STERKE
HANDEN
- MERPAG 25 MEI 1940
PAGINA 5
K Verdere uitbreiding van het
treinverkeer
vitermldtiag ls wed« =cn uitbreiding
de dienstregeling op de Nederland-
1 sooorwegen verschenen,
m deze dienstregeling blijkt dat de
rdienst Utrecht naar Geldermalsen
'•1 die te Utrecht aansluiting geeft op
iar middennet, is doorgetrokken tot
iet isrdenburg. Z°° Is ook de uurdienst
■n hiedam—Vlaardingen doorgetrokken
•T, ^Maassluis en de twee-uur-dlenst Gel-
rmalsen—Kesteren tot Lent bij Nij-
^Hi uipnw zijn de tweeuurdiensten op de
coSAmersfoort - Barneveld - Ede.
ipnrpcht—Zeist en Dieren—Apeldoorn—
ÏÏSemerbroek. In aansluiting op de
dnen van Amersfoort—Apeldoorn loo-
Jr er thans ook lokaaltrelnen naar
rello (zoover mogelijk tot de IJssel-
ae bij Deventer) en tot Voorst (tot
st Hoven tegenover Zutphen). Op het
n uect Haarlem—VelsenUitgeest is een
■en'rdlenst ingelegd waarvan de eerste
gun uit Haarlem vertrekt om 7.04 voor-
donddag en de laatste 9.04 namiddag en
iuiti eerste uit Uitgeest om 7.06 voormid-
doE* en de laatste 9.06 namiddag,
mif
ch
oev. COLLEGE VAN B. EN W. IN
m AMSTERDAM.
wethouder voor de arbeidszaken,
iU fhandelsinrichtingen en de statistiek,
hpir G. 0. J. D. Kropman, is met ingang
Denj gisteren tevens aangewezen als wet-
ider voor het onderwijs en de kunst
en.
aki
:r hippeesbeubs te Rotterdam.
irte# seccretariaat van de bevrachtlngs-
ld, missie te Rotterdam zal met Ingang
ïornMaandag 27 Mei a.s. te 9 uur v.m.
izenoieuwe schippersbeurs te Roterdam
aetejebruik nemen. De ingang voor de
i voapers is aan de Zandstraatzijde.
estrijdingsmiddelen tegen
ziekten aan gewassen,
ndt^ directeur-generaal van den Land-
ppriv maakt bekend, dat het afleveren
v. bestrijdingsmiddelen tegen ziekten
'heYbeschadigingen van land- en tuln-
aan verbruikers van deze
'delen is verboden in grootere hoe-
•te Jieden dan voor onmiddellijk ver-
'hgjik noodzakelijk is. Voor nadere in-
houjtingen wende men zich tot het rljks-
ldeAau voor kunst- en kunstmestdlstrl-
"e, Alexanderstraat 19, 's-Graven-
Er is behoefte aan auto's en
motorfietsen
Tegen vergoeding kan men ze afstaan.
AMSTERDAM, 25 Mei. Het bureau
Verkeerswezen te Amsterdam brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat tegen
vergoeding kunnen worden aangeboden:
a. Nieuwe en gebruikte vrachtauto's
met een laadvermogen van twee a drie
ton.
b. Gebruikte personenauto's voor ten
minste vier personen. Motor tot zes
cylinders.
c. Gebruikte motorrijwielen met zij
span. Inhoud motor tenminste 500 c.c.
d. Gebruikte motorrijwielen. Inhoud
motor tenminste 250 c.c.
Zij die dergelijke auto's of motorrijwie
len willen afstaan, moeten zich daartoe
vervoegen aan het bureau Verkeers
wezen. Overtoom 37, Amsterdam, kamer
19, uitsluitend op Zondag 26 Mei van
10—12 uur.
ZOUTE HARING NAAR
DUITSCHLAND.
Maatjes voor binnenl. consumptie.
Verwacht wordt, dat een hoeveelheid
gezouten haring van de vangst 1939
naar Duitschland zal kunnen worden
uitgevoerd tegen de prijzen van het vo
rige kwartaal.
