FINLAND, land van 7 groene goud Is dit een „gruwelsprookje' DINSDAG 31 OCTOBER 1939 EERSTE BLAD p^g] Hout, landbouw, veeteelt en duizend meren1 Het is met het wereldgebeuren uit de laatste jaren, als stond ergens een vuurtoren, waarvan het schijnsel in een wijden cirkel nu eens dit, dan weer dat voorwerp belicht. Land na land komt naar voren in de be langstelling van het schouwend en meelevend publiek en neemt gestalte aan in de ver beelding, te sterker soms naardat de uiter lijke gestalte verdwijnt en het land van den atlas wordt weggevaagd. Wij leven in een tijdsbestek, waarin klei nere of groot ere staten door andere worden opgeslokt öf slechts blijven bestaan bij de gratie van vreemde mogendheden, in het laatste geval gaat het er om, zooveel moge lijk te redden van eigen zelfstandigheid. Raken wij aan dit verdwijnen van stater of aan deze inperking van zelfstandigheid gewend? Zulks zou zeker bevorderd kunnen worden door de veelvuldigheid, waarmee wij, nog slechts in de laatste anderhalf jaar, een dergelijk voorval zich zien afspelen. Want, laat ons het niet vergeten, het was nog pas in de lente van het vorig jaar, dat Oostenrijk werd ingelijfd. Voorheen, tenzij natuurliik in een aan oorlogen rijke periode als die van Napoleon I, gebeurde het zelden, dat een staat ver dween. Na het Weensch Congres, hetwelk de landkaart opnieuw indeelde, moest men nog tot 1646, dus ruim 30 jaar, wachten, voordat iets dergelijks zich voordeed. Toen werd de vrije republiek Krakau door Oosten rijk geannexeerd. Later in 1866, voegde zich hierbij het geval van het koninkrijk Hanno ver, dat door Pruisen werd ingelijfd. Voorts zouden we kunnen wijzen op de historie van het zich tot een eenheid ontwikkelend Italië, waarvan de onderdeelen zich na volks stemmingen! aaneensloten. Doch uit de korte spanne tijds sinds het voorjaar van 1938 kunnen genoemd worden na Oostenrijk Tsjecho-Slowakije, waarvan het eerste deel protectoraat werd en het tweede veel van zijn zelfstandigheid verloor. 'Albanië, dat geheei afhankelijk werd, Polen, dat zich tusschen zijn naburen verdeeld zag, en we zouden niet nalaten te willen vermel den de Baltische staten, die verdragen moes ten afsluiten waarvan men kwalijk kan aan nemen, dat zij de bestaande situètie ongewij zigd lieten.... Maar de schijnwerper heeft het licht nog niet gedoofd. Thans, "icfat zich de belangstel ling der wereld, der oude, maar niet minder der nieuwe, op Finland. Terwijl we dit schrijven is wat eigenlijk geschieden gaat nog onzeker. Maar zorgen zijn er, en de vraag dringt zich op, hoe een en ander zich verder ontwikkelen zal. Sympathie van vele zijden In sympathie van het grootste, ja we mo gen aannemen: van verreweg het grootste deel der menschheid mag Finland zich ver heugen. Men weet het hoog te achten, als een ijverig volk, dat gewoekerd heeft met de rijkdommen van den bodem, dat gestreden heeft voor zijn vrijheid, dat zich kenmerkte door beschaving. Rijksdaggebouw te Helsinki Houttransport op het Saimameer In het aangeven van enkele historische lij nen zullen we kort zijn. Voldoende is het, eenige jaartallen te Vermelden. Al had het volk reeds vroeg een hooge cultuur bereikt, zelfstandig is het eerst sinds ruim twintig jaren. In vroeger eeuw vormde het land een deel van Zweden. Doch een positie van algaheele afhankelijkheid was dit niet. Immers, al sedert 1362 mocht het volk meewerken aan de verkiezing van den Zweedsehen koning, en zoodra in 1435 voor het eerst de Zweedsche Rijksdag bijeen kwam, had Finland daarin eigen vertegen woordigers. In 1681 ontving het, al bleef het dan bij