rtÜ&XD
TRIUMPH
„Wij willen tot het Rijk terug!"
1
Gemengd Bloed
DAGELIJKS
GROEIT
DE POPULARITEIT
VAN
DE BESTE
VRIJDAG ii AUGUSTUS 1939
EERSTE BLAD PAG.
RONDBLIK
Danzig-Salzburg
Förster, de gouwleider van Danzig, heeft
an de vrije stad zijn aangekondigde rede ge
houden, welke volgens de melding van som
mige buitenlandsche nieuws-instanties naar
's mans eigen woorden zooiets als een ver
rassing zou moeten bevatten. Wij hebben
daarnaar tevergeefs gezocht, en niets
ders kunnen aantreffen dan argumenten,
welke noch nieuw, noch volkomen waar-
heidslievend waren. Daarmede wil natuur
lijk niet gezegd zijn, dat Danzigs hoogste
politieke chef immers als nazi-Führer
moet hij belangrijker worden geacht dan
Greiser, de president van den stedelijken
senaat het booze opzet zou hebben ge
had, bewust onwaarheden te verkondigen,
waar het 't ontstaan van de huidige span
ningen tusschen Polen en Duitschland, en
Danzigs rol als bedreigde grenszone betreft.
Wij willen altteen constateeren, dat Förster
de zaken typisoh Duitsdh heeft voorgesteld,
met voorbijzien van wat men den Pool
schen kant van de zaak zou kunnen noe
men, zoozeer zelfs, dat hij van de nood
zakelijkheid repte, zijn vaderstad tegen een
eventueelen Poolschen Putsch in veiligheid
te stellen, alsof ooit Polen dwaas genoeg
zou wezen, door het ontketenen van een
militaire overrompelingsactie, zicih een oor
log met het zoo machtige Groot-Duitsche
Rijk op den hals te halen, en daardoor te-
yens een aanzienlijk deel der beschaafde
wereld in. de ontzettingen van een catastro
fe te storten.
De reactie in het buitenland op Försters
propagandistische toespraak is vrij gunstig
'geweest. In de verschillende hoofdsteden
had men gerekend op een welsprekendheid
met voetzoeker-resultaten, met verrassin
gen, welke de wereld voor hachelijke con-
sekwenties hadden kunnen stellen. Passa
ges als deze, men mag het met tevredenheid
constateeren, zal men in de rede van den
'gouwleider tevergeefs zoeken, zoodat de
toestand niet opnieuw daardoor verscherpt
is.
Het trekt overigens de aandacht, dat Von
Ribbentrop en Ciano zich naar een kleine
plaats in de omgeving van Salzburg hebben
begeven, elk in gezelschap van eenige zijner
medewerkers van de departementen van
buitenlandsche zaken. Moet men, hetgeen
daar in de bergen zal besproken worden,
zien als een aanvullende conferentie van
Milaan, dus als een verdere afspraak aan
gaande de militaire samenwerking tusschen
de beide as-mogendheden Of wordt er ge
redeneerd over een onderwerp, dat in min
der nauw verband staat met de spannin
gen in Oost-Europa, omdat het uitbreken
van een Europeesdhen oorlog nog niet aan
staande behoeft te worden geacht? Wij ver
moeden het laatste, en komen dan tot de
veronderstelling, dat beide staatslieden el
kander rustig wenschen te raadplegen over
de wederzijdsche houding tot Japan, welk
■land de neiging gaat vertoonen, zich met de
as-landen nauwer te verbinden, door mid
del van een volledig militair bondgenoot
schap. Het Jjoansche 'eger. en met name
de groep der jongere, vooruitstrevende offi
cieren, is daarvoor sterk geporteerd; de
staatslieden te Tokio, die zich minder aan
impulsen en snelle bewegingen, en in meer
dere mate aan omzichtige bespiegeling ple
gen over te geven, verkeeren nog in een
zeer ernstige aarzeling. Nauwe samenwer
king tusschen Berlijn, Rome en Tokio zou
kunnen leiden tot een eveneens intiemere
relatie tusschen Londen, Parijs en Washing
ton, en de risico's voor den wereldvrede
Zouden onzes inziens geducht toenemen, zoo
Sn de beide fronten-van-drie zulk een dis-
'cipldnaire eenheidsbeweging kwam, waarbij
ook de Vereenigde Staten of Japan op een
bepaald moment den toon zouden kunnen
'aangeven. Het lijkt ons voor de rust der
•wereld veiliger, zoo de leiding der zaken
in ons oude Europa zou blijven berusten,
hetwelk een eeuwen-oude routine achter
fcidh heeft, en minder dan bijvoorbeeld het
land van Uncle Sam aan het maken van
politieke blunders zou bloot liggen.
