FOTO-WEDSTRIJD O n ze De vrouw in de »Camera 0bscura« WECK GRATIS DE HERFST NADERT WEER Die hinderen van de buren „VAN EN VOOR DE VROUW" UITGAVE VAN DE VIJF SAMENWERKENDF CHRISTELIJKE DAGBLADEN 14—19 AUGUSTUS 1935 De inzendingen voor onzen fotowedstrijd loopen regelmatig binnen. Maar herhaaldelijk krijgen wij nog vragen over dezen wedstrijd, omdat blijkbaar de afgedrukte voorwaarden tot deelneming toch zoek geraakt zijn. Daarom herhalen we ze hier nog even in 't kort: Men is geheel vrij in de keuze van het onderwerp. Door één deei- nemer(ster) mogen desgewenscht meerdere foto's worden ingezonden. Inzendingen aan de Redactie „Van en Voor de Vrouw" (op de enveloppe vermelden: Foto-wedstrijd). Achter op de foto's moeten duidelijk naam en adres van den afzender vermeld staan en liefst ook het onderwerp. Afdrukken minimaal 8 x 9 op zwart-glanzend papier. Ingezonden foto's worden niet teruggezonden en mogen door ons gebruikt worden voor publicatie in onze bladen. De inzending sluit 15 September. Daarna worden de bekroningen zoo spoedig mogelijk bekend gemaakt. Als prijzen zijn beschikbaar o.a. EEN AGFA BILLY COMPUR 4.5 met portrellens. De winkelprijs bedraagt 60.Verder EEN PRACHTIGE STAANDE SCHEMERLAMP en verder nog verschillende TROOSTPRIJZEN. Vóór 15 September hopen wij dus nog een groot aantal inzendingen te ontvangen. Redactie „Van en Voor de Vrouw" „Een goede uitvinding van sommige moeders; dochters te hebben" TOEN de jeugdige Nicolaas Beets in 1839 als 25-jarig student zijn „Ca mera Obscura" in het licht gaf, zal hij, al was hij nu en dan wel wat zelfverzekerd, niet hebben gedacht, dat zijn boek na een eeuw nog zou gelden voor een van de meest typeerende werken uit onze vader- landsche literatuur. De een noemde het „een superieure uiting van middelmatig heid", een ander sprak van „copieerlust des dagelij ksohen levens", maar juist wijl Beets onder zijn schuilnaam van Hildebrand zulk een scherp beeld heeft gegeven van den doorsnee-Nederlander, in zijn zwakke niet minder dan in zijn sterke zijden, spreekt zijn geschrift nog zoo duidelijk tot ons. Wij zien in de figuren, welke hij schildert, iets van onze buren, ja misschien van onszelf. En nu het dan ©en eeuw geleden is, dat de „Camera" verscheen, willen we het jubi leumjaar niet laten passeeren zonder in lit hoekje even ons geheugen op te frissdien en ons te herinneren, hoe Hildebrand onze 6exegenooten heeft gezien. Er zijn personen bij, die een eigen plaats in onze letterkunde hebben verkregen. We denken b.v. aan Koosje van Naslaan, „een meisje van ik denk zeventien jaren, die er met haar gescheiden bruin haar' en rozenrood japon netje allerliefst uitzag"; dan aan mejuffrouw van Naslaan zelve, „een zeer wijze dame, die zeer verstandige bevindingen had", die een kouden tocht altijd erger vond dan een koude lucht, die van oordeel was, dat •het op een heeten dag nog al eens wat helpt als er wat wiind is, die opmerkte, dat als men veel verloor, het altijd nog een troost was als men iets behield, die ontdekt •had, dat, als men ergens aan gewende, iets gemakkelijker viel dan als men volstrekt niet aan gewoon was, en die uitgevonden had, dat de eene mensch de andere niet was; voorts Mietje, die „vol strekt niets was dan een goed mensoh" en Mina Deluw, die heusoh zoo voortreffe lijk niet was als sommigen wel dachten; en