ml
m
Verloop der geallieerde
expeditie in Midden-Noorwegen
Minister Koht houdt radio-rede
De laatste Regeeringscrisis
ER
MMt
SAMBO DE OLIFANT
MAANDAG 6 MEI 1940
EERSTE BLAD P;
Engelsch exposé der
krijgsgebeurtenissen
Overmacht der Duitsche
luchtmacht gaf den
doorslag
Het is thans mogelijk, aldus Reuter,
nauwkeurig en „met eonig gezag" de ge-
fohiedenis na te gaan van de expeditie m
Zuid-Noorwegen.
Het verhaal begint vóór den Finschen
oorlog, toen bleek, dat Duitschland steeds
bezorgder werd over de leveringen van
ijzererts uit Zweden. Het expeditieleger van
ca. %00.000 man, dat naar Finland gezonden
zou worden, was nog niet geheel ontbonden
toen de Duitsche inval in Noorwegen be
gon, doch reeds waren eenige troepen,
waaronder ook luchtdoel-afdeelingen, naar
Frankrijk gezonden. Er was ook een spe
ciaal bataljon ski-troepen, voor zestig pro
cent uit officieren bestaande en opgeleid
voor het veeleischcnde werk in de sneeuw,
doch dat bataljon werd ontbonden, toen
Finland over den vrede ging onderhandelen
Over het algemeen kon men echter zeggen,
dat het expeditieleger voor Finland intact
was.
Engeland hoopte in staat te zijn, met toe
stemming van Noorwegen en Zweden, eiken
aanslag van Duitschland ap een van die
twee landen, met 't doel zich van de voort
durende levering van ijzererts te verzeke
ren, te voorkomen Het bleek spoedig, dat
Duitschland van het bestaan van die troe
penmacht op de hoogte was en plannen
had opgesteld voor operaties te land en te
water rond de Oostzee
Het expeditieleger was zoodanig georga
niseerd, dat wij, als Noorwegen ongerust
werd over een eventueelen Duitschen aan
val, onmiddellijk bepaalde belangrijke ha
vens, zooals Bergen. Drontheim, Stavanger
en Narvik, konden bezetten. Dat was ech
ter slechts mogelijk, indien Noorwegen om
onze hulp vroeg.Men verwachtte, dat
Duitschland naar Oslo en Bergen zou gaan
en de Zuidelijke vliegtuigbases zou bezet-
ren, maar algemeen dacht men, dat
Duitschland de operaties van Drontheim
uit naar het Noorden toe zou ondernemen.
Het element der verrassing
De nationaal-socialisten, vervolgt Reuter,
handelden echter met bliksemsnelheid en
toen Noorwegen ontwaakte, hadden de in
vallende troepen het Zuiden geheel over
rompeld en Stavanger, Bergen en Narvik
bezet. Erkend wordt, dat de geallieerden de
Duitsche actie niet verwacht hebben, maar
het lag voor de hand, dat iets gedaan moest
worden om de Noren aan te moedigen ver
zet te bieden. Het was ook ten zeerste wen-
sohelijk, dat wij aldus dit Briteche ex
posé Narvik in handen zouden krijgen,
voordat de Duitsche troepen zich daar kon
den consolideercn en dat wij hen zoodoen
de zouden beletten voortdurend ijzererts
uit Narvik te verkrijgen.
De troepen, die het best beschikbaar wa
ren voor onmiddellijke, hulpverleening aan
.Noorwegen, waren afdeelingen van het ter
ritoriale leger. De territorials van de 49ste
divisie vormden de voorhoede van onze
groepen bij de eerste landing. Zij moesten
een soort van bruggehoofd vormen, waar
over nog meer opgeleide en ervaren troe
pen zouden passeeren. Te Narvik arriveer
den geharde Britsclie troepen, gevolgd door
Fransohen. De territorials gingen aan land
en werden zelfs niet gebombardeerd.
