DE TABAK Vluchtige Rondblik SIHI-POMPEN - BEVERWÊ KENCICA en KIEZELKAIË M. P. NOORDZI.0 MAANDAG 21 AUGUSTUS 1939 No. 463 Wy krijgen zelden lessen in 1 schenkennis. dan ten koste van weinig schamens. IX Kabinetscrisis Lager land' en tuinbouwonderwijs Agrarische jaarbeurs Kruising van tarwe met kweekgras Duitschers eten meer boter dan wij. Wij hebben m de draaikolken van de Kabinetscrises der laatste maan- den of zijn het nog maar enkele weken den minister, die ook land- en tuin bouw onder zijn speciale belangen had, zien ondergaan en weer bovenkomen. In land- en tuinbouwkringen zal dit, zoo als men dat pleegt uit te drukken, met gemengde gevoelens zijn waargenomen. In de warreling der berichten over vorming van kabinetten is ook even hoop gewekt, dat we weer een land bouwminister zouden krijgen. Doch al spoedig verdween dit bericht, zooals zooveel andere berichten verdwij: zonder een spoor achter te laten. Of minister Steenberghe wel goed van de beteekenis van den land- en tuinbouw is doordrongen is een vraag die niet dadelijk door iedereen toestemmend zal beantwoord worden. Dat hij niet ge neigd is om voorstellen te doen, aan gaande een gunstiger verhouding van de positie van den landbouw ten opzichte van andere groepen der samenleving, dan tot heden het geval was, heeft hij meermalen doen hooren. Dat hierdoor de overneming der land bouwcrisismaatregelen door de bedrij zelf op bezwaren zal stuiten staat voor ons vast. Maar dit wil niet zeggen, dat we van dezen minister niets voor land- en tuin bouw verwachten. Integendeel reeds spoedig na zijn herbenoeming tot minis ter bleek, dat de plannen, die voor zijn heengaan gemaakt waren, uitgevoerd werden en kwam er bericht, dat besloten werd voor nieuwe lagere land en tuinbouwscholen subsi die te verleenen. Zoo voor neutrale lagere landbouwscholen te Westerbork, Sprang-Capelle en te Middelburg, voor de Roomsche lagere landbouwscholen te Sittard, Oirschot en Echten en een tuin bouwschool te Roelofarendsveen en voor de christelijke langere landbouw scholen te Nijkerk, Winsum en Maars- •sen, terwijl ook Barneveld er een krijgt, in de plaats van Varsseveld, waar ver leden jaar subsidie voor uitgetrokken werd, doch die niet tot stand kwam. Die besluiten verheugen ons. Er is behoefte aan lager land- en tuinbouw onderwijs. Dat blijkt uit vele overbe zette klassen. Dat blijkt uit de vele druk bezochte land- en tuinbouwcursussen. De boeren- en tuindersjongens gevoelen het gelukkig hoe langer hoe meer, dat een goede ontwikkeling voor het leiden van agrarische bedrijven een eerste ver- eischte is. Zonder een goede theoretische kennis zal de praktijk met groote bezwa ren te worstelen hebben, met veel groo- tere dan voorheen het geval was. In dit opzicht is in de laatste jaren heel veel veranderd. Het: „vader deed zóó, en grootvader en overgrootvader ook" is gelukkig verdwenen. Land- en tuinbouw vragen mannen van ontwikkeling, die op de hoogte zijn van nieuwe inzichten en tot oordeelen daarover bevoegd zijn. Zelfs de Jaarbeurzen zoo elders als hier getuigen van de belangrijke plaats, die de land- en tuinbouw in de samen leving innemen. Zoo zal weer, 'k geloof reeds voor de derde maal, te Utrecht naast de gewone jaarsbeurs ook een Agrarische afdeeling van de jaarbeurs gehouden worden. Deze zal een bezoek ten volle waard zijn. Op het gebied van machinerieën, zui- vel-bereiding, moderne stalinrichting, boschbouwproducten, boomkweekerij groenten, fruit, bloemen, enz. zal er veel moois te zien zijn, waarvoor men anders niet in de gelegenheid is en men krijgt door deze verschillende exposities