de oude grootmoeder uit het verhaal van Jan Adam Kegige, die graag de eenzaamheid opzocht en die de diepzinnige opmerking modht maken: „Ik hou niet veel van ver guld!" Dames, die er zijn mochten Soms schept Hildebrand er behagen in, zijn figuren in enkele lijnen ten voeten uit te teekenen, en de dames uit zijn verhaal ont komen daaraan niet. Enkele aanhalingen zijn de moeite waard. Zoo zegt hij van Henriëtte Kegge, „een mooie brunette", die op ongelegen momen ten haar moeder te hulp kwam, waarom Hildebrand tot de conclusie kwam, dat het een goede uitvinding van sommige moeders was, dochters te hebben: „Inderdaad, het was een schoon meisje, de dochter heer Kegge. Zij had een fijnen neus en den mond van William (haar overleden broer) maar veel schooner oogen dan deze had gehad. Heerlijke, donkere, tintelende oogen waren het, die tot in de ziel doordrongen. Als zij ze opsloeg, blonken zij vurig versaagd, en toah, als zij ze neersloeg had den ze iets bijzonder zachts en kwijnends. Heur haar hing in menigte van lange, glin sterende krullen, naar Engelsche wijze, langs haar eenigszins bleeke, maar mollige wangen". Werkelijk, de student was hier wel in een romantische periode. Saartje de Groot kwam er niet slechter af: „Een allerliefste taille, in een zeer simpel winterjaponnetje gekleed, maakte zich los uit de plooien van een bruinen lakenschen mantel; een gegaufreerd kraagje sloot stem- migjes om een allerblanksten hals; en toen zy haar eehvoudig kastoor hoedje afzette, C** ONRADS GROOTE MARKT 8 ROTTERDAM HANDWERK-BEN00D1GDHEDEN Mevrouw, Mejuffrouw, BESPAAR GELD door zeil Uw toiletten te vervaar digen. Volg de SNIJ- en NAAILEERGANGEN per BRIEFWISSELING van het INSTITUUT. F E M I N A 5 Place des Bfenfaiteurs 5 - BRUSSEL Schrijft ons om U in te lichten. Vraagt ons kosteloos programma no. 20 koperen gesp als een vierkante zon op haar buik, Keetje de Riet lit den kruideniers winkel. En daarnaast Pietje Hupstra, wier vader het gewichtig ambt van deurwaarder bekleedde, en die zioh verbeeldde dat niets losser en bevalliger stond dan een rozerood tissuutje door een ringetje gehaald. Dan had men er Truitje en Toosje, de twee telgen van den heer Opper, voornaam metselaar, de eene in 't openbaar een hoed met steenen bloemen en de andere een dito met houten pluim droeg, maar die in dezen huiselijken kring zioh gelukkig gevoelden in het hoofdsiersel, de eene van blauw, de andere van een roode céphalide in de stellige overtuiging, dat er op dit onder- maansche geen bevalliger of modieuzer da mescoiffure kon bestaan...." Enzoovoorts, enzoovoorts. Zoo ziet men, dat Hildebrand niet geneigd allen over één kam van bewondering te strijken. Maar het hierboven geteekende gezelschap blijft niet zwijgen. Als Hildebrand ook wil ,vergulden", dan komen de tongen los. „Bij ieder materiaal of instrument, dat ik in handen nam," zoo schrijft hij, „proestte men 'l uit van 't lachen en ging een kreet van verbazing op. ,,'t Is zonde!" betuigde Mietje Dekker. „Heb ik van mijn leven?" informeerde Keetje de Riet. „Die stedenten hebben alevel altijd wat raars," fluisterde die van de roode cépha lide. „Menheer doet het heusoh!" verklaarde die van de blauwe. ,,'k Ben benieuwd hoe dat af zal komen," zei Grietje van Buren. „Wat menheer breekt mag menheer op eten, niet waar, juffrouw De Groot?" vroeg Bart je Blom