Te Londen was men van oordeel, dat de
commandant, brigade-generaal Phillip
terecht zijn troepen liet oprukken, doch die
troepen werden In den flank aangevallen
door Duitsche schepen, die de Drontheim-
fjord ingevaren waren en eenige van de
meest vooruitgeschoven troepen werden van
de hoofdmacht afgesneden. Hoewel zij in
een nauwen hoek gedreven waren, vochten
de territorials dapper, herstelden zich, reor
ganiseerden zich en dekten alle stellingen,
waardoor de Franschen aan land konden
komen.
Onze troepen, die onder leiding van bri
gade-generaal Morgan te Andalsnes aan
land gegaan waren, zijn eerst niet op veel
moeilijkheden gestuit. Van de Noren werd
een dringend verzoek om hulp ontvangen
en de troepen zijn daarop zelfs tot Liïle-
hammer opgerukt. De aankomst der gealli
eerde troepen te Lillehammer had een ge
weldigen moreel en invloed op de Noren en
moedigde hen aan stand te houdeu.
Terwijl generaal Morgan de Noren hielp,
kwamen onder generaal Paget nieuwe
troepen aan, die ook hier en daar contact
met de Noren tot stand brachten. Veertien
dagen lang hebben deze troepen tegen een
overmacht gevochten. Toen het ten slotte
noodzakelijk bleek Centraal-Noorwegen te
ontruimen, hebben zij de Duitschers volko
men misleid en zijn zonder verliezen terug
getrokken.
De rol van het luchtwapen
Voortdurend waren onze troepen zeer ge
handicapt door de moeilijkheden bij het
lossen van voorraden en uitrustingsstuk
ken. Zoodra onze schepen in de fjorden
aankwamen, werden zij onophoudelijk door
de Duitsche vliegtuigen gebombardeerd.
Het was niet te vermijden, dat wat mate
rieel vernield werd. Zoo is b.v., kort nadat
de Franschen te Namsos aan land gegaan
waren, een gedeelte van hun voorradèn en
munitie door een ontploffing vernield.
Eén enkele vliegtuigbasis in Centraal-
Noorwegen, vanwaar de geallieerden
hun jachtvliegtuigen hadden kunnen la
ten opstijgen, zou van invloed zijn ged
weest zijn op het blijven of weggaan.
Het gebrek aan vliegvelden was onge
twijfeld de hoofdoorzaak van den tegen
slag der geallieerden. De Duitschers heb
ben bijna onmiddellijk de vliegvelden in
Centraal- en Zuid-Noorwegen bezet en
konden vandaar de landingen van men
sehen en goederen belemmeren.
Toen onze troepen naar het Zuiden trok
ken. werden zij aanhoudend aangevallen
door laagvliegende vliegtuigen, terwijl de
Duitschers ook over tanks en gemechani
seerde afdeelingen beschikten. De vloot en
de luchtmacht hebben moed;g den strijd
aangebonden tegen de overmachtige Duit
sche .vliegtuigen, maar het was onmogelijk
den troepen van de lucht uit voldoenden
steun te geven voor de handhaving van
hun stellingen en voor het sluiten van de
tang rond Drontheim, zooals men van plan
was. Er moesten groote afstanden afgelegd
worden. De .druk van den vijand van het
Zuiden uit nam steeds toe en spoedig bleek
dat 't eenige verstandige was het gebied te
ontruimen.
„Geen verontrustende verliezen"
Het aantal geallieerde troepen, dat aan
den sti'ijd in Zuid-Noorwegen deelgenomen
heeft, was veel minder dan men algemeen
denkt, vandaar, dat onze verliezen geens
zins verontrustend zijn.
De Duit^he troepen zitten nog steeds in
Narvik, übeh onze troepen sluiten hen
steeds meer in.
De Noorsche opperbevelhebber heeft reeds
zijn hoofdkwartier in het Noorden geves
tigd en men venvacht zooveel mogelijk
Noorsche troepen in actie te kunnen hou
den.
Lloyd George valt Britsche
regeering aan
In de Sunday Pictorial" heeft Lloyd
George de Britsche regeering aangevallen
over de wijze van oorlogvoering. Hij is van
meening. dat de Britsche regcering voorbe
reid had moeten zijn op de snelle Duitsche
actie in Noonvegen. Het expeditiecorps, dat
naar Noonvegen werd gezonden, was te klein
en onvoldoende uitgerust
Lloyd George verklaart, dat het par
lement schuldig zal zijn aan hoogverraad,
wanneer het de zaak niet onmiddellijk ter
hand neemt. De oorlogsleiding moet op dras
tische wijze worddn herzien.
