DE LEVENSLOOP DER
NIEUWE MINISTERS
Geref. Ver. voor Drankbestrijding
Persstemmen over het
nieuwe Kabinet
DONDERDAG 10 AUGUSTUS 1939
Omtrent den levensloop der nieuwe
ministres kan het volgende worden mede
gedeeld:
Jhr Mr D. J. de Geer
Minister van Staat, jhr. mr. D. J. de
Geer (c.h.), wien H. M. de Koningin op
dracht heeft gegeven tot vorming van een
kabinet, is een van de meest, vooraanstaan
de politici in ons land. Driemaal was hij
minster ei hij is thans nog lid van de Twee
de Kamer, in welk college zijn woord groot
gezag heeft.
Hij is 14 December 1870 te Groningen ge
boren. Na gymnasiaal onderwijs te Rotter
dam en te Arnhem werd hij in 1889 als ju
ridisch student aan de Utrechtsche Univer
siteit ingeschreven. In 1895 promoveerde hij
op een proefschrift getiteld: „De grenslijn
.tusschen opzet en schuld".
In 1901 werd hij lid van- den Rotterdam-
schen gemeenteraad, nadat hij reeds eerder
op verzoek van Lohman juridisch redacteur
van „De Nederlander" was geworden. Al
spoedig deed Ilij zijn intrede in de Provin
ciale Staten van Zuid-Holland, waarvan hij
Gedeputeerde werd.
Hij bleef Kamerlid tot 1921 toen hij de
portefeuille van Financiën in het kabinet-
Ruys de Beerenbrouck kreeg. Tevoren was
hij korten tijd burgemeester van Arnhem
geweest Na zijn ministerschap trad hij in
1925 weer in de Kamer om spoedig daarop
minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw in het kabinet-Colijn te worden.
In Maart 1926 droeg de Koningin den heer
'de Geer de formatie van een extra-parlemen
tair kabinet op. De heer de Geer slaagde en
werd minister-president en vpor de tweede
maal minister van Financiën.
Dit kabinet trad in 1929 af. In het daarop
volgend kabinet-Ruys kreeg de Geer de
portefeuille van financiën.
In 1933 trad dit kabinet af en de Geer
werd toen tot minister van Staat benoemd.
,Voor de derde maal werd hij lid van de
Tweede Kamer. Sinds 1933 is hij voorzitter
van de Chr. Hist. Unie en leider van de
lractie dier partij in de Kamer.
'Prof. Mr P. S. Gerbrandy
Minister van Justitie
Prof. mr. Pieter Sjoerds Ger
brandy (a.r.) werd 13 April 1885 te Goên-
gamieden geboren. Hij doorliep de Chr. Nor
maalschool te Sneek en het Geref. Gymna
sium te Zetten, waarna hij zich in 1904 als
student aan de Vrije Universiteit liet in
schrijven. In 1911 promoveerde hij in de
rechtswetenschappen op een proefschrilt ge
titeld „Het Heimstattenrecht". Van 1911 tot
1914 was hij gevestigd als advocaat en pro
cureur te Leiden, van 1914 tot 1930 te Sneek.
In dat jaar werd hij benoemd tot hoogleer
aar in de rechtswetenschappen aan de Vrije
Universiteit. Van 1920 tot 1930 maakte hij
deel uit van de Gedeputeerde Staten van
Friesland. Prof. Gerbrandy is voorzitter ".an
den Radioraad, waarvan hij sinds 1937 deel
uitmaakt Hij is voorts sinds 1937 yoorzitter
van de Radio-controlecommissie, van de
Algemeene Programma-commissie, van de
Indië-programma-commissie, als opvolger
van minister van Boeyen. Ook van den
Raad van Beheer van de Nozema en van de
Bakkerijstichting is prof. Gerbrandy voor
zitter.
Van zijn hand verschenen o.m. „De strijd
voor nieuwe maatschappiivormen", kleine
geschriften over den schoolstrijd, de collec
tieve arbeidsovereenkomst, het religieus
socialisme en het radiorecht
Prof. Gerbrandy was voorzitter van de
Bakkerijcentrale sinds de oprichting op 28
October 1935. Er verscheen nog een boek
van zijn hand, getiteld „Het vraagstuk van
den radio-omroep".
H, van Boeven
Minister van Binnenlandsche Zaken
De heer van Boe ij en (c.h.)die tot mi
nister van Binnenlandsche Zaken benoemd
zal worden, was dit eveneens in het vierde
kabinet-Colijn en is thans als zoodanig de-
missionnair. Voordien was hij voorzitter van
den Radioraad, de Radio-omroep-controle-
commissie. de Algemeene Radio-programma
en de Indië-programma-commissie.
In het jaar 1889 werd de heer Hendrik
van Boeijen te Putte geboren. Zijn ambte
lijke loopbaan ving hij aan op de Provin
ciale griffie van Gelderland. In 1915 ging
hij over naar het Dep. van Waterstaat,
waar hij In vijf jaar tijds de rangen door
liep van adjunct-commies tot referendaris.
Sinds 1919 was hij tevens wethouder var
gemeente Voorburg, tot hij na in 1923
tot lid van de Provinciale Staten te zijn ge
kozen in 1925 tot lid van Gedeputeerde
Staten dezer provincie werd benoemd. Ook
was hij daarvoor vele jaren voorzitter
het Burgerlijk Armbestuur te Voorburg.