die het goed met mij- scheen te vertoonde zich, onder een schat van neerhangende blonde krullen, een allerin nemendst zacht en liefelijk gelaat". En wat te zeggen van Keetje! Keetje, wier lof als volgt wordt bezongen: „Keetje, het fijnst, het netst besneden bekje van alle Noordbrabantsohe meisjes, die ik onder ©enigen stand gezien 'ieb. Keetje, met het rankste figuur, de liefste voetjes, de klein ste handjes, met kuiltjes op iederen vinger; dat blanke gezichtje, die groote blauwe oogen, met dien doordringenden opslag! Het geestige, hupsohe, vroolijke Keetje, die lief praat en zoo lief laoht...." Een heel gezelschap voor de lens Doch het blijft niet bij afzonderlijke perso nen. Soms komt er een heel gezelschap uit de pen, b.v. wanneer Hildebrand aan het „vergulden" slaat bij bakker de Groot: „Daar zat, in al de glorie van een bloed koralen halsketting, bloedkoralen oorbellen, bloedkoralen doekspeld, en zelfs van een ring met een zeer grooten ronden bloed koraal aan den vinger, juffrouw Mietje Dekker, de dochter van een deftigen klee dermaker, en aan hare zijde, met een groote doodvlek (moedervlek) op haar wang en 'n De beste voorraadvorming lakglai rzaaitiheld onbeperkt Weck-gtezen zijn gec serd op belrouwbearheid. Men lette daai ral op het merk „WECK", ook «oor de gurr en. Prijzen opnieuw verlai Maar Suzette Noiret en Saartje wezen mij terecht en dedèn 't mij voor." Tenslotte: de baker We mogen deze bloemlezing niet besluiten zonder een aanhaling uit de bekende schets, welke gewijd is aan de eerwaardige figuur van de baker: „De naam van Baker is zonneklaar bewijs, dat er (schoon 't volk baakster zegt) juist geen uitgang op ster •vereisoht wordt om de titularis van een by uitnemendheid vrouwelijk ambt te kennen te geven. Vrouwelijker dan het hare is ei wel geen. De onbescheidenheid van het ge slacht der mannen heeft men reeds, in spijt der natuur, in verscheidene vakken van maatschappelijke bedrijvigheid ingedrongen, die oorspronkelijk en naar recht tot het •grondgebied der vtouw behooren. Er worden mannen gevonden, die voor ons de naaid hanteeren er zijn er die ons den pot koken, ja zelfs zijn *rij mannen, voor het grootste gedeelte, met verachting der welgevoege- lijkheid, door mannen ter wereld geholpen. Maar nog nimmer heb ik de eer gehad iemand van mijne kunne te ontmoeten, te kennen, of te hooren noemen, die het be roep van baker, anders dan in cas (geval) van de hoogste urgentie en slechts voor enkel oogenblik, had uitgeoefend". Zoo komt de vrouw tenslotte toch weer tot haar recht Zijn we aan de „Camera" ontgroeid? Zeer zeker, voor een belangrijk deel. Onze smaak is slechts tot op bepaalde hoogte gelijk gebleven aan die van onze voorouders rondom 1839. Maar Hildebrand heeft karak tertrekken geteekend, die een kort tijdsbe stek trotseeren. En dat element van ver trouwelijkheid moge er toe bijdragen, dat we in dit jubileumjaar in enkele verloren uren nog eens in gedachten het gezelschap opzoeken van Koosje van Naslaan, aan Pieter Stastok zijn hart verloren, van Saartje de Groot en van zooveel anderen „In antwoord op Uwe advertentie'' Zeer velen zullen ettelijke malen tever geefs met dezen aanhief hun brieven be ginnen, bij het solliciteeren naar een be trekking. Verschillende détails dragen er toe bij, of men al dan niet kans van slagen kan hebben. In de