Roemenië verbiedt nachtelijk
Donau-verkeer
Het Roemeensche ministerie van lucht
vaart en marine heeft elk nachtelijk verkeer
op den Donau verboden.
Du is gedaan ter voorkoming van daden
van sabotage op de over den Donau gelegen
Carnavoda-brug. die het oude koninkriik
Roemenië met de Dobroedsja verbindt en
ter bescherming van de olie-buisleiding van
Constantza.
Hij zal te Londen en Parijs over
den toestand overleggen
Bittere aanklacht tegen het
Duitsche wapengeweld
Minister Koht
De Noorsche minister van buitenlandsche
?aken Koht vertoeft thans in Groot-Bnt-
j-innië, teneinde met de Britsche regeearng
aan gedachten te wisselen over cfen toe
stand in Noorwegen. Hij heeft den over
tocht volbracht aan boord van een En
gelsch oorlogsschip.
Zondagavond heeft hij via de Britsche
radio zijn landgenooten kunnen toespreken.
Landgenooten in alle deelen van Noor
wegen, zoo begon Koht zijn rede. Ik spreek
tot u van uit Londen, waarheen ik mij
begeven heb om met
de Britsche autori
teiten besprekingen
te voeren over de
vraag, hoe men ««s
het best zal kunnen
helpen tegen
krachten vam
geweld. Van hier ga
ik naar Parijs
daarna terug naar
mijn land om den
strijd voort te zet
ten.
Voor ik vertrcfe,
heb ik gezien, dat
in Noorwegen zeer
veel verwoest is.
Ik heb de Dudteche vilegtuigen dag in
dag uit zien terugkeeren naar Molde, de
"mooie stad van de rozen, tot zij ten slotte
in vlammen was gehuld. Wat de Duitschers
niet hebben durven doen tegen de landen,
waarmede zij in oorlog waren Groot-
Brittannië en Frankrijk doen zij tegen
het arme, onverdedigde Noonvegen, dat
slechts wenschte neutraal te zijn. Het deel
vam ons land, dat zij niet onmiddellijk
onderworpen hebben en dat nog steeds
weerstand biedit aan het brute geweld,
wordt door hen met genadeloos geweld
verwoest. Ze branden steden en dorpen iplat
en waar zij komen verwoesten zij het land.
Nu hebben zij eindelijk een vijand ge
vonden, dien zij meenen te kunnen straffen
met verschikkingen en door intimidatie
tot overgave te bewegen dit Germaansch-
Noorsche volk, dat de leer der nazi's niet
wil aanvaarden".
„Zeven maanden lang heeft de regeering
getracht neutraal te blijven. Van beide
oorlogvoerende partijen zajn verschillende
malen klachten ontvangen, dat een te
strikte neutraliteitspolitiek gevoerd werd.
Dit was juist het beste bewijs, dat onze
neutraliteitspolitiek geheel onpartijdig was,
aldus Koht, en dat zij er uitsluitend op
gericht was, Noorwegen buiten den oorlog
te houden. Duitschland wilde ons door
macht en geweld in den oorlog drijven,
maar aan zijn kant. Het kwam tot ons met
eischen, welke on6 een oorlogsinstroment
van Duitschland zouden hebben gemaakt
?!egen de Westelijke mogendheden. Zij be
gonnen zelfs ons arme land te bezetten,
tl vorens zij ook maar een van hun voor
stellen hadden ingediend, omdat zij beslo-
hadden Noorwegen in hun macht te
krijgen orn het voor oorlogsdoeleinden te
geii rulleen".
„Voor iemand, die de lange lijst van
eischen leest, kam er geen twijfel over be
aam of de Duitschers wilden Noorwegen
oorlog met de Westelijke mogendheden
brongen. De eerste eisch reeds, dat aan -de
Duitsche troepen moest wondien toegestaan,
alle belangrijke punten in het land te be-
eetten en dat zij moesten kunnen beschik
ken over de militaire verdedigingsmidde
len, vooral de kustdeftensie, bewijst zonne
klaar, d&t Noorwegen een onderdeel van
ed groote Duitsche oorlogsmachine had
moeten worden".
