Begrooting van Sociale Zaken ODAG 25 NOVEMBER 1939 TWEEDE BLAD PAG. s ilstrekte belijdenis |dcr oorzaak hebben wij in twee ikelen (Zaterdagen 11 en 18 eerst gesproken over de ko- rolutie op sociarl-economisch vervolgens over de geestelijke :lke zich reeds alom open deze oorlog, die tot heden [acht verloop heeft, zal eindigen jand onzer. Maar eens komt er waarop de volken een over- zullen sluiten, die men Vrede II. En dan zal men iets hoe merken van de sociaal-econo- Iroering, welke nu reeds zoo btrust, |t niet alleen. Wie niet alle gees- Jhorens mist, merkt, dat de |van heden veel meer een gees- I heeft, dan vroeger ooit het schijnsel te determineeren gaat jjielijk begrip van het tegen- Jeslacht te boven, zelfs naar i dat der genieën; maar wij het aan. Wij zeggen niet: I doch wel. veel duidelijker dan merken we hoe de geestelijke len invloed doen gelden en hoe- jvcnsbeschouwing en b.v. niet de factoren de wereldrijken en Jtigen (in schijn of in werkelijk- laten wij in het midden) be- moet ieder, die Christen hart en leven ook wil zijn, tot ecstelijke waakzaamheid prikke- kl staan wij. Nederlanders, dank ■groote, onverdie, ide gunst, tot genblik slechts als belanghebben- vaak bevende toeschouwers de strijdenden in; aan de gees- (loedcn ontkomen we niet. liden daarbi; kunnen wijzen op lering in ons volksleven tusschen ich gezinden en de voorstanders ctatoriaal bewind, hetzij volgens of nationaal-socialistische, olgens communistische opvat- elangrijk is dit verschijnsel zeker de voorspelling meer dan eens t zoowel op politieke als op gees- pnden, dat die twee elkaar zou- vinden, omdat de verwant- chenbaar is, vindt thans wel op Iwijze haar vervulling, i blijven we ook hiermee aan de e. Want waarom vonden natio- jlisme en communisme elkaar? de consekwenties aanvaarden volstrekte scheiding tusschen dienstige belijdenis en onze Lge overtuiging. Die conse- "dde er toe om in de plaats van waren God. die zich in zijn geopenbaard heeft, een theorie bodem en ras te stellen; ja, zelfs zoover om aan de dra- aangebeden staatkundige idee goddelijke eer te bewijzen. En jen nog niet afkeerig van een be- le tijde Voorzienigh id, al of niet met r geschreven, doch men doet egd ook een r >ging om deze te ten voor eige doeleinden en _yat in te scherper licht treedt als lljenkt, dat deze verheffing der tot heilige religie er toe leidt dat Godsgezanten, die heel het leven n t tucht van het Woord willen delt zooals de goddelooze van Israël de ware profeten cV/ie het oordeel aankondigt, moet dit zijn uitwassen, welke ook ouden met de historische ont- van volken en naties en vooral politieke constellatie. 'set i komt nog. menschelijkerwijs Set n als reactie tegen de geestelijke A "in een deel der wereld, dat odsdienstig reveil open- iaren niet is gezien, .ets te noemen een zit in onkerkelijke mm -i ke ons meermalen - :k anbr rrAi ENI KI TWEEDE KAMER Arbeidswenschen De minister blijft bij zijn afgebakend program De Blokkadepolitiek Vergadering van 24 November 1939 De Kamer heeft bij de afdeeling „Arbeid" an de begrooting van minister v. d. Tem pel een overvloedige belangstelling ge toond. We konden 15 sprekers registreeren. Voor een dissonant in de vriendelijke woorden welke den vorigen dag tot den mi nister waren gericht, zorgde de heer W o u- d e n b e r g. De N.S.B. juicht heelemaal niet over het optreden van den nieuwen be windsman, zij ondergaat zijn regime veel meer. Och ja, men is gewend in die krin gen iets te „ondergaan". Bukken er niet allen voor het machtwoord van één man? Tegen minister v. d. Tempel mug de heet Woudenberg ten slotte nog zijn critische stem verheffen. Utrecht zou hem zoo iets gauw en afdoende inpeperen. Weinig waardeering toonde ook de heer v. Houten (C.D.U.) Hij was teleurgesteld evenals de heer de Visser (comm.), wien het een doorn in het oog was, dat de mi nister verzeild wa$ in het kielzog der kapi talistische bourgeoisie. Reeds