DE TABAK
Vluchtige
Rondblik
SIHI-POMPEN - BEVERWÊ
KENCICA en KIEZELKAIË
M. P. NOORDZI.0
MAANDAG 21 AUGUSTUS 1939 No. 463
Wy krijgen zelden lessen in 1
schenkennis. dan ten koste van
weinig schamens.
IX
Kabinetscrisis Lager land' en
tuinbouwonderwijs Agrarische
jaarbeurs Kruising van tarwe
met kweekgras Duitschers eten
meer boter dan wij.
Wij hebben m de draaikolken van de
Kabinetscrises der laatste maan-
den of zijn het nog maar enkele weken
den minister, die ook land- en tuin
bouw onder zijn speciale belangen had,
zien ondergaan en weer bovenkomen.
In land- en tuinbouwkringen zal dit, zoo
als men dat pleegt uit te drukken, met
gemengde gevoelens zijn waargenomen.
In de warreling der berichten over
vorming van kabinetten is ook even
hoop gewekt, dat we weer een land
bouwminister zouden krijgen. Doch al
spoedig verdween dit bericht, zooals
zooveel andere berichten verdwij:
zonder een spoor achter te laten.
Of minister Steenberghe wel goed van
de beteekenis van den land- en tuinbouw
is doordrongen is een vraag die niet
dadelijk door iedereen toestemmend zal
beantwoord worden. Dat hij niet ge
neigd is om voorstellen te doen, aan
gaande een gunstiger verhouding van
de positie van den landbouw ten
opzichte van andere groepen der
samenleving, dan tot heden het geval
was, heeft hij meermalen doen hooren.
Dat hierdoor de overneming der land
bouwcrisismaatregelen door de bedrij
zelf op bezwaren zal stuiten staat voor
ons vast.
Maar dit wil niet zeggen, dat we van
dezen minister niets voor land- en tuin
bouw verwachten. Integendeel reeds
spoedig na zijn herbenoeming tot minis
ter bleek, dat de plannen, die voor zijn
heengaan gemaakt waren, uitgevoerd
werden en kwam er bericht, dat besloten
werd voor nieuwe lagere land
en tuinbouwscholen subsi
die te verleenen. Zoo voor neutrale
lagere landbouwscholen te Westerbork,
Sprang-Capelle en te Middelburg, voor
de Roomsche lagere landbouwscholen te
Sittard, Oirschot en Echten en een tuin
bouwschool te Roelofarendsveen en
voor de christelijke langere landbouw
scholen te Nijkerk, Winsum en Maars-
•sen, terwijl ook Barneveld er een krijgt,
in de plaats van Varsseveld, waar ver
leden jaar subsidie voor uitgetrokken
werd, doch die niet tot stand kwam.
Die besluiten verheugen ons. Er is
behoefte aan lager land- en tuinbouw
onderwijs. Dat blijkt uit vele overbe
zette klassen. Dat blijkt uit de vele druk
bezochte land- en tuinbouwcursussen.
De boeren- en tuindersjongens gevoelen
het gelukkig hoe langer hoe meer, dat
een goede ontwikkeling voor het leiden
van agrarische bedrijven een eerste ver-
eischte is. Zonder een goede theoretische
kennis zal de praktijk met groote bezwa
ren te worstelen hebben, met veel groo-
tere dan voorheen het geval was. In dit
opzicht is in de laatste jaren heel veel
veranderd. Het: „vader deed zóó, en
grootvader en overgrootvader ook" is
gelukkig verdwenen. Land- en tuinbouw
vragen mannen van ontwikkeling, die
op de hoogte zijn van nieuwe inzichten
en tot oordeelen daarover bevoegd zijn.
Zelfs de Jaarbeurzen zoo elders als
hier getuigen van de belangrijke plaats,
die de land- en tuinbouw in de samen
leving innemen. Zoo zal weer, 'k geloof
reeds voor de derde maal, te Utrecht
naast de gewone jaarsbeurs ook een
Agrarische afdeeling van de
jaarbeurs gehouden worden. Deze
zal een bezoek ten volle waard zijn.
Op het gebied van machinerieën, zui-
vel-bereiding, moderne stalinrichting,
boschbouwproducten, boomkweekerij
groenten, fruit, bloemen, enz. zal er veel
moois te zien zijn, waarvoor men anders
niet in de gelegenheid is en men krijgt
door deze verschillende exposities een
indruk van wat er in andere streken van
ons land wordt geteeld. Op deze plek
maakt men kennis met vele producten
van Nederlandschen bodem die men tot
nogtoe niet kende, althans niet in den
vorm en de hoedanigheid als ze hier
worden getoond.
