Het promotierecht van Kampen in discussie
ÏHADlO3855!?
lusteloos i
X'AKKBffrM
VRIJDAG 29 SEPTEMBER 1939
TWEEDE BLAD Paq
Generale Synode der GereiKerken
Zeventien sprekers
Ds meeningen der hoogleeraren: Greydanus, Schilder,
Kuyper, Ridderbos, Dijk, Aalders en Hepp
Vcorstellen van Prol. den Hartogh c.s., Dr Polman c.s.
en Ds Hagen c.s.
JE ZESTIENDE ZITTING
SNEEK, 29 Sept De l'ie zitting ving
gister aan met het zingen van Ps. 65 1.
De praeses richtte eun woord van ?e-
lukwensch tot Ds C. Mak, die vandaag z*,n
verjaardag vieren mag.
Na vaststelling van d^ ncta van de zit
tingen van de vorige week, deelde de v o o r-
zitter mede, dat in dj zitting in com'té
Woensdagavond ook de zaken van do
Jodenzending behanatld zijn. De ge
nomen beslissingen werden door Dr J.
Thijs gelezen. De Synode fcesioot opnieuw
5 deputaten te. benoemen. Aan hen werd
o.m. opgedragen, de zaken van de Joden-
zending te bepleiten inzonderheid in het
Zendingsblad, de zaak van decentrali
satie van het werk in overleg met de
zendende kerken en de mies. predikanten
te overwegen om e.v. op een volgende
node daarover voorstellen te doen en tot o?
kerken het verzoek te richten eenanaal per
jaar voor de Jodenzending te collecteeren
en die collecte krachtig aan te bevelen, in
zonderheid nu de financlon zoozeer achter
uit loopen.
Het promotierecht
Hierna kwamen aan dp orde de verschil
lende reeds in ons blad van Dinsdag jl.
gememoreerde voorstellenj die betrekking
hebben op het vraagstuk vsn het promotie
recht aan de Theol. Hoogeschool.
De commissie wil haar uitgangspunt ne
men 'In de unaniem g-momen beslissing
van het curatorium en oordeelde in haar
meerderheid, dat de Synode goed zal doen
deze lijn te volgen, wijl duidelijk is,
dat geen genoegzame eenparigheid aan
wezig is. E«en minderheid teen lid was af
wezig) kon zich daarmede echter niet ver
eenigen, waarom Dr H. Rraan als rappor
teur een meerderheids-conclusie indiende.
De minderheids-conclusie is met het grootst
mogelijke aantal stemman genomen.
We drukten die eonclusies reeds af.
Discussie
Een zeer breede discussie volgde, waar
voor zich niet minder dau 17 sprekers op
gaven.
Ds N. Duurs ema betuigt sympathie
aan de minderheidsmotie, die zich op dan
bodem der werkelijkheid stelt. Het promo
tierecht behoort tot het wezen der
s c h o o 1 en is voor haar levenseisch.
Men hange deze zaak mei op aan de spij
ker van de niet-aanwezige genoegzame eu
parigheid. Er is een sterke minderheid. Er
moet op dit punt rust konijn en de Synode
lette daarop, alsook op da sterke begeerte
die terzake in de kerken leeft
Ds D S c h e e 1 e wild9 inzonderheid de
minderheidsconclusie verdedigen. Duizen
den verlangen in de Gerot Kerken naar
het promotierecht. Spr. heeft God vanmor
gen gebeden, dat hij hier zulke woorden
spreken mocht, dat hij zich ook verara
woorden kon. In onze consciëntie moeten
we verantwoord zijn eu heilige tno
tieven moeten ons drijven. Spr. doet een
dringend beroep op de Synode, het verlan
gen der voorstanders te bevredigen.
Onderling G. F. Hummelen zou gaar
ne zien, dat deze doorn in het kerkelijk te
ven zou worden weggenomen, waar hij in
de historie heeft gezien, hoezeer deze zaak
in net kerkelijk leven aan de orde is ge
weest Spr. ondersteunde de minderheus-
conclusie.
Ds W. H. v. d. Vegt weet zich vrij van
alle rivaliteit jegens de V.U. De ondertie
kenaare vragen voor zich dezelfde rechten
als de leerlingen van de V.U.: te kunnen
promoveeren aan dezelfde inrichting waar
aan zij hun opleiding hebben ontvangen
Ook om de hoogleeraren van de scli >m
vraagt spreker het jus piomovendi. Spre
ker wees op de gunstiger positie van de
Professoren van de Vrije-Universiteit,
die met hun studenten een. werkge
meenschap vormen. Inzonderheid den dog
maticus van Kampen mug de gclegenlun
niet worden onthouden op te treden ai°
promotor en leider van ae werkgemeen
schap.
