ml m Verloop der geallieerde expeditie in Midden-Noorwegen Minister Koht houdt radio-rede De laatste Regeeringscrisis ER MMt SAMBO DE OLIFANT MAANDAG 6 MEI 1940 EERSTE BLAD P; Engelsch exposé der krijgsgebeurtenissen Overmacht der Duitsche luchtmacht gaf den doorslag Het is thans mogelijk, aldus Reuter, nauwkeurig en „met eonig gezag" de ge- fohiedenis na te gaan van de expeditie m Zuid-Noorwegen. Het verhaal begint vóór den Finschen oorlog, toen bleek, dat Duitschland steeds bezorgder werd over de leveringen van ijzererts uit Zweden. Het expeditieleger van ca. %00.000 man, dat naar Finland gezonden zou worden, was nog niet geheel ontbonden toen de Duitsche inval in Noorwegen be gon, doch reeds waren eenige troepen, waaronder ook luchtdoel-afdeelingen, naar Frankrijk gezonden. Er was ook een spe ciaal bataljon ski-troepen, voor zestig pro cent uit officieren bestaande en opgeleid voor het veeleischcnde werk in de sneeuw, doch dat bataljon werd ontbonden, toen Finland over den vrede ging onderhandelen Over het algemeen kon men echter zeggen, dat het expeditieleger voor Finland intact was. Engeland hoopte in staat te zijn, met toe stemming van Noorwegen en Zweden, eiken aanslag van Duitschland ap een van die twee landen, met 't doel zich van de voort durende levering van ijzererts te verzeke ren, te voorkomen Het bleek spoedig, dat Duitschland van het bestaan van die troe penmacht op de hoogte was en plannen had opgesteld voor operaties te land en te water rond de Oostzee Het expeditieleger was zoodanig georga niseerd, dat wij, als Noorwegen ongerust werd over een eventueelen Duitschen aan val, onmiddellijk bepaalde belangrijke ha vens, zooals Bergen. Drontheim, Stavanger en Narvik, konden bezetten. Dat was ech ter slechts mogelijk, indien Noorwegen om onze hulp vroeg.Men verwachtte, dat Duitschland naar Oslo en Bergen zou gaan en de Zuidelijke vliegtuigbases zou bezet- ren, maar algemeen dacht men, dat Duitschland de operaties van Drontheim uit naar het Noorden toe zou ondernemen. Het element der verrassing De nationaal-socialisten, vervolgt Reuter, handelden echter met bliksemsnelheid en toen Noorwegen ontwaakte, hadden de in vallende troepen het Zuiden geheel over rompeld en Stavanger, Bergen en Narvik bezet. Erkend wordt, dat de geallieerden de Duitsche actie niet verwacht hebben, maar het lag voor de hand, dat iets gedaan moest worden om de Noren aan te moedigen ver zet te bieden. Het was ook ten zeerste wen- sohelijk, dat wij aldus dit Briteche ex posé Narvik in handen zouden krijgen, voordat de Duitsche troepen zich daar kon den consolideercn en dat wij hen zoodoen de zouden beletten voortdurend ijzererts uit Narvik te verkrijgen. De troepen, die het best beschikbaar wa ren voor onmiddellijke, hulpverleening aan .Noorwegen, waren afdeelingen van het ter ritoriale leger. De territorials van de 49ste divisie vormden de voorhoede van onze groepen bij de eerste landing. Zij moesten een soort van bruggehoofd vormen, waar over nog meer opgeleide en ervaren troe pen zouden passeeren. Te Narvik arriveer den geharde Britsclie troepen, gevolgd door Fransohen. De territorials gingen aan land en werden zelfs niet gebombardeerd. Te Londen was men van oordeel, dat de commandant, brigade-generaal Phillip terecht zijn troepen liet oprukken, doch die troepen werden In den flank aangevallen door Duitsche schepen, die de Drontheim- fjord ingevaren waren en eenige van de meest vooruitgeschoven troepen werden van de