VOLHOUDEN
is plicht
Stekeligheden
HET MEISJE
C^ONRADS
AZALEA'S
MODE-PRAATJE
POLSMOFFEN
1
MELLON A en ADELSHI
HONING;
„VAN EN VOOR DE VROUW"
UITGAVE VAN DE VIJF SAMENWERKENDF CHRISTELIJKE DAGBLADEN
9—14 OCTOBER IF
Volgende week verschijn!
de uitslag van onze
FOTOWEDSTRIJD!
HET zijn eigenaardige werkingen,
welke van den tijd kunnen uitgaan.
Is men in zorg en leed, dan is het of het
verloopen van een bepaalde periode een
verzachtenden, een vertroostenden in
vloed uitoefent. Staat men voor de moei
lijkheid van een keuze, dan kan het ge
schieden. dat het eene voorwerp van keuze
in onze waardeering stijgt en het andere
minder wordt. Het is dan. alsof de tijd
de rol vervult van een zeef. Wat van be
lang is. blijft echter, het overige is als kaf,
dat vervliegt in den wind.
Doch ook kan het zijn. dat de tijd ons in
ons handelen verslapt. Wij beginnen aan
iets vol geestdrift en enthousiasme. Ber
gen werk zouden we kunnen verzetten.
Aan goede voornemens is geen gebrek.
Moeiten tellen we niet De eerste dagen
gaat het voortreffelijk. Maar dan komt
langzamerhand iets van een inzinking.
Waartoe ons altijd zoo in te spannen? We
hebben toch wel recht op een kleine rust
pauze!
En we ontdekken al spoedig, dat er an
deren in onze omgeving zijn, die niet van
eenzelfden ijver bezield zijn als wij. Of
ook, het kan heel ongemerkt gaan met
zulk een inzinking. Naar het uiterlijke is
er nog altijd dezelfde voortvarendheid,
Maar wat ontbreken gaat is de innerlijke
spanning, de geestdrift, de veer blijft
niet voortdurend weerstand bieden, en zoo
komt er, zij het dan ongemerkt, toch een
vertraging, soms zelfs een stilstand.
Zal het nu zoo ook met ons gaan? Toen
voor enkele weken op ons allen een be
roep werd gedaan, toen laaide allerwege
de ijver hoog op. We zetten toen onze
woningen wijd open voor de militairen in
onze omgeving, we toonden belangstel
ling voor gezinnen in de buurt, die het
door de mobilisatie moeilijker gekregen
hadden, zij het niet steeds zuiver finan
cieel. er was liefde en aandacht.
Is dit alles verdwenen? Gelukkig niet.
Het vuur smeult voort. Plannen, die eerst
nog vaag waren, worden in werkelijkheid
omgezet. Allerlei persoonlijk initiatief
wordt vaak tot een schoon omvangrijk ge
heel vereenigd. Er is geen stilstand, er is
veeleer verdieping.
Nu komt het er maar op aan, dat we een
open oog houden voor de verslappende
werking, welke kan uitgaan van „den
langen duur". De geestdrift uit de eerste
dagen van de oorlogscrisis moet in ons
optreden vorm blijven aannemen. Nog
steeds zijn behulpzame handen, begrijpen
de harten noodig, nog steeds behoeven
onze militairen een tehuis, waar zij wel
kom zijn, waar zij eens even kunnen be
komen, een hoekje, waarin zij wat lezen,
wat schrijven kunnen.
Laat de liefde geen sleur worden, want
dan verdwijnt zij! Volhouden is een mo
gelijkheid, een noodzakelijkheid, een plicht!
goeien daggeen haring vandaag, een klein
stukje van den slager voor de Pippel; kom
mee jongen, dan gaan we weer.