Intusschen praten en confereeren wij
lustig verder, nu hier, dan daar; de lucht
hlijft bewolkt, dreigend zelfs, doch de ge
vaarlijke ontlading blijft uit. Waarvoor
ieder in zijn hart met dankbaarheid moge
Vervuld zijn.
KWALITEIT en LIJN harmonieeren
volkomen in de W.L. D. Schoen
Heeren die het ge
noegen kennen van
het beste te
dragen kie
zen daarom
steeds
W.L.D. SCHOENEN
Gouwleider FöRSTER
spreekt te Danzig
Geen nieuwe sensatie,
maar een protest
Gouwleider Förster heeft gister
avond te Danzig in de groote protest-
betooging op de Langenmarkt o.m. ver
klaard:
In een exnstigen tijd zijn wij samen
gekomen om voor de geheele wereld
met de grootst mogelijke vastbesloten
heid te protesteeren tegen de sedert
weken door Poolsche redenaars en Pool-
sche bladen tot uitdrukking gebrachte
bedreigingen met oorlog tegen Danzig.
Het zou onjuist zijn, wanneer buiten
landsche journalisten zouden veronder
stellen, dat de protest-betooging van
vandaag wordt gehouden om van Dan
zig uit een nieuwe sensatie de wereld in
staat, doch dat het Groot-Duitsche rijk, ons
moederland, en onze leider, Adolf Hitler, op
ieder oogenblik vast besloten zijn in geval
van een aanval van Poolsche zijde bij den
afweer daarvan ons ter zijde staan.
Allen en in het bijzonder 't geheele Duit
sche volk en ook den verstandigen buiten
landers moge het duidelijk geworden zijn,
d'at het, gezien dergelijke zich steeds op
nieuw herhalende uitlating der Polen, zoo
niet verder kan gaan.
Het moet allen den vrede liefhebbenden
menschen langzamerhand duidelijk worden,
elk een misdaad door het „dictaat van
Versailles" met betrekking tot Danzig en de
grensafbakening in het Oosten is begaan.
Ik zou er evenwel in het bijzonder den
nadruk op willen leggen, dar niet alleen
wij Duitschers, met inbegrip van de Dan-
zigers, van deze meening zijn, doch dat er
in het buitenland, in het bijzonder in Enge
land en Frankrijk, zeer vele toonaangeven
de en bekende mannen zijn, die de onhoud
baarheid van óe teugels van de tegenwoor
dige situatie in het Oosten van Europa, in
het bijzonder die van Danzig, sedert twin
tig jaren steeds weer tot uttdruksing heb
ben gebracht.
Gouwleider Förster las in dit verband tal
van uitlatingen voor van buitenlanders en
vervolgde:
Het is op het oogenblik, wanneer men
de wereldpers leest, zoo, dat alle volken,
in het bijzonder Engelschen en Fran-
schen, en vooral niet te vergeten de
Polen, zichbezig houden met de toe
komst van Danzig.
te sturen. Ons is de toestand veel te
ernstig dan dat wij sensatie zouden wil
len maken.
Het zou ons, Danzigers aangenamer zijn
geweest dgl. protestbetoogingen niet be
hoeven te houden. Dooh de dagelijksche be
dreigingen van de zijde der Polen eiwingen
ons er toe. Lang genoeg reeds heeft de be
volking van Danzig deze Poolsche ophitsen
de redevoeringen en ophitsende geschriften
geslikt zonder daartegen op te komen.
De bevolking van Danzig heeft inderdaad
bewezen, dat zij d"en vrede lief heeft. In
dien de oorlogsdreigingen van Poolsche
zijde geheel op zichzelf staande feiten zou
den zijn geweest, dan zouden wij het in het
geheel niet noodig hebben geacht, daarin te
treden. Indien nien te Danzig den indruk
had kunnen krijgen, d'at aan de Poolsche
ophitsing geen bijzondere beteekenis moet
worden toegekend, dan zou het ons even
min zijn ingevallen daartegenover stelling
te nemen. Doch op grond van de zich dage
lijks opnieuw herhalende oorlogsdreigingen
en het feit, dat ook officieele kringen in
Polen aan deze ophitsing deelnemen en
haar inspireeren, zijn wij gedwongen ten
slotte zeer ondubbelzinnig en duidelijk onze
meening tot uitdrukking te brengen.