Koht verwees daarna naar de laatste
passage vam het dooumen/t, waarin ver
klaard wordt, dat Duitschland de integriteit
of de onafhankelijkheid van Noorwegen
niet zou schenden.
Alle dertien punten zouden Noonvegen
gedurende de geheele periode vam den
rorlog een vazal van Duitschland hebben
femaakt. Wie toch zou kunnen denken,
dat Duitschland ons onze vrijheid zou
il -ruggeven, wanneer de oorlog voorbij is?
pdereen, die zich herinnert, wat er gebeurd
a met Oostenrijk, Tsjechoslowakije en Polen
alle mooie beloften, welke zij van
Duitschland ontvangen hebben, zal weige-
p 'n geloof te hechten aam een nieuwe be-
jbfte vam Duitschland van denzelfden aard.
flet is waarschijnlijk Duitscblands ergste
aederlaag in de laatste jaren, deze moreele
l ederlaag.-
Aan het slot van zijn rede verwierp
I'. o h t de these, dat de Duitsche invasie
■n antwoord zou zijn geweest op het leg-
■i der Engelsohe mijnenvelden.
De minister wees vervolgens op de hulp
ban Frankrijk en Groot-Brittannië en ver-
'olgde: „Zelfs de Poolsche regeering zond
ons tienduiaend man".
Frankrijk en Groot-Brittannië zijn bereid
te helpen, doch al deze voorbereidingen
kosten uiteraard tijd. Ik verroek de Noren
echter, niet ongeduldig te zijn. De Weste
lijke mogendheden zijn voornemens het
Noorsche volk te bevrijden en ik ben over-
tuigd, dat de geallieerden alles wat moge
lijk i6, zullen doen om de Noren te helpen.
De inval, welke ons heeft verrast, n»oot
gekeerd worden en de Duitschers moeien
worden verdreven. Het i6 een plicht jegenss
onszelf, jegens onze kinderen en ons land.
dot wij liefhebben en dat paren een vrij
land is geweest".
Meeningenstrijd over
den oorlog ter zee
„Geen slagschip en kruiser
vernield", zegt Engeland
Duitsche opperbevel houdt
tegendeel staande
De Britsche admiraliteit deelt mede:
„De bewering der Duitschers, dat zij
een Britsch slagschip en een kruiser van
de York-klasse tot zinken gebracht heb
ben tijdens de operaties bij Namsos, is
ni waar."
Het Duitsche opperbevel blijft evenwel
bij zijn lezing en meldt nog het volgende:
„Het luchtwapen heeft bij Namsos, ge
lijk reeds gemeld, op den derden Mei
een Britsch slagschip, een zwarp kruiser
en een groot transportschip tot zinken
gebracht. Op den vierden Mei werden
twee vijandelijke koopvaardijschepen en
bij Narvik een Poolsche torpedojager
tot zinken gebracht.
Talrijke lichte strijdkrachten van de oor
logsvloot zijn sinds 9 April, ter beveiliging
van onze troepen tiransporten naar Noor
wegen, In den strijd geworpen, zoo ver
volgt het Duiteche legerbericht. Deze een
heden hebben, met het oog op de vijande
lijke duikbooten en de bedreiging in dj
flank door zeestrijdkrachten, hun taak ten
volle vervuld en zoo tot een snel succes
van den veldtocht in Noorwegen bijgedra
gen. Mijnenvegers, patrouilleschepen, duik
bootjagers en vliegtuigen hebben 6inds 9
April 32 vijandelijke duikbooten vernietigd.
In weerwil van het feit, dat ons duikboot-
wapen tijdens de actie in Noorwegen zeer
in beslag werd genomen, werd de handels
oorlog tegen Engeland ook in de maand
April met succes voortgezet Het cijfer van
het aantal vijandelijke koopvaardijschepen
en voor den vijand nuttige neutrale koop
vaardijschepen, dat gezonken i6, heeft de
twee millioen bruto register ton overschre
den: het bedraagt thans ruim 2.300.000 ton.