Zoo licht mevrouw me in over Pippeltje's
staat en toestand, over zijn ondeugden,
voortreffelijkheden en liefhebberijen. Van
nacht heeft het zoo gejankt, dat Pippeltje,
lekkere warme melk gehad. Op een
anderen keer heeft het zich niet netjes ge
dragen, o nee, heel niet netjes en daarom
heeft het straf gehad, heel niet malsch, o
heel niet malsch. Op wee- een anderen
keer heeft het in het sous-terrain van het
oude huis een rat geroken of gezien (wie
zal het zeggen?) en is het sidderend bij
mevrouw gekomen, die het moederlijk heeft
getroost. Het is een decadente Pippel, zegt
mevrouw.
Mevrouw! Zij heeft een bleek-bruin en smal
gezicht, waarin een donkere mond is bij-
geteekend en ivaarin, onder smalle gepen
seelde wenkbrauwen, bruine oogen een
beetje uitpuilen als bij een weemoedig dier.
Hoe oud is ze? Ze kan veertig of vijftig zijn,
misschien ook vijf-en-dertig of vijf-en-
vijftig. De opmaak verbergt hier veel. Ik
weet niets van mevrouw dan dat ze er
onbestemd uitziet, dat ze een man heeft op
een verren achtergrond, die tuie weet wat
of heeft uitgehaalddat ze woont in
deftig huis, dat in 't midden van een drukke
winkelstraat met koele venster-oogen recht
onverstoorbaar voor zich uit staart (nooit
gaat er een gordijn opzij) en dat ze een
nerveus en decadent hondje heeft met angst
voor het sous-terrain, Pippeltje.
Zoo teeken ik dan,
MIJNHEER DE MAN.
statig en eenzaam, tusschen de bonte
rij van winkels, een huis dat niet voor den
drang van de bouwexploitanten om ei
fraai winkelpand, met een bronzen, marme
ren, natuursteenen of navenant moderne
pui van te maken, is bezweken. Het staart
met de hooge en koele ramen recht voor
zich uit op de straat en heeft lak. ao
uitstalling van groenten, aardappelen, bin
nen- en buitenlandsch fruit ter eenre
aan de etalage van radio-artikelen, lampe-
kappen, stofzuigers en waschmachines ter
andere zijde.
In dit huis woont, leeft, lijdt en blaft het
hondje Pippeltje. Dit is zijn volledige naam.
Het wordt ook wel toegesproken met
afkortingen Pippel of Pip en een enkele
maal met de verlenging Poppelepillepippel
tje. Dan is het zeer zoet geweest. Als het
geroepen moet worden, terwijl het wat on
deugend is, dan is het: Kom hier Pip, kom
hier. Is het noodig, dat het vermanend wordt
toegesproken, dan is het: hoor eens, Pippel,
je weet toch wel dat je dat niet doen mag.
Wordt er tegen derden over gesproken, dan
is het gewoon: pippeltje was vandaag niet
heelemaal in orde. En is de meesteres ver
rukt, dan knuffelt zij het en zegt Ja-ja, ja-
ja-ja, je bent m'r. lieve Poppelepillepippeltje.
De eigenares heet in onze straat: Mevrouw.
Zonder meer. Wij zeggen: Daar gaat mevrouw
met Pippeltje, of: Mevrouw kwam envelop-
pet. koopen, of: Mevrouw is donatrice ge
worden van de buurtvereeniging. Er is ook
een mijnheer, maar die vertoont zich zelden
of nooit, zoodat zich rond zijn hoofd allerlei
fantasieën hebben geweven. Men weet niet
zeker of h\j een groot geleerde is of dat
hij in de gevangenis heeft gezeten, maar er
is in elk geval iets bijzonders met hem.
Dit is echter een uitweiding, want het ging
nu over Pippeltje. Ik weet al heel wat van
het hondje, want Mevrouw is een goede
klant en haar conversatie gaat uitsluitend
over het beest. Pippeltje is nerveus en heeft
spoedig last van zijn darmpjes. Zoo,
Mevrouw. Ja, dan krijgt Pippeltje haring,
want daar knapt hij altijd het snelst van op.
