STERKE HANDEN - MERPAG 25 MEI 1940 PAGINA 5 K Verdere uitbreiding van het treinverkeer vitermldtiag ls wed« =cn uitbreiding de dienstregeling op de Nederland- 1 sooorwegen verschenen, m deze dienstregeling blijkt dat de rdienst Utrecht naar Geldermalsen '•1 die te Utrecht aansluiting geeft op iar middennet, is doorgetrokken tot iet isrdenburg. Z°° Is ook de uurdienst ■n hiedam—Vlaardingen doorgetrokken •T, ^Maassluis en de twee-uur-dlenst Gel- rmalsen—Kesteren tot Lent bij Nij- ^Hi uipnw zijn de tweeuurdiensten op de coSAmersfoort - Barneveld - Ede. ipnrpcht—Zeist en Dieren—Apeldoorn— ÏÏSemerbroek. In aansluiting op de dnen van Amersfoort—Apeldoorn loo- Jr er thans ook lokaaltrelnen naar rello (zoover mogelijk tot de IJssel- ae bij Deventer) en tot Voorst (tot st Hoven tegenover Zutphen). Op het n uect Haarlem—VelsenUitgeest is een ■en'rdlenst ingelegd waarvan de eerste gun uit Haarlem vertrekt om 7.04 voor- donddag en de laatste 9.04 namiddag en iuiti eerste uit Uitgeest om 7.06 voormid- doE* en de laatste 9.06 namiddag, mif ch oev. COLLEGE VAN B. EN W. IN m AMSTERDAM. wethouder voor de arbeidszaken, iU fhandelsinrichtingen en de statistiek, hpir G. 0. J. D. Kropman, is met ingang Denj gisteren tevens aangewezen als wet- ider voor het onderwijs en de kunst en. aki :r hippeesbeubs te Rotterdam. irte# seccretariaat van de bevrachtlngs- ld, missie te Rotterdam zal met Ingang ïornMaandag 27 Mei a.s. te 9 uur v.m. izenoieuwe schippersbeurs te Roterdam aetejebruik nemen. De ingang voor de i voapers is aan de Zandstraatzijde. estrijdingsmiddelen tegen ziekten aan gewassen, ndt^ directeur-generaal van den Land- ppriv maakt bekend, dat het afleveren v. bestrijdingsmiddelen tegen ziekten 'heYbeschadigingen van land- en tuln- aan verbruikers van deze 'delen is verboden in grootere hoe- •te Jieden dan voor onmiddellijk ver- 'hgjik noodzakelijk is. Voor nadere in- houjtingen wende men zich tot het rljks- ldeAau voor kunst- en kunstmestdlstrl- "e, Alexanderstraat 19, 's-Graven- Er is behoefte aan auto's en motorfietsen Tegen vergoeding kan men ze afstaan. AMSTERDAM, 25 Mei. Het bureau Verkeerswezen te Amsterdam brengt ter kennis van belanghebbenden, dat tegen vergoeding kunnen worden aangeboden: a. Nieuwe en gebruikte vrachtauto's met een laadvermogen van twee a drie ton. b. Gebruikte personenauto's voor ten minste vier personen. Motor tot zes cylinders. c. Gebruikte motorrijwielen met zij span. Inhoud motor tenminste 500 c.c. d. Gebruikte motorrijwielen. Inhoud motor tenminste 250 c.c. Zij die dergelijke auto's of motorrijwie len willen afstaan, moeten zich daartoe vervoegen aan het bureau Verkeers wezen. Overtoom 37, Amsterdam, kamer 19, uitsluitend op Zondag 26 Mei van 10—12 uur. ZOUTE HARING NAAR DUITSCHLAND. Maatjes voor binnenl. consumptie. Verwacht wordt, dat een hoeveelheid gezouten haring van de vangst 1939 naar Duitschland zal kunnen worden uitgevoerd tegen de prijzen van het vo rige kwartaal. Maatjesharing blijft ter beschikking van den binnenlandschen consument. In verband hiermede kunnen de ha ring-exporteurs nu reeds aan de Neder- landsche Visscherijcentrale berichten of zij voor levering van een gedeelte van bedoelde hoeveelheid in aanmerking wenschen te komen en hoeveel