Maatjesharing blijft ter beschikking
van den binnenlandschen consument.
In verband hiermede kunnen de ha
ring-exporteurs nu reeds aan de Neder-
landsche Visscherijcentrale berichten of
zij voor levering van een gedeelte van
bedoelde hoeveelheid in aanmerking
wenschen te komen en hoeveel tonnen
van 100 kg netto men zou kunnen en
willen leveren. De Nederlandsche VLs-
scherijcentrale behoudt zich echter het
recht voor, indien de opgaven grooter
zijn dan de te leveren hoeveelheid, aan
iederen exporteur, die daarvoor ln aan
merking komt, een hoeveelheid toe te
wijzen.
OFFICIEELE BERICHTEN.
P.T.T.
BIJ beschikking van den directeur-
generaal der P.T.T. is met ingang van
1 Juli 1940 benoemd als directeur van
het post- en telegraafkantoor te Lisse
P. J. A. Bril, thans commies bij den
P.T.T. dienst te Amsterdam.
Waterstaat.
Bü K.B. is met ingang van 1 Mei 1940
in vasten dienst benoemd tot ingenieur
van den Rijkswaterstaat, ter stand
plaats 's-Hertogenbosch, ir. C. A. Be-
zuijen, thans tijdelijk-ingenieur.
De volksgezondheid in deze
dagen
Wat gedaan moet worden.
Op verzoek van den voorzitter
van den gezondheidsraad schrijven
de directeur van het instituut voor
praeventieve geneeskunde te Lei
den, J. P. Bijl, de hygiënist van de
landmacht, dr. G. J. Dornickx en
de Utrechtsche hoogleeraar ln de
gezondheidsleer H. W. Julius, ons
over de thans meest dreigende ge
varen voor de volksgezondheid het
volgende:
Aangenomen mag worden, dat onder
de geëvacueerden een grooter of kleiner
aantal besmet is met kleerluizen. Hier
door kan een snelle verspreiding van lui
zen ln vroeger niet besmette milieu's
plaats vinden. Het is dus noodig dat voor
ontsmetting van personen en goederen
wordt zorg gedragen. Personen moeten
gebaad en met groene zeep grondig gerei
nigd worden. Bij sterke „verluizing" is
afscheren der lichaamsharen veelal noo
dig. Ontluizen van kleeren, beddegoed,
enz. kan niet met formalinedampen ge
schieden. Linnengoed enz. kan men ont
smetten door uitkoken of door het goed
geruimen tijd in een oplossing van carbol
of lysol te laten liggen. Ook ontsmetting
in een ontsmettingsoven met stoom van
100 gr. C. is doeltreffend. Heete lucht van
85 gr. C. doodt luizen en eieren in onge
veer een uur. De kleedingstukken mogen
niet gebundeld worden, maar moeten los
van elkaar hangen, leerwaren, pelswaren,
enz. bederven bij 100 fr. C. In noodgeval
len kan men met heete strijkijzers de
kleeren ontsmetten.
Voorts wordt de aandacht gevestigd op
verspreiding van schurft, die in de jaren
19141918 op verschillende plaatsen epi
demieën veroorzaakt heeft. In verdachte
gevallen is nauwkeurig medisch onder
zoek noodig.
Nogmaals wordt gewezen op de wen-
schelïjkheid ziéh tegen typhus te laten
Inenten. Vooral personen in gemeente,
waar de ziekte zoo nu en dan voorkomt
of zij, die wonen in streken waar de alge-
meene hygiënische omstandigheden (wa
tervoorziening. vuilafvoer, tijdelijke nood
toestanden) te wenschen overlaten, even
als personen, die wonen in een omgeving
waar plotselinge verschuivingen van be
volking hebben plaats gevonden, zullen
verstandig doen, zich te laten inenten.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
In de week van 511 Mei werden hier
ter stede aangegeven 7 gevallen van dy
senterie en 6 gevallen van roodvonk.
De omroepvereenigingen
Zenden alleen op 1875 m en 415 m.
