Meer dan honderd geredden behouden thuis MAANDAG 27 NOVEMBER 1039 De spanning gebroken Ontroerende tooneelen speelden zich al (Van s verslaggeve v - VLISSINGEN, 25 Nov. De spanning ls gebroken. 88 personen van degenen, d.e bij de ramp van de „Simon Bolivar" het leven er hebben afgebracht, zijn hedenmiddag be houden aan wal gezet, nadat de wachtenden drie maal vier-en-twintlg nur geduld had den moeten oefenen. De spanning is groot geweest Reeds Woensdag was de komst van de „Oranje Nassau", waarop men zlcb voor den tocht naar Nederland had ingescheept, aan gekondigd. Maar wat er kwam, geen „Oranje Nassau". Nu zou dit alles nog een dragelijke be proeving zijn geweest, indien tnen de reden van de vertraging had geweten, maar het ergst was wel, dat steeds weer het vage be richt moest worden herhaald: We weten niets, we vermoeden Drie dagen heeft die spanning geduurd, en nu zijn ze er. Allen behouden thuis. Aan den steiger Eindelijk, eindelijk kwam de „Oranje Nas sau" dan toch in het zicht. Vlissingen had in angstige spanning met de wachtenden meegeleefd en nu de ontknooping zoo nabij was, hadden zeer velen zich opgemaakt de geredden te begroeten. Onder de wachtenden waren o.a. vertegen woordigers van de Kon. Ned. Stoomvaart Mij, de directeur van de Mij „Zeeland", de heer K. Bron, de Vlissingsche commissaris van politie en vele anderen. Daar komt de „Oranje Nassau". Lang zaam stoomt het schip op tot precies voor de ponton. Bij de railing van het schip staan de passagiers, de geredden, die met den dood voor oogen de bange worsteling tegen het water hebben doorstaan. Ze turen naar den wal, want de uitgestelde hoop, hun verwanten levend weer te zien, zou nu in vervulling gaan. Maar van den wal af turen naar het schip, de vrouwen, zoons, dochters en andere familieleden. Ze zier. elkaar en 't wordt een gewuif, dat reeds ontroert. Maar toen het echip gemeerd was en men gelegenheid kreeg elkander te ontmoeten werd er iets wakker in ons flegmatieke Hollandsche hart. Wij zijn het zoo niet ge wend van onze gevoelens publiek te getui gen, maar hier stoorde men zich daaraan niet meer. Mannen en vrouwen vielen elkander in de armen en lieten de tranen den vrijen loop. Vooral tragisch was het daar, waar gered den aan de zee verwanten hadden moeten afstaan. Ze vonden een gruwelijk graf in de golven, slachtoffers van het monster, dat de aarde verschrikt en dat men oorlog noemt Het was kwart over drie toen de „Oranje Nassau" aan den steiger meerde. Door de goede zorgen van de Ned. Spoorwegen was een extra Dieseltrein ingelegd, die de „ga- redden" en hun familie via Roosendaal, Dor drecht en Rotterdam, naar de hoofdstad van ons land voerde. De trein vertrok om ruim half vijf en arriveerde aan het eind station ongeveer half adht. Overal waren zeer velen op de perrons aanwezig en er hadden zeer treffende ontmoetingen plaats De spanning was gebroken. De geredden kwamen thuis, Waarom de „Oranje Nassau" uitb'eef He! verhaal van een der geredden BOTTERDAM, 25 Nov. Toen de „extra Dieseltrein", die de geredden van de „Simon Bolivar" naar hun woonplaats bracht, op 't Station D.P. arriveerde ,wees de klok juist tien minuten voor half zeven aan. Er waren er, die al van vijf uur af wachtten. „Het is niet meer uit te houden", zei ons een donker uitziend vrouwtje. „Je hëbt geen mist of duur meer". Het beeld op het perron was hetzelfde als overal. Een vijftiental geredden verliet den trein, luide verwelkomd