DE WESTWALL
ÜpAG 25 MEI 1940
PAGINA 3
Italië en de oorlog
fgen herdenkingsdatum,
'diplomatieke medewerker van
Sficieele Italiaansche pers-
IÜ-haP Stefani herinnert er-
fat het 24 Mei 25 jaar ge-
is dat Italië ging deelnemen
jen wereldoorlog,
iliaansche volk kan zich slechts
en dat het gedurende dezen tijd
Vijandigheid van zijn vroegere
noten is gestuit, welke besloten
zich te verzetten tegen de ont-
van de macht van Italië. De
uken welke zich thans aan het
eeweten van de Italianen voor-
oeien voort uit de smartelijke
van dezen tijd. De wereldoorlog
er étappes van de Italiaansche
geweest, doch nog andere be-
étappes moeten worden door-
en dit ook tengevolge van het
van de vroegere bondgenooten
'polo di Roma merkt dienaan-
m dat .wie zou voorwenden een
te vinden tusschen die in-
wl de achtereenvolgende ver-
j'van Italië's politiek van den
F tijd de plank geheel zou mis-
1915 trok het ten strijde om
taaie eenheid te verwezenlijken,
to fascistische Italië is uit oor-
gfwinning te voorschijn getre-
Jnee de cyclus van de mach-
laie expansie begon.
Jthnische en aardrijkskundige
bereikt te hebben moest het
jl zich débouchés voor het be-
irschot te verzekeren en
fer bevoorrading voor zijn in-
te vinden. Gedurende deze
menviel met de verovering
p, zou het Italiaansche volk
de harde en hebzuchtige over-
van de twee westelijke demo-
n in deze botsing bevond het
i het nationaal-socialistische
id, op zijn beurt door dezelfde
an leven en expansie ertoe ge-
i nieuwe Europeesche orde te
t met de natuurlijke rechten
lken rekening houdt.
Japansche legerberichten
De strijd in de provincie Hoepeh.
Uit Tokio: Het Japansche hoofdkwar
tier deelt mede, dat het resultaat van
den eersten slag in de provincies Hoepeh
en Zuid-Honan de vernietiging is van
Chlneesche troepen ter sterkte van
300.000 man. Het resultaat van den twee
den slag, welke op 19 Mei begon, is de
vernietiging van ongeveer 200.000 Chi-
neezen, die zich door den strategischen
terugtocht der Japanneezen ten noorden
van Tsaoyang hadden laten misleiden.
Uit Tokio: De keizer van Mandsjoekwo
is aan boord van het slagschip Hyuga
dat begeleid wordt door torpedojagers,
naar Japan vertrokken. Hij zal reeds 26
Mei in Yokohama aankomen.
Na een' verblijf van tien dagen aldaar
zal de keizer aan boord van den tor
pedojager Asakumo naar Osaka varen
en zich dan weer met het slagschip
Hyuga naar Dairen begeven.
DE JAPANSCHE MISSIE IN ITALIë.
Mussolini heeft gisteren den Japan-
schen ambassadeur, Sato, den leider van
de Japansche missie, te zamen met den
Japanschenv ambassadeur bij het Quiri
naal, ontvangen.
Sato heeft Mussolini een boodschap
van den Japanschen minister-president
Jonai overhandigd, waarin wordt gewe
zen op de vriendschap tusschen Italië
en Japan en op de steeds nauwere sa
menwerking tusschen beide landen op
ieder gebied.
IN ZWEDEN MOGEN NAAR
LAND TERUGKEEREN.
fiche autoriteiten hebben hun
ag er aan gehecht, dat alle
naar Zweden uitgeweken No-
[Noorwegen terugkeeren. Het
tip van de terugreis wordt nog
naakt. Vermoedelijk zullen de
ixtra treinen op 25 Mei via
>r naar hun land terugreizen,
ren en kinderen zijn geen pa-
odig; daarentegen moeten
isschen de 18 en 55 jaar een
n andere legitimatie bij zich
Het aantal van de betrokken
'.weden bedraagt ongeveer 2500.