De omroepvereenigingen zonden tot
nog toe uit over drie zenders. De zake
lijke zender, golflengte 1205 meter, zal
van dit oogenblik af weder aan zijn oor
spronkelijke bestemming worden terug
gegeven. De omroepvereenigingen wer
ken op de andere zenders door, op de
golflengten 1875 m en 415 m. Alleen op
deze golflengten kan men dus voortaan
naar de prgramma's der omroepvereeni
gingen en de nieuwsberichten luisteren.
Rantsoeneering van couranten
papier
Beperking van het aantal pagina's.
De Nederlandsche Dagbladpers zal
Dinsdag een buitengewone algemeene
vergadering houden, in welke als voor
naamste punt van de agenda een voor
stel van het bestuur zal worden behan-
de dagbladen tot nader order binnen
zekere grenzen in te perken,
deld om het verbruik van papier door
Hieraan ligt een schema ten grond
slag volgens hetwelk de ochtendbladen
uit niet meer dan 4, resp. 6 pagina's, de
avondbladen uit niet meer dan 8, resp.
10 pagina's zullen mogen bestaan, met
dien verstande, dat bladen, die 2 pagi
na's advertenties hebben 6 resp. 10 pa
gina's zullen mogen drukken en de
andere zich aan 4, resp. 8 pagina's zul
len moeten houden.
NIEUWE VERORDENINGEN ZIJN
IN AANTOCHT.
DEN HAAG, 25 Mei. Nieuwe ver
ordeningen over de betaling met Reichs-
markblljetten, de verplichting om in
lichtingen te verstrekken en betreffen
de de veiligstelling op het gebied der
deviezen zullen spoedig door het minis
terie van financiën worden afgekondigd.
INTERCOMMUNALE HYPOTHEEKBANK
Mutaties.
In de heden te Amsterdam gehouden
vergadering van aandeelhouders zijn de
jaarstukken goedgekeurd.
In de plaats van de afgetreden com
missarissen zijn als zoodanig gekozen de
navolgende funcctionarissen der West-
landsche Hypotheekbank, de heeren jhr.
mr. E. C. U. van Doorn, jhr. H. J. Re-
pelaer van Drlel, C. L. Maaldrink. A. A.
baron Sweerts de Landas Wyborgh, mr.
E. P. van Lanschot, mr. F. L. Kleijn, B.
van Haersma Buma, mr. W. E. Calkoen.
Naast den heer A. J. Ph. A. de Vries
van Brigdamme zijn tot directeur be
noemd de heeren mr. K. A. Nederlof, mr.
C. H. Muntz, mr. J. W. Schuit. Deze hee
ren zijn directeur der Westlandsche Hy
potheekbank.
De afsluitdijk
Schade zeer gering.
Uit de Friesche bladen blijkt, dat aan
den Afsluitdijk bijna geen vernieling
merkbaar is. Noch aan de paaltjes langs
den weg, noch aan het hekwerk dat den
groenen dijk van het wegdek scheidt.
Slechts ziet men op den weg naar Korn-
werderzand hier en daar een autowrak,
en op den weg een paar blijkbaar stuk
geschoten cement-ringen.
Op Körnwerderzand zijn de opstaande
gebouwen afgebrand en is de brug ver
nield. De Duitschers hebben een hulp
brug over de sluis gelegd, terwijl in de
sluisopening enkele trailers zijn gestort.
DENATUREEREN AARDAPPELEN.
Het rijksbureau voedselvoorziening
maakt bekend, dat het denatureeren van
aardappelen met recht op steun niet
meer zal plaats vinden. Aanvragen tot
denaturatie, welke reeds zijn ingediend,
zullen niet worden afgewikkeld.
Echter zullen voor denaturaties, welke
reeds zijn verricht, de daarvoro vastge
stelde steunbedragen worden uitgekeerd.
HOE „VAN HASSELT" THANS VAART.
Veerdienst EnkhuizenStavoren hervat.
ENKHUIZEN, 25 Mei. Met slechts
één boot, de „Van Hasselt" is gisteren
zoo men weet de veerdienst Enkhulzen—.
