Britsche volgelinge van Gandhi Stekeligheden HUISHOUDGELD „VAN EN VOOR DE VROUW" UITGAVE VAN DE VIJF SAMENWERKENDE CHRISTELIJKE DAGBLADEN 23—28 OCTOBER. lonnei Tachtigjarig dichteres NIET ongemeld willen we laten, dat in deze week de dichteres H 1 n e Swarth haar tachtigsten verjaardag viert. Een stille figuur is zij steeds ge weest. bedeesd en weinig op den voor grond tredend, en in de laatste jaren is temidden van dezen rumoerigen tijd de eenzaamheid rondom haar gegroeid, en vanuit deze eenzaamheid is zij voortgegaan kalm en zeker, haar verstilde kunst aan ons volk te geven, haar verzen van heim wee, van liefdesverdriet, haar verzen ook van de schoonheid der natuur. Reeds in 1883 schreef Lodewijk van Deyssel over haar: „Hélène Swart verhaalt ons niet. zij zingt. In droomende. klagende, glim lachende en juichende liederen spreidt zij haar binnenste ten toon. en lispelt zij van de harmonieën, die, haar tranenvol oog tusschen de ongekunstelde, vrije natuur daar buiten en dat binnenste heeft ont dekt". Men heeft wel opgemerkt, dat het genre van Hélène Swarth's gedichten feitelijk vrij beperkt was. Het waren verzen van eenzaamheid, liefdesverdriet, schoonheid der natuur. Doch ook als we deze be perktheid toegeven dan moeten we er toch terstond op laten volgen, dat in deze ge dichten de nu tachtigjarige waarlijk groot is geweest. Het zou ons zeker niet on- wenschelijk voorkomen, dat in den avond van haar leven een bloemlezing werd uit gezocht uit haar verzen, en het dunkt ons, een waardevoller geschenk zou aan Hélène Swarth in haar grijsheid moeilijk gegeven kunnen worden. Het zou tevens nog eens klaar de aandacht vestigen op hetgeen deze vrouw met haar gevoelig hart haar gevoelig gelaat voor ons volk geweest is en nog is. Iets kinderlijks heeft zij steeds in haar verzen behouden, het kinderlijke, dat we ook aantreffen in dat mooie gedicht „Len temorgen te vinden in haar laatsten bundel. ..Beeldjes uit Vrouwenleven". We willen het hier overschrijven: „In d'ouden stoel, waar rozen en kapellen, Eens roze op groen, tot grijs op grijs [verkleuren, Zit. dicht bij 't raam, waar tortelduiven [treuren. De grijze vrouw haar zwart kleed te [verstellen. Zij luistert naar het lentebloemen-leuren. Als kwam die roep een blij verhaal [vertellen. En naar de vaas moet ze even overhellen, Waar, bruin fluweelig, violieren geuren. Het somber kleed laat ze op het vloerkleed [glijden. Van 't meisjestuintje moet haar heimwee [droomen Om 't blijde kind, dat zij was te [benijden, In 't Paradijs, waar 't nooit zal [wederkomen, Waar 't zingend liep het liefdeheil te [beiden. Bij melodie van windbewogen boomen''. NUTRICIA- KINDERMEEL officier, een meisje uit een 1/uxueuze om geving, hetwelk zoo geheel door de leer yan den Mahatma, zooals hij wordt genoemd (Maihatma beteekent groote ziel), werd „ge pakt", dat ze heel haar omgeving, haar vader en moeder verliet, om onder de di recte leer'ingen van Gandhi het eenvoudige en sobere leven te gaan leven, zooals het daar wordt gepropageerd. Voor het eerst ontmoette Miss S 1 a d e zoo heet zij haar toekomstigen meester in Zwitserland. Zij had een boek gelezen, door Gandhi geschreven, en was daarvan zoo onder den indruk gekomen, dat zij niet rustte, vóórdat zij met den schrijver in aan raking gekomen was. Doch in Zwitserland ried de Mahatma. die blijkbaar een goed menschenkenner is, haar aan, eerst nog enkele jaren bij haar ouders te b'ij ven en daar in haar oude omgeving hetzelfde leven van eenvoud te leiden, dat zij ook in Indië zou moeten volgen. Wilde zy na die enkele jaren nog overkomen, welnu, dan was zij geheel vrij. Zoo deed Miss Slade, en toen de vereischte periode verstreken was, aanvaardde zij de