De wijze waarop door de Hollandsche
bloemkweekers de bloemen worden ten
toongesteld en de manier waarop het
fruit wordt gesorteerd en verpakt ver
dienen aller aandacht.
Ook de Nederlandsche Algemeene
Keuringsdienst zal de veredelde produc
ten van den akkerbouw hier tentoon
stellen met een overzicht van de plaatsen
in ons land waar de verschillende soor
ten worden verbouwd.
Zoo men weet is voor het bezoeken
van de jaarbeurs reductie op de spoor-
tarieven verkrijgbaar. Men make er ge
bruik van.
Of men tr hl nieuwe Russisch pro
duct zal leer. kennen, weet ik niet.
'k Bedoel de nieuwe kruising van
tarwe me kweekgras. Dat is een
kweekproduct van een Russischen profes-
vu/z aJdazr umzwLsi,
wor /cjolmszt omtuin.
sor Nizin, die in het kruisen van het nut
tig graan met het schadelijk onkruid, beide
van dezelfde familie, misschien eenig
heil heeft gezien. We zagen het nog niet.
Op de landbouwtentoonstelling te Mos.
kou moet het dezen zomer zijn geëxpo
seerd. Men gaf het nieuw gewas den
naam van Triticum perenne, welke laat
ste naam overblijvend beteekent. Deze
Triticum perenne moet de sterke uitstoe-
ling en h°t diepgaand wortelgestel van
kweekgras hebben. Of dat voordeelen
zijn betwijfel ik* Stel je voor tarwe, die
als kweekgras den grond doorgaat. Maar
Rusland levert wr1 meer dingen, die we
niet kunnen overnemen.
Wel zouden we het voorbeeld van
Duitschland kunnen volgen en wat meer
boter kunnen gebruiken. De D u i t-
schers eten veel meer boter
d a n w ij. Volgens de officieele statis
tieken wordt in Duitschland verbruikt
8.3 K.G. boter. 6.1 K.G. margarine en
6.9 K.G. reuzel, dat is totaal 21.3 K.G.
vet per hoofd. In Nederland is het
bruik 5.6 K.G. boter, 6.1 K.G. margari
ne, 7.0 K.G. reuzel, totaal 18.7 K.G. la
ger. Dat ligt alleen aan het boterverbruik.
De andere vetten worden in ons land
even groote hoeveelheid gebruikt als bij
onze overburen. Maar boter eet de Duit-
scher bijna anderhalf maal zooveel als
de Nederlander.
Dat had men niet gedacht.
Tot kijk.
PRAATJESMAKER.
De internationale zuivelhandel
Volgens mededeeling in het verslap van
de „Preisberichtstelle des Schweizerische
Bauernverbandes" is als gevolg van
gunstige voedervoorziening in het eerste
halfjaar van 1939. vergeleken met 193S. d
r e r e 1 d-m eikproductie lichtelijk
toegenomen. Het prijsniveau bice? in
de landen van het Europeesche Continent
overwegend vast; daarentegen zijn de melk
prijzen in Groot-Brittannië en de V S.A. een
kleinigheid gedaald. De stand van zaken op
de kaasmarkt liet eenigszins te wenschen
over en van talrijke soorten daalden de prij
zen. De botermarkt had, afgezien van op
zich zelf staande prijsverlagingen, veroor
zaakt door het seizoen in he a'gemeen een
bevredigend verloop ofschoon de handel nu
dan zeer kalm verliep.
In de laatste weken is door het koelere
weer, met voldoenden neerslag, het tempo
van de vermindering der melkproductie als
gevolg van het seizoen verlangzaamd.
oorzien is dat de kaasmakt nog eenigs
zins flauw zal blijven; daarentegen mag oik
verder voor de boter een stabiele markt,
zonder belangrijke prijsschommelingen. ver
wacht worden. Op langen termijn moet,
gezien de uiterst lage wereldtarweprijzen,
een verhoogde overgang van graanverbouw
op dierlijke producten mogelijk geacht wor
den, waardoor voor 'n grooteren druk op de
prijzen der zuivelproducten zou moeten
i'orden gevreesd.
