DE WESTWALL ÜpAG 25 MEI 1940 PAGINA 3 Italië en de oorlog fgen herdenkingsdatum, 'diplomatieke medewerker van Sficieele Italiaansche pers- IÜ-haP Stefani herinnert er- fat het 24 Mei 25 jaar ge- is dat Italië ging deelnemen jen wereldoorlog, iliaansche volk kan zich slechts en dat het gedurende dezen tijd Vijandigheid van zijn vroegere noten is gestuit, welke besloten zich te verzetten tegen de ont- van de macht van Italië. De uken welke zich thans aan het eeweten van de Italianen voor- oeien voort uit de smartelijke van dezen tijd. De wereldoorlog er étappes van de Italiaansche geweest, doch nog andere be- étappes moeten worden door- en dit ook tengevolge van het van de vroegere bondgenooten 'polo di Roma merkt dienaan- m dat .wie zou voorwenden een te vinden tusschen die in- wl de achtereenvolgende ver- j'van Italië's politiek van den F tijd de plank geheel zou mis- 1915 trok het ten strijde om taaie eenheid te verwezenlijken, to fascistische Italië is uit oor- gfwinning te voorschijn getre- Jnee de cyclus van de mach- laie expansie begon. Jthnische en aardrijkskundige bereikt te hebben moest het jl zich débouchés voor het be- irschot te verzekeren en fer bevoorrading voor zijn in- te vinden. Gedurende deze menviel met de verovering p, zou het Italiaansche volk de harde en hebzuchtige over- van de twee westelijke demo- n in deze botsing bevond het i het nationaal-socialistische id, op zijn beurt door dezelfde an leven en expansie ertoe ge- i nieuwe Europeesche orde te t met de natuurlijke rechten lken rekening houdt. Japansche legerberichten De strijd in de provincie Hoepeh. Uit Tokio: Het Japansche hoofdkwar tier deelt mede, dat het resultaat van den eersten slag in de provincies Hoepeh en Zuid-Honan de vernietiging is van Chlneesche troepen ter sterkte van 300.000 man. Het resultaat van den twee den slag, welke op 19 Mei begon, is de vernietiging van ongeveer 200.000 Chi- neezen, die zich door den strategischen terugtocht der Japanneezen ten noorden van Tsaoyang hadden laten misleiden. Uit Tokio: De keizer van Mandsjoekwo is aan boord van het slagschip Hyuga dat begeleid wordt door torpedojagers, naar Japan vertrokken. Hij zal reeds 26 Mei in Yokohama aankomen. Na een' verblijf van tien dagen aldaar zal de keizer aan boord van den tor pedojager Asakumo naar Osaka varen en zich dan weer met het slagschip Hyuga naar Dairen begeven. DE JAPANSCHE MISSIE IN ITALIë. Mussolini heeft gisteren den Japan- schen ambassadeur, Sato, den leider van de Japansche missie, te zamen met den Japanschenv ambassadeur bij het Quiri naal, ontvangen. Sato heeft Mussolini een boodschap van den Japanschen minister-president Jonai overhandigd, waarin wordt gewe zen op de vriendschap tusschen Italië en Japan en op de steeds nauwere sa menwerking tusschen beide landen op ieder gebied. IN ZWEDEN MOGEN NAAR LAND TERUGKEEREN. fiche autoriteiten hebben hun ag er aan gehecht, dat alle naar Zweden uitgeweken No- [Noorwegen terugkeeren. Het tip van de terugreis wordt nog naakt. Vermoedelijk zullen de ixtra treinen op 25 Mei via >r naar hun land terugreizen, ren en kinderen zijn geen pa- odig; daarentegen moeten isschen de 18 en 55 jaar een n andere legitimatie bij zich Het aantal van de betrokken '.weden bedraagt ongeveer 2500. J Nationen schrijft hierover: reden aanwezig om de Duit- ieid voor haar welwillende te ling in de regeling van deze loorsche gezinnen belangrijke aheid zeer dankbaar te zijn. mm ™SCHI pandelingen te Sofia tusschen economische delegatie on- Tvan dr. Landwehr en de Bul- glegatie