rtÜ&XD TRIUMPH „Wij willen tot het Rijk terug!" 1 Gemengd Bloed DAGELIJKS GROEIT DE POPULARITEIT VAN DE BESTE VRIJDAG ii AUGUSTUS 1939 EERSTE BLAD PAG. RONDBLIK Danzig-Salzburg Förster, de gouwleider van Danzig, heeft an de vrije stad zijn aangekondigde rede ge houden, welke volgens de melding van som mige buitenlandsche nieuws-instanties naar 's mans eigen woorden zooiets als een ver rassing zou moeten bevatten. Wij hebben daarnaar tevergeefs gezocht, en niets ders kunnen aantreffen dan argumenten, welke noch nieuw, noch volkomen waar- heidslievend waren. Daarmede wil natuur lijk niet gezegd zijn, dat Danzigs hoogste politieke chef immers als nazi-Führer moet hij belangrijker worden geacht dan Greiser, de president van den stedelijken senaat het booze opzet zou hebben ge had, bewust onwaarheden te verkondigen, waar het 't ontstaan van de huidige span ningen tusschen Polen en Duitschland, en Danzigs rol als bedreigde grenszone betreft. Wij willen altteen constateeren, dat Förster de zaken typisoh Duitsdh heeft voorgesteld, met voorbijzien van wat men den Pool schen kant van de zaak zou kunnen noe men, zoozeer zelfs, dat hij van de nood zakelijkheid repte, zijn vaderstad tegen een eventueelen Poolschen Putsch in veiligheid te stellen, alsof ooit Polen dwaas genoeg zou wezen, door het ontketenen van een militaire overrompelingsactie, zicih een oor log met het zoo machtige Groot-Duitsche Rijk op den hals te halen, en daardoor te- yens een aanzienlijk deel der beschaafde wereld in. de ontzettingen van een catastro fe te storten. De reactie in het buitenland op Försters propagandistische toespraak is vrij gunstig 'geweest. In de verschillende hoofdsteden had men gerekend op een welsprekendheid met voetzoeker-resultaten, met verrassin gen, welke de wereld voor hachelijke con- sekwenties hadden kunnen stellen. Passa ges als deze, men mag het met tevredenheid constateeren, zal men in de rede van den 'gouwleider tevergeefs zoeken, zoodat de toestand niet opnieuw daardoor verscherpt is. Het trekt overigens de aandacht, dat Von Ribbentrop en Ciano zich naar een kleine plaats in de omgeving van Salzburg hebben begeven, elk in gezelschap van eenige zijner medewerkers van de departementen van buitenlandsche zaken. Moet men, hetgeen daar in de bergen zal besproken worden, zien als een aanvullende conferentie van Milaan, dus als een verdere afspraak aan gaande de militaire samenwerking tusschen de beide as-mogendheden Of wordt er ge redeneerd over een onderwerp, dat in min der nauw verband staat met de spannin gen in Oost-Europa, omdat het uitbreken van een Europeesdhen oorlog nog niet aan staande behoeft te worden geacht? Wij ver moeden het laatste, en komen dan tot de veronderstelling, dat beide staatslieden el kander rustig wenschen te raadplegen over de wederzijdsche houding tot Japan, welk ■land de neiging gaat vertoonen, zich met de as-landen nauwer te verbinden, door mid del van een volledig militair bondgenoot schap. Het Jjoansche 'eger. en met name de groep der jongere, vooruitstrevende offi cieren, is daarvoor sterk geporteerd; de staatslieden te Tokio, die zich minder aan impulsen en snelle bewegingen, en in meer dere mate aan omzichtige bespiegeling ple gen over te geven, verkeeren nog in een zeer ernstige aarzeling. Nauwe samenwer king tusschen Berlijn, Rome en Tokio zou kunnen leiden tot een eveneens intiemere relatie tusschen Londen, Parijs en Washing ton, en de risico's voor den wereldvrede Zouden onzes inziens geducht