Zweden behooren, den titel van grootvorstendom. Dat .iet eigen volkskarak ter erkend bleef, bleek ook hieruit, dat Fin land in 1640 een eigen universiteit kreeg, en twee jaar later kwam hierbij de vertaling van den Bijbel in het Finsch. In de jaren 18081809 werd Finland door Rusland veroverd, doch al bleven moeilijke jaren niet uit, ook toen behield het veel zelfstandigheid. Zoo bekwam het in 1860 eigen muntsysteem, maakte het een eigen tolgebied uit, had het sinds 1863 een eigen landdag, en deze landdag had het recht om, sedert het land in 1878 een eigen leger had, te beslissen, of dit leger buiten de grenzen van het gebied mocht opereeren of niet. Doch volkomen zelfstandigheid bleef op het program staan, en deze werd uitgeroe pen op 6 December 1917 en het volgend jaar bevestigd bij het vredesverdrag van Dorpat. Merkwaardig en vermeldenswaard is, dat Finland in 1918 nog gedurende één maand een koning gehad heeft. Overigens is het steeds een republiek gebleven. Wat het bols- jewime beteekent, heeft het volk in die da gen geleerd. Zoo moet het wel verklaard worden, dat de communistische partij ver boden werd. Het land beschikt over een fier leger, waarbij een sterke burgerwacht genoemd kan worden, bestaande zoowel uit mannen als uit vrouwen. Ook voor de verdediging het land is van groot belang, dat het gebied zeer veel meren telt, alsmede talrijke zee armen. Cijfers, die spreken! Dat het volk in zijn ruim 20-jarige periode van zelfstandigheid niet heeft stilgezeten, toonen eenige cijfers. Getallen, die anders zoo dor kunnen schijnen, spreken hier wgl een duidelijke taal. Vooraf zij meegedeeld, dat het bevolkingsaantal in 1937 3.834.""" bedroeg tegen 3.345.660 in 1917. Het gebied is 380.000 KM.2 groot, waarvan drie-kwart met bosch is bedekt. Dit laatste cijfer doet reeds zien, dat Fin land het voor een zeer belangrijk deel heb ben moet van den houtuitvoer. Het is naar verhouding het meest woudrijke land vaD Europa. Werden in 1917 244.600 standaards uitgevoerd, in 1937 was dit getal gestegen tot 1.368.500. Hiernaast kan de cellulose-produc- tie worden genoemd. Deze bedroeg in 1937 1.474.500 ton tegen 95.000 in 1917. Het geen wonder, dat groote bedragen besteed worden aan de verbetering van den hout stand. Niet te verbazen behoeft het ook, dat dankbaar gebruik gemaakt wordt vai verschillende rivieren tot het winnen van electriciteit. Ontzaglijke krachtstations wer den opgericht en een daarvan levert niet minder dan 600 miUioen K.W.U. per jaar. Zoo wordt naast het „groene goud" de „wit te steenkool" benut. Doch niet alleen op den boschbouw legt het volk zich toe. Daarnaast kunnen we on der meer den landbouw noemen. Ook hier_ is de ontwikkeling een gelukkige geweest, niet het minst in maatschappelijk opzidht. Want terwijl Finland omstreeks 1900 slechts 110.629 zelfstandige boeren telde, tegen bijv. 160.525 pachtboeren, waren er in 1937 meer dan 500.000 zelfstandige bodembezitters. De opbrengst van de rogge-oogst bedroeg in 1917 226.171 ton, in 1927 327.465 en in 1937 431.363, terwijl deze cijfers voor tarwe be droegen resp. 6.178, 28.954 en 208.611. Wat de veestapel betreft, in 1917 waren er 1.106.000 meer-dan-twee- jarige runderen tegen 1.572.000 in 1937. In 1920 waren er 233.000 varkens tegen 346.000 in 1937. Even- STRIJD BIJ DOGGERSBANK Duitsehe vliegtuigen vallen Britsche torpedobootjagers aan De Engelsche admiraliteit deelt mede, dat twee Duitsehe bombardementsvlieg tuigen gisterochtend een flottielje Britsche torpedobootjagers zuidelijk van Doggers- bank hebben aangevallen. Het is niet be kend of de vliegtuigen