Stavoren hervat. De boot geeft in Sta
voren aansluiting op treinen naar Leeu
warden. De vertrektijden uit Enkhuizen
zijn: 8.01, 12.01, 16.01 uur; aankomst te
Stavoren 9.09, 13.09 en 19.09 uur. Ver
trek uit Stavoren: 10, 14 en 18 uur, aank.
Enkhuizen 11.08, 15.08 en 19.08 uur.
Invoering goedkoope retours
uitgesteld
Abonnementen kunnen worden
ingeleverd.
De directie der Ned. Spoorwegen deelt
mede, dat in verband met de gewijzigde
omstandigheden de invoering van de
zoogenaamde goedkoope retours, die van
19 Mei jl. af in bepaalde treinen over
dag geldig zouden zijn, voor onbepaal-
den tijd is uitgesteld.
Bovendien heeft de directie der Ned.
Spoorwegen besloten diegenen, die een
abonnement hebben, doch die daarvan
door de omstandigheden geen gebruik
kunnen maken, tegemoet te komen. Op
de stations zal tot 28 Mei gelegenheid
worden geboden deze abonnementen in
te leveren. De houders van deze abonne
menten hebben dan tot 1 September
1940 gelegenheid gratis een nieuw abon
nement aan te vragen voor den zelfden
tijdsduur, welken het oude ingeleverde
abonnement nog geldig was.
;omp
dé
;lsta
<tOOr P. MENKENS -von dar SPI EO E U
_^q.' (Het is ons een bijzondere vreugde, dat wij
onzen lezers hierbij het vervolg van ons feuille
ton kunnen aanbieden. Uit de talrijke verzoe
ken, die de laatste dagen bij ons binnenkwamen,
om zoo eenigszins mogelijk, het feuilleton ver-
der te plaatsen, bleek ons eens te meer, hoezeer
het mooie verhaal van mevrouw D. Menkens-
Af van der Spiegel de aandacht trok.
per Echter... bij den brand in ons hoofdkantoor
was zooveel verloren gegaan, en daaronder ook
het tweede stuk van ons feuilleton. Aanvanke-
lijk vreesden wij dan ook, dat wij onzen lezers
dit tweede deel zouden moeten onthouden. Ge
lukkig bleek de schrijfster over een reserve-
j exemplaar te beschikken, dat zij ons terstond
gaarne deed toekomen, en hiervan maken wij
s .een dankbaar gebruik voor de verdere plaatsing.
1 ®>- Eerst echter geven wij een verkorten inhoud
«™vaa het voorgaande, opdat men zijn geheugen
'o tSjven kan opfrisschen en ook nieuwe lezers weg-
t nfe'
-^gaa
konLn
even kan opfris
wijs zijn. R(
J*j Op Johanna'?
Zuidermeer nas
Redactie.)
«v uunaima's-hoeve, aan den Grindweg van
Zuidermeer naar de stad, woonde Jouke Leek-
«4 stra, een vooraanstaand man in het Christelijk
J leven van het dorp.
Zijn buurman Boonekamp, van Welgelegen,
jyj was minder godsdienstig. Ternauwernood waren
id ft Zi^n kinderen Henk en Jannie nog gedoopt,
en 1 0p de dorPSSchool sloten Boonekamps kinde-
60 ;re? vtiendschaP met die van Leekstra. De vriend-
a jgchap tusschen Jannie en Grietje Leekstra bleef
aan' ook t°en Jannie meer het leven van
ff i ten dame en Grietie dat van gewoon boeremeisje
43'oree?' Samen deden de meisjes belijdenis. Toen
6 faPnetje Betrouwd was, bleef Jannie nog op Jo-
■hanna's-hoeve komen en ieder dacht, dat het
Bles^el wat worden zou tusschen haar en Grietje's
)5, gtweelingbroer Jouke. Ook de jongelui beschouw-
n /»en het bijna als iets vanzelfsprekends.
Een neef van den landheer, Wouter, die voor
Vefc0ndnee studeerde, voelde meer voor het boe-
ndfflL eP z*Jn 00m had tenslotte besloten,
iDuevf® zlJn zin te geven- voor de practijk kwam
Derifc voor een jaar op de boerderij van Boone-
:V !*a®P- Spoedig sloot hij vriendschap met Jannie.
