muller schonk allereerst uitvoerig aan dacht aan de plaats, welke het heden inneemt tusschen het verleden en de toekomst en wees op het oud-testamentische woord, tot Mozes gesproken: „de plaats waar gij staat, is heilige grond" (Exod. 3:5). Deze kerk en deze kansel waren immers de eerste plek van samenkomst der Civitas Leidensis, der burgerij van Leiden, toen in 1574 de beklemmende band van het beleg verbroken was. De Verbi Divini Minister In dien dienst voorgaande, Pieter Cornelisz, stond ruim vier maanden later, op den 8sten Februari 1575 op dit zelfde gestoelte des morgens ten zeven ure zoo verhaalt Orlers en bad: „dat het Gode mocht behagen de Hoogeschool te zegenen, begenadigen en te doen wassen tot eer en grootmaking van Zijnen Heiligen Naam, tot opbouwing en stichting Zijner gemeente en tot zaligheid, geleerdheid en ervarenheid in alle eerlijke en loffelijke kunsten van de Hollanosche, Zeeuwsche en andere natiën en tot welvaart van het vader land en der stad Leiden" Aldus op den stich- lingsdag onzer hoogeschool. ruim 365 jaren geleden. Nu heeft zich sindsdien een groot jaar, inagnus annus, afgesloten, dat zijn jaren als dagen telt en den ouderdom der Leidsche Universiteit wel zeer duidelijk doet beseffen. Wij voelen ons'als bewaarders van dien schat van herinneringen en tradities: hoe vatten wij onze taak van schatbewaarders op? Moeilijke vraag! Met open oogen, doen ziende blind, staan wij thans voor de toekomst. Wie zou het dur ven laken, Indien zeer velen zich afvragen, waar het einde van den weg zal liggen? De Wetenschap, aldus vervolgde spreKei, staat waarlijk niet buiten de Gemeenschap: zij za". wat in de laatste voorvalt, zeker cn onaf wijsbaar weerspiegelen! Zij ook, zij kan haar dienaren den weg wijzen tot het moedig expe riment, doch ook tot de trouwe overlevering, van geslacht tot geslacht, van datgene wat als de schat der eeuwen haar is toevertrouwd, en wat steeds opnieuw tot leven opstaat en daar- ORGANISTEN ZONDER ORGEL Leed oyer verbrande kerk- instrumenten Gemeente, ambtsdragers, predikanten, zij hebben allen op hun wijze de pijn gevoeld, die er is bij het staren op de verzengde muren van het bedehuis, dat zóóveel her inneringen bewaarde. De Protestant moge dan al niet in die mate aan zijn kerkgebouw sehecht zijn als de Roomsch-Katholiek, ook hij ziet in zijn kerk een stuk van zijn leven belichaamd, dat de schoonste en beste, soms de zwaarste en de zuiverste uren van zijn geestelijk bestaan omvat. En ligt er niet een stille glans van verheffing en ontroering rond die uren, als men zich even terugdenkt in Het zal wel geen tegenspraak ontmoeten, wanneer wij als eerste in de rij der te Rotter dam verbrande kerkorgels (ze zijn alle vol komen vernietigd) aandacht geven aan net eeuwenoude instrument, dat in de Groote of St. Laurenskerk niet alleen in de kerkdiensten z'n voorname stem deed hooren, maar ook door concerten reeds decenniën lang een na- tionalen naam had. De verwoesting van dit orgel, voor den organist den heer J. H. Bes- s e 1 a a r Jr. een verlies, dat het beste gety peerd is door het noemen van zijn naam. is temeer tragisch, omdat op de onderteekening na een uitgebreid schema van beschermings maatregelen gereed lag. Zoowel voor het binnenwerk als voor het imponeerende front waren beveiligings-bouwsels ontworpen, die berekend waren op brand, ten deele ook op het werpen van bommen. Helaas was het nog Drt fragment yan het verdwenen orgel der Groote Kerk te Rotterdam geeft een indrukwekkend beeld van het houtsnijwerk