ml
DUITSCHLAND WIL:
Twee moeders
betwisten elkander een kind
MAGINOTLINIE DOORBROKEN
Verdun gevallen en omsingeld
P4
lAG 17 JUNI 1940
PAGINA 3
Herstel van den vrede;
Levensruimte voor groote volken;
itieve Rijngrens; Oplossing Koloniale kwestie;
Vrije zee; Geen nieuw Versailles;
Amerika voor de Amerikanen;
Europa voor de Europeanen
/York, 14 Juni (D.N.B.). In het kleine kasteel van een
{itch edelman heeft de bekende Amerikaansche publicist Karl
Wiegand met Hitier een interview gehad, dat het eerste was,
de Fiihrer in dezen oorlog heeft verleend.
gehouden op dit interview uit-
g te komen en doen dat daar-
Dvendien is het in dit stadium
jrlog zeer van belang georiën-
tjjn omtrent de inzichten van
staatslieden, die op het
oo groolen invloed hebben,
gand werd in het stafkwartier
ivisie-generaal ontvangen door
on Ribbentrop, met wien hü
ioud van een uur had. Daarna
voordat het kasteel werd be-
Hitier zich bevond. Bij het
waren naast von Ribbentrop
etrich, gezant Schmidt en nog
,eren aanwezig. Hitler had er
zu'n antwoorden op von Wie-
>n schriftelijk te formuleeren
jet onderhoud, dat bijna een
e, sprak hij met den Ameri-
publicist over deze antwoor-
—int
PSKti
Amerika-Duitschland.
egon de positie van Amerika
■Duitschland te bespreken en
iositie, die hy zelf tegenover
nneemt. Hij wilde mij er aan
jy aldus von Wiegand, dat
rj Isd een van de weinige staten
tot nu toe van elke inmenging
•rikaansohe verhoudingen heb-
üden."
ens verklaarde hij:
^M^iland heeft thans evenmin
igei territoriale of politieke
m op het Amerikaansche
Wie het tegendeel be
legt opzettelijk, uit welk
lan ook. Welken vorm het
■ansche vasteland aan zijn
geeft, boezemt ons geen
riling in. Dat heeft niet
lierop wil ik den nadruk
slechts betrekking op
'imerika, maar eveneens op
lerika. Ik wil verder doen
!n, dat ik niet geloof, dat
als door Monroe is ge
leerd, zou kunnen worden
als een eenzijdige eisch
it-inmenging."
'et was niet alleen het doel der
>#r, je verhinderen, dat Euro-
Jtaten zich zouden mengen in
Mpsche aangelegenheden wat
TclrfEngeland, dat zelf reusachtige
en politieke belangen in
eeft, voortdurend doet maar
Amerika zich niet met Euro-
j jt ongelegenheden zou bemoeien,
"lat George Washington zelf 'n
ying van dien aard tot het
'OONpche volk heeft gericht, beves-
1 tea en het verstandige van deze
daarom: „Amerika voor de
'el. 5Pnen> Europa voor de Euro-
vraag, welk standpunt hy in-
nzien van het door Roosevelt
igde en bepleite bewapenings-
llwoordde Hitier: „Ik houd mij
beantwoorden van deze vraag
!klaa^onroeleer. Het bewapenings-
'efoon'er V.S. boezemt my geen be-
- zelf werk sedert jaren aan het
wapeningsprogram ter wereld
Vom fantastische praatjes zeer
■trscheiden van de werkelijke
I wen van het practische leven.
otJTSftji van dit punt heerschen er
raat ,eer fantastische meeningen."
Ite den Fiihrer te polsen over
ling ten aanzien van den ver-
Amerikaansch oorlogsmateriaal
istelyke mogendheden. Hij ver-
B,K °.et groote beslistheid:
DEfschenkomst van Amerika met
•ranties van vliegtuigen en oor-
aal kan den afloop van dezen
it veranderen. Motieven daar-
ef ik niet aan te voeren. De
eid zal daarover beslissen."