WAJ** 00k bracht hij haar ln aanraking met
3e sanaere gedachten over den godsdienst, dan die
e van den dominee had geleerd.
Toen Jouke Leekstra Jannie ten huwelijk
r,?ieg'.?erd ateewezen en eenigen tijd later
noofde ze zich met Wout. De landheer kwam
overlijden en Wout wilde nu trouwen en Jo-
mna's hoeve koopen. Boonekamp bracht Leek-
ra hiervan op de hoopte. Na afloop van de
5teu ii, iaar contract zou deze de hoeve moeten
m E waar°p zUn voorouders zich meer dan
ifi Zuvd.jaar Beleden vestigden. Wout wilde het
i lat», u s Iaten afbreken en een nieuwe woning
I ^ateii bouwen.
'2c»!ï1?ra ts het z0[)TCr. dat Wout en Jannie
w.ïouwen en hun n'snwe woning ,,'t Zonne-
boren ken' Na eenl8en ttJd wordt Dolf ee-
!>,Sio is EiTJ;nialn als hun huwelijk kerkelijk ingezegend
ffl ^bten m Dolf doopen.
i i reinS£S0ll0n gaat het met vader Boonekamp
JorZÏ goed wordt ziek. Dit maakt Wout
fSziK? hlj gaat zich meer dan tevoren met
p i BW boerderij bemoeien.
mïDat^1116'8 tweede kind leeft slechts enkele uren.
Ja wnra, -,0e.n zware slag voor haar. Boonekamp
na g door een beroerte getroffen en
trivi ai gen tijd van ziekte sterft hij.
B°y vijf jaar is, vertelt Jannie hem, dat
i'h Vvfli een Paar maanden een broertje of zusje
«,ieph®Vgen. Met verlangen wordt naar de groote
«ii vrl e?ls uitgezien.
waar het kind, een meisje, wordt dood gebo
ren. De droefheid is groot. Boy is bij een oom
en tante gebracht, waar het hem slechts matig
bevalt, en op een dag onderneemt hij stilletjes
en op eigen houtje de tocht naar huis. Daar
hoort hij, dat het kindje, waarnaar hij zoo had
uitgezien, dood is. En voor den vader, Wout, is
deze dood een ernstige roep.
Wij vervolgen nu met het nieuwe hoofdstuk,
waarvan wij het begin reeds plaatsten.
XIV.
Het is een stille, bleeke vrouw, die midden-
October terugkeert in ,,'t Zonnehuis". Het is niet
de indolente moeder, die haar tweede kind zag
sterven, het is de vrouw, die het leven aanvaar
den wil, zooals het is, die niet meer hopen en
verlangen wil, die vooruit noch achterom wil
zien, maar zich heeft voorgenomen, te leven bij
den dag.
„We hebben elkaar nog en onze jongen",
heeft ze gezegd, toen ze voor het eerst weer een
gesprek met Wout voeren kon.
„ik ben zoo bang geweest, jou te moeten ver
liezen", heeft hij met gesmoorde stem geant
woord. „Wat hadden we moeten begonnen zon
der jou".
„Ik wéét, dat het erg met me was. Ik heb het
gevoeld, ook toen jullie me voor bewusteloos
hielden. En het is wel raar, maar ik wou leven,
hoewel ik begreep, dat het kindje gestorven was.
Ik was bang voor den dood".
Wout heeft er over heen gepraat, zonder te
merken hoe Jannie over dit onderwerp door wou
gaan. Ze moest daar niet meer over denken,
meende hij. Het kon haar genezing vertragen.
Eerst na jaren zal hij .veten, hoe er op dat
oogenblik een dein: voor hem gesloten werd.
Nauwelijks thuis neemt Jannie het bestuur
der huishouding uit moeders handen over. Ze
is geen zieke meer. Ze wil haar plaats in het
leven hernemen. Dat wil ze vooral om Boy. Er
is iets vreemds aan het kind. Hij is niet meer
de onbesuisde jongen, dien ze achterliet. Hij kan
soms zoo stil voor zich uit zitten staren. Het is,
of hij zich niet meer geven kan.