Hierbij diene men te bedenken, dat de ge
deeltelijk door mijnen veroorzaakte verlie
zen eerst bekend worden, wanneer zij kun
nen worden vastgesteld door de Duitschers
of door de neutralen en dus niet meer ver
borgen kunnen worden gehouden. Om deze
reden mag men derhalve aannemen, dat de
vijandelijke verliezen in den handels
oorlog hooger zijn dan tot nu toe werd ge
meld".
De kwetsbaarheid der
Italiaansche kust
Een beschouwing van de „Tevere"
ROME, 5 Mei (D.N.B,). In verband met het
in de bladen der westelijke mogendheden
steeds weer aangesneden thema der ver-
wondbaarheid 'wan Italië ten aanzien \<in
aanvallen van de zeezijde, publiceert „le-
vere" een kaart van Italië, waarop schema
tisch de bescherminsjgordel staat aangegeven,
die de Italiaansohe vloot, het Italiaansche
luchtwapen en het Italiaansche leger heb
ben gelegd om alle grenzen heen. Het blad
loochent de verwondbaarheid en geeft daar
voor de volgende motiveering:
1. De Adriatische Zee, welker uitgangen
door Italië worden beheerscht. is volkomen
afgesloten.
2. Honderd een en twintig Italiaansche
duikbooten houden de wacht voor de Liguri-
sohe kust tot aan den ingang van de Adria
tische Zee. De Thyrrheensche Zee is een
binnenzee, die geheel door de rondom lig
gende Italiaansche steunpunten door het
Ttaliaansche luchtwapen wordt gecontro
leerd.
3. In de Ionische en de Tyrrheensche Zee,
die door de zee-engte van Messina met el
kander in verbinding staan, bevinden /.ic.i
behalve de duikbooten zes groote ooi l >gs-
bodems, 33 kruisers, 118 torpedobootjagers
Pierlot over Belgie's
neutraliteitspolitiek
„België is niet meer het slagveld,
waar anderen hun geschillen
bevechten"
Gisteren heeft de Belgische minister
president Pierlot een rede gehouden
over de Belgische neutraliteitspolitiek,
die naar hij met voldoening kon consta-
teeren, de instemming had van 99 pCt.
der bevolking.
De grondslagen van onze neutraliteit,
aldus Pierlot, zijn de verklaring,
waarbij iedere doortocht over Belgie's
grondgebied wordt verboden en de
plechtige beloften der mogendheden, dat
zijn grenzen zullen worden geëerbiedigd.
Deze beloften beantwoorden aan het uit
drukkelijk betuigde voornemen, dat Bel
gie's grondgebied met alle ten dienste
staande middelen zal worden verdedigd
en dit voornemen komt tot uiting in de
indrukwekkende legermacht, die klaar
staat om de daad bij het woord te
voegen.
Wij leven nog in vrede, zoo vervolgde
de premier. België is niet meer het slag
veld, waar de anderen hun geschillen
beslechten. Wij danken dit aan de mo
narchie, welke opnieuw een goeden blik
heeft gehad en zich een juisten gids ge
toond heeft.
Wij zijn vastbe
sloten om ons, in go
val van agressie, tot
het uiterste te ver
dedigen en de wa
pens slechts neer te
leggen bij een vrede,
die ons grondgeli
en onze onafhanke
lijkheid onaangetast
laat. Hoewel ik
gegane verplichtin
gen niet misken en
het geloof in de
dragen niet verleren
heb. zal België toch
niet in de illusie vervallen, daarvan uit
sluitend de veiligheid te venvachten. Fen
sterk leger is de spil, waar onze onafhanke-
lijkheidspolitiek om draait. Het onderhoud
van een leger kost echter veel geld. Om aan
al die uitgaven het hoofd te kunnen bieden,
moet het land zich aanpassen en zich of
fers getroosten wil het doodelijke gevaren
voorkomen.
Alleen België heeft nog geen verplichte
rantsoeneering; niettemin moet de bevol
king zich gedisciplineerd gedragen wat be
treft den „vleesohloozen Maandag".