schade hebben ge leden. Omtrent eventueele schade aan de Britsche schepen wordt het stilzwijgen bewaard. DE „CITY OF FLINT" Is het schip opnieuw te Tromsö geweest? Meer dan dertig overlevenden van het Britsche s. „Stonegate", die door het Ameri- kaansche schip „City of Flint" aan boord waren genomen, nadat hun schip door de „Deutschland" tot zinken was gebracht, zijn gister in een haven aan de Oostkust van En geland aan land gezet. Zij staan onder strenge bewaking. Een der opvarenden deelde mede, dat de commandant van de .Deutschland" den Amerikaanschen kapitein van de „City of Flint" voor de keus stelde, het schip in den grond te laten boren, of het naar Duitschland te brengen. De kapitein verklaarde, dat hij dan liever had, dat het schip naar Duitschland werd gebracht. De Duitsehe prijsbemannlng, bestaande uit achttien man, geWapend met handgranaten pistolen, kwam aan boord, sloot de Brit van de „Stonegate" op in de ziekenboeg, doch liet den Amerikanen vrijheid van be weging. De „City of Flint" werd naar Trom sö gebracht, waar de Britten aan land wer den gezet. Nadat water was ingenomen, werd het schip buiten de Noorsche territoriale wateren gebracht. De „Stonegate", zoo vertelde een andere overlevende, was op weg van Valparaiso naar Londen met een lading salpeter. Het schip werd den 5en October door de „Deutschland" aangehouden. Op bevel van den commandant van dit „slagschip in zakformaat" verliet de bemanning van de „Stonegate" haar schip en werd aan boord genomen van de „Deutschland". Daarop werd de „Stonegate" in den grond geboord. Toen eenigen tijd later, den 9en October, de „City of Flint" werd buitgemaakt, hetgeen door niemand van de bemanning van de „Stonegate" werd gezien, aangezien zij zich niet op het dek bevonden, werd zij onder toezicht van gewapende Duitschers naar de „City of Flint" overgebracht. In de nabijheid van de Noorsche kust kreeg de „Flint" watergebrek, het schip liep de haven van Tromsö binnen en de Britten werden aan land gezet en aan de Noorsche autoriteiten overgeleverd. De Amerikaansche zaakgelastigde te Ber lijn. Alexander Kirk, heeft naar Havas meldt aan het departement van buitenland- sche zaken getelegrafeerd, dat men op het Duitsehe ministerie no" geen berichten heeft over de „City of Flint". Tromsö gepasseerd? Mevrouw Harriman, de gezante van de Ver. Staten in Oslo, heeft aan haar regeering gemeld, dat zij officieus, maar uit goede bron vernomen had, dat de City of Flint gister middag om 1 uur te Tromsö is binnengeloo- pen onder Duitsehe vlag, en een uur later naar het Zuiden is vertrokken. Mevrouw Harriman had echter op het mi nisterie van buitentandsche zaken geen offi cieel© bevestiging kunnen krijgen. Naar uit Chicago gemeld wordt, had de „City of Flint" een groote hoeveelheid lucht- turbines aan boord, die bestemd waren om ir Ierland in schuilplaatsen te worden geïnstal leerd. eens in 1920 waren er 3,7 millioen Kgr. kip- pen-eieren tegen 17,6 millioen in 1937. Zoo zouden we gevoegelijk nog even kunnen doorgaan. Maar ook op ander gebied willen we nog enkele cijfers noemen. Het wegenstelsel omvatte in 1917 48.000 Km., tegen 64.715 in 1937: in 1923 warei 1.891 personenauto's tegen 23.598 in 1937; voor vrachtauto's bedragen deze cijfers resp. 830 en 16.043. Het spoorwegnet was in 1917 3.828 Km. lang, tegen 5.489 in 1937. De scheepstonnage bedroeg in 1917 78.960, Augustus 1938 echter 310.492. Deze enkele cijfers wijzen op een snel om hooggaande ontwikkeling, waarbij men na tuurlijk niet vergeten mag, dat de interna tionale crisis van de laatste jaren haar in vloed ook tot