een indruk van wat er in andere streken van ons land wordt geteeld. Op deze plek maakt men kennis met vele producten van Nederlandschen bodem die men tot nogtoe niet kende, althans niet in den vorm en de hoedanigheid als ze hier worden getoond. De wijze waarop door de Hollandsche bloemkweekers de bloemen worden ten toongesteld en de manier waarop het fruit wordt gesorteerd en verpakt ver dienen aller aandacht. Ook de Nederlandsche Algemeene Keuringsdienst zal de veredelde produc ten van den akkerbouw hier tentoon stellen met een overzicht van de plaatsen in ons land waar de verschillende soor ten worden verbouwd. Zoo men weet is voor het bezoeken van de jaarbeurs reductie op de spoor- tarieven verkrijgbaar. Men make er ge bruik van. Of men tr hl nieuwe Russisch pro duct zal leer. kennen, weet ik niet. 'k Bedoel de nieuwe kruising van tarwe me kweekgras. Dat is een kweekproduct van een Russischen profes- vu/z aJdazr umzwLsi, wor /cjolmszt omtuin. sor Nizin, die in het kruisen van het nut tig graan met het schadelijk onkruid, beide van dezelfde familie, misschien eenig heil heeft gezien. We zagen het nog niet. Op de landbouwtentoonstelling te Mos. kou moet het dezen zomer zijn geëxpo seerd. Men gaf het nieuw gewas den naam van Triticum perenne, welke laat ste naam overblijvend beteekent. Deze Triticum perenne moet de sterke uitstoe- ling en h°t diepgaand wortelgestel van kweekgras hebben. Of dat voordeelen zijn betwijfel ik* Stel je voor tarwe, die als kweekgras den grond doorgaat. Maar Rusland levert wr1 meer dingen, die we niet kunnen overnemen. Wel zouden we het voorbeeld van Duitschland kunnen volgen en wat meer boter kunnen gebruiken. De D u i t- schers eten veel meer boter d a n w ij. Volgens de officieele statis tieken wordt in Duitschland verbruikt 8.3 K.G. boter. 6.1 K.G. margarine en 6.9 K.G. reuzel, dat is totaal 21.3 K.G. vet per hoofd. In Nederland is het bruik 5.6 K.G. boter, 6.1 K.G. margari ne, 7.0 K.G. reuzel, totaal 18.7 K.G. la ger. Dat ligt alleen aan het boterverbruik. De andere vetten worden in ons land even groote hoeveelheid gebruikt als bij onze overburen. Maar boter eet de Duit- scher bijna anderhalf maal zooveel als de Nederlander. Dat had men niet gedacht. Tot kijk. PRAATJESMAKER. De internationale zuivelhandel Volgens mededeeling in het verslap van de „Preisberichtstelle des Schweizerische Bauernverbandes" is als gevolg van gunstige voedervoorziening in het eerste halfjaar van 1939. vergeleken met 193S. d r e r e 1 d-m eikproductie lichtelijk toegenomen. Het prijsniveau bice? in de landen van het Europeesche Continent overwegend vast; daarentegen zijn de melk prijzen in Groot-Brittannië en de V S.A. een kleinigheid gedaald. De stand van zaken op de kaasmarkt liet eenigszins te wenschen over en van talrijke soorten daalden de prij zen. De botermarkt had, afgezien van op zich zelf staande prijsverlagingen, veroor zaakt door het seizoen in he a'gemeen een bevredigend verloop ofschoon de handel nu dan zeer kalm verliep. In de laatste weken is door het koelere weer, met voldoenden neerslag, het tempo van de vermindering der melkproductie als gevolg van het seizoen verlangzaamd. oorzien is dat de kaasmakt nog eenigs zins flauw zal blijven; daarentegen mag oik verder voor de boter een stabiele markt, zonder belangrijke prijsschommelingen. ver wacht worden. Op langen termijn moet, gezien de uiterst lage wereldtarweprijzen, een verhoogde overgang van graanverbouw op dierlijke producten mogelijk geacht wor den, waardoor voor 'n grooteren druk op de prijzen der zuivelproducten zou moeten i'orden