Chamberlain bespreekt de Noorsche zaken 5 De critiek op Chamberlain Rheumafiek Spier. PUF) AKKERTJE SAMBO DE OLIFAN WL&JSSBS^ WOENSDAG 8 MEI 1940 EERSTE BLAD Churchill krijgt oppertoezicht over de oorlogvoering Er komt geen klein oorlogskabinet Gistermiddag heeft de Britsche premier Chamberlain zijn met groote spanning verbeide rede gehouden in het Engelsche Lagerhuis over het verloop van het Noorsche avontuur. In zijn rede zeide Chamberlain o.m.: Indien Zweden besluit neutraal te blijven in verband met den uitgeoefenden druk, dan hoop ik, dat het volkomen onpartijdig zal blijven. Hij zeide ook, dat Frankrijk vastberaden blijft, Turkije onwrikbaar staat en Egypte zijn verdediging heeft versterkt. De toestand is beter geworden door hot terugkeeren tot de normale vlootsterkte in de Middellandsche Zee. Wij hebben, zeide Chamberlain, van den Noorechen opperbevelhebber de dringendste verzoeken ontvangen, Tronthjem ten koste van alles aan te vallen. Als wij geweigerd zouden hebben aan dezen oproep gehoor te geven, zou men ons terecht het verwijt heb ben kunnen maken, dat ons eenige doel in Scandinavië het Zweedsche ijzererts was, en dat wij niets om de vrijheid der kleine na ties gaven. Ik wil hier hul'de brengen, zoo vervolgde Chamberlain, aan het merkwaardige kunnen waarvan onze marine en ons leger blijk ge- ge. en hebben bij de uitvoering van het be vel tot terugtrekken der strijdkrachten van Namsos. Het is alles in een enkelen nacht gebeurd en zonder ook maar een man te verliezen. Den volgenden morgen ontdekten de Duitschers dat de Engelschen reods wa ren scheep gegaan en zonden onze schepen vijftig bombardementsvliegtuigen achterna. Wanneer men rekening houdt met het teit, dat deze aanval buiten het bereik van onze jachtvliegtuigen plaats vond en alleen door liet luchtafweergeschut van on^e schepen moe6t worden bestreden, kunnen wij ons gelukkig achten slechts een Engelsche een Fransche torpedojager verloren te hebben. Op dit oogenblik zijn al onze manschap pen van Andalsnes en van Namsos vertrok ken en de campagne in Zuid-Noorwegen is afgeloopen. Het terugtrekken van de troe pen uit het Zuiden van Noorwegen is niet te vergelijken, aldus Chamberlain, met het terugtrekken uit Gallipoli in den grooten oorlog. Er waren geen groote troepenmach ten bij betrokken, niet veel meer dan een divisie. De verlieeen zijn dan ook niet groot en er werd niet veel ma terieel achtergelaten. De Duitsche verliezen aan oorlogsbodems, vliegtuigen, transport schepen en menschen, zijn grooter dan de Britsche. Engeland heeft evenwel een pres- tige-verlies geleden en aan het sprookje van de Duitsche onoverwinnelijkheid te land -8 voedsel gegeven. Dit heeft de Engelsche vrienden eenigszins ontmoedigd, doch op het oogenblik moet men dit aanvaarden. Betreffende de actie van het buitenland ieide de minister-president, dat Frankrijk opmerkelijk vastberaden is, terwijl Turkije onwrikbaar blijft. Egypte versterkt zijn ver dediging en in het Nabije en Midden-Oosten is de toestand gekalmeerd door het herstel van de normale vlootsterkte in de Middel landsche zee. Geen voorbarige conclusies Chamberlain vroeg den leden van 't Huis zich niet overijld een denkbeeld te vormen van de tot nu toe bereikte resultaten. Het is duidelijk, dat de Duitschers winstöh hebben "behaald, dooh het is ook duidelijk, dat zij een hoogen prijs hebben betaald en het is nog te vroeg om te zeggen naar welke zijde dc weegschaal zal doorslaan. De veldtocht