Onze financieele situatie
OEKRAÏNE, GRENSLAND
MAANDAG 23 OCTOBER 1939
EEN KWADE VONDST
Minister de Geer heeft reeds geantwoord
op de critiek, welke op zijn voorstel tot
voorloopige belastingverhooging is uitge
bracht, in het Yoorloopig Verslag was er
ook nadrukkelijk op gewezen, dat het on
redelijk is om de belastingbetalers in Je
gemeenten van de tweede en derde klasse,
die reeds in ongunstige conditie verkeeren,
nog eens extra te doen bijdragen voor liet
tekort in de rijksschatkist. Omdat de ge
meentebelasting reeds hoog is, zullen ze
meer dan de andere voor het rijk moeten
offeren. Het is onrecht met interest op
interest.
Neen, zegt minister de Geer, het is vol
komen logisch. Want, zoo vervolgt net
betoog:
Dat de klasse-indeeling geen geschikte
grondslag zou vormen voor een rijkshef
fing, heeft hem verwonderd. Die indee
ling berust niet, of behoort althans niet
te rusten op den geldelijken toestand van
de gemeente, maar op het feit, dat een
zelfde inkomen in een gemeente een
andere beteekenis heeft dan in de andere.
Het is een vondst; maar het is o. i. een
kwade vondst. Wat heeft de belastingbeta
ler aan de ijdele filosofie, dat de indeeling
in klassen behoort te berusten op het
verschil in kosten voor levensonderhoud,
waarvan men aanneemt (het is telkens
ontkend) dat deze b.v. in plattelands
gemeenten lager zijn dan in de groote
steden?
Men mag vragen of de minister van Fi
nanciën dan zóó ver buiten de praktijk
staat, dat hij zich meent te kunnen ver
dedigen met een zuiver academisch argu
ment? Zeker, de indeeling behoort te
berusten op het feit dat men ergens op het
platteland met een gulden meer kan doen
dan in den Haag of Rotterdam; maar an
dere feiten hebben deze redeneering al
lang ondersteboven gegooid.
Veel meer dan de kosten van levens
onderhoud speelt de financieele toestand
der gemeente een rol bij indeeling in klas
sen. Meermalen hebben ook colleges van
Gedeputeerde Staten op een andere klas-
sificeering aangedrongen met het alles-
beheerschende element dat de inkomsten
verhoogd moesten worden. Aan de levens-
kosten dachten zij noch de Ministers, die
zulks als voorwaarde stelden voor een
extra bijdrage.
Dat de Financieele verhoudingswet niet
bracht, wat minister de Geer beoogde en
verwachtte, betreuren wij met hem, doch
daarom mag hij zijn oog niet sluiten voor
de werkelijkheid. Wij hopen, dat de Kamer
het onrecht niet zal tolereeren.
ONBILLIJKE
BELASTINGHEFFING
Wij hebben er onmiddellijk de aandacht
op gevestigd, dat het heffen van opcenten
op de Gemeentefonds- in plaats van op de
Rijksinkomstenbelasting alleen belasting
technisch te verdedigen is. Overigens is er
alles tegen. Want het zou immers logisch
zijn, dat men verhooging van de inkomsten
voor het Rijk zoekt in opcenten op een
rijks- en niet op een gemeente-belasting.
Intusschen, met deze „schoonheidsfout" zou
men, om in de taal van den Minister van
Financiën te spreken, genoegen kunnen
nemen, indien er geen andere, ernstiger
bezwaren waren.
De eerste bedenking is deze, dat thans
veel meer contribuabelen, dus ook kleine
luiden onder de verhooging vallen, dan
anders het geval zou zijn en tevens, dat ie
hooge inkomens eenigszins gespaard wor
den. Gezien den nood van de schatkist kan
men dit bezwaar misschien ovor het hoofd
zien.
Het andere, waarop wij in ons blad var.
7 October speciaal de aandacht vestigden,
zal op een of andere wijze opgeruimd moe
ten worden; want anders zou men de arme
gemeenten en haar bevolking schreeuwend
onrecht aandoen. In bedoeld artikel is met
feiten en cijfers duidelijk gemaakt, dat üe
indeeling der gemeenten in drie klassen de
gemeentefondsbelasting ongelijk zwaar doet
De belastingplannen der regeering
Bij de bespreking van het financieel be
leid', waarschuwt de Regeering tegen een te
schoone voorstelling var. den financieelen
toestand vóór den oorlog.