Ze begrijpt wel zoo ongeveer, wat de reden is.
Pappa en oma hebben hem op het hart gedrukt,
niet over het doode zusje te spreken. Ze willen
haar sparen en weten niet, hoeveel pijn ze daar
door veroorzaken. Of voelt ze soms niet, wat
haar jongen thans te dragen heeft? Zijn aard
dwingt hem, zich te uiten. Bij moeder kon hij
met al zijn vragen terecht en nu moet hij zwij
gen. Zelf weet ze niet goed. welken weg in te
slaan. Het zal haar niet moeilijk vallen, zijn ton
getje los te maken, maar dan dwingt ze hem tot
ongehoorzaamheid aan pappa en oma. Er met
Wout over te spreken is haar onmogelijk. Te-
zeer merkt ze, hoe hij zich inspant om haar
gedachten af te leiden en ze waardeert zijn goede
bedoelingen, mist den moed, ze te weerstreven.
Dan als Grietje's zwijgzaamheid het op
geeft en ze vertelt, wat er op dien zomeravond
gebeurde, begrijpt Jannie, dat ze niet langer
zwijgen mag. Als het voor haar al zoo zwaar is,
haar diepste gedachten te verbergen, hoe moet
het dan voor zoo'n kereltje zijn
„Boy", zegt ze den volgenden dag, „het is wel
erg, hè, dat we nu geen zusje hebben".
Hij schrikt Een fel rood gloeit op zijn ge
zichtje.
„Vind je het niet erg?"
„Ja. Maar, mamma, zusje is nou een engeltje
van onzen lieven Heer".
„Heeft pappa je dat verteld?"
„Nee, oma. En hoor eens, mamma, tante Da
heeft me een plaat laten zien met allemaal en
geltjes. En daar is zusje ook bij. En later ga ik
er ook naar toe. Maar ik blijf eerst nog erg lang
bij jullie. Anders hebben jullie heelemaal geen
kindertjes meer".
„Schat" stijf drukt ze hem tegen zich aan
,jk zou je niet kunnen missen. Jij bent mijn
engeltje".
„Ja, en onze lieve Heer heeft er toch al zoo
veel".
Precies wat ik zelf gedacht heb, treft het haar.
Waarom verhoorde God me niet? Waarom mocht
ik dit kindje niet houden?
Een engeltje van onzen lieven Heer. Ze houdt
er zich aan vast. Neen, niet om haar te straffen
nam God het weg, maar omdat Hij het te goed
vond voor deze aarde. Ze herinnert zich, dat er
ook zooiets in den Bijbel staat over een kind,
dat vroeg stierf. „God zag iets goeds in den
jongen" moet daarvan ergens geschreven staan.
In de dagen, die volgen, filosofeeren ze samen
voort over het „engeltje". Jannie voelt hét als
een physieke pijn, dat Wout hier geheel buiten
staat en dat zelfs de kleine jongen weet, hierover
tegen zijn vader te moeten zwijgen.
Gelukkig wordt Boy spoedig weer de oude en
zijn er duizend dingen, die het doode zusje ver
dringen uit zijn denken. Alleen een enkele maal,
als hij bij het slapen gaan de sterren ziet fon
kelen aan den winterhemel, maakt hij nog een
opmerking over het zusje, dat „tusschen de
lichtjes woont".
Meer en meer concentreert Jannie's leven zich
om haar jongen. Niemand heeft haar gezegd,
dat Boy haar eenige blijven zal, maar ze begrijpt
genoeg. Welnu, dan zullen alle zorgen voor hém
zijn. Ze zal trachten, kind te zijn met het kind,
om hem zijn gemis aan speelmakkertjes te ver
goeden. Ze moet er voor waken, dat hij niet
eenzelvig wordt. Hij toont aanleg te hebben voor
dit gevaar, dat alle eenige kindertjes bedreigt.
Een geluk zou het voor hem zijn, als ze hem met
jongens in aanraking kon brengen, maar dat is
haar zoo goed als onmogelijk. Met de kinderen
van Henk scheelt hij teveel. Twee en drie jaar.