toenemen, zoo Sn de beide fronten-van-drie zulk een dis- 'cipldnaire eenheidsbeweging kwam, waarbij ook de Vereenigde Staten of Japan op een bepaald moment den toon zouden kunnen 'aangeven. Het lijkt ons voor de rust der •wereld veiliger, zoo de leiding der zaken in ons oude Europa zou blijven berusten, hetwelk een eeuwen-oude routine achter fcidh heeft, en minder dan bijvoorbeeld het land van Uncle Sam aan het maken van politieke blunders zou bloot liggen. Intusschen praten en confereeren wij lustig verder, nu hier, dan daar; de lucht hlijft bewolkt, dreigend zelfs, doch de ge vaarlijke ontlading blijft uit. Waarvoor ieder in zijn hart met dankbaarheid moge Vervuld zijn. KWALITEIT en LIJN harmonieeren volkomen in de W.L. D. Schoen Heeren die het ge noegen kennen van het beste te dragen kie zen daarom steeds W.L.D. SCHOENEN Gouwleider FöRSTER spreekt te Danzig Geen nieuwe sensatie, maar een protest Gouwleider Förster heeft gister avond te Danzig in de groote protest- betooging op de Langenmarkt o.m. ver klaard: In een exnstigen tijd zijn wij samen gekomen om voor de geheele wereld met de grootst mogelijke vastbesloten heid te protesteeren tegen de sedert weken door Poolsche redenaars en Pool- sche bladen tot uitdrukking gebrachte bedreigingen met oorlog tegen Danzig. Het zou onjuist zijn, wanneer buiten landsche journalisten zouden veronder stellen, dat de protest-betooging van vandaag wordt gehouden om van Dan zig uit een nieuwe sensatie de wereld in staat, doch dat het Groot-Duitsche rijk, ons moederland, en onze leider, Adolf Hitler, op ieder oogenblik vast besloten zijn in geval van een aanval van Poolsche zijde bij den afweer daarvan ons ter zijde staan. Allen en in het bijzonder 't geheele Duit sche volk en ook den verstandigen buiten landers moge het duidelijk geworden zijn, d'at het, gezien dergelijke zich steeds op nieuw herhalende uitlating der Polen, zoo niet verder kan gaan. Het moet allen den vrede liefhebbenden menschen langzamerhand duidelijk worden, elk een misdaad door het „dictaat van Versailles" met betrekking tot Danzig en de grensafbakening in het Oosten is begaan. Ik zou er evenwel in het bijzonder den nadruk op willen leggen, dar niet alleen wij Duitschers, met inbegrip van de Dan- zigers, van deze meening zijn, doch dat er in het buitenland, in het bijzonder in Enge land en Frankrijk, zeer vele toonaangeven de en bekende mannen zijn, die de onhoud baarheid van óe teugels van de tegenwoor dige situatie in het Oosten van Europa, in het bijzonder die van Danzig, sedert twin tig jaren steeds weer tot uttdruksing heb ben gebracht. Gouwleider Förster las in dit verband tal van uitlatingen voor van buitenlanders en vervolgde: Het is op het oogenblik, wanneer men de wereldpers leest, zoo, dat alle volken, in het bijzonder Engelschen en Fran- schen, en vooral niet te vergeten de Polen, zichbezig houden met de toe komst van Danzig. te sturen. Ons is de toestand veel te ernstig dan dat wij sensatie zouden wil len maken. Het zou ons, Danzigers aangenamer zijn geweest dgl. protestbetoogingen niet be hoeven te houden. Dooh de dagelijksche be dreigingen van de zijde der Polen eiwingen ons er toe. Lang genoeg reeds heeft de be volking van Danzig deze Poolsche ophitsen de redevoeringen en ophitsende geschriften geslikt zonder daartegen op te komen. De bevolking van Danzig heeft inderdaad bewezen, dat zij d"en vrede lief heeft. In dien de oorlogsdreigingen van Poolsche zijde geheel op zichzelf staande feiten zou den zijn