gevreesd. Wat leeft en groeit Een complete fauna voor Nederland De Nederlandsche uitgevers durven, on danks het betrekkelijk beperkt afzetgebied hunner uitgaven, heel wat aan- Dat blijkt veer uit het grootsch opgezet plan van de uitgeverij „Het Spectrum" te Utrecht, dat in veertig deelcn een complete fauna van ons land zal geven. De redactie is in handen van prof dr. A. Raignier. dr. L. Sanders, Ds. R. J de Stop pelaar, Jan P- Strijbos en A. B. Wigman, terwijl de algemeene leiding berust bij Jan Vriends en Rintc Tolman. Alle bekende na men on het gebied van onze natuurstudie en natuurbeschrijving. Het«bclooft dus iets heel moois te worden. Deel I, getiteld „Vogels in de Lage Lan den" is reeds verschenen. Het is van de hand van Jan Vriends en vorint een inlei ding op de negen deelen. welke over de vogels in ons land zullen verschijnen. Dit eerste deel leest vlot en bevat inte ressante lectuur. Hier en daar hebben we wel eens een streepje gezet als de stijl o.i. wat te wenschen overliet, maar dat is niet erg storend geweest, al zal bij een zoo grootsch opgezet werk ook hierop terdege gelet moeten worden- De afdrukken van foto's op zwaar kunstdrukpapier, zijn over het algemeen heel mooi. De teekeningen zijn, zacht uitgedrukt, onheteekenend en passen heel niet in een werk als dit Het formaat van het werk is heel handig: men neemt zoo'n deeltje gemakkelijk mee in de zijgak van den colbert. PRINSES IRENE. Een nieuwe door de firma D. Baardse Dz te Aalsmeer gewon nen theerooskleurige grootbloemige begonia. Bij hooge uitzonderng is dadelijk, naast de gouden medaille, het getuigschri ft eerste klas aan deze nieuwe aanwinst toegekend. Cultuur en sierplant Het gebruik is niet zonder tegenkanting ingeburgerd Het tabaksverbruik in de wereld is zeer groot. Men heeft daar meerdere malen de geweldig groove getallen van in de kranten zien staan. Om aan de vraag naar dit genot middel te voldoen, is een geweldige teelt van de tabaksplant noodig. Óns land neemt daarbij geen noemenswaardige plaats in. De verbouw is te riskant, de bewerking te veel- eischend en het product niet van dien aard, dan dat de teelt in ons land nog beteekenis heeft of ooit zal krijgen. Toch is het wel interessant na te gaan hoe de geschiedenis van de tabak luidt. Zooals men zal weten, heeft Amerika ons de tabak gebracht- Maar toch moet dit land niet hei' eenige vaderland van deze plant zijn. Ook in China en Perzië zou ze reeds in het grijs verleden bekend en gebruikt zijn, lang voor Columbus in 1492 in Cuba aan kwam, waar hij voor het eerst de tabak zag bloeien en een zijner matrozen Sancho de eerste Europeesche tabaksrooker werd. Weer anderen meenen, dat de tabak het eerst op Tobago, een der Antillen of op Tabasco werd gevonden. Volgens Nicolo Monardis. een vermaard Spaansch genees heer, stilden de Indianen hun honger en dorst met tabak en verdreven zij er hun ver moeidheid mede. Volgens hem was de tabak een soort wonderkruid. Wanneer en door wien de eerste zaden of planten naar de oude wereld zijn overge bracht, is onzeker. De een noemt Romano Pane, een ander Hermander de Toledo, die op bevel van Philips II, een wetenschappe lijke reis naar Amerika ondernam. Hij zou de planten in 1560 naar zijn land hebben meegebracht. Ook de Europeesche Span jaarden gewenden zich langzamerhand aan het rooken, en in de eerste helft der 17de eeuw was het onder hen zeer algemeen en ofschoon noch de grandes, noch de geeste lijkheid er zich aan verslaafden, bracht in 1750 de tabakspacht een voordeel van 7.333.933 rijksdaalders op. Het was Jean Nicot, de Fransche gezant i Portugal, die