Hoe de hamster hamstert
Een Poolsche amokmaker
arbeid in
Joodsche
Palestina
I
MAANDAG 28 AUGUSTUS 1939
De onde en de jonge generatie in Tel-Aviv
vrij.
Na zes uur kan iedereen zijn tijd beste
den zcoals hij wenscht; lezen, vergaderin
gen bijwonen, naar concerten luisteren, of
naar de bioscoop gaan in de stad. Op die
manier kan men van de twintig-eeuwsche
cultuur profiteeren, en toch concurreeren
tegen de inboorlingen, die leven, zooals zij
duizend jaar geleden ook leefden.
In óe Joodsche kolonie verdient niemand
geld, dat is te zeggen, geld om zelf te be
houden. Het individu heeft er niets aan
geld, hij kan er niets mee doen Moet hij
een enkele maal op reis, dan wendt hij zich
tot den penningmeester van de Joodsche
gemeenschap, die alle geldzaken beheert, en
Jiem van het nooöige voo.rziet. Overigens
bestaat er geen „geld" voor de. kolonisten,
en niemand voelt dit "als een gemis. In
tegendeel, Ijet geeft rust Men behoeft zich
geen zorgen te maken, geen angst te heb-
voor de toekomst, en men betaalt geen
rekeningen. Of de Beurs lusteloos is of ge
animeerd, deert de kolonisten niet, promo
tie en ontslag zijn onbekende dingen, werk
loosheid dreigt niet, er is veiligheid.
Voor sommige individuen is dit niet ge
noeg, zij zijn te ambitieus voor zulk een
bestaan, voor anderen echter is het een
paradijs, want men krijgt alles wat men
noodig heeft, eten, drinken, kleeren, lec
tuur. een dak boven het hoofd, en ont
spanning.
Het beginsel is, dat iedereen diensten
verleent naar zijn beste kunnen, en ont
vangt naar behoefte. Het merkwaardige is,
dat dit systeem in Palestina opgaat, terwijl
het overal elders zou falen en reeds her
haaldelijk gefaald heeft In andere landen
zouden er parasieten zijn, die zoo weinig
mogelijk deden, en anderen zooveel moge
lijk het werk zouden laten opknappen, maar
de Joden van Zion hebben een eigenaar
dige en prijzenswaardige mentaliteit
Ontvankelijk als zij zijn, luisteren zij
naar de woorden van leidinggevende man
nen en doen met samengeknepen lippen
hun plicht, en meer dan dat Dan is er als
extra stimulans de verontwaardiging over
de vijandschap der Arabieren en over de
vervolging, waaraan hun lotgenooten bloot
staan in Duitschland en in andere landen,
en hun ijver om voor de Joden een nieuw
nationaal tehuis te bouwén in Palestina
Door deze invloeden wordt de Joodsche
kolonist tot plichtsbetrachting aange
spoord en het gevolg is, dat de kolonie of
gemeenschappelijke boerderij bloeit. Alles
is er op modernen leest geschoeid, de broed
machines leveren iedere drie dagen acht
honderd kuikens op, de koeien geven on
geveer vijfduizend liter melk per jaar en
per stuk. tegenover de koe van den Ara
bier vijfhonderd.
Buiten de palissaden liggen de akkers,
vaar mannen en vrouwen alom arbeiden,
terwijl een aantal mannen, het geweer op
den schouder, patrouilleert. Aan wie be-
hooren die akkers, en de gebouwen, die er
op staan? Op die vraag zou men kunnen
antwoorcen met: aan alle Joden van Pa
lestina door middel van hun organisatie,
het Joodsc'h Nationale Fonds. Dit koopt
land en distribueert 't onder de kolonisten.
Slechts weinige kolonies zouden den aan
koop zelfstandig hebben kunnen financie-
n, privé eigendom is er du6 niet. Zelfs de
kleeren, die de kolonisten dragen, zijn geen
persoonlijk bezit, de hemden, broeken enz.
worden in series gemaakt, en in de ge
meenschappelijke wasscherij gevvasschen
Wie in de kolonie komt met fraaie eigen
kleeren, laat ons zeggen met een bontman
tel, overhandigt die, om nuttig te worden
aangewend. Alles is van allen, tot nut van
het algemeen en alles is tot in de perfectie
georganiseerd.