door de familie leden en luide uitgejuicht door de mede passagiers. Het was hier niet de plaats om met deae menschen te praten. De verwelkoming was ontroerend; eerst naar huis en even genieten van het behouden weerzien. Een Engelsch marine-vaartuig gaf stop-bevel In de knusse huiskamer van het perceel Bergweg 76, op de derde etage, vonden we den heer en mevrouw H. P. Schilt rustig bijeen. Zoo juist is hij thuis gekomen en na de ondragelijke spanning van een heele week, heeft mevr. Schilt haar man weer thuis. De beide kinderen, nog te klein om te beseffen aan welk gevaar hun vader is ontsnapt, liggen reeds onder de wol. De verhalen van de redding van het groot getal opvarenden zijn reeds overal gepubli ceerd en dus zijn we eerst nieuwsgierig naar den laatsten tocht met de „Oranje Nas sau" over het Kanaal en de Noordzee. "e waren in den middag reeds van Lon den vertrokken" zoo verhaalde de heer Schilt oii6. „We passeerden Tilbury en overnach ten te Southend. Tegen dat het licht werd vertrokken we Woensdag vandaar weer cm over te steken naar huis Te ongeveer Half negen verscheen er evenwel een Engelsch marinevaartuift dat ons bevel gaf tc sloppen. Daar lagen we. Hopen deden we natuur lijk, dat we spoedig weer doorgelaten zou den worden, want, u begrijpt, dat ons ver langen naar huis groot was. Geen onzer wi6t waartoe dit oponthoud eigenlijk diende en niemand kon ons inlich ten. Alleen een Engelsche loods scheen er iets van te weten. Deze vertelde, dat het stoppen geschiedde op bevel van de Engel sche admiraliteit, die eerst de Noordzee wil de bevrijden van de duikbooten. Met be paalde toestellen weet men de duikbooten te vinden, en de aanwezigheid van andere schepen in de omgeving maakt dat moei lijker, zoo niet onmogelijk Daarom haalde men alle schepen van de zee, om vrij epel te hebben. Tegelijkertijd rijn er twee torpedojagers uitgegaan, om de mijnen te vegen. Dat dit noodig was, kan blijken uit het feit, dat ze gister uit de Noordzee nog ipl.m 200 mijnen vernietigd hebben. Of het er ook gevaarlijk is op het oogenblik! Intusschen duurde het oponthoud drie dagen, waarop we op geen enkele wijze con tact met den wal konden krijgen. Het is immers bekend, dat in de territoriale wate ren, drie mijl uit de kust van een land, de radio van vreemde schept" verzegeld is. Op zulk een lang verblijf o; ro was niet ge rekend en hoewel we rer an het begin af mondjesmaat gekregen hadden, werd het noodzakelijk naar den wal terug tc keeren om proviand en kolen te halen. Dat is gister gebeurd en vanmorgen konden we varen. De overtocht is zeer spannend geweest. Eigenlijk hebben we niets gezien, dan dat in de Duins een groot aantal schepen, waar onder de „Statendam", op de controle liggen te waditen. Maar ieder zal gevoelen, dat we, na het geen geschied was, in spanning zaten over wat kon gebeuren. Een bewijs daarvoor is, dat na het eten een van de jongens een gelukje had met een stoomkraantje. Het be- teekende niets, maar allen schrokken geweldig en prongen op. We hebben den overtocht gemaakt met zwemvesten aan en ik heb er steeds voor gewaakt op het open dek te blijven. Ik heb nu goed gevoeld, welk een kracht een mijn heeft. Op de „Simon Bolivar" werd ik door den schok een geweldig eind omhoog gewor pen. De menschen, die in de salon waren, vlogen tegen de plafonds en werden daar door ernstig gewond. Dat kan de oorzaak van hun ondergang zijn geweest. Het daarom ook, dat we op de open zee, in de „gevaren-zóne", niet hebben gegeten. We gingen vooraf aan tafel en later, omstreeks 2 uur, pas weer, toen we langs de Belgische kust voeren. Toen was 't gevaar geweken". Drie uur in een volgeloopen sloep Radioreparatiedienst Conzj 100% service vakkundig «nel! Ie Middellandss. 