Spr. constateerde ook, dat er ar
laatste jaren aan de V. U. proef
schriften zijn verdedigd, waar
in men zich richtte tegen den
dogmaticus van Kampen.
Spr. herinnerde aan het woord van
Christus in de BergreJe: wees volmaakt.
Dit geldt ook voor de School. De krachten
aan de school moeten tot ce schoonste ont
wikkeling gebraoht word n.
Dr W. A. v. Es is haf geheel eens met
de meerderheidsconclus'e, die geheel ligt
in de lijn van 1930. Men mag slechts in het
alleruiterste geval van oiincipieele beslis
singen afwijken. Nimmer werden hier gra
vamina ingebracht, en ock nu zijn geen
principieele bedenkingen ingebracht En
dan zeker niet op een wijze als nu wordt
gewild ul. geen eenparigheid en dus jus
promovendi. Dat is een contradictio in
terminis.
Ook orn het Beding van i892 is spr. tegen
het jus promovendi. Hij voorziet daarvan
veel onrust en acht het Roomsch om de
wetenschap aan de kerk Ie onderwerpen.
Spr zou dan geen woorden ten gunste
van de Theol. School kunnen zeggen en
daarvoor offeren. (Interruptie: Dat is een
gevaarlijk argumentl)
Het jus promovendi zou Kampen maken
tot een school van een leel der Kerken.
Spr. betwist hel dat in het belang der
studenten Kam" .romoveeren moet en
constateert, dat d mousseren in Kampen
toch blijkbaar niei allen de behoefte g9
voelen aan het doctoraat Het jus promo
vendi moet niet verleend en al onze liefd'
moet aan de V.U. gegeven, opdat ook haar
theol. faculteit zich br.ü^ ontpJooie. We
zijn, aldus spr., al 25 jaar bezig de schooi
te volmaken.
Ouderling T. T i e 1 e m a n is bedroefd
over de meerderhtidsconclusie en zette uit
een dat het jus promovendi behoort bij de
opleiding tot den dienst des Woords. Aan
de Theol. School wordt hooger onderwijs
gegeven in den zin der H.O. wet en in 1930
is dan ook het jus voor Kampen niet ont
kend, maar gezegd dat het niet moet wor
den uitgeoefend, tenzij met genoegzame
eenparigheid. Spr. toonde uit de historie
aan hoezeer men in verkeerde tradities
kan zijn vastgeroest, bewijs, dat men in
1876 aan de Gem. Universiteit te Amster
dam het promotie-recht weigerde. Van de
Hoogescholen in ons vaderland (Tilburg,
Delft, Rotterdam en Kampen) heeft alleen
de laatste het promotierecht niet.
Prof. Greijdanus aan het woord
Prof. dr. S. G r e ij d a u u 6 merkt op, dat
als het zoo goed* is, dat men van de cene
opleidingsschool naar de andere gaat, dan
Kampen het jus moet hebben, dan kunnen
de studenten van de V.U. eens naar Kam
pen komen.
Spr. gaf vervolgens een historisch over
zicht. Dr Kuyper Sr achue er in 1879 niets
tegen dat Kampen het promotierecht kreeg
Men kan niet zeggen dat Kuyper toen jong
en onervaren was. Spr. .\eerlegde de op
merking dat alleen een Universiteit promo
veeren kan ten bewijze van wat in Delft,
Tilburg etc. plaats vindt waar men zelf
standig promoveeren kan. En in Delft heeft
dr Kuyper Sr dit tot stand gebracht.
Men zegt: de kerken kunnen niet promo
veeren. Natuurlijk niet, maar de Staat toch
ook niet?
De uitspraak van 191-1 waarop dr v. Es
zich beriep, kennen we allen. Maar die uit
spraak raakt de eigenlijke zaak niet. Be
hoort het jus promovendi tot de opleiding
ja dan neen? Het vragen aan de V.U. dooi
de Kerken om het candilaatsexamon van
Kampen te erkennen is een bewijs, dat men
het belang van de voortgezette studie er
kende. Het jus promovendi is een doorgaan
tot de betere opleiding. Er is geen dualisme
tusschen wetenschap en opleiding. Voor de
dienaren des Woords moeten we de beste
opleiding hebben.