Het is goed, naast het nominale, ook het
reëele tekort te ramen. De gevolgen van het
nalaten der stortingen in de fondsen bleken
onlangs overtuigend bij het Spoorwegpen
sioenfonds, waar de jaarlijksche bijdrage
van vroeger 9 millioen gulden, moest ver
hoogd' worden tot 16 millioen gulden.
Na inzage van de gegevens omtrent het
ivaliditeits- en ouderdomsfonds, is de Mi
nister versterkt in de overtuiging, dat het
aarlijk geen overdreven possimisme is, in
dien men de verzuimde fonc'jsstortingen in
rekening brengt bij een raming van hei
„reëele" tekort
Wat de Staatsschuld betreft worde 't oog
niet eenzijdig gericht op het bedrag van de
aflossing De conversie was hoogst nood
zakelijk geworden door d«e aanzienlijke stij
ging, welke de begrooting van den kapi-
taaldienst had ondergaan. Die stijging is
sindsdien doorgegaan.
Wat intusschen voornamelijk aandacht
verdient, is ue toeneming van dat deel der
schuld, waarvoor feitelijk naar redelijke
eischen van financieel beheer niet geleend
had mogen worden. In de eerste zeven cri
sisjaren had circa f 500 millioen van de
schuldtoeneming betrekking op uilgaven,
welke in normale omstandigheden ten laste
van een gewonen dienst hadden moeten
komen. Dat dit bedrag in de jaren na 1936
nog aanzienlijk is gestegen, behoeft wel
geen betoog
Tot defaitisme behoort dit minder gun
stige financieele beleid zeker niet te voe
ren. Daartoe bestaat zelfs geen reden,
wanneer de nieuwe oorlogstoestand in
het beeld wordt ingevoegd. De goede
symptomen, waarvan het voorloopig ver
slag gewaagt en die wezen op een herstel
in onze volkshuishouding vóórdat de
bij te knippen en de geit kaal te scheren,
oorlog uitbrak, spreken van innerlijk
weerstandsvermogen, dat ook nu ons ten
bate kan komen. Mits men de oogen niet
voor de werkelijkheid sluit ~n de vaste
wil aanwezig zij den toestand meester te
blijven en de daartoe onvermijdelijke of
fers te brengen.
De Regeering blijft voorloopig van mee
ning, dat de termijn van aflossing van de
onder de werking van het leeningfonds .'al-
lende leeningen op niet langer dan vijftien
jaren dient te worden gesteld.
De Regeering had tegen het inmiddels in
getrokken wetsontwerp tot heffing van een
nationale inkomsten- en winst-belasting be
zwaren; o.a. betrof dit de ingewikkelde rege
ling en het ontbreken van ruimte voor af
trek van noodzakelijk levensonderhoud. Af
schaffing of verlaging van bestaance beu
lingen acht de Regeering niet gerechtvaar
digd, al zal ze ter gelegenheid van de voor
genomen herziening der inkomstenbelasting
onder de oogen zien of hierop een uitzon
dering is te maken.
Belastingplannen
drukken op de bevolking. Immers, wie
gelukkig is in een eerste klasse gemeente
te wonen is er wat de gemeentefondsbetas
ting betreft veel beter aan toe, dan wie bur
ger is in een armelui's gemeente.
Dit is reeds in strijd met het principe
van de wet, welke we ook aan minister De
Geer danken en die beoogde om de belas
tingdruk in de verschillende gemeenten te
nivelleeren. Toen er op genoemde belasting
opcenten geheven moesten worden, kwam
die gelijkstelling reeds hevig in 't gedrang
en was het weer beter wonen in Wassenaar
dan in Rotterdam en goedkooper in Heem
stede dan in Haarlem. Maar de meer
opbrengst komt dan toch aan de woon-
gemeente ten goede.