Men denkt er naar het schijnt in Polen
heelemaal niet aan tot het verstand terug te
keeren. Integendeel. Men probeert alles te
doen om den haat tegen al wat Duitsch is
nog verder aan te wakkeren. Ik zou daar
om reeds dadelijk met nadruk willen ver
klaren, dat wanneer wij nu eens met dui
delijke, niet verkeerd te begrijpen woorden,
onze meening tot uitdrukking brengen, niot
wij, Danzigers, onrust en opwinding in de
wereld brengen, doch diegenen, die thans
reeds sedert maanden onophoudelijk op de
meest onverantwoordelijke wijze ophitsen
tot oorlog. Dat wij gelijk hebben, wanneer
wij eindelijk een dergelijke protestbetooging
houden, bewijzen uitlatingen van Poolsche
bladen gedurende de laatste maanden.
Förster las hierop een aantal uitlatingen
Van Poolsche bladen voor, culmineerend in
het artikel van het blad Csas: Als de auto
riteiten van de Vrije Stad, Polen voor een
voldongen feit stellen, zal het Poolsche ge
schut donderen.
Het antwoord aan Polen
Het antwoord, dat wij op al deze uitlatin
gen te gerven hebben, aldus Förster, kan in
weinig woorden worden samengevat. Polen
kan van het volgende kennis nemen:
1. Bedreigingen met oorlog, al zijn doze
nog zoo uitdagend, schrikken ons geenszins
af en zullen in Danzig geen teekenen van
angst te voorschijn roepen.
2. Wij, nationaal-socialisten, hebben er
voor gezorgd, dat de bevolking van Danzig
in dezen tijd van zoo hevige spanning haar
zenuwen niet verliest, omdat zij op grond
van de tot nu toe opgedane ondervinding
het vertrouwen heeft in de nationaal-socia-
listische leiding, dat deze op het juiste
Tnhlik het juiste doet.
Wij hebben in de laatste weken in
Danzig alles gedaan om iederen overval of
aanslag, om het even van welken aard, op
Danzig af te weren en op overeenkomstige
wijze te beantwoorden.
4. Polen kan er zeker van zijn, dat Dan
zig niet alleen en verlaten op deze wereld
wien zij overtuigd zijn, dat hij hun
wensch in het Rijk terug te keeren, vervult
en daarmede weer aan 't zelfbeschikkings
recht der Danzigers dc geldigheid verschaft,
welke men hun in 1919 heeft geweigerd.
In dit plechtige oogenblik geloof ik, aldus
besloot gouwleider Förster zijn rede, dat
wij niets beters kunnen doen dan de ge
lofte afleggen, dat wij elkander trouw zul
len blijven, wat ook moge gebeuren, dat
wij iederen aanval op dezen heiligen Duit-
schen bodem met de ons ter' beschikking
staande krachten vastbesloten zullen af
weren en ieder bevel van onz^n leider Adolf
Hitler, dat hij ons geeft, tot uitvoering
brengen.
Moge de dag niet meer veraf zijn, waarop
wij hier weer samenkomen, niet voor een
protestbetooging, doch voor de viering van
de hereeniging van Danzig met 't Groot-
Duitsche rijk.
Försters rede werd voortdurend onderbro
ken door toejuichingen, foei-geroep aan
Poolsoh adres en het gezamenlijk uitroepen
van de bekende leuzen als „Wir danken
unsern Führer" en „Wir wollen heim ins
Reioh". r'
Wanneer iemand het recht heeft zich
gedachten te vormen over de toekomst
van Danzig ,dan zij wij, Danzigers, dat
zelf. Het is in de eerste plaats onze oer-
eigen aangelegenheid de vorming van
ons leven en van onze toekomst te be
palen.
Terug naar het Rijk
Wij stellen dienaangaande het volgende
vast:
1. Danzig is sedert zijn stichting, d'at is
sedert ongeveer acht eeuwen, steeds een
oer-Duitsche stad geweest.
