Begrooting van Sociale Zaken
ODAG 25 NOVEMBER 1939
TWEEDE BLAD PAG. s
ilstrekte belijdenis
|dcr oorzaak hebben wij in twee
ikelen (Zaterdagen 11 en 18
eerst gesproken over de ko-
rolutie op sociarl-economisch
vervolgens over de geestelijke
:lke zich reeds alom open
deze oorlog, die tot heden
[acht verloop heeft, zal eindigen
jand onzer. Maar eens komt er
waarop de volken een over-
zullen sluiten, die men Vrede
II. En dan zal men iets hoe
merken van de sociaal-econo-
Iroering, welke nu reeds zoo
btrust,
|t niet alleen. Wie niet alle gees-
Jhorens mist, merkt, dat de
|van heden veel meer een gees-
I heeft, dan vroeger ooit het
schijnsel te determineeren gaat
jjielijk begrip van het tegen-
Jeslacht te boven, zelfs naar
i dat der genieën; maar wij
het aan. Wij zeggen niet:
I doch wel. veel duidelijker dan
merken we hoe de geestelijke
len invloed doen gelden en hoe-
jvcnsbeschouwing en b.v. niet de
factoren de wereldrijken en
Jtigen (in schijn of in werkelijk-
laten wij in het midden) be-
moet ieder, die Christen
hart en leven ook wil zijn, tot
ecstelijke waakzaamheid prikke-
kl staan wij. Nederlanders, dank
■groote, onverdie, ide gunst, tot
genblik slechts als belanghebben-
vaak bevende toeschouwers
de strijdenden in; aan de gees-
(loedcn ontkomen we niet.
liden daarbi; kunnen wijzen op
lering in ons volksleven tusschen
ich gezinden en de voorstanders
ctatoriaal bewind, hetzij volgens
of nationaal-socialistische,
olgens communistische opvat-
elangrijk is dit verschijnsel zeker
de voorspelling meer dan eens
t zoowel op politieke als op gees-
pnden, dat die twee elkaar zou-
vinden, omdat de verwant-
chenbaar is, vindt thans wel op
Iwijze haar vervulling,
i blijven we ook hiermee aan de
e. Want waarom vonden natio-
jlisme en communisme elkaar?
de consekwenties aanvaarden
volstrekte scheiding tusschen
dienstige belijdenis en onze
Lge overtuiging. Die conse-
"dde er toe om in de plaats van
waren God. die zich in zijn
geopenbaard heeft, een theorie
bodem en ras te stellen; ja,
zelfs zoover om aan de dra-
aangebeden staatkundige idee
goddelijke eer te bewijzen. En
jen nog niet afkeerig van een be-
le tijde Voorzienigh id, al of niet met
r geschreven, doch men doet
egd ook een r >ging om deze te
ten voor eige doeleinden en
_yat in te scherper licht treedt als
lljenkt, dat deze verheffing der
tot heilige religie er toe leidt dat
Godsgezanten, die heel het leven
n t tucht van het Woord willen
delt zooals de goddelooze
van Israël de ware profeten
cV/ie het oordeel aankondigt, moet
dit zijn uitwassen, welke ook
ouden met de historische ont-
van volken en naties en vooral
politieke constellatie.
'set i komt nog. menschelijkerwijs
Set n als reactie tegen de geestelijke
A "in een deel der wereld, dat
odsdienstig reveil open-
iaren niet is gezien,
.ets te noemen een
zit in onkerkelijke
mm -i ke ons meermalen
-
:k
anbr
rrAi
ENI
KI
TWEEDE KAMER
Arbeidswenschen
De minister blijft bij zijn
afgebakend program
De Blokkadepolitiek
Vergadering van 24 November 1939
De Kamer heeft bij de afdeeling „Arbeid"
an de begrooting van minister v. d. Tem
pel een overvloedige belangstelling ge
toond. We konden 15 sprekers registreeren.