hoofdmacht afgesneden. Hoewel zij in een nauwen hoek gedreven waren, vochten de territorials dapper, herstelden zich, reor ganiseerden zich en dekten alle stellingen, waardoor de Franschen aan land konden komen. Onze troepen, die onder leiding van bri gade-generaal Morgan te Andalsnes aan land gegaan waren, zijn eerst niet op veel moeilijkheden gestuit. Van de Noren werd een dringend verzoek om hulp ontvangen en de troepen zijn daarop zelfs tot Liïle- hammer opgerukt. De aankomst der gealli eerde troepen te Lillehammer had een ge weldigen moreel en invloed op de Noren en moedigde hen aan stand te houdeu. Terwijl generaal Morgan de Noren hielp, kwamen onder generaal Paget nieuwe troepen aan, die ook hier en daar contact met de Noren tot stand brachten. Veertien dagen lang hebben deze troepen tegen een overmacht gevochten. Toen het ten slotte noodzakelijk bleek Centraal-Noorwegen te ontruimen, hebben zij de Duitschers volko men misleid en zijn zonder verliezen terug getrokken. De rol van het luchtwapen Voortdurend waren onze troepen zeer ge handicapt door de moeilijkheden bij het lossen van voorraden en uitrustingsstuk ken. Zoodra onze schepen in de fjorden aankwamen, werden zij onophoudelijk door de Duitsche vliegtuigen gebombardeerd. Het was niet te vermijden, dat wat mate rieel vernield werd. Zoo is b.v., kort nadat de Franschen te Namsos aan land gegaan waren, een gedeelte van hun voorradèn en munitie door een ontploffing vernield. Eén enkele vliegtuigbasis in Centraal- Noorwegen, vanwaar de geallieerden hun jachtvliegtuigen hadden kunnen la ten opstijgen, zou van invloed zijn ged weest zijn op het blijven of weggaan. Het gebrek aan vliegvelden was onge twijfeld de hoofdoorzaak van den tegen slag der geallieerden. De Duitschers heb ben bijna onmiddellijk de vliegvelden in Centraal- en Zuid-Noorwegen bezet en konden vandaar de landingen van men sehen en goederen belemmeren. Toen onze troepen naar het Zuiden trok ken. werden zij aanhoudend aangevallen door laagvliegende vliegtuigen, terwijl de Duitschers ook over tanks en gemechani seerde afdeelingen beschikten. De vloot en de luchtmacht hebben moed;g den strijd aangebonden tegen de overmachtige Duit sche .vliegtuigen, maar het was onmogelijk den troepen van de lucht uit voldoenden steun te geven voor de handhaving van hun stellingen en voor het sluiten van de tang rond Drontheim, zooals men van plan was. Er moesten groote afstanden afgelegd worden. De .druk van den vijand van het Zuiden uit nam steeds toe en spoedig bleek dat 't eenige verstandige was het gebied te ontruimen. „Geen verontrustende verliezen" Het aantal geallieerde troepen, dat aan den sti'ijd in Zuid-Noorwegen deelgenomen heeft, was veel minder dan men algemeen denkt, vandaar, dat onze verliezen geens zins verontrustend zijn. De Duit^he troepen zitten nog steeds in Narvik, übeh onze troepen sluiten hen steeds meer in. De Noorsche opperbevelhebber heeft reeds zijn hoofdkwartier in het Noorden geves tigd en men venvacht zooveel mogelijk Noorsche troepen in actie te kunnen hou den. Lloyd George valt Britsche regeering aan In de Sunday Pictorial" heeft Lloyd George de Britsche regeering aangevallen over de wijze van oorlogvoering. Hij is van meening. dat de Britsche regcering voorbe reid had moeten zijn op de snelle Duitsche actie in Noonvegen. Het expeditiecorps, dat naar Noonvegen werd gezonden, was te klein en onvoldoende uitgerust Lloyd George verklaart, dat het par lement schuldig zal zijn aan