2. In Danzig heeft sinds zijn geheele ge
schiedenis tot 1919 slechts Duitschland te
beslissen gehad. De Danzigers hebben zelfs
in 1576 den Poolschen koning Stefan Ba-
tory met geweld van wapenen teruggesla
gen en tot capitulatie gedwongen, toen bij
probeerde de rechten, in het bijzonder de
zeerechten der oude Duitsche Hanzestad, te
beknotten. De hedendaag6che Danzigers
vreezen de kanonnen van Rydz-Smigly even
min als him voorouders de kanonnen van
den Poolschen koning hebben gevreesd.
3. Danzig werd in 1919 ondanks veelvul
dige eensgezinde protesten van zijn bevol
king van het moederland afgescheiden. Het
door den Amerikaanschen president Wilson
in zijn veertien punten aangekondigde zelf
beschikkingsrecht der volken werd door
deze willekeurige handeling op de meest
onverbiddelijke wijze met voeten getreden.
4. De sedert de afscheiding verioopen
jaren hebben het onweerlegbare bewijs ge
leverd, dat Danzig en zijn bevolking oeco
nomische en cultureele sdhado .van iedere
soort hebben geleden.
Alleen het feit, dat de haven van Danzig,
welke de eenige toegang naar zee van Polen
zou zijn en weshalve men Danzig van het
Rijk had afgescheiden, steeds meer met een
gruwzame planmatigheid de levensrechter,
zijn ontnomen, zoodat de haven van Danzig
reeds thans tegenover Gdynia op de twee le
plaats komt, bewijst, óat Danzig van Polen
slechts oeconomische nadeelen en geen
voordeelen heeft. De eerschendingen, welke
in de laatste twintig jaren den Duitschers
in Danzig door bijzondere Poolsche maat
regelen zijn toegebracht, staan op een bij
zonder blad.
5. Deze voortdurende chicanes tegenover
de Danzigera door Polen, op ieder gebied
van het openbare leven, en óe omstandig
heid, dat Danzig, zonder dat de bevolking
werd geraadpleegd, van het Rijk werd af
gescheiden, is sedert twintig jaren vooralle
Danzigers aanleiding tot de leuze: wij
willen tot het Rijk terug.
6. Der bevolking van Danzig is 't thans
volkomen duidelijk, en zij gelooft rotsvast,
d'at het uur der bevrijding komt, d.w.z. dat
Danzig weer tot het Duitsdhe rijk terug
keert.
7. De Danzigers zien in zeldzame aan
eengeslotenheid en met bijzondere liefde en
vereering op naar hun leider Adolf Hitler,
Kan Hongarije
een koning hebben?
Otto i
TWEE SCHOOLMEISJES ONTVOERD
IN AMERIKA
Een ervan vermoord
Op 7 Augustus heeft een zeker individu
twee meisjes van 17 en 19 jaar, die op een
lyceum te Miami waren, ontvoerd met de
bewering, dat hij haar zou helpen filmster
te worden.
De Amerikaansche politie heeft thans het
door kogels doorzeefde lijk van de jongste
gevonden in de moerassen bij Bocarton.
Het oudste meisje is ongedeerd teruggevon
den in een huis bij deze moerassen. De ont
voerder, een zekere Jefferson, is gear
resteerd. Jefferson, die 34 jaar is, bekende
de meisjes te hebben ontvoerd om een los
geld van de ouders te krijgen en de jongste
te hebben gedood.
Otto van Habsburg zal dezer dagen een
bezoek aan Londen brengen, meldt de
„Daily Herald". Het Foreign Office heeft
tegen zijn bezoek geen bezwaar gemaakt.
Hij zou voornemens zijn, aan gezagheb
bende kringen zijn plannen voor te leggen,
welke neerkomen op een herstel der mo
narchie in Hongarije. Otto is van meening,
Hongarije, evenals Oostenrijk, veroor
deeld is tot nazi-overheersching, indien het
geen spectaculair verzet kan bieden Zijn
aanhangers hopen den regent Horthy gun
stig voor het plan te kunnen stemmen en
gelooven. dat de steun van Engeland hen
in staat zou stellen, het uit te voeren, voor
het te laat is.