Haring, mevrouw? Ja, zoute haring, probaat,
werkelijk probaat. Hoe is 't mogelijk,
mevrouw. Maar hij is nu best in orde, on
danks het slechte weer. Kijk hij maar eens
levendig zijn, oortjes rechtop, snoetje voor
uit, staartje in beweging, ja hij heeft een
geluisterd. Zij werd voor mij wel eenigszins
het type van onze zelfstandige meisjes, die
zich met een bewonderenswaardige vrijmoe
digheid in het leven bewegen en die op de
terreinen, waarop ze arbeiden zoo in het
algemeen wel slagen. Maar ze vertoonen
wel een opvallend verschil met het meisje
vroeger, dat zich meer kenmerkte door
bescheidenheid, bedeesdheid, teruggetrok
kenheid, huiselijkheid.
,Het valt niet te ontkennen, onze dagen
eischen van de ontwikkeling van de meisjes
meer dan vroeger het geval was. Zal de
w haar man werkelijk een hulpe zijn,
dan moet ze ook meevoelen in zijn strijd
van den huidigen dag. Zij moet met hem
mee oordeelen, met hem meeworstelen. Zij
moet hem verstaan in zijn moeilijkheden,
zij moet haar tijd verstaan. En waar inder
daad voedsel, woning, kleeding minder 'be
slag op den tijd van de vrouw leggen dan
vroeger het geval was, daar mag en moet
de vrouw meer tijd aan haar geestelijke
ontwikkeling besteden en zonder twijfel zal
dat leiden ook tot meer zelfstandigheid in
haar oordeelen en in haar geheele optreden.
Maar daarnaast en daarboven moet voor
haar toch gelden de noodzakelijke eisoh van
voorbereiding voor het verzorgen van het
gezin en van de kinderen."
van nu
In „De Bazuin" van 25 Augustus jl. schreef
de heer G. Meima van Groningen een
beschouwing over „het meisje van
•van we de volgende passages over
nemen:
„In een menschenleeftijd is er in de gedra
gingen, in de houding, kortom in de geheele
positie van het opgroeiende meisje een to
tale verandering opgekomen. Het gelaat van
onze maatschappelijke samenleving is niet
weinig gewijzigd, doordat het meisje, de
jonge vrouw anders optreedt.
„Laten we eens op een paar punten letten.
In de eerste plaats noem ik het fietsen. Dat
werd ernstig afgekeurd voor het meisje.
Het stond niet. Maar zoodra de gebogen
stang aan de fiets was uitgevonden en de
vrouw in haar gewone kleeding kon fietsen,
werd er geen bezwaar meer gemaakt en zie
nu maar langs onze wegen, welke plaats de
fietsende vrouw daar heeft veroverd. Men
zou het niet meer gelooven, welke argumen
ten vroeger werden aangevoerd tegen deze
sport voor meisjes.
„Ik noem een tweede punt. De vrouw moet
lang haar dragen, zoo meende men op grond
van de Schrift te kunnen eischen. En ze
werden voor vrij wat lichtzinnig aangezien
de meisjes, die voor het eerst met kort ge
knipte haren op straat, op school, i:
kerk versohenen, In dit opzicht won ook de
praktijk het spoedig van een niet al te vast
gefundeerde theorie. Vooral in de zomer
was het heel wat gemakkelijker dan i
winter en ie vrouwen uit de warmere lucht
streken waren haar vriendinnen in de koe
lere streken dan ook allang voorgegaan,
't Is natuurlijk vaak een kwestie van mode
en we weten, dat de vrouw daar meer voor
voelt dan de man.
„Vooral geldt dat op het gebied van de
kleeding en ook daarin zijn wel merkwaar
dige veroveringen gemaakt door de vtou-
welijke jeugd. Wat reageerde ons volk tegen
de strandpyama, tegen het trainingpak. En
maar zeer zwak is meer het protest, dat er
tegen opgaat, wanneer een groot deel van
de vrouwelijke jeugd op het strand en
op de ijsbaan in de wijde broek verschijnt.