Dat is op zijn jaren een groot verschil, waar dan
nog bijkomt, dat de oudste een meisje is. Met
de andere boeren hebben ze geen omgang. Meer
dan vroeger vader, wordt Wout door hen ge
meden. Hij zou er trouwens de man niet naar
zijn, om met ze te converseeren. Wout, de heere-
boer. die meneer wordt genoemd, is werkelijk
heer gebleven en past niet in het kader van Zui-
dermeer.
Hoe geniet Boy als ze hem meenemen naar
kennissen, waar kinderen van zijn leeftijd zijn.
Evenwel die kennissen wonen te ver weg, om
er vaak te komen en vcelen gewoonlijk weinig
voor een tegenbezoek op de boerderij. Wie zelf
geen wagen heeft, vindt de reis te bezwaarlijk.
Jannie wordt langzamerhand een genie in het
bedenken van verhaaltjes, in het doen van spel
letjes. Ze is nog jong, moet nog dertig worden,
staat daarom niet zoo heel ver af van het kind.
Het moderne speelgoed interesseert haar en
Wout had recht van spreken, toen hij een keer
zei: „Ik weet niet, wie meer geniet, mamma of
Boy". Het is voor hem zoowel als voor moeder
en tante Da een wonder, dat ze zich zóó hersteld
heeft na den slag. Ze is flinker en zelfstandiger
geworden.
Tè zelfstandig soms naar Wout's zin. Waar
zijn de jaren gebleven, dat ze hem in alles om
raad vroeg, dat ze met al haar kleine moeilijk
heden bij hèm kwam? Treft hem het lot van
zoovéél mannen, die de vrouw zien ondergaan in
de moeder? Och, maar het is toch wel heel, héél
goed tusschen hen beide. In geen enkel huwelijk
blijft het, zooals het de eerste maanden was.
Wout weet, dat ondanks de teleurstellingen
grooter huwelijksgeluk hem ten deel viel dan
den meesten van zijn vroegere vrienden. Twee
daarvan zijn gescheiden, een heeft een vrouw
die hij niet vertrouwen kan, een paar anderen
leven langs elkaar heen. Neen, hij heeft geen
reden tot klagen en zijn jongen geniet tenminste
een zonnige jeugd, heeft het beter dan hijzelf
het in zijn kinderjaren had. Dat Jannie niet
meer zoo in alles haar belangstelling toont, heeft
ook zijn lichtzijden. Hij heeft zorgen, die hij haar
niet zou willen openbaren, en het is beter, dat
zij ze niet vermoedt. Het gaat hem in zijn bedrijf
lang niet naar wensch. De tijden worden steeds
moeilijker voor den boer, voor èlken boer, dus
zeker voor hèm, die, ondanks studie en energie
toch nooit zoo zal worden als de anderen. Was
vader Boonekamp maar blijven leven. Die gaf,
vooral in zijn laatste jaar. raad op een wijze,
die te verdragen was. Met Henk is dat zoo an
ders. Zonder te beseffen, hoe hij zijn zwager
ergert, kan die afgeven op „boekenwijsheid" en
„geleerd gedoe". Henk, die zich geestelijk Wout's
mindere weet, is wat al te trotsch op zijn meer
dere practische kennis, maakt daardoor Wout
den weg naar „Welgelegen" moeilijk. Harde woor
den vallen er zelden en beiden ontwijken een
conflict, maar Wout's tegenzin in het vragen
om raad wordt hem vaak tot schade, waarom hij
begrijpt, in stilte nog te worden uitgelachen op
den koop toe.
Niemand weet, hoe vaak hij zich afvroeg, of
hij goed deed, zich op een boerderij te vestigen.
Had hij oom's raad maar gevolgd en de studie
der theologie verwisseld voor die der rechten of
letteren. Het studeeren viel hem nooit gemak
kelijk, maar met wat ijver en volharding had
hij toch wel iets kunnen bereiken, waar dan nog
bij kwam, dat het door zijn kapitaal onnoodig
was, zich te haasten of te dingen naar dat, wat
het meeste salaris beloofde.