is nog niet ten einde en een groot deel van Noorwegen is nog niet door de Duitschers bezet. De Koning en de Re geering bevinden zich nog op Noorschen bodem en zij zullen de resten van de Noor sche strijdniacht rond zich verzamelen om te strijden tegen den invaller, waarbij En geland aan hun zijde zal staan. Duitschland met zijn groote en wel uitge ruste legers zoo, dat het op elk oogenblik op verschillende punten kan aanvallen. Wij wenschen gereed te zijn om een aanval te weerstaan, waar deze ook moge komen. Spr is overtuigd, dat de gevolgen van den Noor schen veldtocht overdreven worden en hij .vertrouwt vast op de uiteindelijke overwin ning van de Geallieerden. Hij voegde hier aan toe, dat hij niet denkt, dat het Britsche volk zich niet de gevaren, welke het land bedreigen, voor oogen houdt. De Minister-President wil niets zeggen 'over de toekomstige strategische plannen, doch Noorwegen toont hoe enel het oorlogs- tooneel kan wisselen en men moet voorzich- t:g zijn de krijgsmacht niet te versnipperen, hetgeen de plannen van den vijand ten goede zou kunnen komen. Ook moet men oppassen voor onderlinge verdeeldheid. Het is mogelijk, dat men het hoofd zal moeten bieden aan een oorlog tegen Engeland in al zijn kracht, in de hoopdenmoedendenv.il van het land te breken, dan is het geen tijd .voor onderlinge twisten, doch moet men dc rijen aaneensluiten. De militaire adviseurs hebben aangeraden in het geheel geen de batten in het parlement te houden, doch ue Regeering heeft dit standpunt niet kunneu aanvaarden. Onwaardig optreden Ijl een democratisch land, aldus vervolgde Chamberlain, moet critiek mogelijk zijn cn degenen, waarop critiek wordt uitgeoefend, moeten- zich kunnen verdedigen, welke ge varen ook bestaan. Men heeft gepoogd de ministers van elkaar te verwijderen, derge lijk optreden is onwaardig. Er is geen on- eenigheid in het kabinet en er zijn geen on derlinge intriges. Vervolgens zeide de mi nister-president, dat sommige menschen niet langdurige kabinets-ervaring het erover een6 zijn. dat men niet vlugger zou kunnen wer ken, wanneer het kabiret zou bestaan uit ministers, die vrij staan van kabinetwerk. Dit toeteekent niet, dait hij zioh verzet tegen wijziging van personen in het kabinet Verder zeide de minister-president, dat Churchill leiding moet geven aan de com missie van de chefs der generale staven. Hij zal bijzondere verantwoordelijkheid dragen voor de dagelijksche oorlogvoering. Hij zal minister van Marine blijven. De Minister- President vertrouwt, dat Churohill zal laten weten, indien de taak te zwaar voor hem wordt. De Minister-President zedde vervolgens, dat de leden van het huis overtuigd moeten zijn, dat het in deze spannende dagen het best is de oorlogsindustrie op te voeren en vliegtuigen, tanks, kanonnen en munitie te fabriceeren. De Regecring doet alles om den voorsprong, welken Duitschland in de jaren van voorbereiding heeft behaald, in te halen en zij krijgt de volledige medewerking van werknemers en werkgevers en zij hoopt ook op de medewerking van alle afgevaardigden van alle partijen. ..Wij achten onszelf niet feilloos en boven de hulp van anderen, die ons willen helpen, verheven. Laten wij, voor de eerste beproe vingen komen, ons met alle kraeht aan het werk zetten en steed6 onze macht vergroo ten. tot wijzelf in staat zijn toe te slaan, waar en wnnneer wij dat willen". Oppositieleiders stellen scherpe vragen „Na de groote verwach ting is thans een groote teleurstelling