tonnen van 100 kg netto men zou kunnen en willen leveren. De Nederlandsche VLs- scherijcentrale behoudt zich echter het recht voor, indien de opgaven grooter zijn dan de te leveren hoeveelheid, aan iederen exporteur, die daarvoor ln aan merking komt, een hoeveelheid toe te wijzen. OFFICIEELE BERICHTEN. P.T.T. BIJ beschikking van den directeur- generaal der P.T.T. is met ingang van 1 Juli 1940 benoemd als directeur van het post- en telegraafkantoor te Lisse P. J. A. Bril, thans commies bij den P.T.T. dienst te Amsterdam. Waterstaat. Bü K.B. is met ingang van 1 Mei 1940 in vasten dienst benoemd tot ingenieur van den Rijkswaterstaat, ter stand plaats 's-Hertogenbosch, ir. C. A. Be- zuijen, thans tijdelijk-ingenieur. De volksgezondheid in deze dagen Wat gedaan moet worden. Op verzoek van den voorzitter van den gezondheidsraad schrijven de directeur van het instituut voor praeventieve geneeskunde te Lei den, J. P. Bijl, de hygiënist van de landmacht, dr. G. J. Dornickx en de Utrechtsche hoogleeraar ln de gezondheidsleer H. W. Julius, ons over de thans meest dreigende ge varen voor de volksgezondheid het volgende: Aangenomen mag worden, dat onder de geëvacueerden een grooter of kleiner aantal besmet is met kleerluizen. Hier door kan een snelle verspreiding van lui zen ln vroeger niet besmette milieu's plaats vinden. Het is dus noodig dat voor ontsmetting van personen en goederen wordt zorg gedragen. Personen moeten gebaad en met groene zeep grondig gerei nigd worden. Bij sterke „verluizing" is afscheren der lichaamsharen veelal noo dig. Ontluizen van kleeren, beddegoed, enz. kan niet met formalinedampen ge schieden. Linnengoed enz. kan men ont smetten door uitkoken of door het goed geruimen tijd in een oplossing van carbol of lysol te laten liggen. Ook ontsmetting in een ontsmettingsoven met stoom van 100 gr. C. is doeltreffend. Heete lucht van 85 gr. C. doodt luizen en eieren in onge veer een uur. De kleedingstukken mogen niet gebundeld worden, maar moeten los van elkaar hangen, leerwaren, pelswaren, enz. bederven bij 100 fr. C. In noodgeval len kan men met heete strijkijzers de kleeren ontsmetten. Voorts wordt de aandacht gevestigd op verspreiding van schurft, die in de jaren 19141918 op verschillende plaatsen epi demieën veroorzaakt heeft. In verdachte gevallen is nauwkeurig medisch onder zoek noodig. Nogmaals wordt gewezen op de wen- schelïjkheid ziéh tegen typhus te laten Inenten. Vooral personen in gemeente, waar de ziekte zoo nu en dan voorkomt of zij, die wonen in streken waar de alge- meene hygiënische omstandigheden (wa tervoorziening. vuilafvoer, tijdelijke nood toestanden) te wenschen overlaten, even als personen, die wonen in een omgeving waar plotselinge verschuivingen van be volking hebben plaats gevonden, zullen verstandig doen, zich te laten inenten. BESMETTELIJKE ZIEKTEN. In de week van 511 Mei werden hier ter stede aangegeven 7 gevallen van dy senterie en 6 gevallen van roodvonk. De omroepvereenigingen Zenden alleen op 1875 m en 415 m. De omroepvereenigingen zonden tot nog toe uit over drie zenders. De zake lijke zender, golflengte 1205 meter, zal van dit oogenblik af weder aan zijn oor spronkelijke bestemming worden terug gegeven. De omroepvereenigingen wer ken op