Ivraag naar
de „vijfde colonne"
p met een zweem van sarcas-
lun mij van de zoogenaamde
CWpnne in het geheel geen voor-
iken, omdat deze colonne, be-
ipanjAet brein van fantasten of als
beeld, dat door gewetenlooze
lüirtf voor doeleinden
IWuyen, niet bestaat.
ELEF* onbekwame regeeringen haar
'st in den oorlog jagen en dan
erijkc ineenstorting beleven, is
-trijpen dat zij de schuld liever
n schuiven. Dit slagwoord de
onne" heeft echter in dc eerste
*nWEdoel' een f°rrnee' begrip voor
e, die natuurlijk in alle landen
scheppen. Deze oppositie heeft
chland niets uitstaande. Het
s eerder waar. Het zijn of de
nationalisten of internatio-
n teerde communisten of paci-
ood ijm<*ere tegenstanders van oor-
uishoii om<*at deze Politici het niet
rlJ» met hun oppositie op fatsoen-
j af te rekenen, beschuldigen zy
a ven van landverraad. Zij trach-
n onwettige methoden met een
ndeierevend manteltje te omhullen
'het oog van de wereld moreel
■rdigen door het uitvinden van
marlis begrip „vijfde colonne",
ven ie.nstanders zullen dezen oorlog
clamerïet doordat zij een „vijfde co-
ic bijd*^" doordat zij corrupte, gewe-
abilij'? krompen politici hebben.
den oorlog verliezen, omdat hun
terdaf ganisatie slecht en hun oorlog-
aarlyk miserabel is."
veer legde Hitier er den nadruk
——^geland Duitschland den oorlog
heeft verklaard en wel „onder de belache
lijkste en domste voorwendsels".
Ik vroeg hem, aldus vervolgt Wiegand,
of het zyn doel was het Britsche wereld
rijk te vernietigen, waarop hij ant
woordde:
„Het was nooit mijn plan of doel,
het Britsche wereldrijk
te vernietigen." Met klem zeide hij: „in
tegendeel, ik heb nog vóór het uitbreken
van den oorlog de Engelsche regeering
voorstellen gedaan, waarin ik zoo ver
ging, de hulp van het Duitsche ryk voor
het bestaan van het Engelsche rijk. aan te
bieden. Mijn aanbod werd met minachting
afgewezen.
Ik had van Engeland niets meer ver
langd, dan dat Duitschland als gelijke in
rechten zou worden beschouwd en behan
deld, dat Engeland de Duitsche kusten
zou beschermen, voor het geval Duitsch
land in een oorlog zou worden gewikkeld,
en ten slotte, dat men my de Duitsche
koloniën zou teruggeven. En ik zal
deze ook krygen.
Men heeft in Londen openlijk verklaard
en geschreven, dat 't nationaal-socialisme
vernietigd moest worden en dat Duitsch
land verdeeld en volkomen ontwapend
moest worden. Nooit heb ik dergelijke be
doelingen en voornemens ten aanzien van
Engeland geuit. Toen Engeland slag op
slag verloor, kwamen de machthebbers te
Londen met tranen in de oogen bij Ame
rika smeeken en verklaarden zy, dat
Duitschland het Britsche wereldryk be
dreigde en trachtte te vernietigen.
In dezen oorlog zal niettemin iets ver
nietigd worden, namelyk een kapitalis
tische clique, die bereid was en is, voor
haar laaghartige persoonlijke belangen
millioenen menschen te laten omkomen.
Doch dit zal, daarvan ben ik overtuigd,
niet door ons, maar door haar eigen vol
ken gedaan worden."
De vrije zee.
De Fiihrer verklaarde voorts, dat deze
oorlog ongetwijfeld het stelsel van con
trole ter zee, zooals deze thans door En
geland wordt uitgeoefend, uit den weg zal
ruimen en dat dit in de toekomst een
groote zegen voor de geheele wereld
zal zijn.
„Wanneer wij de vrijheid der zeeën op-
eischen, dan verstaan wij daaronder het
vrije recht van alle niet-oorlogvoerenden,
de zeeën in het onderlinge verkeer vry,
onbeperkt en zonder eenige controle te
bevaren."