reis naar Britsch-Indië, waar zij werd op genomen in de naaste omgeving van Gandhi. Wijl zij enke'e talen uitnemend beheerschte. kon zij den Mahatma goed van dienst zijn door het opnemen van allerlei brieven, die hij haar dicteerde. En zoo trad zij feitelijk als zijn secretaresse op. Maar overigens moest zij zich geheel bij de gewoonten van haar nieuwe omgeving passen. Haar voedsel bestond voortaan slechts uit wat droge rijst en geitenmelk; zij moest haar intrek nemen in een leemen hut en zich vrij spoedig ot het spinnen gaan toeleggen. Wij weten niet, of zij thans nog in leven is. Maar zeker is, dat toen in den herfst het jaar 1937 een Europeesche dame Britsch- Indië bezocht, zij in de omgeving van den Mahatma ook een Engelsch meisje aantrof, dat zich zeer gelukkig voelde in den nieuwen staat des levens, dat gekleed een eenvoudige Indische vrouw: Miss Slade, volgelinge van Gandhi. ALLEN hebben we wel eens een afbeel ding gezien van dien merkwaardigen man uöt Britsch-Indië, met op zijn haviksneus een grooten bril, met zijn bijna geheel tan- deloozen mond, met zijn feitelijk kalen schedel, Gandhi. Hij zit gehurkt bij zijn spinnewiel, en gehuld als hij is in een een- voudigen, lossen mantel of zelfs van nog minder kleedij voorzien, heeft hij zeker niet den schijn van iemand te zijn, wiens invloed zich uitstrekt over schier talloozen. Zijn volgelingen echter zijn zeer groot in aantal, Zijn leven lang hij werd in het begin van deze maand 70 jaar heeft hij onvér- moeid gestreden voor de rechten der kleur lingen, der Hindoes en der Mohammedanen, Eigenlijk is het woord „gestreden" in dit verband nog iets te gekleurd, want het bij zondere van Gandhi's leer is altijd geweest, dat zijn strijd heeft bestaan in een geweld- looze ongehoorzaamheid, in een schijnbaar gevoelloos over-zich-laten-komen wat ande ren hebben beschikt, in een aanvaarden van wat er gebeurt. Juist dit optreden en deze leer hebben de genen, die in Britsch-Indië het gezag hadden te handhaven, wel voor lastige parketten geplaatst. Maar ook de volgelingen Gandhi vonden het meermalen weinig ge makkelijk, bij hun aanvankelijke houding te volharden, en soms grepen zij dan naar wapenen, wat juist niet de bedoeling van hun leider was geweest. Gandhi zelf leidt een leven van den groot sten eenvoud en heeft zijn lichaam en geest op deze wijze zoozeer gesterkt, dat hij zooals we ons nog wel zullen herinneren enkele malen een hongerkuur op zich heeft toegepast, die zoolang werd volgehouden, dat de geheele wereld feitelijk ademloos toekeek. Doch het was niet ons voornemen, te schrij ven over deze opmerkelijke figuur, al valt het niet mee, niet meer van hem te vertel len. Waar we thans even de aandacht op wilden vestigen, is het bijzondere feit, dat Gandhi niet slechts zijn volgelingen telde onder de Britsch-Indische volken, maar dat zij.i invloed in groote mate uitging op..., de dochter van een Engelschen marine- De dameskrans van Daatje ten bate van het arme bewaarschoolkind heeft deze week zijn jaarlijkschen bazaar, óndanks de moeilijk heden, toch doorgang laten vinden, omdat juist in dezen tijd, (zoo zeide de dominee, die men voor de opening gespannen had) hulp meer dan ooit geboden was. Het is mij trou wens zoo langzamerhand wel duidelijk ge worden, dat vrouwen, wanneer zij een zaar willen houden, daarvoor altijd wel aanleiding kunnen vinden en als de ba zaar als zoodanig om bepaalde redenen al te veel bezwaren ontmoet, dan organisee- ren zij theemiddagen en -avonden, welke woorden een minder agressieven klank heb ben, evenals lunapark een minder onplezie- rigen klank heeft dan kermis. Enfin, ik ben dan bazaar-waarts getogen en daar, evenals steeds, stomverbaasd vandaan