Wanneer nu echter op deze belasting
45 opcenten geheven worden ten behoeve
van het Rijk, dan is het resultaat, dat de
zwaarstbelasten nog eens extra zwaar ge
troffen worden. Of, om de voorbeelden uil
ons blad van 7 October te herhalen: als de
contribuabele in Den Haag 2.70 moet op
brengen voor het tekort in de Rijksschat
kist, dan wordt van zijn medeburger in
Rotterdam 3.60 gevraagd, doch de arme
tobber in honderden gemeenten, welke in de
derde klasse zijn ingedeeld, moet 4.50
dokken. Dat is toch de onbillijkheid in t
kwadraat Omdat men uitzonderlijk veel
voor eigen gemeente moet opbrengen, wordt
men veroordeeld meer dan anderen in het
rijkstekort bij te dragen.
Het is ondenkbaar, dat de Kamer deze
schromelijke fout zal tolereeren en dat de
Minister dit onrecht ».zou goedpraten. Het
feit, dat het waarschijnlijk slechts
voor 16 maanden zal gelden, mag geen
reden zijn de wol van het schaap slechts
Bij de Kon. Mij „De Schelde" te
Vlissingen is Zaterdag Hr Ms „O
21" te water gelaten. De doopplech
tigheid werd verricht door mevr.
Kwak. de echtgenoote van den in
specteur van den marine-stoomvaart-
dienst.
de dividend- en tantièmebelasting kan als
olgt worden verklaard. De Regeering
van oordeel, dat het wenschelijk is, een
deelte van de benoodigde middelen te vin
den door zwaardere belasting der naam-
looze yen nootschappen en de in de wet op
c<e dividend- en tantièmebelasting daarmee
op één lijn gestelde commanditaire ven
nootschappen op aandeelen, coöperatieve en
andere vereenigingen en onderlinge verzeke
ringsmaatschappijen. Die verzwaring kan
echter bezwaarlijk worden verkregen do> r
verdere opvoering van het reeds eenige
malen door opcenten verhoogde tarief der
dividend- en tantièmebelasting, daar hier
doop bij een bepaald soort vennootschappen
de drang om winsten, die redelijkerwijze
voor uitdeeling in aanmerking komen, niet
uit te kecren en toch de winsten der ven
nootschap op indirecte wijze aan de aan
deelhouders ten goede te doen kom^i. nog
zou worden versterkt. Die drang is door een
wijziging van de Wet op de richtige heffing
nauwelijks afdoende te keeren, qlthans in
dien men niet bepalingen wil maken, die
ook normaal-handelende vennootschappen
op onredelijke wijze zouden treffen.
De Regeering acht het niet uitgesloten,
dat in de toekomst nog tot een verdere ver
zwtying van enkele indirecte belastingen
zal moeten worden overgegaan.
Dat opheffing van het zoi
naamde bankgeheim groote bedragen
aan inkomsten en vermogen aan den fiscus
bekend maken, die hem thans verbor
gen blijven, schijnt der Regeering een illu
sie. Intusschen vormt die aangelegenheid'
een punt van onderzoek bij den F.conomi-
schen Raad. welks rapport wordt inge
wacht.
Wat de gemeentefinanciën be
treft kan de Regeering nog geen volledige
uiteenzetting geven omtrent haar voor
nemens. Het streven bestaat, de geldelijke
zelfstandigheid der gemeenten en hierdoor
haar gevoel van verantwoordelijkheid voor
eigen huishouding, spoedig en zoover doen
lijk te herstellen. Aangaande het lot van de
aanhangige voorstellen tot wederinvoering
van een gemeentel ij ke belasting
naar het inkomen en van een foren
senbelasting zullen eerst mededeeliti-
gen kunnen worden gedaan, indien omtrent
het geheel der maatregelen, waardoor ge
poogd zal worden een redelijke saneering
van het gemeentelijk financiënwezen te ver
krijgen, een beslissing gevallen is
W erkloosheidbestrijding
Het is uiterst moeilijk, zoo niet ondoenlijk,
aldus de Regeering, ondier de huidige om
standigheden nauwkeurig aan te geven,
zelfs voor de allernaaste toekomst, hetgeen
op het gebied van uitvoering van groote
werken zal kunen worden gedaan.
Uitvoering van cultuurtechnische werken
heeft voor he,t oogenblik een zekere bijzon
dere aantrekkelijkheid.