gekomen" Onmiddellijk nadat de Britsche minis ter-president Chamberlain in het Lagerhuis verklaringen inzake Noorwe gen had afgelegd, nam de oppositie het woord. A 111 e e bracht namens Labour hulde aan het expeditiecorps, maar daaraan voegde hij toe: „Het terugtrekken van de troepen is evenwel een aftocht, een achteruitgang. De rede van den minister president van Donderdag j.l. was meer dan optimistisch, en de rede van Chur chill was véél te optimistisch. Door deze redevoeringen was hoop ontstaan, en na de groote verwachting is thans een groote teleurstelling gekomen. Er zijn geen aanduidingen geweest, dat het een expeditie op kleine schaal was. Het land beschouwde deze expeditie als van groot belang en ook de pers stelde het als zoodanig voor. Toen de regeering besloot mijnen te leg gen, om den weg van Narvik te versperren, had zij rekening moeten houden met de groote mogelijkheid, dat Duitschland tegen maatregelen zou treffen. Op 18 Maart was medegedeeld, dat een troepenmacht van 100.000 man gereed stond om naar Finland te gaan. Spreker kon niet begrijpen, dat deze macht zoo snel uiteen was geraakt. Hij had gedacht, dat dit con tingent gereed werd gehouden, om een Duitsche tegenactie te keeren na het .leggen van de mijnen. Hij wil thans weten of het expeditiecorps groot genoeg was, of het over voldoende uitrusting beschikte, of er voldoende vlieg tuigen en schepen waren eri of het de goede soort troepen waren. Ook wenschte hij te weten, welke inlichtingen ontvangen waren van den geheimen dienst, die immers ook in Noorwegen werkzaam was. Spreker ver langde te weten, of de inlichtingen van den dienst op de juiste wijze waren gebruikt. Hij heeft den indruk, dat de regeering zich teveel heeft geconcentreerd op Narvik en niet op den algemeenen toestand. Hij kan begrijpen, dat een luchtbasis in Noorwegen een werkelijk levensbelang was, zonder vliegveld was mei. tot den aftocht gedwongen. Het is dus duidelijk, dat snel heid van handelen hier noodzakelijk was en Attlee wenschte te weten, of de actie wel tijdig genoeg werd ondernomen. Tien dagen na de Duitsche landing te Drontheim landden de Britsche troepen te Andalsnes en Namsos. De regeering is doof en blind, wanneer zij niet merkt, dat het volk angstig is en niet overtuigd, dat de oorlog met voldoen de kracht wordt gevoerd en zulks niet al léén in Noorwegen. De veldtocht in Noor wegen bracht slechts het hoogtepunt van die ontstemming. Men zegt, dat zij, die de verantwoording dragen, mannen zijn, die een bijna onafgebroken loopbaan van mis lukking achter den rug hebben. Noorwegen volgt op Tsjecho-Slowakije en Polen. Attlee haalde hier de „Times" aan, welk blad schreef, dat de zwakheid van den mi nister-president steeds is geweest zijn toe wijding jegens zijn collega's, die ofwel mis lukkelingen zijn, ofwel rust noodig hebben. Attlee waarschuwde, /lat men het lot van het land niet in handen kan leggen van menschen, die ofwel mislukkelingen zijn, ofwel rust behoeven. Attlee verweet de aan hangers van de regeering, ministers te steunen, die weten, dat zij mislukkelingen zijn. In het land is het gevoelen algemeen verspreid, dat Engeland den oorlog niet Lal verliezen, doch winnen. Doch om den oor log te winrten, moeten andere menschen aan net roer staan, dan zij, die thans>de leiding hebben. Na Attlee voerde Sinclair van de libe rale oppositie het woord. Hij verklaarde, geen critiek te willen leveren op het besluit der regeering, Zuid-Noorwegen