'wM, CSiLAD -1vkAidf 9 L vahdeVIJF samenwerkende CHRISTELIJKE DAGBLADEN I NIEUWE UTRECHTSCHECOURANT l NIEUWE LEIDSCHE COURANT DORDTSCH DAGBLAD ~~jl I. Cijferraadsel 1, 2, 3, 4, 5, 6: een dier. Een huis zeer groot: 1, 3, 2, 4. 2, 3, 4, 5, 6: een hond. Ik denk, je raadt het nu terstond. II. Rijmraadseltje Een p is goed voor de d. By z eet men s en to. Men zoekt de k bij de v. Er is geen hard b zonder k. Vul de letters aan met woordem De vier laatste zijn rijmwoorden. III. Tover-vierkant De veertig ledige vakken moeten zodanig met getallen van 10 tot 49 aangevuld worden, dat de som van links naar rechts en van boven naar beneden 175 bedraagt. IV. Wat zou dat zijn Ik ben een bak, maar keert ge me om, Als voedsel ik dan te voorschijn kom. OPLOSSING vau de raadsels in onze vorige Kinderkrant I. De vogel is: papegaai; het vodje: lorretje. II. Het giet al 50 moeit 7 maal, het getefl 70 moet 5 maal, het getal 89 moet 12 maal doorgehaald worden. IH. De grote stad is Parijs; een t er bij maakt de naam patrijs, een vogel, waar je zeker wel eens van gehoord hebt. IV. De zak is baal; de vis is aal. OPLOSSING van de rebus in de vorige Kinderkrant Amsterdam is de hoofdstad van Nederland. EEN TEKENING MET FOUTEN Op deze tekening zijn met opzet verschillende fouten gemaakt. Minstens vijf. Probeer eens of je die fouten vinden kunt. Volgende week geven we de oplossing. WIE ZIET DE VERSCHILLEN? ■r Mientje plukt bloemen. Dat is vier keer getekend, maar die vier plaatjes zijn verschillend. Zoek de versohil'en eens op tussen de plaatjes 2, 3 en 4 met plaatje 1. DIERENVRIENDEN Ze kwamen met de trein en stonden op 't perron. Hij droeg een papegaai, die aardig praten kon; En zij een kleine hond, die stumprig zat te beven. „Kom," zei de man, „naar huis maar hebben we alles wel? 't Kind is bij jou, niet waar....?" „Bij mij?" zo sprak zij snel, „hoe kan je 't zeggen, man En ik heb 't kind aan jou gegeven!" „Wel heb ik!" riep de man, „hoe kon 'k zó slordig zijn Dan ligt het kleine ding zo waar nog in de trein!" S. ABRAMSZ. KINDERMOND Vader (tot Marietje): „Ga eens even kijken of de gangklok nog loopt". Marietje (terugkomend): „Hij loopt niet, vader, maar hij kwispelt met zijn staart". WAT MOEDER VAN MIES VERTELDE ze er wel vriendelijk bij keek? Ze was blij dat ze weer in het rijtuig terug was. Ze had er een kleur van.gekregen. „Misschien wil de juffrouw je morgen wel eens een-mooie geschiedenis vertellen van een armen man en een rijken man. De juffrouw weet wel wat ik bedoel!" zei haar vader. Daar kwam de trein aan! O wat maakte die een vreselijk leven! De paarden werden er bang van! Maar nu ging ook het hek weer de hoogte in en mocht het rijtuig verder rijden. Op het mooie tochtje vergat Mies helemaal die arme mensen. Maar de juffrouw vergat niet wat ze vertellen zou. (Volgende week verder) P)AN voelt ze hoe vader zijn arm om haar heen slaat en haar stijf tegen zich aandrukt. Nu durft ze weer kijken, want nu weet ze dat 4e rimpels weg zijn. Vader is niet meer boos en Mies zal nooit meer stout zijn! „En is ze echt nooit meer stout geweest?" vraagt Truus ongelovig. „Vanavond niet meer, want jullie gaan een, twee, drie naar bed. Als morgenavond weer de sterre-lichtjes komen vertel ik verder". 3. „Of Mies nooit meer stout geweest is? Luister maar eens!" „Stout" was het eigenlijk niet wat ik nu van haar ga vertellen. 