Hij heeft dagen, waarop hij overweegt, de
boerderij te verkoopen en met vrouw en kind
weg te trekken uit deze streek, die hij allengs
gaat haten. Als hij er zoo ongeveer voor krijgen
kon wat ze hem kostte, bedacht hij zich niet
lang, maar de waardevermindering der lande
rijen maakt het hem zoo goed als onmogelijk.
Hij heeft veel geld uitgegeven, veel ook onher
roepelijk verloren. Wat ei overbleef, als hij te
gen de huidige prijzen verkoopen moest, zou on
voldoende zijn voor een behoorlijk bestaan. Na
tuurlijk zou het niet zijn bedoeling wezen, niets
meer te gaan doen. Hij zou een betrekking zoe
ken. Hij heeft connecties. Maar de toenemende
werkloosheid maakt zoo'n ondernemen hache
lijk. Hij heeft tenslotte enkel een einddiploma
gymnasium, hij zou zich ergens moeten inwer
ken, hier of daar volontair moeten worden en
dat zou alleen kunnen, als hij van zichzelf een
voldoend inkomen had.
Al deze gedachten verwerkt Wout alleen en
Jannie merkt het niet.
Dan zijn er nog andere zorgen. Boy zal naar
school moeten. Van het onderwijs op het open
bare schooltje verwacht Wout niet veel. Het
hoofd is oud en heeft slechts de hulp van 'n
kweekelinge met acte voor zijn twintig of dertig
leerlingen. Twee personer zijn zeker voldoende
voor zoo'n kuddeke, maar het zijn zéven klassen.
Hoe moet op zoo'n school het onderwijs zijn! Het
kan meevallen, maar de jongen zal het er niet
prettig hebben. Met wie zou hij kunnen omgaan?
Dom, dat je zulke dingen van tevoren niet
bedacht. Je bent jong, je wilt je vestigen, je
wilt een gezin stichten, maar je vergeet, dat
zoo'n gezin eischen stelt. Dat Zuidermeer geen
ideaal woonoord was, heeft hij altijd wel ge
weten, maar hij heeft gedacht: „Wat maal ik
om Zuidermeer. Ik woon ver genoeg van het
dorp om me er niet mee te bemoeien, ik heb
mijn wagen en ben met een half uur in de stad.
Jawel, maar dat is een vreemde stad, waar je
weinig aansluiting vindt. En die stad is tenslotte
toch te ver om er Boy cp school te doen. Het
dagelijks brengen en halen zou in den drukken
tijd een onmogelijkheid zijn en bovendien zou
Jannie geen rust hebben, als de kleine .vent tus
schen den middag zonder toezicht was. De eer
ste jaren zal hij de Zuidermeersche school moe
ten bezoeken; een anderen uitweg ziet Wout
niet.
Dan komt omstreeks Boy's zesden verjaardag
Jannie op een idee. Zou zijzelf het kind voor-
loopig niet kunnen onderwijzen? Hij is zoo vlug
van begrip, hij is zoo bij. De letters van het
alphabet kent hij bijna allemaal al. Hij vraagt,
zij antwoordt, hij vergeet weinig, zij helpt hem
graag onthouden... Tellen kan hij al tot hon
derd en die kleine sommetjes heeft hij ook al
aardig onder de knie. Als zij de boekjes had, die
op school worden gebruikt, zou ze best kans zien,
hem de eerste jaren zelf voort te helpen. En
zou anders dat onderwijzeres je niet genegen zijn,
hem huisonderwijs te geven? Dat meisje ver
dient een schijntje en zou er zeker geen bezwaar
tegen hebben, haar inkomsten te vermeerderen.
Wout gaat er over spreken met het hoofd. Of
het zou kunnen? Mijnheer wil dat niet ontken
nen, maar hij raadt het ten sterkste af. Neem
hem dat eens kwalijk. Op zijn leerlingenaantal
is één een behoorlijk procent. Huisonderwijs is
niet goed voor een kind, beweert hij. Vooral voor
een eenig kind is het noodig, zich te leeren be
wegen onder anderen.
ÏWordt vervolgd.)