Hitier voegde hieraan toe, dat de bepa
lingen betreffende een inderdaad doeltref
fende blokkade, die beperkt blijft tot de
kusten der oorlogvoerende landen, door
zulk een, door het gezonde verstand inge
geven, verandering niet worden aan
getast.
De Fiihrer verklaarde ook; Duitschland
heeft noch territoriale noch politieke be
langen in de Middellandsche zee. In het
algemeen wyst het Duitsche volk opvat
tingen, volgens welke ieder het recht
dient te hebben, overal en op iedere plaats
te mogen of te moeten meespreken, van
de hand.
Wanneer eenige volken, Engeland en
Frankrijk aan het hoofd, verklaren, uit
sluitend in de geheele wereld belangen te
hebben, dan is dit een aanspraak op de
wereldheerschappij, die de ontwakende
volken zich op den duur niet laten wel
gevallen. Duitschland bijvoorbeeld zal niet
dulden, dat in zijn levensruirate een an
dere mogendheid de lakens uitdeelt.
Duitschland bemoeit zich op zijn beurt
ook niet met aangelegenheden, die buiten
zijn eigen levensbelangen liggen en die
derhalve in de eerste plaats anderen vol
ken aangaan. Wanneer echter, om een
voorbeeld te noemen, een Britsche minis
ter verklaart, dat de Engelsche grens aan
den Rijn ligt, is dit even dom als onver
draaglijk, arrogant en aanmatigend. Niets
zou dommer zijn, dan wanneer ik wilde
verklaren, dat de grens van Duitschland
aan de Missisippi, aan de Amazone of aan
de Gele Rivier lag.
Overigens zullen wy het vraagstuk van
de Rijngrens definitief regelen, zoodat in
de toekomst hopelijk ook de Britsche pre
miers zich niet meer aan zulke aardrijks
kundige vergissingen schuldig behoeven
te maken.
Het Duitsche doel.
Ik vroeg den Führer, aldus Wiegand,
of hij mij niet in korte trekken zijn
voorstellen van den toekomstigen vre
de zou willen meedeelen.
Hij was niet geneigd, zich over dit
thema nader uit te laten en zeide
slechts: Het Duitsche doel komt eigenlijk
slechts hierop neer: Herstel van den
vrede, want Duitschland heeft niet
Frankrijk en Engeland, den oorlog ver
klaard, doch Engeland en Frankrijk zijn
onder de belachelijkste voorwendsels den
oorlog tegen Duitschland begonnen.
Het principieele van dezen vrede
echter zal steeds het besef zijn,
dat er geen werkelijke toestand
van vrede kan zijn, zonder dat re
kening wordt gehouden met de le
vensbehoeften van de groote vol
ken en dat slechts een groote
domkop zich kan verbeelden, dat
een nieuw Versailles beter zou zijn
dan Versailles was.
Als belangrijkste oorlogsdoel echter
zie ik het uit den weg ruimen van de
internationale klieken, die van het op
hitsen der volken leven of die de gevol
gen van hun eigen politieke onbe
kwaamheid of van hun economisch on
vermogen trachten te verbergen of zelfs
te herstellen door een oorlog.
Het is mij echter wel duidelijk, dat dit
doel niet uitsluitend door verdragen kan
worden bereikt, doch door het zich baan
brekende gezond verstand der volken
zelf. Aan dit gezond verstand geloof ik
echter ondanks alle hysterische ge
schreeuw en alle sprookjes- en gruwel
propaganda, en ondanks „vijfde colon
nes", „parachutistennonnen", enz. en
wanneer de militaire rjederlaag van En
geland en Frankrijk dit gezond verstand
ook daar zal doen zegevieren, dan zijn
met het oog op de verdere toekomst der
wereld de offers van den oorlog toch
niet zóó vergeefsch geweest als het op
het eerste gezicht zou kunnen schijnen.
Hitier gaf Von Wiegand ook nog de
verzekering, dat de Duitsche weermacht
de schoone Fransche hoofdstad niet zou
aanvallen, als zij, evenals Brussel, een
open stad zou blijven.