de heer Krol (c.h.) deed milder toon hooren, toen hij zijn verheuging uitte ten aanzien van de voornemens om den ar beidstijd te verkorten voor verplegend per soneel in rusthuizen en de volwassenen in den landbouw. Mevr. B a k k e r-N o r t voeg de. met betrekking tot andere categorieën, haar emotioneele, trillende dankwoorden er aan toe. Men kan zeggen, dat in het algemeen ministers werkplan instemming vond. Hij zet immers de oude lijn van het kabi- net-Colijn voort, al zijn er enkele uitzonde ringen. Zoo betreurden de heeren Korten- horst (r.k.) en A mei ink (a.r.) het, dat een inperking van den arbeidstijd van vrou wen ter zijde is gesteld. Dogmatischt houdt de minister vast aan verouderde be grippen. Op den duur moet dat onhoudbaar zijn, aldus de anti-rev. afgevaardigde. Im mers we zitten nog met 250.000 werklooze mannen, terwijl er onder de vrouwen geen rechtheid van dit bedoelen te twijfelen. En toch, hoe hard het moge lijken, m, wij moeten er ons steeds weer rekenschap van geven, dat het Godswoord van Gene sis 3 15 zijn volstrekte waarde houdt voor alle tijden en alle eeuwen; be slissend is steeds de vraag: aan wiens zij de staat gij: buigt gij u diep ootmoedig voor den grooten God of waant gij u „een God in 't diepst van uw gemoed?'' Voor wie deze blijvende antithese ziet is het geen wonder, dat Frederik de Groote en Voltaire vrienden konden zijn, want de eerste beleed immers, dat „iedereen op zijn eigen wijze zalig zou kunnen worden" en dat men over geloof en belijdenis dus geen ruzie behoeft te maken: de vrije, on afhankelijke mensch heeft de beslissing over leven en lot in eigen hand. En nu kan, wat wij tegenwoordig vaak hooren en lezen van vrijzinnige zijde over Godsvertrouwen, Christelijke deugden en naastenliefde ons weldadig aandoen; het Christelijk-humanisme, zooals men het noemt en predikt is sympathiek en waarlijk niet waardeloos voor het ge meenschapsleven; maar immer is en blijft het de mensch, die op den rechter stoel zit en zich zelf de wet stelt. God moge dan goed en groot zijn; in volstrekte afhankelijkheid van Hem wil de mensch, die zondeval en eeuwige dood, doch daarom ook Kruis en verlossing afwijst, niet leven Velen zijn het wel eens met de on schriftuurlijke berijming van Psalm 1, dat God vriendelijk neerziet op zulken, die, oprecht en refn van zeden, met vasten gang het pad d" leugd werkloosheid is. Gezinsbelangen brengen mee aan den vrouwenarbeid aandacht te schenken. In denzelfden geest sprak de heer Kor- tenhorst, die eveneens wees op de tij den na den oorlogstoestand. De heer Woudenberg kon zich op dit punt evenmin met het standpunt van den minister vereenigen. Hen anderen toon vernamen we te dezer zake van de dames Bak er-Nort (v.d.), mevr. de V r i e s-B ruins (s.d.) en Dr Vos (lib.). Hier werd een onderscheid uit levensbeschouwing openbaar. De minis- i e r erkende dat later ook. Buiten dit eene punt met zekeren princi- pieelen inslag, kwamen allerlei practischer onderwerpen op het tapijt en werd voor menig socialen heilige een kaarsje ontsto ken. Het program, Met den hem gebrachten lof voor zijn program toonde de m i n i s te r zich zeer ingenomen. Voor de dissonanten van de heeren v. Houten en de Visser zag hij geen gegronde aanleiding, gezien den be perkten tijd, waarover hij tot 19il nog be schikt. En de heer Kupers dan? interrumpeer de de heer de Visser. Inderdaad. Ook deze had allerlei verdergaande verlangens geuit en hier en daar spijt betuigd. Maar het geschiedde toch in een eenigszins am der kader dan het tweetal, dat zich op om redelijke wijze gelijk de Kamer van hen gewend is ook tegen dezen minister keerde. Terecht kon de minister er op wij zen, dat de heer v. Houten zich meer bezig had gehouden met wat niet geschiedt of geschieden kon en maar weinig met wat voorgenomen is onder moeilijke omstandig heden. Het program is niet „mager", meen de de minister. En in ieder