72. TcL 50340-31293 Geredden van de „Simon Bolivar'' verlaten het schip na aankomst te Vlissingen. oorlog reeds op zee wa6, vragen over zijn redding. „Och", zegt hij, „ik heb tot de gelukkigen behoordL Ik was hut-bediende in de hutten, die juist boven het deel van het echip lagen, dat door de mijn getroffen is. Vlak bij de brug dus. Op het moment van het ongeluk bevond ik mij juist aan den anderen kant was mijn redding. Ik werd de lucht ir- geslingerd en kwam op handen en voeten terecht, maar letsel had ik niet be komen. Mijn taak was nu de menschen te helpen. In zulk een geval moeten we dat doen. Wat je beleefi in zulk een kwartier is niet te zeggen. Verschillenden sprongen over boord, 'tgcen voor den één redding en voor den ander ondergang beteekent. Ecu van mijn passagiers, 'n Engelschman, wierp een „Bullbord" (een dekspel) over boord en sprong het toen na, met een kind van een paar jaar ln zijn armen. Met het kind op 't bord voor zich uit heeft hij een paar uur ge zwommen, maar hij werd gered. Zelf ben ik in de laatste boot gegaan. Die stootte lek tegen het schip, dat door de ont ploffingen totaal ontzet en overal kapot was. Toen we echter wisten, dat de sloep op de luchttanks wel zou blijven drijven, zijn wo toch ingegaan met een man of zeven. We stonden tot ons middel in 't water, waarin veel vuile stookolie dreef. Riemen hadden we niet en ive waren dus overgeleverd aan de strooming van het water. Gelukkig zijn we afgedreven in de rich ting van een trawler, die ons drie uur later aan boord nam. In de boot ben ik eenifp malen kopje onder gegaan in de olie, ondat alles vet en was. Het was zoo erg dat ik, voordat _an boord kon worden jjeheschen, eerst mijn jas en broek heb utgetrokken. Onze redders konden ons van di olie niet vast houden. Onze verteller deelt nc? allerlei kleine bijzonderheden mee, die hi verhaal drama- tiseeren. Geweldig is het alk een gebeuren te doorstaan. De verzorging in Engelaid roemt hij zeer. Nu is hij weer veilig tluis. Als we het echtpaar een rustigen Zoidag wenschen bij het afscheid, is dat in hellicht van het ge beuren een week gelede* meer dan een formule. Aan de Jobsiaven ROTTERDAM, 27 Nov. - Reeds lang voor dat een dertiental gereddn van de „Simon Boli var", welke Zaterdag met de „Batavier IV" vanuit Engeland te Rotterdam zouden aankomen, waren gearriveerd, bevond zich een groot aantal bloedverwanten in de wachtkamer op het ternin aan de Jobs haven. Levendige gesprekken werden ge voerd en allen waren in een blijde stem ming over het feit, dat nen straks man, vader, zoon of naaste bloedverwant weer zou aanschouwen. Onder het dertiental, dat venvacht werd, bevonden zich elf leden van de bemanning van de K.N.S.M., o.w. de 2e stuurman Do Grooth en twee passagiers, de heer A. Bik ker, afkomstig uit Gorinchem en mej. E. H. M. H. Lieutenant, afkomstig uit Den Haag, die op weg was naar haar verloofde te Emmastad (CuraQao). Was als oorspronkelijk tijdstip, dat de Batavier zou aankomen, cupgegeven tusschen vijf en zes uur in den namiddag, dit blepk niet juist te zijn geweest, zoodat het geduld van degenen, die omstreeks dien tijd zich op het terrein van de