onder leiding van den Ier economische afdeeling in terie van buitenlandsche za lf, zijn, naar het Bulgaarsche jentschap meldt, door een overeenkomst op het Bul- utsche handels- en scheep- van 1932 beëindigd. De on- |gen werden op vriendschap- gevoerd en toonden een inden bevredigend resultaat, e delegatie zal a.s. Zaterdag leiet Fransche ikolenprobleem Positie moeilijk, lelnische Zeitung" wordt er L dat de steenkoolvoorziening njk door den Duitschen op- p in het gedrang is gekomen, eg de behoefte aan steen- ikrijk 46.5 millioen ton en Èlen 1.1 millioen ton. Van deze irtement Arras Douai Straszburg departementen mill, ton 19.12 9.11 6.74 11.53 Noord-Frankrijk en Elzas- t werd dus 34.7 millioen steen- uceerd- waarover Frankrijk >eschikking niet heeft. De Jujnen in de overige departe- ^n voor dat verlies geen com- hnen geven, zelfs indien men 0| zou kunnen vinden. van Frankrijk bedroeg in inder dan 18.70 millioen ton yrai 2-36 millioen cokes en 1.03 briketten, waarvan door En- d geleverd 6.35 millioen ton ^0.02 millioen ton cokes en 0.12 i briketten. Door den oorlog ïngen van de Duitsche legers van Duitschland, Bel- ind en Polen uitgevallen, zoo- hd, wat den invoer aangaat, - ou moeten voorzien in 10 mil- 5 eenkolen, 2.3 millioen ton co- nillioen ton briketten, afge- an de rond 35 millioen ton, Fransche productie zijn Om aan de behoefte van 0'gens den maatstaf van 1938 v°btoen, zou Engeland zijn lr Frankrijk van circa 6.5 mil- ruim 51 millioen ton moe- toenemen. F uitvoer van Engeland beliep ronde cijfers: 36 millioen ton v L Millioen ton cokes en 0.35 briketten. Door den oorlog N eiaene afzetgebieden voor En- 9 maar alleen hetgeen Qoodig heeft, nl. 45 millioen st veel meer dan de hoeveel- ^ageiand mogelijker wijze zou ■l,,"- „In den wereldoorlog cland 20 millioen ton steen- GRANATEN VAN ALUMINIUM. Een Berlijnsche firma heeft octrooi ge vraagd in de Vereenigde Staten voor granaten van aluminium, die, door hun lichtheid, veel gemakkelijker kunnen worden vervoerd dan die van koper, maar tevens, naar verzekerd wordt, niet in het kanon kunnen vastklemmen ten gevolge van de verhitting bij het af schieten. Tot dusver heeft men geen aluminium kunnen gebruiken voor dit doel, uit hoofde van zijn laag smeltpunt, waar door de granaat bij het afvuren samen smolt met den wand van den loop. Om dit te voorkomen heeft men volgens den uitvinder, den buitenwand van den gra naat bekleed met een laagje aluminium- oxyd, dat langs electrolytischen weg is aangebracht. Een en ander volgens een bericht in de Amerikaansche pers. Het octrooi is verleend aan de Sche ring Aktien Gesellschaft te Berlijn. CORSICA. Gisteravond hebben, naar Stefani meldt, studenten van verschillende Ita liaansche universiteiten, die in Turijn bijeen waren, ter gelegenheid van na tionale wedstrijden, in de hoofdstraten der stad een betooging gehouden, voor stellende de begrafenis der Britsch- Fransche hegemonie De betoogers poog den door te dringen tot de consulaten van Engeland en Frankrijk, doch wer den hierin door de politie verhinderd. DE ZWEEDSCH-RUSSISCHE ONDERHANDELINGEN. Van welingelichte Zweedsche zijde wordt ten aanzien van de Zweedsch- Sowj et-Russische economische bespre kingen medegedeeld, dat de onderhan delingen over een verruiming van de uitwisseling van goederen tusschen bei de landen goeden voortgang maken. Zij zullen evenwel nog geruimen tijd in beslag nemen. Donderdag is de Zweedsche delegatie uit Moskou naar Stockholm terug gekeerd. kolen naar Frankrijk uit, maar de trans- portmogelijkheid was