Verkorting van den werktijd zou voor bg-
paalde bedrijfstn|ken inderdaad een mid
del kunnen zijn, dat kan bijdragen tot ver
mindering van het aantal werkloozen.
Het aanbesteden van boerderijen in de
Wieringermeer en op ontg Imingen. moest
bij de verstoring der internationale verhou
dingen opgeschorst worden.
De kabinetsformatie
verdedigd
Hoofdpunt is een oprechte en
consequente neutraliteitspolitiek
Minister De Geer heeft in zijn Memorie v.
Antwoord op de Algemeene Beschouwingen
de Kabinetsformatie verdedigd.
Hij acht niet juist de critiek, die meende
dat een poging gedaan had moeten worden
tot formatie van een Kabinet uitsluitend ge-
rormd uit die politieke groepen, die haar
medewerking verleenden aan de aanneming
an de motie-Deckers. De politieke groepen,
die vóór de motie-Deckers stemden, aeden
dit niet op grond van geestverwantschap of
van een gemeenschappelijk practisch pro
gram. aldus de minister, maar omdat zij elk
voor zich meenden, dat door het optreden
van het vijfde Kabinet-Colijn een onjuiste
staatkundige figuur was ontstaan en dat
aan die figuur zoo spoedig doenlijk een ein
de behoorde te worden gemaakt Een ander
motief verbond hen niet.
Het landsbelang verzette zich ditmaal,
naar het den minister voorkomt, tegen een
oplossing als waartoe de voorstanders der
motie-Deckers werden gesommeerd. Dit deed
hem besluiten de verantwoordelijkheid te
aanvaarden voor een opdracht, welke moest
leiden tot een formatie van andereu opzet.
Opbouwende critiek was naar het oordeel
van den minister beter geweest.
Na het uiteenvallen van het vierde Kabi
net-Colijn, was, naar het inzien van den mi
nister, een abnormale situatie ingetreden
Dit bleek ook de meening te zijn van den
toenmaligen eerstgeroepen formateur, dr. Co
lijn. Deze streefde daarom naar de samen
stelling van een Kabinet op de breedst mo
gelijke basis.
Na de mislukte conferentie met fractie
leiders en het Kamervotum van 27 Juli tee-
kende de abnormale toestand zich scherper
af. Dringender reden nog was er om te grij
pen naar de oplossing, die aan dr. Colijn
reeds voor oogen had gestaan. Vandaar het
besluit van den minister om een nieuwe po
ging te doen tot samenstelling van een Ka
binet op de breedst mogelijke basis.
Dat daarbij ook de sociaal-democraten
werden inbegrepen, was niet slechts in over
eenstemming met wat een maand te voren
door den toenmaligen formateur was be
proefd, maar lag ook geheel in de lijn, die
de minister zelf als Kamerlid reeds getrok
ken had in 1933.
Voor een Kabinet in breede samenstelling
moesten dan ook, \olgens den minister, so
ciaal-democratische staatslieden worde,
aangezocht.
De term „Nationaal Kabinet" is volgens
den minister óf nietszeggend, daar i e d e
Kabinet de nationale zaak behartigt althans
behoort te behartigen, óf vormt een discri-
,minatie van vaderlandslievende stroomin
gen, die door het beperkt getal harer aan
hangers of andere bijzondere redenen voor
vertegenwoordiging in het Kabinet niet in
aanmerking komen Hij sprak daarom van
een „Kabinet op de breedst mog
1 ij k e b a s i s", hierbij denkende aan de
zes voornaamste politieke stroomingen hier
te lande en verheugt zich in de samenstel
ling van zulk een kabinet geslaagd te zijn.
De opmerking van eenige leden, dat zoo
lang geen nationaal-socialistische regee
ring hier mogelijk is een werkelijk nationaal
Wetsontwerp inzake spelling
Naar Indië om advies
In de Mem. v. Antwoord op de Algemeene
Beschouwingen, deelt de Regeering mede,
dat het ontwerp van een wet, welke in zake
de schrijfwijze van de Nederlandsche taal
eenheid zal verzekeren, reeds geruimen tijd
geleden is opgemaakt. Omdat deze wet voor
het geheele koninkrijk zal moeten gelden, is
het ontwerp aan de regeeringen der overzee-
sche gewesten om advies toegezonden. Zoo
dra de adviezen zullen zijn ontvangen, zal
de verdere behandeling zooveel mogelijk
worden bespoedigd.