geweest, dan zouden wij het in het geheel niet noodig hebben geacht, daarin te treden. Indien nien te Danzig den indruk had kunnen krijgen, d'at aan de Poolsche ophitsing geen bijzondere beteekenis moet worden toegekend, dan zou het ons even min zijn ingevallen daartegenover stelling te nemen. Doch op grond van de zich dage lijks opnieuw herhalende oorlogsdreigingen en het feit, dat ook officieele kringen in Polen aan deze ophitsing deelnemen en haar inspireeren, zijn wij gedwongen ten slotte zeer ondubbelzinnig en duidelijk onze meening tot uitdrukking te brengen. Men denkt er naar het schijnt in Polen heelemaal niet aan tot het verstand terug te keeren. Integendeel. Men probeert alles te doen om den haat tegen al wat Duitsch is nog verder aan te wakkeren. Ik zou daar om reeds dadelijk met nadruk willen ver klaren, dat wanneer wij nu eens met dui delijke, niet verkeerd te begrijpen woorden, onze meening tot uitdrukking brengen, niot wij, Danzigers, onrust en opwinding in de wereld brengen, doch diegenen, die thans reeds sedert maanden onophoudelijk op de meest onverantwoordelijke wijze ophitsen tot oorlog. Dat wij gelijk hebben, wanneer wij eindelijk een dergelijke protestbetooging houden, bewijzen uitlatingen van Poolsche bladen gedurende de laatste maanden. Förster las hierop een aantal uitlatingen Van Poolsche bladen voor, culmineerend in het artikel van het blad Csas: Als de auto riteiten van de Vrije Stad, Polen voor een voldongen feit stellen, zal het Poolsche ge schut donderen. Het antwoord aan Polen Het antwoord, dat wij op al deze uitlatin gen te gerven hebben, aldus Förster, kan in weinig woorden worden samengevat. Polen kan van het volgende kennis nemen: 1. Bedreigingen met oorlog, al zijn doze nog zoo uitdagend, schrikken ons geenszins af en zullen in Danzig geen teekenen van angst te voorschijn roepen. 2. Wij, nationaal-socialisten, hebben er voor gezorgd, dat de bevolking van Danzig in dezen tijd van zoo hevige spanning haar zenuwen niet verliest, omdat zij op grond van de tot nu toe opgedane ondervinding het vertrouwen heeft in de nationaal-socia- listische leiding, dat deze op het juiste Tnhlik het juiste doet. Wij hebben in de laatste weken in Danzig alles gedaan om iederen overval of aanslag, om het even van welken aard, op Danzig af te weren en op overeenkomstige wijze te beantwoorden. 4. Polen kan er zeker van zijn, dat Dan zig niet alleen en verlaten op deze wereld wien zij overtuigd zijn, dat hij hun wensch in het Rijk terug te keeren, vervult en daarmede weer aan 't zelfbeschikkings recht der Danzigers dc geldigheid verschaft, welke men hun in 1919 heeft geweigerd. In dit plechtige oogenblik geloof ik, aldus besloot gouwleider Förster zijn rede, dat wij niets beters kunnen doen dan de ge lofte afleggen, dat wij elkander trouw zul len blijven, wat ook moge gebeuren, dat wij iederen aanval op dezen heiligen Duit- schen bodem met de ons ter' beschikking staande krachten vastbesloten zullen af weren en ieder bevel van onz^n leider Adolf Hitler, dat hij ons geeft, tot uitvoering brengen. Moge de dag niet meer veraf zijn, waarop wij hier weer samenkomen, niet voor een protestbetooging, doch voor de viering van de hereeniging van Danzig met 't Groot- Duitsche rijk. Försters rede werd voortdurend onderbro ken door toejuichingen, foei-geroep aan Poolsoh adres en het gezamenlijk uitroepen van de bekende leuzen als „Wir danken unsern Führer" en „Wir wollen heim ins Reioh". r' Wanneer iemand het recht heeft zich gedachten te vormen over de toekomst van Danzig ,dan zij wij, Danzigers, dat zelf. Het is in de eerste plaats onze oer- eigen aangelegenheid de vorming van ons leven en van onze toekomst te be palen. Terug naar het Rijk Wij stellen dienaangaande het volgende vast: 1. Danzig is sedert zijn stichting, d'at is sedert ongeveer acht eeuwen, steeds een oer-Duitsche stad geweest. 