te ontrui men, nadat haar was medegedeeld, dat het onmogelijk was, de operaties voor de her overing van Drontheim tot een goed einde te brengen. Onze vraag is echter, waarom hebben wij ons zelf in een situatie gebracht, waarin wiji de nederlaag in Noorwegen moesten aanvaarden; want een nederlaag is het! De raadgevingen aan de kleine nentralen Sinclair wees ook op de Britsche economische verliezen tengevolge van de b.ezetting van Noorwegen. Diplomatiek, zoo zeide hij, is onze positie verzwakt in ieder land ter wereld. Het is de plicht van het parlement, om de diepste oorzaken te peilen van het feit, dat onze oorlogsinspanning niet gestuwd wordt met een meedoogenlooze, den oorlog indachtige energie. Neem'n ,,Het is allemaal heel mooi", zoo ver volgde Sinclair, „om de kleine neutrale naties te waarschuwen, dat zij risico's moe ten loopen, om grootere gevaren te vermij den, maar welke maatregelen hebben de ministers genomen om onze strijdkrachten er op voor te bereiden, aan deze gevaren het huofd te bieden? Wij hebben een strijd macht uiteen laten gaan, die bestemd was voor Finland. De premier heefl gezegd, dat wij niet alles konden voorzien, maar een groot aantal lagerhuisleden voorzag, dat Je Duitsche aanval met bliksemsnelheid zou orden ondernomen en met .needoogen- looze energie. Onze strijdkrachten hadden moeten oefenen, zooals de Duitschers oefen den. Wanneer wij gereed waren geweest, hadden wij Noorwegen eerder kunnen be reiken dan tien dagen later en voordat de Duilscliers zich konden hebben genesteld en gereed waren orn te opereeren met vol ledige doeltreffendheid" „Tienduizend manschappen", zoo vervolg de spr., „moet stellig een overdrijving zijn van de Duitsche verliezen in het. Skager- rak, maar het was geen groote prijs voor een groote, moderne overwinning, laat staan voor een campagne." Spr. oefende critiek uit op verschillende tekortkomingen in de uitrusting der troe pen en ook op het uitzenden van territoriale troepen, in plaats van geharde manschap pen. Een transportschip was zelfs uitgeva ren zonder chronometer, zonder barometer of internationaal codeboek, zelfs zonder be scherming tegen geweerkogels of splinters' en met slechts voldoende levensmiddelen voor de helft der aan boord zijnde men schen. Churchill vroeg den naam van het schip. Sinclair zeide. dat hij dien onder vier oogen ter kennis zou brengen an den minister. Zweden, zoo vervolgde preker, is thans omsingeld en de Duitsche druk zal toe nemen. Kunnen wij dit land helpen, tegen stand te bffeden en zoo ja, zijn wij thans voorbereid, om het militairen steun en steun in de lucht te geven? De Zweden wil len weten, of wanneer wij hen helpen, wij alleen Zweedsche steden zullen hombardee- ren, -die tijdelijk oezet zijn .loor Duitsche troepen en niet de Duitsche ste 'en, van-' raar deze troepen scheep gingen. Ecu ulti matum aan Zweden in een dei eerstvolgen de paar weken zou geen verrassing zijn. Sinclair besloot: „De tijd staat niet altijd aan onzen kant. Hitier heeft ditmaal den ouden heer op tijd bij zijn baard te pakken gekregen. Wij moeten een even groote snel heid en kracht in optreden toonen, wan neer wij den oorlog willen winnen. Het moet uit zijn met halve maatregelen. Wij moeten ons vereenigen voor een politiek tot een krachtiger voeren van den oorlog." Wedgwood trekt conclusies De afgevaardigde Wedgwood zeide. dat de eerste les van Noorwegen was, dal met een luchtmacht, zooals die thans tot ontwikkeling is gekomen, een