Finland heeft uitgestrekt. Doch sedert het topjaar 1932 in Februari van dat jaar waren er 91.778 werkloozen is de werkloosheid gestadig teruggeloopen. In Februari 1936 vonden we het cijfer 20.626. Dit staat ongetwijfeld in verband met het intensiever gebruiken van eigen bodem- rijkdomimen. Waren er bijv. in 1917 32.555 personen aangesteld bij de veredeling den houtstand, het cijfer In .937 bedroeg 79.632. Een en ander doet zien, dat de zelfstandig heid van het land aan dit volk uitnemend „besteed" is. De sympathie, die genoten wordt, is alleszins verdiend. Engelsch witboek over de concentratiekampen „Geeseling en foltering aan de orde van den dag Du Engelsche regeering heeft gisteren een Witboek gepubliceerd over de toesuinden in Duitsehe concentratiekampen, voornamelijk uit :1e jaren 1937 tot 1939. Het was oorspron kelijk niet de bedoeling deze feiten publiek te maken, maar nu de Duitsehe regeering openlijk heeft verkondigd, dat zij Polen heeft aangevallen om een einde te maken aan daar heersohende „Macedonische" toestan den, nu achtte de Engelsche regeering het boter om de neutiale wereld te laten weten welke toestanden in Duitschland zelf heer- achen en geduld worden, opdat iedereen zich zou kunnen overtuigen dat deze toestanden veel erger zijn dan de gewraakte Macedoni sche en in de donkerste jaren der Middel eeuwen niet aan wreedheid zijn overtroffen Het witboek haalt dan tal van getuigenissen aan van uit Buehenwald en Dachau gevluch te personen, maar daarnaast worden rle medwleelingen aangevuld door authentieke berichten van Engelsche consulaire ambte naren, die de pogrom van 1938 hebben Lljge- woond en ook ai en toe gevangeniskampen hebben mogen bezoeken. Een heel hoofdstuk is gewijd aan de ervaringen van den Brit- schen consul-generaal te Weenen, die bij den pogrom verscheidene politiebureaux heeft bezocht om voor de slachtoffers er- lichting te bepleiten en die van hun behan deling stuitende bijzonderheden vertelt. Het witboek werd aangekondigd als ant woord op de propaganda, welke de Duitsehe regeering voor den oorlog en sedert het uit breken daarvan maakt met de gruwelen, welke Engeland 40 jaar geleden in Zuid- Afrika bedreven zou hebben en welke de Engelsche regeering van iederen grond ont bloot noemt Het Witboek vermeldt, hoe in 1935 leden van de oppositiepartijen op groote schaal ge arresteerd zijn en naar concentratiekampen overgebracht, waar zij aan de meest narbaar- sche behandeling werden blootgesteld. Gee seling en foltering waren aan de orde van den dag en het was in Duitschland alge meen bekend, dat de nationaal-socialistische beweging gruwelijke wraak nam op degenen, die het bestaan hadden zich tegen haar te verzetten. Het Witboek spreekt van 344 gevallen, waarin in deze periode Tsjechoslowaaksche burgers werden gearresteerd of aangevallen. Britsche onderdanen, met inbegrip van een lid van den staf van de Britsche ambassade, werden op straat aangevallen door S.A.-man- nen in uniform en in hun diensttijd. In een gesprek met Hitler had de Engel sche ambassadeur den indruk gekregen, dat Hitier ontevreden was over den uitslag van het proces tegen Niemöller. Hitier noemde dezen een verrader en degenen, die met hem sympathiseerden, zouden in een concentra tiekamp terecht komen. De zweep en de doodstraf' Uit den mond van voormalige gevangenen van het concentratiekamp te Buehenwald worden schrikwekkende beschrijvingen op- geteekend van de toestanden-, welke daar heerschen. De kampcommandant Rüdl zou een groep gevangenen bij hun aankomst aldus hebben toegesproken: „Sommigen van jullie zijn al in de