toen veel gunstiger dan op het oogenblik het geval is. Fransche maatregelen tegen geruchten Het Duitsche nieuwsbureau meldt uit Parijs: De Fransche regeering heeft maat regelen genomen om er voor te zorgen, dat het opdringen van de Duitsche troe pen en de situatie waarin zich de ge allieerde legers bevinden,1 aan het pu bliek slechts in zooverre bekend wordt, als de bevoegde Fransche autoriteiten dit geschikt achten. Het feit, dat de be zetting van Abbeville door de Duitschers, bij gerucht reeds eenige uren later te Parijs bekend was, en de stemming der bevolking ongunstig influenceerde, is voor de Fransche militaire overheid aan leiding geworden een verordening uit te vaardigen, waarbij elkeen met de zwaarste straffen bedreigd wordt, die „onwaarschijnlijke" geruchten over den opmarsch van den vijand verspreidt. In het bijzonder moet de Fransche regee ring hierdoor de mogelijkheid in handen krijgen om ook in gevallen dat het ver lies van bepaalde plaatsen niet meer kan worden stil gehouden, er op te wij zen. dat deze optrekkende Duitsche troe pen slechts „bepaalde gemotoriseerde eenheden" zijn. Men gelooft, door deze rantsoeneering van de voor het publiek bestemde berichten, de stemming der be volking beter onder bedwang te kunnen houden. DEFAITISTISCHE UITINGEN IN FRANKRIJK. Het militair gerechtshof heeft voor de eerste maal een Fransch arbeider tot de maximumstraf van tien jaar veroordeeld. Het betreft hier een arbeider, die een vertrouwenspost bekleedde in een sui kerfabriek in het departement Seine et Marne. De beklaagde zou defaitistische opmerkingen hebben gemaakt. UITREIKING VAN BROODKAARTEN UITGESTELD. De invoering van broodkaarten in Frankrijk, welke was aangekondigd om dat de voorraden meel geringer werden, is uitgesteld, omdat door de tallooze vluchtelingen uit Oost- en Noordoost- Frankrijk aanzienlijke organisatorische moeilijkheden zijn ontstaan. Paarden in het ziekenhuis In de buurt van Weenen staat een barak, die bij uitzondering niet voor ge wonde soldaten maar voor paarden, die tengevolge van den oorlog letsel gekregen hebben, bestemd is. De viervoeters die er binnenkomen worden niet alleen on derzocht op wat de aanleiding voor hun opneming is. maar op mogelijke kwalen, die ook voor menschen hoogst gevaarlijk zijn. Hef klinische toezicht wordt door bacteriologisch onderzoek en reactie proeven aangevuld, waartoe o.a. twee bloedproeven naar het betrokken insti tuut te Berlijn gezonden worden. Eerst als 't tweede bloedonderzoek negatief uit valt worden de patiënten naar de chi rurgische of Interne afdeeling verwezen, die in zulke voor al dan niet besmet telijke ziekten is onderverdeeld. De outil lage omvat een verplaatsbaar Röntgen toestel, bestralingslampen, een electri- sche kardlograaf enz. Het toedienen van pillen is zoo goed als terzijde gesteld. In den vorigen oorlog verloor men veel meer dan 200.000 paarden door huidziek ten. De langdurige kuur, waarbij de die ren werden ingesmeerd, is door de toe diening van een soort gas gedurende een uur vervangen. Alleen het hoofd van het paard steekt dan boven de cel uit. Hoe veel zorg aan de zieken gewijd wordt volgt ook daaruit, dat de aan maag- en stofwisselingsziekten lijdende op dieet leven. AMERIKAANSCHE PERS PESSIMISTISCH. De New-Yorksche avondbladen hech ten de allergrootste beteekenis aan den grooten slag in Noord-Frankrijk en Vlaanderen, omdat een nederlaag der geallieerden, naar men hier overtuigd is, het voorspel vormt tot een Duitsche invasie in Engeland. Onder het opschrift „Engelschen vechten