het overige Europa op de tabak opmerkzaam maakte- De gezant ver eerde verschillende vrienden en kennissen aan Europeesche hoven met tabaksplanten, waarmede de triomftocht van de tabak was begonnen! Ondec de regéering van Lodewijk XIII be gon het rooken in zwang te komen en werd onder de burgerstapd zóó algemeen, dat de staat het noodig vond een belasting op den invoer van tabak te leggen (1627). Omtrent dezen tijd werd de tabak een twistappel, die een hevigen pennestrijd tusschen de ge leerden ontketende. Geneesheeren en letter kundigen kampten over het voor- en nadeel van de tabak, dochde tabakshandel nam iederen dag toe, en de schatkist be- ond zich er wel bij. Ook in Engeland maakte de tabak op gang. Volgens sommigen zouden de planten door Sir Francis Drake in 1564 uit Virgina zijn ingevoerd, doch ook hier is weer geen zekerheid. Zeker is, dat Walter Raleigh, die het geurig kruid in Frankrijk had leeren kennen, een hevig propagandist in Engeland as. Volgens een overlevering zou hij op jn goeden dag, terwijl hij in zijn studeer kamer zich in tabakswolken hulde, door zijn dienstbode met water zijn overgo.ten, daar deze meende, dat haar heer in brand stond, een ander verhaal over Walter Raleigh ordt verteld, dat hij bij een gesprek met Koningin Elisabeth had verklaard, dat hij het juiste gewicht van den uitgeblazen rook kon bepalen. De Koninginwedde.dat het on mogelijk was, maar Raleigh won zijn duka ten, hij woog de tabak en later de overge bleven asch. Het verschil, zoo beweerde hij, was het gewicht van den rook. „U bent de eerste, die uit rook goud maakt," voegde de Koningin hem toe. Het zijn de Engclschen. die onze voorva deren met de tabak bekend hebben ge maakt, volgens sommigen in 1570, volgens anderen echter nog vroeger. De Antwerp- sche geneesheer Aegidius Ercharf en de be roemde kruidkundige Dodonaeus waren de eersten ,die er in hun werken over spraken, beiden schreven haar groote krachten toe, „krachten om te ontdoen, en te verteren, alle vervuilde wonden te reinigen, vergif en alle andere schadelijke dingen, die men mocht ingenomen hebben te bestrijden Dodonaeus geeft een lange lijst van ziek ten en kwalen, die voor het „Balsemkruid van Peru", zooals liij de tabak noemde, moesten wijken. Maar niet alle tijdgenooten oordeelden zoo. er waren er, die het zelfs gevaarlijk achten, „wijl alle gebrande dam pen rook maken en alle rook zoet maakt en zoet in het hoofd en in de hersenen niets goeds kan voortbrengen". Langen tijd bleef het „Cruyd tabak" een medicament in de apotheek, waarmee de doctoren steeds meer waren ingenomen. Maar de tabaksrooker was in die dagen geen onbesproken pex-soon. „Zou ik mijn dochter aan zoo een plug, aan zoo een plevier, zoo een toebakszuiper, geven!" zei een vader in den „I-Iuwelijkssluijter". On gunstig was in den aanvang der 17e eeuw het oordeel van de kerk over het tabaks- rooken: „zij achtte het een teeken van zede- verval, naaperij zelfs van wilde volkeren". De con6istoriën verboden het „tabacksui- gen" met buitengewone gestrengheid. De Remonstrantsche predikanten echter dach ten er anders over en het verwekte niet weinig ergernis, dat zij te Waalwijk tabak rookten, ja, soms zelfs een gulden of een daalder in de week aan ..toeback" ver teerden. Ook onder de studenten deed de tabak haar intrede en op de platen, die het stu dentenleven in die eeuw voorstellen, ziel men de zonen van Minerva met kleine pijp jes in den mond, achteloos gekleed, in hun kamers zitten. en Allengs begon men zich op de inlandsche tabaksteelt toe te leggen. Petrus Hondius verhaalt, dat in zijn tijd (begin 