Een Salomo's oordeel gevraagd
WOENSDAG UITSPRAAK.
Op 10 Mei sloeg te Den Haag een bom
in in de kraamvrouwenkliniek Huize
Bethlehem op den hoek van de Prin-
cessegracht en de Casuaristraat. De
groote verwarring, die daardoor in de
verschillende zalen van de inrichting
ontstond, heeft tot gevolg gehad, dat een
der in de kliniek verpleegde moeders een
andere moeder het kind dat deze thans
heeft, betwist. In kort geding heeft de
familie S. Zaterdagmorgen een uitspraak
van den president van de Haagsche
rechtbank, mr. A. S. Rueb, gevraagd, ten
einde te doen vaststellen of het kind, dat
de familie van der W. thans bezit, het
kind is van mevrouw S. of van mevr.
van der W.
Drie punten van groot belang.
De procureur van de familie S., mr.
S. van Oven, zeide drie punten van
groot belang te achten. Ten eerste wilde
hij het moment van den bominslag be
slissend aannemen voor de vaststelling
der feiten. Op dat moment wist geen van
beide moeders, welk kind het hare was
en waar zich hun kind bevond. Mevr.
S. heeft in den schuilkelder van de Eer
ste Nederlandsche, waarheen zij gegaan
is, een kind meegekregen, dat later een
meisje bleek te zijn, terwijl het betwiste
kind een jongetje is. Mevrouw van der
W. heeft eveneens een kind in ont
vangst genomen, doch het staat niet
vast, dat dit wel het hare was.
Voor mevrouw S. pleit voorts, dat vast
staat, dat zij haar kind door het raam
van een der redders, den heer W., heeft
gegeven, die het naar de schuilkelder
van de Eerste Nederlandsche gebracht
heeft. Mevrouw S. lag in zaal 8, welke
zaal geheel intact gebleven is, doch me
vrouw van der W. had haar verblijf in
zaal 9, waar de bom is ingeslagen. Men
mag dus aannemen, dat wanneer er een,
baby gedood is, dit in de laatste zaal
moet zijn. Het staat dus vast, dat het
kindje S. nog in leven is. Later heeft
men onder het puin van zaal 9 twee
doode baby's gevonden. Spr. achtte het
onwaarschijnlijk, dat hierbij een kind
van zaal 8 zou zijn. De waarschijnlijk
heid pleit er voor, dat het levende kind
van mevrouw S. en een van de over
leden kinderen het kind van mevr. van
der W. is.
Van de acht personen, die een uit
spraak over de herkenning der kinde
ren hebben gedaan, hebben vijf het her
kend als het kindje-S., twee als het kind
je van der W., terwijl de achtste, een
verpleegster, het eveneens herkende als
het kindje S. Deze laatste getuige was
de eenige, die beide kinderen kende.
Ten slotte achtte pleiter het gewicht
der kinderen van groot belang. Het kin-
je S. woog tijdens den bominslag 5 pond,
het kindje van der W. zes pond. Op
den dag dat het levende kind met de
getuigen werd geconfronteerd, woog het
acht pond en zeven en veertig gram.
Wanneer het betwiste kind het kind van
de fam. v. d. W. zou zijn, dan zou het
sinds 10 Mei tot dien dag twee pond en
77 gram zijn aangekomen, dit achtte pl.
onmogelijk.
Bleef het kindje S. in leven?
De procureur der familie van der W.,
mr. H. Smalhout, achtte de verklaringen
Fransche legers op den terugtocht
Pétain minister-president
De Slowaaksche minister-president sprak in een telegram aan Hitier
van de „adembenemende successen" aan het front in het Westen.
Inderdaad: met ingehouden adem heeft men in de gansche wereld,
elk land met eigen gedachten vervuld, de elkaar snel opvolgende
gebeurtenissen van de laatst verloopen week gevolgd. Parijs gevallen!
Dit bericht deed Vrijdag een schok door alle landen gaan. Groot
was alom de indruk. Op den voet bijna werd het gevolgd door de
tijding, dat de Duitsche gemotoriseerde en pantserdivisies zich door
het front der in de richting van de Loire terugtrekkende Fransche
legers hadden weten heen te slaan.