gevangenis geweest. Wat jullie daar ondervonden hebt, is niets in ver gelijking met wat je hier zult ervaren. Jullie komt in een concentratiekamp en lat betee kent, dat je in d«e hel komt. Bij elke poging om je tegen het gezag van de S.S.wachts te verzetten, worden jullie op staanden voet neergeschoten. We kennen in dit kamp maar twee straffen: de zweep en de doodstraf". Er werd, aldus het Witboek, in Buehen wald zestien uur per dag gewerkt. Zondags eveneens. Onder het werk modht men niet drinken, zelfs niet op de warmste dagen. Het voedsel was onvoldoende, n.l. 's morgens slappe koffie en 's middags een halve liter soep en 250 gram brood voor den gcheelen dag. Het werk bestond in het verplaatsen van zware steenen. dikwijls ver boven het vermogen van een goed gevoeden man. Geeseling kwam zeer vaak voor voor kl"i ne vergrijpen als het drinken van water onder het werk. De gewone straf was 25 sla gen, die beurtelings door twee bewakers ge geven werden. Dit leidde dikwijls tot het verlies van het bewustzijn, maar tegen de Joden werd gezegd, dat de Führer zelf be paald had, dat zij wel zestig slagen konden krijgen. De gevangenen werden dikwijls wil lekeurig uitgekozen en gegeeseld. Sommige stierven tijdens de geeseling. Die het over leefden, werden naar de barakken terucge- schopt Overdag geschiedde de geesteling openhaar, als een waarschuwing voor de anderen. Sommige gevangenen werden krankzinnig en werden geketend, met een zak om het. hoofd, om hun geschreeuw te smoren. De overbevolking tartte alle beschrijving. In een harak van 70 meter bij 25 werden 2300 ge vangenen geborgen. Dagelijks hadden er sterf gevallen plaats en de nabestaanden kregen er dikwijls slechts bericht van door de mede- deeling, dat zij tegen betaling van drie mark over het stoffelijk overschot konden ira schikken. Draden onder een stroom van duizend volt, aldus het Witboek, beletten ontvluchting. Iedere schildwacht had opdracht zonder waarschuwing te schieten, wannoer een ge vangene zijn kant uitkwam. Degenen, die zich ziek meldden, werden door den kampcommandant gecontroleerd, dioaenen, die hij tot werken in staat achtto. met zijn rijzweep bewerkt. Joden inoohten hcelemaal niet ziek zijn. Zij waren lot wer ken bekwaam of ten doode opgeschreven. Een andere straf 'behalve de geeseling be stond daarin, dat het siachloffer aan zijn armen werd opgehangen en zoo tien of twaalf uur moést blijiven hangen. De S.S.-bewakers in Buehenwald waren voor liet mperendeel zeer jonge mannen, tus schen de 17 en 20, die speciaal voor dit werk waren opgeleid. Hun optreden ging alle grenzen te buiten Hot Witboek verhaalt ook, hoe de gevan genen reeds op weg naar bet concentratie kamp gruwelijk mishandeld werden. De Duitsehe autoriteiten, aldus eindigt het uittreksel, dat Reuter oris zendt, deden alles m het sterftecijfer zoo hoog mogelijk op te oeren. De gevangenen moesten zelf de doodkisten maken en de lijken werden meestal in het crematorii m van Weimar eerbiand. Tot niets in staat door de voortdurende hinder van eennwen? Kalmeer en sterk ze dan door Mijnhardt'sZenuwtabletten Zenuwstillend Zenuwsterkend Buisje 75 cent. Bij Apothekers en Drogisten. (Rncl.) Paasikivi heden naar Moskou De besprekingen, welke te Helsinki zijn gevoerd tu66ohen de Finsche regeening en de leiders van de politieke partijen ove Sovjet-Russische voorstellen, hebben, vol gens het D.N.B., tot volledige overeenstem ming geleid. Paasikivi zal hedenavond naar Moskou terugkeeren. Volgens Reuter bericht de plaatselijke pers te Helsinki, dat een hoog ambtenaar van de Amerikaansche legatie aan Paasi kivi