eerste plaats het postpa pier, dat er onberispelijk uit moet zien. Men gebruikt voor sollicitaties steeds een voudig wit papier, geen kleuren en geen parfums. Handgeschreven brieven genieten de voor keur, zelfs als het gaat om een betrekking als steno-typiste; hoogstens kan men er 'n getikten brief bijvoegen als proeve van be kwaamheid. Een mooi handschrift valt niet alleen op, doch men kan uit dit laatste ook verschillende karakter-eigenschappen aflei den. Heeft men hiervan zelf geen studie ge maakt, dan geeft men het vaak ter beoor deeling aan een schriftkundige. Men sluit bij solliciteeren nooit de authen tieke stukken in, doch steeds afschriften, omdat men in het eerste geval de kans zou loopen, dat zij in het ongereede gera ken. Trouwens men zou tegenover een werkgever den indruk verwekken ietwat zorgeloos of te goed van vertrouwen te zijn, indien men bij een solliciatie de origineele stukken insluit. Vervolgens verplicht men hem bij niet slagen de stukken te retour- neeren, hetgeen niet noodig is met af schriften. Men vermelde bij de sollicitaties niet te veel détails, doch houde zich aan de hoofdzaken. Meestal kan men volstaan met leeftijd, godsdienst, genoten onderwijs, di ploma's aan te geven en eventueel voor de betrekkingen. Tenslotte nog de welgemeende raad nooit of nimmer een sollicitatiebrief te laten schrijven door anderen en zich nimmer te laten verleiden veranderingen aan te bren- door welmeenende vriendinnen, wan neer men de overtuiging heeft dat het ge heel goed is. Komt dan tenslotte een verzoek, om u te presenteeren, vervoeg u dan rustig en kalm bij den eventueelen werkgever. Waarom is het noodig, dat men zich nerveus maakt, want men staat toch als mensch tegenover mensch? Eén ding is echter van belang, dat men correct is in zijn optreden, zonder overdre ven vormelijk te zijn en dat men er een voudig doch in de puntjes verzorgd uitziet. Wat de LIPPENSTIFT ls voor de lippen, is LUMINEX voor het haar. nassage en poeder de iclioonheld tardlge spc Klei kleur - Vraagt Uw kapper om een SPOELING LUMINEX LUMINEX ls een creatie van d> .L.ABORATOIRES INSTANTO VITE" Importeur voor Holland en Koloniën H. MESKER, Tasmanstraat 198 Den Haag mtvangt men bü leder fleschje NECTAR ESSENCE ien receptenboekje, waarin de bereiding /an limonadestroop, borstplaat; likeur, l)s, puddings enz. wordt aangegeven. PrM» per riesclije 0.2.%. Bü leder fleschje NECTAR BLOEMENOLIE recepten voor Eau de mtlle- ïrkrügb. Vraagt steeds NECTAR en daarmee de behoefte aan warmere klee ding. Reeds nu beginnen we nevenstaande vlotte en warme japon te breien opdat, wanneer over eenigen tijd de zon haar kracht verliest en we onze zomerjaponnen te luchtig gaan vinden, deze gezellige jurk kant en klaar is. Ons model is gemaakt op maat 42. Benoodigdheden: 550 gram Scheepjes Duinwol van de firma D. S. van Schuppen, Veenendaal, in een warme tint, bijv. bruin; 30 gram Scheepjes Duinwol in een afste kende kleur, bijv. hardgroen; 2 breinaalden no. 5; 1 haaknaald no. 2yz; 2 houten knoo- penvormen; 1 houten gespvorm. Proeflapje: Een proeflapje van 10 bij 10 c.M. telt 20 toeren in de hoogte en 15 st. in de breedte. Werksteek: 1 r., 1 av., verspringend bo ven elkaar (gerstekorrel). Rugpand: Opzetten 100 st. Om de 4 c.M. aan begin en eind der naald een mindering maken, tot er 70 st. over zijn (lengte ca. 