gekomen, omdat men er de menschen van zoo geheel bijzondere en nooit vermoede zijde leert kennen. In de eerste plaats heerscht er een geest van algemeene ver broedering. De deftigste mevrouwen, tegen wie ik in mijn winkel den hoogst onder- danigen dienaar speel, voor wie mijn stramme rug gewillig den vorm van hoepel aanneemt en die voor mijn diepen groet op straat een hooghartig knikje over hebben, komen mij hier luidruchtig tege moet: Ha, daar hebben wij mijnheer de Man, die zal toch zeker wel een lotje voor die prachtige sprei van mij nemen. Zij pakken mij vertrouwelijk bij den arm of bij een knoop van mijn vest en, mij overladende met vriendelijke woorden, brengen zij mij bij hun stalletje, waarvan ik beslist een ONRADS GROOTE MARICT 8 ROTTERDAM HANDWERK-BEN00DIG0HEDEN chineesche vaas of een pakjc maizena-pud- ding moet koop en. En dan de heeren, de breede en gevulde heeren met de goed gesneden costuums, de breede dassen, de witte boorden en met de voortreffelijke positie in de maatschappij. Zij hangen hier den kwajongen uit. Zij zullen de animo wel eens inbrengen. Schieten? Goed, schieten! Vooruit mannen, de man een kwartje en dan met zijn tienen om een taart. SjoelenGoed, sjoelen. Vooruit met de geit. De man weer een kwartje en dan met zijn vijftienen om een kinderjurk. Heb je daar niks aan? Wel. da's juist loJlt'g! Hier met die kinderjurkZe slaan elkaar op de schouders. Ze verdringen zich luidruchtig den sjoelbak. Straks gaan ze grabbelen, één keer, twee keer, wacht, we zullen even die heele grabbelton leeg halen! En de schare 'oazaar-bezoekers is verbaasd en verrast. De schoolkinderen zien hun hoofd- onderwijzer, de kantoorbedienden hun procuratie-houder, de belastingambtenaar tjes hun ontvanger, de gemeenteleden hun dominee baldadigheden uithalen op dit ver broederingsfeest ten bate van het arme bewaarschool ind. Had je gedachtdat Die Die nog zoo grappig uit den hoek kon komen? 't Is anders zoo'n stijve vent. Ja, je maarEénig anders van den dominee, hij net doet als een gewoon mensch. Ja, ik ben weer verbijsterd van den bazaar teruggekomen met de volgende artikelen, een gebreide bouffante, die ik nooit zal dra gen omdat ik een hekel heb aan dassan, een flesch limonade, veroverd bij het touwtje trekken, ■'.en papieren toeter, een busje maggi-blókjes, een reclame-potlood van de wasscherij „De Zilveren Maan", een recla- ne-aschbak van de machinale tabakskerverij ,De Damper", een hardgroene bloemen kaas in den vorm van een kikker, een reclame-bloknootje van de waxine-lichtjes- fabriek ,Pe Lichtbron" (dat had ik net nog noodig) en een kralen ketting, die door schelle kleuren modern probeert te zijn. Bij elkaar heb ik daar voor f 7.25, dat bedrag zitten dan ook nog in mijn kan sen op een poppenhuis en een vliegtocht met de K.L.M. Het zou spelbrekerig en flauw zijn om te zeggen, dat ik het bedrag maar beter direct op de giro-rekening van den penning meester van de onderhavige vereeniging had kunnen overschrijven en daarom zeg ik dat niet. Waarom zouden we ook niet. als andere middelen falen, onze Chr. doeleinden instellingen bij elkaar sjoelen en schieten of aan babykleertjes en andere nuttige en on nutte dingen bij elkaar kóóp en? Mogen wij dan niks meer hebben? Met een kleine va riatie op een bekende uitdrukking zou ik kunnen zeggen: Men letf op 't middel niet, teil' het doel alleen. Maar, daar kwaad denkende lieden hierachter mogelijk stekeligheid zouden zoeken, zeg ik dit t deeLd. Missohien stelt de man in het eene geval meer eisohen dan in het a' lere, en is hij met soep of een „kMekjesdag" als middagmaal tevreden, terwijl een ander er op gesteld is, dat een meer uitgebreid avondmaal wordt opgedischt. De eene