geval wil hij zich onthouden van „veel beloven en wei nig geven, dat de gekken in vreugde doet leven". Met bijzondere oldoening constateerde hij. dat de aangekondigde vacantieregeling het is bekend, dat daaraan sinds lang gewerkt werd vrijwel algemeene instem ming gevonden had, al maakte DrVos een voorbehoud omtrent den eventueelen inhoud. Meer ratificaties van Internationale arbeidsconventles wenschten de heeren Kupers (s.d.) Serrarens. Deze habitué's van Genève konden moeilijk anders doen; Ncderland- sche principieele of practische bezwaren wegen bij hen veelal niet zwaar. De m i- n i s t e r herinnerde er aan. dat we bij ra tificaties niet alleen op onze eigen wetge ving moeten letten, maar ook op die van andere landen. Het is hekend. dat er landen zijn, die veel conventies hebben geratifi ceerd, maar er zich verder niets van aan trekken. Zoo zijn wij niet en we mogen daar om wel wat voorzichtig zijn. Veel kan er in ieder geval in dezen tijd niet gebeuren EEN iSï.NICOlfl AS PAKKET VERZONDEN AAN HET VELD pOSTADRES EEN MJL1TAJR BENEDEN DEN BANGV^N OFFICIER, AANGEBODEN TUSSCHEN 27 EN 30| NOVEMBER, MET 2. ELKAAR. SNy- DE.NDE LyNEN OVER HET ADRE-S, men kan toch ook niet over reëele be zwaren heenloopen en eigen landsbelangen opofferen, verklaarde de minister. Verordenende bevoegdheden bedrijfsraden minister had het toekennen van verordenende bevoegdheden aan bedrijfs raden voorshands afgewezen. Veel tegen stand ontmoette dit standpunt niet, al werd o.a. door de heeren Amelink en Kor- tenhorst aangedrongen op verdere uit voering der bestaande wet, zulks ook met het oog op de komende ontwikkeling van ons bedrijfsleven. De heer Kupers (s.d.) had al heel veel haast. Nuchter merkte de minister hier echter op, dat arbeid in die richting thans niet tot resultaat zou leiden. Wat gebeuren kan, gebeurt. Wc hebben nu 18 bedrijfsraden en twee zijn er in voor bereiding. De idee is op marsch! Maar op de ontwikkeling der maatschap pij kunnen we niet formeel gaan vooruit- loopen. Precies de anti-rev. opvatting, had de heer Amelink betoogd. Uitbouw van collectieve contracten om een basis voor allerlei andere maatrege len te verkrijgen, moet voorop staan. Der gelijke contracten zijn ecliter den heer Woudenberg te star; deze is gepor teerd voor een glijdende loonschaal. Och, zeide de minister, het hangt maar van den inhoud van een contract af of het star is. Glijdende loonschalen hebben vooral sympathie in tijden van opgaande conjunctuur. Voor algemeen gebruik leenen ze zich niet bijzonder. Met allen, die er over gesproken hadden o.a. de heeren Amelink en Kortenhorst wilde de minister de ontwikkeling van de c.a.o. zcoveel mogelijk bevorderen. Mede om eco nomische en sociale spanningen op te van gen, zooals de heer Kortenhorst be- ioogde. Men kan dit met hem eens zijn, zonder zijn meening te aanvaarden, dat stakingen zouden kunnen worden verboden bij voldoende ontwikkeling der c.a.o. Wij gebruiken niet, als in Frankrijk, den minister van Sociale Zaken om dergelijke overeenkomsten te bevorderen. Dat doen onze rijksbemiddelaars. Rekening moet ge houden met de ontwikkeling in de maat schappij. Arbeidsduur Ovcrwerkvergunningen zullen, waar mo gelijk, na voorlichting door deskundigen, worden beperkt. Het redelijke zal worden gedaan en slechts in noodzakelijke gevallen zullen ze worden verleend. Voor verkorting van arbeidsduur komen allereerst in aanmerking groepen van per sonen, die langer dan 48 uur werken. Tien groepen zijn uitgekozen, maar de minis ter zal blij zijn als dat allemaal lukt. De heer Amelink had er op gewezen, dat we hier staan voor een internationaal vraagstuk. Dat vergat de heer Kup Wie de zaak juist stelt, begrijpt dat. Daar om ook heeft Genève eenigen tijd geledi met medewerking van den heer Kupers, de 40-urige werkweek van de internationale agenda afgevoerd. Intusschen valt er nog wel wat te doen ten opzichte van abnormaal lange werk