2. In Danzig heeft sinds zijn geheele ge schiedenis tot 1919 slechts Duitschland te beslissen gehad. De Danzigers hebben zelfs in 1576 den Poolschen koning Stefan Ba- tory met geweld van wapenen teruggesla gen en tot capitulatie gedwongen, toen bij probeerde de rechten, in het bijzonder de zeerechten der oude Duitsche Hanzestad, te beknotten. De hedendaag6che Danzigers vreezen de kanonnen van Rydz-Smigly even min als him voorouders de kanonnen van den Poolschen koning hebben gevreesd. 3. Danzig werd in 1919 ondanks veelvul dige eensgezinde protesten van zijn bevol king van het moederland afgescheiden. Het door den Amerikaanschen president Wilson in zijn veertien punten aangekondigde zelf beschikkingsrecht der volken werd door deze willekeurige handeling op de meest onverbiddelijke wijze met voeten getreden. 4. De sedert de afscheiding verioopen jaren hebben het onweerlegbare bewijs ge leverd, dat Danzig en zijn bevolking oeco nomische en cultureele sdhado .van iedere soort hebben geleden. Alleen het feit, dat de haven van Danzig, welke de eenige toegang naar zee van Polen zou zijn en weshalve men Danzig van het Rijk had afgescheiden, steeds meer met een gruwzame planmatigheid de levensrechter, zijn ontnomen, zoodat de haven van Danzig reeds thans tegenover Gdynia op de twee le plaats komt, bewijst, óat Danzig van Polen slechts oeconomische nadeelen en geen voordeelen heeft. De eerschendingen, welke in de laatste twintig jaren den Duitschers in Danzig door bijzondere Poolsche maat regelen zijn toegebracht, staan op een bij zonder blad. 5. Deze voortdurende chicanes tegenover de Danzigera door Polen, op ieder gebied van het openbare leven, en óe omstandig heid, dat Danzig, zonder dat de bevolking werd geraadpleegd, van het Rijk werd af gescheiden, is sedert twintig jaren vooralle Danzigers aanleiding tot de leuze: wij willen tot het Rijk terug. 6. Der bevolking van Danzig is 't thans volkomen duidelijk, en zij gelooft rotsvast, d'at het uur der bevrijding komt, d.w.z. dat Danzig weer tot het Duitsdhe rijk terug keert. 7. De Danzigers zien in zeldzame aan eengeslotenheid en met bijzondere liefde en vereering op naar hun leider Adolf Hitler, Kan Hongarije een koning hebben? Otto i TWEE SCHOOLMEISJES ONTVOERD IN AMERIKA Een ervan vermoord Op 7 Augustus heeft een zeker individu twee meisjes van 17 en 19 jaar, die op een lyceum te Miami waren, ontvoerd met de bewering, dat hij haar zou helpen filmster te worden. De Amerikaansche politie heeft thans het door kogels doorzeefde lijk van de jongste gevonden in de moerassen bij Bocarton. Het oudste meisje is ongedeerd teruggevon den in een huis bij deze moerassen. De ont voerder, een zekere Jefferson, is gear resteerd. Jefferson, die 34 jaar is, bekende de meisjes te hebben ontvoerd om een los geld van de ouders te krijgen en de jongste te hebben gedood. Otto van Habsburg zal dezer dagen een bezoek aan Londen brengen, meldt de „Daily Herald". Het Foreign Office heeft tegen zijn bezoek geen bezwaar gemaakt. Hij zou voornemens zijn, aan gezagheb bende kringen zijn plannen voor te leggen, welke neerkomen op een herstel der