de andere zenders door, op de golflengten 1875 m en 415 m. Alleen op deze golflengten kan men dus voortaan naar de prgramma's der omroepvereeni gingen en de nieuwsberichten luisteren. Rantsoeneering van couranten papier Beperking van het aantal pagina's. De Nederlandsche Dagbladpers zal Dinsdag een buitengewone algemeene vergadering houden, in welke als voor naamste punt van de agenda een voor stel van het bestuur zal worden behan- de dagbladen tot nader order binnen zekere grenzen in te perken, deld om het verbruik van papier door Hieraan ligt een schema ten grond slag volgens hetwelk de ochtendbladen uit niet meer dan 4, resp. 6 pagina's, de avondbladen uit niet meer dan 8, resp. 10 pagina's zullen mogen bestaan, met dien verstande, dat bladen, die 2 pagi na's advertenties hebben 6 resp. 10 pa gina's zullen mogen drukken en de andere zich aan 4, resp. 8 pagina's zul len moeten houden. NIEUWE VERORDENINGEN ZIJN IN AANTOCHT. DEN HAAG, 25 Mei. Nieuwe ver ordeningen over de betaling met Reichs- markblljetten, de verplichting om in lichtingen te verstrekken en betreffen de de veiligstelling op het gebied der deviezen zullen spoedig door het minis terie van financiën worden afgekondigd. INTERCOMMUNALE HYPOTHEEKBANK Mutaties. In de heden te Amsterdam gehouden vergadering van aandeelhouders zijn de jaarstukken goedgekeurd. In de plaats van de afgetreden com missarissen zijn als zoodanig gekozen de navolgende funcctionarissen der West- landsche Hypotheekbank, de heeren jhr. mr. E. C. U. van Doorn, jhr. H. J. Re- pelaer van Drlel, C. L. Maaldrink. A. A. baron Sweerts de Landas Wyborgh, mr. E. P. van Lanschot, mr. F. L. Kleijn, B. van Haersma Buma, mr. W. E. Calkoen. Naast den heer A. J. Ph. A. de Vries van Brigdamme zijn tot directeur be noemd de heeren mr. K. A. Nederlof, mr. C. H. Muntz, mr. J. W. Schuit. Deze hee ren zijn directeur der Westlandsche Hy potheekbank. De afsluitdijk Schade zeer gering. Uit de Friesche bladen blijkt, dat aan den Afsluitdijk bijna geen vernieling merkbaar is. Noch aan de paaltjes langs den weg, noch aan het hekwerk dat den groenen dijk van het wegdek scheidt. Slechts ziet men op den weg naar Korn- werderzand hier en daar een autowrak, en op den weg een paar blijkbaar stuk geschoten cement-ringen. Op Körnwerderzand zijn de opstaande gebouwen afgebrand en is de brug ver nield. De Duitschers hebben een hulp brug over de sluis gelegd, terwijl in de sluisopening enkele trailers zijn gestort. DENATUREEREN AARDAPPELEN. Het rijksbureau voedselvoorziening maakt bekend, dat het denatureeren van aardappelen met recht op steun niet meer zal plaats vinden. Aanvragen tot denaturatie, welke reeds zijn ingediend, zullen niet worden afgewikkeld. Echter zullen voor denaturaties, welke reeds zijn verricht, de daarvoro vastge stelde steunbedragen worden uitgekeerd. HOE „VAN HASSELT" THANS VAART. Veerdienst EnkhuizenStavoren hervat. ENKHUIZEN, 25 Mei. Met slechts één boot, de „Van Hasselt" is gisteren zoo men weet de veerdienst Enkhulzen—. Stavoren hervat. De boot geeft in Sta voren aansluiting op treinen naar Leeu warden. De vertrektijden uit Enkhuizen zijn: 8.01, 12.01, 16.01 uur; aankomst te Stavoren 9.09, 13.09 en 19.09 uur. Ver trek uit Stavoren: 10, 14 en 18 