huisvrouw beschikt trouwens ook over meer tijd dan de andere, en kan haar levensmiddelen inslaan in een winkel, die tegen een legeren prijs levert, maar die verder weg is. Vanzelfsprekend zal dan niet altijd op eerste kwaliteit gelet worden. alleen op den prijs. Wij kunnen nimmer over anders zaken oor dee!en, en man en vrouw moeten samen tot een oplossing zien te komen over derge lijke punten. Het hangt er eveneens veel van af op welke wijze de vrouw haar huishoudgeld ontvangt, namelijk, of zij het op gezette tijden krijgt, dan wel bij gedeelten, zooals het uitvalt, waardoor een rationeele verdeeling niet wel mogeldjk is. Het gemakkelijkst kan men een overzioht krijgen, indien men het geld maandelijks of wekelijks ontvangt, en steeds alle uitgaven, ook de kleinste, noteert. Een specificatie van alle levensmiddelen wordt van dag tot dag gemaakt en opgeteld, zoodat een overzicht per maand uitgetrokken en tevens verge leken kan worden, waar en of men bezui nigen mooht. Natuurlijk zijn er ook huisvrouwen, die zelfs met groote bedragen niet rondkomen eenvoudig de waarde van geld niet kennen, doch deze laten wij buiten beschouwing. Anderen, vooral jonggetrouwde vrouwtjes, voor wie alles wat huishoudelijk is nog wennig is, zullen met haar man samen trachten na te gaan wat wel en wat niet kan. Huishouden is een kunst, doch een die ge makkelijk aan te leeren is, indien in eerste instantie de wil aanwezig is, waardoor ten slotte de kwestie van het huishoudgeld eveneens opgelost kan worden. 'n Lang vergeten kunstnaaldwerk in eere herC Applicaties op tulle werden een aantal jaren terug zeer veel toe gepast, doch hebben plaats moe ten maken voor andere hand werken. Thans gelden zij weer als zeer nieuw en inderdaad is het een bijzonder mooie wijze van gar- neeren. Vooral in den vorm van een klein garnituur of een kraagje, zooals onze schets deze te zien geeft. Men neemt als hoofdmateriaal wit of ivoorkleu rige tulle en werkt hierop mo tieven van wit batist of crêpe de chine, terwijl met borduurkatoen gefestonneerd wordt. Men be gint het grondpatroon, fig. 1. te teekenen en brengt dit door middel van kleine rijgsteekjes op de tulle over. De bloemen-motieven, die men op natuurlijke grootte weerge geven ziet, worden op de zijde of het batist overgebracht met behulp van carbonpapier, daar na knipt men b.v. een rechthoek uit, die aan alle kanten 2 cM. grooter is dan het motief en rijgt de verschillende motieven .p de tulle, werkt den buiten kant daarna op de dubbele stof om met een aaneengesloten ry festonsteken, die naar den bui tenkant moeten vallen. Ten slotte knipt men de bovenstof langs de festonsteken af In dan <ziet de applicatie er als bijgaan de afb. uit. De tulle wordt daar- den omtrek afgebiesd. Fig. II geeft het tulle vlinder tje te zien, dat men eventueel i^er dubbel kan maken, en zelfs drie lagen doen I ken. In het midden op 3 cm breedte |rj0g het goed. Alleen het bovenste deel appli- en er b.v. een zwart fluweelen sti je 1 queeren en van alle den buitenkant verwer-l hechten of een olips over dragen. jen Zoo teeken ik dan, MIJNHEER DE MAN. IK kom niet uit met mijn huishoudgeld". Een oud thema, dat reeds ontelbare huisvrouwen hebben besproken en nogmaals besproken met haar echtgenooten. Zeer veel hangt met dit probleem samen. Vrouwenzorgen en vrouwentranen, mannen- toorn en huiselijke oneenigheden, verwijten, rekenen, bezuinigen enz.... Waarom is het huishoudgeld soms niet toe reikend? „Omdat het te weinig is," zegt de huisvrouw mismoedig. „Neen," antwoordt de echtge noot, „omdat je niet weet te passen en te meten, omdat je te royaal bent. Mijn moeder heeft nooit meer gehad en de vrouw van mijn collega krijgt ook niet