Intussohen willen wij. na dit interes
sante relaas van Joodsche zijde, niet on
vermeld laten, dat er aan de nieuwe Jood
sche kolonisatie in Palestina ook minder
sympathieke kanten zijn verbonden. Van
het gezinsleven in de „kvvoetsoot", hier-
n genoemd, komt begrijpelijkerwijs
heel weinig terecht. De huwelijksband is
er bovendien, naar de ervaring heeft be
wezen, zeer los, en de vrouw wordt er
spoedig oud1, blootgesteld als zij is aan den
harden veldarbeid, aan een leven, dat haar
vrijwel de gelijke van den man heeft ge
maakt. Volgens koloniale deskundigen is
de kleeding, die de moderne Joden zich
hebben aangewend, namelijk een kort
broekje en een Schillerhemd' zoowel man
als vrouw gaan op deze manier getooid
uit hygiënisch oogpunt beslist af te keuren,
daar het lichaam niet beschut is tegen ae
zonnehitte, welke er de sappen uit oo-
slorpt, zoodat men voor zijn tijd slap wordt
en afgeleefd. Tegen deze kleeding is ook
uit moreel oogpunt veel in te brengen: zij
levert o.a. den Arabieren ergernis op, die
en schennis der vrouwelijke eerbaar-
heid in zien.
Wij hebben voor den Joodschen onder
nemingsgeest in Palestina respect, doch be
treuren tevens, dat het nieuwe volk aan
zijn ouden godsdienst den rug heeft toege
keerd, en daarvoor zeer radicale opvattin
gen in de Dlaats heeft gesteld; de Histad-
roet, de arbeidersbeweging bijvoorbeeld, is
door en door socialistisch. Zoo is er, bij veel
dat te prijzen is, ook heel wat, dat moet
worden betreurd, en ook inderdaad bij de
Joodsche orthodoxie bezorgdheid verwekt.
Palestina geraakt in opbouw, doch de
vrome Jood vraagt zich af: „Waar blijft
Zion?"
Een rat, die een winterprovisie
van 50 Kg bijeenbrengt
Ondanks dat houdt het dier
een winterslaap
Drs J. T e u s e n schrijft in „Het Kompas",
uitgave van de Nationale Levensverzeke
ring-Bank N.V.:
Het zal wel zonder meer duidelijk zijn,
dat de hamster zijn naam niet te danken
heeft aan onze paniek-inkoopen en -vom-
raadvormingen, maar dat. het omgekeerde
het geval is: Wie doet als een hamster,
hamstert.
Een hamster is een „ais rat gekleed per.
soon" onder de knaagdieren. Van boven
bruingeeel, van onderen zwart en witte
voeten. Geloof echter niet, dat hij bij den
landman een wit voetje heeft, want hij
maakt zijn voorraden ten koste van hem.
Het is een dier van hoogstens 25 cm plus
nog 5 cm staart. Gelukkig voor alle Neder
landers, die zich met brood voeden, komt
hij in Nederland niet veel voor, alleen in
Limburg. In Duitschland meer. De oorzaak
ligt in de grondsoort. Daar de hamster een
groot deel van zijn leven onder den grond
doorbrengt, mag deze niet te los zijn. Het
spreekt vanzelf, dat drassige weilanden
ook al niet geschikt zijn om er op 1 of 2 m
diepte een woning in te richten. Eveneens
is te zware grond niet naar den zin van
den hamster, zoodat er in de „lage landen
bij de zee" niet veel meer overblijft.
De hamster gaat zijn woning binnen door
een loodrechte gang, die onderaan schuin
of horizontaal afbuigt naar de 'woonkamer.
De vloer is bekleed met zacht^stroo en de
wanden zijn overal even glad gemaakt. Do
uitgang voert uit de woonkamer schuil}
naar boven en ziet er ook altijd netjes uit.
Een derde opening in de woonkamer is het
begin van een gang naar de voorraad
schuur. Oudere hamsters hebben soms tot
vijf schuren toe, die elk door een gang met
de woonkamer verbonden zijn.