dat dit instrument sierde. het gemeenschappelijk gezongen lied, ge steund door de veelstemmige orgelklanken, omspeeld door preludia en interludia, waarin het hart van het gezongen lied klopte.' Dit niet meer te kunnen ontvangen, is het gemis der gemeente; het niet meer te kunnen geven, is de niet minder pijnlijke situatie van den organist, die door het ver lies van zijn orgel de taal zijner ziel niet meer spreken kan zooals hij het alleen kon Dit lot trof meerdere organisten in Rotter dam en wij hebben hun niet tevergeefs ge vraagd, daarvan iets mee te deelen; ook de plotseling verscheurde band tusschen ge meente en organist behoort tot de onzicht bare, doch daarom niet minder pijnlijke ver liezen dan die van huis en have. Weder opbouw, zal men zeggen. Maar wie geeft ons terug een orgel als van de Groote Kerk te Rotterdam? Of hoe keert ooit terug dat oude, vertrouwde geluid, waaraan in oepaalde kerken bepaalde gemeenten of w'iken ge wend en gehecht waren? niet gekomen tot uitvoering en zoo is het prachtige orgel in vlammen opgegaan men moet zich het maar eens pogen in te denken, die laaiende vuurzee, voortrazend tusschen het woud van hoogopgaande pijpen, overdadig gevoed uit de opengebarsten gewelven en ramen. En het tuighuis, waaruit deze eeuwen oude vesting van gewijde kunst werd voor zien: de kostbare bibliotheek van den heer Besselaar. ze ging geheel verloren. Hoe moet het dezen organist de 25e van de Groote Kerk te moede zijn geweest, toen hij con- stateeren moest' deze stem voor altoos tot zwijgen gebracht, nooit meer deze eigen orgel klank. omvangen door het accoustisch ideale interieur der kathedraal, die de trots der Maasstad was. Dit orgel was niet het eerste in de St. Lau renskerk: toen in de 15e eeuw het (houten' kerkgebouw vervangen was door een nieuw, werd al spoedig een orgel gebouwd. Dit heeft tot in de 17e eeuw dienst gedaan; in 1641 werd heeft. Ruim een eeuw heeft dil tweede orgel zijn taak verricht; na telkens ingrijpender herstellingen besloot men in 1788 tot den bouw van een nieuw orgel, het nu verbrande. In 1790 werd den orgelmaker Wolf erts de opdracht gegeven; hij vroeg er tusschen 65,000 en 1 70,000 voor. Alleen de fundee ring kostte 9000. Na heel wat teleurstelling in en los van den bouw, zette de orgelmaker Freytag het werk voort in 1808, doch hij overleed in 1811. Weer volgden tegenspoeden; de volgende orgelbouwer was Meere uit Utrecht, vader en zoon. De zoon overleed in 1825, maar men kon toch doorwerken en zoo werd dan eindelijk, op 14 Sept. 1828, door ds. Hoog het nieuwe orgel in gebruik genomen. Toch was het einde der teleurstellingen nog niet gekomen; het orgel ging zoodanig achter uit, dat in 1842 aan Jonathan Batz Co. te Utrecht een volledige restauratie werd op gedragen; deze was in 1845 voltooid, zoodat het feitelijk van 1788 tot 1845 geduurd heeft, eer aan alle eischen van een voor deze kathedraal waardig kerkorgel was voldaan. We besparen den lezer uiteraard een be schrijving, die enkele kolommen alleen zou vullen. Maar nu het honderdvijftig jaren bereikt hebbende instrument vergaan is, moge toch even herinnerd worden aan de hoofd zaken. Het orgel had 4 klavieren, 90 registers en 72 sprekende stemmen en 16 blaasbalgen. Het rustte op 12 wit-marmeren zuilen; het front was gekroond met een bazutnende engel van 5 m hoogte. De kast bestond uit 3 ronden of torens; de beide basronden bevatten ieder 5 pijpen (prestant), waarvan de zwaarste 250 Ned. ponden woog. Om het pijpwerk van het hoofdmanuaal te