Het aanzien der blanken
op het nulpunt
Rede van minister Pirow
De Zuid-Afrikaansche minister van oor
log Pirow heeft te Johannesburg een rede
gehouden, waarin hij zeide: „Onverschillig
r oorlog komt of niet, het aanzien der
blanken is reeds tot het nulpunt gedaald,
en, tenzij het in den Stillen Oceaan wordt
hersteld, zal het in de landen van den In-
dischen Oceaan tot hetzelfde peil dalen".
Ten aanzien van den internationalen toe
stand zeide Pirow. dat hij oorlog in Europa
niet onvermijdelijk achtte. „In ieder geval,
aldus zeide hij, is er niets gebeurd, dat di
rect of indirect nadeelig is voor de levens*
belangen van Zuid-Afrika".
Sprekende over het Verre Oosten zeide
de minister: „De gebeurtenissen daar kun
nen met dezelfde betrekkelijke gelijkmoe
digheid bezien worden, omdat zij in Zuid-
Afrika tot ongelukkige reacties zouden
kunnen leiden, als het prestige der blanken
in het Verre Oosten niet hersteld wordt."
Pirow zeide het te betreuren, dat de
"uropeesche naties in haar blinden haat
jegens elkander vergeten, dat het aanzien
der blanken niet dat van een bepaald volk,
maar dat van alle blanken is.
Volgens een bericht uit Leningrad wordt
ig en nacht gewerkt aan de verbreeding
van het Stalinkanaal, zoodat de geheele
sovjetvloot tusschen de Oostzee en de Witte
Zee zal kunnen varen. Met het werk is be
gonnen na de jongste vlootoefeningen in de
Oostzee, toen bleek, dat de groote schepen
sommige deelen van het kanaal niet konden
passeeren. Tevens wordt hiermede het ge
vaar weggenomen, dat eenheden der sov
jetvloot worden opgesloten in de Finsche
golf, ingeval van oorlog.
HET VLUCHTELINGENVRAAGSTUK
In een rapport van de volkenbondsverga
dering verklaart sir Herbert Emerson, de
hooge commissaris voor de vluchtelingen,
dat het juiste aantal der vluchtelingen niet
bekend is. Het kan echter veilig worden
geschat op 120.000 en zelfs op 140.000.
Alléén in Europa zijn 60.000 vluchtelin
gen, geheel afhankelijk van particuliere
personen of organisaties.
De Vereenigde Staten, Palestina, Austra
lië en de Zuid-Amerikaansche staten zijn
de voornaamste landen, die vluchtelingen
opnemen.
Men bestudeert thans de mogelijkheden
van emigratie, o.a, naar Britsch Guyana,
San Domingo, Noord-Rhodesia en de Phi-
lippijnen.
De Amerikaan E k i n s, die te Rome op
trad als correspondent van „United Press",
heeft op persoonlijk bevel van den Duce
Italië binnen enkele uren reeds moeten
verlaten. De reden voor dit besluit zou
dat hij het berjcht de wereld zou hebben
ingezonden, dat Mussolini ernstig ziek
was.
GARANTIE. STANDGROEN
GARANTIE-STAND BRUIN
GARANTIE.STAND ROOD
GARANT1E-STANDZWART
GARANTIE-STANDBLAUW
ARCHITECTEN - HUISEIGENAREN
Vraagt Uw schilder bl] alle buitenverf*
werken bovenstaande merken
Worden 5 jaar gegarandeerd
Wed. Boonstoppel Zn.
Lak- en Vernisfabriek
WADDINXVEEN - TELEF. 50
i Habsburg solliciteert
Franco thans onbeperkt dictator
Kabinet
l vijf medewerkers
AUGUSTUS 103»
liöskrachtj
pianobegeleiding. 3.00
12.15 Ber.) 2.00
voor onvolwaardige
2.20 Lledjea
Reportage. 3.41) vara-oi
rle Handschriftkunde".
5.30 'Causerie „Filmpublicitelt'
muziek. 6.00 Orgelspel. 6,""
Gram.muzlek. 7.00 VARA-
Felicitaties. 7.10 Politiek radlojoui
Cyclus „Langs steden en dorpi
haling SüS-Ber. 8.03
cltelt". 5.45 Gi)
1,28 Ber. 6.30—
.-Kalender. 7.05
ANP, VARA-!
30 VARA-Orh
9.00 Puzzle-Uitzendlng. 9.15 „The Ramblf
on solister
muziek.
Orkest.