Het uitblijven van de
Regeeringsverklaring
Dat het kabinet niet onmiddellijk na zijn
optreden een regeeringsverklaring heeft af
gelegd vindt zijn oorzaak in den datum van
zijn optreden. Er is nooit een regeeringsver
klaring afgelegd door een kabinet, dat in
den zomer optrad na de periodieke verkie
zingen. De reden hiervan was, dat de eerste
ontmoeting met de Kamer niet zou plaats
hebben voor het uitspreken van de troon
rede.
De handhaving van onze
neutraliteit
Dat de positie van onzijdige, welke ons
land in de huidige oorlogsomstandigheden
inneemt, ook de noodzakelijkheid meebrengt
van een zekere beperking van meenings-
uiling in de pers, vooral wat den vorm aan
gaat waarin deze gegeven wordt, wordt door
de regeering beaamd. Verreweg de meeste
organen der publieke opinie houden daar
mede ook in lofwaardige mate rekening. In
dien de uitzonderingen, die hierop nog
voorkomen, tenslotte een optreden van de
regeering onvermijdelijk mochten maken,
zal dit naar de bestaande wetgeving alleen
afdoende kunnen geschieden door de afkon
diging van den staat van beleg. In
dien noodig. zal van dit middel
worden gebruik gemaakt.
Ook de Waal is tengevolge van den
sterken was in de laatste etmalen
buiten haar oevers getreden. De laag
gelegen deelen der Waalkade te Nij
megen zijn ondergeloopen en het wa
ter is op enkele plaatsen de huizen
reeds genaderd.
boven de partijen staand Kabinet noodig
was, heeft de regeering in zoover met 6ym
pathie begroet, als hierin tot uiting komt
het besef, dat het kunstmatig scheppen van
politieke con traversen behoort te worden
vermeden. Zij vertrouwt, dat volkomen een
stemmigheid zal bestaan inzake het hoofd
punt van het regeeringsbeleid: het voeren
van een oprechte en consequente neutrali-
teitspolitiiek.
KANTOREN ALG. NED. INVOER
CENTRALE
DEN HAAG 23 October. De Minister van
Economische Zaken brengt ter kennis van
belanghebbenden, dat de ka.itoren van de
algemeene Nederlandsche invoer centrale
met ingang van heden zullen worden ver
plaatst van Laan van Meerdervoort 82 naar
Parkweg 13 te Den Haag. Telefonisch te be
reiken onder de nummers: 550733 en 556657.
WEGENBEPLANTING
Dat dit vraagstuk van de wegenbeplanting
tegenwoordig wel groote belangstelling ge
niet, moge blijken uit het feit. dat het
boekje „Wegenbeplanting", dat dit voorjaar
verscheen, reeds nu geheel is uitverkocht.
Zooals men zal weten is dit boekje het
rapport van de door de Ned. Heidemaat
schappij te Arnhem benoemde commissie
inzake de beplanting van onze wegen en la
nen met alles wat hiermede in verband
staat.
TWEEDE KAMER VERGADERT
Op Donderdag 26 Oct. zal de Tweede Ka
mer bijeenkomen. Op de agenda staan o.m.:
algemeene beraadslaging over de Rijksbe-
grooting 1940, hoofdstukken 2, 2a, 7a en 8
van deze begrooting, Wet op de middelen,
wetsontwerp crediet-werkverruiming en als
het eindverslag is uitgebracht wijzigingsont-
werp Zee- en Luchtvaartverzekering.
Dertiende acconntantsdag dal
Zaterdag is te Amsterdam de 13dj
tantsdag van de Vereen. 1
accountants gehouden onder leidhi
D. Simons. Deze wees er in zijn f
woord op, dat het de taak van
om de extra lasten van de byzo
omstandigheden gewillig en met i
van de noodzakelijkheid te dragen,
ten onzen gewonen regelmatigen f
het belang van ons volk te blijven v
en tot dien arbeid rekenen wij i
gen behooren, dat wij gezamenlijk
gaderingen onze problemen
spreken.