bereiken, moest men een 28 treden hooge trap op, d.w.z. na de halfronde trap van 20 treden en een van 12 treden naar het bordes. Deze paar cijfers geven althans eenigen indruk van den om vang; met dat van Haarlem en Den Haag behoorde het Rotterdamsche orgel tot de grootste van ons land. Dat zulk een orgel, behalve regelmatig stemmen, af en toe grondige schoonmaak en restauratie vroeg, laat zich begrijpen. In 1885 is het gansche binnenwerk uit elkaar ge nomen en schoongemaakt; in 1908 werden een electrische ventilator ingezet en paar registers toegevoegd. In 1929 maakte de heer Besselaar een rapport op over den toe stand van het orgel, uitloopende op de nood- zakelijkverklaring van een restauratie, welke 10.000 kostte en in de Jaren 1930 1933 is voltooid. Hiermee had het koninklijke instrument de, menschelijk gesproken vol maaktheid bereikt waarin het zeven jaren later is ondergegaan. Den omvang van dit verlies en zoo gaan we van de „doode" naar de levende beteeke- nis' van het orgel over zien we echter pas volledig, als we tenslotte nog even terugden ken aan de kunstenaars, die er den rijkdom van hebben laten hooren in kerkdienst en concert. De laatste vier' Samuel de Lange Sr., M. H. van 't Kruys. H. de Vries en J. H. Besselaar Jr. hebben tusschen 1864 en 1940 de veelzijdige schoonheid van het orgel elk op hun wijze ten toon gespreid, en vooral, aan de laatste twee zullen duizenden met dankbaarheid terugdenken. De plannen voor dezen zomer had de heer Besselaar natuur lijk al gereed en alleen dit reeds doet ons iels gevoelen van het leed, dat zij, die hun kunst en hun instrument liefhebben omdat ze niet anders kunnen, thans hebben moeten door maken. Wij vroegen den heer Besselaar: en wat nu? Och, was het matte antwoord, ik heb nu af en toe diensten in de Koninginnekerk, Noorderkerk en Prinsekerk, maar u begrijpt, je voelt je daar niet thuis en bovenal: het is niet en nooit meer m ij n orgel Om volledig te zijn, moeten we er ook nog even aan herinneren, 'dat uit aard van het volledige uitbranden der Groote Kerk ook het z.g. koororgel verloren is gegaan. Na 1531 toen nauwelijks meer een spoor van den Roomschen eeredienst in de St. Laurenskerk te vinden was, is het oude koororgel naar de Oosterkerk verplaatst (deze kerk was voor meer dan één organist van de Groote Kerk het voor-portaal) en in 1721 een nieuw ge bouwd. In 1751, 1773, 1818 en 1843 is het verbeterd of schoongemaakt en in 1877 is het van een geheel nieuw binnenwerk voorzien. De heeren G. H. V ij g e b o o m '18771920) en M. Guit tart (1920—1940) waren, er de laatste organisten van. Het orge! had 3 kla vieren en vrij pedaal, samen 35 stemmen. Ook dit orgelfront had rijke versieringen en beeldhouwwerk, en op onze foto ziet men aan een fragment van het groote orgel, van welk voor onze gansche persoon gebiedend opeischt Zij zal dit beide te beter doen, naarmate zij met die gemeenschap inniger verbonden is. en van de geestelijke deze als de belangrijkste het eerst! en stoffelijke belangen of nooden dezer gemeenschap zich dieper doordrongen toont. Zij kan en moge, op dezen voor haar tendeele nieuwen weg voortgaande, ook aan en door de Leidsche Universiteit, zich van de grenzen van haar opdracht nog duidelijker be wust worden dan haar tot nog toe mogelijk bleek. Leer mij volgen zonder vragen Ook haar dienaren, cives academi, do centen en studenten, breken allerminst hun eed van trouw aan de wetenschap, integendeel, in dien zij boven de stilte en het rumoer der studie uit, de rustige stem hooren