hoogverraad, wanneer het de zaak niet onmiddellijk ter hand neemt. De oorlogsleiding moet op dras tische wijze worddn herzien. Roemenië verbiedt nachtelijk Donau-verkeer Het Roemeensche ministerie van lucht vaart en marine heeft elk nachtelijk verkeer op den Donau verboden. Du is gedaan ter voorkoming van daden van sabotage op de over den Donau gelegen Carnavoda-brug. die het oude koninkriik Roemenië met de Dobroedsja verbindt en ter bescherming van de olie-buisleiding van Constantza. Hij zal te Londen en Parijs over den toestand overleggen Bittere aanklacht tegen het Duitsche wapengeweld Minister Koht De Noorsche minister van buitenlandsche ?aken Koht vertoeft thans in Groot-Bnt- j-innië, teneinde met de Britsche regeearng aan gedachten te wisselen over cfen toe stand in Noorwegen. Hij heeft den over tocht volbracht aan boord van een En gelsch oorlogsschip. Zondagavond heeft hij via de Britsche radio zijn landgenooten kunnen toespreken. Landgenooten in alle deelen van Noor wegen, zoo begon Koht zijn rede. Ik spreek tot u van uit Londen, waarheen ik mij begeven heb om met de Britsche autori teiten besprekingen te voeren over de vraag, hoe men ««s het best zal kunnen helpen tegen krachten vam geweld. Van hier ga ik naar Parijs daarna terug naar mijn land om den strijd voort te zet ten. Voor ik vertrcfe, heb ik gezien, dat in Noorwegen zeer veel verwoest is. Ik heb de Dudteche vilegtuigen dag in dag uit zien terugkeeren naar Molde, de "mooie stad van de rozen, tot zij ten slotte in vlammen was gehuld. Wat de Duitschers niet hebben durven doen tegen de landen, waarmede zij in oorlog waren Groot- Brittannië en Frankrijk doen zij tegen het arme, onverdedigde Noonvegen, dat slechts wenschte neutraal te zijn. Het deel vam ons land, dat zij niet onmiddellijk onderworpen hebben en dat nog steeds weerstand biedit aan het brute geweld, wordt door hen met genadeloos geweld verwoest. Ze branden steden en dorpen iplat en waar zij komen verwoesten zij het land. Nu hebben zij eindelijk een vijand ge vonden, dien zij meenen te kunnen straffen met verschikkingen en door intimidatie tot overgave te bewegen dit Germaansch- Noorsche volk, dat de leer der nazi's niet wil aanvaarden". „Zeven maanden lang heeft de regeering getracht neutraal te blijven. Van beide oorlogvoerende partijen zajn verschillende malen klachten ontvangen, dat een te strikte neutraliteitspolitiek gevoerd werd. Dit was juist het beste bewijs, dat onze neutraliteitspolitiek geheel onpartijdig was, aldus Koht, en dat zij er uitsluitend op gericht was, Noorwegen buiten den oorlog te houden. Duitschland wilde ons door macht en geweld in den oorlog drijven, maar aan zijn kant. Het kwam tot ons met eischen, welke on6 een oorlogsinstroment van Duitschland zouden hebben gemaakt ?!egen de Westelijke mogendheden. Zij be gonnen zelfs ons arme land te bezetten, tl vorens zij ook maar een van hun voor stellen hadden ingediend, omdat zij beslo- hadden Noorwegen in hun macht te krijgen orn het voor oorlogsdoeleinden te geii rulleen". „Voor iemand, die de lange lijst van eischen leest, kam er geen twijfel over be aam of de Duitschers wilden Noorwegen oorlog met de Westelijke mogendheden brongen. De eerste eisch reeds, dat aan -de Duitsche troepen moest wondien toegestaan, alle belangrijke punten in het land te be- eetten en dat zij moesten kunnen beschik ken over de militaire verdedigingsmidde len, vooral de kustdeftensie, bewijst zonne klaar, d&t Noorwegen een onderdeel