fa Müller bevonden, wel op de proef werd ges.eld. Zoo was bv. de familie van mej. lieutmant al te kwart over drie aanwezig. De klok wees reeds half :even en nog was er over de „Batavier" geei bericht binnen. Kort daarna werd evenwïl aan de wach tenden meégedeeld, dat hetschip te 6.35 uur de pieren van Hoek van Holland was ge passeerd en naar Rotterdam opstoomde. Men kon aan de wachtenden bemerken, dat ze met deze tijding waren gerustgesteld, want bij lang uitblijven in dezen, tijd be gint men weer het ergste te vreezen. Onder de aanwezigen bevonden zich o.m. do heer Ivruyff, adj. directeur van de K.N.S.M. en de heer Alkema, van den civielen dienst van deze maatschappij. Tegen het oogenblik, dat de „Batavier" aan de Jobskade zou aankomen, begaven de verschillende families zich naar de loods en het terrein. Na een uur en vijf en dertig minuten had de „Batavier" de reis door den Nieuwen Waterweg afgelegd en te 8.10 uur meerde t schip aan den wal. Ondanks den stroomenden regen begaven velen zich naar de kade; men verdroug elkaar, om toch maar de eerste te zijn, om iets van de geredden op te vangen.. Direct werden over en weer vragen gesteld en ook werd geïnformeerd naar enkele geredden, die nog in Engeland waren achtergebleven. Zooals te hegrijpen is, hadden de douanen aan de geredden van de „Simon Bolivar' niet veel werk, want de menschen hadden wat of niets bij zich. Sommigen waren iel wat zonderling gekleed, omdat ze bij d( schipbreuk alles verloren hadden. De eeni- ge bezietting, die men had, was een pakje met kleine geschenken, die men in Enge land had ontvangen. Het weerzien tusschen mej. Lieutenant en haar ouders was heel aandoenlijk. De heer en mevrouw Lieutenant, die in Alby (Frank rijk) wonen, hadden zeer veel moeite moe ten doen bij de Fransche autoriteiten, om naar Nederland te komen. Ze hadden dit echter gaarne er voor over gehad, om hun eenig kind te verwelkomen. De heer Lieu tenant, die naarmate het uur naderde, dat de „Batavier" zou arriveeren, al onrustige.- heen en weer liep, had voor zijn dochter een bouquet rozen meegebracht. Zoo spoedig mogelijk zochten de passa giers, die nu op veiligen bodem waren ge land, hun familieleden op en vertrokken direct naar hun bestemming. De Zivitsersche salonbcdiende van de „Simon Bolivar", A. Inihoff, uit het kanton Uri, deelde ons nog mede, dat hij n; eerste ontploffing op het vergane schip hulp had geboden. Na de tweede ontploffing was hij in het water gesprongen en had een stuk hout op het hoofd gekregen Juist een week na het vergaan van de „Simon Bolivar" zijn deze dertien overleven den van het schip in behouden haven ge land, met dankbare gevoelens in het hart voorde liefderijke zorgen in Engeland onder vonden. De tijd heelt vele wonden, maar het ge beurde op 18 Nov. 1969 zullen deze men schen nooit vergeten. Op 't oogenblik is het met verschillenden vnn hen nog zoo, dat zij 'e nachts nog niet kunnen slapen door de doorgestane emotie. We vernamen nog. dat een Engelsche loods de „Batavier IV" door de mijnenvel den heeft gebracht, waarna het schip onder commando van kapitein Rijkenboer de voortzette. Op de Theems was men enkele convooien Engelsche schepen gepasseerd. Al mag misschien de „Batavier", met het oog op mijnengevaar, eenigszins langzamer hebben gevaren dan trowoonlijk, de kapitein deelde evenwel mede, dat men in den ge wonen tijd den overtocht had gemaakt. Op onthoud was er niet geweest en men had ook