leger, dat niet over een luchtwapen beschikte, zich over dag niet kan bewegen. De tweede les is. dat alle neutralen, die aan Duitschland grenzen, Duitschland moe ten gehoorzamen. Het dient nergens toe, te trachten den neutralen concessies te doen, daar zij klaarblijkelijk beheerscht moeten worden door vrees. Niets is van de neutra len te verkrijgen behalve door vrees vrees voor ons, aldus spr. en anders vrees voor Duitschland. De derde les is, dat de vloot Engeland kan redden van uithongering, maar niet van een invasie. Klaarblijkelijk heeft de regeering geen plannen voorbereid tot bestrijding van een inval in Engeland. De superioriteit der Engelsche vloot was niet in staat, om te verhinderen, dat troepen zich naar Noor wegen begaven en het feit, dat zij dit niet verhinderde, maakt het buitengewoon ge makkelijk, zich voor te stellen, dat iets dergelijks ook kan gebeuren aan de Zuid kust van Lincolnshire, of in de Washbaai. De vierde les is, dat ook Engeland gereed moet zijn. om een bliksemsnellen slag te slaan, waarvan de essentie i9 het doen van iets onwettigs. Het zou beter zijn, wanneer Zweden wist, dat wij zullen optreden, wanneer Duitsche troepen optrokken naar den spoorweg naar Lulea. Spanje en Italië behooren te weten, dat wij zouden kunnen gaan optreden, voordat zij ten oorlog trekken, in plaats, da» wij op hen wachten. Admiraal sir Roger Keyes, die in uni form was, zeide zijn uniform te hebben aangetrokken, omdat hij wilde spreken na mens officieren en manschappen van de vloot. Hij wees er op, dat wanneer een paar schepen de fjord van Drontheim terstond waren binnengevaren het leger bereid was geweest, om samen te werken en de ver overing van Drontheim spoedig tot stand zou zijn gebracht. De gevaren voor de vloot zouden gering zijn geweest, vergeleken met die, welke bij. andere operaties zijn voorge komen. Spr. had voorstellen van dien aard bij de admiraliteit ingediend, maar hem was gezegd, dat het niet noodig werd ge oordeeld, naar Drontheim op te varen, aan gezien het leger goede vorderingen maakte en de toestand in de Middellandsche Zee het niet wenschelijk maakte, schepen te riskeeren. Toen spr. deze woorden had uitgesproken werd er geroepen „schande". De conservatieve oud-minister Amery verklaarde, dat de geheele leiding van den oorlog, zooals die tot dusverre is gevoerd, een diepgaand onderzoek eischt. Spr. ver klaarde, dat het duidelijk was, dat er geen plan was opgesteld, om" het hoofd Ie bieden aan de eventualiteit van een bezetting der Westelijke Noorsche havens door Pijitsch- land. Spr. oefende critiek uit op het feit, dat men er niet in is geslaagd, een van de ha vens in te nemen, die de Duitschers met een handvol mannen genomen hebben Hij vroeg, op wiens gezag de onmisbare hamer slag van de vloot op Drontheim afgc'u-J was. E? moet een verandering komen (ge roep (fer oppositie „eerst moet er een \er andering komen in de regeeringsmariiie De volgende slag kan elk oogenblik vul len. Zoolang de huidige methoden heer* schen, zal de tijd niet aan onzen kanl ziin aldus spr.. omdat het methoden zijn die onvermijdelijk tijd verknoeien en besluiten verzwakken. De eenige manier i* de instel ling van een hoogste oorlogsdirertnrant. dwz. precies het type van een oorlogs kabinet. zooals Llovd George dat invoerde in den vorigen oorlog en zooals de overwel digende meerderheid van het lagerhuis en het puhliek dat eisrhen. Amery besloot zijn rede met een aan haling van Cromwell waarin