uur, aank. Enkhuizen 11.08, 15.08 en 19.08 uur. Invoering goedkoope retours uitgesteld Abonnementen kunnen worden ingeleverd. De directie der Ned. Spoorwegen deelt mede, dat in verband met de gewijzigde omstandigheden de invoering van de zoogenaamde goedkoope retours, die van 19 Mei jl. af in bepaalde treinen over dag geldig zouden zijn, voor onbepaal- den tijd is uitgesteld. Bovendien heeft de directie der Ned. Spoorwegen besloten diegenen, die een abonnement hebben, doch die daarvan door de omstandigheden geen gebruik kunnen maken, tegemoet te komen. Op de stations zal tot 28 Mei gelegenheid worden geboden deze abonnementen in te leveren. De houders van deze abonne menten hebben dan tot 1 September 1940 gelegenheid gratis een nieuw abon nement aan te vragen voor den zelfden tijdsduur, welken het oude ingeleverde abonnement nog geldig was. ;omp dé ;lsta <tOOr P. MENKENS -von dar SPI EO E U _^q.' (Het is ons een bijzondere vreugde, dat wij onzen lezers hierbij het vervolg van ons feuille ton kunnen aanbieden. Uit de talrijke verzoe ken, die de laatste dagen bij ons binnenkwamen, om zoo eenigszins mogelijk, het feuilleton ver- der te plaatsen, bleek ons eens te meer, hoezeer het mooie verhaal van mevrouw D. Menkens- Af van der Spiegel de aandacht trok. per Echter... bij den brand in ons hoofdkantoor was zooveel verloren gegaan, en daaronder ook het tweede stuk van ons feuilleton. Aanvanke- lijk vreesden wij dan ook, dat wij onzen lezers dit tweede deel zouden moeten onthouden. Ge lukkig bleek de schrijfster over een reserve- j exemplaar te beschikken, dat zij ons terstond gaarne deed toekomen, en hiervan maken wij s .een dankbaar gebruik voor de verdere plaatsing. 1 ®>- Eerst echter geven wij een verkorten inhoud «™vaa het voorgaande, opdat men zijn geheugen 'o tSjven kan opfrisschen en ook nieuwe lezers weg- t nfe' -^gaa konLn even kan opfris wijs zijn. R( J*j Op Johanna'? Zuidermeer nas Redactie.) «v uunaima's-hoeve, aan den Grindweg van Zuidermeer naar de stad, woonde Jouke Leek- «4 stra, een vooraanstaand man in het Christelijk J leven van het dorp. Zijn buurman Boonekamp, van Welgelegen, jyj was minder godsdienstig. Ternauwernood waren id ft Zi^n kinderen Henk en Jannie nog gedoopt, en 1 0p de dorPSSchool sloten Boonekamps kinde- 60 ;re? vtiendschaP met die van Leekstra. De vriend- a jgchap tusschen Jannie en Grietje Leekstra bleef aan' ook t°en Jannie meer het leven van ff i ten dame en Grietie dat van gewoon boeremeisje 43'oree?' Samen deden de meisjes belijdenis. Toen 6 faPnetje Betrouwd was, bleef Jannie nog op Jo- ■hanna's-hoeve komen en ieder dacht, dat het Bles^el wat worden zou tusschen haar en Grietje's )5, gtweelingbroer Jouke. Ook de jongelui beschouw- n /»en het bijna als iets vanzelfsprekends. Een neef van den landheer, Wouter, die voor Vefc0ndnee studeerde, voelde meer voor het boe- ndfflL eP z*Jn 00m had tenslotte besloten, iDuevf® zlJn zin te geven- voor de practijk kwam Derifc voor een jaar op de boerderij van Boone- :V !