Spr. stom' nu nader stil bij het Beding
en de bepaling in het reglement van de
school inzake het candidaatsexamen. Spr.
heeft van zijn doctorale studie en promotie
veel nut gehad voor zijn predikambt. Spr.
vat niet hoe een doctor in de theologie dit
zou kunnen ontkennen. Spr. bestreed Ds
Hagen die in Kampen geen wetenschappe
lijk centrum wilde. Hoe kan clan het werk
in Kampen mogelijk zijn? Dit is in strijd
met 1892 en 1893. Dan moet Ds Hagen
eigenlijk voorstellen de School te sluiten.
Men moet niet zulke ondoordachte dingen
zeggen. Spr. stond ook stil bij het begrip
der vrije studie.
Spr. wil als dr v. Es vrijmoedig spreken.
De groote gedachte die achter het streven
der tegenstanders zit is de Vrije Universi
teit. Daar wil men het promotie-
niet.
Prof. Greijdanus wees ten slotte nog
op de eischen van het Beding
Prof. Schilder spreekt
Prof. dr K. Schilder wilde niet dat de
genoegzame eenparigheid de kapstok zou
zijn om de zaak aan op te hangen. D
vraag of het mag en moet, moet
principieel worden bezien. Het is moeilijk
over deze zaak te spreken zonder dat
lont in het kruit komt. Men moet niet
steeds in èèn richting den wil tot vrede
doen beslissen. De minderheid neemt steeds
toe en men neme geen beslissing die in de
consciëntie der minderh.nd geen weerklank
vindt. Spr. memoreerde de uitlatingen var
dr v. Es en wees er op dat het Beding geen
contract rnaar een verbond is.
Spr. memoreerde de uitspraak van cura
toren en docenten in 1885 dat de School
(dus niet de kerken) 't recht heeft om
te promoveeren, en constateert dat de
uitspraak van dr v. Es afwijkt van het
standpunt van 1885 en een reeds toen
levende krachtige overtuiging voor altijd
onmogelijk maakt. Spr. wil niet spreken
van inhouden van bijdragen, want in Am
sterdam en Kan pen heeft God groote ge
schenken gegeven, die ook in de toekomst
offers zullen vragen.
Men kwetse den broederzin niet, ook niet
door slechts één wetenschappelijk centrum
te willen erkennen.
Spr. stond ook stil bij de leidingen Gods.
Spr. ziet allerlei zigzaglijnen en wees er op
dat de School niet het recht aan de kerken
vraagt, want dat heeft zij in zieh-
zelve. Het gaat om de uitoefening en de
gelegenheid. Daarom is de beslissing van
1914 niet in geding.
Spr. wil geen mythologische Bavinck en
Kuyper. Bavinck was zeer onzeker in zijn
houding en Kuypers houding die als minis
ter Delft gaf wat hij in 1914 Kampen ont
hield en waarvoor hij een speciale reis naar
Den Haag kwam maken, is spr. altijd on
begrijpelijk geweest
Men hale niet de Kerken en de Scholen
uit elkander, want wat voor Kampen goed
komt de Kerken ten goede. Het is r e c h t
dat Kampen het jus krijgt al legt het op
de hoogleeraren zware last. Maar God heeft
nooit last en lust gescheiden. En er staan
voor de professoren groote voordeeïen tegen
over. Nu kunnen de professoren van Kam-
nen nooit eens tiie hulp van een promoven
dus inroepen.
Er is veel meeningsverschil dat geheel
buiten deze zaak staat. Maar er is een massa
gesmoorde ergernis door de zigzaglijn die ge
volgd werd. Laat men dit nu wegnemen.
Nooit hebben de vrienden van Kampen
onder het vigeerend ©leisel de Vrije Univ
siteit doen lijder). Spr. pleitte voor de onder
linge waardeering en zou gaarne verlost uit
Sneek gaan. Het geld is hier niet beslissend'
want met een paar lectoren kan voor de ta
len worden volstaan. De onderlinge liefde
zij hier beslissend.
De Voorzitter deelde mede, dat hij in
de middagvergadering de debatten zal d >en
voortzetten. Donderdagavond zal er openbare
zitting gehouden worden. Spr. stelde voor
met het oog op de catechisaties door de pre
dikanten de zittingen a.s. Woensdag te her
vatten.