mo narchie in Hongarije. Otto is van meening, Hongarije, evenals Oostenrijk, veroor deeld is tot nazi-overheersching, indien het geen spectaculair verzet kan bieden Zijn aanhangers hopen den regent Horthy gun stig voor het plan te kunnen stemmen en gelooven. dat de steun van Engeland hen in staat zou stellen, het uit te voeren, voor het te laat is. Het aanzien der blanken op het nulpunt Rede van minister Pirow De Zuid-Afrikaansche minister van oor log Pirow heeft te Johannesburg een rede gehouden, waarin hij zeide: „Onverschillig r oorlog komt of niet, het aanzien der blanken is reeds tot het nulpunt gedaald, en, tenzij het in den Stillen Oceaan wordt hersteld, zal het in de landen van den In- dischen Oceaan tot hetzelfde peil dalen". Ten aanzien van den internationalen toe stand zeide Pirow. dat hij oorlog in Europa niet onvermijdelijk achtte. „In ieder geval, aldus zeide hij, is er niets gebeurd, dat di rect of indirect nadeelig is voor de levens* belangen van Zuid-Afrika". Sprekende over het Verre Oosten zeide de minister: „De gebeurtenissen daar kun nen met dezelfde betrekkelijke gelijkmoe digheid bezien worden, omdat zij in Zuid- Afrika tot ongelukkige reacties zouden kunnen leiden, als het prestige der blanken in het Verre Oosten niet hersteld wordt." Pirow zeide het te betreuren, dat de "uropeesche naties in haar blinden haat jegens elkander vergeten, dat het aanzien der blanken niet dat van een bepaald volk, maar dat van alle blanken is. Volgens een bericht uit Leningrad wordt ig en nacht gewerkt aan de verbreeding van het Stalinkanaal, zoodat de geheele sovjetvloot tusschen de Oostzee en de Witte Zee zal kunnen varen. Met het werk is be gonnen na de jongste vlootoefeningen in de Oostzee, toen bleek, dat de groote schepen sommige deelen van het kanaal niet konden passeeren. Tevens wordt hiermede het ge vaar weggenomen, dat eenheden der sov jetvloot worden opgesloten in de Finsche golf, ingeval van oorlog. HET VLUCHTELINGENVRAAGSTUK In een rapport van de volkenbondsverga dering verklaart sir Herbert Emerson, de hooge commissaris voor de vluchtelingen, dat het juiste aantal der vluchtelingen niet bekend is. Het kan echter veilig worden geschat op 120.000 en zelfs op 140.000. Alléén in Europa zijn 60.000 vluchtelin gen, geheel afhankelijk van particuliere personen of organisaties. De Vereenigde Staten, Palestina, Austra lië en de Zuid-Amerikaansche staten zijn de voornaamste landen, die vluchtelingen opnemen. Men bestudeert thans de mogelijkheden van emigratie, o.a, naar Britsch Guyana, San Domingo, Noord-Rhodesia en de Phi- lippijnen. De Amerikaan E k i n s, die te Rome op trad als correspondent van „United Press", heeft op persoonlijk bevel van den Duce Italië binnen enkele uren reeds moeten verlaten. De reden voor dit besluit zou dat hij het berjcht de wereld zou hebben ingezonden, dat Mussolini ernstig ziek was. GARANTIE. STANDGROEN GARANTIE-STAND BRUIN GARANTIE.STAND ROOD GARANT1E-STANDZWART GARANTIE-STANDBLAUW ARCHITECTEN - HUISEIGENAREN Vraagt Uw schilder bl] alle buitenverf* werken bovenstaande merken Worden 5 jaar gegarandeerd Wed. Boonstoppel Zn. Lak- en Vernisfabriek WADDINXVEEN - TELEF. 50 i Habsburg solliciteert Franco thans onbeperkt dictator Kabinet l vijf medewerkers AUGUSTUS 103» liöskrachtj pianobegeleiding. 3.00 12.15 Ber.) 2.00 voor onvolwaardige 2.20 Lledjea Reportage. 3.41) vara-oi rle Handschriftkunde". 5.30 'Causerie „Filmpublicitelt' muziek. 6.00 Orgelspel. 6,"" Gram.muzlek. 7.00 VARA- Felicitaties. 