*a®P- Spoedig sloot hij vriendschap met Jannie. WAJ** 00k bracht hij haar ln aanraking met 3e sanaere gedachten over den godsdienst, dan die e van den dominee had geleerd. Toen Jouke Leekstra Jannie ten huwelijk r,?ieg'.?erd ateewezen en eenigen tijd later noofde ze zich met Wout. De landheer kwam overlijden en Wout wilde nu trouwen en Jo- mna's hoeve koopen. Boonekamp bracht Leek- ra hiervan op de hoopte. Na afloop van de 5teu ii, iaar contract zou deze de hoeve moeten m E waar°p zUn voorouders zich meer dan ifi Zuvd.jaar Beleden vestigden. Wout wilde het i lat», u s Iaten afbreken en een nieuwe woning I ^ateii bouwen. '2c»!ï1?ra ts het z0[)TCr. dat Wout en Jannie w.ïouwen en hun n'snwe woning ,,'t Zonne- boren ken' Na eenl8en ttJd wordt Dolf ee- !>,Sio is EiTJ;nialn als hun huwelijk kerkelijk ingezegend ffl ^bten m Dolf doopen. i i reinS£S0ll0n gaat het met vader Boonekamp JorZÏ goed wordt ziek. Dit maakt Wout fSziK? hlj gaat zich meer dan tevoren met p i BW boerderij bemoeien. mïDat^1116'8 tweede kind leeft slechts enkele uren. Ja wnra, -,0e.n zware slag voor haar. Boonekamp na g door een beroerte getroffen en trivi ai gen tijd van ziekte sterft hij. B°y vijf jaar is, vertelt Jannie hem, dat i'h Vvfli een Paar maanden een broertje of zusje «,ieph®Vgen. Met verlangen wordt naar de groote «ii vrl e?ls uitgezien. waar het kind, een meisje, wordt dood gebo ren. De droefheid is groot. Boy is bij een oom en tante gebracht, waar het hem slechts matig bevalt, en op een dag onderneemt hij stilletjes en op eigen houtje de tocht naar huis. Daar hoort hij, dat het kindje, waarnaar hij zoo had uitgezien, dood is. En voor den vader, Wout, is deze dood een ernstige roep. Wij vervolgen nu met het nieuwe hoofdstuk, waarvan wij het begin reeds plaatsten. XIV. Het is een stille, bleeke vrouw, die midden- October terugkeert in ,,'t Zonnehuis". Het is niet de indolente moeder, die haar tweede kind zag sterven, het is de vrouw, die het leven aanvaar den wil, zooals het is, die niet meer hopen en verlangen wil, die vooruit noch achterom wil zien, maar zich heeft voorgenomen, te leven bij den dag. „We hebben elkaar nog en onze jongen", heeft ze gezegd, toen ze voor het eerst weer een gesprek met Wout voeren kon. „ik ben zoo bang geweest, jou te moeten ver liezen", heeft hij met gesmoorde stem geant woord. „Wat hadden we moeten begonnen zon der jou". „Ik wéét, dat het erg met me was. Ik heb het gevoeld, ook toen jullie me voor bewusteloos hielden. En het is wel raar, maar ik wou leven, hoewel ik begreep, dat het kindje gestorven was. Ik was bang voor den dood". Wout heeft er over heen gepraat, zonder te merken hoe Jannie over dit onderwerp door wou gaan. Ze moest daar niet meer over denken, meende hij. Het kon haar genezing vertragen. Eerst na jaren zal hij .veten, hoe er op dat oogenblik een dein: voor hem gesloten werd. Nauwelijks thuis neemt Jannie het bestuur der huishouding uit moeders handen over. Ze is geen zieke meer. Ze wil haar plaats in het leven hernemen. Dat wil ze vooral om Boy. Er is iets vreemds aan het kind. Hij is niet meer de onbesuisde jongen, dien ze achterliet. Hij kan soms zoo stil voor zich uit zitten staren. Het is, of hij zich niet meer geven kan. Ze begrijpt wel zoo ongeveer, wat de reden is. Pappa en oma hebben hem op het hart gedrukt, niet over het doode zusje te spreken. Ze willen haar sparen en weten niet, hoeveel pijn ze daar door veroorzaken. Of voelt ze soms niet, wat haar jongen thans te dragen heeft? Zijn