't Was op een mooie zomerdag. Het zonnetje scheen zo heerlijk en een zacht windje maakte, dat de mensen het niet al te warm kregen. Je begrijpt, dat Mies nu niet in haar speelkamer was. 's Morgens was ze er alleen maar een poosje geweest om te leren. Maar 's middags mocht ze met haar vader en moeder mee uit rij den. Het mooie rijtuig, met twee paarden er voor, was voorgekomen en mijnheer, mevrouw, de juffrouw en Mies waren ingestapt. Mies vond het in een rijtuig veel fijner dan iri een auto. In een rijtug kon je alles veel beter zien. 't Was zo'n prachtige weg, waarlangs ze reden. En druk ook Hoeveel auto's ze niet voorbij ge leden waren, wist Mies niet, maar het waren er een heleboel. En dan al die fietsen. Veel mensen groetten vriendelijk en dan knikte Mies terug. Ze vond het wel leuk om al die mensen gedag te zeggen. Even moest het rijtuig stil houden, omdat er een trein aankwam. Die reed dwars over de weg en d^n werd er 'n hek neergelaten, net zo lang tot de trein voorbij was. Dat duurde wel tien mi nuten. Niemand mocht er door en er stonden al gauw een heleboel mensen voor het hek te wach- 456 ten. Mies vond het prettig dat ze wachten moest. Nu kon ze rustig rondkijken. Wat een mooie auto stond daar! „Kijk eens, juf, die jongen met die fiets heeft pijn aan zijn hand. Ziet u wel, hij heeft er een doek om! O, kijk daar eens! Bah, wat een vieze mensen!" „Waar dan?" vraagt haar vader. „Daar, vlak bij die boom! Ziet u wel! Bah, wat is dat meisje vies!" zegt Mies en trekt verachte-, lijk haar neusje op. Haar vader ziet ze nu ook. „Maar Mies! Dat zijn toch geen vieze mensen? Ze zijn arm en hebben geen mooie kleren om aan te trekken. Misschien heeft dat meisje van middag niet eens eten gehad!" „Nu ik vind het nare, vieze mensen", zegt Mies. „Wie weet hoe lief dat meisje is!" zegt haar vader. „Ze kijken juist onze kant uit. Zie je nu wel hoe vriendelijk ze groeten? Dat zijn vast geen nare mensen" zegt mijnheer en zet zijn hoed voor hen af. „Hè pa, groet u ze? O bah!" roept ze verschrikt. „Luister eens. Mies. Ik ken een versje, dat ik vroeger geleerd heb, toen ik nog klein was: Een man op klompen. In bedelaars lompen, Is dikwijls meer. Dan fijne heertjes In mooie kleertjes. Bij God den Heer. En weet je wat jij nu eens mag doen? Hier, geef dien man een dubbeltje en dan moet je dat meisje een handje geven!" Mies deed het, omdat vader het wilde, maar of (Ingezonden voor den foto-wedstrijd ,,Vam en voor de Vrouw" door mevr. E. Boer-van Krimpen, Hoogstraat 189, Vlaardimgen) „Zijn we niet een aardig paar?" Zaterdag 4 November - No. 44, Jaargang 1939 DE ROTTERDAMMER NIFUWE HAAGSCHE COURANT DONDERDAGAVOND BUITENLAND HET voornaamste gebeuren van de afgeloopen week moet men niet zoeken op het nog steeds non-actieve Fransch-Duitsche rfront, waar volgens de bijna stereotiep geworden uitdrukking van het officieele Fransche legercommuniqué de legers ,ykalxne nachten" meemaken, a's waren het her stellende zieken. Evenmin is er op het water-front, om een6 een oneigenlijke woordkoppeling te ge bruiken, iets voorgevallen, dat als maat- en rich ting-gevend mag worden beschouwd. Neen, ook nu weer is het een spreektribune, waarop de wereldaandaobt zioh hoofdzakelijk heeft moeten richten, en deze tribune bevond zich ditmaal ln de vergaderzaal van den Oppersten Sovjet te Moskou. Spreker was de heer Molotof, indien men althans een oommunisitisch bewindhebber, die volkscommissaris van buitenlandsche zaken, en bovendien voorzitter