Op een eigenaardige manier worden de
voorraden naar de schuren vervoerd. De
hamster is zeer handig met zijn voorpooten.
Daarmee buigt hij de korenhalmen naar
beneden, bijt de aar er af en begint er op
te knabbelen. Eten doet hij echter niet. Eén
voor één doet hij de korrels nu in zijn zgn.
Teneinde de evacuatie der Londen-
sche kinderen bij een eventueel con
flict een vlot verloop te doen hebben,
worden thans maatregelen genomen
en hebben repetities plaats. Het
hoofd van een der scholen spreekt
moeders en kinderen toe.
wangzakken verdwijnen Eigenlijk heeft hij
„dubbele wangen"'. De ruimte tusschen die
twee „wangen" aan eiken kant is de wang
zak. Deze reikt' tot aan de schouders toe.
Heeft hij ongeveer een half ons graan bij
elkaar geknabbeld, dan zitten de wangzak
ken propvol, zoo zelfs, dat hij niet bijten
kan en zonder gevaar beetgepakt kan wor
den. Maar dat duurt lang. Met co voor
pooten duwt hij de graanvoorraad er uit
en is weer gereed om venijnig toe te hap
pen. Men heeft opgemerkt dat de hamster
van vele zaden eerst de kiemen afbijt Het
is niet gemakkelijk het nut daarvan in te
zien. Wij bewaren ons graan ook met de
kiem er aan. Het lijkt mij mogelijk, dat de
hamster voorzichtigheidshalve van som-
In lange rij wachten de Parijzenaars.
die nog niet in het bezit zijn van een
gasmasker voor een der depots in het
centrum der Fransche hoofdstad.
mige graankorrels do scherpe punten en
daarmee ook de kiem afbijt om verwon
ding van zijn wangzakken te voorkomen.
Thuis gekomen wordt de lading in de
schuur, of liever den kelder gedeponeerd
Alles wordt bij elkaar gelegd en als over
eenigen tijd een andere graansoort rijp is,
of de boonen aan de beurt zijn, wordt er
dagen- of eigenlijk nachtenlang niet anders
dan dht verzameld, wat voorhanden is Zoo
doende zijn de voorraden netjes soort bij
soort gerangschikt. Vijftien kg voor één
winter is geen overdreven hoeveelheid. Dik
wijls is het 25 kg en er wordt ook wel eens
50 kg vbedsel in een hamsterwoning ge
vonden.
Daar de verzamelde voorraad van de ham
ster blijkbaar niet voldoende is om den
heelen winter iederen dag te eten, sluit hij
in October zijn woning met aarde af en
gaat slapen. In plaats van lekker warm te
liggen, koelt hij steeds verder af, tot het
eindelijk schijnt of er geen leven meer in
is. Men ziet geen ademhaling meer. Het
hart klopt maar vijftien slagen per minuut.
Geheel verstijfd, van versche lucht ver
stoken, wacht de hamster de komst van de
warme dagen af. Nu vat het dier het be
grip „warm" niet zoo streng op als het
K.N.M I. te De Bilt Zijn er een ipaar „war
me" dagen in Februari, dan worden de
leden iets minder stijf.de ademhaling wordt
weer zichtbaar en na wat rekken en gapen
is de slaapkop zoover, dat hij naar den
kelder kan gaan voor een lichten maaltijd.
Is het weer aanlokkelijk genoeg, dan ver
toont hij zich boven den grond. Maar wordt
de temperatuur minder, dan gaat hij weer
voor een maandje naar bed. Zoolang het
koud is, heeft hij geen behoefte aan voed
sel. Staat de zon wat hooger aan den
hemel, dan komt hij iedere dag te voor
schijn. Hij loopt dan in het opgroeiende
koren ook niet zoo erg in de gaten. Niet
alleen de honden van de boerderij, maar
ook uilen, hermelijn, marter en buizerd
loeren op hem.