Ja, ik ken tegenstanders van deze nieuwig
heden, die zoo langzamerhand in voorstan
ders veranderd zijn, al vindt men nu weer
alle aanleiding om tegen de korte broek
het protest te laten hooren. Bij een behoor
lijke lengte kon dit kleedingstuk nog wel
als een geschiktegesloten kleeding worden
beschouwd, maar badpak en korte broek
laten een te groot deel van het lichaam
onbedekt, om daarmee in het publiek te
verschijnen, 't Is te hopen, dat het meisje
van nu met de op dit gebied behaalde over
winningen tevreden is, liever, dan verder
het gebied te betreden, waar het schaamte
gevoel schade lijdt.
„Nog op een ander gebied heeft het meisje
van nu een geheel andere plaats dan dat
van vroeger. Dezer dagen werd ik daarbij
zeer duidelijk bepaald door een meisje van
een goede twintig, dat in den trein een vrij
luid gesprek voerde niet heeren, van wie
het mij bleek, dat zij ze ook voor het eerst
ontmoette. Ze had vacantie. Ze werkte op
een kantoor en hield er zeer bepaalde mee
ningen op na omtrent werken en rusten en
wie van het gezelschap met haar van mee
ning durfde te verschillen, werd op zeei
vrijmoedige wijze op zijn nummer gezet.
Ik heb zoo maar stilletjes uit mijn hoekje
NU DE SUIKER
schaarsch is
KARNEMELKVLA MET APPEL
In tijden dat wij niet zooveel suiker kunnen
krijgen, a's we eigenlijk wel zouden wil1-
zoeken wij naar andere middelen om min
of meer zure gerechten, zooals yoghurt bijv.,
toch smakelijk te maken.
Nemen we als vruchten hierbij zoete appels
dan hebben we slechts weinig suiker noo
dig. (De appels worden geraspt en door de
yoghurt geroerd.)
Ook onderstaande karnemelkvla die we
nu eens met aardappelmeel in p'aats
maizena zullen binden vraagt weinig sui
ker, terwijl de appel er een bijzonder zachte
smaak aan geeft:
1 L. karnemelk, 1 dL. slagroom,
40 gram aardappelmeel (4 afge
streken eetlepels), 45 gram suiker
(3 afgestreken eetlepels), 2 zoete
appels.
Meng het aardappelmeel langzamerhand
met de helft van de karnemelk
breng dit onder voortdurend roeren aa
kook. Voeg de suiker toe en verdun de
ja, als deze even heeft doorgekookt, met
de rest van de karnemelk. Laat deze niet
meer meekoken, maar koel de vla meteen
al Vermeng ze, als ze koud is, met de
fijngesnipperde zoete appels. Garneer de
vla met stijfgeklopte slagroom, vermengd
met wat suiker.
^-^GROOTE MARKT 8
ROTTERDAM
HANDWERK-BENOODIGDHEDEN
(Reel.)
naar het licht geplaatst blijven. Anders zul
len de knoppen, die steeds naar het licht
groeien, zich zelf van de plant afdraaien. De
teere bloemsteeltjes verdragen nl. het heen
weer groeien niet.
Bij het verschijnen der knoppen geve men
geleidelijk aan meer water en weer,
om de 14 dagen wat bloemenmest, totdat
de bloei voorbij is en de plant weer gaat
rusten. Dit duurt tot April. Gedurende deze
rustperiode geeft men heel weinig water en
geen mest en houdt de plant op een koele
plaats.
De lidcactus heeft dus twee rustperioden en
mag tijdens den bloei niet van plaats ver
anderen ten opzichte van het licht.
Hieraan moet men zich houden.
Dan zal de plant haar dankbaarheid too-
nen door milden en langen bloei.
LIDCACTUS
Epiphyllum truncatum
Een van de meest geliefde kamerbloeiers
is wel de lidcactus, ook duimledencactus ge
noemd. Bij een goede verzorging kan deze
met zijn vele bloempjes dagenlang de kamer
sieren.