van den raad van volkscom missarissen is, heer mag noemen, zonder hem iin rijn revolutionaire gevoelens tekort te doen. Kameraad Molotof rangschikte zijn papieren voor het houden van een rede over Ruslands buiten landsche politiek, die sinds de met Groot-Duitsoh- land gesloten overeenkomsten imperialistisch, agressief en tot op zekere hoogte pro-Duitsch moet worden geacht. Onder zijn gehoor bevonden zich twee lieden, die zioh daarover innerlijk diep heb ben moeten verontrusten, namelijk Litwinof en Dimitrof. Litwinof, Molotofs ambtsvoorganger op" het gebied der buitenlandsohe politiek, heeft een lange en moeizame carrière eraan gewijd. Rusland voor te stellen als een vredelievend en zelfs democratisch land, een middelpunt voor allen, die met hem de leuze ophieven, dat fascisme en riationaal-socialisme gelijk stond met oorlog, wes halve men o.a. door het vormen van volksfronten tegen Italië en Duitschland zich diende partij te ötellen. En Dimitrof was de man, die het natio- tnaail-socia'isme en zijn methoden tijdens de be ruchte proces-zitting inzake den Rijksdagbrand aan de kaak stelde, op een wijze, welke zelfs zijn politieke antipoden een zekere bewondering voor (hem inboezemde. Na zijn vrijlating zocht hij cchuts in Moskou, om van daaruit ook verder het IDerde Rijk te kunnen belagen. Zien wij het goed, •dan vormt de U.S.S.R. voor deze beide mannen nu geen vaderland meer. Stalin immers heeft (Rusland gekoppeld aan Duitschland, nadat hij eerst tallooze oude partijgenooten had doen te rechtstellen, na een serie van geruchtmakende processen, uit even dezelfde oorzaak, nl., dat zij niet de nazi's zouden heulen. Terwijl Molotof sprak moeten Litwinof en Dimi trof zich inderdaad heel weinig op hun gemak hebben gevoeld. Trouwens, er waren ook nog ■anderen, die als het ware den adem inhielden. Allereerst heeft in Finland Molotofs rede opschud ding en verontrusting veroorzaakt, met name die passage, weUke zidh vrij uitvoerig met de Finsoh- ■Russische onderhandelingen bezig hield. In Hel sinki had men den goeden smaak betoond, omtrent deze besprekingen niets te laten uitlekken, omdat ■het nu éénmaal niet verstandig is, dingen als •waarover het hier ging, aan de groote klok te hangen. Wat zal men derden moeien im het over vragen, of het toegeven eventueel, van een mo gendheid, die evenzeer als -eflke andere haar pres tige voor de buitenwereld dient hoog te houden? Molotof heeft deze prestige-overwegimgen aan den kant gezet en met ronde woorden gezegd, waar het voor de Russen op staat. De Sovjets wenschen vam de huidige onrust in Europa gebruik -te ma ken, om hun positie in de Golf van Finland sterk te maken, evenals zij ook in andere Oostzeegebie den hum invloeds- en defensie-zóne verder naar voren geschoven hebben. Het kernpunt, waar in «dit geval al!es om draait, is de strategische positie Tan Ruslands tweede groote stad, Leningrad, iwelke gelagen is tusschen het Ladogameer en de Finsche Golf. Aan den zuidelijken oever van deze golf hebben de Russen, door de te begrijpen toe gevendheid van Estland, zich reeds vlootbases ver zekerd, die zij thans ten koste van Finland wen schen te completeoren, door op den noordelijken, Finschen oever, en wel op het schiereiland Hango, eveneens zulk een post te willen betrakken. Daar mee zou Rus'and derhalve de scheepvaart in de geheele golf beheersahen, wijl immers de toegang tot deze golf dan uitsluitend onder Russische