Hierna werd de morgenzitting gesloten.
DE MIDDAGVERGADERING
Prof. Dr. II. H. Kuyper sprak niet dan
ongaarne over deze zaak. In 19 hebben de
hoogleeraren aan de V. U. zich onthouden
van discussie om allen verkeerden schijn te
mijden. Thans zip. princifmele vragen .••an
de orde. Spr. wees er op dat men over de
financiën zwijgen rn .et, want professoren
an Kampen hebben publiek gead-
isaerd de contributies o o r de
V. U. in te trekken. Het begrip weren
■happelijk centrum door Ds. Hagen ge
noemd. bedoelt heel iets anders dan hier is
opgevat.
Spr. trekt de wetenschappelijkheid van
Kampen niet in twijfel. Hij herinnerde aan
het advies van Prol. Bavinck om de Theol.
School tot een zelfstandige faculteit te ma
ken.
Spr. wees op den weg van de H. O.-wet
om de professoren van Kampen in de gele
genheid te stellen dat hun studenten aan de
Vrij Univeristeit promoveeren.
Hij is gaarne bereid met ziin
collega's van de V. U, in dien rin
een advies uit te brengen. Wil
men dien weg niet op. dan is
duidelijk dat men het promotie
recht zelf wil.
S r is tegenstander van het nemen van
beslissingen met 1 2 stemmen meerderheid.
Hen, die voor het jus promovendi piel
ten om der wille van den vrede, herinnert
spr. aan Bavinks ad'vies dat men dien niet
bewerkstelligen mag als het gaat om het
beginsel en de waarheid
Als deze Synode aan Kampen het promo
tierecht geeft zijn de Gcref. Kerken de eer
sten die hun opleidingsschool dat verschaf
fen. Dan kan men niet zeggen dat de Theol.
Scholen in Zuid-Afrika en Noord-Amerika
het niet mogen hebben. Dan komen die jon
ge mannen niet meer naar Nederland om te
promoveeren en dat zal leiden tot een bre
ken van den invloed der Ned.
Geref. theologie in het buite
land.
Spr wil gaarne de hoogleeraren van Kam
pen nog wetenschappelijker acnten dan zich-
zel've en daarmede heeft hij voldaan aan den
eisoh den ander uitnomender te achten dan
zichzelf.
De kerken hebben nooit geschroomd theol.
scholen op te richten. Maar reeds Bavinck
profiteerde dat als men het jus promovendi
toestaat, de voorstanders met nog verdere
eischen komen.
Wat spr.'s vader betreft, men heeft bij het
citaat uit „De Heraut", dat thans zoo'n op
geld doet. vergeten waarover het toen ging
Tn spr.'s bezit is een schrijven van zijn
vader, waarin hij in datzelfde jaar verklaar
de aan zijn studenten dat een kweek-, of
theol. school niet het recht toekomt graden
uit te reiken.
En in 1914 heeft hij in „De Standaard'
publick God gedankt dat de Gen. Synode dit
Bij zijn afscheid als directeur der
Chr. H.B.S. in de Moreelsestraat te
Amsterdam, zal aan dr W. J. Kolkert
Jr. en zijn echtgenoote een door Piet
van Wijngaerdt geschilderd portret
worden aangeboden. De kunst
schilder legt in zijn atelier de laatste
hand aan de schlderijen.
De nieuwe Landbouwhuishoudschool
te Sommelsdijk
gen-aar heeft afgewend.
Prof. Rutgers Sr. achtte het verleenen /an
het jus promovendi een schending van het
Beding.
Terugkomen op de beslissing van 1914,
zonder dat de zaak principieel is bezien, is
in strijd met de eere der kerken.
Een vergelijking van de Technische Hoo-
geschool etc. met een volledige universiteit
gaat volkomen mank. De overheid stelt aan
de V. U. dan ook den eisch van 5 faculteiten,
zullen haar graden worden erkend.
De meening van Prof. Ridderbos
Prof. Dr. J. Ridderbos spreekt uit, dat
de voorgestelde oplossing hem al iets te ver
gaat., maar om der wille van de broederen
was hij er toe bereid. Het giing niet. Maar nu
moeten de voorstanders niet zeggen dat me!
hen niet gerekend wordt.