Reeds eind-November verschijnen de bloem
knoppen. En dan is het zaak om vooral op
te letten.
Een mooi gezicht is dat als de bloemknopjes
zich aankondigen als kleine ronde puntjes,
die hoe langer hoe grooter worden
straks de gelede bladeren te sieren met
schat van bloemen, welke, tot in het volgend
jaar zullen doorbloeien. Maar meerderen
hebben met deze cactus geen goede ervarin
gen. Wel wat de groei, maar niet wat de
bloei aangaat.
Wanneer men zich echter houdt aan hel
volgende toch niet zoo heel moeilijk voor
schrift dan hopen we, dat het wel beter zal
gelukken.
In de eerste plaats moet de lid-cactus, scha-
duwplant als ze van nature is, in den zomer
niet in het volle zonlicht geplaatst worden
en veel water hebben, met wel zoo nu en
dan een beetje bloemenmest (Pokon of
Asef) doah men zij hiermede in den zomer
matig.
In September reeds begint men de water
gift te minderen en houdt de plant tamelijk
droog, totdat, wat ongeveer midden tot eind
November het geval zal zijn, de bloemknop
pen zich als roode puntjes vertoonen.
Men moet de aarde niet. geheel droog laten
worden, doch late het na nog mest te geven.
Men plaatst haar in een zonnige, verw;
de kamer.
Verschijnen de knoppen, dan moet men er
angstvallig voor waken de plant te draaien.
De plant moet dus steeds met dezelfde zijde
NUTRICIA-
KINDERMEEL
in de kamer
Men doe, als de Azalea's, die men wilde
overhouden en daartoe in den tuin heeft
gehad, naar binnen gehaald worden, deze
niet dadelijk in een warme kamer.
Men moet ze koel houden en doorgaan met
bespuiten (dat heeft men toch buiten ook
geregeld gedaan?) en dat liefst met een fijne
spuit of verstuiver. De planten moeten het
vochtig hebben, doch veel water geven op
de pot is niet noodig, niet goed zelfs, zoo
lang de plant niet aan het bloeien is. Zorg
alleen, dat de kluit niet uitdroogt. Gebeurt
dit toch, dan tot den rand in lauwwarm
water zetten tot alles goed volgezogen is.
Wanneer de plant in de warme kamer moet
geplaatst worden is niet met juistheid te
zeggen, daar dit afhangt van het soort, dat
men heeft. Vroegbloeiende kunnen midden-
November in de warme kamer, de late
soorten ni^t vóór midden-Februari. Men
kan in het algemeen zich wel houden aan
den bloeitijd van het vorig jaar. In de
maand, waarin uw p'ant toen bloeide, zet
thans in de warme kamer. Maar al te
n moet het toch voor een mooien langen
bloei niet zijn.
Men gaat steeds door met veel bespuiten,
totdat de bloemknoppen opengaan. Dan niet
omdat de bloem anders leeüijke vlek
ken krijgt. Staat de plant in de warme ka-
[r, dan dadelijk geregeld veel water geven
om de twee weken bloemenmest.
Bij de uiteinden der takken en naast de
knoppen ontstaan „diefjes", dat zijn kleine
spruitjes met lichtgroen blad. Deze worden
geregeld weggenepen tot de plant in bloei
staat. Daarna niet meer, want dit zyn de
bloemtakjes voor de volgende keer.
Als de Azalea niet al te warm staat, kan
heel lang van den bloei genieten.
Mantels kenmerken zach dezen winter door
een afldeedende lijn, die vooral de taille
sterk doet uitkomen. De zandlooper of
zooa's men haar ook noemt de diabolo-
silhouette treedt op den voorgrond en ten
einde deze in de perfectie te kunnen ver
krijgen, zullen de corsetières haar modellen
zóó moeten wijzigen, dat
de taille sterker geaccen
tueerd wordt. Breedere
schouders en heupen zijn
hiervan het gevolg en al
zal men de schouderlijn op
kunstmatige wijze iets
weten „uit te bouwen", is
dit ten opzichte der heu
pen meestal niet ge-
wenscht, tenzij men zoo'n
smal figuur heeft, dat zij
ten eenenmale ontbreken.