van ed groote Duitsche oorlogsmachine had moeten worden". Koht verwees daarna naar de laatste passage vam het dooumen/t, waarin ver klaard wordt, dat Duitschland de integriteit of de onafhankelijkheid van Noorwegen niet zou schenden. Alle dertien punten zouden Noonvegen gedurende de geheele periode vam den rorlog een vazal van Duitschland hebben femaakt. Wie toch zou kunnen denken, dat Duitschland ons onze vrijheid zou il -ruggeven, wanneer de oorlog voorbij is? pdereen, die zich herinnert, wat er gebeurd a met Oostenrijk, Tsjechoslowakije en Polen alle mooie beloften, welke zij van Duitschland ontvangen hebben, zal weige- p 'n geloof te hechten aam een nieuwe be- jbfte vam Duitschland van denzelfden aard. flet is waarschijnlijk Duitscblands ergste aederlaag in de laatste jaren, deze moreele l ederlaag.- Aan het slot van zijn rede verwierp I'. o h t de these, dat de Duitsche invasie ■n antwoord zou zijn geweest op het leg- ■i der Engelsohe mijnenvelden. De minister wees vervolgens op de hulp ban Frankrijk en Groot-Brittannië en ver- 'olgde: „Zelfs de Poolsche regeering zond ons tienduiaend man". Frankrijk en Groot-Brittannië zijn bereid te helpen, doch al deze voorbereidingen kosten uiteraard tijd. Ik verroek de Noren echter, niet ongeduldig te zijn. De Weste lijke mogendheden zijn voornemens het Noorsche volk te bevrijden en ik ben over- tuigd, dat de geallieerden alles wat moge lijk i6, zullen doen om de Noren te helpen. De inval, welke ons heeft verrast, n»oot gekeerd worden en de Duitschers moeien worden verdreven. Het i6 een plicht jegenss onszelf, jegens onze kinderen en ons land. dot wij liefhebben en dat paren een vrij land is geweest". Meeningenstrijd over den oorlog ter zee „Geen slagschip en kruiser vernield", zegt Engeland Duitsche opperbevel houdt tegendeel staande De Britsche admiraliteit deelt mede: „De bewering der Duitschers, dat zij een Britsch slagschip en een kruiser van de York-klasse tot zinken gebracht heb ben tijdens de operaties bij Namsos, is ni waar." Het Duitsche opperbevel blijft evenwel bij zijn lezing en meldt nog het volgende: „Het luchtwapen heeft bij Namsos, ge lijk reeds gemeld, op den derden Mei een Britsch slagschip, een zwarp kruiser en een groot transportschip tot zinken gebracht. Op den vierden Mei werden twee vijandelijke koopvaardijschepen en bij Narvik een Poolsche torpedojager tot zinken gebracht. Talrijke lichte strijdkrachten van de oor logsvloot zijn sinds 9 April, ter beveiliging van onze troepen tiransporten naar Noor wegen, In den strijd geworpen, zoo ver volgt het Duiteche legerbericht. Deze een heden hebben, met het oog op de vijande lijke duikbooten en de bedreiging in dj flank door zeestrijdkrachten, hun taak ten volle vervuld en zoo tot een snel succes van den veldtocht in Noorwegen bijgedra gen. Mijnenvegers, patrouilleschepen, duik bootjagers en vliegtuigen hebben 6inds 9 April 32 vijandelijke duikbooten vernietigd. In weerwil van het feit, dat ons duikboot- wapen tijdens de actie in Noorwegen zeer in beslag werd genomen, werd de handels oorlog tegen Engeland ook in de maand April met succes voortgezet Het cijfer van het aantal vijandelijke koopvaardijschepen en voor den vijand nuttige neutrale koop vaardijschepen, dat gezonken i6, heeft de twee millioen bruto register ton overschre den: het bedraagt thans ruim 2.300.000 ton. Hierbij diene men te bedenken, dat de ge deeltelijk door mijnen veroorzaakte verlie zen eerst bekend worden, wanneer zij kun