Voor een dissonant in de vriendelijke
woorden welke den vorigen dag tot den mi
nister waren gericht, zorgde de heer W o u-
d e n b e r g. De N.S.B. juicht heelemaal niet
over het optreden van den nieuwen be
windsman, zij ondergaat zijn regime veel
meer. Och ja, men is gewend in die krin
gen iets te „ondergaan". Bukken er niet
allen voor het machtwoord van één man?
Tegen minister v. d. Tempel mug de heet
Woudenberg ten slotte nog zijn critische
stem verheffen. Utrecht zou hem zoo iets
gauw en afdoende inpeperen.
Weinig waardeering toonde ook de heer
v. Houten (C.D.U.) Hij was teleurgesteld
evenals de heer de Visser (comm.), wien
het een doorn in het oog was, dat de mi
nister verzeild wa$ in het kielzog der kapi
talistische bourgeoisie.
Reeds de heer Krol (c.h.) deed milder
toon hooren, toen hij zijn verheuging uitte
ten aanzien van de voornemens om den ar
beidstijd te verkorten voor verplegend per
soneel in rusthuizen en de volwassenen in
den landbouw. Mevr. B a k k e r-N o r t voeg
de. met betrekking tot andere categorieën,
haar emotioneele, trillende dankwoorden er
aan toe.
Men kan zeggen, dat in het algemeen
ministers werkplan instemming vond.
Hij zet immers de oude lijn van het kabi-
net-Colijn voort, al zijn er enkele uitzonde
ringen. Zoo betreurden de heeren Korten-
horst (r.k.) en A mei ink (a.r.) het, dat
een inperking van den arbeidstijd van vrou
wen ter zijde is gesteld. Dogmatischt houdt
de minister vast aan verouderde be
grippen. Op den duur moet dat onhoudbaar
zijn, aldus de anti-rev. afgevaardigde. Im
mers we zitten nog met 250.000 werklooze
mannen, terwijl er onder de vrouwen geen
rechtheid van dit bedoelen te twijfelen.
En toch, hoe hard het moge lijken, m,
wij moeten er ons steeds weer rekenschap
van geven, dat het Godswoord van Gene
sis 3 15 zijn volstrekte waarde houdt
voor alle tijden en alle eeuwen; be
slissend is steeds de vraag: aan wiens zij
de staat gij: buigt gij u diep ootmoedig
voor den grooten God of waant gij u „een
God in 't diepst van uw gemoed?'' Voor
wie deze blijvende antithese ziet is het
geen wonder, dat Frederik de Groote en
Voltaire vrienden konden zijn, want de
eerste beleed immers, dat „iedereen op
zijn eigen wijze zalig zou kunnen worden"
en dat men over geloof en belijdenis dus
geen ruzie behoeft te maken: de vrije, on
afhankelijke mensch heeft de beslissing
over leven en lot in eigen hand.
En nu kan, wat wij tegenwoordig vaak
hooren en lezen van vrijzinnige zijde over
Godsvertrouwen, Christelijke deugden en
naastenliefde ons weldadig aandoen;
het Christelijk-humanisme, zooals men
het noemt en predikt is sympathiek en
waarlijk niet waardeloos voor het ge
meenschapsleven; maar immer is en
blijft het de mensch, die op den rechter
stoel zit en zich zelf de wet stelt. God
moge dan goed en groot zijn; in volstrekte
afhankelijkheid van Hem wil de mensch,
die zondeval en eeuwige dood, doch
daarom ook Kruis en verlossing afwijst,
niet leven
Velen zijn het wel eens met de on
schriftuurlijke berijming van Psalm 1, dat
God vriendelijk neerziet
op zulken, die, oprecht en refn van zeden,
met vasten gang het pad d" leugd
werkloosheid is. Gezinsbelangen brengen
mee aan den vrouwenarbeid aandacht te
schenken.
In denzelfden geest sprak de heer Kor-
tenhorst, die eveneens wees op de tij
den na den oorlogstoestand.
De heer Woudenberg kon zich op dit
punt evenmin met het standpunt van den
minister vereenigen.