De rokdeelen der geklee-
dere mantels geven meer
malen plooien aan vóór-
of rugzijde te zien, zooa-ls
men ook aan het model
rechts kan waarnemen.
Het bovendeel heeft opge
stikte deelen, die zich naar
de schouders toe verbree-
den, terwijl de sluiting
deels met drie knoopen
onder en boven de taille-
lijn plaats vindt.
Voorts triomfeert het man-
telcostuum weer, dat we on
derscheidenlijk zullen aan
treffen in de strenge tail
leur- en fantasiemodellen,
terwijl de ensembles uit
twee stoffen samengesteld
een groote plaats innemen.
De halsafwerking is zeer
verschillend, doch over
het algemeen vindt men
aan de fantasiecostumes
geen kraag. De hals wordt
meestal aangevuld door een shawltje. Het
costuum dezer schets heeft puntig op- en
doorgestikte voorpanden met zeer beschei
den V-vorm en knoopsluiting over de ge
heele lengte tot de taille. Vijfbaansrok met
opgestikte naden, waarvan één middenvoor.
Men ziet op deze schets tevens twee mo
derne najaarshoeden, waarvar links!
model van antilope met sterk opgan
rand, terwijl de rechter hoed van s
vilt een meer gematigden rand. Joel
hooge en eenigszins naar de voor zij d<
gebogen bol heeft. r
I
Uit tijdschriften
Vrouwen in Polen
In „De Vrouw en haar Huis" schrijft Jan H.
de Groot een artikel over de Poolsahe
vrouwen, die door de eeuwen heen een zoo
groot aandeel hadden in het hoog houden
van het nationale karakter van haar volk.
Zij zijn zeer godsdienstig en putten veel
kracht uit het geloof.
„Het is bekend, dat de vrouwen van den
Poolschen landadel, in de tijden toen d«
overheerschende volken, Duitschland, Oos
tenrijk en Rusland, het gebruik van d€
Poolsche taal verboden en alles in het werk
stelden, om den Pool te denationaliseeren,
in het geheim de jeugd verzamelden om die
les te geven in de misprezen landstaal. Het
is geen der overheerschers gelukt den Pool
in zich op te nemen. Ondanks den meer dan
150-jarigen duur van zijn pogen. En dit is
in belangrijke mate te danken aan de taaie
vasthoudendheid van de Poolsche vrouw,
aan haar offerbereidheid, haar trouw, haar
onuitputtelijke duldzaamheid in het lijden
(want welke Moeders hebben in de laatste
eeuwen meer geleden, dan de Moeders van
Po'en?), aan haar geloof en liefde." Schr.
verklaart verder dat er, evenals trouwens
in alle andere landen, een onderscheid is
tusschen de plattelandsvrouw en de vrouw
uit de stad. Nadat hij beiden in haar ver
diensten en werk geschetst heeft eindigt de
heer de Groot zijn artikel als volgt:
„Welk een periode van smart en lijden de
Poolsche vrouw thans wederom doormaakt,
laat zach niet beschrijven. Maar ik weet,
dat zij met grooten moed, zelfverloochening
en pliohtsbetradhting alle stermen het hoofd
zal bieden."
Patroon voor gebreide
Breipennen no. 3.
65 steken opzetten. Ie pen recht; 2e pen 40
avr., 25 recht; 3e pen recht; 4e pen recht;
5e pen 25 recht, 40 avr.; 6e pen recht.
Deze zes pennen herhalen tot er 9 breede
ribbels zijn.
Aan het handgedeelte 8 st. breien en op
een veiligheidsspeld zetten; 17 st. recht.