J Nationen schrijft hierover:
reden aanwezig om de Duit-
ieid voor haar welwillende te
ling in de regeling van deze
loorsche gezinnen belangrijke
aheid zeer dankbaar te zijn.
mm
™SCHI
pandelingen te Sofia tusschen
economische delegatie on-
Tvan dr. Landwehr en de Bul-
glegatie onder leiding van den
Ier economische afdeeling in
terie van buitenlandsche za
lf, zijn, naar het Bulgaarsche
jentschap meldt, door een
overeenkomst op het Bul-
utsche handels- en scheep-
van 1932 beëindigd. De on-
|gen werden op vriendschap-
gevoerd en toonden een
inden bevredigend resultaat,
e delegatie zal a.s. Zaterdag
leiet Fransche
ikolenprobleem
Positie moeilijk,
lelnische Zeitung" wordt er
L dat de steenkoolvoorziening
njk door den Duitschen op-
p in het gedrang is gekomen,
eg de behoefte aan steen-
ikrijk 46.5 millioen ton en
Èlen 1.1 millioen ton. Van deze
irtement Arras
Douai
Straszburg
departementen
mill, ton
19.12
9.11
6.74
11.53
Noord-Frankrijk en Elzas-
t werd dus 34.7 millioen steen-
uceerd- waarover Frankrijk
>eschikking niet heeft. De
Jujnen in de overige departe-
^n voor dat verlies geen com-
hnen geven, zelfs indien men
0| zou kunnen vinden.
van Frankrijk bedroeg in
inder dan 18.70 millioen ton
yrai 2-36 millioen cokes en 1.03
briketten, waarvan door En-
d geleverd 6.35 millioen ton
^0.02 millioen ton cokes en 0.12
i briketten. Door den oorlog
ïngen van de Duitsche legers
van Duitschland, Bel-
ind en Polen uitgevallen, zoo-
hd, wat den invoer aangaat,
- ou moeten voorzien in 10 mil-
5 eenkolen, 2.3 millioen ton co-
nillioen ton briketten, afge-
an de rond 35 millioen ton,
Fransche productie zijn
Om aan de behoefte van
0'gens den maatstaf van 1938
v°btoen, zou Engeland zijn
lr Frankrijk van circa 6.5 mil-
ruim 51 millioen ton moe-
toenemen.
F uitvoer van Engeland beliep
ronde cijfers: 36 millioen ton
v L Millioen ton cokes en 0.35
briketten. Door den oorlog
N eiaene afzetgebieden voor En-
9 maar alleen hetgeen
Qoodig heeft, nl. 45 millioen
st veel meer dan de hoeveel-
^ageiand mogelijker wijze zou
■l,,"- „In den wereldoorlog
cland 20 millioen ton steen-
GRANATEN VAN ALUMINIUM.
Een Berlijnsche firma heeft octrooi ge
vraagd in de Vereenigde Staten voor
granaten van aluminium, die, door hun
lichtheid, veel gemakkelijker kunnen
worden vervoerd dan die van koper,
maar tevens, naar verzekerd wordt, niet
in het kanon kunnen vastklemmen ten
gevolge van de verhitting bij het af
schieten.
Tot dusver heeft men geen aluminium
kunnen gebruiken voor dit doel, uit
hoofde van zijn laag smeltpunt, waar
door de granaat bij het afvuren samen
smolt met den wand van den loop. Om
dit te voorkomen heeft men volgens den
uitvinder, den buitenwand van den gra
naat bekleed met een laagje aluminium-
oxyd, dat langs electrolytischen weg is
aangebracht. Een en ander volgens een
bericht in de Amerikaansche pers.
Het octrooi is verleend aan de Sche
ring Aktien Gesellschaft te Berlijn.
CORSICA.
Gisteravond hebben, naar Stefani
meldt, studenten van verschillende Ita
liaansche universiteiten, die in Turijn
bijeen waren, ter gelegenheid van na
tionale wedstrijden, in de hoofdstraten
der stad een betooging gehouden, voor
stellende de begrafenis der Britsch-
Fransche hegemonie De betoogers poog
den door te dringen tot de consulaten
van Engeland en Frankrijk, doch wer
den hierin door de politie verhinderd.
DE ZWEEDSCH-RUSSISCHE
ONDERHANDELINGEN.