om hun leven" geeft de „New York Sun" een pessimis tisch verslag van Churchill's rede over de militaire situatie. De strijd om Boulogne en het bombardement van Dover wer den gekenmerkt als het begin van het laatste bedrijf. DICTATORIALE MAATREGELEN IN ENGELAND. Uit Stockholm: De Londensche cor respondent van Svenska Dagbladet schrijft naar aanleiding van de dicta toriale maatregelen, welke eergisteren in Engeland zijn ingevoerd, dat de snelheid, waarmede het Engelsche parlement Woensdag een streep heeft gehaald door de democratische vrijheden en rechten, het Engelsche volk bijna den adem heeft benomen. Binnen 'n tijdsduur van twee uur en drie en veertig minuten is dat, wat generaties hebben opgebouwd, bui ten werking gesteld. De correspondent spreekt van een afdanking der demo cratie in Engeland. DE VOEDSELVOORZIENING VAN ENGELAND. In een persconferentie heeft de minis ter voor de voedselvoorziening, lord Woolton, verklaard, dat de invasie van Nederland en België zekere toevoeren heeft afgesneden, die vroeger normaal naar Engeland kwamen. Hij zeide te hopen, dat het uitvallen van de versche groenten uit Nederland zou worden aan gevuld door het werk van de kleine tuinders. Het voornemen bestaat eige naars van tuingrond in staat te stellen, hun overschot in den kleinhandel te verkoopen. Het stopzetten van den Ne- derlandschen eiereninvoer (ongeveer twintig procent van den invoer in vre destijd) is niet zoo gemakkelijk aan te vullen. Iets beter staat het met de ge condenseerde melk. De handel klaagt over het tekort aan pakpapier, want in vredestijd kwam 200.000 ton papier uit de Scandinavische landen. De huis vrouw kan hierin helpen door van tas- schen gebruik te maken en papier te sparen. Sedert de vermindering van het suikerrantsoen hebben vele geheelont houders mij geschreven, aldus de mi nister, het bierbrouwen te verbieden, al vorens suiker te onthouden aan huisge zinnen. Ik acht het echter niet mijn taak als minister voor de voedselvoorzie ning, sociale hervormingen in te voeren. Wat het bakken van „nationaal brood" betreft, daarover sta ik in verbinding met de molenaars. Naar uit Hamilton (Bermuda-eilan den) gemeld wordt, hebben de Engel schen van het Clipper-vliegtuig, dat den dienst onderhoudt tusschen Amerika en Lissabon, en wegens den zwaren storm in Bermuda moest landen, 22 zakken post weggehaald. Hiervan waren er zes bestemd voor Duitschland, vier voor Italië, vier voor Portugal en de overigen voor Zwitserland, Noorwegen, Zweden, Denemarken, Griekenland en Spanje. EEN EILAND MET DRIE BEWONERS. Wisseling per half jaar. De noordelijke kust van Queensland, Australië, wordt elk jaar van November tot Mei herhaaldelijk geteisterd door ernstige cyclonen, welke ontstaan in de nabijheid van het kleine Willis-eiland, dat ongeveer 550 km van de kust van Quxmsland verwijderd is. Het is natuur lijk van het grootste belang voor den meteorologischen dienst in Australië, dat men voortdurend op de hoogte is van den weerstoestand op het eiland. Men heeft daarom op het Willis-eiland een observatie-post ingericht, voorzien van een radio-ontvang- en zendinstallatie. Op het eiland wonen geen inlanders, terwijl het bovendien uit den koers der oceaanschepen ligt, zoodat de drie man nen, die hier een half jaar doorbrengen om het leven van vele inwoners van Australië veiliger te maken, niet te be nijden zijn. Toch zijn er steeds vrijwil ligers te vinden, die dit werk met groote nauwgezetheid verrichten. Een stoomschip van de Australische regeering maakt elk half jaar een reis