aard dwingt hem, zich te uiten. Bij moeder kon hij met al zijn vragen terecht en nu moet hij zwij gen. Zelf weet ze niet goed. welken weg in te slaan. Het zal haar niet moeilijk vallen, zijn ton getje los te maken, maar dan dwingt ze hem tot ongehoorzaamheid aan pappa en oma. Er met Wout over te spreken is haar onmogelijk. Te- zeer merkt ze, hoe hij zich inspant om haar gedachten af te leiden en ze waardeert zijn goede bedoelingen, mist den moed, ze te weerstreven. Dan als Grietje's zwijgzaamheid het op geeft en ze vertelt, wat er op dien zomeravond gebeurde, begrijpt Jannie, dat ze niet langer zwijgen mag. Als het voor haar al zoo zwaar is, haar diepste gedachten te verbergen, hoe moet het dan voor zoo'n kereltje zijn „Boy", zegt ze den volgenden dag, „het is wel erg, hè, dat we nu geen zusje hebben". Hij schrikt Een fel rood gloeit op zijn ge zichtje. „Vind je het niet erg?" „Ja. Maar, mamma, zusje is nou een engeltje van onzen lieven Heer". „Heeft pappa je dat verteld?" „Nee, oma. En hoor eens, mamma, tante Da heeft me een plaat laten zien met allemaal en geltjes. En daar is zusje ook bij. En later ga ik er ook naar toe. Maar ik blijf eerst nog erg lang bij jullie. Anders hebben jullie heelemaal geen kindertjes meer". „Schat" stijf drukt ze hem tegen zich aan ,jk zou je niet kunnen missen. Jij bent mijn engeltje". „Ja, en onze lieve Heer heeft er toch al zoo veel". Precies wat ik zelf gedacht heb, treft het haar. Waarom verhoorde God me niet? Waarom mocht ik dit kindje niet houden? Een engeltje van onzen lieven Heer. Ze houdt er zich aan vast. Neen, niet om haar te straffen nam God het weg, maar omdat Hij het te goed vond voor deze aarde. Ze herinnert zich, dat er ook zooiets in den Bijbel staat over een kind, dat vroeg stierf. „God zag iets goeds in den jongen" moet daarvan ergens geschreven staan. In de dagen, die volgen, filosofeeren ze samen voort over het „engeltje". Jannie voelt hét als een physieke pijn, dat Wout hier geheel buiten staat en dat zelfs de kleine jongen weet, hierover tegen zijn vader te moeten zwijgen. Gelukkig wordt Boy spoedig weer de oude en zijn er duizend dingen, die het doode zusje ver dringen uit zijn denken. Alleen een enkele maal, als hij bij het slapen gaan de sterren ziet fon kelen aan den winterhemel, maakt hij nog een opmerking over het zusje, dat „tusschen de lichtjes woont". Meer en meer concentreert Jannie's leven zich om haar jongen. Niemand heeft haar gezegd, dat Boy haar eenige blijven zal, maar ze begrijpt genoeg. Welnu, dan zullen alle zorgen voor hém zijn. Ze zal trachten, kind te zijn met het kind, om hem zijn gemis aan speelmakkertjes te ver goeden. Ze moet er voor waken, dat hij niet eenzelvig wordt. Hij toont aanleg te hebben voor dit gevaar, dat alle eenige kindertjes bedreigt. Een geluk zou het voor hem zijn, als ze hem met jongens in aanraking kon brengen, maar dat is haar zoo goed als onmogelijk. Met de kinderen van Henk scheelt hij teveel. Twee en drie jaar. Dat is op zijn jaren een groot verschil, waar dan nog bijkomt, dat de oudste een meisje is. Met de andere boeren hebben ze geen omgang. Meer dan vroeger vader, wordt Wout door hen ge meden. Hij zou er trouwens de man niet naar zijn, om met ze te converseeren. Wout, de