Spr. wilde waarschuwen voor vleeschelijke
factoren. We moeten samen bidden en we
ken om Gods wil te kennen. Dan komt er
bereidheid om naar elkanders argumenten
te luisteren en die te verdragon.
Men meene niet dat men met 2 lectoren
klaar is. Noodwendig moeten er dan
meerderen komen en zoo gaan we met
de Theol. School een geheel nieuwen
weg op. En dan mogen de kerken wel bid
den: Heere leer mij Uwen weg.
Want de verantwoordelijkheid wordt zeer
groot. De Theol. School is nooit over de
tong gegaan en aan de rechtzinnigheid ha-
rer hooglceraren is nimmer getwijfeld. Dat
komt door haar beperktheid. Zal dat
alles veranderen dan mag het beveil Gods
wel duidelijk voor ons staan. Spr. wees op
de dissertaties en de verantwoordelijkheid
daarvoor.
Prof. Schilder heeft evenals spr. een fijnen
neus als het gaat over het onderscheid tus
schen kerk en wetenschap. Daarom moest
hij naast spr. gaan staan als het over deze
dinfrem (raat. Aio hij numr lan8-gono®B
deze zaken nadenkt zal hij het ook doen
(vreugde).
Ter.wille van de school en de
kerken moet spr. het jus promovendi a f-
wij zon. Zij die er voor pleiten zijn natuur
lijk volkomen overtuigd, maar tooh op e>en
dwaalweg, jagend naar een verkeerd
ideaal.
Als Prof. Greydanus meent dat het jus
promovendi noodzakelijk is. dan vat spr.
niet dat er nooit een voorstel is gekomen dat
het wenschelijk is dat de candidaten allen
met de studie voortgaan tot het doctoraal
examen.
Zouden de kerken dat aannemen, dan zou
spr.'s \erzet tegen het promotierecht gebro
ken zijn.
Maar de voorstanders komen niet met zulk
een voorstel, want zij weten wel dat de
kerken dat niet willen.
Al wat uit het geloof niet is. dat is zonde.
Spr. vat het minderheidsvoorstel niet, want
in Arnhem is uitgesproken, dat men elkan
der niet overstemmen wilde. En nu zeggen
de tegenstanders: dan maar zonder genoeg
zame eenparigheid. Maar de broeders willen
ons toch niet overstemmen?
Ook bij de vaderen was geen eenstemmig
heid.
Juist, het Beding is gegaan terwdlle van
een bepaald gedeelte toen. Is het niet billijk
dat van de andere zijde ook gezegd wordt*
wij hebben dit gekregen en willen ook geen
streep verder gaan.
Prof. Dr. K. D ij k heeft na het betoog van
Prof. Ridderbos niet veel meer te zeggen.
Maar hij kan toch niet zwijgen. Er zijn er
die meenen dat de tegenstanders mindere
liefde hebben voor Kampen en spr. wilde dit
met nadruk zeggen: spr. heeft in 1930 het
jus promovendi bestreden en men wist toen
hij benoemd werd in Kampen hoe hij over de
zaak dacht.
Spr. zou voorzichtig willen zijn met het
beroep op het Geref. volk. Er zijn er ook
velen die nog staan op het standpunt van
1914. Spr, wilde in Arnhem gaarne een pnn-
cipieele beslissing en was mot die afwezig
heid van genoemde eenparigheid niet zoo in
genomen. Maar er waren er die thans aan
de zijde van de minderheid staan, d'ie s.or.
overreed hel>ben daarmede mee te gaan. Is
er nu iets veranderd? Hoe kan D6. Duurse-
ma die in 1930 meeging met die afwezige
genoegzame eenparigheid thans het minder-
heicêsvoorstel verdedigen?
Wat het voorstel der oud-leerlingen be
treft, voorop moet toch staan het verrich
ten van wctensohajppelij'ken arbeid. Dan
valt het te betreuren dat zij dien weg niet
zijn opgegaan, zooals andere oud-discipelen
van Kampen wel gedaan hebben.
Spr. heeft drie principieele bezwaren
tegen het jus promovendi. Men denke niet
dat in 1885 allen voor het promotierecht
waren. Prof. Schilder is bij dit jaar blij
ven staan. Maar wat heeft de Synode met
het voorstel van curatoren toen gedaan? Zij
verwierp het met ?C tegen 14 stemmen.