Wat leeft en groeit
Een complete fauna voor Nederland
De Nederlandsche uitgevers durven, on
danks het betrekkelijk beperkt afzetgebied
hunner uitgaven, heel wat aan- Dat blijkt
veer uit het grootsch opgezet plan van
de uitgeverij „Het Spectrum" te Utrecht,
dat in veertig deelcn een complete fauna
van ons land zal geven.
De redactie is in handen van prof dr. A.
Raignier. dr. L. Sanders, Ds. R. J de Stop
pelaar, Jan P- Strijbos en A. B. Wigman,
terwijl de algemeene leiding berust bij Jan
Vriends en Rintc Tolman. Alle bekende na
men on het gebied van onze natuurstudie en
natuurbeschrijving.
Het«bclooft dus iets heel moois te worden.
Deel I, getiteld „Vogels in de Lage Lan
den" is reeds verschenen. Het is van de
hand van Jan Vriends en vorint een inlei
ding op de negen deelen. welke over de
vogels in ons land zullen verschijnen.
Dit eerste deel leest vlot en bevat inte
ressante lectuur. Hier en daar hebben we
wel eens een streepje gezet als de stijl o.i.
wat te wenschen overliet, maar dat is niet
erg storend geweest, al zal bij een zoo
grootsch opgezet werk ook hierop terdege
gelet moeten worden- De afdrukken van
foto's op zwaar kunstdrukpapier, zijn over
het algemeen heel mooi. De teekeningen
zijn, zacht uitgedrukt, onheteekenend en
passen heel niet in een werk als dit
Het formaat van het werk is heel handig:
men neemt zoo'n deeltje gemakkelijk mee
in de zijgak van den colbert.
PRINSES IRENE. Een nieuwe door de firma D. Baardse Dz te Aalsmeer gewon
nen theerooskleurige grootbloemige begonia. Bij hooge uitzonderng is dadelijk,
naast de gouden medaille, het getuigschri ft eerste klas aan deze nieuwe aanwinst
toegekend.
Cultuur en sierplant
Het gebruik is niet zonder
tegenkanting ingeburgerd
Het tabaksverbruik in de wereld is zeer
groot. Men heeft daar meerdere malen de
geweldig groove getallen van in de kranten
zien staan. Om aan de vraag naar dit genot
middel te voldoen, is een geweldige teelt
van de tabaksplant noodig. Óns land neemt
daarbij geen noemenswaardige plaats in. De
verbouw is te riskant, de bewerking te veel-
eischend en het product niet van dien aard,
dan dat de teelt in ons land nog beteekenis
heeft of ooit zal krijgen.
Toch is het wel interessant na te gaan hoe
de geschiedenis van de tabak luidt.
Zooals men zal weten, heeft Amerika ons
de tabak gebracht- Maar toch moet dit land
niet hei' eenige vaderland van deze plant
zijn.
Ook in China en Perzië zou ze reeds in
het grijs verleden bekend en gebruikt zijn,
lang voor Columbus in 1492 in Cuba aan
kwam, waar hij voor het eerst de tabak zag
bloeien en een zijner matrozen Sancho de
eerste Europeesche tabaksrooker werd.
Weer anderen meenen, dat de tabak het
eerst op Tobago, een der Antillen of op
Tabasco werd gevonden. Volgens Nicolo
Monardis. een vermaard Spaansch genees
heer, stilden de Indianen hun honger en
dorst met tabak en verdreven zij er hun ver
moeidheid mede. Volgens hem was de tabak
een soort wonderkruid.
Wanneer en door wien de eerste zaden of
planten naar de oude wereld zijn overge
bracht, is onzeker. De een noemt Romano
Pane, een ander Hermander de Toledo, die
op bevel van Philips II, een wetenschappe
lijke reis naar Amerika ondernam. Hij zou
de planten in 1560 naar zijn land hebben
meegebracht. Ook de Europeesche Span
jaarden gewenden zich langzamerhand aan
het rooken, en in de eerste helft der 17de
eeuw was het onder hen zeer algemeen en
ofschoon noch de grandes, noch de geeste
lijkheid er zich aan verslaafden, bracht in
1750 de tabakspacht een voordeel van
7.333.933 rijksdaalders op.
Het was Jean Nicot, de Fransche gezant
i Portugal, die het overige Europa op de
tabak opmerkzaam maakte- De gezant ver
eerde verschillende vrienden en kennissen
aan Europeesche hoven met tabaksplanten,
waarmede de triomftocht van de tabak was
begonnen!