Hen anderen toon vernamen we te dezer
zake van de dames Bak er-Nort (v.d.),
mevr. de V r i e s-B ruins (s.d.) en Dr
Vos (lib.). Hier werd een onderscheid uit
levensbeschouwing openbaar. De minis-
i e r erkende dat later ook.
Buiten dit eene punt met zekeren princi-
pieelen inslag, kwamen allerlei practischer
onderwerpen op het tapijt en werd voor
menig socialen heilige een kaarsje ontsto
ken.
Het program,
Met den hem gebrachten lof voor zijn
program toonde de m i n i s te r zich zeer
ingenomen. Voor de dissonanten van de
heeren v. Houten en de Visser zag hij
geen gegronde aanleiding, gezien den be
perkten tijd, waarover hij tot 19il nog be
schikt.
En de heer Kupers dan? interrumpeer
de de heer de Visser. Inderdaad. Ook
deze had allerlei verdergaande verlangens
geuit en hier en daar spijt betuigd. Maar
het geschiedde toch in een eenigszins am
der kader dan het tweetal, dat zich op om
redelijke wijze gelijk de Kamer van hen
gewend is ook tegen dezen minister
keerde.
Terecht kon de minister er op wij
zen, dat de heer v. Houten zich meer
bezig had gehouden met wat niet geschiedt
of geschieden kon en maar weinig met wat
voorgenomen is onder moeilijke omstandig
heden. Het program is niet „mager", meen
de de minister. En in ieder geval wil hij
zich onthouden van „veel beloven en wei
nig geven, dat de gekken in vreugde doet
leven".
Met bijzondere oldoening constateerde
hij. dat de aangekondigde vacantieregeling
het is bekend, dat daaraan sinds lang
gewerkt werd vrijwel algemeene instem
ming gevonden had, al maakte DrVos
een voorbehoud omtrent den eventueelen
inhoud.
Meer ratificaties van
Internationale arbeidsconventles
wenschten de heeren Kupers (s.d.)
Serrarens. Deze habitué's van Genève
konden moeilijk anders doen; Ncderland-
sche principieele of practische bezwaren
wegen bij hen veelal niet zwaar. De m i-
n i s t e r herinnerde er aan. dat we bij ra
tificaties niet alleen op onze eigen wetge
ving moeten letten, maar ook op die van
andere landen. Het is hekend. dat er landen
zijn, die veel conventies hebben geratifi
ceerd, maar er zich verder niets van aan
trekken. Zoo zijn wij niet en we mogen daar
om wel wat voorzichtig zijn. Veel kan er
in ieder geval in dezen tijd niet gebeuren
EEN iSï.NICOlfl AS PAKKET
VERZONDEN AAN HET VELD
pOSTADRES EEN MJL1TAJR
BENEDEN DEN BANGV^N OFFICIER,
AANGEBODEN TUSSCHEN 27 EN 30|
NOVEMBER, MET 2. ELKAAR. SNy-
DE.NDE LyNEN OVER HET ADRE-S,
men kan toch ook niet over reëele be
zwaren heenloopen en eigen landsbelangen
opofferen, verklaarde de minister.
Verordenende bevoegdheden bedrijfsraden
minister had het toekennen van
verordenende bevoegdheden aan bedrijfs
raden voorshands afgewezen. Veel tegen
stand ontmoette dit standpunt niet, al werd
o.a. door de heeren Amelink en Kor-
tenhorst aangedrongen op verdere uit
voering der bestaande wet, zulks ook met
het oog op de komende ontwikkeling van
ons bedrijfsleven. De heer Kupers (s.d.)
had al heel veel haast. Nuchter merkte de
minister hier echter op, dat arbeid in
die richting thans niet tot resultaat zou
leiden.
Wat gebeuren kan, gebeurt. Wc hebben
nu 18 bedrijfsraden en twee zijn er in voor
bereiding. De idee is op marsch!
Maar op de ontwikkeling der maatschap
pij kunnen we niet formeel gaan vooruit-
loopen. Precies de anti-rev. opvatting, had
de heer Amelink betoogd.
Uitbouw van
collectieve contracten
om een basis voor allerlei andere maatrege
len te verkrijgen, moet voorop staan. Der
gelijke contracten zijn ecliter den heer
Woudenberg te star; deze is gepor
teerd voor een glijdende loonschaal.