Men moet het Bedirg zien in het licht
van de beslissingen van de Synode
1885 en wat daarna is gebeurd. In 1892
wordt in geen enkel stuk gesproken van het
doctoraat maar van een kweekschool
tót o in leiding voor den dienst
dies Woords. Men kan het Beding van
1892 slechts verstaan in het licht van de
debatten van de Svnode van 1893.
Als Kampen het jus kreeg zou zij toch
het doctoraat examen willen hebben over
eenkomstig het Academisch statuut?
Spr. betwist op grond' van zijn ambte
lijke ervaring dat niet-gpdoctoreerde predi
kanten achter staan bij hun gedoctoreerde
collega's.
De kerken kunnen de verantwoordelijk
heid voor het doctoraal examen niet
dragen. Spr- heeft als ourator ervaren
dat er tal van klachten inkwamen over
proefschriften en stellingen. Daarom waar
schuwt spr. hier ernstig
en noemt als recent voorbeeld' het oordeel
van Dr. J. v. L o n k h u y z e n over het
proefschrift van Dr. M. Bouwman. Hier
liggen gevaren voor den band tusschen
School en Kerken.
Tenslotte ontwikkelde spr. practische be
zwaren. Bij een doctoraat moeten zeker 3
hoogleeraren komen. Mogen we dat vra
gen afgezien van dezen tijd? Als het er
komt moet het er goed komen en spr. heeft
ernstige bezwaren tegen het ppleggen van
zulke lasten.
Mogen de Kerken aan de hoogleeraren
de meerdere lasten aan het doctoraat ver-
bondn, opleggen? Spr. betwist dat, waarom
hij de Synode ernstig ontried om de min
derheidsconclusie aan te nemen.
Ouderling M. Knol is niet overtuigd van
de noodzakelijkheid van een zesden hoog-
leeraar, waarom hij van oordeel is d'at geen
meerdere lasten aan de Kerken mogen wor
den opgelegd en dat temeer wijl vele za
ken om financieele redenen moesten worden
algewezen.
Prof. Dr. D. Nauta zag van het
woord af.
Prof. D r. G. Gh. A a 1 a e r s wilde als
lid van de rapporteerende commissie zijn
prae-ad'vies ook in de Synode neerleggen.
Mèt prof. Schilder oordeelt spr. dat we het
uitgangspunt nemen moeten in een billijke
en rechtvaardige uitlegging van het Be
ding.
Men kan geen oogenblik staande houden,
dat het jus promovendi behoort tot de op
leiding tot den dienst des Woords. De
opleiding moet beantwoorden aan den norm
door de kerken zelf gesteld. Gaat men *ot
de instelling van het doctoraat over dan
maakt men van de Theol. School iets heel
anders en stelt het Beding automatisch
buiten werking. Dan maakt men er
een duplicaat van de Theol. Faculteit der
V. U. van en zeggen met name de meer
-nafcolijUa Garofnnnocrdpn Hat hftt-® r> n h-
gemoti veerde weelde is om twee
opleidingsinrichtingen in stand te houden.
Nu kan men zeggen dat de instandhouding
van Kampen een eisch is van broedertrouw,
dat meerdere uitgaven rechtvaardigt
Het wil spr. voorkomen dat zij die de op
vatting „voor de Kerk door de Kerk" hul
digen .tegen het doctoraat in Kampen
moeten zijn, want zij willen het eigen ka
rakter der Theol. School handhaven.
Spr. behoort niet tot hen die deze opvat
ting huldigen, maar zou zich verzetten le
gen een voorstel tot opheffing der Theol.
School. Zoo moeten zij, die thans voor het
doctoraat ijveren ook het gevoelen ontzien
van die daarvoor niet gevoelen. Spr. be
val de meerderheidsconclusie warm aan.
Prof. Dr. G. M. den Hartogh be
hoort tot hen, d'e na ernstige studie
biddend' overleg van oordeel zijn dat er wel
practische maar geen principieele bezwaren
bestaan tegen het verleenen van het docto
raat. Spr. respecteert het gevoelen van hen
die meenen dat het zoo niet is. Hij is ook
van oordeel dat er een weg te vinden is,
om aan de wenschen zoowel als aan de be
zwaren tegemoet te komen. Spr. verstond
zich met Ds. den Houting, Dr. Kraan, Ds.