meer." Hierin ligt juist hetgeen meestal zoo onaan genaam treft, namelijk het maken van ver gelijkingen met andere vrouwen. Zelfs wan neer de eene vrouw met een bepaalde som weet rond te komen, en zelfs nog weet te sparen, wil dat volstrekt niet zeggen, dat beider omstandigheden precies hetzelfde zijn. Het is evenmin een bewijs, dat de eer ste een perfecte huisvrouw is en de andere te kort schiet in haar taak. Een vaste norm noch regel is voor inderdaad toereikend huishoudgeld aan te geven, aangezien de verhoudingen in schillende gezinnen verschillend zijn en ieder geval op zichzelf dient te worden beoor- Houdt U van een warm ontbijt? Met het kouder worden vraagt een wai ontbijtgerecht weer de aandacht van de huis vrouw. Wie het zich gemakkelijk wil maken, kan een flesch pap koopen by een melk inrichting en deze in een pan met water opwarmene (schoteltje onder in de pan, anders springt de bodem uit de flesch). Op deze wijze bespaart men zich ook het schoon maken van een pan. Wie liever zelf z'n potje kookt ,kan op ver schillende manieren te werk gaan. Bij 't woord „pap" wordt veelal 't eerst gedacht aan havermout maar we kunnen ter va riatie ook rijst, griesmeel, macaroni, vermi celli of gort gebruiken. Van de laatste wil len wy U een gemakkelijke bereidingswijze aan de hand doen, zoodat U 's morgens al leen maar wat melk aan de kook behoeft te brengen, om een bord pap te bereiden. Deze bereidingswijze heeft tevens voor, dat de melk lekkerder van smaak blijft en een hooger gehalte aan vitamine behoudt, daar zij slechts even behoeft te koken. GORT MET WARME MELK (4 personen) 150 gram (iy2 ons) gort, 1 liter water, een snuifje zout, ongeveer liter kokende melk. Laat de goed gewasschen gort met het water een paar uur weeken. Breng ze met het weekwater en een heel kleir beetje zout aan de kook en laat ze zachtjes gaar worden (ongeveer 2 uur). O f wel: Laat de geweekte gort een half uur koken en zet de pan daarna in een hooikist (of pak haar in kranten) en laat haar daarin minstens 6 uur staan (b.v. een nacht). Dien de gort koud op, als een stevige massa; giet er op de diepe borden kokende melk over. Presenteer er suiker bij. cUw -fiéndensn ■xyaolot op Jkoop! KNIPPATRONEN Het model van deze elegante bo- ierojurk leent zich het meest voor grootere meisjes, van acht jaar en ouder. De jurk zal het met dit mode 1 zeer goed doen wanneer de ze gemaakt wordt van zwart fluweel met de garnee ring wit of rose crêpe satijn. Ook blauw met licht blauw, of wit er bruin met crème of rose geeft een goede combinatie. Niet alleen van fluweel, doch ook van een wollen stof zal het een gekleed jurkje worden wanneer de juiste garnee ring wordt geko zen. Het plastron met het kraagje wordt los op de bolero geknoopt, de mouwkapjes worden aan d« korte mouw vast werkt. Men kan het patroon echter ook met lange mouw bestdien. Voor elke ■ogen voorkomende maat zijn op-maat-g patronen te bestellen. Men meet de volgende maten: De halve bovenwijdte, van midd< n' onder den arm doorgemeten, tot voor. De lengte, van het hoogste punt schouder, naast den hals, zoo lang jurk wenscht. De taillewijdte, strak om de taille. De heupwijdte, over het breedsl heup, glad gemeten. De mouwlengte, van den schoudi tot den pols. De prijs van het op-maat-gemaakl met bolero, bedraagt 50 cent 5 toe te zenden aan de Redactie <vi Voor de Vrouw", adres: Adminisb ons blad, pi/,c BESTELBON voor Patroon NcT Ondergeteekende wenscht te ontjtro het patroon van de bolerojurk fcer met korte mouw, met lange mouwpte doorhalen wat niet gewenscht Ijc Halve bovenwijdte Lengte .feit fctii Taillewijdte s Heup wijdte rtn Mouwlengte (alleef^ vullen voor lange lL Leeftijd <ed< Naam Zck A J I001 ■\dres nla