Och, zeide de minister, het hangt
maar van den inhoud van een contract af
of het star is. Glijdende loonschalen hebben
vooral sympathie in tijden van opgaande
conjunctuur. Voor algemeen gebruik leenen
ze zich niet bijzonder. Met allen, die er
over gesproken hadden o.a. de heeren
Amelink en Kortenhorst wilde
de minister de ontwikkeling van de c.a.o.
zcoveel mogelijk bevorderen. Mede om eco
nomische en sociale spanningen op te van
gen, zooals de heer Kortenhorst be-
ioogde. Men kan dit met hem eens zijn,
zonder zijn meening te aanvaarden, dat
stakingen zouden kunnen worden verboden
bij voldoende ontwikkeling der c.a.o.
Wij gebruiken niet, als in Frankrijk, den
minister van Sociale Zaken om dergelijke
overeenkomsten te bevorderen. Dat doen
onze rijksbemiddelaars. Rekening moet ge
houden met de ontwikkeling in de maat
schappij.
Arbeidsduur
Ovcrwerkvergunningen zullen, waar mo
gelijk, na voorlichting door deskundigen,
worden beperkt. Het redelijke zal worden
gedaan en slechts in noodzakelijke gevallen
zullen ze worden verleend.
Voor verkorting van arbeidsduur komen
allereerst in aanmerking groepen van per
sonen, die langer dan 48 uur werken. Tien
groepen zijn uitgekozen, maar de minis
ter zal blij zijn als dat allemaal lukt.
De heer Amelink had er op gewezen,
dat we hier staan voor een internationaal
vraagstuk. Dat vergat de heer Kup
Wie de zaak juist stelt, begrijpt dat. Daar
om ook heeft Genève eenigen tijd geledi
met medewerking van den heer Kupers, de
40-urige werkweek van de internationale
agenda afgevoerd.
Intusschen valt er nog wel wat te doen
ten opzichte van abnormaal lange werk
tijden. De minister heeft, zooals ge
zegd, een aantal groepen uitgekozen, waar
aan hij in de eerste plaats zijn aandacht
wil wijden.
De heer Amelink deed nog een goed
woord voor het verplegend personeel. Even
als Dr Vos en mej. de Jong (s.d.). Als
compromis werd een werktijd van 51 uur
aan de hand gedaan of een aparte regeling
voor hen, die besmettelijke zieken verplegen
en voor de ouderen.
De minister zal voor deze groep
gaarne wat doen. Maar het kan niet alles
tegelijk. Hij wil het vraagstuk opnieuw be
kijken.
Over de voorgenomen indiening van
Landbouwarbeldswet
zijn goede woorden besproken door de hee
ren Loerakker (r.k.), Amelink en
Krol (c.h.). al waarschuwde laatstge
noemde tegen al» te radicaal optreden.
De heeren Loerakker en Hilgenga
(s.d.) hadden zoo'n haast, dat -e den Hoo-
gen Raad van Arbeid maar wilden passee-
1. Dat gaat niet. verklaarde de minis-
t e r. De vroegere adviezen zijn van ouden
datum en wat ik nu wil gaan doen, is iets
nieuws, waarover alle belanghebbenden
hun meening moeten kunnen geven. Voor
het welslagen is dat het beste.
Fabrieksarbeid
De arbeid van jongens en meisjes en van
meisjes in fabrieken was een ander veel
besproken onderwerp. Het had de bijzon
dere aandacht van de dames de Vries-
B r u i n 8, M a c k a y-K atz en de Jong.
Het vraagstuk gaat ook den minister
ter harte, maar z. i. behoort het belang van
de betrokkenen bij de bespreking er van
voorop te staan en niet de werkloosheid,
zooals de heer v. Houten doet.
Waar jongelieden bij elkaar rijn. dreigen
altijd gevaren, had mevr. Mackay opge
merkt. Dat geldt voor de fabriek, het kan
toor en ook voor den huiselijken arbeid.