Ondec de regéering van Lodewijk XIII be
gon het rooken in zwang te komen en werd
onder de burgerstapd zóó algemeen, dat de
staat het noodig vond een belasting op den
invoer van tabak te leggen (1627). Omtrent
dezen tijd werd de tabak een twistappel,
die een hevigen pennestrijd tusschen de ge
leerden ontketende. Geneesheeren en letter
kundigen kampten over het voor- en nadeel
van de tabak, dochde tabakshandel
nam iederen dag toe, en de schatkist be-
ond zich er wel bij.
Ook in Engeland maakte de tabak op
gang. Volgens sommigen zouden de planten
door Sir Francis Drake in 1564 uit Virgina
zijn ingevoerd, doch ook hier is weer geen
zekerheid. Zeker is, dat Walter Raleigh, die
het geurig kruid in Frankrijk had leeren
kennen, een hevig propagandist in Engeland
as. Volgens een overlevering zou hij op
jn goeden dag, terwijl hij in zijn studeer
kamer zich in tabakswolken hulde, door zijn
dienstbode met water zijn overgo.ten, daar
deze meende, dat haar heer in brand stond,
een ander verhaal over Walter Raleigh
ordt verteld, dat hij bij een gesprek met
Koningin Elisabeth had verklaard, dat hij
het juiste gewicht van den uitgeblazen rook
kon bepalen. De Koninginwedde.dat het on
mogelijk was, maar Raleigh won zijn duka
ten, hij woog de tabak en later de overge
bleven asch. Het verschil, zoo beweerde hij,
was het gewicht van den rook. „U bent de
eerste, die uit rook goud maakt," voegde de
Koningin hem toe.
Het zijn de Engclschen. die onze voorva
deren met de tabak bekend hebben ge
maakt, volgens sommigen in 1570, volgens
anderen echter nog vroeger. De Antwerp-
sche geneesheer Aegidius Ercharf en de be
roemde kruidkundige Dodonaeus waren de
eersten ,die er in hun werken over spraken,
beiden schreven haar groote krachten toe,
„krachten om te ontdoen, en te verteren,
alle vervuilde wonden te reinigen, vergif en
alle andere schadelijke dingen, die men
mocht ingenomen hebben te bestrijden
Dodonaeus geeft een lange lijst van ziek
ten en kwalen, die voor het „Balsemkruid
van Peru", zooals liij de tabak noemde,
moesten wijken. Maar niet alle tijdgenooten
oordeelden zoo. er waren er, die het zelfs
gevaarlijk achten, „wijl alle gebrande dam
pen rook maken en alle rook zoet maakt
en zoet in het hoofd en in de hersenen niets
goeds kan voortbrengen".
Langen tijd bleef het „Cruyd tabak" een
medicament in de apotheek, waarmee de
doctoren steeds meer waren ingenomen.
Maar de tabaksrooker was in die dagen
geen onbesproken pex-soon. „Zou ik mijn
dochter aan zoo een plug, aan zoo een
plevier, zoo een toebakszuiper, geven!" zei
een vader in den „I-Iuwelijkssluijter". On
gunstig was in den aanvang der 17e eeuw
het oordeel van de kerk over het tabaks-
rooken: „zij achtte het een teeken van zede-
verval, naaperij zelfs van wilde volkeren".
De con6istoriën verboden het „tabacksui-
gen" met buitengewone gestrengheid. De
Remonstrantsche predikanten echter dach
ten er anders over en het verwekte niet
weinig ergernis, dat zij te Waalwijk tabak
rookten, ja, soms zelfs een gulden of een
daalder in de week aan ..toeback" ver
teerden.
Ook onder de studenten deed de tabak
haar intrede en op de platen, die het stu
dentenleven in die eeuw voorstellen, ziel
men de zonen van Minerva met kleine pijp
jes in den mond, achteloos gekleed, in hun
kamers zitten. en
Allengs begon men zich op de inlandsche
tabaksteelt toe te leggen. Petrus Hondius
verhaalt, dat in zijn tijd (begin 17e eeuw-,
in Zeeland bij Veere een koopman ieder
jaar ongeveer vijf gemeten (Zeeuwsche
oppervlaktemaat) met groote kosten met
tabak bezaaide. Eenige jaren later begon
nen ook de Amersfoorters zich op labaks-
teelt toe te leggen.