uitklinken en met aandacht gaan beluisteren, zoodat al het andere voor hun oor verstompt, de stem die waagt te gewagen van: „Leer mij volgen zonder vragen, Vader, wat Gij doet, is goed" Is niet de martelendste aller vragen, de vraag naar goed en kwaad in deze stem verstild, naar recht en onrecht in deze vrijheid uit volgzaamheid opgeheven? Want deze volgzaamheid is wederom ge grondvest in die nederigste en hoogste gehoor- eeuwigd in Jezus' woord tot Pontius Pilatus: „Gij zoudt geen macht over mij hebben, indien zij u niet van boven gegeven ware". 'Joh. 19: 11). Met vertrouwen willen thans de ouderen aan de jongeren denken; met zelfvertrou wen zult gij moeten staan tegenover u zelf, u spiegelend Meer dan ooit zaï dit zichzelf vertrouwen, doch dan zijn hoogere en hoogste vorm, onmisbaar voor u zijn Dien huogeren socialen vorm zal het dan eerst aannemen, wanneer dit zelfvertrouwen in een moeizaam verworven en moedig verdedigd vertrouwen in uw medemensch zijn schijnbare ontkenning en zijn blijkbare bevestiging zal verkregen hebben. Want eerst de niet ver- geefsche! omweg lang onze medemenschen brengt ons. tenslotte en duurzaam, tot ons zelf terug Ook de wetenschap kan ons daarbij den weg wijzen- zij vindt haar eerstgeboorterecht hierin, dat zij internationaal is; meer dan de praktijk van politiek en oeconomie heeft zij of behoort zij te hebben den drang naar de Één heid. naar het één-voudige. Doch ook naar den eenvoud. Zoolang er menscheliike beschaving heeft bestaan, is de correlatie tusschen mate- rieelen eenvoud en geestelijken rijkdom een telkens weer met vreugde beleefde ontdekking geweest. Zult ook gij die ontdekking moeten en mogen doen? Na zang met begeleiding van „O Nederlant. let op u saeck" uit Valerius Gedenkclanck, was hei laatste woord aan den president-curator mr. A. van de Sande Bakhuyzen, De Universiteit blijft zichzelf Spr. wees erop hoe ook de curatoren zich ge voelen als een der schragen waarop het gebouw rust, ook zij zijn naijverig op haar glorie en haar gezonde ontwikkeling en groei, en niet minder dan professoren en studenten zijn zij doordrongen van de noodzakelijkheid van het eendrachtig werken van deze drie groepen om de Leidsche.Universiteit die plaats in het leven van ons volk te blijven verzekeren, die de al- wijze Stichter, Vader Willem, haar toedacht. Van stonde af aan heeft de hoogeschool die plaats gevonden en met bewonderenswaardige veerkracht heeft zij zich nog in het laatste kwart van de zestiende eeuw opgewerkt tot een licht verspreidende en vernuft aantrekkende citadel in die decaden van woeling en storm. Wat heeft dat eerbiedwaardige en sobere ge bouw op het Rapenburg, nu nog onze zoete trots, in méér dan drie en een halve eeuw gebeurtenissen over zich heen zien gaan. Niet die geschiedenis vormt den inhoud wat ik u zeggen wil, maar wel de daaruit te putten verzekerdheid, dat de Leidsche Univer siteit, die door al die branding heen de kracht vond om te groeien en te gedijen, te worden en te zijn met Gods hulpe, ook voor het heden en de toekomst zichzelve zal blijven en trouw aan haar tradities de wetenschap en oprechtheid en onafhankelijkheid dienen. Becritiseerd, bedreigd, omstreden een enkele maal, naar het scheen, een speelbal van krach ten buiten haar bereik gelegen, maar altijd geëerbiedigd door de gansche wereld, gedragen door den volkswil en ten allen tijde vertroeteld door haar leiders en voedsterlingen, heeft Prins Willem's stichting het hoofd hoog kunnen hou den en staat zij ook heden saevis