naar het eiland, zet daar een meteoro loog en twee radio-operateurs aan wal, benevens de noodige levensmiddelen en neemt de drie mannen, welke een half jaar op het eiland hebben doorgebracht, mee terug naar Australië. Dagelijks worden uitvoerige barometer- en temperatuurmetingen gedaan, terwijl vooral een studie wordt gemaakt van de sterkte en de richting van den wind. De resultaten van de metingen worden oogenblikkelijk naar Australië geseind. Duitschlands verdedigingslinie in het Westen Drie deelen zijn te onderscheiden Signal, een extra-uitgave van de Berliner Illustrirte Zeitung, geeft in haar tweede nummer, uitvoerig geïllustreerd, een be schrijving van den Westwall, Duitschlands machtige verdedi gingslinie in het Westen. Het eerste deel. Zij begint in den Zuid-Westelijken hoek van het Duitsche Rijk aan de Duitsch-Zwitsersche grens. Over een diepte van 20 tot 50 km strekt zij zich van hier uit naar het Noorden en Noord- Westen, tot dicht bij zee, waar zij haar natuurlijke voortzetting vindt in de ver sterkingen van de Oost-Friesche eilan den en de oorlogshavens aan de kust. In de diepte splitst de Westwall zich in twee zones: 1ste de verdedigingszöne van het leger en 2e de luchtverdedigings- zöne West. De eerste zóne is die van de ingebouwde tankversperringen en bun kerversterkingen. De luchtverdedigings- zöne is dicht bezet met zoeklichten en luchtafweerbatterijen, welker doel het is, aanvliegende vijandelijke vliegtuigen af te weren. Daarachter liggen de vlieg velden van de jacht- en strijdvliegers. In de lengte is de Westwall in drie duidelijk van elkander verschillende deelen gesplitst. Het zuidelijkste gedeel te, het Rijnfront, reikt van Lörrach, bij Bazel, tot aan Karlsruhe. In dit gedeelte liggen de bunkers tot vlak aan den Rijn, die de landsgrens vormt. Daartegenover, aan den anderen oever van de rivier, liggen binnen het bereik van oog en oor de voorste bunkers van de Fransche ver dedigingslinie. Aan dit gedeelte van het front is het in de eerste periode van den oorlog rustig geweest en is het bijna niet tot vechten gekomen. Het middelste gedeelte van den Westwall strekt zich uit van Karlsruhe tot het Drielandenpunt, waar de grenzen van Duitschland, Frankrijk en Luxemburg te zamen komen. Hier zijn het Duitsche en Fransche leger ge scheiden door een breed, weinig versterkt voorterrein, dat van weerskanten bezet is met veldstellingen en voorposten en een strook onbezet niemandsland. In het voorterrein van dit gedeelte van den Westwall werd reeds vóór de intrede van het huidige stadium van den oorlog da gelijks en van uur tot uur gevochten en de strijd wordt hier gekarakteriseerd door den kleinen oorlog van verken- nings- en stoottroepen en het storings- vuur van de artillerie op straten en ter reinen, waar gewerkt wordt. Het Noordelijkste gedeelte reikt tot aan de zee. Uiterlijk gelijkt het op het tweede deel: een breed voorter rein strekt zich uit van de voorste rij bunkers tot aan de grens. Alleen wordt het landschap geleidelijk vlakker en komen natuurlijke steunpunten voor de verdediging, als heuvels en bergen, te vervallen. Divisie voor divisie is de Westwall als regel dierwijze bezet, dat twee van de drie regimenten, waaruit een divisie be staat, naast elkander liggen, terwijl het derde in reserve blijft. Van elk regiment ligt een bataljon in het voorterrein, waar het in de ontruimde dorpen en in voorbereide lichte veldstellingen is on dergebracht. De verkennings- en stoot troepen van deze voorste bataljons trek ken het niemandsland door ter verken