Overal verrezen, evenals in Frankrijk en
Engeland, tabakshuizen of tabagiën, waar
in een vrouw, „toebackster". het kruid bij
bladen verkocht. Zooals men tegenwoordig
een kop koffie of een glas bier in een
café drinkt, zoo zette men rich toen in de
„tabagiën" om een pijpje te rooken, nadat
men de tabak met zijn zakmes had) ge
korven.
Ook de tabagiën hadden hun uithang
borden, die later door de tabaksverkoopers
werden overgenomen. Zij stelden rookende
boeren, zeelui en gezelschappen voor, soms
ook een beroemd admiraal, met de pijp in
de hand, een onderschrift verduidelijkte
dan de beteekenis:
„Admiraal Tromp heeft noyt de vlag
voor sijn vyant willen strijeken,
Soo heeft ook myn tabak voor geen
andere te wijeken''.
Later begon men de tabak, doch onder
zekere bepalingen, ook in de gewone „wijn
huizen" en herbergen te verkoopen. Nog in
het midden der 17e eeuw werd' de tabaks
winkel in het klein steeds door vrouwen
gedreven. De tabak begon ook in de deftige
woonhuizen van de patriciërs meer en meer
toegang te krijgen. En zooals dat met der
gelijke dingen gaat: ook misbruik bleef
niet uit. De Generale en Provinciale Staten
trachtten het misbruik van de tabak door
scherpe strafbepalingen en zware belasting
tegen te gaan. Ook nu weer waren de stem
mingen verdeeld; de een vond het „tabak-
suigen" zinneloos; de ander vond, d'at de
apotheken nu wel gesloten konden worden.
Onze 17e eeuwsche dichters vergaten de
tabak niet in hun dichtwerken: Jan Jansz.
Starter vergoodde haar zelfs in een uitvoe
rig gedicht Ook Cats, Huygcns en J- van
Eslandt wijdden menlgen dichtregel aan de
tabak. Doch tegenover de bewonderaars
onder de dichters stonden weer anderen,
die minder over een geurige pijp te spreken
waren. Ontelbaar zijn de geschriften over
tabak van de zijde van apothekers, bota
nici en doktoren, wederom .pro en cofiTral
Langzamerhand begonnen ook de geeste
lijken zich aan het rooken over te geven.
„In de keuken, het salet, in consistoriën en
classen, zelfs op de wandeling, gebe't, ge-
pruikt en gemanteld, in kamerjapon en
preekrok zag men ze met den langen pijp",
zoo schreef een zeventiende-eeuwer.
In de 18e eeuw zag men bijna geen Hol
lander zonder pijp, men ging er prat op
een groot aantal pijpen te kunnen rooken.
ook toen werden er zooals nu nog een
enkele maal wedstrijden in het pijp-
rooken gehouden. Burggraaf d'Arlingcourt
schreef na een bezoek aan Nederland: „Een
Hollander zonder pijp zou een nationale
onmogelijkheid zijn".
Algemeen neemt men aan, dat de Hollan
ders ook de Duitschers hebben leeren roo
ken. Bekend is het tabaks-collegie van
Frederik Willem I, den Koning van Prui
sen, die vaak den ambassadeur Ginckel
toevoegde: „ich habe ein gut Hollandisches
Herz". Het „collegie" vergaderde in een
vertrek, dat geheel als een aanzienlijke
Hollandsche keuken uit die dagen was in
gericht; de gasten zaten in prachtige uni
formen met ridderkruizen bedekt Ieder
had een kruik bier voor zich en rookte uit
een lange Hollandsche pijp. „Der König war
ein passionirter Raucher", 20 A 30 pijpen
per avond waren voor hem geen zeldzaam
heid.
Bloeiende tabak
De tabak is naast cultuurplant ook sier
plant geworden. Dat komt voornanielijk
door den robusten groei, die niet grof, doch
sierlijk is, terwijl ook de bloemen heel
mooi en vaak zeer welriekend' zijn-
Men moet ze, wil <ie plant goed tot ont
wikkeling komen, vroeg zaaien in de
warmte en in Mei op de bestemde plaats
uitplanlon. De grond meet zeer voedzaam
zijn. Or»k kan men de tabak in potten plan
ten. om hier en daar in een bordes een
open plaats te vullen.