tranquilla m undis, en wat de hoofdzaak is vervult zij getrouwelijk de haar opgelegde taak naar beste vermogen voor het heil van hot gansche vadei land en zijn overzeesche gewesten. Zoolang een volk in deze wereld en zeker niet minder in de wereld van morgen zijn plaats waardig wil blijven, zoolang zal het ook op dit gebied de in zich sluimerende krachten moeten mobiliseeren en samenbrengen gelijk de beken de rivier voeden. Het Nederlandsche volk heeft van oudsher dezen plicht gevoeld en is de2e nagekomen. Wie, die van dezen tijd is, die de krachtsontplooiing en inspanning ons volk in de laatste decennia zich zag ont wikkelen, wie durft de gedachte in zich dul den dat wij nu zouden versagen? Neen, in dezen kring allerminst willen wjj het hoofd laten hangen. Geleid door de lessen der ge schiedenis van onze Universiteit, steunend op ons bewustzijn van haar innerlijke kracht, wil len wij volharden en straks in September eer nieuw lustrum ingaan met vertrouwen er Maar er is nog iets noodig om aan die var buiten komende aandrift, die behoefte, die de maatschappij aan ons werken en streven heeft, te voldoen. Daarop zij nu nog het oog gevestigd en dat is misschien het meest waardevolle ons samenzijn hier. Ik doel thans op den geest van saamhoorig- heid van allen, die de academische gemeen schap vormen, waardoor alleen zij haar kracht tot volle ontplooiing brengen kan. Die univer- sitas dijt zich uit in de diepte door den band met het verleden, dat zich ook voor het heden van een universiteit als een levende werke lijkheid aandient als voorbeeld en als richt- lijn. Een belijdenis Spr. besloot zijn rede met het afleggen de navolgende belijdenis: „Wij gelooven in het verleden en heden de toekomst var. deze Universiteit. Wij zullen haai blijven dienen met trouw en aanhankelijkheid. Wij zullen naar onze krachten met Gods hulp en naar Zijnen wil aan haar grootheid en voortbestaau blijven werken. Wij zullen dit doen ter nagedachtenis haren stichter en diens doorluchtig nageslacht, dat onze Universiteit bleef steunen en bescher- Zingen wij dan ter bevestiging naar oude gewoonte het eerste en zesde couplet van ons aloud Wilhelmus Nadat hieraan was voldaan was deze tref fende plechtigheid ten einde. (Vervolg van de vierde kolom) een voornaam gehalte de oude orgeltooi ge weest is. Thans resten nog de afbeeldingen. Maar ook: de herinnering aan vele kostelijke uren, onder de hooge ge velven van St. Laurens doorgebracht doer duizenden uit en van buiten Rotterdam, vóór wie het monu mentale instrument onvergetelijk zal zijn. In een volgend artikel hopen we van vyf andere kerkorgels, eveneens volkomen ver brand, enkele herinneringen te geven. PONTIER KARREMAN Makelaars in Assurantiën. DEFINITIEVE ADRESWIJZIGING van: GELDERSCHEKADE 21 naar WESTERSINGEL 9b, Rotterdam Onze administratie is verloren gegaan. Teneinde de belangen van onze Verzekerden te kunnen behartigen, verzoeken wij hun om toezending of inzage aan bovenstaand adres van: le. Origineele polissen of voorloopige sluitbriefjes 2e. De volledige wederzijdsche correspondentie van onafgewikkelde zaken. BtockuAt oft acwMog! CENTDALE VE&WADMlNC? ^^Wdadiatodem 1 KETELS Nederlandsche kinderen naar Oostenrijk Zoowel van Duitsche zijde, als van Neder landsche zijde zijn voorbereidingen getroffen voor het zenden van Nederlandsche kinderen naar Oostenrijk en wel meer in het bijzonder naar de streek Ober-Donau. De Duitsche afgevaardigden voor die organisatie hebben in Den Haag een centraal bureau ingesteld en hebben reeds