Wie zal de juistheid van deze uitspraak
kunnen ontkennen? Deze mobilisatiedagen
hebben er nog eens allerwege de bevesti
ging van gebracht Er is een deel van de
vrouwelijke rijpende jeugd, dat onze sol
daten opzoekt aan scholen en kazernes. Met
een natte vinger zijn ze veelal mee te krij
gen.
De zedelijkheid van jonge meisjes in fa
brieken is inderdaad een vraagstuk van
groot sociaal en zedelijk belang. Maar men
bega geen fanlasterijen, zooals gebeurd is
en blaze de zaak niet op, gelijk mej. de'
Jong het uitdrukte.
Wie dat doet, doet onrecht aan de ma-
reele kracht der meisjes in fabrieken. Haar
gevaren zijn daar niet groot er dan in aller
lei andere werkkringen.
Er is een speciaal onderzoek gevraagd,
o.a. door den heer v. Houten. Maar op
deze wijze, aldus de minister, geeft
men een klap in het gezicht van de onder
nemingen en aan allen, die er werkzaam
zijn. Echter zooals de heer Korten
horst zeide er kan wat gedaan worden
om sociale werksters in de fabrieken aan
te stellen. Deze taak kan evenwel niet door
de overheid worden overgenomen. Mevr d e
V r i e s-B r u i n s en mevr. Mackay heb
ben in deze richting gesproken en daar was
de m i n i ste r het goed mee eens.
Het punt van den
vrouwenarbeid
liet de minister verder vrijwel rusten.
Het is voor hem geen kwestie van dogma,
maar van afwegen van volksbelangen. Zijn
er sociale euvelen, dan kunnen die rustig
onder de oogen worden gezien.
Gemobiliseerden
Een wettelijke regeling om gemobiliseer
den den terugkeer in hun oude betrekking
te waarborgen er was o.a. door de hee
ren Kortenhorst, Kupers en Vos
over gesproken zou zijn het wettelijk
regelen van een moreele verplichting. Met
den heer Kortenh orst erkent de m i-
n i s t e r het bestaan er van. Gevraagd is
om de werkgevers daaraan nog eens te
herinneren door een circulaire en in de
pers. Daartoe is de minister bereid.
De regeling op zich zelf zou uitermate
moeilijk zijn; ze zou ook gemakkelijk kun
nen worden ontdoken. We kunnen ons land
op dit punt niet met oorlogvoerende landen
vergelijken.
De afdeeling werd goedgekeurd
DE VERSCHERPTE BLOKKADE
Vragen over de gevolgen voor Nederland
Bij den aanvang van de vergadering heeft
de heer Wijnkoop (comm.) verlof ge
vraagd om aan de regeering eenige vragen
te mogen stellen betreffende de verscherpte
blokkadepolitiek en de gevolgen daarvan
voor Nederland.
Over dit verzoek zal Dinsdagmiddag bij
den aanvang van de vergadering worden
beslist.
De brand te Zwolle
Wat de oorzaak was
ZWOLLE, 25 Nov. Met betrekking tot de
oorzaak van den brand, die te Zwolle ge
woed heeft, vernemen wij, dat een jeugaige
arbeider van de schoenmakersfournituren-
fabriek der firma Vecht en Co bezig was
m?t een z.g. klutsmachine, een mengsel
samen te stellen var para en benzol. Tij
dens deze werkzaamheden is een stop van
de machine losgeraakt, waardoor ongeveer
tien liter van het mengsel zich over den
vlofr kon verspreiden. Toen de jongen het
goeoje met een schop weer in de machine
wilde scheppen, schijnt er een vonk, ont
staan door de wrijving met den betonnen
vloer, in de brandbare stof terecht te zijn ge
komen, hetgeen den brand veroorzaakt heeft
Achter de klutsmachine stond een vat met
tweehonderd liter benzine en een vat met
twintig liter solutie, die terstono vlam vat
ten. De kleeren van den jongen, die de
klutsmachine had bedieoid, moesten met een
schuimbluschapparaat worden gedoofd. An
dere arbeiders hebben in allerijl hui, bran
dende schoenen uitgetrokken, om zich op
deze wijze in veiligheid te brengen voor het
vuur. De brandweer is den geheelen nacht
met het nablusschen bezig geweest
Het café van den heer Bakkes in de
nabijheid van de Nederlandsch-Duit-
sche grens, waar 9 Nov. jl. het be
kende incident plaats had. In ons blad
van gisteren gaven we een uitvoerig
verhaal over deze opzienbarende
overval, die ongetwijfeld nauwkeurig
was voorbereid.