tijden. De minister heeft, zooals ge zegd, een aantal groepen uitgekozen, waar aan hij in de eerste plaats zijn aandacht wil wijden. De heer Amelink deed nog een goed woord voor het verplegend personeel. Even als Dr Vos en mej. de Jong (s.d.). Als compromis werd een werktijd van 51 uur aan de hand gedaan of een aparte regeling voor hen, die besmettelijke zieken verplegen en voor de ouderen. De minister zal voor deze groep gaarne wat doen. Maar het kan niet alles tegelijk. Hij wil het vraagstuk opnieuw be kijken. Over de voorgenomen indiening van Landbouwarbeldswet zijn goede woorden besproken door de hee ren Loerakker (r.k.), Amelink en Krol (c.h.). al waarschuwde laatstge noemde tegen al» te radicaal optreden. De heeren Loerakker en Hilgenga (s.d.) hadden zoo'n haast, dat -e den Hoo- gen Raad van Arbeid maar wilden passee- 1. Dat gaat niet. verklaarde de minis- t e r. De vroegere adviezen zijn van ouden datum en wat ik nu wil gaan doen, is iets nieuws, waarover alle belanghebbenden hun meening moeten kunnen geven. Voor het welslagen is dat het beste. Fabrieksarbeid De arbeid van jongens en meisjes en van meisjes in fabrieken was een ander veel besproken onderwerp. Het had de bijzon dere aandacht van de dames de Vries- B r u i n 8, M a c k a y-K atz en de Jong. Het vraagstuk gaat ook den minister ter harte, maar z. i. behoort het belang van de betrokkenen bij de bespreking er van voorop te staan en niet de werkloosheid, zooals de heer v. Houten doet. Waar jongelieden bij elkaar rijn. dreigen altijd gevaren, had mevr. Mackay opge merkt. Dat geldt voor de fabriek, het kan toor en ook voor den huiselijken arbeid. Wie zal de juistheid van deze uitspraak kunnen ontkennen? Deze mobilisatiedagen hebben er nog eens allerwege de bevesti ging van gebracht Er is een deel van de vrouwelijke rijpende jeugd, dat onze sol daten opzoekt aan scholen en kazernes. Met een natte vinger zijn ze veelal mee te krij gen. De zedelijkheid van jonge meisjes in fa brieken is inderdaad een vraagstuk van groot sociaal en zedelijk belang. Maar men bega geen fanlasterijen, zooals gebeurd is en blaze de zaak niet op, gelijk mej. de' Jong het uitdrukte. Wie dat doet, doet onrecht aan de ma- reele kracht der meisjes in fabrieken. Haar gevaren zijn daar niet groot er dan in aller lei andere werkkringen. Er is een speciaal onderzoek gevraagd, o.a. door den heer v. Houten. Maar op deze wijze, aldus de minister, geeft men een klap in het gezicht van de onder nemingen en aan allen, die er werkzaam zijn. Echter zooals de heer Korten horst zeide er kan wat gedaan worden om sociale werksters in de fabrieken aan te stellen. Deze taak kan evenwel niet door de overheid worden overgenomen. Mevr d e V r i e s-B r u i n s en mevr. Mackay heb ben in deze richting gesproken en daar was de m i n i ste r het goed mee eens. Het punt van den vrouwenarbeid liet de minister verder vrijwel rusten. Het is voor hem geen kwestie van dogma, maar van afwegen van volksbelangen. Zijn er sociale euvelen, dan kunnen die rustig onder de oogen worden gezien. Gemobiliseerden Een wettelijke regeling om gemobiliseer den den terugkeer in hun oude betrekking te waarborgen er was o.a. door de hee ren Kortenhorst, Kupers en Vos over gesproken zou zijn het wettelijk regelen van een moreele verplichting. Met den heer Kortenh orst erkent de m i- n i s t e r het bestaan er van. Gevraagd is om de werkgevers daaraan nog eens te herinneren door een circulaire en in de pers. Daartoe is de minister bereid. De regeling op zich zelf zou uitermate moeilijk zijn; ze zou ook gemakkelijk kun nen worden ontdoken. We kunnen ons land op dit punt niet met oorlogvoerende landen vergelijken. De afdeeling werd goedgekeurd DE VERSCHERPTE BLOKKADE Vragen over de gevolgen voor Nederland Bij den aanvang van de vergadering heeft de heer Wijnkoop (comm.) verlof ge vraagd om aan de regeering eenige vragen te mogen stellen