nen worden vastgesteld door de Duitschers of door de neutralen en dus niet meer ver borgen kunnen worden gehouden. Om deze reden mag men derhalve aannemen, dat de vijandelijke verliezen in den handels oorlog hooger zijn dan tot nu toe werd ge meld". De kwetsbaarheid der Italiaansche kust Een beschouwing van de „Tevere" ROME, 5 Mei (D.N.B,). In verband met het in de bladen der westelijke mogendheden steeds weer aangesneden thema der ver- wondbaarheid 'wan Italië ten aanzien \<in aanvallen van de zeezijde, publiceert „le- vere" een kaart van Italië, waarop schema tisch de bescherminsjgordel staat aangegeven, die de Italiaansohe vloot, het Italiaansche luchtwapen en het Italiaansche leger heb ben gelegd om alle grenzen heen. Het blad loochent de verwondbaarheid en geeft daar voor de volgende motiveering: 1. De Adriatische Zee, welker uitgangen door Italië worden beheerscht. is volkomen afgesloten. 2. Honderd een en twintig Italiaansche duikbooten houden de wacht voor de Liguri- sohe kust tot aan den ingang van de Adria tische Zee. De Thyrrheensche Zee is een binnenzee, die geheel door de rondom lig gende Italiaansche steunpunten door het Ttaliaansche luchtwapen wordt gecontro leerd. 3. In de Ionische en de Tyrrheensche Zee, die door de zee-engte van Messina met el kander in verbinding staan, bevinden /.ic.i behalve de duikbooten zes groote ooi l >gs- bodems, 33 kruisers, 118 torpedobootjagers Pierlot over Belgie's neutraliteitspolitiek „België is niet meer het slagveld, waar anderen hun geschillen bevechten" Gisteren heeft de Belgische minister president Pierlot een rede gehouden over de Belgische neutraliteitspolitiek, die naar hij met voldoening kon consta- teeren, de instemming had van 99 pCt. der bevolking. De grondslagen van onze neutraliteit, aldus Pierlot, zijn de verklaring, waarbij iedere doortocht over Belgie's grondgebied wordt verboden en de plechtige beloften der mogendheden, dat zijn grenzen zullen worden geëerbiedigd. Deze beloften beantwoorden aan het uit drukkelijk betuigde voornemen, dat Bel gie's grondgebied met alle ten dienste staande middelen zal worden verdedigd en dit voornemen komt tot uiting in de indrukwekkende legermacht, die klaar staat om de daad bij het woord te voegen. Wij leven nog in vrede, zoo vervolgde de premier. België is niet meer het slag veld, waar de anderen hun geschillen beslechten. Wij danken dit aan de mo narchie, welke opnieuw een goeden blik heeft gehad en zich een juisten gids ge toond heeft. Wij zijn vastbe sloten om ons, in go val van agressie, tot het uiterste te ver dedigen en de wa pens slechts neer te leggen bij een vrede, die ons grondgeli en onze onafhanke lijkheid onaangetast laat. Hoewel ik gegane verplichtin gen niet misken en het geloof in de dragen niet verleren heb. zal België toch niet in de illusie vervallen, daarvan uit sluitend de veiligheid te venvachten. Fen sterk leger is de spil, waar onze onafhanke- lijkheidspolitiek om draait. Het onderhoud van een leger kost echter veel geld. Om aan al die uitgaven het hoofd te kunnen bieden, moet het land zich aanpassen en zich of fers getroosten wil het doodelijke gevaren voorkomen. Alleen België heeft nog geen verplichte rantsoeneering; niettemin moet de bevol king zich gedisciplineerd gedragen wat be treft den „vleesohloozen Maandag". Aangezien de regeering niet in te sterke mate haar toevlucht tot leeningen wil ne men en geen misbruik wil maken van de medewerking van de Nationale Bank, heeft zij