Uitvoerig besprak de voorzitter li
ontwerp tot instelling van een ac<
register.
Prof. va i Vuuren sprak ovt
onderzoek naar en de bevorderinj
welvaart eener stad."
De spreker vatte zijn uitvoerig j
de volgende punten san
was en is nog altijd de eenige
welvaart. Door de verschillende
der productie-gebieden, zoowel alsjtk
verschillende eigenschappen der
rende volkeren en groepen, ten,ge
waarvan immers de geproduceerde jee
zoowel als de behoeftebevrediging j£
schillende gebieden zullen verschil
staat de onderlinge afhankelijkheid 8'
duceerende, naar welvaart streven* 03
ren en groepen. Hieruit volgt, o
grootste welvaart bereikt kan woi e!
de vrije uitwisseling van goederen c
schen, waardoor de vrije ruilvoor* -
van de welvaart. Met dezen ruil i
dellijk verbonden de „circulatie"
keer).
Het welvaartsstreven van de
moet functioneel en dynamisah zjj
Spr. betoogde, dat het noodig i 'e
een volledig herstel kome van hef31
der eigen huishouding", welk hers h
aard gepaard zal moeten gaan mei
meentelijke indeeling, die beantwefce
de jongste omvormingen, welke zi*|<e
gebied der productie, d.i. in het
streven, voltrokken hebben. eE
Een eeuwenlange historie van
zorg en lijden
23 Mei 1938 op den Coolsingel te Rotter
dam! Temidden van het publiek spat een
tijdbom uiteen, er is haastig heen en weer
geloop van menschen, de straat wordt afge
zet, het onderzoek vangt aanEn in dat
onderzoek wordt een fel, een scherp licht
geworpen op den vrijheidsstrijd van een
volk, dat eeuwenlang gezucht heeft onder
zorg en leed, dat geen periode gekend heeft
zonder smart, dat het voorwerp is geweest
van onderdrukking, dat lijfeigenschap, hon
gersnood, geloofsvervolging, Hunnen, Ma-
gyaren, Tartaren heeft gekend: Oekraine,
„grensland"!
Er leeft in het hart van bijna iederen
wereldburger een vonk van sympathie voor
een volk, dat lijdt. En de smartenhistorie
van het wijde Oekrainsche steppenland, het
gebied van de onmetelijke zwarte aarde,
heeft belangstelling gewekt, hier en ddór,
en op alle vijf werelddeelen.
Oekraine beteekent „grensland". En juist
de ligging tusschen Oost en West is het ge
weest. die het heeft gemaakt tot een door-
tochtsgebied.
Lange eeuwen geleden reeds trokken ont
zaglijke volksstammen op uit het hart van
Azië in de richting van Europa. China had
zijn muur gebouwd en zich voor elke inva
sie veilig gesteld. Centraal-Azië was arm,
en zoo richtte zich almeer de blik in Wes
telijke richting. Hunnen, Magyaren Tarta
ren. zij houden de herinnering levend aan
volksverhuizingen van geweldig formaat.
Legermassa's stortten zich uit over breede
gebieden, brandschatting en vernieling wa-
Rijdende crèche, gebruikt in een
kolchos der Sovjet-Oekraine.
ren aan de orde van den dag, en wee wie
of wat zij op hun tocht ontmoetten!
Oekraine, grensland! Maar is naast die
ligging tusschen twee werelden juist de
omstandigheid, dat het Oekrainsche volk
geen eigen staatsvorm had en heeft, niet de
oorzaak geweest, dat het nu eens de Rus
sen, dan weer de Polen als heerschers heeft
gekend en moeten verdragen? Slechts op be
paalde punten voorzien van natuurlijke
grenzen had het als het ware de poorten
wijd openstaan voor wie machtig genoeg
was om andere gegadigden en het terrein te
betwisten, en ook kon het gebeuren, dat het
de Oekrainsche landstreken zelf waren,
waar de heerschers den strijd om de supre
matie uitvochten
Er zijn van die volken, die schier nimmer
het geluk schijnen te hebben gevonden, in
welker geschiedenis de lichtpunten ontbrer
ken. Ramp volgt op ramp; als de olavernij
een einde vindt, komt de lijfeigenschap er
voor in de plaats; heeft men onder nijver
zwoegen een bestaan gekregen, dan naderen
daar al de horden, die het willen toeleg
gen op eens anders goed en have.