Van welingelichte Zweedsche zijde
wordt ten aanzien van de Zweedsch-
Sowj et-Russische economische bespre
kingen medegedeeld, dat de onderhan
delingen over een verruiming van de
uitwisseling van goederen tusschen bei
de landen goeden voortgang maken. Zij
zullen evenwel nog geruimen tijd in
beslag nemen.
Donderdag is de Zweedsche delegatie
uit Moskou naar Stockholm terug
gekeerd.
kolen naar Frankrijk uit, maar de trans-
portmogelijkheid was toen veel gunstiger
dan op het oogenblik het geval is.
Fransche maatregelen
tegen geruchten
Het Duitsche nieuwsbureau meldt uit
Parijs:
De Fransche regeering heeft maat
regelen genomen om er voor te zorgen,
dat het opdringen van de Duitsche troe
pen en de situatie waarin zich de ge
allieerde legers bevinden,1 aan het pu
bliek slechts in zooverre bekend wordt,
als de bevoegde Fransche autoriteiten
dit geschikt achten. Het feit, dat de be
zetting van Abbeville door de Duitschers,
bij gerucht reeds eenige uren later te
Parijs bekend was, en de stemming der
bevolking ongunstig influenceerde, is
voor de Fransche militaire overheid aan
leiding geworden een verordening uit
te vaardigen, waarbij elkeen met de
zwaarste straffen bedreigd wordt, die
„onwaarschijnlijke" geruchten over den
opmarsch van den vijand verspreidt. In
het bijzonder moet de Fransche regee
ring hierdoor de mogelijkheid in handen
krijgen om ook in gevallen dat het ver
lies van bepaalde plaatsen niet meer
kan worden stil gehouden, er op te wij
zen. dat deze optrekkende Duitsche troe
pen slechts „bepaalde gemotoriseerde
eenheden" zijn. Men gelooft, door deze
rantsoeneering van de voor het publiek
bestemde berichten, de stemming der be
volking beter onder bedwang te kunnen
houden.
DEFAITISTISCHE UITINGEN
IN FRANKRIJK.
Het militair gerechtshof heeft voor de
eerste maal een Fransch arbeider tot de
maximumstraf van tien jaar veroordeeld.
Het betreft hier een arbeider, die een
vertrouwenspost bekleedde in een sui
kerfabriek in het departement Seine et
Marne. De beklaagde zou defaitistische
opmerkingen hebben gemaakt.
UITREIKING VAN BROODKAARTEN
UITGESTELD.
De invoering van broodkaarten in
Frankrijk, welke was aangekondigd om
dat de voorraden meel geringer werden,
is uitgesteld, omdat door de tallooze
vluchtelingen uit Oost- en Noordoost-
Frankrijk aanzienlijke organisatorische
moeilijkheden zijn ontstaan.
Paarden in het ziekenhuis
In de buurt van Weenen staat een
barak, die bij uitzondering niet voor ge
wonde soldaten maar voor paarden, die
tengevolge van den oorlog letsel gekregen
hebben, bestemd is. De viervoeters die
er binnenkomen worden niet alleen on
derzocht op wat de aanleiding voor hun
opneming is. maar op mogelijke kwalen,
die ook voor menschen hoogst gevaarlijk
zijn. Hef klinische toezicht wordt door
bacteriologisch onderzoek en reactie
proeven aangevuld, waartoe o.a. twee
bloedproeven naar het betrokken insti
tuut te Berlijn gezonden worden. Eerst
als 't tweede bloedonderzoek negatief uit
valt worden de patiënten naar de chi
rurgische of Interne afdeeling verwezen,
die in zulke voor al dan niet besmet
telijke ziekten is onderverdeeld. De outil
lage omvat een verplaatsbaar Röntgen
toestel, bestralingslampen, een electri-
sche kardlograaf enz. Het toedienen van
pillen is zoo goed als terzijde gesteld.
In den vorigen oorlog verloor men veel
meer dan 200.000 paarden door huidziek
ten. De langdurige kuur, waarbij de die
ren werden ingesmeerd, is door de toe
diening van een soort gas gedurende een
uur vervangen. Alleen het hoofd van het
paard steekt dan boven de cel uit. Hoe
veel zorg aan de zieken gewijd wordt
volgt ook daaruit, dat de aan maag- en
stofwisselingsziekten lijdende op dieet
leven.