Aan hergroepeering van die legers zal
onder zulke omstandigheden nauwelijks
meer te denken vallen, te minder omdat
de moeilijkheden nog eindeloos, worden
vergroot door het vrijwel verloren gaan
van de verbindingen met den bondgenoot
overzee, intense militaire en politieke
contraversen, 't millioenenleger der zuid
waarts trekkende vluchtelingen en de
oorlogsverklaring van Italië.
Reeds wisten we, dat op 14 Juni groe
pen Duitsche vliegtuigen van alle soor
ten aan het Saarfront de Maginotlinie
hebben aangevallen en de opmarsch er
tegen was begonnen en op de forten zijn
felle aanvallen ingezet.
Nog eer de week ten einde was, was er
de beslissing.
De Maginot-linie doorbroken
op een breed front ten zuiden van
Saarbrücken.
Tevens kon na een doorbraak
door de linie van forten langs de
Maas
de val van Verdun
stad en citadel, worden gemeld.
Verdun, de stad, die in den vorigen
wereldoorlog niet veroverd was
kunnen worden, niettegenstaande
de geweldigste aanvallen ten koste
van honderdduizenden menschen-
levens.
Deze korte samenvatting Is voor de
Franschen van noodlottige beteekenis.
In de richting van de Loire Is een
soort wedstrijd ontstaan.
Het Duitsche en Fransche legerbericht
zijn op dit punt eenstemmig.
Het plateau van Longres is reeds be
langrijk overschreden. In zuidelijke
richting blijft daardoor ook geen terug
tocht meer over voor wat aan Saar en
Rijn voor den druk moet wijken. Deze
troepen zijn dus omsingeld.
De Maginotlinie is tusschen St. Avoid
en Saaralben doorbroken. Ten westen
hiervan is opnieuw een hoeksteen van de
Maginotlinie, Longyon veroverd, nadat
reeds eenige dagen geleden de sterke
vesting Montmedy was genomen.
Het overschrijden van den Rijn brengt
voorts de Duitschers in den Elzas.
De Maginotlinie is dus, wanneer
we samenvatten, aan de frontzijde
op verschillende plaatsen door
broken, terwijl de verovering van
Verdun aan de Duitschers een ster
ke positie in den rug van deze
verdedigingslijn geeft. De omsin
geling er van is derhalve vrijwel
een feit te noemen.
Dat de verdediging van Frank
rijk door deze feiten in een uiterst
precaire, zoo niet onmogelijke si
tuatie geraakt, is, zal duidelijk
zijn.
Adembenemend! -Met recht kan het
woord worden gebruikt.
Velen zullen zich thans ongetwijfeld
de vraag stellen, hoe lang in dezen on-
zaligen oorlog Frankrijk nog stand zal
kunnen houden. Het moet wel nagenoeg
uitgeput zijn, ondanks de aanwending
van alle energie. Hulp heeft het niet te
verwachten. Amerika blijft op een af
stand. Het doet, zoo heet het, aan leve
ranties wat het kan, maar het is alles
betrekkelijk matig. Op interventie be
hoeft ditmaal niet te worden gerekend.
Daarop schijnt intusschen wel te zijn ge
speculeerd. Zulk een speculatie op het
dollardland was echter o.i. op niets ge
grond en daarom luchthartig, gelijk de
geheele ontketening van dezen oorlog in
het vertrouwen op Frankrijks en Enge-
lands superioriteit slechts om het zacht
te zeggen overmoed mag heeten. Bij
dezen strijd was het lot van een wereld
deel de inzet, terwijl een tweetal der
spelers had nagelaten zich deugdelijk te
vergewissen omtrent de geweldige krach
ten, waarover de tegenpartij, dien ze
zich in den loop der jaren na Versailles
blijvend tot een grimmigen vijand had
den weten te maken, beschikte.