gisteren besprekingen ge voerd met den heer Frederiks, secretaris generaal van het departement van binnen- landsche zaken. De heer Frederiks heeft de Duitsche afge vaardigden in contact gebracht met den heer H. J. van Senten, directeur van het instituut tot ondersteuning van behoeftige Nederlan ders in het buitenland, welke instelling te Arnhem haar zetel heeft. De besprekingen tusschen de Duitsche afgevaardigden en den heer Van Senten, welke uitsluitend betrekking ha'dden op de uitvoering van het voornemen tot het zenden van Nederlandsche kinderen naar Oostenrijk, zijn zeer bevredigend verloopen. Ten einde die voorbereiding zoo effectief mogelijk te maken, is hier ter stede ook een Nederlandsch centraal bureau opgericht, dat nauw contact zal onderhouden met de, hiervoren genoemde Duitsche centrale instelling. Gezien de voortgang der besprekingen tusschen deze genoemde instanties, valt het te verwachten dat aan de plannen welke bestaan reeds zeer spoedig uitvoering zal worden gegeven. Nader vernamen wij nog dat het de bedoe ling is kinderen uit alle streken van Neder land aan deze bijzondere „vacantie-tour" deel te laten hebben, doch wel in het bijzonder Kinderen uit kringen welke door de krijgs bedrijven hebben geleden. Daar de reis naar den Ostmark van vrij langen duur is zal men zekere leeftijdsgrenzen moeten stellen, welke ongeveer liggen tusschen acht en veertien jaren. De kinderen, zoo vernamen wij, zullen m tehuizen, hotels doch ook by particulieren worden opgenomen en onder voortdurend toezicht staan. Japansch schip in Karatsji vastgehouden Opzien heeft te Tokio het bericht gewekt, dat het Japansche s.s. Sumatra Maru in Ka ratsji wordt vastgehouden en dat er voorloo pig geen kans is op vérder varen van dit schip naar Bombay. Een tweede bericht meldt, dat de Britsch- Indische regeering voor een week deze haven voor schepen van derde staten gesloten heeft. Karatsji en Bombay, als de verschepingsha vens voor katoen, zijn buitengewoon belang rijk voor Japan. Een belemmering der scheep vaart zou, naar het semi-officieele agentschap Domei meldt, een ernstigen toestand in he'. leven roepen. Dr. M. den Boer overleden Men meldt ons uit Utrecht: Op 49-jarigen leeftijd is hier ter stede n.-. een langdurige ziekte overleden dr. M. den Boer, specialist-internist en medisch adviseur van het stads- en academische ziekenhuis. De overledene heeft aan de rijks-universiteit te Utrecht gestudeerd en wa. geruimen tyd assistent van prof. dr. A. A. Hijmans van den Bergh. Na het beëindigen van zijn studie vestigde hij zich hier als arts. Korten tijd later werd hij als consulteerend burger-internist verbonden aan het militaire hospitaal en in 1938, toen na het heengaan van dr. G. Fabius een niet-medicus tot directeur van het stads en academische ziekenhuis werd benoemd, werd dr. Den Boer met de medische zorg over het ziekenhuispersoneel belast In het medische vereenigingsleven te Utrecht nam dr. Den Boer eer vooraanstaande plaats in. Zoo was hij eenigen tijd lid van het dagelijksche bestuur van de afdeeling Utrecht der Maatschappij tot bevordering der genees kunst, hij heeft zitting gehad in den afdeelingsraad en was bestuurslid van de Algemeene ziektekundige vereeniging. Verder was hij lid van het Provinciale Utrechtsche genootschap voor kunsten en wetenschappen. Als internist genoot de overledene groote be kendheid, waarbij zijn voortreffelijke eigen schappen als menscli tevens algemeen werden gewaardeerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1