tijdens zijn laatste besprekingen te Moskou een persoonlijke boodschap van president Roosevelt heeft overhandigd, waarin dieze uitdrukking gaf aan sympa thie voor Finland en waarin hij vroeg op de hoogte te worden gesteld van den voort gang der onderhandelingen. Turksche republiek bestaat 16 jaar Troepenschonw te Ankara Met groote geestdrift heeft geheel Turkije gister den zestienden verjaardag dier repu bliek gevierd. De steden waren versierd en 's avonds geïllumineerd en overal werden parades en feestelijkheden gehouden. De president der republiek, Ismiet Ino- noe, heeft de gelukwenschen der regeering van do parlementsleden en het diploma tieke corps in ontvangst genomen. Na de troepensoho uw heeft de presddenl op de eere-tribune een rede uitgesproken Hij herinnerde er aan. dat d)e Turksche natie sinds een jaar in eenheid en kalmte geleiefd heeft, Kerwijl talrijke naties be zorgd waren voor haar bestaan. Hij eindig de met uit naam der natie een groet te brengen aan het roemrijke leger. Vervolgens vlogen zestig vliegtuigen over het terrein, waarop padvindstere uit alle deelen des lands, twee regimenten infante rie, met vaandels en muziek, cavalerie en veldartillerie defileerden, gevolgd door aclii stukken luchtafweergeschut met tractoren een sectie schijnwerpers en een gifgassectii met gasmaskers. Honderdduizend toeschouwers juichten de troepen geestdriftig toe. Spoorwegongeluk bij Milaan Talrijke dooden en gewonden Bij Milaan i6 gisteravond een van Vene tië gekomen express-trein in botsing geko men met den electrischen trein Milaan— Rome. Tot dusver zijn elf lijken uit de puinhoopen gehaald. De sneltrein, die op weg was naar Rome en de trein, die uit Venetië kwam, liepen op elkaar bij Prica, op 4 km van het sta tion van Milaan, terwijl beide treinen een snelheid hadden van 80 K.M. per uur. De schok was zeer hevig. Twee wagons van den sneltrein braken door midden, terwijl de locomotief en de eerste wagon van den goederentrein uit Venetië in de volgende wagons liepen. Het opruimingswerk wordt actief voort gezet, maar men kan slechts langzaam vor deren omdat de redders, om de slachtoffers te bevrijden, de metalen geraamten van de wagons moeten doorbranden. Men vreest dat het ongeluk nog meer slachtoffers heeft gemaakt. Er zijn 21 zwaar gewonden in 't Kiok-enlhuis opgenomen. Het aantal lncht gewonden is veel grooter. De autoriteiten, onder wie Benni, de mi nister van verkeer, zijn ter plaatse. Hel onderzoek is terstond begonnen. De oorlog ter zee em Enkele schepei tot zinken gebi-af"' pet Lijken aangespoeld in Noijj^ De te Grimsby thuisbehoorendje Lynx II is op de Noordzee door d- j tot zinken gebracht. De uit tien k'« 61 staande bemanning is in Schot! ï1"* land gekomen. p* Gisteren is op de Noordzee in ti een tijds het te Helsinki thuis) stoomschip Juno gezonken tengev rouw, begaf zich in de reddingbo R een van de leden kwam in het recht en moest twintig minuten r«c, voordat hij door het Noorsche schip - werd gered. Dit schip nam ook de schipbreukelingen aan boord. N van hen zijn in een haven aan de .'an Engeland aan land gebracht zijn in het ziekenhuis opgenom! kleine kwetsuren of lijdende aan Het Noorsche schip „Vavangmali de Noordzee op een mijn gcloopen i een torpedo getroffen. De kapitein de dat bij een ontploffing de twe dingboot wegsloeg en de manne machinekamer brandwonden gekrq w den van den ontsnappenden stoop0! mige mannen kwamen in het watet^ de anderen gingen in de overgcblj81 dingboot en namen de drenkelir. P boord. Allen werden door een m: opgepikt T Vlotten aangespoeld Te Wliithernsea, in