Zij, die voorheen durfden waarschu
wen, hebben geen of onvoldoende ge
hoor ontvangen. In Engeland en Frank
rijk werden dezulken eenvoudig geigno-
reerd. Zijn ze niet op een verschrikke
lijke wijze in het gelijk gesteld? Hier
over na te denken, los van machts-ideo-
logieën, zoowel aan de eene als aan de
andere zijde, is mogelijk. We worden er
telkens weer toe gedrongen en men kan
en mag zich ook niet aan onttrekken.
Het had in de wereld anders behooren
te gaan. Het had ook anders gekund,
maar verzuimde mogelijkheden keeren
helaas, ook in het internationale leven,
zoo zelden weer terug.
Genève, waar eens nagenoeg alle lan
den der wereld verzameld waren, heeft
geen andere en betere wereld gebracht
en is op een ondergang uitgeloopen, zoo
geweldig als wel niemand zich mis
schien had ingedacht.
Machtswil en machtswaan is ten val
gekomen. Menschelijke overmoed, on
wil en onmacht zijn gebleken en hebben
geleid tot een debacle, waarbij geen on-
schuldigen zijn, waar wellicht de zich
voor de braafsten houdende wereld
machten de grootste schuldigen zijn. We
mogen dit zeggen, omdat onze oogen als
christenen steeds open zijn geweest voor
de onzegbaar groote gevaren van elke
machtspolitiek, die tot geweld en onder
drukking leidt het is er in 1919 al mee
begonnen en daarom door het verla
ten en verloochenen van de zedelijke
normen van het christendom, van Gods
wil en wet, smart op smart heeft te
vreezen. De wereldhistorie laat ons
steeds iets zien van het wereldgericht, al
zeggen we niet dat ze het wereldgericht
is. In het licht van de goddelijke open
baring in schrift en historie gezien aan
schouwen we naar Groens woord
In de geschiedenis, Gods gericht, Gods
rechtvaardigheid, naast zijn almacht,
wijsheid en genade in de lotgevallen van
een zondig menschdom.
Ook bij het aanschouwen van Frank
rijks tragedie mogen we hieraan
denken.
die in het politierapport zijn opgenomen,
voldoende om een beslissing ten gun
ste van mevrouw van der W. te nemen.
Mevrouw S. heeft haar kind overgereikt
aan den heer W., die het naar den kel
der van de Eeerste Nederlandsche
bracht. Zij zelf is eerst naar de pastorie
gegaan, waar ze haar man ontmoette.
Toen zij hoorden dat de kinderen naar
de kelder van de Eerste Nederlandsche
gebracht waren, hebben zij zich daar
heen begeven. De heer S. ging zoeken
en trof een typiste aan met een kind,
waarin hij het zijne meende te herken
nen. De familie nam het mede, doch
eenige uren later bleek, dat het een
verkeerd kind was, daar het een meisje
was. Spr. zeide, aan te nemen, dat mevr.
S. te goeder trouw meende haar eigen
kindje aan den heer W. te hebben over
handigd, doch hij achtte het niet on-i
mogelijk, dat mevrouw S. in de verwar
ring een verkeerd kindje heeft gegeven,
daar de kinderen in de kliniek unifor
men dragen. Doch wanneer men aan
neemt, dat het wel het kindje van mevr.
S. was. dan hebben noch de heer, noch
mevr. S. hun kindje in den schuilkelder
kunnen herkennen, waaruit pl. conclu
deerde, dat men dus aan het kindje S.
geen enkel kenteeken kon vinden, waar
aan de indentiteit van het kind kon
worden vastgesteld. Doch als mevr. S.
inderdaad een verkeerd kindje gegeven
heeft, dan staat het dus niet vast, dat
het kindje S. levend uit de kliniek is
te voorschijn gekomen. Pl. wilde niet
veel waarde hechten aan een herkenning
een paar weken later.