geen mijnen gezien. Een schrijnend tafereel na aankomst van de Oranje Nassau". De heer B. XV. J. Leijen. chef passage van de K.N.S.M.. ontfermt zich over twee kinderen, wier moeder met drie an dere kinderen bij de ramp om het leven kwam. Links de ongelukkige vader. Het grensincident bij Venlo Lu'tenant Klop om het leven gekomen Naar gemeld wordt, mag thans als zeker worden aangenomen, dat bij het grensinci dent Venlo de eerste luitena Klop gewood hebbend te 's-Gravenhag om het leven i gekomen. Zoo» men weet, is aan vankei onze Regeeng er niet tos overgegaan i aar aao- leidingvan het grensincident bij eruo hij de Dusche Regeering te prot36t eren en heeft i3n alleen gevraagd een er u on derzoelin te stellen naar de toed. ~ht van het gekirde. Uit H dezer dagen gepublicee 1-: co n- muniqu van -het D.N.B. is Inmiiii ge bleken, at de Duitschers, die bij ien 0\ val hetikken warm, behoorden ot Duik sohe orgiën. In veimd hiermee is onze Regeering e jl. Dond-dag toe overgegaan te -erlijn 'e proteste<;n. Hieropj nog geen antwoord van 0 .«he zijde ontmgen. De Engebhe opvatting KapiteiiStevens en de heer Be uii bij Venlo aaide Nederlandsch-Duitsi c (r -na door de Juitschers zijn ontvoeri >ben, naar Reur verneemt, op 9 Nove iber mei medeweteivan de Britscha regee ng oen bezoek ge-acht aan de grens. I 1 waren eenigen tij in verbinding met ho< g alaa* ste Duitsclrs en op 9 November regen zij een uitnoogng om te Venlo een uitschen gezant te ntmoeten, die hun g. xen aantal „vnesvoorstellen" wilde overhan digen, teneide deze aan de Britse \e r gee ring te doe, toekomen. Toen zij dj Venlo aankwamen, werden zij a&ngevden en naar Duitschl nd voerd. De utoriteiten werden h. rvan kenrus gestld en men verondersi heiden neg in leven zijn en ziel ie Ber lijn bevinaen. Best enStevens hadden de Nede. iarwische autoriteita in kennis gesteld van en van huin opdracht en een Nede.am officier kieg bevel, hen te verge ik kennis gdeld en men veronders in strijn us met de Nederlandsch neutra liteit. Het schat, dat de Gestapo ontdekt wat gaand was en besloten heeft, r?a rir.de te maken tn de vredesbeweging in 'oowinin staande kngen aan Duitsche zijd- Eeni, dagen geUen schijnt het bij HiD mier te 1 V zijn opgekwen, deze zaak in ver and brengen m, aen bomaanslag to I RADIO 8.00 BwlchtPi or**,- 4.»5 Gr.i>. rruzw.. 5 00 KRO dikten en «oltst. 6 45 Felicitatie, i iS Cyctoa $Na r'd""1*T-'M B'r,clUe Gram muziek. 7.40 R«?pcrt*go. S. O fier mededeel).,iren. 8.15 Cr&n- „mie/ kso Symphojvle-orkeat, KRC-keor or, MS ÏSK Jongeren. 9.35 Gr&m.n .9 30 KR')- iymphwrule-orkeat. S.55 Gri 11.*. 10.05 Het Rococo-octe'. lö.29 Ri>r. 10 Bertua Dlr.tcr-n en «IJn 'izip «4.30—7.0O RVU. 8.0 -«♦. 7.46 Kni t-.' -it en eollet bc'.eekenla vnn hei cvei -h r U veratrene» tl e''. 7.00 Voor kinderen. ''.0& Kladerkoor ,,Zan<lu*t'» 5.80—6.27 jj De be' i$ Gram.n 1.00 Ber. A_~.med-rfee e-ueerle De bewegelijke t McMIIs.- letrelr.. 9 45 Cam r iineling van het L^ger ilte van minde rbedeelden' »l*_ 10.40 „Kunat la velllghd k,.-k. lino Ber. A MP. Hier, si en soliste. 11.40—12.00 Grr' TsTLSMB Uluendi-g voor dit»£. 10.3911.2 1.50—2.10 cn 5.20 v >rdnacht. 6 35 in tllvlool. 7.25 .20 Uitzending v. 