17e eeuw-, in Zeeland bij Veere een koopman ieder jaar ongeveer vijf gemeten (Zeeuwsche oppervlaktemaat) met groote kosten met tabak bezaaide. Eenige jaren later begon nen ook de Amersfoorters zich op labaks- teelt toe te leggen. Overal verrezen, evenals in Frankrijk en Engeland, tabakshuizen of tabagiën, waar in een vrouw, „toebackster". het kruid bij bladen verkocht. Zooals men tegenwoordig een kop koffie of een glas bier in een café drinkt, zoo zette men rich toen in de „tabagiën" om een pijpje te rooken, nadat men de tabak met zijn zakmes had) ge korven. Ook de tabagiën hadden hun uithang borden, die later door de tabaksverkoopers werden overgenomen. Zij stelden rookende boeren, zeelui en gezelschappen voor, soms ook een beroemd admiraal, met de pijp in de hand, een onderschrift verduidelijkte dan de beteekenis: „Admiraal Tromp heeft noyt de vlag voor sijn vyant willen strijeken, Soo heeft ook myn tabak voor geen andere te wijeken''. Later begon men de tabak, doch onder zekere bepalingen, ook in de gewone „wijn huizen" en herbergen te verkoopen. Nog in het midden der 17e eeuw werd' de tabaks winkel in het klein steeds door vrouwen gedreven. De tabak begon ook in de deftige woonhuizen van de patriciërs meer en meer toegang te krijgen. En zooals dat met der gelijke dingen gaat: ook misbruik bleef niet uit. De Generale en Provinciale Staten trachtten het misbruik van de tabak door scherpe strafbepalingen en zware belasting tegen te gaan. Ook nu weer waren de stem mingen verdeeld; de een vond het „tabak- suigen" zinneloos; de ander vond, d'at de apotheken nu wel gesloten konden worden. Onze 17e eeuwsche dichters vergaten de tabak niet in hun dichtwerken: Jan Jansz. Starter vergoodde haar zelfs in een uitvoe rig gedicht Ook Cats, Huygcns en J- van Eslandt wijdden menlgen dichtregel aan de tabak. Doch tegenover de bewonderaars onder de dichters stonden weer anderen, die minder over een geurige pijp te spreken waren. Ontelbaar zijn de geschriften over tabak van de zijde van apothekers, bota nici en doktoren, wederom .pro en cofiTral Langzamerhand begonnen ook de geeste lijken zich aan het rooken over te geven. „In de keuken, het salet, in consistoriën en classen, zelfs op de wandeling, gebe't, ge- pruikt en gemanteld, in kamerjapon en preekrok zag men ze met den langen pijp", zoo schreef een zeventiende-eeuwer. In de 18e eeuw zag men bijna geen Hol lander zonder pijp, men ging er prat op een groot aantal pijpen te kunnen rooken. ook toen werden er zooals nu nog een enkele maal wedstrijden in het pijp- rooken gehouden. Burggraaf d'Arlingcourt schreef na een bezoek aan Nederland: „Een Hollander zonder pijp zou een nationale onmogelijkheid zijn". Algemeen neemt men aan, dat de Hollan ders ook de Duitschers hebben leeren roo ken. Bekend is het tabaks-collegie van Frederik Willem I, den Koning van Prui sen, die vaak den ambassadeur Ginckel toevoegde: „ich habe ein gut Hollandisches Herz". Het „collegie" vergaderde in een vertrek, dat geheel als een aanzienlijke Hollandsche keuken uit die dagen was in gericht; de gasten zaten in prachtige uni formen met ridderkruizen bedekt Ieder had een kruik bier voor zich en rookte uit een lange Hollandsche pijp. „Der König war ein passionirter Raucher", 20 A 30 pijpen per avond waren voor hem geen zeldzaam heid. Bloeiende tabak De tabak is naast cultuurplant ook sier plant geworden. Dat komt voornanielijk door den robusten groei, die niet grof, doch sierlijk is, terwijl ook de bloemen heel mooi en vaak zeer welriekend' zijn- Men moet ze, wil <ie plant goed tot ont wikkeling komen, vroeg