In het politierapport staat, dat mevr.
van der W. heeft verklaard niet te we
ten in welk gebouw zij na den inslag
geweest is. Men heeft aangenomen, dat
dit het gebouw van de Eerste Neder
landsche was, doch op dit punt valt
mevr. van der W. het rapport aan. Zij
ontkent in den kelder te zijn geweest,
doch aan de hand van verklaringen van
verschillende personen toonde pl. aan,
dat zij geweest is in een pand, hetwelk
gelegen is aan de andere zijde van de
Casuaristraat. Uit die verklaringen
blijkt tevens, dat zij haar kindje, kort
na den inslag, in dat perceel bij zich
had. Zij heeft geen oogenblik aan de
identiteit van het kind getwijfeld en het
kind is niet in den kelder van de Eerste
Nederlandsche geweest. Het kindje, dat
mevrouw S. naar bulten heeft gereikt,
kan dus onmogelijk hetzelfde kindje
zijn. Was dit niet het kind van mevr.
S., dan bestaat de mogelijkheid, dat dit
kind in genoemd huis terecht gekomen
is, doch ook achtte pl. mogelijk, dat het
kindje-S. niet levend uit de kliniek is
gekomen. Pl. viel voorts den uitleg van
de herkenningsverklaringen van zijn
tegenpartij aan en wees op verschillende
herkenningsteekenen, die het kindje
van der W. had en waaraan het door
getuigen is herkend.
Het gewicht der kinderen.
Wat het gewicht betreft, het kindje-
S., woog bij de geboorte op anderhalf
ons na acht pond, het kindje-van der
W. zes en een half pond. Het omstreden
kindje weegt thans negen pond en twee
ons, dit is zes weken na de geboorte.
De laatste week is het kind 300 gram
aangekomen. Het kindje-S. zou dus ruim
een pond zijn aangekomen, het kindje
van der W. drie pond, hetgeen normaler
is. Tenslotte vroeg spr. een korten ter
mijn voor het aanbrengen van de hoofd
zaak. indien de beslissing ten gunste
van de familie S. mocht uitvallen.
Na re- en dupliek, waarbij de pre
sident vroeg, of het mogelijk was, dat
de kinderen van den eene schuilkelder
naar den anderen gebracht zijn en an
dersom, stelde mr. Rueb de uitspraak
vast op Woensdag 19 Juni des morgens
om half elf.
VERKLARING VAN TURKSCHEN
PREMIER VERWACHT
Volgens betrouwbare berichten uit
Ankara werd waarschijnlijk vanmiddag
een officieele bekendmaking over de
houding van Turkije in den vorm van
een buitenlandsche politieke verklaring
van den minister-president in het parle
ment verwacht. Voorts verluidde, dat er
van een neutraliteit van Turkije geen
sprake kan zijn. Turkije zal vo»rloopig
zijn houding van niet-oorlogvoerenden
staat handhaven en de verdere ontwik
keling afwachten.
Verder wordt bekend, dat de ambas
sadeurs van Engeland en Frankrijk Vrij
dag j.l. nog eens een poging bij den
president der republiek hebben onder
nomen om Turkije tot deelneming aan
den oorlog te bewegen. Turkije zal zijn
pact met de geallieerden wel niet her
roepen, maar voorloopig ook niet aan
den oorlog deelnemen.
SMETONA IN DUITSCHLAND
GEÏNTERNEERD
Naar het Sovjet-Russische nieuwsbu
reau Tass meldt, is door de Duitsche
Ambassade te Moskou aan het Volks
commissariaat van Buitenlandsche Za
ken meegedeeld, dat de vroegere Lithau-
sche staatspresident Smetona en ver
schillende leden de Lithausche regee
ring in den nacht van 16 Juni de
„groene grens" als particulieren hebben
overschreden en zich op -Duitsch gebied
hebben begeven. Smetona en de andere
leden der Lithausche regeering zijn door
de Duitsche overheid geinterneerd.
In de omstreken van Narvik zijn in de
laatste dagen Harstad en Tromsö zon
der strijd bezet. Een af deeling élite berg
troepen die op 2 Juni uit de streek van
Tauske over het onbegaanbare gebergte
naar het Noorden getrokken was heeft
op 13 Juni de vereeniging met de troe-
pen in Narvik voltooid.
VARIA.
De kathedraal van Reims is volkomen
onbeschadigd.
Bulgarije heeft zijn schepen het
bevaren van de Middellandsche Zee ver
boden.