7.10 Politiek radlojoui Cyclus „Langs steden en dorpi haling SüS-Ber. 8.03 cltelt". 5.45 Gi) 1,28 Ber. 6.30— .-Kalender. 7.05 ANP, VARA-! 30 VARA-Orh 9.00 Puzzle-Uitzendlng. 9.15 „The Ramblf on solister muziek. Orkest. Gram.muzlek. zzle-Ultzendlng. 9.16 „The Ramblt sten en interview (opn.) 10.15 10.30 Ber. ANP. 10.40 uur VAj 11.15 Zang en plano. 11.30—1 10.00 Gram.muzlek. 11.30 Godsdl. uurtje. 12.00 Ber. 12.15 De KRO-Meli ten (opn.) 1.00 Grajn.muziek, (ca. 1.15 1.30 Vervolg KRO-Melodisten. (opn.). Handenarbeid voor de rijpere Jeugd. Gram.muzlek. 2.45 Kinderuurtje. Kristel en zijn Troubadours. 6. Journalistiek weekoverzicht. Ca. 6.45 Hierna: Gram.muzlek. 7.00 Ber. 7.16 gleuze causerie. 7.35 Actueele aetherfllt 8.00 Ber. ANP. en KRO-Mededeellngen. Religieuze overpeinzing met muzikale lüstlng. 8.35 Gram.muzlek. 8.45 Vrc DUOITWICU 1500 M. 11.20 Plano. 11.50 G muziek. 12.50 Idem. 1.50 Zang. 2.35 Or 3.20 Plano. 4.50 Orgel. 5.20 Orkest. 7.0 Orgel. 7.40 Zang en plano. 10.05 Radl< iel. 10.35 Orgel. 1.10 en 1.45 Orkest. 2.10 Gram.m 3.35; 4.40 en 6.05 Gram.muziek. 6.35 PI le 7.20 Gram.muziek. 7.35 Zang met pi 8.25 Gram.muzlek. 8.50 Viool. 10.20 Pi BRUSSEL 322 en 4S4 M. 3 22 M. 12.20 Q tó muziek. 12.50 en 1.30 Orkest. 1.60 Graan ziek. 2.25 Zang en Plano. 3.20 Herlnni gen uit 1904. 4.2CJ 6.20 Omroeporkes 4 84 M« 12.20; 1.30 en 2.20 Gram.m 3.20 Zang. 3.35 Plano. 4.00 Gram.n 5.20 en 5.65 Orkest. S.35 Gram.muzlekll tk Gram.muzlek. 8.20 Orkest. 8.60 Symphl MADRID, 10 Augustus (R.O.). Franco heeft vanavond medegedeeld, dat leger en Phalanx tezamen een kabinet hebben ge vormd. Franco zelf wordt president met de macht decreten uit te vaardigen zonder iemand te raadplegen De minister-zetels zijn als volgt verdeeld: Kolonel BEIGBEDER: buitenlandsche za ken. SERRANO SUNER: binnenlandsche za-= ken. GENERAAL VARELA: leger. GENERAAL MORENO: marine. GENERAAL YAGUE: luchtvaart De Rijksprotector in Bohemen en Moravië heeft een verordening uitgevaardigd, krach tens welke in het protectoraat alle wapens, deelen van wapens, ontplofbare stoffen en munitie binnen twee weken na de afkondi ging der verordening, moeten worden inge leverd. Voor het produceeren, in bezit hebben en dragen van wapens en ontplofbare stoffen is vergunning noodig en de bestaande ver gunningen ioopen einde van dit jaar af, Overtreding van de bepalingen wordt in lichte gevallen gestraft met gevangenis, in ernstige gevallen met tuchthuis tot vijf jaar. In zeer ernstige gevallen kan zelfs de dood straf worden uitgesproken. JOODSCHE VLUCHTELINGEN TE SMYRNA Met het stoomschip Parita, dat de Panamee- sche vlag voert, zjjn te Ismir (Smyrna) 5UU Joodsche vluchtelingen aangekomen, die van honger en dorst en als gevolg van de door gestane vermoeienis volkomen uitgeput waren Deze vluchtelingen, meerendeels Tsjechen, verkeeren in een kritieke positie, daar zij geen levensmiddelen, geen water en geen geld heb ben. Het schip heeft geen brandstof meer en de machines zijn. naar men verneemt, defect. De Turksche autoriteiten houden de vluch telingen in quarantaine en geven hun geen toestemming aan land te gaan. Het schip kan niet naar Uonstanza. waar de vluchtelingen zich hebben ingescheept, terugkeeren, alvorens geld ontvangen is voor de noodige reparaties, den aankoop van brand stof en andere behoeften. DE MAN MET DE IJZEREN LONG HUWT!! Fred. Snite, de 29-jarige Ameri die drie jaar geleden te Sjanghai ki verlamming heeft gekregen en sind in een z.g. ijzeren long moet leven, hij niet meer op