controle zou wezen. Leningrad zou dan in oorlog en vrede verzekerde verbindingen met de vrije zee hebben. Echter, ook van de landzijde zou de positie van deze stad dienen te worden verbeterd, wilde zij haar rol van belangrijke oor logs- en invoerhaven geheel onbelemmerd kunnen spelen. Zij ligt na melijk zeer dicht onder de Finsche grens, en kan vanaf Finsoh grondgebied onder vuur worden ge nomen. De Russen vragen daarom van de Finnen een zekeren gebiedsafstand benoorden Leningrad, op de Karelische landengte, welke terreinafstand door hen in Sovjet-Karelie zou worden gecom penseerd. Maar de Finnen aarzelenDe Kare lische landengte, besloten tusschen Golf en Lado gameer, is voor hen gemakkelijk te verdedigen, zij is hum Maginotlinie. Deze eenmaal prijs ge geven, zij het voor schijnbare gebiedswinst elders, beteekent de grendel van de deur. De wereld vraagt zich thans af, hoe de Finnen zich uit de impasse zullen kunnen redden. Hebben zij inderdaad het ernstige voornemen, voor hun on gerepte volksbestaan desnoods te willen vechten, en zoo hun lot vam vrije menschen in de waag te stellen? De keerzijde van de medaille toont de mogelijkheid vam een langzame absorbatie door. Rusland, in plaats van zulk een snelle. Feitelijk is de keus aan beide zijden evem hache'yk. Vermoedelijk heeft ook Duitschland met groote spanning Molotofs rede verbeid, immers deze zou uitsluitsel kummen brengen over de vraag, wat men van de Russen voor steun tegen de geallieerde mogendheden vam het westen zou mogen ver wachten. Ook in dit opzicht heeft Rusland klare taal gesproken: het zal zdch onzijdig houden, en met al zijm naburen, met Duitschland evenzeer als met de Baltische staten, zijn economische betrekkingen versterken. Brengt deze verleven digde handel voor 't Derde Rijk verbeterde mili taire aspecten mee, dan heeft Moskou daar niets tegen, want het zegt een sterk Duitschland vam groote beteekenis voor den vrede in Europa te achten. Maar zelf zrich met de wapens im den strijd mengen zal het miet doen. Het heeft, in navolging van Hitlers eigen methoden, lamd na land aan de Qostzeekust naar zijn wil gedwongen, en aeht, dat het ook verder van den oorlog baten zal hebben, zonder daarbij risico op zich te nemen. Het laat de kwade krijgskansen aan zijn nieuwen, Duitsohen vriend, om zelf de vruchten, die van den zwaar geschud den Europeeschen boom af vallen, in zijn schoot bijeen te garen. In Italië heeft Mussolini weer eerns wachtaflossing gehouden, gelijk hij het noemt. Zulks wil zeggen, dat hij op groote schaal mutaties heeft aange bracht onder de bezetting der regeeringsposten. Starace, de partij-secretaTis, AMeri, de minister van propaganda, en Pariami, die met de Duitsohe stafchefs menigmaal overleg pleegde, werden daarbij naar minder belangrijke posten verscho ven. Van alle drie is bekend, dat zij voorstanders vam een op Duitschland gerichte politiek waren. Moet men uit dezen zet van den Duce afleiden, dat hij thans een andere richting uit wil, hetzij van een voortgezette onzijdigheid, hetzij van koe handel met de geallieerden? Merkwaardig is, dat Hitler Von Mackensen. zijm ambassadeur te Rome, naar Berlijn heeft ontboden. Ook Von Sohu>'en- Enorme hoeveelheden peulvruohtem worden thans van regeeringswege voor het gebruik voor legeer en vloot opgekocht. - Een partnj bruine boonen wordt voor verzending gereed gemaakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9