betreffende de verscherpte blokkadepolitiek en de gevolgen daarvan voor Nederland. Over dit verzoek zal Dinsdagmiddag bij den aanvang van de vergadering worden beslist. De brand te Zwolle Wat de oorzaak was ZWOLLE, 25 Nov. Met betrekking tot de oorzaak van den brand, die te Zwolle ge woed heeft, vernemen wij, dat een jeugaige arbeider van de schoenmakersfournituren- fabriek der firma Vecht en Co bezig was m?t een z.g. klutsmachine, een mengsel samen te stellen var para en benzol. Tij dens deze werkzaamheden is een stop van de machine losgeraakt, waardoor ongeveer tien liter van het mengsel zich over den vlofr kon verspreiden. Toen de jongen het goeoje met een schop weer in de machine wilde scheppen, schijnt er een vonk, ont staan door de wrijving met den betonnen vloer, in de brandbare stof terecht te zijn ge komen, hetgeen den brand veroorzaakt heeft Achter de klutsmachine stond een vat met tweehonderd liter benzine en een vat met twintig liter solutie, die terstono vlam vat ten. De kleeren van den jongen, die de klutsmachine had bedieoid, moesten met een schuimbluschapparaat worden gedoofd. An dere arbeiders hebben in allerijl hui, bran dende schoenen uitgetrokken, om zich op deze wijze in veiligheid te brengen voor het vuur. De brandweer is den geheelen nacht met het nablusschen bezig geweest Het café van den heer Bakkes in de nabijheid van de Nederlandsch-Duit- sche grens, waar 9 Nov. jl. het be kende incident plaats had. In ons blad van gisteren gaven we een uitvoerig verhaal over deze opzienbarende overval, die ongetwijfeld nauwkeurig was voorbereid. Migraine l "BAKKERTJE Uit de A.R. Partij Propagandaclubs in Noord-Holland Tweede lustr"tn der Gew. Organisaties De Prov. Organisatie van A.R. Pi-opagan- daclubs in Noord-Holland bestaat tien jaar. Hedenmiddag werd daartoe in Krasna- polsky te Amsterdam, de tiende jaar vergadering gehouden. Na gebruikelijke opening sprak de heer D. A. J. Spek een openingswoord, getitelds „Tot arbeid geroepen". Uit een vergelijkend overzicht van den secretaris, den heer Jan W. IIolm, bleek, d3t de toestand in vergelijking met die var* tien jaar terug en dan inzonderheid gelet oP de verhouding van de Partij-instanties en Kiesvereenigingbesturen tot onze Clubs, wel heel veel veranderd en verbeterd is. Algemeen is men er nu wel van overtuigd, dat het streven der clubs eenig en alleen is, dienstbaar te mogen zijn voor de Partij en haar beginselen. Wat dan ook in 1929 nog voor onmogelijk werd geacht, geschiedt nu: onze Organisatie ontvangt van het Provin ciaal Comité en de Kamerkieskringcentralcs jaarlijks een bijdrage voor haar arbeid. Het clubaantal is in den loop der jaren ge groeid. In 1929 werden in Noord-Holland tien clubs gevonden, nu telt deze Organisatie er 25. Jammer dat verschillende clubs zich niet staande hebben kunnen houden. Er zijn ech ter nog allerlei mogelijkheden in de Prov. Noord-Holland om het aantal clubs uit breiden. Verder wordt in het geschiedkundig over zicht gememoreerd, dat reeds in 1920 werd besloten tot vorming van een Comité voor A.R.P.C.'s in Noord-Holland. Verschillende oorzaken leidden er toe, dat er geen nauwer contact kwam. Met tal van Kiesvereenigingsbesturen zijn. in de afgeloopen jaren door het Bestuur on zer Organisatie besprekingen gevoerd. Vanaf het begin heeft het bestuur er naar gestreefd om op de Jaarvergaderingen een instrueerend onderwerp te laten behandelen. Vervolgens werd een overzicht gegeven van het wel en wee der organisatie in het afgeloopen vereenigingsjaar. Herdacht werd: de trouwe medewerking ondervonden van de heeren Rus en de Vries die hun mandaat als bestuurder ter beschikking hebben gesteld. Het bleek verder, dat het nog niet was ge lukt de club te Amstelveen te doen herleven. De kleine clubs te Santpoort en te Vijfhui zen, konden zich niet handhaven en moesten dus wor ien afgevoerd. De club te Lands meer kwam weer tot leven. Uiteengezet