zaaien in de warmte en in Mei op de bestemde plaats uitplanlon. De grond meet zeer voedzaam zijn. Or»k kan men de tabak in potten plan ten. om hier en daar in een bordes een open plaats te vullen. Men heeft enkele soorten van de tabak, waarvan de deftige naam Nicoteana is en wel Nicoteana Affinis, die ca. één motor hoog wordt en heerlijk ruikence bloemen heeft. Verder N. Sylvestris, die groote, han gende trossen witte bloemen, eveneens met een heerlijke geur geeft en bijna 2 meter kan worden. Dan is er no? N. Sandarae, een ongeveer één meter hoogwordende plant, die roode en rose oloemen geeft. Men moet de tabak al6 sierplant echter alken nemen in ruime tuinen on ze een ruime plaats geven, om zich goed te ont wikkelen. SEPTEMBER IN DEN TUIN Reeds begint de herfst zich aan te kon digen in den tuin. Niet dat nu reeds het moois verdwijnt; er is nog heel wat te ge nieten van wat bloem en plant ons oog weet te bieden. Maar voch komen hier en daar de herfsttinten al naar voren en wijzen ster vende plantendeelen en rijpende zaden en vruchten er op, dat de bloeitijd ten einde spoedt en de natuur zich voorbereid op den winter. September is in de eerste plaats de v'id om te gaan oogsten- Het rooien van aardappelen doen we het liefst in de morgenuren van een drogen dag een tuin liefhebber moet er niet tegen opzien om intijds op te staan, 's morgens vroeg is hei" trouwens altijd het mooist in den tuin. Als men in de morgenuren de aarda|ppel9 rooit kunnen deze overdag drogen en valt de aarde er licht af. Des avonds kunnen we de droogste dan bergen in kelder oi schuur. Maar vooral in het donker, want anders worden ze misschien groen. Ook kan men verschillende frultsoor- i'en reeds oogsten, maar met meeste soorten moet men nog even wachten. Het goede bewaarfruit is pas in de volgen de maanden rijp. Wil men weten of de vruchten rijp zijn om te oogsten, dan moet men naar de pitten zien. Die worden bij sommige soorten pas later zwart of bruin. Als men de vruchf in de volle hand neemt en voorzichtig opbeurend probeert of de steel gemakkelijk loslaat, dan heeft men veel beter maatstaf om het al of niet pluk- rijp zijn der vruchten te beoordeelen- Dat plukken moet met zorg geschieden. Schudden is a] heel verkeerd. Het fruiv lijdt dan en gaat licht tot rotting over. Het is in September ook reeds weer tijd om te zaaien. Verschillende groenten, zooals koolsoorten, o.a. bloemkool en sla, kunnen nu gezaaid worden. Men krijgt dan de z.g. weeuwen. die het volgend voorjaar vroeg uitgezet kunnen worden- Ook ver schillende bloemzaden voor vroeee v jaarsperkon worden nu gezaaid. Er is een groot aantal bloemensoorten. waarvan het zaad nu reeds uitgezaaid kan worden. Men krijgt dan veel beter en natuurlijk veel vroeger bloei dan als men wacht tot het voorjaar, waarin het jonge zaaigoed zoo vaak met moeite dpor de eersve groei periode heen kan komen Ook het zaaien van gras voor ga- D.VAN DEN BOSCj, Telefoon 28 NAALDWH Tuinbouw gereedschappj" KASSENBOUW IN «JZE£, VERWARMING WATERLEIDINI STALEN WAGENS en BURRIElij De SIHI POMP is aangewezen por voor Land- en Tut bouwbedrijven. Het klimaat van Texel ls t>U uitstel voor de teelt van zaalzaad en pootgoed. L_: gemiddelde windsnelheid gedurende de m»r' den Juni/Jull/Aug. bedraagt 6 M. per seco»S| De gemiddelde temperatuur 18 gr. C., wi door besmettingsgevaar tengevolge van degfll ratleziekten tot een minimum wordt bepelg GOED ZAAIZAAD en POOTGO|h( vormen de BASIS van UW BEDRIJ Betrekt daarom üw zaaizaad en pootgoed L, N.V. Verkoopbureau van het Selects bedrijf v.h. M. D. DIJT l.i. Dir. C. J. DE LUGT DEN BUIlG-TEJjii' DB silicatische meststoffen voor Uwen gw^f Goed, goedkoop grondverbeterend verpakt In papleren zakken van 50 B0( N.V. Handel- Scheepv. Ondernemioi v.h. Fa. N. DAENEN MAASTRICf1 (Tel. 3041—3042) DORDRECHT khl WILLEMSTR. 