Hij weet zich anders uitstekend te ver
dedigen. Meestal doet hij het
tegenaanvaL Menige hond liep
naar huis na een ontmoeting
hamster en ook een hermelijn
wel eens na een beet van dit
dier. Ook meïischen en paarden
soms een aanval van hem te
Dieren, die kleiner zijn dan de
eet hij eenvoudig op. Maar ook
lijke duldt hij niet in zijn
tweegevecht eindigt bijna
kannibaalsche smulpartij.
De eenige tijd van vrede is de
riode van liefde: maar een
Dan gaat „man"-hamster bij
haar woning logeeren. Daarna is
„af" en als ze elkaar zouden
blijft er maar één over. Het
zoekt nog enkele malen een
Later in het jaar is er weer een
periode en tweemaal brengt het
18 jongen voort. Deze
een aparte onderaardsche
jongen wat grooter zijn en
met grommen en bijten de deur
heeft, moet ze nog een nieuw
blijf graven en van vooïraad
jongen natuurlijk ook. Elk
dus geheel als vrijgezel. 0i
De voordeelen, die een hamster
wegen niet tegen de
en dan eet hij wel wat
ren: een meikever, een larve,
jacht kan ook baten
plaats de huid en dan
heeft de hamster die geheel in
had, die wordt gewasschenen
schelijke consumptie gebruikt.
Overigens verdeelt de
hamster zijn levenstaak in
slapen, vechten enhamsteren!
Herinnering aan een vreeselijke
gebeurtenis op de Oosterkade
Twee militairen en een
rechercheur gedood
Drie politiemannen zwaar gewond
ROTTERDAM, 24 Augustus. Binnen
kort zal het 20-jaar geleden zijn de
juiste datum is 6 September 1919 dat
zich op de Oosterkade te Rotterdam, een
vreeselijk drama afspeelde, dat aan drie
menschen het leven kostte, terwijl enkele
politiemannen zwaar werden gewond.
Er heersohte in dien tijd in Europa aller-
wege groote verwarring en ook in ons lana
was het verre van rustig. Herhaaldelijk
werden menschen gearresteerd, die probeer
den in ons land politieke agitatie te voeren.
Er waren in ons land1 speciale kampen in
gericht, waar politieke vluchtelingen en
verdachte buitenlanders werden opgesloten.
Tot de meest gevaarlijke individuen, die
in het interneoringskamp te Oldebroelc
waren opgesloten, behoorde de Poolsche
communist Iwan Petro. Deze stond in
alle politiebladen gesignaleerd als een man,
die bij zijn arrestatie onmiddellijk naar de
wapens grijpt en zijn tegenstanders neer
schiet. Dat bleek, toen men na zijn ont
snapping uit het kamp te Oldebroek, hem
op de Oosterkade te Rotterdam wilde
arresteeren.
Een onrustige vreemdeling
6 Sept. 1919. In een trein tusschen Amers
foort en Utrecht zit een man. Zijn gedrag
trekt de aandacht van zijn medepassagiers.
Hij is onrustig. Wanneer de trein op het
station te Utrecht is gearriveerd, verbergt
hij zijn gelaat achter het gordijntje voor 't
coupéraam en telkens wanneer een reiziger
de coupé betreedt, krijgt zijn gelaat een
aschgrauwe kleur. Nog steeds staat de trein
langs het Utrechtsche perron. Hij verlaat
nu oe coupé en sprjngt, wanneer de trein
zich weer in beweging zet, op het laatste
moment weer op de treeplank. Het gedrag
van den vreemdeling wekt achterdocht.
Wanneer de trein het Maasstation bin
nenrolt, stapt hij uit. I-Iij passeert de con
trole. Naast den controleur staat IJke de
Vries, rechercheur van de vreemdelingen
politie te Rotterdam. De Vries heeft de
foto's van verdachte politieke agitatoren
bestudeerd en hij herkent in den Pool on
middellijk Iwan Petro, die kortgeleden uit.
het kamp te Oldebroek is ontvlucht. De
rechercheur achtervolgt den Pool; hij weet,
dat hij voorzichtig moet zijn.