besloten, net benoodigde geld te verkrij gen uit belastingen, waaraan elkeen.in een billijke verhouding zal moeten deelnemen Op economisch en financieel gebied over treffen de verkregen resultaten alle verwach tingen. België is aan den arbeid gebleven, er zijn florceronde industrieën, de levering van grondstoffen is verzekerd. Mogen zij, die werken, begrijpen, dat hun arbeid niet alleen dient tot onderhoud van hun gezin, maar dat hun arbeid onontbeerlijk is voor de onafhankelijkheid en het bestaan van het land. Daarom hebben wij een extra in spanning gevraagd van de mijnwerkers. Zij hebben diit verzoek begrepen en de productie is daardoor toegenomen Het gevaar der prijsstijging Een der gevaarlijkste kenmerken van de oorlogseconomie is de tendenz naar stijging welke zich voordoet bij de prijzen en de loonen welke ten slotte zou leiden naar in flatie. Hoewel de regeering de prijzen niet volkomen kan stabiliseeren. heeft zij een be roep gedaan op discipline en blijft zij in contact met de vertegenwoordigers van de verschillende industrieën. Ik verzoek de bevoorrechten, wier inko men nog omhoog gaat. hun plicht te begrij pen en den staat crediet te geven. De twee milliard francs, die den staat zijn voorge schoten. zijn grootendeels weer in omloop gebraoht. Na moedig zijn positie onder het oog te hebben gezien," zoo besloot Pierlot, „zal het land opnieuw voortschrijden naar materi- eelen, intellectueelen en nog meer moreelen vooruitgang, ter voorbereiding van een groot vrij en sterk vaderland". van de Italiaansche De vijandelijke zeestrijdkrachten zijn door de afsluiting van de Middellandsrne Zee bij Pantelarva in twee deelen gesplcrin. Een volkomen kustverdediging be schermt de geheele Italiaansche kust. Acht millioen Italiaansche bajonetten staan op Italiaanschen bodem gereed. Brieven uit België De strijd tusschen Vlamingen en Walen Het van leven stralende Brussel (Van onzen Correspondent) Een wijs besluit van Koning Leopold 't Is vanzelfsprekend, dat In alle artike len, die in Nederland over België ver schijnen, de plotselinge regeeringscrisis min of meer uitvoerig besproken wordt. Uelukkig heeft deze onaangename verras sing weer even snel een einde genomen als zij begonnen was 't Was weer Koning Leopold, die in zijn antwoord op de ontslagaanvrage van het ministerie-P i e r- I o t hel goede en verlossende woord wist te vinden en uitsprak, wat er leefde in het hort van alle Belgen van goeden wille. Volkomen juist zeide de Koning in dit schrijven, dat t nu geen tijd was, nu de zelfstandigheid van België op het spel staat, een ministercrisis te openen over zaken van binnenlandsche politiek. Up de vele Belgische ministercrisissen der laatste jaren is het bekende Fraiwche spreekwoord van toepassing, dat een zaak vaak in wezen dezelfde blijft, hoemeer zij schijnbaar verandert. Zoo zal ook het her lezen ministerie-Pierlot zijn taak op bin- nenlandsch en vooral op buitenlandsch gebied op dezelfde wijze voortzetten, zooals dit tot nu toe geschiedde, al zal, wat de taalkwestie aangaat, wel eenigszins aan de wenschen der liberale oppositie tege moet gekomen worden. Voor den gewonen burger in België was 't ovpr het algemeen in het geheel niet duidelijk, waarom deze kabinetscrisis nu juist op zoo 'n ongeschikt oogenblik moest uitbreken. Wat in dezen voor de Belgen geldt, geldt natuurlijk nog veel meer voor den doorsnee buitenlander en daarom wil ik hier kort iets over de aanleiding van deze crisis meedeelen. De aanleiding