Essex, zijnjr twee vlotten, elk plaats biedend vai tig personen, aangespoeld. Een grie; veelheid beschuit, een voorraam! vuurpijlen en fakkels benevens eet#! navische krant werden op de vlotta 2 den. Er waren echter geen opvare» lotten konden niet geïdentific^i den. fe' Lijken op do kust Aan de kust van Norfolk zijn tvn van Duitsehe vliegers aangespoe hunner had een opgeblazen zwen de borst De man was gedood doo: gel in den slaap en, aangezien er revolverhouder op het lijk werd g neemt men aan, dat de vlieger zich leven beroofd heeft na uren in za t ben gelegen. Hij had geen papieren 1 maar wel een identiteitsplaatje. Zijl r blijven stilstaan op 5 uur. Éc mark bij zich. Men denkt, dat de beide lijken ag1 zijn van vliegers, die met hun toes# de Noordzee zijn neergehaald tijD luchtaanval op Engeland. jg Verklaring inzake de „Athenia" a De Engelsche ambassadeur te j ton heeft de Amerikaansche rege verzekering gegeven, dat de Athi j goud, kanonnen of munitie verven gezonken is door toedoen van een mijn, een Britsche duikboot of lu( van Britsche jagers, dat het schip wapend was en dat de eerste oftii. land, onder eede verklaard heeft n Anderson te hebben gesproken raag, of er kanonnen aan boord Het Noorsche dagblad Dagbla een foto van de Athenia gepublict ke door een machinist van het tankschip Ole Jacob genomen n zeven uur, nadat de Athenia door giers verlaten was. Het schip mar zij, maar de romp hield nog de waterlinie. In de buurt van het een Engelschen torpedobootji De Duitsehe verliezen Ten aanzien van 't Duitsehe lej van 28 October j.l. waarin werd ge drie Duitsehe duikbooten tot zii gebracht sedert het uitbreken van log, verklaart de Fransche admirs dit aantal vermoedelijk nog lage het aantal duikbooten, dat dooF sche marine alleen tot zinken is zonder rekening te houden met 1 den van de Britsche bondgenootei Engelsche verkenningsvli Luchtalarm te Aken De Britsche luchtmacht heeft gebreide verkenningsvluchten on over de vliegvelden in Noord-Di aldus deelt het Engelsche minis de luchtmacht mede, dat hieraan „Ondanks het slechte weer en c stand, werden vele kostbare in verkregen en vele foto's genomen Aan zijn mededeeling betreffen kenningsvluchten van gister i ministerie voor de luchtmacht nor middernacht was een onzer vliegt naar zijn basis teruggekeerd". Maandagmiddag is, volgens m gen van reizigers te Aken lucht maakt; het afweergpsehut was in actie. Er werd daardoor blij» schade aangericht Een radiotoestel feooj Wendt U dus tot de N. V. Couzv - le Midd Gijs Streef, uit het lood geslagen door de beproeving; on der den iivloed geraakt van menschen die Linderts „vroo- lijke" Christendom verfoeiden en den arbeider naar zich toe haalden met beklagen en „zware" gesprekken, gleed zacht aan weg van het pad, waarop hij door den omgang met den boer, door de vriendelijkheid en de eensgezindheid geloopen had, op weg naar het heerlijk doel. 't Had altijd in hem gezeten voor zwarigheden het hoofd te buigen; lijdelijk af te wachten wat de dag van morgen zou brengen. Misschien was het wel de verbondenheid met den polder, waarover de storm toch raasde, al gaf de almanak aan, dat de zon zou schijnen en waarop de regen striemend neersloeg als menschelijke berekening den hemel klaar dacht. Het kwam alles op zijn tijd en vaak onverwacht en anders dan gewenscht werd. En Gijs, die wel in het gebeuren om zich heen, in de wis seling der seizoenen en het verglijden van den eenen tijd in den andere kon berusten, voelde nu in de zwarigheden, die dreigend zich tastten om hun beider leven een beproeving, die hij vreesde. Maar hij wist niet, dat