Omdraaien, 1 st. avr. afhalen, 1 st. recht,
le over 2e halen, pen uitbreien» 8 st. bij op
zetten.
Volgende pen recht tot polsgedeelte, om
draaien. Voortgaan met minderen tot 8 st.
over zijn. Deze afkanten.
17 kissen opnemen en breien, 40 st.|
polsgedeelte in patroon breien. 1
ivr. 17 recht. 8 st. van veiligheid5
recht.
Verder in patroon breien zooals voc
Afhechten en aan elkaar naaien. '1
Dit patroon is uitgegeven door het Hl
Mobilisatiecomité „Breit allen mee".'
dit dus een officieel goedgekeurd pi,
is, meenden wij goed te doen het
Vrouwenblad van onze Vijf Samenwit
de Ohr. Dagbladen te plaatsen. 1
Binnenkort hopen wij het officieele p
voor bivakmutsen te ontvangen. Tot z',
wadhte men met het breien hiervai*
vele modellen niet doelmatig zijn eni
keurd worden.
Polsmoffen en sokken make men li||
de kleur der uniformen; grijs is echtc
1 toegestaan. Andere kleuren niet. r
„Het zoetmiddel bij uitnemendheid
Prijs per onsbusje ..WUM„
Prijs per halfonsbusje V
(Naar verkiezing poeder of klontj1
Probeert eens een proefpakje van 50 SUKRETTEN-klontjes k f 0.]
en U zult tevreden zijn.
4| ZOMERTIJD
9 RHABARBERTIJD
INMAAKTIJD
SUKRETTENTIJD
6llw -pumjd&uin
Teyaolot op
Stoom- Wasch- en Strijkinrichting
„AURORA"
W. SPIERENBURG C.Wzn
UTRECHT
KONINGSWEG 56 TELEFOON 11165
Postrekening No. 43430 Opgericht 1856
Geheel naar de eischen des tljds ingericht
Wascht uitsluitend met nortonwater
VRAAGT TARIEVEN
OP het zelfde oogen-
blik dat hij zich
angstig afvraagt, wat daar
nu toch gebeurt, dringt
het tot hem door, dat het
heel gewoon Hannes de
porder is, die zijn plicht
doet, door zijn klanten te
wekken. Nu is de slaap al
weer op de vlucht en Jan
tje begint opnieuw te
peinzen. ,JJie Hannes
houdt het ook lang vol!
Door alle weer en wind
moet hij er 's morgens
voor dag en voor dauw
maar op uit. En hij is al
diep in de zeventig, ja,
wat zeg ik, hij zal kort bij
de tachentig zijn. Ze zeg
gen, dat hij van plan is te
gaan rentenieren. Zijn
kinderen komen er tegen
op, dat hij zich nog zoo af
jakkert. Maar die rente-
nierderij is zeker nog niet
ingegaan." Zoo ligt Jantje
met zichzelf te redeneeren.
En dan, plotseling, ziet hij
een lichtend verschiet. Als
Hannes gaat, rentenieren
dan kan hij. Jantje de
Klink, best zijn opvolger
worden.... Hè, als het
dan maar gauw gebeurt....