'Kiespijn AKKEftTJE de neutrale aten beschouwd, worden eer. gw-chik e plaats, waar voorher-: gin kunnen worden getroffen üghïid van Duitscliland te onden Op soounige -taai 1 is het hier reeds ver gekomen, dat niet meer de wils) bestaat et dingen te zien, zooals zij zl' handelen zooals noodig is. .tere elementen, n.n, du rij van Londen de vn in Duitsehland ontibin werdep voor onschuldige tegendeel, bekend sla dracht heb rijn. aldus h'-lijke Dnltsche krajen verontwaardigd Bevoegde Lulsche kringïn ontkei on el gloeiende veroiwaardiging de ver! gon van Londen, dt kapitein Stevex - o; Venlo was gezoden om Duitsche voorstellen in atvangst te nemen United Prese. „Het is een stom boo^aardi^e^ mieschaamde^en ^bel ven aan twee van den Britsch hei- men dienst, cie reeds gewikkeld 5 ren La oen sabotage-act3 tegen schepen, i gen tot het aamoken van een op- and v Duitschland en iieen moordaanslaj op Hit- Iers leven. Men san een dergelijkt verkla ring slechts kerchetsen als een sc iaarp''?- looze onbeschaaniheid." De „Deutsche Xplo" merkt o.a. p, dat hten stemxmn :rts, maar wri tot erns ig n« k?r, want zooals de dingen th /,in hiermee sympt«xnen aan d»- komen, waaraan Dui iriand nioi ach kaa voorbijy.aan", aldus eindigt óo „Di INBREKERS GEGREPEr NIJMEGEN" 27 November. De poutlil Nijniegin ,.c- 't drie inbrekers vaa resp,; "!S en 17 jar -, gegrepen. Zij koester laug ver den ring regen deze jongelui, in den afgeloopir. oomer in bet n Groeaboek in twee villa's hadd-sn broker De laatste dagen hadden zij j gebracht aan villa's aan den Ubl vel twog en aan den Huygenswep Uier den fototoestellen, verrekijkers, boeken ontvreemd. Donderdag jL hebben zij ingebroken Ln da centrale werkplaats tei mogen, waar zij een geldkistje met c~ -r-Mf i 50 hebben gestolen. De pok tie hee op twee hunner nog vüdeeJte van der. buit gevonden. I>3 drie jongelui rijn aan de Justltl Arnherc overgeleverd. aan VTRDHliraUiGSDOOD ontsn I MAASSLUIS, 27 Nov. Znta^a«(iv-n11 is op 1 en Nieu.vm Waterweg de 18-j i F. v. H.. uit Schiedam, mei zijn boot •1 pen strekdam geworpen *n temauwe. i aan den verdrlnkin^dood ontsnapt, i boo' -verd vernield. De jongen, wisf mond o Lr h ,og' van den vuiri dingsover 1 fJi Maassluis den oeVer f reKG. rich in dei nacht hei politiebureau te Maassluis, waar '.nd- dr 'Mker.s gestopt werd. Zijn werden van het gebeurde in kermis I en kwamen den Jongen Zond ago ril ten htuen. Van H. u-ie Zaterdagmiddag Schiedam irtrokken cm op den wat te gaan v-iesehen. In den avond door drn storm overvallen. EEN KOSTELIJK BEZ i Hei allernuttigste geschenk voor Uw- of Uw oudste ;v ton is een KRAMERS' WOORDENTOl bevat on royeer 36.000 vreemd.- woorden I uitdrukkingen, verklaard en toe»,;b. 1 Rkfl blz. 22e druk 0*b. J IN ELKEN BOEKHANDEL VERKRIJGBM G. B. VAN GOOR ZriNElT s U.M. V DEN HAAG (R* 58 „Hedde dan nooit geperbeerd om erreges geld te r'5e hebbe me aaf en toe van de femilie geholpe en ik heb alles terug gegeve en nou zij ik zoo er rem, en is 't er zooveul schuld det 't uit isuiten. vraogem'n haand ophaauwe det doei ik nooit...... Kon hij nu vragen of ze hem wilde als helper en met hem het geld, dat hij zou leenen? t ,,Ik zij nou schipper gewiest van t boere- werk he'k verstaand genog". „Mer ik hèb nun knèdht". n „En oew boeltje gaot er nie op vuruit Toen begon ze te vertellen, hoe 't vroeger geweest was in het begin van haar trouwen. Haar oogen blonken en midden in een zin hield ze opals dacht ze plotse- ;WVt i'n ik ook w':erv>eg ze verlegen Maat Aart was niet van plan b-"-' weer op dreef helr eii. wat giag 't hen, ti&enlijk. aan hoe ze sasten met haar man geleefd had alsof 't niet öp kon. „O ja, we hadden een goei léve saomemer hij had gin verstaand van geld en