Men heeft enkele soorten van de tabak,
waarvan de deftige naam Nicoteana is
en wel Nicoteana Affinis, die ca. één motor
hoog wordt en heerlijk ruikence bloemen
heeft. Verder N. Sylvestris, die groote, han
gende trossen witte bloemen, eveneens met
een heerlijke geur geeft en bijna 2 meter
kan worden. Dan is er no? N. Sandarae,
een ongeveer één meter hoogwordende
plant, die roode en rose oloemen geeft.
Men moet de tabak al6 sierplant echter
alken nemen in ruime tuinen on ze een
ruime plaats geven, om zich goed te ont
wikkelen.
SEPTEMBER IN DEN
TUIN
Reeds begint de herfst zich aan te kon
digen in den tuin. Niet dat nu reeds het
moois verdwijnt; er is nog heel wat te ge
nieten van wat bloem en plant ons oog weet
te bieden. Maar voch komen hier en daar
de herfsttinten al naar voren en wijzen ster
vende plantendeelen en rijpende zaden en
vruchten er op, dat de bloeitijd ten einde
spoedt en de natuur zich voorbereid op den
winter.
September is in de eerste plaats de v'id
om te gaan oogsten- Het rooien van
aardappelen doen we het liefst in de
morgenuren van een drogen dag een
tuin liefhebber moet er niet tegen opzien om
intijds op te staan, 's morgens vroeg is hei"
trouwens altijd het mooist in den tuin.
Als men in de morgenuren de aarda|ppel9
rooit kunnen deze overdag drogen en valt
de aarde er licht af. Des avonds kunnen we
de droogste dan bergen in kelder oi schuur.
Maar vooral in het donker, want anders
worden ze misschien groen.
Ook kan men verschillende frultsoor-
i'en reeds oogsten, maar met
meeste soorten moet men nog even wachten.
Het goede bewaarfruit is pas in de volgen
de maanden rijp. Wil men weten of de
vruchten rijp zijn om te oogsten, dan moet
men naar de pitten zien. Die worden bij
sommige soorten pas later zwart of bruin.
Als men de vruchf in de volle hand neemt
en voorzichtig opbeurend probeert of de
steel gemakkelijk loslaat, dan heeft men
veel beter maatstaf om het al of niet pluk-
rijp zijn der vruchten te beoordeelen-
Dat plukken moet met zorg geschieden.
Schudden is a] heel verkeerd. Het fruiv lijdt
dan en gaat licht tot rotting over.
Het is in September ook reeds weer tijd
om te zaaien. Verschillende groenten,
zooals koolsoorten, o.a. bloemkool en sla,
kunnen nu gezaaid worden. Men krijgt dan
de z.g. weeuwen. die het volgend voorjaar
vroeg uitgezet kunnen worden- Ook ver
schillende bloemzaden voor vroeee v
jaarsperkon worden nu gezaaid. Er is een
groot aantal bloemensoorten. waarvan het
zaad nu reeds uitgezaaid kan worden. Men
krijgt dan veel beter en natuurlijk veel
vroeger bloei dan als men wacht tot het
voorjaar, waarin het jonge zaaigoed zoo
vaak met moeite dpor de eersve groei
periode heen kan komen
Ook het zaaien van gras voor ga-
D.VAN DEN BOSCj,
Telefoon 28 NAALDWH
Tuinbouw gereedschappj"
KASSENBOUW IN «JZE£,
VERWARMING WATERLEIDINI
STALEN WAGENS en BURRIElij
De SIHI POMP is
aangewezen por
voor Land- en Tut
bouwbedrijven.
Het klimaat van Texel ls t>U uitstel
voor de teelt van zaalzaad en pootgoed. L_:
gemiddelde windsnelheid gedurende de m»r'
den Juni/Jull/Aug. bedraagt 6 M. per seco»S|
De gemiddelde temperatuur 18 gr. C., wi
door besmettingsgevaar tengevolge van degfll
ratleziekten tot een minimum wordt bepelg
GOED ZAAIZAAD en POOTGO|h(
vormen de BASIS van UW BEDRIJ
Betrekt daarom üw zaaizaad en pootgoed L,
N.V. Verkoopbureau van het Selects
bedrijf v.h. M. D. DIJT l.i.