natuurlijke wijze kan halen, is gisteren te Chicago in huwelijk getreden met Teresa Larking meisje van 25 jaar. dat sinds jaren m familie Snite bevriend is. Zij zullen huwelijksreis maken per auto met een hangwagen voor den man met de ij d long. GOUDADER ONTDEKT IN SPANJE Bij het Spaansche dorp Robledillo, Sierra de Guadeluje, is een belang goudader ontdekt, die reeds talrijke zuivere goudklompen heeft opgele Franco heeft een subsidie voor de es tatie beschikbaar gesteld. KAAPSTAD BESTAAT HONDERD JA KAAPSTAD, 10 Aug. (R.O.). Men ii bezig met de voorbereidingen voor de denkingsfeesten van het honderdjari staan van Kaapstad in 1940. Plannen den gemaakt voor straatversieringei verlichtingen, kunsttentoonstellingen, ziek-, dans-, sport-, vliegfeesten, enz. LIJK VAN VERMISTE VROIAV AANGESPOELD SCHIERMONNIKOOG, 11 Aug. Op zandplaat ten oosten van Schiermonn heeft men gistermiddag het lijk gev< van mevrouw Huizing aH u i s i uit Leeuwarden, die sedert Zaterdag vermist. Het lichaam is naar het geme huis overgebracht. BELASTINGWEZEN kantoor Weesp. RECHTSWEZEN Leeuwarden een verhaal uit het midden dervorige eeuw door DI.J.A.VI55CHER. (29 Zoowel 'de wegen naar de grens van Mexico als die de kust liepen langs zijn huis en hij had zijn waranda zóó ge bouwd dat hij op zij de beide wegen tot onderaan den heuvel kon overzien. Achter het huis waren de geheime paden, die naar de rotsen voerden die vol waren van ldoven en grotten waarheen Petar !de weg volkomen wist en die dienden als magazijn voor de gestolen goederen of als veestallen, wanneer er weer buit in veiligheid moest worden gebracht. Petar el Graeco zat voor het raam en tuurde met een verre kijker naar den horizon. Hij richtte zijn blik voortdurend op een punt, liet telkens den kijker eens zakken om die daarna yieer op te nemen. Het duurde lang, doch eindelijk zag hij wat. Hij grijnsde. Ginds kwam wat aan. Een ruitergroep. Ongeveer tien man. nen met de geweren in de hand. Ze daalden de bergen af en reden in galop de vlakte binnen Hij wist wie het waren. Ondersheriff Johnson van Los Angeles was het met zijn politiemannen. Petar kende hem wel. Iedereen in het land kende hem. Als ex één zich kon meten met Tiburcio de Vasquez, in vermetel heid, in handigheid, in paardrijden en schieten, dan was het Johnson. Toen de diefstallen zoo onophoudelijk voortduurden had men hem opgedragen om er eindelijk eens een eind aan te maken, en op te sporen wie nu feitelijk de leider van alles was. Johnson had Petar altijd verdacht gevonden, en had besloten om zich allereerst eens tot tot dezen te wenden, in de hoop dat hij iets zou loslaten. Als Petar voor iemand bang was, dan was het voor Johnson voor wien iedere bandiet vrees koesterde. De ruitertroep naderde. Petar nam zijn maatregelen. „Pablol" schreeuwde hij, en de oude halfbloed kwam binnen. „Sluit alle vensters! Ruim alle pannen op en zet ze in de kast. Berg den voorraad in de kelder. Wij gaan tijdelijk weg. Er is onraad! Die schobbejakken moeten hier niemand thuis vinden. Alles geslotenl Begrepen? Doof het fornuis, en laat niets ons verraden''. Petar had het toen een oogenblik erg druk. Hij liep naar de kast en nam er een buidel uit die heel zwaar was, en waarin hij zijn dievenloon bewaarde. Hij hing een geweer om den schouder en stak een paar pistolen in den gordel. Toen riep hij Pablo, en beiden ver lieten door het achterhek het terrein en verdwenen langs een geheim pad. De politiepatouille naderde in vollen galop. De ondersheriff Johnson wist wel