van de crisis Men weet dat sinds jaar en dag op alle terrein van het openbare leven in België ie Vlamingen, die in vele opzichten achter gesteld werden, een zwaren strijd gevoerd hehbpn tegen de Walen, om voor hun taal en hun cultureel en ander leven gelijke rechten te verkrijgen. In jarenlangen, moeilijken strijd is .het Vlaamsche volks deel, flat de grootste helft van de Belgische bevolking vormt, daarin voor een groot deel geslaagd. Er zijn echter nog altijd punten van strijd en wrijving met de Franseh sprekende Walen, die zich in vele opzichten, vooral in vroegere jaren, de meerderen Tarhten van de Vlamen. Een van de nog bestaande strijdpunten liep over de reorganisatie van het departe ment van Onderwijs, dat daardoor beter aangepast zou worden bij de Vlarfimsche en Waal scha cultuur. De Vlaamsche cultuur- raad had voor de reorganisatie voorstellen ontworpen, die door den Waalschen cul- tuurraad gesteund werden en een compro mis vormden van gematigde Vlamen en dito Walen. Minister Pierlot had indertijd in zijn regeeringsprogram ook de oplossing dezer kwestie opgenomen, 't Ware waarschijnlijk verstandiger geweest indien hij in dezen, ook voor België, zoo precairen tijd van intense, internationale spanning, déze kwestie nog eenigen tijd had laten rusten. De socialistische Minister van Onderwijs, Soudan, die een gematigd tweetalig Vlaming is, meende, dat de tijd nu echter rijp was. In zijn departement zijn van de hooge ambtenaren acht Walen tegenover slechts twee Vlamingen. De minister wilde thans een systeem invoeren, waarbij een Waalsch ambtenaar bij zijn vertrek zou opgevolgd worden door een Vlaamsch en omgekeerd. De liberalen waren zeer tegen deze op lossing. Men meende, dat dit de voorlooper zou zijn van een algemeene scheiding in het bestuur. De neutraliteitspolitiek van Pierlot In het vijfde kabinet Pierlot, dat op 5 Januari 1940 tot stand kwam, zaten veertien ministers. De liberale minister van defensie, Devèze, behoorde met andere ministers, niet meer tot dit mi nisterie. Vooral de verdwijning van den heer Devèze verwekte kwaad bloed bij de liberalen. Velen, van dezen, gesteund door Franschgezinde sociaal-democraten, zijn tevens zeer gekant tegen de neutraliteits politiek van Pierlot Met hun sterk ge prononceerde voorliefde voor Frankrijk zouden zij de buitenlandsche politiek van België meer pro-geallieerd georiënteerd wenschen. Het optreden van de regeering was nu een gereede aanleiding voor de liberalen, die een deel der regeerings-meerderheid vormen, om zich schrap te zetten, hetgeen het kortstondige aftreden van het zooveel- ste ministerie Pierlot ten gevolge had. De pers en ook de openbare meeniij tamelijk verbolgen over deze ongel ook overbodige crisis, waardoor de voor het democratische parlementa sel nu niet bepnnld gestegen is. G dat de vrede voorloopig in het pl taire hoenderhok teruggekeerd is regeering tijd heeft, de kwestie thi eens nader te overwegen en daari voor alle partijen bevredigende o te vinden. Kom naar Brussel! Wie thans, of met de komende E dagen, even tijd heeft en de drj zorgen van dezen benauwden tij] enkele dagen kan ontvluchten, di ik sterk aan, Brussel, dat in zijn mooier dan ooit Is, te komen bezoej De groote boulevards zijn nu o| door reeksen boomen die thans h lijksie groen vertoonen. De park Avenue van Tervucren, Tervuerenj last not least, het uitgestrekte Bois bres en het niet minder groote Soignes bieden al het schoons, <j van de lente in dezen groei- en mag