Migraine l
"BAKKERTJE
Uit de A.R. Partij
Propagandaclubs
in Noord-Holland
Tweede lustr"tn der Gew.
Organisaties
De Prov. Organisatie van A.R. Pi-opagan-
daclubs in Noord-Holland bestaat tien jaar.
Hedenmiddag werd daartoe in Krasna-
polsky te Amsterdam, de tiende jaar
vergadering gehouden.
Na gebruikelijke opening sprak de heer D.
A. J. Spek een openingswoord, getitelds
„Tot arbeid geroepen".
Uit een vergelijkend overzicht van den
secretaris, den heer Jan W. IIolm, bleek,
d3t de toestand in vergelijking met die var*
tien jaar terug en dan inzonderheid gelet oP
de verhouding van de Partij-instanties en
Kiesvereenigingbesturen tot onze Clubs,
wel heel veel veranderd en verbeterd is.
Algemeen is men er nu wel van overtuigd,
dat het streven der clubs eenig en alleen is,
dienstbaar te mogen zijn voor de Partij en
haar beginselen. Wat dan ook in 1929 nog
voor onmogelijk werd geacht, geschiedt nu:
onze Organisatie ontvangt van het Provin
ciaal Comité en de Kamerkieskringcentralcs
jaarlijks een bijdrage voor haar arbeid.
Het clubaantal is in den loop der jaren ge
groeid. In 1929 werden in Noord-Holland tien
clubs gevonden, nu telt deze Organisatie er
25. Jammer dat verschillende clubs zich niet
staande hebben kunnen houden. Er zijn ech
ter nog allerlei mogelijkheden in de Prov.
Noord-Holland om het aantal clubs uit
breiden.
Verder wordt in het geschiedkundig over
zicht gememoreerd, dat reeds in 1920 werd
besloten tot vorming van een Comité voor
A.R.P.C.'s in Noord-Holland.
Verschillende oorzaken leidden er toe, dat
er geen nauwer contact kwam.
Met tal van Kiesvereenigingsbesturen zijn.
in de afgeloopen jaren door het Bestuur on
zer Organisatie besprekingen gevoerd.
Vanaf het begin heeft het bestuur er naar
gestreefd om op de Jaarvergaderingen een
instrueerend onderwerp te laten behandelen.
Vervolgens werd een overzicht gegeven
van het wel en wee der organisatie in het
afgeloopen vereenigingsjaar. Herdacht werd:
de trouwe medewerking ondervonden van de
heeren Rus en de Vries die hun mandaat als
bestuurder ter beschikking hebben gesteld.
Het bleek verder, dat het nog niet was ge
lukt de club te Amstelveen te doen herleven.
De kleine clubs te Santpoort en te Vijfhui
zen, konden zich niet handhaven en moesten
dus wor ien afgevoerd. De club te Lands
meer kwam weer tot leven.
Uiteengezet werd dit de gegevens die van
de clubs inkwamen ln het lgemeen een be
vredigenden indruk gaven wit-de studie be
treft en dat druk werd deelgenomen aan den
practischen verkiezingsarbeid.
Daar door de clubs geen tegen-candidatpn
waren gesteld, werd de heer D. A. J. Spek
als bestuurslid herkozen.
Na de afhandeling van de huishoudelijke
werkzaamheden, heeft de heer J. Schou
ten een politieken rondblik gegeven.