J k ■Het zoetmiddel bij uitnemendhf» Zt Prijs per onsbusje JLV Prijs per halfonsbusje ij^ (Naar verkiezing poeder of klonf^ Probeert eens een proefpakje van 50 SUKRETTEN-klontjes (f_ en U zult tevreden zijn. ui 9 ZOMERTIJD 0 RH A BAR EERTIJD 9 INMAAKTIJD Êk SUKRETTENTIJD ER is een nieuwe poli tieagent aangesteld. De man is geen inboorling van het stadje. Daardoor is het te verklaren, dat hij van Jantjes bestaan niet afweet. En dat alleen kan dan ook als verschooning voor zijn optreden dienen. Nu gebeurt het, dat Jan tje op een vroegen morgen in November, even vóór vier uur, niets kwaads vermoedend, zijn huisje verlaat. Vrouw en kroost slapen nog en bevroeden zelfs in hun naarste droo men niet, welk gevaar hun man en vader bedreigt. De straatlantaarns zijn uit, gedoofd door Leen, den waterstoker, die nog vroe ger dan Jantje met zijn langen stok de stad door kruist, om overal de gas- kraantjes uit te draaien. Maan noch sterren ver lichten den schemer van 't slapende stadje, door welks straten Jantje pijl snel, als een schim glijdt. Die schimachtige indruk wordt nog versterkt door het geruischlooze van zijn voetstappen, dank zij de vilten pantoffels, die hij zelf telkens kunstig van nieuwe zolen voorziet. Die zolen snijdt hij uit oude fietsbanden, die de lom pengrossier hem voor een krats afstaat. Het is ver wonderlijk hoe vlug hi: voortschiet op deze voet bekleedsels. Maar dat is dan ook noodzakelijk want hij moet voldoen aan een eisch, die bijna on mogelijk is. Hij moet een zestal slapers, die elk enkele minuten van elkaar verwijderd rusten, op het zelfde tijdstip wekken. Zoo komt het, dat hij 's morgens vroeg in voort- durenden draf loopt, als iemand, die zich voor een wedstrijd traint. Op zichzelf kan dit geen noodlottige gevolgen voor hem hebben, tenminste niet, zoolang zijn adem toereikend is, om zijn korte beentjes bij te hou den. En met zijn adem heeft Jantje geen last. Doch de esschenhouten bijl- steel, het attribuut, dat hij tot richtige uitoefening van zijn ambt bij zich draagt, zal de oorzaak van zijn leed worden. Jantje is dan genaderd tot zijn eerste deur en be werkt die met korte, vlugge slagen in het tempo van zijn gang, dien hij niet onderbreekt om niet van dreef te geraken. Angstwekkend klinkt het bom-bom-bom van den harden klopper door de stille straat. Driftig bom bardeert Jantje door tot hij het antwoord van uit de woning verneemt, een on- geduldigen, onverstaanba ren kreet. Tevreden snelt hij verder en even later herhaalt zich hetzelfde tooneel. Doch de derde en al Jantjes vol gende klanten kunnen dien dag uitslapen, als de macht der gewoonte hen tenminste het bed niet uit drijft. Want, reeds heeft hij zijn porstok weer drei gend boven zijn hoofd ge heven, als een stevige hand hem krachtig bij den schouder grijpt. „Welja, kwajongen, wat zijn dat voor malle stre ken? Wat doe jij hier bij nacht en ontij burenge rucht te maken? Weten je ouders dat?" Bij elke rollende r schudt de witgehandschoende hand Jantje heftig heen en weer. Jk.... ik pop-pop-pop..." stottert het slachtoffer van des agents dienstijver tjes eenzaamheid door. Diep verslagen zit hij op de smalle bank tegen den muur. Hij, Jan van Krib ben, borstelmaker van zijn vak, bovendien begiftigd met het ambt van stads omroeper en porder, hij, die niemands vijand is en zelfs een dirrikteur onder zijn porklanten telt, zit daar op het plaatsje van boeven en dronkelappen. Hij wordt koud en heet van ergernis en narigheid. Dat hij zijn ontbijt mist, voelt hij niet eens. Wat is Uit den tijd der broodkaarten „Ja, jij poppoppop, je hoeft mij hier niet te ver tellen, wat je uitvoert, 't Zal wel niet veel goeds zijn. Brave jongens gaan niet op den loop, als