AMERIKAANSCHE PERS
PESSIMISTISCH.
De New-Yorksche avondbladen hech
ten de allergrootste beteekenis aan den
grooten slag in Noord-Frankrijk en
Vlaanderen, omdat een nederlaag der
geallieerden, naar men hier overtuigd is,
het voorspel vormt tot een Duitsche
invasie in Engeland. Onder het opschrift
„Engelschen vechten om hun leven"
geeft de „New York Sun" een pessimis
tisch verslag van Churchill's rede over de
militaire situatie. De strijd om Boulogne
en het bombardement van Dover wer
den gekenmerkt als het begin van het
laatste bedrijf.
DICTATORIALE MAATREGELEN
IN ENGELAND.
Uit Stockholm: De Londensche cor
respondent van Svenska Dagbladet
schrijft naar aanleiding van de dicta
toriale maatregelen, welke eergisteren in
Engeland zijn ingevoerd, dat de snelheid,
waarmede het Engelsche parlement
Woensdag een streep heeft gehaald door
de democratische vrijheden en rechten,
het Engelsche volk bijna den adem heeft
benomen. Binnen 'n tijdsduur van twee
uur en drie en veertig minuten is dat,
wat generaties hebben opgebouwd, bui
ten werking gesteld. De correspondent
spreekt van een afdanking der demo
cratie in Engeland.
DE VOEDSELVOORZIENING VAN
ENGELAND.
In een persconferentie heeft de minis
ter voor de voedselvoorziening, lord
Woolton, verklaard, dat de invasie van
Nederland en België zekere toevoeren
heeft afgesneden, die vroeger normaal
naar Engeland kwamen. Hij zeide te
hopen, dat het uitvallen van de versche
groenten uit Nederland zou worden aan
gevuld door het werk van de kleine
tuinders. Het voornemen bestaat eige
naars van tuingrond in staat te stellen,
hun overschot in den kleinhandel te
verkoopen. Het stopzetten van den Ne-
derlandschen eiereninvoer (ongeveer
twintig procent van den invoer in vre
destijd) is niet zoo gemakkelijk aan te
vullen. Iets beter staat het met de ge
condenseerde melk. De handel klaagt
over het tekort aan pakpapier, want in
vredestijd kwam 200.000 ton papier uit
de Scandinavische landen. De huis
vrouw kan hierin helpen door van tas-
schen gebruik te maken en papier te
sparen. Sedert de vermindering van het
suikerrantsoen hebben vele geheelont
houders mij geschreven, aldus de mi
nister, het bierbrouwen te verbieden, al
vorens suiker te onthouden aan huisge
zinnen. Ik acht het echter niet mijn
taak als minister voor de voedselvoorzie
ning, sociale hervormingen in te voeren.
Wat het bakken van „nationaal brood"
betreft, daarover sta ik in verbinding
met de molenaars.
Naar uit Hamilton (Bermuda-eilan
den) gemeld wordt, hebben de Engel
schen van het Clipper-vliegtuig, dat den
dienst onderhoudt tusschen Amerika en
Lissabon, en wegens den zwaren storm
in Bermuda moest landen, 22 zakken
post weggehaald. Hiervan waren er zes
bestemd voor Duitschland, vier voor
Italië, vier voor Portugal en de overigen
voor Zwitserland, Noorwegen, Zweden,
Denemarken, Griekenland en Spanje.
EEN EILAND MET DRIE BEWONERS.
Wisseling per half jaar.
De noordelijke kust van Queensland,
Australië, wordt elk jaar van November
tot Mei herhaaldelijk geteisterd door
ernstige cyclonen, welke ontstaan in de
nabijheid van het kleine Willis-eiland,
dat ongeveer 550 km van de kust van
Quxmsland verwijderd is. Het is natuur
lijk van het grootste belang voor den
meteorologischen dienst in Australië, dat
men voortdurend op de hoogte is van
den weerstoestand op het eiland. Men
heeft daarom op het Willis-eiland een
observatie-post ingericht, voorzien van
een radio-ontvang- en zendinstallatie.