deze in een toespraak tot het z.g. lange parlement zeide: „C.ij heht hier te lang gezeten voor hetceen gij gedaan hebt. Vertrek, zoo zeg ik. en laten wjj met TT hebben afgedaan. In nnnm van God. ga". De redevoeringen van Keyes en Amery werden ook toegejuicht door een aantal regeeringsaanhangers. Minister Stanley antwoordt Stanley, de minister van oorlog hrefi namens de regeering op de critiek geanl woord met een rede. die in bijna vnlslmreit stilzwijgen werd aangehoord. Hij wees er allereerst op dat de slechte toestand van voorbereiding, waarin de Noor- Rcho defensie zich bevond, de oorzaak was van de snelle successen welke de Duitsclv i>' hadden kunnen behalen. Het was van den beginne af duidelijk zoo vervolgde hij. dat er slechts twee dingm van strategisch belang vo*ir ons openslon 'en namelijk Tronthjem en Narvik. Narvik is 't kanaal naar Zweden F.en van de meest he langrijke dingen was dc verbindingen te her stellen met Zweden, indien dit kon Het noodzakelijk de omstreken van Tronthjem te verkennen, teneinde uit te zien naar havens. Als resultaat ontdekten ij Namsos en Andalsnes. maar deze havens •aren klein, zonder eenige werkelijke in stallaties voor de ontscheping van zwaar materiaal. Er was één kraan in Andalsnes en geen enkele in Namsos. Stanlev bracht hulde aan de bataljons Territorials, welke aan Jnnii gezet waren om de havens en de spoorwegen togen Duitsche luchtaanvallen Duitsche parachutisten te beschermen. De Noren waren uitgeput na een gevpcht in veertien dagen en deze twee bataljons Territorials waren op zichzelf aangewezen met dikwijls onbeschermde flanken, om den Duitschen opmarsch tegen te houden. Zij vochten met de grootste dapperheid en wis ten zich uit den moeilijksten toestand te be vrijden. In korten tijd werden zij aange vuld door een brigade geregelde troepen die aan den Duitschen opmnrsch groote moeilijkheden in den weg legden en zware verliezen veroorzaakten, waarbij verscheiden tanks vernietigd werden. Als resultaat hier van kon deze brigade zich terugtrekken van de eene voorbereide positie op de andere. Er bestaat geen twijfel dat. indien het pro bleem van de luchtmacht geen beslissende rol had gespeeld, het zeer wel mogelijk ware f^bweest voor deze troepen, indien versterkt en vóórzien van doe'treffpnd geschut, om hun stellingen voor langoren tijd te hand haven. Alles hing af van de mogelijkheid om hulp in de lucht te bieden. Dit is ondanks de dapperheid van het vlootlurhtwapen en van de luchtmacht gebteken geheel onmo gelijk te zijn Hoewel de'verliezen van be- teekenis waren in verband niet den omvang en het belang van de operaties, .waren zij niet onevenredig zwaar geweest uw ADRES Voor de BEHANDELING van Uw BOEKHOUDING en BELASTINGZAKEN is: A. BERGHOUT Belastingconsulent Lid N. I. v. B. KERKSTRAAT 3. Telef. Kantoor *62 Telefoo" Woonhuis No. 363. BERKEL EN RODENRIJS (Reel.) Een proclamatie van koning Haakon „Het moreel van het volk blijft onaangetast" De Duitsche oorlogsbuit Koning Haakon heeft een proclamatie tot het Noorsche volk uitgevaardigd, waarin hij verklaart: In Noord-Noorwegen bezetten wij nog steeds sterke posities en van hieruit zullen wij er met steun en hulp, welke thans over wogen worden, in slagen de rest van het land te heroveren. De overmacht van don vijand. »n aantal, zoowel technisch, te land en in hei hizonder in de lucht, heeft ons tot den terugtocht gedwongen. Wij hebben re den aan te nemen, dat dit spoedig zal ver anderen. De Duitschers