Aangezien de regeering niet in te sterke
mate haar toevlucht tot leeningen wil ne
men en geen misbruik wil maken van de
medewerking van de Nationale Bank, heeft
zij besloten, net benoodigde geld te verkrij
gen uit belastingen, waaraan elkeen.in een
billijke verhouding zal moeten deelnemen
Op economisch en financieel gebied over
treffen de verkregen resultaten alle verwach
tingen. België is aan den arbeid gebleven,
er zijn florceronde industrieën, de levering
van grondstoffen is verzekerd. Mogen zij,
die werken, begrijpen, dat hun arbeid niet
alleen dient tot onderhoud van hun gezin,
maar dat hun arbeid onontbeerlijk is voor
de onafhankelijkheid en het bestaan van
het land. Daarom hebben wij een extra in
spanning gevraagd van de mijnwerkers. Zij
hebben diit verzoek begrepen en de productie
is daardoor toegenomen
Het gevaar der prijsstijging
Een der gevaarlijkste kenmerken van de
oorlogseconomie is de tendenz naar stijging
welke zich voordoet bij de prijzen en de
loonen welke ten slotte zou leiden naar in
flatie. Hoewel de regeering de prijzen niet
volkomen kan stabiliseeren. heeft zij een be
roep gedaan op discipline en blijft zij in
contact met de vertegenwoordigers van de
verschillende industrieën.
Ik verzoek de bevoorrechten, wier inko
men nog omhoog gaat. hun plicht te begrij
pen en den staat crediet te geven. De twee
milliard francs, die den staat zijn voorge
schoten. zijn grootendeels weer in omloop
gebraoht.
Na moedig zijn positie onder het oog te
hebben gezien," zoo besloot Pierlot, „zal het
land opnieuw voortschrijden naar materi-
eelen, intellectueelen en nog meer moreelen
vooruitgang, ter voorbereiding van een groot
vrij en sterk vaderland".
van de Italiaansche
De vijandelijke zeestrijdkrachten zijn
door de afsluiting van de Middellandsrne
Zee bij Pantelarva in twee deelen gesplcrin.
Een volkomen kustverdediging be
schermt de geheele Italiaansche kust. Acht
millioen Italiaansche bajonetten staan op
Italiaanschen bodem gereed.
Brieven uit België
De strijd tusschen Vlamingen
en Walen
Het van leven stralende Brussel
(Van onzen Correspondent)
Een wijs besluit van Koning Leopold
't Is vanzelfsprekend, dat In alle artike
len, die in Nederland over België ver
schijnen, de plotselinge regeeringscrisis
min of meer uitvoerig besproken wordt.
Uelukkig heeft deze onaangename verras
sing weer even snel een einde genomen
als zij begonnen was 't Was weer Koning
Leopold, die in zijn antwoord op de
ontslagaanvrage van het ministerie-P i e r-
I o t hel goede en verlossende woord wist
te vinden en uitsprak, wat er leefde in het
hort van alle Belgen van goeden wille.
Volkomen juist zeide de Koning in dit
schrijven, dat t nu geen tijd was, nu de
zelfstandigheid van België op het spel
staat, een ministercrisis te openen over
zaken van binnenlandsche politiek.
Up de vele Belgische ministercrisissen
der laatste jaren is het bekende Fraiwche
spreekwoord van toepassing, dat een zaak
vaak in wezen dezelfde blijft, hoemeer zij
schijnbaar verandert. Zoo zal ook het her
lezen ministerie-Pierlot zijn taak op bin-
nenlandsch en vooral op buitenlandsch
gebied op dezelfde wijze voortzetten, zooals
dit tot nu toe geschiedde, al zal, wat de
taalkwestie aangaat, wel eenigszins aan
de wenschen der liberale oppositie tege
moet gekomen worden.
Voor den gewonen burger in België was
't ovpr het algemeen in het geheel niet
duidelijk, waarom deze kabinetscrisis nu
juist op zoo 'n ongeschikt oogenblik moest
uitbreken. Wat in dezen voor de Belgen
geldt, geldt natuurlijk nog veel meer voor
den doorsnee buitenlander en daarom wil
ik hier kort iets over de aanleiding van
deze crisis meedeelen.