60 c.M.). Om de 2 cM. aan begin en eind der naald een mindering maken (lengte ca. 75 c.M.) (aantal st. 56). Tot het armsgat nog 20 c.M. breien; om de 4 c.M. aan begin en eind der naald een meerdering maken (to taal 66 st.). Armsgat: Aan het begin der eerstvolgen de 2 naalden 4 st. afkanten. Aan het begin der eerstvolgende 2 naalden 2 st. afkanten. Aan het begin der eerstvolgende 6 naalden 1 st. afkanten. Over 48 st. deze 18 c.M. op- breien. Schouder en hals: De schouder wordt in 4 toeren van 4 st. afgekant (aan beide kanten). Over 16 st., die in een rechte lijn afgekant worden. Voorpand: Opzetten 110 st., 75 c.M. breien tot taille; om de 3 c.M. aan begin en eind der naald 1 st. minderen, tot er 64 st over zijn. Tot het armsgat weer 20 c.M. breien, om de 5 c.M. weer in een toer 2 st. meerderen (totaal 72 st.). Armsgat: Aan het begin der volgende 2 toeren 5 st. afkanten. Aan het begin der volgende 2 toeren 2 st. afkanten. Aan het begin der volgende 6 toeren 1 st. afkanten. Over 52 st. Split: 26 st. breien, werk omdraaien. Deze 26 st. 6 c.M. opbreien. Voor het knoopsgat 19 st. breien, 4 st. afkanten, 3 st. breien. In de volgende toer de 4 st. weer opzetten, 4 toeren overbreien. HaTs: Aan het begin der volgende toeren aan de halskant 3x1 st., 3x2 st., en 1 x 1 GENEESKRACHTIG HOESTWEREND BIJENHONING Zuivere Bijenhoning 0.37 p. pond; 3 ponds potten 1.Emmertjes inhoud, 9 pond. 3.50. Alléén emmertjes franco huls. Fa. K. J. HUIGEN, Raampoortstraat 21 Giro 279760 Tel. 43664 ROTTERDAM Ruwe honing is een echt natuurproduct, dal sterk maakt en kracht geeft aan Uw zenuw gestel in groote mate. Depót voor LEIDEN en Omstreken: Reformhuis Ligthart, Ter- weeweg 84, Oegstgeest, Telefoon 1610; Depót v. DEN HAAG: Westeinde 194. TeL 336898. Mijnheer Antonides is niet meer in zijn eerste jeugd. Daarom vindt hij het prettig, dat hij een paar nette kamers heeft in een rustige buurt bij stille menschen zonder kinderen. Ideaal zou het zijn, ah daar niet waren die kinderen van de buren. Een heel stel hebben ze er. Hoeveel, daar kan hij zijn hoofd niet mee breken, 't Is al erg genoeg, dat ze hem voortdurend aan hun bestaan herinneren, door hun gegil bij haasje over of door een bal, die met een bons tegen zijn raimen vliegt. Nu is er een Prinsesje geboren en het heele stel is den ganschen morgen bezig geweest hun tuin te versieren. Dat moet na tuurlijk gepaard gaan met voortdurend gekibbel. Ze voeren heftige discussies over de plaats van een vlag en over het probleem of ze de lampions nu reeds tusschen de slingers zullen hangen of pas tegen den avond. Het is een gesnotter en gekwetter, of je in een diergaarde in het vogel huis bent. Hinderlijk is dat, erg hin derlijk, al moet mijnheer Antonides ook toegeven, dat de tuin werkelijk aar dig wordt. Gelukkig komt er tegen den middag rust. Ze moeten toch eten, al is er ook feest. En na het eten ziet hij ze de stad in trekken. Hij hoopt maar, dat ze lang wegblijven. Als hij even een paar si garen gaat koopen, komt hij de oudsten tegen. Ze zien hem niet, wat ook geen wonder is. Ze hollen gearmd met nog een troep anderen achter een op tocht aan. Mijnheer Anto nides schudt het hoofd: die jeugd van tegenwoordig'. In zijn tijd.Als hij te rug komt op zijn stille kamer, is zijn hospita uit gegaan met haar man. Op zijn tafel ligt een briefje, dat alles voor