één hem beter kende dan hij zich zelf en dat die ééne wachtte op den tijd om naar hem toe te gaan en het goede woord te zeggen, dat hem terug moest brengen tot het oude vertrouwen en de vroegere rust, on danks alles, ondanks den kring waarin hij verzeild was ge raakt. Die eene was Lindert. Hij keerde zich niet hooghartig van den knecht af, al liet hij hem nu in zijn sop gaar koken, hij wist zijn tijd en was begaan met den arbeider, die het moeilijk had en in wen hij toch nog een broeder zag wien hij de reddende hand moest toesteken, wetende dat ze op het goede oogenblik niet zou worden teruggeslagen, 't Was niet naar Lijntjes zin, dat Lindert zoo over Gijs dacht en hij zweeg er tegen haar over, maar zijn gebed voor het naburige gezin was oprecht en hij wachtte. Aart verdween van den Elzenberm. Hij werd knecht bij een aanneemer in Deemrum, die de verzwaring van de over- verdediging aan de Beems had te verzorgen. Zoo keerde de zoon bijna terug tot de plaats van zijn Vader in diens som bersten tijd. Maar ook hier bleef Aart niet lang. want voor een maand verloopen was. meldde hij op 'n Zaterdag, toen hij uit de keet, waar hij de week van Maandag af verbleef, thuis kwam: t,'n Maondag gaoi ik vaore". Een zandschipper nam hem als knecht, meer om z'n werk kracht als om z'n kennis van het varen. Dien Zondag daarop was Stijn genoodzaakt om voor zijn uitzet te zorgen en omdat er voor hem niet voldoende onder- kleeding in voorraad was stond Knelis toe, dat van zijn goed aan den vertrekkenden broeder gegeven werd. „Lat um zoo gaauw meugelijk gaon, Moeder, dan zijn wij wieer rustig thuis. Nou had ie mijn bekaant weggejaogd". Het kwam op den Zondagavond, toen Gijs met hem op de Steeg liep tot een gesprek over de zorgen, die hij in het huishouden had gebracht en de Vader ging met sombere stem al maar door in het opnoemen van de tekortkomingen, die hij in zijn jongen had gezien. Aart verweerde zich niet. En toen Gijs tot hem de beklem mende vraag richtte, om den jongen in eens voor een be slissend antwoord te zetten: „Ik zeg oe es Vaoder, jonge, dè ge zoo es ge nou zijt vur altijd verlore gaoten wilde dè nou mee alle geweld? was het ontstellende antwoord: „Mee bangmaokerijen zijde aon 't verkieerde ketooir. Ik haauw nie van det gewauwel en ik zal best vur m'n èège zurrege". Gijs was diep bedroefd en 's avonds sprak hij enkel nog over de dingen van alledag, omdat hij voelde, dat zijn woor den zonder uitwerking zouden blijven. Hij had steeds ge vreesd, dat het met Aart slecht gesteld was en het verblijf van deze enkele maanden hadden hem in die meening moeten versterken, maar toch had hij gehoopt, dat er di hart van den afgedwaalde nog een hunkering ove gebleven naar de'rust en de verzekerdheid van zij en zijn Vader. De ontgoocheling was bitter en toe nacht schreiende aan Stijn moest mededeelen, wat had gezegd lagen ze beiden hand in hand wakker naar de grauwe lichtstreep tegen den zolder, tot d hen toe liet op te staan om den zoon uit te laten. Voor hoe lang? Gijs ging naar zijn werk en het afscheid wa! aandoenlijk. „Toch laot ik oe nie los, Aort en wet ge ook i of ge dinkt, hier veinde ~n Vaoder en 'n Moeder es we er maggen zijn. Mer den Hieere zal oe ni det geleuf ik". (Wordti KENT U het eerste deel van dit feuilleton „DE ELZENBERM"? 224 bladz., gel linnen band met gouddruktitel Een zeer mooi boek, dat de verhoudingen op het j buitengewoon goed beschrijft. Een boek dat als feuil bijzondere belangstelling wekte, vanwege de werkelq die ons yan iedere bladzijde tegenstraalt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 2