Popma en Ds. Jonkhof en bracht het volgen
de advies uit:
Een advies voorgesteld
„De Generale Synode:
in het midden latende de vraag, of de
bestaande bezwaren tegen de zorg door
en namens de kerken voor de gelegenheid
tot doctoraal-studie en promotie aan de
Theologische Hoogeschool te Kampen
gegrond zijn,
draagt aan de te benoemen curatoren
op om, zonder verplichtingen in den vorm
van financieelen steun of van toezicht aan
te gaan, een welwillende houding aan te
nemen ten opzichte van een eventueel ge
bruik door het college van de hoogleeraren
aan de Theologische Hoogeschool van
hun wetenschappelijke bevoegdheid om
leiding te geven aan de doctorale studiën
en om den graad van doctor te verleenen."
Dr G. Keizer i6 Jankbaar voor het
voorstel van Drente en -ie gevoerde deoat-
ten. Spr. zou gaarne zien dat een weg ge
vonden werd om allen te bevredigen en
hoewel zijn stem nog niet definitief bepaal J
hebbend, oordeelde spr. dat het voorstel-Der.
Hartogh ernstige overweging ver
dient.
Prof. Dr. V. Hepp merkt op, dat zoolang
er een groep menschen is. die van leze
Theol. School voorstander zijn men haar
moet handhaven. Spr. is altijd voorstander
van die school geweest en zag in eenheids-
pogingen van Kampen en Amsterdam
geen heil Spr. herinnerd» aan zijn voor
stel door de classis Dordrecht op de Synod"
van Zwolle-1911 gebracht. Hij heeft altijd
met het Beding ernst gemaakt.
Met groote trouw moet voor het karaktei
van de Theol. School gewaakt, anders staan
we voor een annuleering van het Bedir.g
en dat zal zeker geen rus* en vrede bren
gen. Ook ten aanzien van het zooeven inge
diende voorstel past voorzichtigheid.
Met nadruk sprak spr. de bewering tegen
alsof bij dc V.U. verzet U tegen het doeu>-
raat aan Kampen. De p-apadviseerendi*
hoogleerapen beongen slechts het belang der
kerken en willen graag eerst de kosten
overrekonen alvorens zij een toren bouwen.
Ouderling J. Mann i. 6» laatste spreker
wilde als onderteekenaar van de mindir-
Moe en afgemat thuisgekomeJ
Neem vlug een "AKKERTjtt
U is dan spoedig weer friJ
en fit, als door een wonde!
RADIO
ZATERDAG, 30 SEPTEMBER 1039
HILVERSUM L 1875 en 414.4 M. VAIR.'
"7**l
ndlnc. 10.001—10.20
VPRO. 8.00 Eventueel Ber ANP. Graal
Voo: -I c
de Continubedrijven. 12,J U C
slek. 10.00 Morgenwijding.
Gram.muzlek. 2.00 Film
spel. 3.00 Reportage. 3.30 Gram
Esperanto-uitzending. 4 50 VARA-Stri
kest. 5.30 Filmland. 5.50 Orgelspel. S.£j
de Roode Jeugdbeweging. 6.45 Kim"
club. 7.00 VARA-Kalendor. 7.05 Feil
7.10 Politiek Radiojournaal. 7.30
„Leekenspel en Jeugdtooneel". 8.00
ling SOS-berlchten. 8.03 Ber. ANP. Vi Tot
Varia. 8.15 Vraag en antwoord. 8.3C
Orkest en solist. 9.10 „Verwarring
kerheid". toespraak. 9.15 VroolUke
dracht 9.80 Gram.muzlek. 9.40 Vraglj
10.09 En nuOké. 11.00 Ber. ANP.f
Radlotooneel. 11.3012.0(
HILVERSUM II, 301 5 M. KRO-Ultzc
8.00—9.15 en 10.0*9 Gram muziek, uil
Godsdienstig halfuur. 12.00 Ber. 12.15 f
KRO-Orkes
praatje. 5.39 Gram.muzlek. 5.45 KRO-3É
tegaaltjes. 6.15 Gram.muzlek. 6.20 J«f
liatlek weekoverzicht 6 45 Gram
7.00 Ber. 7.15 Causerie ..Medische Misd
Oostersche landen". 7.35 Act
flitsen. 8.00 Ber. ANP. meded
Meditatie met muzikale omlij:
muziek. 8.45 Gevar. programma. 10.3(fU
ANP. 10.40 „Het onvergankelijke f
causerie met muzikale omlijsting.