Dir. C. J. DE LUGT DEN BUIlG-TEJjii'
DB silicatische meststoffen voor Uwen gw^f
Goed, goedkoop
grondverbeterend
verpakt In papleren zakken van 50 B0(
N.V. Handel- Scheepv. Ondernemioi
v.h. Fa. N. DAENEN MAASTRICf1
(Tel. 3041—3042)
DORDRECHT khl
WILLEMSTR. 28 TEL 398|
Oliën, Velien, Teerproducten
Land- en Tuinbouwmachines
PLANTENZIEKTENBESTRIJDINGSMIDDElg
WEDERVERKOOPERS GEVRAAGD
zons kan nu heel goed gejehieden.
schrale voorjaarsdroogte te lijden e
Wel kiemt het zaad in Sepkv-
vlug als in het voorjaar, doch
groei gaat meestal wel voorspocje efprM
Men moet zorgen dat door ditridenei
grond los, luchtig en waterhoudt
stijve en droge grond krijgt men gi
gazon. Als men oude verteerde mesioll
den grond werkt, krijgt men een vok I
rijke bodem, wat zeer noodig is en nyJ n
is deze luchtig en vochrhoudcnd- Het Mc
vermengd men met wat menie-poeder Lv
wrijft men er door. zoodat het rood ziet-V
men na het zaaien nog een laagje
aarde losjes over het gezaaide strooit,
men zóó niet veel last van de vogels
ben.
Als de rozen in hef z.g. „wit" looi
moet men op 'n zonnigen dag zwavelpoej
op de bladeren strooien. Men doet
bloem van zwavel in een zakje van m
doek of andere dunne stof en klopt bovenl
rozenstruiken tegen dit zakje zoodat er ij
op de bladeren stuift.
De klimrozen worden nu aangebondj^
d-w.z. de nieuw ontstane forsche scheutte
die hef volgend jaar zullen bloeien. Mino
ontwikkelde bakken en oud hout snijdt ro
weg. Le
Let er nu ook reeds op bloembollen te V'
stellen. D.
Pluimveevoeding !n
Is ijzeroxyde goed in het mineraalmengs
Door den Rijksvoorlichtingsdienst voor Le
Pluimveeteelt was in een van de „Medec
lingen" die door dezen dienst verspi 1
worden, gehandeld over een oriënteeri j31
onderzoek naar den invloed van een td 1
voeging van ijzer-, mangaan- en kopervlje
bindingen aan het ochtendvoer voor de leL(
gende hennen; t.w. op productie en op broeT"
uitkomsten. {P'
Naar aanleiding van deze publicatie kwPc
men er bij den Rijksvoorlichtingsdienst vojfei
de Pluimveerteelt van verschillende kant«ve
vragen of het niet gevvenscht was om il)a
het door den dienst geadviseerde mineraal
mengsel dat per 100 kg. bestaat uit
kg. krijt, 1,25 kg ijzeroxyde. 0.5 kg. maf
gaansulfaat, 0.25 kg. kopersulfaat en 20 k311
keukenzout het ijzeroxyde weg te lateflei
daar dit, meer in het bijzonder, een nadéic
ligen invloed op de broeduitkomsten z^C]
hebben.
De Rijksvoorlichtingsdienst meent echtjjj
dat daartoe, voorloopig althans, geen
leiding bestaat. In bedoelde „Mededeelinj
werd aangegeven dat slechts een oriënt^
rend onderzoek was ingesteld. Daarbij v
den wel is waar bepaalde aanwijzingen f
kregen, doch alvorens een definitieve c
clusie getrokken mae worden, moeven
proevep zeer zeker hgrhaald worden. Nie[0n:
we proeven zijn dan ook thans loopende. pf
Verder zij er nog nadrukkelijk op gevf-de
zen dat de minder gunstige invloed van ihe
ijzertoevoeging voornemelijk tot uitii;e
kwam in de broeduitkomsten der eieren, dj
afkomstig waren van de hennen die steef11'
binnenshuis werden gehouden en no^3
groenvoer, noch levertraan in het verstrek da
rantsoen kregen- Deze hennen werden d(kr
onder omstandigheden gehouden, welke g'blj
heel van de praktijk afwijken. Bij de gro'
pon welke de beschikking hadden over eP
uitloop in gras-rennen waren de verschilM 0
minder sprekend. De broeduitkomsten
de groepen, die naast ijzer nop koper '>wi
mangaan ontvingen, kwamen bijna gehfjnc
overeen met die der controle-groepen, ve
geen mineralen kregen en ook met di« v oc
de groep welke uitsluitend koper kret
iDe mangaan-groep sfak er wat bovenuit.pc