Op het eiland wonen geen inlanders,
terwijl het bovendien uit den koers der
oceaanschepen ligt, zoodat de drie man
nen, die hier een half jaar doorbrengen
om het leven van vele inwoners van
Australië veiliger te maken, niet te be
nijden zijn. Toch zijn er steeds vrijwil
ligers te vinden, die dit werk met groote
nauwgezetheid verrichten.
Een stoomschip van de Australische
regeering maakt elk half jaar een reis
naar het eiland, zet daar een meteoro
loog en twee radio-operateurs aan wal,
benevens de noodige levensmiddelen en
neemt de drie mannen, welke een half
jaar op het eiland hebben doorgebracht,
mee terug naar Australië.
Dagelijks worden uitvoerige barometer-
en temperatuurmetingen gedaan, terwijl
vooral een studie wordt gemaakt van de
sterkte en de richting van den wind.
De resultaten van de metingen worden
oogenblikkelijk naar Australië geseind.
Duitschlands verdedigingslinie
in het Westen
Drie deelen zijn te onderscheiden
Signal, een extra-uitgave van
de Berliner Illustrirte Zeitung,
geeft in haar tweede nummer,
uitvoerig geïllustreerd, een be
schrijving van den Westwall,
Duitschlands machtige verdedi
gingslinie in het Westen.
Het eerste deel.
Zij begint in den Zuid-Westelijken
hoek van het Duitsche Rijk aan de
Duitsch-Zwitsersche grens. Over een
diepte van 20 tot 50 km strekt zij zich
van hier uit naar het Noorden en Noord-
Westen, tot dicht bij zee, waar zij haar
natuurlijke voortzetting vindt in de ver
sterkingen van de Oost-Friesche eilan
den en de oorlogshavens aan de kust.
In de diepte splitst de Westwall zich
in twee zones: 1ste de verdedigingszöne
van het leger en 2e de luchtverdedigings-
zöne West. De eerste zóne is die van de
ingebouwde tankversperringen en bun
kerversterkingen. De luchtverdedigings-
zöne is dicht bezet met zoeklichten en
luchtafweerbatterijen, welker doel het
is, aanvliegende vijandelijke vliegtuigen
af te weren. Daarachter liggen de vlieg
velden van de jacht- en strijdvliegers.
In de lengte is de Westwall in drie
duidelijk van elkander verschillende
deelen gesplitst. Het zuidelijkste gedeel
te, het Rijnfront, reikt van Lörrach, bij
Bazel, tot aan Karlsruhe. In dit gedeelte
liggen de bunkers tot vlak aan den Rijn,
die de landsgrens vormt. Daartegenover,
aan den anderen oever van de rivier,
liggen binnen het bereik van oog en oor
de voorste bunkers van de Fransche ver
dedigingslinie. Aan dit gedeelte van het
front is het in de eerste periode van den
oorlog rustig geweest en is het bijna niet
tot vechten gekomen.
Het middelste gedeelte
van den Westwall strekt zich uit van
Karlsruhe tot het Drielandenpunt, waar
de grenzen van Duitschland, Frankrijk
en Luxemburg te zamen komen. Hier
zijn het Duitsche en Fransche leger ge
scheiden door een breed, weinig versterkt
voorterrein, dat van weerskanten bezet
is met veldstellingen en voorposten en
een strook onbezet niemandsland. In het
voorterrein van dit gedeelte van den
Westwall werd reeds vóór de intrede van
het huidige stadium van den oorlog da
gelijks en van uur tot uur gevochten en
de strijd wordt hier gekarakteriseerd
door den kleinen oorlog van verken-
nings- en stoottroepen en het storings-
vuur van de artillerie op straten en ter
reinen, waar gewerkt wordt.
Het Noordelijkste gedeelte
reikt tot aan de zee. Uiterlijk gelijkt het
op het tweede deel: een breed voorter
rein strekt zich uit van de voorste rij
bunkers tot aan de grens. Alleen wordt
het landschap geleidelijk vlakker en
komen natuurlijke steunpunten voor de
verdediging, als heuvels en bergen, te
vervallen.