hebben in Noorwe gen geen oorlog gevoerd, maar zioh overge geven aan moord en brandstichting. Het mo reel van het volk blijft echter onaangetast Ik en de regeering zijn vastbesloten vol te houden tol het land ls bevrijd. Koning Haakon zegt verder in zijn procla matieGelijk de eerste Duitsche aanval misdadig was, zoo was de Duitsche oorlog voering van de afgeloopen vier weken mee dongen loos en barbaarsch. Open steden, on verdedigde dorpen, visschers in hun kleine visschersbooten en hoepitaalschepen met een groot, gemakkelijk te herkennen, rood kruis zijn gebombardeerd en met machine geweren beschoten. In gelijke omstandigheden zijn onze sol daten gelijkwaardig aan de Duitsche en meer dan dat De Duitsche verliezen ter zee en Ie land zijn tot dusver vele malen groo ter geweest dan de onze Elk vernield huis, elke moordaanslag op weerlooze burgers ver sterkt slechts den wil van ons volk om de invallers uit het land te verdrijven. Wij zijn er zeker van dat de bevolking in de bezeMe districten zich gedragen zal met de waar digheid, welke door de omstandigheden wordt vereischt Noorsch ministerie te Londen Sir Arthur Salter, de parlementaire secretaris van het Kagelsche ministerie voor scheepvaart, heeft gister verklaard, dat de Noorsche regecring vertegenwoordigers heeft gezonden om in Londen een Noorsch minis terie voor scheepvaart te vormen, dat in samenwerking met het Britsche ministerie zal optreden. De strijd bij Narvik De operalies lót omsingeling van de Duit sche troepen door de geallieerden worden voortgezet in het gebied van Narvik, waar de Duitsche posten herhaalde malen zijn aange\ allen \ldus heeft de B B.C. gister avond gemeld. In Midden-Noorwegen blijven Noorsche contingenten weerstand biedem. Gisteravond om half negen meldde de B.B.C. nog, dat in de laatste dagen geallieerde iroep^nont- schepmgen ten Noorden van Narvik ten uitvoer zijn geiegil. Uit isain^ afK0m.Mtg«T de' ichementen Noren zouden op weg zijn naar het Noorden om zioh bij de geallieer den te voegen. In Midden-Noorwegen wordt de guerilla voortgezet. Duitschiands krijgsbuit Het Duitsche Nieuwsbureau meldt uit Berlijn, dat de in dienst stelling van voor dc ktisi bewaking noodzakelijke Noorsche vaartuigen mei de Duitsche oorlogsvlag in top voortdurend vorderingen maakt. Maan dag zijn zeven tamelijk groote en tien kleine bewakingsvaartuigen gewapend en bemand. Hoewel de pacificatie van Midden- en Zuid Noorwegen als afgesloten kan worden beschouwd, zijn de door Duitsche troepen In veiligheid gebrachte wapen voorraden nog niet te overzien. Voortdurend worden berich ten over nieuwgevonden opslagplaatsen ont vangen. Voor dc beveiliging van Noorwegen, in het hijzonder voor de kustverdediging, is liet in beslag nemen van kugtbatterijen van bijzonder belang. Op eilanden voor Bergen zijn \erscheidene kanonnen van midden- fcaliter en veel munitie, mitsgaders zoeklich ten overgenomen. Duitsche massa-graven de Zweedsche dagbladen gemeld. Men consta teert, dat dagelijks vrachtwagens, beladen met dooden en gewonden, in Oslo aankomen. De dooden worden hegraven in gemeen schappelijke graven en in groepen van vijf tig Er zijn w eer verscheidene scholen in Oslo gerequireerd door de Duitsche autoriteiten Men gelooft, dat dit geschiedt ten behoeve \an het onderbrengen van Noorsche gevan genen. De levensmiddelenvoorziening wordt in Noorwegen steeds verontrustender en de Noorsche Minister van Landbouw heeft een oproep gericht tot de bevolking, waarin