Gram.muzlek.
zzle-Ultzendlng. 9.16 „The Ramblt
sten en interview (opn.) 10.15
10.30 Ber. ANP. 10.40 uur VAj
11.15 Zang en plano. 11.30—1
10.00 Gram.muzlek. 11.30 Godsdl.
uurtje. 12.00 Ber. 12.15 De KRO-Meli
ten (opn.) 1.00 Grajn.muziek, (ca. 1.15
1.30 Vervolg KRO-Melodisten. (opn.).
Handenarbeid voor de rijpere Jeugd.
Gram.muzlek. 2.45 Kinderuurtje.
Kristel en zijn Troubadours. 6.
Journalistiek weekoverzicht. Ca. 6.45
Hierna: Gram.muzlek. 7.00 Ber. 7.16
gleuze causerie. 7.35 Actueele aetherfllt
8.00 Ber. ANP. en KRO-Mededeellngen.
Religieuze overpeinzing met muzikale
lüstlng. 8.35 Gram.muzlek. 8.45 Vrc
DUOITWICU 1500 M. 11.20 Plano. 11.50 G
muziek. 12.50 Idem. 1.50 Zang. 2.35 Or
3.20 Plano. 4.50 Orgel. 5.20 Orkest. 7.0
Orgel. 7.40 Zang en plano. 10.05 Radl<
iel. 10.35 Orgel.
1.10 en 1.45 Orkest. 2.10 Gram.m
3.35; 4.40 en 6.05 Gram.muziek. 6.35 PI le
7.20 Gram.muziek. 7.35 Zang met pi
8.25 Gram.muzlek. 8.50 Viool. 10.20 Pi
BRUSSEL 322 en 4S4 M. 3 22 M. 12.20 Q tó
muziek. 12.50 en 1.30 Orkest. 1.60 Graan
ziek. 2.25 Zang en Plano. 3.20 Herlnni
gen uit 1904. 4.2CJ
6.20 Omroeporkes
4 84 M« 12.20; 1.30 en 2.20 Gram.m
3.20 Zang. 3.35 Plano. 4.00 Gram.n
5.20 en 5.65 Orkest. S.35 Gram.muzlekll tk
Gram.muzlek. 8.20 Orkest. 8.60 Symphl
MADRID, 10 Augustus (R.O.). Franco
heeft vanavond medegedeeld, dat leger en
Phalanx tezamen een kabinet hebben ge
vormd. Franco zelf wordt president met de
macht decreten uit te vaardigen zonder
iemand te raadplegen
De minister-zetels zijn als volgt verdeeld:
Kolonel BEIGBEDER: buitenlandsche za
ken.
SERRANO SUNER: binnenlandsche za-=
ken.
GENERAAL VARELA: leger.
GENERAAL MORENO: marine.
GENERAAL YAGUE: luchtvaart
De Rijksprotector in Bohemen en Moravië
heeft een verordening uitgevaardigd, krach
tens welke in het protectoraat alle wapens,
deelen van wapens, ontplofbare stoffen en
munitie binnen twee weken na de afkondi
ging der verordening, moeten worden inge
leverd.
Voor het produceeren, in bezit hebben en
dragen van wapens en ontplofbare stoffen
is vergunning noodig en de bestaande ver
gunningen ioopen einde van dit jaar af,
Overtreding van de bepalingen wordt in
lichte gevallen gestraft met gevangenis, in
ernstige gevallen met tuchthuis tot vijf jaar.
In zeer ernstige gevallen kan zelfs de dood
straf worden uitgesproken.
JOODSCHE VLUCHTELINGEN
TE SMYRNA
Met het stoomschip Parita, dat de Panamee-
sche vlag voert, zjjn te Ismir (Smyrna) 5UU
Joodsche vluchtelingen aangekomen, die van
honger en dorst en als gevolg van de door
gestane vermoeienis volkomen uitgeput waren
Deze vluchtelingen, meerendeels Tsjechen,
verkeeren in een kritieke positie, daar zij geen
levensmiddelen, geen water en geen geld heb
ben. Het schip heeft geen brandstof meer en
de machines zijn. naar men verneemt, defect.
De Turksche autoriteiten houden de vluch
telingen in quarantaine en geven hun geen
toestemming aan land te gaan.
Het schip kan niet naar Uonstanza. waar
de vluchtelingen zich hebben ingescheept,
terugkeeren, alvorens geld ontvangen is voor
de noodige reparaties, den aankoop van brand
stof en andere behoeften.