De aanleiding van de crisis
Men weet dat sinds jaar en dag op alle
terrein van het openbare leven in België
ie Vlamingen, die in vele opzichten achter
gesteld werden, een zwaren strijd gevoerd
hehbpn tegen de Walen, om voor hun taal
en hun cultureel en ander leven gelijke
rechten te verkrijgen. In jarenlangen,
moeilijken strijd is .het Vlaamsche volks
deel, flat de grootste helft van de Belgische
bevolking vormt, daarin voor een groot
deel geslaagd. Er zijn echter nog altijd
punten van strijd en wrijving met de
Franseh sprekende Walen, die zich in vele
opzichten, vooral in vroegere jaren, de
meerderen Tarhten van de Vlamen.
Een van de nog bestaande strijdpunten
liep over de reorganisatie van het departe
ment van Onderwijs, dat daardoor beter
aangepast zou worden bij de Vlarfimsche en
Waal scha cultuur. De Vlaamsche cultuur-
raad had voor de reorganisatie voorstellen
ontworpen, die door den Waalschen cul-
tuurraad gesteund werden en een compro
mis vormden van gematigde Vlamen en
dito Walen.
Minister Pierlot had indertijd in zijn
regeeringsprogram ook de oplossing dezer
kwestie opgenomen, 't Ware waarschijnlijk
verstandiger geweest indien hij in dezen,
ook voor België, zoo precairen tijd van
intense, internationale spanning, déze
kwestie nog eenigen tijd had laten rusten.
De socialistische Minister van Onderwijs,
Soudan, die een gematigd tweetalig
Vlaming is, meende, dat de tijd nu echter
rijp was.
In zijn departement zijn van de hooge
ambtenaren acht Walen tegenover slechts
twee Vlamingen. De minister wilde thans
een systeem invoeren, waarbij een Waalsch
ambtenaar bij zijn vertrek zou opgevolgd
worden door een Vlaamsch en omgekeerd.
De liberalen waren zeer tegen deze op
lossing. Men meende, dat dit de voorlooper
zou zijn van een algemeene scheiding in
het bestuur.
De neutraliteitspolitiek van Pierlot
In het vijfde kabinet Pierlot, dat op
5 Januari 1940 tot stand kwam, zaten
veertien ministers. De liberale minister
van defensie, Devèze, behoorde met
andere ministers, niet meer tot dit mi
nisterie. Vooral de verdwijning van den
heer Devèze verwekte kwaad bloed bij de
liberalen. Velen, van dezen, gesteund door
Franschgezinde sociaal-democraten, zijn
tevens zeer gekant tegen de neutraliteits
politiek van Pierlot Met hun sterk ge
prononceerde voorliefde voor Frankrijk
zouden zij de buitenlandsche politiek van
België meer pro-geallieerd georiënteerd
wenschen.
Het optreden van de regeering was nu
een gereede aanleiding voor de liberalen,
die een deel der regeerings-meerderheid
vormen, om zich schrap te zetten, hetgeen
het kortstondige aftreden van het zooveel-
ste ministerie Pierlot ten gevolge had. De
pers en ook de openbare meeniij
tamelijk verbolgen over deze ongel
ook overbodige crisis, waardoor de
voor het democratische parlementa
sel nu niet bepnnld gestegen is. G
dat de vrede voorloopig in het pl
taire hoenderhok teruggekeerd is
regeering tijd heeft, de kwestie thi
eens nader te overwegen en daari
voor alle partijen bevredigende o
te vinden.
Kom naar Brussel!
Wie thans, of met de komende E
dagen, even tijd heeft en de drj
zorgen van dezen benauwden tij]
enkele dagen kan ontvluchten, di
ik sterk aan, Brussel, dat in zijn
mooier dan ooit Is, te komen bezoej
De groote boulevards zijn nu o|
door reeksen boomen die thans h
lijksie groen vertoonen. De park
Avenue van Tervucren, Tervuerenj
last not least, het uitgestrekte Bois
bres en het niet minder groote
Soignes bieden al het schoons, <j
van de lente in dezen groei- en
mag venvachten. Wel is waar i
grootere hotels niet goedkoop, ma
deze groote stad, is toch voor elk
een geschikte keuze.