hij zogt. dat hét Noorsche volk zich noo:t ineen zoo ernst igen toestand heeft bevonden. In den oproep wordt gezegd: „ieder moet zioh ten zeerste inspannen om zich voor te bcroi den op den komenden winter". NVvh. J. GILTAY i BOEKBINDERIJ i DORDRECHT TELEF' LANSBURY OVERLEI George ansbur/, de vroege) sche labourleider, is in den ouderdo jaar overleden. i George Lansbury werd den 21en| 1859 in Suffolk geboren. Afgezietj kort verblijf als kolonist in Queens! de hjj o afgebroken in het oosteli.il van Londen als houthandelaar. I #1 /i Zijn voornaamste belangstelling I ter al vroeg uit naar de politiek, hij lid van de radicalen en later 1 tot de Independant Labour Partij. E In 1926 ondernam Lansbury een| Rusland. In 1927 werd hij op het Engelsch^ arbeiderspartij tot voorf partij benoemd. Toen Mac Donal 1929 zijn tweede kabinet vormde, w bury minister van arbeid. Bij de van dit kabinet door Mac Donald!1 trad Lansbury, tezamen met de gi derson. die in de oppositie ging, geering. Toen Henderson bij de verkiert October 1931 zijn mandaat verloor thans overledene tot voorzitter1 va^ lemer.tsfractie benoemd en toen als partij-leider aftrad in 1932 in tot voorzitter van de labour-parti^ Toen echter zijn partij zich voor® tiebesluit der regeering tegen It* klaarde, leede Lansbury in October uitgesproken pacifist het voorzitten partij neer. hetwelk van toen af «1 joor Attlee werd bekleed. I li Nog geen politieke k in Engeland Volgens Reuter dreigt er in Gro nië nog niet onmiddellijk eetfC crisis uit te breken. Wel stnnn de alle politieke partijen critisch tegf geheelen toestand, maar do zake^; fe hebben sterk deel der regeeringsaanhaneej wijziging zou vragen. Vele regw hangers achtten de rede van Ch(j. teleurstellend, anderen noemde^ rede van een vermoeid man. maar tomin zal bij uitblijven van on' ontwikkelingen de groote massa r ingeval de oppositie haar zou bevoegd te verklaren, om den te zettén Iets dergelijk; gelijke resultaten van de bijeen] Labour-partij, welke vandaag hebben. Geen nieuwe maatrejj in België ei De Belgische bladen publiceeilw commentaar de berichten over d# dcrland genomen veiligheidsmr Bevoegde Belgische kringen verk; op het oogenlJik geen enkele s|* maatregel ln België onder oogenta zien. MEER DAN HONDERD DOtfc BIJ EEN BRAND Tijdens ?en feestviering in eon|Jj: lijk gebouw tc San Dmna bij Pp, Z.-Amerikaansche republiek CoC door kortsluiting brand ontstaan, stond een onbeschrijfelijke panielF verre heeft men 103 dooden, onj i kinderen, «n 125 gewonden ge vreest, dat het aantal gewonden' ter is. nl iet W0R0S.1L0W VERLAAT DE»,( Het presidium van den hoogg^ ran het mi itaire district Kiev. Sft( jnsir tot volkscommissaris t 73 1P| 1Ê 73. Het werd in de hut zó benauwd, dat de jongens ln slaap vielen. Midden in de nacht werden ze door een man met een zwart baardje aan hun oren mee naar buiten ge nomen. Dc oude vrouw liep er al prevelend achteraan. Zij moest zorgen, dat het dorp niet betoverd werd door die rare jongens. Ze werden naar een boot gebracht die op de kust lag. dat 74. „Stap ln" gebood de man. „Morgen ga ik jelui»en markt vertonen en geld verdienen", zei de ma/, lachend. „Snap jij het?" vroeg Flip. ..Misschien vf hij ons \ycl". jammerde Jan. Toen ze voeren, kwap. langs een eiland en passeerden ook een schip. „Vanonc stond er op. Dan ineens zagen ze Sambo. Maar na. dacht alleen aan zijn bossen en zwaaide hen met zija slurf.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 2