DE MAN MET DE IJZEREN
LONG HUWT!!
Fred. Snite, de 29-jarige Ameri
die drie jaar geleden te Sjanghai ki
verlamming heeft gekregen en sind
in een z.g. ijzeren long moet leven,
hij niet meer op natuurlijke wijze
kan halen, is gisteren te Chicago in
huwelijk getreden met Teresa Larking
meisje van 25 jaar. dat sinds jaren m
familie Snite bevriend is. Zij zullen
huwelijksreis maken per auto met een
hangwagen voor den man met de ij d
long.
GOUDADER ONTDEKT IN SPANJE
Bij het Spaansche dorp Robledillo,
Sierra de Guadeluje, is een belang
goudader ontdekt, die reeds talrijke
zuivere goudklompen heeft opgele
Franco heeft een subsidie voor de es
tatie beschikbaar gesteld.
KAAPSTAD BESTAAT HONDERD JA
KAAPSTAD, 10 Aug. (R.O.). Men ii
bezig met de voorbereidingen voor de
denkingsfeesten van het honderdjari
staan van Kaapstad in 1940. Plannen
den gemaakt voor straatversieringei
verlichtingen, kunsttentoonstellingen,
ziek-, dans-, sport-, vliegfeesten, enz.
LIJK VAN VERMISTE VROIAV
AANGESPOELD
SCHIERMONNIKOOG, 11 Aug. Op
zandplaat ten oosten van Schiermonn
heeft men gistermiddag het lijk gev<
van mevrouw Huizing aH u i s i
uit Leeuwarden, die sedert Zaterdag
vermist. Het lichaam is naar het geme
huis overgebracht.
BELASTINGWEZEN
kantoor Weesp.
RECHTSWEZEN
Leeuwarden
een verhaal uit het midden dervorige eeuw
door DI.J.A.VI55CHER.
(29
Zoowel 'de wegen naar de grens van Mexico als die
de kust liepen langs zijn huis en hij had zijn waranda zóó ge
bouwd dat hij op zij de beide wegen tot onderaan den heuvel
kon overzien.
Achter het huis waren de geheime paden, die naar de rotsen
voerden die vol waren van ldoven en grotten waarheen Petar
!de weg volkomen wist en die dienden als magazijn voor de
gestolen goederen of als veestallen, wanneer er weer buit in
veiligheid moest worden gebracht.
Petar el Graeco zat voor het raam en tuurde met een verre
kijker naar den horizon. Hij richtte zijn blik voortdurend op
een punt, liet telkens den kijker eens zakken om die daarna
yieer op te nemen.
Het duurde lang, doch eindelijk zag hij wat.
Hij grijnsde.
Ginds kwam wat aan. Een ruitergroep. Ongeveer tien man.
nen met de geweren in de hand.
Ze daalden de bergen af en reden in galop de vlakte binnen
Hij wist wie het waren.
Ondersheriff Johnson van Los Angeles was het met zijn
politiemannen.
Petar kende hem wel. Iedereen in het land kende hem. Als
ex één zich kon meten met Tiburcio de Vasquez, in vermetel
heid, in handigheid, in paardrijden en schieten, dan was het
Johnson.
Toen de diefstallen zoo onophoudelijk voortduurden had
men hem opgedragen om er eindelijk eens een eind aan te
maken, en op te sporen wie nu feitelijk de leider van alles was.
Johnson had Petar altijd verdacht gevonden, en had besloten
om zich allereerst eens tot tot dezen te wenden, in de hoop
dat hij iets zou loslaten.
Als Petar voor iemand bang was, dan was het voor Johnson
voor wien iedere bandiet vrees koesterde.
De ruitertroep naderde.
Petar nam zijn maatregelen.
„Pablol" schreeuwde hij, en de oude halfbloed kwam
binnen.
„Sluit alle vensters! Ruim alle pannen op en zet ze in de
kast. Berg den voorraad in de kelder. Wij gaan tijdelijk weg.
Er is onraad! Die schobbejakken moeten hier niemand thuis
vinden. Alles geslotenl Begrepen? Doof het fornuis, en laat
niets ons verraden''.
Petar had het toen een oogenblik erg druk. Hij liep naar de
kast en nam er een buidel uit die heel zwaar was, en waarin
hij zijn dievenloon bewaarde.