Divisie voor divisie is de Westwall als
regel dierwijze bezet, dat twee van de
drie regimenten, waaruit een divisie be
staat, naast elkander liggen, terwijl het
derde in reserve blijft. Van elk regiment
ligt een bataljon in het voorterrein,
waar het in de ontruimde dorpen en in
voorbereide lichte veldstellingen is on
dergebracht. De verkennings- en stoot
troepen van deze voorste bataljons trek
ken het niemandsland door ter verken
ning van de versterkingen en sterkte
van den tegenstander, terwijl de voor
posten nauwlettend op diens bewegingen
acht slaan. Het voorterrein is met be
hulp van mijnenvelden en veelvuldige
prikkeldraadversperringen beveiligd.
Naar achteren reikt het tot de voor
naamste gevechtslinie, een breeden gor
del van alle mogelijke versperringen, die
voor het hoofdgevechtsterrein ligt. In de
bunkers van dit hoofdgevechtsterrein
ligt een tweede bataljon van elk regi
ment en het derde wordt meer naar ach
teren in reserve gehouden. Natuurlijk
kan de plaatselijke gesteldheid nopen
van dit schema af te wijken.
Van het voorterrein tot ver
achter de bunkerzone
is het terrein bezaaid met artillerie.
Achter de blokhuizen en de onderkomens
van het voorterrein en al naar gelang
van de diepte daarvan meer of minder
ver van de versperringen van de voor
naamste gevechtslinie is de* beweeglijke
artillerie opgesteld, die ver tot in het
voorterrein van den vijand schiet. Zij
kan het opdringen van den vijand met
spervuur trachten te beletten en den
aanval van de eigen troepen daarmee
ondersteunen.
Het geschut van de bunkers van het
hoofdgevechtsterrein, dat volgens zorg
vuldige berekening is opgesteld, be-
heerscht het voorterrein. Het is zoO ge
richt en ingeschoten, dat het eiken vier
kanten meter van het terrein bestrijkt
en door systematisch vuur een waren
vuurwal in den weg van den oprukken-
den vijand kan opwerpen.
Nog meer naar achter, in vaste, inge
bouwde stellingen, bevindt zich het
zware geschut, de vèrdragende artille
rie en de houwitsers.
In tegenstelling met de Fransche Ma-
ginotlinie, die een starre en licht kwets
bare linie met groote, op forten gelijken
de versterkingen vormt, is het hoofd
gevechtsterrein van den Westwall een
dicht en diep geleid systeem van tallooze
afzonderlijke pantserwerken, geheel aan
getast aan het terrein en volgens de
eischen van de tactiek wisselen groote
en kleine werken elkander af.
Bunkers van vijf man en een machine
geweer versperren wegen en kloven, ar
tilleriebunkers van twintig tot dertig
man beheerschen vlakten die voor pant
serwagens toegankelijk zijn. Daartus-
schen in liggen de eigenlijke groote bun
kers, die echter zelden meer dan hon
derd man bezetting tellen.
De geheele te verdedigen ruimte wordt
ook wanneer een aantal werken uitval
len gehandhaafd met behulp van de
terzijde en achterwaarts liggende bun
kers.
Het Frankische kerkhof
van Rübenach
Voorjaar 1939 is bij Rübnach in
de omgeving van Koblenz tijdens
den aanleg van een autoweg een
groot grafveld uit ilen Frankischen
tijd ontdekt. Of liever herontdekt,
want het was in 1865 al aan het
licht gekomen, toen een weg werd
aangelegd, welke het in tweeën
sneed, waarbij de strook in het
midden teloor ging.
Vorig jaar van Mei tot December is
een deel van het 170 m lange kerkhof
onderzocht en dit jaar zal de rest volgen.
Dr. J. Röder vrertelt er van in de „Um-
schau". Tot dusver zijn 492 graven ge
vonden, waarvan er 151 een skelet be
vatten, van welk aantal er niet minder
dan 125 bij elkaar in een hoek liggen
en er 2 twee geraamten bevatten. Verder
zijn er vier paardengraven gevonden;
om deze liggen de menschengraven in
een kring met een straal van circa 5 m.