87-jarige reputatie
15 jaar „In radio's"
RIJKEN de LAN6
GED BINNENROTTE 154 ROTTERE
heidsconclusie er op w'.jzen, dat m< D
genoegzame eenparigheid niet steedVan
argument moet aanvoeren. Spr. ach-getv
eerder afwezig bij curatoren en Ivooi
leeraren dan bij de Keri<en. Men w$noc
vooruit dat dit argument wordt aangepevo
en dat weerhoudt van act doen vaneen
stellen. je 1
De Theol. Hoogeschool heeft van de.egt
ken de wetenschap toevertrouwd gek^'
en uit haar karakter vioedt het docEn
voort. Het beste is voor haar niet teLro,
De voorstanders vragen om hun r*Baa,
en spr. wilde de minderaeidsconclusir^
nadruk hij de Synode aanbevelen.
Antwoord van den rapporteur
Dr H. K a a j a n beantwoordde tyerd
met een enkel woord de gemaakte ojcW(
kingen. De commissie heeft zich opf
standpunt van 1930 gesteld en dat i
wijs standpunt. De afwezigheid van
noegzame eenparigheid is vandaag t*e
lijk gsiknvoutlreerd tot in het college,
de Kamper hoogleeraren toe.
De beslissing van 1930 is toch bindejly
met algemeen© stemmen genomen.
wees op het standpunt van Dr. A. K'.®*
inzake de Technische Hoogeschool enl106?
uiteen dat het promotierecht aan DelYar
is gegeven louter om practiioor
redenen. Spr. beriep zien ook op V< Car
en op Brummelkamp. Het Beding mofen
derdaad gehandhaafd. De wetenschap^ga
ook niet gaan heerschen over de kert Kv
doctoraat is een schending van^Tll
Beding. et
Het doctoraat zal schatten gelds ko s
en we zijn reeds verarmd en dat zal iijss
toekomst nog erger wordt-n. Spr. beva ar
meerderheidsconclusie warm bij de Syi
aan( juist uit li&fde tot de School en®^
kind der Scheiding. De commissie 1
zich over het ingediende voorstel nog r
kunnen beraden. mi
De Voorzitter stelde voor een
ronde met een sterke beperking. I bu
twee voorstanders van het meerderhi o°
rapport en twee van het minderheidaaa
port het woord voeren eu laten die uil e
kring der Theol. schooi worden gekipf
Spreker stelde voor de aoogleeraren Goo
danus, Schilder, Ridderbos en Dijk. O
kunnen die tevens prae-advies uitbrei ëi
over het voorstelden Hartogh. ar
Dr. A. D. R. Polman heeft daart ei
bezwaar want hij wilde uiet Dr. D.
Groot ook een voorstel indienen. t
De voorz. schakelde het voorste^
Hartogh daarop uit. Lq
Ds W. H den Houting wilde Lï
rantsoeneering van den spreektijd
de vier hoogleeraren. L
Prof. Dr K. S c h i 1 d e r wilde het \teI
stel-Den Hartogh volle kans geven. Jnl
Prof Dr. K. Dijk heeft bezwaar tévi
beperking tot vier sprekers en is van j11
deel dat het voorstel-den Hartogh nj^
moet bezien worden, ook door het cej]
torium y3
Dr. A. D. R. Polman diende d&Si
een voorstel in met advies van Prof.lt
H. H. Kuyper om inzake het promfer
recht geen beslissing te neme:he
curatoren op te dragen om over het
stel-Den Hartogh volgende synode va%
vies te dienen.
Ds T. J Hagen diend«> daarop meiLj
H. de Bruyn een voorstel in om t«L
men tot eenheid van opleiding en C,
over dooi een commissie in 1942 de syCj
van advies te doen dienen. n
De voorz. verdaagde om ruim hallr
de synode tot half acht.
Een nader® verklaring in
DS
In ons overzicht van dc 15e zitting "ja,
naar aanleiding van een opmerking ei
Dr. W. A. van Es medegedeeld dat hijj)
zaak van den persarin-id der b)
leeraren" wilde ter sprake brengen. 9^,
geen nauwkeurige weergave: immer6,L
voorgelezen curatorenverslag sprak
„persdebatten", naar aanleiding waar
„jnet betrokkenen'' gehandeld
Ieder weet, dat deze „betrokkenen"
buiten den kring der hoogleeraren en£®
buiten den kring der Theologische
school te vinden zijn. Zie_ookjjjp