„Nee, da's leelijk. Jan, je
mag niet spikkeleere op
een andermans broodje,
terwijl hij 't nog niet heeft
weggegooid." Dan bedenkt
hij, dat het in dit geval
best mag. Jlannes is toch
voornemens, zijn porders
staf neer te leggen. Zijn
schaapjes heeft hij al lang
op het droge. En zijn kin
deren hébben het allemaal
meer dan goed. Hij port
alleenig noa maar, omdat
hij 't bij wijze van spreken
niet laten kan. Hij heeft
het al zoo lang gedaan als
't mijn heugt en noodig
heeft hij 't eigenlijk nooit
gehad. Maar afijn, dat is
Hannes zijn zaak. Als ik
dat baantje eens kreeg
alle beetjes helpen en alle
vrachtjes lichten.ja, ja,
morgen ga ik er dadelijk
op uit. Nog vóór mijn
ommegang ga ik naar zijn
zoon toe. Wel. wel, 't heeft
zeker zoo moeten wezen,
dat Hannes mij wakker
zoon zal alles wel met zijn
vader bespreken. Jantje
heeft nu de zaak van Han
nes overgenomen. En het
kost hem geen cent. De
menschen uit het stadje
houden er niet van, voor
Uit den tijd
der broodkaarten
gepord heeft. Anders hoor
ik hem nooit
Zoo tijgt Jantje dan dien
morgen naar den zoon van
Hannes den Porder. Hel
eind van de besprekingen
is, dat de zoon Jantje hel
lijstje adressen geeft van
de menschen, die met een
roffel op dc deur gewekt
wenschen te worden. De
eiken dienst, dien ze
elkaar bewijzen, betaling
te vragen.
De oude Hannes moppert
een week lang op die apen
van jongens, die hem be
dillen en bedisselen, alsof
hij de zoon is en zij de
vaders zijn. Maar de och
tenden worden kil en
dikwijls klettert in het
vroege uur de regen tegen
de ruiten. Ook hangt er
soms een koude mist als
een gordijn voor de ramen.
Nu vindt Hannes het nog
zoo kwaad niet, dat hij
zich nog eens behaaglijk
kan omkeeren in zijn
warme bed, in plaats van
de elementen te moeten
trotseeren. En grimmig
bromt hij „dag Jantje, ik
gun je de pret."
Zoo gebeurt het, dat twee
giebelende schoolmeisjes,
die iederen dag gearmd
door de Gortsteeg wande
len, op een morgen met
overdreven verbazing roe
pen: „O, zeg, kijk eens.
„hier mangheldt men" is
weg!"
Maar den volgenden day
zeggen ze tevreden: „hij
is terug hoor, maar de
zaak is uitgebreid." Want
in keurig opgeplakte druk
letters, die uit de koppen
van kranten geknipt zijn,
prijkt er nu achter het
raam: „hier mangheldt
men en chaat men uyt
porre." Dien dag begint
Jantje moedig en dank
baar zijn nieuwe taak.
Zoo verloopen voor Jantje
en zijn gezin de dagen ge
lijkmatig, in loonenden
arbeid, zonder overvloed,
doch ook zonder gebrek.
Iedereen behandelt het
gewillige, tevreden man
netje met welwillendheid.
Hij is een soort nationaal
bezit voor het stadje met
zijn klink en zijn porders
staf van esschenhout. En
Jantje voelt zich gelukkig
in 't besef, dat hij enkel
vrienden om zich heen
heeft. Hij weet zich nie-
mands vijand.
Doch niets is op aarde
bestendig van duur. Dat
zal ook Jantje onder
vinden.
Wordt vervolgd.
Wat de LIPPENSTIFT ls voor de U
is LU MIN EX voor het
Evenals rouge, massage en poe<J
schoonheid van lippen, oogen en huil
hoogen. zoo geeft LUMINEX, een
aardige spoeling. glans, kleur en
leven aan het haar
Vraagt Uw kapper om een
SPOELING LDHISBI
LUMINEX ls een creatie van 1
„LABORATOIRES INSTANT O VITI
Importeur voor Holland en Koli
H. MESKER, Tasmanstraat 198 Den
ECHTE ROZENOLIE IS D
maar door gebruik te maken van
NECTAR BLOEMEN-O
kan men de fönste rozengeur, heil'
violette, lilas en andere bloemengeure'
krijgen en ze gebruiken ter bereldlr
odeurs, haarwaters, pommade, brfll
vaporlsateurs, voor de lampe Beger ent
p. fleschje ƒ0.40. VerkrtJgb. bö apotj
>n drogisten. Vraag steeds merk NI
VLOEIBARE ZONNESCHIJN
GEZONDHEID med
VRAAGT LTW WINKEL
N.V. Bijenstand „MELLONA" Sa