Op de Oosterkade, vl.-k voor 't Continen
tal-hotel bespringt hij den Pool en slaat
beide armen om hem heen, aldus probee-
rende te beletten, dat Petro zijn revolver
trekt. De vreemdeling verzet zich met alle
kracht, die in hem is; beide mannen rollen
over de straat, en op het moment, dat De
Vries tijdens de worsteling onder hem is
komen te liggen, trekt hij zijn browning en
lost twee schoten.
Een kogel doorboort zijn buik, de andere
den schouder van den politieman, die on
middellijk dood is.
De schietpartij verwekt groote consterna
tie onder de reizigers, die zooeven 't station
hebben verlaten. Iwan Petro staat op en
vlucht in de richting van de stad, achter
volgd door eenige militairen, die eveneens
in den trein hebben gezeten, en die IJke
de Vries waren ter hulp gesneld. De vluch
teling bevindt zich thans ter hoogte van de
politiepost bij het Oude Hoofdplein.
Een wilde achtervolging
Juist verlaten 2 politie-agenten 't bureau,
het zijn de rijwielagenten L. v. Schaick en
C. v. Locnen. Van Schaick tracht den vreem
deling tegen te houden, maar deze lost een
schot uit de revolver, die hij nog steeds in
dé hand heeft: de kogel doorboort zijn lies,
Van Schaick valt en ziet nog kans, zijn
revolver te trekken en eenige schoten op
den Pool te lossen. De kogel treft den Pool
den rug, een tweede kogel afkomstig van
den agent Van Locnen, doorboort het dij
been van den vreemdeling. Nochtans gaat
deze er van door. Hij vlucht in de richting
van het Haringvliet, achtervolgd' door Van
Loenen, eenige militairen en burgers. Iwan
Petro vlucht de poort binnen van ipand 92
aan den Haringvliet, waarin het consulaat
van Nicaragua is gevestigd. Een bediende
van dit consulaat werpt, znodra de Pool
de poort binnen is, het hek dicht.
De panden van het Haringvliet corres-
pondeeren op die van de Oosterkade. Een
aantal vervolgers weet dot en loopt om
Inderdaad verschijnt de Pool even later op
de Oosterkade en weer volgt men hom op
de hielen. Hij loopt thans via het Oude
Hoofdplein naar de Spaansche kade; daar
vlucht hij den sigarenwinkel binnen van
de Gebroeders Schilte. Tot groote verbazing
van den winkelier vlucht de man een kast
binnen en trekt de deur achter zich dicht
De agenten van nolitie, Erkelens, Van Es,
de vaandrig P. Hevnis en eenige andere
militairen betreden den winkel en sommee-
ren den Pool te voorschijn te komen.
Een vreeselijke schietpartij
Inderdaad gaat de deur op een kier open,
er klinken schotenen voor de agenten
de gelegenheid hebben terug te schieten,
ligt Erkelens met verbrijzelden kaak lang
uit op den grond. Een kogel doorboort het
hart van den vaandrig. De agenten trekken
de revolvers en de kogels doorboren vijf
maal de kastdeur. De Pool acht de
waarin hij zich bevindt, blijkbaar
vaarlijk, hij springt te voorschijn,
dwars door de groote étalageruit en
die straat op. Iemand in den winkel
den Pool met een ijzeren 6taaf
slaan, maar tevergeefs.
Voor de winkeldeur zijn
menschen te zamen
zich de kanonnier
bevindt. De Pool richt zijn wapen
soldaat, hij schiet hem voor den
dood. Daarop richt hij het wapen
politie-agent Van Es, wiens hand
doorboord.
De agent Van Bruggen krijgt
kans het gevaarlijke sujet neer
want toen Groenewegen dood ter
stortte, heeft hij zich op straat laten
Hij blijft eenige oogenblikken rotr
liggen, den schijn wekkend, dood teer
De Pool richt zijn wapen op Van Briidi
die op straat ligt, loopt op hem thv
schopt hem eenige malen in de zij, oen
constateeren of de politieman wel doèv<
hoewel de schoppen pijnlijk zijn, veiijz
Van Bruggen geen vin, maar nauvpei
heeft de Pool zich omgedraaid', ofl
zijn sabel een slag toe, die den schede
de Pool doet splijten
Momenten van ontzettende angst
Het waren momenten van ontze
angst, die Van Bruggen heeft beleefd
hij daar roerloos op den grond lag
hebben niet nagelaten,, een stempel te
ken op het zenuwgestel van dezen p
man, dat geruimen tijd is gestoord gei
Thans nog doet van Bruggen diens
politieman bij de rivierpolitie. De a;
van politie Erkelens, die levenegev;
werd gewond en Van Es, zijn later tol
joor bevorderd Zij doen thans dienst
hoofdbureau vap politie. Van Schaicl
eveneens zwaar werd' gewond, is
het bureau Meermansstraat.