hem klaar staat en ze niet voor mid dernacht thuis denken te komen, daar ze op een fa miliefeestje genoodigd zijn. Mijnheer Antonides knikt vergenoegd. Nu heeft hij den ganschen middag het lijk alleen en kan zich eens heerlijk verdiepen in zijn lievelingslectuur: het leven der dieren. Hij is juist bezig aan een inte ressante studie over de pinguins. Hij zet zich voor het raam in een diepen stoel en be gint te lezen. Werkelijk blijft het den heelen mid dag rustig. Van verre dringt wel vaag rumoer tot hem door, maar stoort hem niet. Met icelbehagen kijkt hij af en toe zijn rustige kamer rond of werpt door het venster een blik over dstille tuinen. Dwaze menschen, die nu door de overvolle straten schuifelen. Hij zit hier veel prettiger en hij is er niet minder Oranjegezind om, dat bewijst het knoop je op zijn revers. Doch tegen schemer wordt van hun oudere zusters, die nog in de stad rond- loopen. Ze mogen ze eigen lijk niet gebruiken, maar ja, het is nu feest van het nieuwe Prinsesje. In de loofhut zitten plech tig de vader en de moeder op de bank. Zij vormen blijkbaar het publiek. Mijnheer Antonides ver- het in den tuin van de buren weer Isvendig. De kinderen zijn in volle actie. Ze steken de kaars jes in de lampions aan, schuiven een bank onder een soort loofhut en één kondigt met luider stem een Oranje-uitvoering aan. Mijnheer Antonides schuift de overgordijnen dicht en knipt het licht aan. Even later dringt luid ge lach door zijn open raam. Het lachen is zoo vroolijk, dat mijnheer Antonides niet nalaten kan even door een kier te gluren. En dan ziet hij de jongste kinde ren door den tuin wande len in fantastische gewa den. Het zijn de peignoirs waardigt zich niet langer naar dat kindergedoe te kijken. Hij sluit veilig heidshalve zelfs het raam en keert naar zijn pinguins terug. Maar dan klinkt plotseling het Wilhelmus helder op en daarna vol gen nog andere vader- landsche liederen. De kin derstemmen zingen zuiver en klaar als kristal. En zoo langzamerhand voelt mijn heer Antonides zich weer terugleven in zijn eigen jeugd. Zachtjes schuift hij het raam weer open en knipt het licht uit. „Wees begroet met jubeltonen!" Hij ziet zich weer als kleine jongen staan op het schoolplein. Toen werd de Koningin gekroond. Ja, ja, hij moet de medaille Hog ergens in een doosje heb ben liggen. „Als 't feest is in ons Nederland!" Zach tjes neuriet hij mee, zon der erg. Dan een luid ap plaus en het heele troepje hurkt bij elkaar in de loof hut, waar ze gelaafd wor den met limonade. En dan beginnen ze een aanval op hun vader om geld voor vuurwerk. „Toe, vader, wat frizeeën en een molen tje." Maar vader is doof aan dat oor. Hij moet ieder dubbeltje omkeeren dit jaar. Als ze de lampions en versieringen niet van een vorig jaar bewaard had den, zouden ze dit feest niet eens zoo hebben kun nen vieren. „Nee, nee, hoor, 't mag geen cent kosten, heb ik jullie gezegd en daar blijft het bij. Ga nog maar wat zingen." Ze hebben alle liederen, die toepasselijk zijn, al ge zongen, maar ze weten raad. En vroolijk begint er een: „Die vierkleur van ons dierbaar land". Hier mee hebben ze een nieuwe bron aangeboord. Maar ze hebben ook onbewust en onwetend een snaar doen trillen, diep in 't hart van den ouden, koel schijnen- den vrijgezel daar achter het half dichtgetrokken gordijn. Zijn heele jeugd staat