z'n vrinden ïebben um er mee deur geholpe En in dieje tijd is t'er veul lelliks van me verteld went nie iedereen kan zunne mond haauwe est ie wet te veul op heet". Aart schrok. Dat moest op z'n eigen loslipjigheid slaan. Ze wist dus alles! Waarom vertelde ze dit verhaal van glorii en vernede ring en van diepe verachting aan den kerel, die bij haar binnen gevallen was Aart Streef was een even slecht menschinkenner als zijn Vader. Hij werd murw door haar bekentenissen. Ze vertrouw de hem, meende hij. En zij dacht: „Wanneer komt hij nou met z'n vraag en z'n aanbod?" 7e ging brood snijden en koffie zetten en ze noodigde hem niet uit te blijven, doch zette voor hem 'r. kom en een bordje klaar. Dien avond gbrg Aart Straef niat naar det Elzenberm, maar hij keerde laat terug op de stille schuit in z'n voor onder. En den volgenden morgen kwam hij bij Tinus aan de sluis. Vanzelf vroeg z'n broer, hoe het op den Elzen berm was, maar toen hij vernam, dat Aart er niei geweest was, kom hij begrijpen, wtaar bij den middag en den avond had gezeten, „Witte gij, det Sijke 't nie lang mieer zal maoke, Aort?" vroeg hij, om 't gesprek niet op den Canadas te brengen. „Is 't zoo erg?" „D'r is gin beterschap meugeluk en ik zij zoo èrrum es de rugt." Ze stonden naast elkaar tegen den muur van het wacht huisje. Ver over de kade heen blonk het wijde watervlak van de Tymer. De hemel was schoon gewaaid. Er vloeide een bleek najaarslicht over water en land. In de sluiskolk vlak voor hen, lag een tjalk met riet. Een keeshondje liep blaffend van voor naar 'achter en terug over den hoogen last, die nog hooger begon te rijzen boveh de muren van de sluis, toen het buitenwater in de kolk werd gelaten Aart had geen antwoord gegeven op de klacht van zijn broer. Ze waren nooit intiem geweest en Sijke was voor hem een goede bekende, maar hij voelde zich niet ontroerd door de mededeeling van haar ernstig en toestand. „Ge verdient hier toch zat?" #ZatEs ge is wiest, wet m'n huishaauwe kost enhoe verschrikkelijk 't léve is hier onder deuz miense aon de sluis Aart keek hem verrast aan. „En ge waort er zoo blij mee.** „Det waor ik zekermer ?k heb 't nog gin miens gezeedhl#* heauwJk 't nie uit... Hij keek om den hoek van het wachthuisje, of niemand anders hem hooren kon. „Es ge wiest Aort, wet n gekoejeneeT het hier is......... niks, en nog is niks hedde te z:„ je... Es ge niet altijd idaor staat mee cie purs en den bessem om te spulc ih' schrobben en es 't waagt om is efkes aon de deur te !-" lustere of 't thuis goed gaot...... dan hedde de popren n 't daanseDe shnsmieesterhij doet 2telf niks d'n opzichter en den nac looipe, mer hij heet - wet aon te merke.' „En wet wilde clan7' „Es ik cen'.e ha.-..dan - :es ik 't wel „Nou wer dan „Ik heb gin cente. kèrc!. „En es ge ze is hndt?" „Dan gong iri an dorschmesien kooipe en dao.r.'Jce i boeren aaf. en de reit van 't jaor dins ir èrepel mee S kes bruur." Leungs den sluiskant kwam de chef aangestapt en 1 m ging naar de lieren. „Wel jat"■an mijn gin cente, Tines'-cros Aart. De koffie van Tinke liet hij zich best smaken, 'aaar Sijke of Giji-bcrtje nam hij weinig notitie. Voor Sijke? a oogen was l ij bang en 't kind vond hi; dfenzerfg. J Op den Elzenberm zat hij dien middao hi; z n Mo«l die luisterde naar hei verhaal van z'n tocht èn van fqhj zoek aan d' i Cc- .Ik dink" :«''i I A „Aort" ze (h .Det wee 1 er meschien

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 8