Op het lijk van den Pool werden f
van België en een van Oostenrijk gevi
benevens een lijst van Poolsche woord
het Hollandsch vertaald, voorts vond
adressen van communisten uit versch
ne plaatsen van ons land, beneve
stuk van een briefhoofd, waarop g
stond: „Revolutionair Socialistisch
dagblad De Tribune". Redactie: W v
vcstevn en David1 Wijnkoop"; verdel
visitekaartje met den naam Iwan Petro
briefje aan een inwoner van Hengel
richt, luidend: „Teun, breng dezen m
aan het goede adres om de grens ov
komen. Dag. Ik kom spoedig terug, i
Tenslotte eenige foto's, voorzien van
naam Spartacus en voorts was hij r
het bezit van een dertigtal kogels, well
een lap waren gewikkeld. I
Als herinnering aan het. heldhafti
treden van IJke de Vries, hangt
ren in één der lokaliteiten van het
bureau van dezen politieman een foi
Bruggen staat op en dient den Pool r
Hoe de kolonisten het land
opnieuw ontginnen
Het economisch communisme
viert er hoogtij
De Geneefsche mandaten-commissie heeft
over het Britsche Witboek inzake Palestina
een afkeurend oordeel laten vernemen; zij
is het in meerderheid niet eens met Enge-
lands nieuwe politiek ten opzichte van de
Joden, die in het oude land een nieuw
Joodsch Tehuis wenschen te stichten, en
daarin door Engelsche bestuursmaatregelen
in de toekomst ernstig gehandicapt kunnen
worden. Het vraagstuk is, gelijk men weet,
zeer ingewikkeld', gelijk trouwens ook in
Joodschen kring al heel uiteenloopend over
het ideaal van een eigen Joodschen staat
op Biibelschen bodem wordt gedacht Zoo
er één volk ernstig tegen zichzelf verdeeld
is, dan is dit zeker wel Israel, hetwelk hel
nooit over welk onderwerp dan ook o. over
eenigerlei vorm van organisatie, volkomen
eens kan worden. Intusschen is het belang
wekkend, het oog eens te laten gaan, over
wat tot op heden door dat nieuwe type
van Jood, hetwelk tot den alouden boeren
stand is teruggekeerd, in Palestina is tot
stand gebracht.
De Joodsche boeren in het heilige land
leven in overgroote meerderheid in com
munistische gemeenschappen; dit woord
dient echter louter economisch, en geens
zins politiek te worden opgevat. Hoe zulk
een communistisch boerenbestaan reilt en
zeilt, daarvan geeft een dor Joodsche week
bladen een interessant overzicht, waaraan
wij hier gaarne eens het een en ander out-
^Als men per auto de geheel Joodsche
stad Tel-Aviv verlaat, gelegen in de on
middellijke nabijheid van Jaffa of Joppe,
kan men aan alle zijden deze Joodscne
kolonies bereiken. Zij bestaan uit bouw
land, weiland en boomgaarden, en omvat
ten meestal ongeveer 800.000 vierkanten
meter. In het midden ziet men een aantal
witgepleisterde gebouwen, omgeven door
palissaden, zooals vroeger de farms in het
verre westen van Amerika, die bedieigd
werden door Indianen. Geweerloopen steken
door de kijkgaten, en buiten de palissaden
zijn prikkeldraad-versperringen aange
bracht. Boven de andere gebouwen uit
steekt een korte toren, plat van boven. Op
dit plat, hetwelk een wijd uitzicht biedt,
staat geschut en eveneens een installatie
voor zoeklichten. Een weg, door boomen
beschaduwd, leidt naar de poort; alles doet
middeleeuwsoh aan. maar dat wij niet
meer in de middeleeuwen leven, wordt de
bezoeker gewaar als hij, na ziek gelegiti
meerd te hebben, de zolen van zijn schoe
nen moet dompelen in een pan met des-
infecteerende vloeistof: dat is om te voor
komen, dat mond- en klauwzeer in de
kolonie wordt gebracht Als deze ceremonie
heeft plaats gevonden, zwaait de breede
poort open, en kan men binnengaan. Er is
altijd een schildwacht op post, een jonge,
gebruinde, gespierde kerel, aan wien men
niet zeggen zou, dat hij een jaar geleden
nog een" bleeke kantoorbediende was,
ergens in een groote stad in het Westen.