voor hem op. Hij weet zelf eigenlijk niet, wat hem bezielt, maar/hij vergeet de pinguins en gaat de straat op. Hij stapt een feestwinkel binnen en vraagt wat verlegen om een paar rotjes en wat frizeeën en een molentje. De winkelier weet he.m ook nog vuurpijlen, zeven klappers en een paar prachtstukken aan te pree- ken, stukken, die in de lucht de schoonste vormen zullen vertoonen, als gou den korenaren,, gouden bouquetten enz. Het is een heel pak vuur werk, waarmee hij huis- waart.keert. Hij steekt echter niet den sleutel in zijn eigen slot, maar belt bescheiden bij de buren. Driemaal moet hij bellen, steeds harder, eer ze hem hooren. Dan komt een van de zangeresjes, met haar slepend gewaad hem open doen. Hij wil het vuurwerk afgeven, maar daar is geen sprake van. Achter elkaar komen ze naar voren. Hij moet bin nenkomen. Hij moet mee feesten. Het vuurwerk is van hem. Hij zelf moet het afsteken. En zoo brengt hij z\jn avond door, ver van zijn rust en zijn studie, midden tusschen die luid ruchtige, rumoerige kin deren van de buren! En hij heeft er geen spijt van. st. afkanten. De overige 16 st. 5 toeren op< breien. houder: Afkanten als rugpand. 2de helft voorpand evenzoo. Mouw: Aan de kop beginnen. Opzetten 15 st. Aan begin en eind van iedere pen st. meerderen, tot er 70 st. zijn.(Lenj plm. 13 c.M.). Nu iedere naald 1 st. minde ren aan het eind tot er 54 st. over zijn. Af| kanten. Tweede mouw evenzoo. Biezen: 38 st. opzetten, 1 toer breit Volgende toeren aan het eind 1 st. bijl ken, tot er 44 st. zyn. 1 toer overbreien. Nil de volgende toeren twee afminderen en af kanten. Ceintuur: 110 st. opzetten. Wordt aai den eenen kant gebreid als de ronding aar de mouwbies, aan den anderen kant, waai de gesp aangenaaid wordt, recht gehouden irerking: Alle deelen vochtig over di patronen spannen en laten drogen. Met eei naadje in elkaar zetten. Aan den onderkan'. der zijnaden 10 c.M. openlaten als splitje. Met een haaknaald volgens teekening J; randjes kettingsteeken haken van de afstr kende kleur, als eenige gameering. Ht. beste kan men op de teekening de lijn '*lml duidelijk zetten. Zit het patroon opgespan nen, dan rijgt men de lijn op het breiwerk; i volgens deze lijn kan men dan wer-j ken. Niet op de ceintuur. In de mouw aan dei) onderkant een plooi van 8 c.M. leggen, daarna de bies aannaaien, zoo, dat de beide rondjes even over elkaar vallen. In het midden-vasthechten. De kop met plooien of ruimte inzetten. De knoopen en gesp met vasten omhaken in de afstekende kleur. De knoopen aan elkaar naaien en door dei knoopsgaten halen aan den voorkant. -Pu/rudewetc xijndotop Stoom- Wasdv en Strijkinrichting „AURORA" W. SPIERENBURG C.Wzn UTRECHT KONINGSWEG 56 TELEFOON 11165 Poitrekenlng No. 43430 Opgericht 1856 Geheel neer de eischen des tljds ingericht Weschi uitsluitend met nortonwater VRAAGT TARIEVEN doet UW man ook zoo eb hQ 4* «oordeur binnenkomt? Jal meer Mevrouw, die kooklucht van roode kool, prei. ol wat U ook kookt li toch eigen lijk heel gemakkelijk uit Uw keuken, en daar mee uit Uw geheele hul» te verdrijven I De kleine Waldorp (troomlljnventlletor doet het een-twee-drle I Uw keuken altijd frbch, nooit meer Uw ramen heilagen. PriJ» 124.—. Zendt U vandaag nog onderstaande coupon In om een folder me met inlichtingen l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 8