ze een agent zien. Op het bu reau zullen ze je wel na der spreken, mannetje, kom maar mee." En eer Jantje zijn sprank en denkvermogen heeft teruggekregen, ziet hij zich eenzaam opgesloten in het arrestantenlokaal. Zijn vorstok is hem, als zijnd overtuigend bewijsmate riaal en medebedrijver van het kwaad, ontnomen. De uren vergaan. Allerlei geluiden dringen tot Jan- honger vergeleken bij de schande. O, de schandeHij zit.Hij heeft gezeten.... Dat kan het water van de zee niet meer afwasschen. En Jantje, die nog nooit iemands vijand is geweest voelt haat in zijn hart ko men. Haat tegen dien agent, dien pliessievent. dien langen lummel met zijn witte handschoenen, t Mag niet, je naaste ha ten, dat weet hij maar hij kan er niets tegen doen Hij haat hem. 't Geeft hem voldoening en maakt hem tegelijk diep ongelukkig. Dat hij nu toch hier zit! Wat zal Jet wel denken? Hoe laat zou 't al zijn? En hoe lang zullen ze hem hier houden? En waaróm zit hij hier? Vruchteloos pijnigt hij zijn hersens om een antwoord op al die vragen. Eindelijk hoort hij een sleutel in 't slot omdraaien. Een agent komt hem halen om hem voor den commis saris te leiden. „Afaar Klinkie," zegt deze verbluft, als hij den arres tant ziet, „dat moet een vergissing zijn!" O, wat doen die 1voorden Jantje goed. Hij voelt zich al half in zijn eer hersteld. De tranen schieten hem in de oogen. JrDe kroon is vanmorgen van mijn hoofd gerukt," zegt hij met bevende stem. ,JJan zal ik hem d'r weer opzetten, Jan," zegt de commissaris ernstig. Een agent bij de deur snuit luidruchtig zijn neus. De commissaris belt en de agent van dien morgen moet komen, die lange met z'n witte handschoenen. Nu is alles binnen enkele minuten ontraadseld. Jan tje voelt geen haat meer. Hij heeft medelijden met de domheid van den man, die niet weet, wat een vorder is. En als de agent een excuus stamelt, dat onverstaanbaar is, zegt Jantje grootmoedig: „jij dee je plicht en ik dee m'n plicht; maar jij wist niet, dat ik mijn plicht dee en ik wist niet, dat jij je plicht dee en daar had je 't noul" zegt de wenkt hij heen „Zoo is 't net," commissaris den agent, dat kan gaan. Dan betaalt hij Jantje een rijksdaalder schadever goedinguit voor den ver loren morgen, 't Is een rechtshandhaving op zijn eigen houtje, want hij be taalt de „schadevergoe ding" uit zijn eigen zak. Maar hij mag Jantje wel en hij is vrijgezel en hij weet, dat Klinkie een groot gezin heeft. De agent moet echter nog lang van zijn kameraden hooren, dat hij een uitste kende „dievenvanger" is. Jantje gaat blijmoedig naar huis. Behalve den rijksdaalder heeft hij ook nog een vel papier meege kregen. Daarop staat uit drukkelijk vermeld, dat Jantje niet gezeten heeft, maar door een noodlottige vergissing enkele uren is opgesloten geweest en zoo doende verhinderd zijn klanten te wekken. „Hier heb je nou een ver rassing var. mijn." zegt hij trots tegen Jet, als hij thuis komt. Verwonderd draait ze het geldstuk om en om. En als ze alles weet, zegt ze: „je 1 ebt het zuur genoeg ver diend, Jan, maar het komt net van pas, want Geer tjes schoenen zijn totaal versleten." Zoo volgt op dien droeven morgen toch nog een blijde dag. Wordt vervolgd. DE BESTE RtCEP" NECTAR ESSENC zooals Sinaasappel, Citroen, Ai bozen. Marasquin, Amandel, em Bloemenollën met recepten vooi water, pommade, brillantine, PrU» ƒ0.40,—. Vraagt steeds mi B|J apothekers en drogisten Een ideale haartint e betooverende glans :ongen de dichters d spoeling LU MINE LU MIN EX geoft stanto Vlte". Importeur vc IHESKER, Ta* MELLONA en ADELSi HONING VLOEIBARE ZONNESCHIJN GEZONDHEID m 1 VRAAGT ÜW '.VINKEj N.V. Bijenstand „MELLONA" Si.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 8