Hij hing een geweer om den schouder en stak een paar
pistolen in den gordel. Toen riep hij Pablo, en beiden ver
lieten door het achterhek het terrein en verdwenen langs een
geheim pad.
De politiepatouille naderde in vollen galop.
De ondersheriff Johnson wist wel dat daar ginds Petar el
Graeco woonde, die een heel slechten naam had, maar hij
wist ook wel dat dezè er nooit aan dacht om zich in gevaar te
begeven als hij dit nog ontvluchten kon.
Voor geweldpleging was hij bang. Voor een verraderlijk
schot uit een der ramen behoefde men niet te vreezen. Eerder
kon men verwachten dat hij vriendelijk naar buiten zou
komen, met den grooten hoed in de hand, kruiperig en onder
danig, en de reizigers binnen zou nooden met het doel. deze
meer uit te hooren dan zelf uitgehoord te worden. Want wie
het slot op dien dichtgeknepen mond wist open te krijgen,
was een handige kerel.
De ruiters stonden voor de deur, maar niemand was hun
tegemoet gekomen.
Johnson lachte spottend.
„Alles natuurlijk geslopen als een brandkast, en mijnheer
toevallig niet thuis! Enfin, we zullen zienl"
De deur was gesloten, maar kon heel gemakkelijk worden
geforceerd, nadat men op herhaaldelijk roepen geen antwoord
had gekregen.
De mannen drongen naar binnen. Johnson voorop, met het
pistool voor zich uit, op alles bedacht.
Niemand te zien! Alles was opgeruimd en stond zoo neer.
gezet dat het vooral den indruk zou geven dat de bewoner
voor langen tijd afwezig was.
Maar Johnson was een scherpzinnig man.
Hij haalde zijn neus op, en zei tot zijn mannen: „Versch
gebakken brood, jongens!"
Hij liep op den steenen oven toe, die in de muur was ge
bouwd. Hij lachte weer.
„Die is nog warm, jongens! Ik denk dat onze vriend Petar
dichter bij is dan hij zelf wil weten. We zullen rustig afwach
ten tot hij thuis komt. We hebben waarschijnlijk minder haast
dan hij. Maakt het je ma|r gemakkelijk, we gaan vandaag
zeker niet verder, en ondertusschen snuffelen we hier in de
buurt wat rond vóórdat de nacht valt''.
In de omgeving vonden ze niets. Petar zat met Pablo te
diep verscholen in een hol. Hij zat er wel veilig, maa
waren twee dingen die hem den grootsten angst bezor
Allereerst kon hij hoegenaamd niet bedenken wanne
troep weer zou vertrekken en het terrein voor hem1
veilig zou zijn. Voor spionneeren was de kans dat hen}
kogel zou treffen te gevaarlijk. Hij had Johnson herkend'
zijn kijker, en hij wist dat deze gauw schot, en raak.
Hij moest dus afwachten. Misschien kon Pablo vani
een poging wagen om wat te weten te komen. In elk
moest hij voorloopig tot in den nacht blijven waar hij w
Johnson zat met zijn mannen in de kamer. Het begi
schemerig te worden, doch er werd geen licht ontstoken
had de ondersheriff nadrukkelijk verboden.
„Jongens", zei hij op een oogenblik, ,,nu begint het
We krijgen hier bezoek vannacht. Ik heb dat begrepe
ik moet wel een stommerik zijn als het niet uitkomt vo
mijn berekening. We jagen op de Vasquez, zooals jullie
maar jullie weet ook, dat we momenteel de gastvrijhei
nieten van zijn boezemvriend. Welnu, ik heb van een v
Indianen van Los Flores begrepen, dat onze voortvlui
vriend op reis is naar een nog grooter vriend van dï
naar kapitein Soto in de Benito-bergen. En omdat Pe
Graeco precies in de goede richting woont, verwacht
Vasquez hier van avond of vannacht, want niemand kf
wegen door de rotsen en wouden naar het kamp van Sol
een van zijn troep of onze gastheer Petar el Graeco. E
oppassen en toegrijpen als het er op aankomt! Vi(
jullie houden wacht bij de hoeken van het huis. Ik ga i
venster zitten kijken zoolang als er wat te zien is, en
deren staan gereed met de paardent'want het kan een
rit worden. En verder luisteren. Doodelijke stilte! Begrf
(Wordt vervi