werd dit de gegevens die van de clubs inkwamen ln het lgemeen een be vredigenden indruk gaven wit-de studie be treft en dat druk werd deelgenomen aan den practischen verkiezingsarbeid. Daar door de clubs geen tegen-candidatpn waren gesteld, werd de heer D. A. J. Spek als bestuurslid herkozen. Na de afhandeling van de huishoudelijke werkzaamheden, heeft de heer J. Schou ten een politieken rondblik gegeven. VERBAND VAN A.R. PROPAGANDA CLUBS De in September uitgestelde jaarvergade ring van het verband van A.R. Propagan daclubs in Nederland zal worden gehouden in de tweede week van 1940. Vermoedelijk zal de datum Woensdag 10 Januau zijn. gEn wist hij of er in dien tijd gekomen? Hij deed alsof ze op hem zat ehalve de enkele ansicht had hij bijna van zich laten hooren. s tegen de vervelooze pottensteHing en de klink van de bovendeur op. het gerucht van een paar koeien, e geul. Er stonden twee paar klompen zeker naar de huiskamer voerde. Een ipje was er in den tusschenmuur. Hij het kabinet bij 'n zijraam zitten. Was ers in de kamer dan zij? te kijken. Hij zag het late licht achter Ihouet was scherp tegen het raamvlak, •er verstelwerk en er lagen papieren ven sterdo rp el t j e. ppen en wachten of zoo pardoes binnen- rom pelen? }aar in de nis van het raampje en deed jte stond hij in de kamer. Ze keek ver- !en aandeinenden schemer zag hij haar lie oogen Een donker rood trok over hier zij ik". ir hem to en haar groet was reedc be- „Weldet is Aort Streefgao zitte". Dit was de eerste maal, dat hij in haar huis zat. Na het moeilijke begin was er in den grauwen schemer van den winteravond het gesprek tusschen hen, waarin hij vroeg naar haar bedrijf en de zorgen. Ook informeerde hij naar haar zoon Koos 1 Toen ze opstond, om de lamp aan te steken kwam ze dicht bij de plaats, waar hij zat, om de lucifers van den hoog en schoorsteenrand te nemen. Nu was er plotseling in hem de drang om haar hand te grijpen, maar hij dacht aan haar spottende oogen van vroeger en haarafwerende houding. Ze liet de luiken open. Toen in het lamplicht begon hij te vertellen van zijn tocht met het schip. Een voorzichtig vermeldde hij de kans op het reddende geld. „Ge wit nooit hoe of det ooit is te pas kan komme, es ge wit waor ge terecht kunt". Ze keek hem aan. Er was even een stilte in de kamer. Enkel klonk uit het achterhuis het gerammel met een emmer. ..Bedoelde gij daor wet mee?" vroeg ze, schijnbaa kalm. Hij stelde ondeugend een wedervraag: ..Witte gij soms iemes die 't nooidig heet? „Ikke ..Det he'k geheurd enik wil perbeere om oe te helpe Ze keek hem doordringend aan. Hoevelen waren er de laatste maanden niet op den Canadas gekomen, die gewe ten hadden van haar nood en zelfs geen woord van be moediging wisten te zeggen. Scharrelaars en lui, die aas den op voordeel, menschen, die er van spraken, dat 't toch nog zoo'n kwaad gedoe niet was alles bij elkaar. Maar geen van allen had de hulp aangeboden die deze jonge kerel in uitzicht stelde. „D'r zal niet veul te helpe zijnIk heb meer nooi dig dan geldLaot ik 't oe mer eereluk zegge. Aort Streef, dan kande 't ook uitbazuine net es al de aander; de vrouw van den Canadas staot er nie best vurze staot slecht oangeschreve bij de miense, omdet ze te grotsch is eneer 't vurjaar komt zit ze hier of daar bij nun aauwen boer es huishaauwster Aarts hart bonsde. Hij had van nood weinig verstand gehad tot voor de laatste reis. Het leven draaide best, maar in storm en angst was hij, met den dood voor oogen, ouder - geworden. Nu wist hij wat nood was. Iemand zat daar onder de lamp en ze wist geen uitweg. Jaéén uitweg tochde vernederende houding van iemand, die buigt tegen haar wil. Hij zelf had zijn kracht en zijn durf, zijn roekeloosheid, toen hij het schip de Tijmer op stuurde. Hij behoefde nie mand te vragen had hij gemeend, maar zijzij moest bedelen om hulp en afwachten. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 7