heere- boer. die meneer wordt genoemd, is werkelijk heer gebleven en past niet in het kader van Zui- dermeer. Hoe geniet Boy als ze hem meenemen naar kennissen, waar kinderen van zijn leeftijd zijn. Evenwel die kennissen wonen te ver weg, om er vaak te komen en vcelen gewoonlijk weinig voor een tegenbezoek op de boerderij. Wie zelf geen wagen heeft, vindt de reis te bezwaarlijk. Jannie wordt langzamerhand een genie in het bedenken van verhaaltjes, in het doen van spel letjes. Ze is nog jong, moet nog dertig worden, staat daarom niet zoo heel ver af van het kind. Het moderne speelgoed interesseert haar en Wout had recht van spreken, toen hij een keer zei: „Ik weet niet, wie meer geniet, mamma of Boy". Het is voor hem zoowel als voor moeder en tante Da een wonder, dat ze zich zóó hersteld heeft na den slag. Ze is flinker en zelfstandiger geworden. Tè zelfstandig soms naar Wout's zin. Waar zijn de jaren gebleven, dat ze hem in alles om raad vroeg, dat ze met al haar kleine moeilijk heden bij hèm kwam? Treft hem het lot van zoovéél mannen, die de vrouw zien ondergaan in de moeder? Och, maar het is toch wel heel, héél goed tusschen hen beide. In geen enkel huwelijk blijft het, zooals het de eerste maanden was. Wout weet, dat ondanks de teleurstellingen grooter huwelijksgeluk hem ten deel viel dan den meesten van zijn vroegere vrienden. Twee daarvan zijn gescheiden, een heeft een vrouw die hij niet vertrouwen kan, een paar anderen leven langs elkaar heen. Neen, hij heeft geen reden tot klagen en zijn jongen geniet tenminste een zonnige jeugd, heeft het beter dan hijzelf het in zijn kinderjaren had. Dat Jannie niet meer zoo in alles haar belangstelling toont, heeft ook zijn lichtzijden. Hij heeft zorgen, die hij haar niet zou willen openbaren, en het is beter, dat zij ze niet vermoedt. Het gaat hem in zijn bedrijf lang niet naar wensch. De tijden worden steeds moeilijker voor den boer, voor èlken boer, dus zeker voor hèm, die, ondanks studie en energie toch nooit zoo zal worden als de anderen. Was vader Boonekamp maar blijven leven. Die gaf, vooral in zijn laatste jaar. raad op een wijze, die te verdragen was. Met Henk is dat zoo an ders. Zonder te beseffen, hoe hij zijn zwager ergert, kan die afgeven op „boekenwijsheid" en „geleerd gedoe". Henk, die zich geestelijk Wout's mindere weet, is wat al te trotsch op zijn meer dere practische kennis, maakt daardoor Wout den weg naar „Welgelegen" moeilijk. Harde woor den vallen er zelden en beiden ontwijken een conflict, maar Wout's tegenzin in het vragen om raad wordt hem vaak tot schade, waarom hij begrijpt, in stilte nog te worden uitgelachen op den koop toe. Niemand weet, hoe vaak hij zich afvroeg, of hij goed deed, zich op een boerderij te vestigen. Had hij oom's raad maar gevolgd en de studie der theologie verwisseld voor die der rechten of letteren. Het studeeren viel hem nooit gemak kelijk, maar met wat ijver en volharding had hij toch wel iets kunnen bereiken, waar dan nog bij kwam, dat het door zijn kapitaal onnoodig was, zich te haasten of te dingen naar dat, wat het meeste salaris beloofde. Hij heeft dagen, waarop hij overweegt, de boerderij te verkoopen en met vrouw en kind weg te trekken uit deze streek, die hij allengs