28 TEL 398| Oliën, Velien, Teerproducten Land- en Tuinbouwmachines PLANTENZIEKTENBESTRIJDINGSMIDDElg WEDERVERKOOPERS GEVRAAGD zons kan nu heel goed gejehieden. schrale voorjaarsdroogte te lijden e Wel kiemt het zaad in Sepkv- vlug als in het voorjaar, doch groei gaat meestal wel voorspocje efprM Men moet zorgen dat door ditridenei grond los, luchtig en waterhoudt stijve en droge grond krijgt men gi gazon. Als men oude verteerde mesioll den grond werkt, krijgt men een vok I rijke bodem, wat zeer noodig is en nyJ n is deze luchtig en vochrhoudcnd- Het Mc vermengd men met wat menie-poeder Lv wrijft men er door. zoodat het rood ziet-V men na het zaaien nog een laagje aarde losjes over het gezaaide strooit, men zóó niet veel last van de vogels ben. Als de rozen in hef z.g. „wit" looi moet men op 'n zonnigen dag zwavelpoej op de bladeren strooien. Men doet bloem van zwavel in een zakje van m doek of andere dunne stof en klopt bovenl rozenstruiken tegen dit zakje zoodat er ij op de bladeren stuift. De klimrozen worden nu aangebondj^ d-w.z. de nieuw ontstane forsche scheutte die hef volgend jaar zullen bloeien. Mino ontwikkelde bakken en oud hout snijdt ro weg. Le Let er nu ook reeds op bloembollen te V' stellen. D. Pluimveevoeding !n Is ijzeroxyde goed in het mineraalmengs Door den Rijksvoorlichtingsdienst voor Le Pluimveeteelt was in een van de „Medec lingen" die door dezen dienst verspi 1 worden, gehandeld over een oriënteeri j31 onderzoek naar den invloed van een td 1 voeging van ijzer-, mangaan- en kopervlje bindingen aan het ochtendvoer voor de leL( gende hennen; t.w. op productie en op broeT" uitkomsten. {P' Naar aanleiding van deze publicatie kwPc men er bij den Rijksvoorlichtingsdienst vojfei de Pluimveerteelt van verschillende kant«ve vragen of het niet gevvenscht was om il)a het door den dienst geadviseerde mineraal mengsel dat per 100 kg. bestaat uit kg. krijt, 1,25 kg ijzeroxyde. 0.5 kg. maf gaansulfaat, 0.25 kg. kopersulfaat en 20 k311 keukenzout het ijzeroxyde weg te lateflei daar dit, meer in het bijzonder, een nadéic ligen invloed op de broeduitkomsten z^C] hebben. De Rijksvoorlichtingsdienst meent echtjjj dat daartoe, voorloopig althans, geen leiding bestaat. In bedoelde „Mededeelinj werd aangegeven dat slechts een oriënt^ rend onderzoek was ingesteld. Daarbij v den wel is waar bepaalde aanwijzingen f kregen, doch alvorens een definitieve c clusie getrokken mae worden, moeven proevep zeer zeker hgrhaald worden. Nie[0n: we proeven zijn dan ook thans loopende. pf Verder zij er nog nadrukkelijk op gevf-de zen dat de minder gunstige invloed van ihe ijzertoevoeging voornemelijk tot uitii;e kwam in de broeduitkomsten der eieren, dj afkomstig waren van de hennen die steef11' binnenshuis werden gehouden en no^3 groenvoer, noch levertraan in het verstrek da rantsoen kregen- Deze hennen werden d(kr onder omstandigheden gehouden, welke g'blj heel van de praktijk afwijken. Bij de gro' pon welke de beschikking hadden over eP uitloop in gras-rennen waren de verschilM 0 minder sprekend. De broeduitkomsten de groepen, die naast ijzer nop koper '>wi mangaan ontvingen, kwamen bijna gehfjnc overeen met die der controle-groepen, ve geen mineralen kregen en ook met di« v oc de groep welke uitsluitend koper kret iDe mangaan-groep sfak er wat bovenuit.pc

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 8