venvachten. Wel is waar i grootere hotels niet goedkoop, ma deze groote stad, is toch voor elk een geschikte keuze. De trams, da trein en vooral ook teringen in de restaurants en caf| nog altijd billijk te noemen en 1 paar honderd francs doet men al h' Men leeft, vooral bij een kort bezoel Belgische hoofdstad zoo vrij en oni gen en hoewel men zoo dicht bij hï de bevolking, is de omgeving toch I vele opzichten anders dan die in ij vaderland, zoodat men de altijd wt gename sensatie beleeft, eens gehe$ oude sleur te zijn en andere men$ toestanden (e leeren kennen. Reedsi verlaten van de Gare du Nord, de statie, wanneer men de Place Rop. haar geweldige drukte betreedt, vo in het middelpunt te zijn van eei! levende stad met meer dan een inwoners. Wanneer men dan rus# den Boulevard Aldolphe Max sier de richting van de Place Broukèrj* Beurs, dan hoort en voelt men de h' die ontstaat uit de tallooze gelui? dissonanten, welke het leven v? wereldstad kenmerken Wanneer,* vallenden avond, de boulevards en' baden in hef licht, het brandendi' van duizenden stralende Iichtbo" lichtreclames en men gaat als eer in de groote massa, die zich overal dan geeft men zich geheel over. melodie der groote stad, de meloi het nooit rustende, van het leven s. Brussel. a Rust Roest I En zooals roest tn scty zich aandient met knerpen en pie^ kondigt roest in Uw gewrichten eigenlijk óók scharnieren! zich h snerpende Rheumatisohe pijnen. pijnen zijn eigenlijk ook een gevolg welke roest veroorzaakt. Rustc paalde organen, die noodig wat aafo behoeven om naar behoorer. hun j, doen. Als ge Uw lever, nieren en den met Kruschen Salts nieuwe ei%, werklust toevoert om op oude kL functionneeren, dan gaat het bloeq sneller stroomen. Schadelijke zuren,j. in Uw gewrichten en ook in de spier 1 hebben vastgezet (precies zooals r( doet in scharnieren) worden losgema^ gelost, weer opgenomen in de circle afgevoerd langs natuurlijken v- met die afgevoerde schadelijke zur^>] dwijnen ook Uw pijnen en ongemak.'j schen Salts maakt U fit en montefo Uw bloed weer volmaakt zuiver vj krachtig stroomt door al Uw leif Verkrijgbaar bij apoth. en drog. i 0.75 en 1.60 (extra groot pak\i E. Griffiths Hughes Ltd., Manchester land). Opger. 1756. Krachtig voorpostengevöi aan de Saar jj Het Fransche legerbericht van avond luidt: pl „In den afgeloojxm nacht heeft dril in het gebied van de Saar krachtigeUj len ondernomen op drie onzer vo® De aanvallen werden belangrijk g door de artillerie. Onze voorposten b omsingeld, doch wisten zegev ierend houden in afwachting van onzen t-<h val, die ondernomen werd door lichpj lingen. welke den vijand wisten te \m Het legerbericht van ZondagmorgE de slechts „Activiteit van de voorpl| En door MIES DElf 69. Menseneters waren het zeker niet. Nee. die mensen waren bang voor de jongens met die akelig grote oren. „Ooei oei" brulden ze. „Daar komen bcto\erde mensen kinderen. oei oei! Ze kwamen zo uit de diepe zee naar boven." In een oogenblik waren alle mensen gevlucht. „Hoe moeten we hen alles uitleggen", zuchtte Jan, „Die- rentaal verstaan ze niet." 70. „Laten we maar eens naar de huizen gaan. Misset I kunnen we wel iemand vertellen wat er gebeurd fev „Maar nergens vertoonden de mensen zich. Bibberend i v pen ze in hun natte kleren langs het strand. Einde p< zagen ze een meisje. „Och. help ons aan wat eten, we i Q schipbreukelingen" smeekten de jongens. Maar het mei bleef verbaasd staan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 2