Dit grafveld van Rübenach is een der
grootste Frankische, welke op Duitschen
bodem zijn blootgelegd. Het heeft aller
lei dingen geleerd over den aanleg van
dergelijke grafvelden. De graven zijn alle
een langgerekte rechthoek met afgeron
de hoeken, over het algemeen Noord
west-Zuidoost georienteerd. De dooden
zijn in houten kisten begraven geweest,
waarvan de bodemverkleuring nog den
omtrek aanwijst. In sommige gevallen is
de kist eerst in het graf gemaakt. Van
sommige graven was de bodem belegd
met steenen platen en waren de wanden
bekleed met droog metselwerk. Dat de
graven niet over elkaar lagen, al is het
kerkhof dicht bezet, is een aanwijzing
datde graven boven den grond kenbaar
moeten zijn geweest, vermoedelijk door
een kleinen heuvel, welke bij den akker
bouw in de vele eeuwen sinds het kerk
hof werd gebruikt zijn verloopen, zijn
verdwenen.
Van het oudste deel der graven, dat uit
de 6e eeuw na Chr., zijn er slechts enkele
ongeschonden; de meeste zijn geplunderd
in den tijd, dat de doodkisten nog niet
vermolmd en ingezakt waren, dus 50 a
60 jaar na de begrafenis. Heelemaal ver
nield is de inhoud van een graf maar
zelden echter; het aardewerk bijv. is on
gemoeid gelaten en dat maakt een datee
ring van de graflegging vaak mogelijk.
De ligging van de oudste graven wijst
er op, dat families of Sippen hun be
paalde plaats hadden, slechts zoo toch is
te verklaren, dat graven uit de 6e en
uit de 7e eeuw vlak bij elkaar liggen Een
familie begroef ettelijke generaties lang
haar dooden, mannen, vrouwen en kin
deren, op de haar toebehoorende plaats
op het kerkhof, tot het geheele veld be
legd was en men moest denken aan uit
breiding. De jongere graven liggen aan
den anderen kant van het grafveld en
beginnen met de 7e eeuw. In de 8e eeuw
begon de zede der bijgaven te verdwij
nen, het oude Sippenkerkhof werd op
gegeven, al was er nog voldoende plaats
en de laatste dezer graven zonder bijgave
liggen als dichtstbelegde zone aan den
buitenrand van het grafveld.
Van beteekenis worden de paardengra
ven geacht: het paard was bij vele Ger-
maansche stammen een heilig dier. In
een Frankisch grafveld bij Soest in West-
falen zijn de paarden op een soort paar-
denkerkhof aan den rand van het graf
veld bijgezet en op een kerkhof uit den
Merovingischen tijd bij Looveen in Drente
lagen de paardengraven in twee rijen
dwars door het grafveld. Iets dergelijks
is ook in Rübenach vastgesteld; er bleek
zelfs dat deze paardengraven een rol in
het plan van het heele kerkhof hebben
gespeeld. Het feit, dat de menschengra
ven in een wijden kring om de paarden
graven liggen, spreekt ervoor, dat deze
graven zekere bizondere beteekenis heb
ben gehad en middelpunten in den kerk
hof aanleg zijn geweest.
Het grafveld van Rübenach heeft veel
wetenschappelijke winst opgeleverd, zegt
dr. Röder, en een heele reeks nieuwe ge
gevens in zake het vraagstuk der Ger-
maansche rijengrafvelden.
KRACHTIGE UITWERKING DER
MIJNENVELDEN VOOR DE
ZUID -AFRIK AANSCHE KUST.
Uit Lourenco Marques: Aan de Zuid-
Afrikaansche kust zijn tot dusverre acht
Engelsche schepen, uit Karatsji en Sin
gapore komende, op Duitsche mijnen ge-
loopen en gezonken. Slechts in drie ge
vallen kon de bemanning in de booten
gaan.
Het zoeken der mijnen is moeilijk en
gevaarlijk gebleken; reeds twee mijnen
vegers zijn ten offer gevallen aan de
Duitsche mijnen.
In Walvischbaai zijn drie uit Engeland
verwachte schepen tien tot veertien
dagen over tijd. Uit Pretoria wordt ge
meld, dat men aan Engelsche zijde door
deze gebeurtenissen zeer getroffen is "en
bovendien sterk verontrust over de
stemming der inheemsche bevolking.
500 FRANSCHE SPOORWEGWAGONS
IN DUITSCHE HANDEN.
Uit Berlijn: Naar het D.N.B. verneemt
konden in de streek van Lauterburg, na
dat de vijand hier had moeten terugtrek
ken, 500 Fransche spoorwegwagons ge
borgen worden.