VERBAND VAN A.R. PROPAGANDA
CLUBS
De in September uitgestelde jaarvergade
ring van het verband van A.R. Propagan
daclubs in Nederland zal worden gehouden
in de tweede week van 1940. Vermoedelijk
zal de datum Woensdag 10 Januau zijn.
gEn wist hij of er in dien tijd
gekomen? Hij deed alsof ze op hem zat
ehalve de enkele ansicht had hij bijna
van zich laten hooren.
s tegen de vervelooze pottensteHing en
de klink van de bovendeur op.
het gerucht van een paar koeien,
e geul. Er stonden twee paar klompen
zeker naar de huiskamer voerde. Een
ipje was er in den tusschenmuur. Hij
het kabinet bij 'n zijraam zitten. Was
ers in de kamer dan zij?
te kijken. Hij zag het late licht achter
Ihouet was scherp tegen het raamvlak,
•er verstelwerk en er lagen papieren
ven sterdo rp el t j e.
ppen en wachten of zoo pardoes binnen-
rom pelen?
}aar in de nis van het raampje en deed
jte stond hij in de kamer. Ze keek ver-
!en aandeinenden schemer zag hij haar
lie oogen Een donker rood trok over
hier zij ik".
ir hem to en haar groet was reedc be-
„Weldet is Aort Streefgao zitte".
Dit was de eerste maal, dat hij in haar huis zat.
Na het moeilijke begin was er in den grauwen schemer
van den winteravond het gesprek tusschen hen, waarin hij
vroeg naar haar bedrijf en de zorgen. Ook informeerde hij
naar haar zoon Koos 1
Toen ze opstond, om de lamp aan te steken kwam ze
dicht bij de plaats, waar hij zat, om de lucifers van den
hoog en schoorsteenrand te nemen. Nu was er plotseling in
hem de drang om haar hand te grijpen, maar hij dacht
aan haar spottende oogen van vroeger en haarafwerende
houding.
Ze liet de luiken open.
Toen in het lamplicht begon hij te vertellen van zijn
tocht met het schip. Een voorzichtig vermeldde hij de kans
op het reddende geld.
„Ge wit nooit hoe of det ooit is te pas kan komme, es
ge wit waor ge terecht kunt".
Ze keek hem aan.
Er was even een stilte in de kamer. Enkel klonk uit het
achterhuis het gerammel met een emmer.
..Bedoelde gij daor wet mee?" vroeg ze, schijnbaa
kalm. Hij stelde ondeugend een wedervraag:
..Witte gij soms iemes die 't nooidig heet?
„Ikke
..Det he'k geheurd enik wil perbeere om oe te
helpe
Ze keek hem doordringend aan. Hoevelen waren er de
laatste maanden niet op den Canadas gekomen, die gewe
ten hadden van haar nood en zelfs geen woord van be
moediging wisten te zeggen. Scharrelaars en lui, die aas
den op voordeel, menschen, die er van spraken, dat 't toch
nog zoo'n kwaad gedoe niet was alles bij elkaar. Maar
geen van allen had de hulp aangeboden die deze jonge
kerel in uitzicht stelde.
„D'r zal niet veul te helpe zijnIk heb meer nooi
dig dan geldLaot ik 't oe mer eereluk zegge. Aort
Streef, dan kande 't ook uitbazuine net es al de aander;
de vrouw van den Canadas staot er nie best vurze
staot slecht oangeschreve bij de miense, omdet ze te
grotsch is eneer 't vurjaar komt zit ze hier of daar
bij nun aauwen boer es huishaauwster
Aarts hart bonsde. Hij had van nood weinig verstand
gehad tot voor de laatste reis. Het leven draaide best,
maar in storm en angst was hij, met den dood voor oogen,
ouder - geworden. Nu wist hij wat nood was. Iemand zat
daar onder de lamp en ze wist geen uitweg.
Jaéén uitweg tochde vernederende houding
van iemand, die buigt tegen haar wil.
Hij zelf had zijn kracht en zijn durf, zijn roekeloosheid,
toen hij het schip de Tijmer op stuurde. Hij behoefde nie
mand te vragen had hij gemeend, maar zijzij moest
bedelen om hulp en afwachten.
(Wordt vervolgd.)