ning van de versterkingen en sterkte van den tegenstander, terwijl de voor posten nauwlettend op diens bewegingen acht slaan. Het voorterrein is met be hulp van mijnenvelden en veelvuldige prikkeldraadversperringen beveiligd. Naar achteren reikt het tot de voor naamste gevechtslinie, een breeden gor del van alle mogelijke versperringen, die voor het hoofdgevechtsterrein ligt. In de bunkers van dit hoofdgevechtsterrein ligt een tweede bataljon van elk regi ment en het derde wordt meer naar ach teren in reserve gehouden. Natuurlijk kan de plaatselijke gesteldheid nopen van dit schema af te wijken. Van het voorterrein tot ver achter de bunkerzone is het terrein bezaaid met artillerie. Achter de blokhuizen en de onderkomens van het voorterrein en al naar gelang van de diepte daarvan meer of minder ver van de versperringen van de voor naamste gevechtslinie is de* beweeglijke artillerie opgesteld, die ver tot in het voorterrein van den vijand schiet. Zij kan het opdringen van den vijand met spervuur trachten te beletten en den aanval van de eigen troepen daarmee ondersteunen. Het geschut van de bunkers van het hoofdgevechtsterrein, dat volgens zorg vuldige berekening is opgesteld, be- heerscht het voorterrein. Het is zoO ge richt en ingeschoten, dat het eiken vier kanten meter van het terrein bestrijkt en door systematisch vuur een waren vuurwal in den weg van den oprukken- den vijand kan opwerpen. Nog meer naar achter, in vaste, inge bouwde stellingen, bevindt zich het zware geschut, de vèrdragende artille rie en de houwitsers. In tegenstelling met de Fransche Ma- ginotlinie, die een starre en licht kwets bare linie met groote, op forten gelijken de versterkingen vormt, is het hoofd gevechtsterrein van den Westwall een dicht en diep geleid systeem van tallooze afzonderlijke pantserwerken, geheel aan getast aan het terrein en volgens de eischen van de tactiek wisselen groote en kleine werken elkander af. Bunkers van vijf man en een machine geweer versperren wegen en kloven, ar tilleriebunkers van twintig tot dertig man beheerschen vlakten die voor pant serwagens toegankelijk zijn. Daartus- schen in liggen de eigenlijke groote bun kers, die echter zelden meer dan hon derd man bezetting tellen. De geheele te verdedigen ruimte wordt ook wanneer een aantal werken uitval len gehandhaafd met behulp van de terzijde en achterwaarts liggende bun kers. Het Frankische kerkhof van Rübenach Voorjaar 1939 is bij Rübnach in de omgeving van Koblenz tijdens den aanleg van een autoweg een groot grafveld uit ilen Frankischen tijd ontdekt. Of liever herontdekt, want het was in 1865 al aan het licht gekomen, toen een weg werd aangelegd, welke het in tweeën sneed, waarbij de strook in het midden teloor ging. Vorig jaar van Mei tot December is een deel van het 170 m lange kerkhof onderzocht en dit jaar zal de rest volgen. Dr. J. Röder vrertelt er van in de „Um- schau". Tot dusver zijn 492 graven ge vonden, waarvan er 151 een skelet be vatten, van welk aantal er niet minder dan 125 bij elkaar in een hoek liggen en er 2 twee geraamten bevatten. Verder zijn er vier paardengraven gevonden; om deze liggen de menschengraven in een kring met een straal van circa 5 m. Dit grafveld van Rübenach is een der grootste Frankische, welke op Duitschen bodem zijn blootgelegd. Het heeft aller lei dingen geleerd over den aanleg van dergelijke grafvelden. De graven zijn alle een langgerekte rechthoek met afgeron de hoeken, over het algemeen Noord west-Zuidoost georienteerd. De dooden zijn in houten kisten begraven