dat daar ginds Petar el Graeco woonde, die een heel slechten naam had, maar hij wist ook wel dat dezè er nooit aan dacht om zich in gevaar te begeven als hij dit nog ontvluchten kon. Voor geweldpleging was hij bang. Voor een verraderlijk schot uit een der ramen behoefde men niet te vreezen. Eerder kon men verwachten dat hij vriendelijk naar buiten zou komen, met den grooten hoed in de hand, kruiperig en onder danig, en de reizigers binnen zou nooden met het doel. deze meer uit te hooren dan zelf uitgehoord te worden. Want wie het slot op dien dichtgeknepen mond wist open te krijgen, was een handige kerel. De ruiters stonden voor de deur, maar niemand was hun tegemoet gekomen. Johnson lachte spottend. „Alles natuurlijk geslopen als een brandkast, en mijnheer toevallig niet thuis! Enfin, we zullen zienl" De deur was gesloten, maar kon heel gemakkelijk worden geforceerd, nadat men op herhaaldelijk roepen geen antwoord had gekregen. De mannen drongen naar binnen. Johnson voorop, met het pistool voor zich uit, op alles bedacht. Niemand te zien! Alles was opgeruimd en stond zoo neer. gezet dat het vooral den indruk zou geven dat de bewoner voor langen tijd afwezig was. Maar Johnson was een scherpzinnig man. Hij haalde zijn neus op, en zei tot zijn mannen: „Versch gebakken brood, jongens!" Hij liep op den steenen oven toe, die in de muur was ge bouwd. Hij lachte weer. „Die is nog warm, jongens! Ik denk dat onze vriend Petar dichter bij is dan hij zelf wil weten. We zullen rustig afwach ten tot hij thuis komt. We hebben waarschijnlijk minder haast dan hij. Maakt het je ma|r gemakkelijk, we gaan vandaag zeker niet verder, en ondertusschen snuffelen we hier in de buurt wat rond vóórdat de nacht valt''. In de omgeving vonden ze niets. Petar zat met Pablo te diep verscholen in een hol. Hij zat er wel veilig, maa waren twee dingen die hem den grootsten angst bezor Allereerst kon hij hoegenaamd niet bedenken wanne troep weer zou vertrekken en het terrein voor hem1 veilig zou zijn. Voor spionneeren was de kans dat hen} kogel zou treffen te gevaarlijk. Hij had Johnson herkend' zijn kijker, en hij wist dat deze gauw schot, en raak. Hij moest dus afwachten. Misschien kon Pablo vani een poging wagen om wat te weten te komen. In elk moest hij voorloopig tot in den nacht blijven waar hij w Johnson zat met zijn mannen in de kamer. Het begi schemerig te worden, doch er werd geen licht ontstoken had de ondersheriff nadrukkelijk verboden. „Jongens", zei hij op een oogenblik, ,,nu begint het We krijgen hier bezoek vannacht. Ik heb dat begrepe ik moet wel een stommerik zijn als het niet uitkomt vo mijn berekening. We jagen op de Vasquez, zooals jullie maar jullie weet ook, dat we momenteel de gastvrijhei nieten van zijn boezemvriend. Welnu, ik heb van een v Indianen van Los Flores begrepen, dat onze voortvlui vriend op reis is naar een nog grooter vriend van dï naar kapitein Soto in de Benito-bergen. En omdat Pe Graeco precies in de goede richting woont, verwacht Vasquez hier van avond of vannacht, want niemand kf wegen door de rotsen en wouden naar het kamp van Sol een van zijn troep of onze gastheer Petar el Graeco. E oppassen en toegrijpen als het er op aankomt! Vi( jullie houden wacht bij de hoeken van het huis. Ik ga i venster zitten kijken zoolang als er wat te zien is, en deren staan gereed met de paardent'want het kan een rit worden. En verder luisteren. Doodelijke stilte! Begrf (Wordt vervi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 2