gaat haten. Als hij er zoo ongeveer voor krijgen kon wat ze hem kostte, bedacht hij zich niet lang, maar de waardevermindering der lande rijen maakt het hem zoo goed als onmogelijk. Hij heeft veel geld uitgegeven, veel ook onher roepelijk verloren. Wat ei overbleef, als hij te gen de huidige prijzen verkoopen moest, zou on voldoende zijn voor een behoorlijk bestaan. Na tuurlijk zou het niet zijn bedoeling wezen, niets meer te gaan doen. Hij zou een betrekking zoe ken. Hij heeft connecties. Maar de toenemende werkloosheid maakt zoo'n ondernemen hache lijk. Hij heeft tenslotte enkel een einddiploma gymnasium, hij zou zich ergens moeten inwer ken, hier of daar volontair moeten worden en dat zou alleen kunnen, als hij van zichzelf een voldoend inkomen had. Al deze gedachten verwerkt Wout alleen en Jannie merkt het niet. Dan zijn er nog andere zorgen. Boy zal naar school moeten. Van het onderwijs op het open bare schooltje verwacht Wout niet veel. Het hoofd is oud en heeft slechts de hulp van 'n kweekelinge met acte voor zijn twintig of dertig leerlingen. Twee personer zijn zeker voldoende voor zoo'n kuddeke, maar het zijn zéven klassen. Hoe moet op zoo'n school het onderwijs zijn! Het kan meevallen, maar de jongen zal het er niet prettig hebben. Met wie zou hij kunnen omgaan? Dom, dat je zulke dingen van tevoren niet bedacht. Je bent jong, je wilt je vestigen, je wilt een gezin stichten, maar je vergeet, dat zoo'n gezin eischen stelt. Dat Zuidermeer geen ideaal woonoord was, heeft hij altijd wel ge weten, maar hij heeft gedacht: „Wat maal ik om Zuidermeer. Ik woon ver genoeg van het dorp om me er niet mee te bemoeien, ik heb mijn wagen en ben met een half uur in de stad. Jawel, maar dat is een vreemde stad, waar je weinig aansluiting vindt. En die stad is tenslotte toch te ver om er Boy cp school te doen. Het dagelijks brengen en halen zou in den drukken tijd een onmogelijkheid zijn en bovendien zou Jannie geen rust hebben, als de kleine .vent tus schen den middag zonder toezicht was. De eer ste jaren zal hij de Zuidermeersche school moe ten bezoeken; een anderen uitweg ziet Wout niet. Dan komt omstreeks Boy's zesden verjaardag Jannie op een idee. Zou zijzelf het kind voor- loopig niet kunnen onderwijzen? Hij is zoo vlug van begrip, hij is zoo bij. De letters van het alphabet kent hij bijna allemaal al. Hij vraagt, zij antwoordt, hij vergeet weinig, zij helpt hem graag onthouden... Tellen kan hij al tot hon derd en die kleine sommetjes heeft hij ook al aardig onder de knie. Als zij de boekjes had, die op school worden gebruikt, zou ze best kans zien, hem de eerste jaren zelf voort te helpen. En zou anders dat onderwijzeres je niet genegen zijn, hem huisonderwijs te geven? Dat meisje ver dient een schijntje en zou er zeker geen bezwaar tegen hebben, haar inkomsten te vermeerderen. Wout gaat er over spreken met het hoofd. Of het zou kunnen? Mijnheer wil dat niet ontken nen, maar hij raadt het ten sterkste af. Neem hem dat eens kwalijk. Op zijn leerlingenaantal is één een behoorlijk procent. Huisonderwijs is niet goed voor een kind, beweert hij. Vooral voor een eenig kind is het noodig, zich te leeren be wegen onder anderen. ÏWordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 7