Zijn „uniform" is een blauwe korte broek
cn een kleurig hemd, open aan den hals.
De bezoeker wordt naar de gemeenschap
pelijke eetzaal geleid, leeg en verlaten, als
hij midden op den dag aankomt, want
iedereen werkt dan op het land. Ter ver-
frissching wordt hem salade en libban (een
soort volle melk) aangeboden. De eetzaal
is zeer ruim. zij biedt plaats aan honderd
vijftig menschenals ieder voor zichzelf
kookte zou er te veel tijd verloren gaan en
teveel arbeidskracht worden verspild. Do
Joodsche vrouwen in deze kolonie koken
niet, en zijn geen „huisvrouw"; zij werken
op het land, en in de boomgaarden.
En de kinderen? Die worden onderge
bracht in het Kinderhuis, waar zij onder
toezicht staan.
Dit leven heeft niets gemeen met 't leven
in den huiselijken kring, zooals de emi
granten dat gewend waren vóór zij hun
nieuwe vaderland' opzochten, men leeft in
deze kolonie als één groote familie, en
werkt met vereende krachten uit bittere
noodzaak. Een „familie" van honderdvijftig
menschen kan weerstand bieden aar
Arabieren, een familie van vijf of zes n
srhen, wonend iri een afgelegen boerderij,
zou in één nacht worden uitgemoord.
Maar dit samenwonen van velen heeft
noc een andere oorzaak, een economische.
De onder-vinding heeft geleerd, dat de
alleenwonende Joodsche boer niet kan con
curreeren tegen den Arabier; in de kolonie
echter wordt de arbeid practisoh inge
deeld, en kan men gebruik maken van de
moderne landbouwmachines, voor gezamen
lijk»» rekening gekocht
De vrouw van den Arabier is een 6lavin,
en de vrouw van den Joodschen landbouwer
zou dat ook zijn, zwoegend en sloovend cn
oud voor haar tijd, als zij met haar man
eii kinderen een stuk land moest bewerken.
In de kolonie maken vele handen licht
werk, de vrouw arbeidt even lang als de
man. Zij heeft geen huishoudejijke zorgen
en behoeft niet op haar kinderen te letten,
Het werk wordt systematisch verdeeld, en
in alle seizoenen heeft iedereen zijn taak;
het leven heeft veel weg van dat op de
middeleeuwsche burchten, maar dan zon
der knechting, dwang of hoorigheid.
Alle arbeid wordt zelf verricht: één van
de klachten der Arabieren is, dat op de
Joodsche nederzettingen geen Arabische
werkkrachten worden aangenomen een
dwaas verwijt, gezien het feit dat de Ara
bieren zelf ook nooit betaalde werkkrach
ten van buitenaf aannemen. De behaalde
resultaten zijn verbazingwekkend, en ver
schillende voor Palestina nieuwe producten
worden verbouwd. Vier jaar geleden gold
het nog als onmogelijk op dit land aard
appelen te verbouwen, nu zijn er meer dan
men op kan. Een Joodsche firma liet jaren
lang dadels op lorries uit Egypte komen,
nu wordt deze vrucht uit Palestina ge
ëxporteerd.
Èen andere p onier ging naar de Cana-
rische eilanden, en bestudeerde er de bana
nenteelt; in de vallei van de Jordaan
groeien nu bananen volop. Dit en nog meer
hebben de Joden in Palestina volbracht