De trams, da trein en vooral ook
teringen in de restaurants en caf|
nog altijd billijk te noemen en 1
paar honderd francs doet men al h'
Men leeft, vooral bij een kort bezoel
Belgische hoofdstad zoo vrij en oni
gen en hoewel men zoo dicht bij hï
de bevolking, is de omgeving toch I
vele opzichten anders dan die in ij
vaderland, zoodat men de altijd wt
gename sensatie beleeft, eens gehe$
oude sleur te zijn en andere men$
toestanden (e leeren kennen. Reedsi
verlaten van de Gare du Nord, de
statie, wanneer men de Place Rop.
haar geweldige drukte betreedt, vo
in het middelpunt te zijn van eei!
levende stad met meer dan een
inwoners. Wanneer men dan rus#
den Boulevard Aldolphe Max sier
de richting van de Place Broukèrj*
Beurs, dan hoort en voelt men de h'
die ontstaat uit de tallooze gelui?
dissonanten, welke het leven v?
wereldstad kenmerken Wanneer,*
vallenden avond, de boulevards en'
baden in hef licht, het brandendi'
van duizenden stralende Iichtbo"
lichtreclames en men gaat als eer
in de groote massa, die zich overal
dan geeft men zich geheel over.
melodie der groote stad, de meloi
het nooit rustende, van het leven s.
Brussel. a
Rust Roest I En zooals roest tn scty
zich aandient met knerpen en pie^
kondigt roest in Uw gewrichten
eigenlijk óók scharnieren! zich h
snerpende Rheumatisohe pijnen.
pijnen zijn eigenlijk ook een gevolg
welke roest veroorzaakt. Rustc
paalde organen, die noodig wat aafo
behoeven om naar behoorer. hun j,
doen. Als ge Uw lever, nieren en
den met Kruschen Salts nieuwe ei%,
werklust toevoert om op oude kL
functionneeren, dan gaat het bloeq
sneller stroomen. Schadelijke zuren,j.
in Uw gewrichten en ook in de spier 1
hebben vastgezet (precies zooals r(
doet in scharnieren) worden losgema^
gelost, weer opgenomen in de circle
afgevoerd langs natuurlijken v-
met die afgevoerde schadelijke zur^>]
dwijnen ook Uw pijnen en ongemak.'j
schen Salts maakt U fit en montefo
Uw bloed weer volmaakt zuiver vj
krachtig stroomt door al Uw leif
Verkrijgbaar bij apoth. en drog. i
0.75 en 1.60 (extra groot pak\i
E. Griffiths Hughes Ltd., Manchester
land). Opger. 1756.
Krachtig voorpostengevöi
aan de Saar jj
Het Fransche legerbericht van
avond luidt: pl
„In den afgeloojxm nacht heeft dril
in het gebied van de Saar krachtigeUj
len ondernomen op drie onzer vo®
De aanvallen werden belangrijk g
door de artillerie. Onze voorposten b
omsingeld, doch wisten zegev ierend
houden in afwachting van onzen t-<h
val, die ondernomen werd door lichpj
lingen. welke den vijand wisten te \m
Het legerbericht van ZondagmorgE
de slechts „Activiteit van de voorpl|
En
door
MIES DElf
69. Menseneters waren het zeker niet. Nee. die mensen
waren bang voor de jongens met die akelig grote oren.
„Ooei oei" brulden ze. „Daar komen bcto\erde mensen
kinderen. oei oei! Ze kwamen zo uit de diepe zee naar
boven." In een oogenblik waren alle mensen gevlucht.
„Hoe moeten we hen alles uitleggen", zuchtte Jan, „Die-
rentaal verstaan ze niet."
70. „Laten we maar eens naar de huizen gaan. Misset I
kunnen we wel iemand vertellen wat er gebeurd fev
„Maar nergens vertoonden de mensen zich. Bibberend i v
pen ze in hun natte kleren langs het strand. Einde p<
zagen ze een meisje. „Och. help ons aan wat eten, we i Q
schipbreukelingen" smeekten de jongens. Maar het mei
bleef verbaasd staan.