geweest, waarvan de bodemverkleuring nog den omtrek aanwijst. In sommige gevallen is de kist eerst in het graf gemaakt. Van sommige graven was de bodem belegd met steenen platen en waren de wanden bekleed met droog metselwerk. Dat de graven niet over elkaar lagen, al is het kerkhof dicht bezet, is een aanwijzing datde graven boven den grond kenbaar moeten zijn geweest, vermoedelijk door een kleinen heuvel, welke bij den akker bouw in de vele eeuwen sinds het kerk hof werd gebruikt zijn verloopen, zijn verdwenen. Van het oudste deel der graven, dat uit de 6e eeuw na Chr., zijn er slechts enkele ongeschonden; de meeste zijn geplunderd in den tijd, dat de doodkisten nog niet vermolmd en ingezakt waren, dus 50 a 60 jaar na de begrafenis. Heelemaal ver nield is de inhoud van een graf maar zelden echter; het aardewerk bijv. is on gemoeid gelaten en dat maakt een datee ring van de graflegging vaak mogelijk. De ligging van de oudste graven wijst er op, dat families of Sippen hun be paalde plaats hadden, slechts zoo toch is te verklaren, dat graven uit de 6e en uit de 7e eeuw vlak bij elkaar liggen Een familie begroef ettelijke generaties lang haar dooden, mannen, vrouwen en kin deren, op de haar toebehoorende plaats op het kerkhof, tot het geheele veld be legd was en men moest denken aan uit breiding. De jongere graven liggen aan den anderen kant van het grafveld en beginnen met de 7e eeuw. In de 8e eeuw begon de zede der bijgaven te verdwij nen, het oude Sippenkerkhof werd op gegeven, al was er nog voldoende plaats en de laatste dezer graven zonder bijgave liggen als dichtstbelegde zone aan den buitenrand van het grafveld. Van beteekenis worden de paardengra ven geacht: het paard was bij vele Ger- maansche stammen een heilig dier. In een Frankisch grafveld bij Soest in West- falen zijn de paarden op een soort paar- denkerkhof aan den rand van het graf veld bijgezet en op een kerkhof uit den Merovingischen tijd bij Looveen in Drente lagen de paardengraven in twee rijen dwars door het grafveld. Iets dergelijks is ook in Rübenach vastgesteld; er bleek zelfs dat deze paardengraven een rol in het plan van het heele kerkhof hebben gespeeld. Het feit, dat de menschengra ven in een wijden kring om de paarden graven liggen, spreekt ervoor, dat deze graven zekere bizondere beteekenis heb ben gehad en middelpunten in den kerk hof aanleg zijn geweest. Het grafveld van Rübenach heeft veel wetenschappelijke winst opgeleverd, zegt dr. Röder, en een heele reeks nieuwe ge gevens in zake het vraagstuk der Ger- maansche rijengrafvelden. KRACHTIGE UITWERKING DER MIJNENVELDEN VOOR DE ZUID -AFRIK AANSCHE KUST. Uit Lourenco Marques: Aan de Zuid- Afrikaansche kust zijn tot dusverre acht Engelsche schepen, uit Karatsji en Sin gapore komende, op Duitsche mijnen ge- loopen en gezonken. Slechts in drie ge vallen kon de bemanning in de booten gaan. Het zoeken der mijnen is moeilijk en gevaarlijk gebleken; reeds twee mijnen vegers zijn ten offer gevallen aan de Duitsche mijnen. In Walvischbaai zijn drie uit Engeland verwachte schepen tien tot veertien dagen over tijd. Uit Pretoria wordt ge meld, dat men aan Engelsche zijde door deze gebeurtenissen zeer getroffen is "en bovendien sterk verontrust over de stemming der inheemsche bevolking. 500 FRANSCHE SPOORWEGWAGONS IN DUITSCHE HANDEN. Uit Berlijn: Naar het D.N.B. verneemt konden in de streek van Lauterburg, na dat de vijand hier had moeten terugtrek ken, 500 Fransche spoorwegwagons ge borgen worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5