Wil men opwekkende lectuur, men sla de
historie van de Oekraine over.
Maar heeft men oog en oor voor de wor
steling van een natie, zorgen en moeiten
ten spijt, ondanks allerlei tegenslag de over
winning tegemoet, welnu, men verdiepe zich
in de geschiedenis van dit volk. Het heeft
de vergankelijkheid van dit leven vaak on
dervonden, maar het is een landbouwende
natie, dat wil zeggen: het heeft liefde voor
den grond, het heeft geleerd, langen tijd
met primitieve middelen, aan den bodem
te ontleenen wat voor het onderhotP
zakelijk is. Scherpe tegenstellingen^
gebied van de maatschappelijke .ver
gen eenerzij ds de grootgrondbezit^
derzijds de kleine bezitters, ja de lijr
contrasten op geestelijk gebied.P'
de tafereelen, welke een blik in dezeP
doet zien. Doch de natie bleef besta
haar eigen taal, met haar eigen litg'
met haar eigen kunst, haar eigen gete
en instellingen. Ook het geloof hadh
licht Nog in 1826 zei een Russisch qij
dat „door het overzetten van de Sc|n
de taal der kerk in die van rafe
tooneel het (Londensche) Bijbelgec"
alleen maar beoogt den grondslag
gie te schokken, ongeloof te verspi
der de geloovigen, en in Rusland bi
log te ontketenen en opstand aap
ken.
Was het niet verblijdend, dat in
van Oekraine, hetwelk behoord*
jongen Poolschen staat, een ople'
het Protestantisme te bespeul
Edoch, de ontwikkeling der laatst
heeft ook dit stuk van de Oekraine)
bij den Sovjet-Staat, en men kan
wat zulks beteekent. Een nieuw
schijnt aangebroken te zijn, en welfe
Wil men iets van de Oekraine
neme men het boek ter hand, dat qe
gen het licht zag, en dat verhaaltC
geschiedenis van het land en zijnc
king Een serie fraaie illustraties^
deren het beeld, hier geteekend.
Op een opmerkelijk punt willen
wijzen, namelijk op het feit, dat
nisten van Nederlandsche afkomst
getracht het wijde gebied tot bloei
gen. Het waren Mennonieten, ee
volkje, vol van ondernemingslust,
bouw aan industrie wist te paren, e;_
je. dat weldra als een voorbeeld korf
gesteld voor wat betreft onderwijs
voor barmhartigheid.
Niet steeds hadden zij het gemakt
Zoo werden zij in den wereldoorlog
in Duitschland en Rusland tegenovej
stonden, aanvankelijk als Duitschj
schouwd, maar het was Dr. A. Ki
die zich destijds veel moeite heeft ij
hun Nederlandsche afkomst aan tel
Zijn streven werd met succes bekri
Doch op den oorlog volgde het bf
me, en wel stelden de Mennonieten
voor de gemeenschap sterk op dep
grond, maar dat was toch heel walt
dan hetgeen het communisme t
Zorg stapelde zich op zorg, en het i?
stilzwijgen veelzeggend, dat sinds ja?
trent de Mennonieten in Rusland nitf
werd vernomen!
Heeft de Oekraïne in de komen®
nog iets goede te wachten? Nog i
van dit jaar werd in een Duitschef
tie dit land „een land der toekod
noemd. Sindsdien is Rusland Wesj
opgeschoven, is Polen verdeeld en oof
Oekraine bij de Sovjet-Unie ingelijfd!
der toekomst"? Er behoort eenige ro
zulks nu nog in ruimen zin te el;
Maar het krachtig nationaal besef. <l|
dan van zich blijken doet, toont f|
er leven is. een leven, hetwelk in tjj
langen strijd niet kon gesmoord wf
De Oekraine. door Hugh P. Vorè
werkt door J. B. Th. Spaan. Uitg. vs
kema en Warendorf N.V. te AmsterJ