De heer van Boeijen is jarenlang diaken,
'daarna ouderling en voorzitter van het col
lege van notabelen der Ned. Herv. Kerk te
Voorburg en gedurende 15 jaar voorzitter
van verschillende schoolbesturen geweest.
Mr M. P. L. Steenberghe
Minister van Economische Zaken
Mr Maximilien Paul Leon Steen
berghe (r.k.) is op 2 Mei 1899 te Leiden
geboren. Hij studeerde aan het gymnasium
en de Rijksuniversiteit te Utrecht in de
rechten, aan welke universiteit hij in 1920
promoveerde.
Op internationaal terrein is mr. Steenber
ghe zeer dikwijls werkzaam geweest en ook
hier werden hem de meest belangrijke op
drachten verleend. In 1923 vaardigde de
Wcrkloosheidsraad hem af naar het intern,
congres te Luxemburg, in 1925 vertegen
woordigde hij de Nederlandsche werkgevers
op het Int. Werkgeverscongres te Stresa, in
1927 nam hij als vertegenwoordiger der Ne
derlandsche regeering deel aan de
sche conferentie te Genèvc en in 1928 trad
hij on als gedelegeerde der Unie van de
Volkenbond«vereeniging op 't economisch
congres te Praag. Ook heeft mr. Steenber
ghe een zeer voorname rol gespeeld Hi de
onderhandelingen over 't handelsverdrag
Nederland—Duitschland, waaraan hij als
tegeeringsgedelegeerde heeft deelgenomen.
In Juni 1934, toen minister Verschuur om
gezondheidsredenen aftrad, werd mr. Steen
berghe diens opvolger als minister van
Econ. Zaken. In September 1935 evenwel
trad hij reeds af wegens verschil van ïee-
ning inzake het monetaire vraagstuk met
dr. Colijn. De heer Steenberghe had vervol
gens zitting in het vierde kabinet-Colijn .n
1937—1939 als minister van Economische
Zaken.
Ch. J. I. M. Weiter
Minister van Koloniën
De heer Charles Joseph Ignace
larie Weiter (r.k.) werd 6 April 1880
te Den Haag geboren.
Na de H.B.S.-jaren volgde de studie aan
de Indische instelling te Delft en toen ook
deze jaren met goed succes verloopen waren,
f de heer Weiter zich naar Ned.-Indië,
waar hij spoedig in dienst van het gouver
nement trad.
Den 3en November 1923 volgde zijn be
noeming tot lid van den Raad van Neder-
Hndsch-Indië, het hoogste bestuurscollege
in Insulinde.
Dezen post moest hij echter spoedig ..-eer
verlaten, doordat de heer Weiter op 26 Sep
tember 1925 door H. M. de Koningin tot mi
nister van Koloniën werd benoemd in
ministerie-Colijn. In 1926 werd hij opnieuw
benoemd tot lid van den Raad van Ned.
Indië.
In September 1929 werd de heer Weiter,
als opvolger van den heer K. F. Creutzberg,
benoemd tot vice-president van den l'aad
van Ned.-Indië, welk ambt hij bekleedde tot
1931. Hierna repatrieerde hij naar Neder
land. Hij bleef zich bewegen in het open
bare leven.
Hij was voorzitter van de Staatscommis
sie voor verlaging van de regeeringsuitga-
ven, de bezuiniginTscommissie-Welter In
1933 werd de heer elter benoemd tot voor
zitter van den Ondernemersraad voor Ned.
Indië.
De heer Welter was minister van Koloniën
in het vierde kabinet-Colijn van 1937193
G. Bolk est ein
Minister van Onderwijs. Kunsten
en Wetenschappen
Gerrit Bolkestein (v.d.) werd op
October 1871 te Amsterdam geboren. Hij be
zocht de kweekschool voor onderwijzers „De
Klokkenberg" te Nijmegen. Hij haalde de
akte Nederlandsche taal M. O. en heeft ook
het candidaatsexamen in de Nederlandsche
letteren afgelegd.
In 1890 werd Bolkestein tot onderwijzer te
Nijmegen benoemd. Daarna werd hij hoofd
van een U.L.O.-school te Rhenen In 1901
ging hij als leeraar in de Nederlandsche
taal en geschiedenis naar Nijmegen terug,
waar hij aan eenige hoogere burgerscholen
werkzaam was. In 1916 werd hij inspecteur
van het middelbaar onderwijs in de inspec
tie Noord-Holland en Utrecht. Van 1917 tot
1934 is de heer Bolkestein inspecteur
het middelbaar onderwijs geweest, terwijl
hij van 1934 tot 1937 de functie van inspec
teur der gymnasia en van het middelbaar
onderwijs in de vierde inspectie heeft ver
vuld.
Mr E. N. van Kleffens
Minister van Bnitenlandsche Zaken
De heer Van Kleffens (Vrijzinnig)
werd geboren te Heerenveen op 17 Novem
ber 1894. Hij bezocht de Gymnasia te Gro
ningen en te Den Haag, waarna hij aan de
Rijksuniversiteit te Leiden rechten studeer
de.
Van 1919 tot 1920 was hij verbonden aan
het Volkenbondssecretariaat, van 19211922
bij het secretariaat van de directie van de
Kon. Shell Groep te Londen. Sinds 1922 is
hij werkzaam bij het departement van bui-
tenlandsche zaken. Sinds 1929 is hij admini
stratief chef van de afd. diplomatieke zaken
welke functie hij verwisselde voor die van
administrateur bij het departement
In dit jaar werd Mr. van Kleffens be
noemd tot gezant te Bern. Hij was voorts
griffier van het scheidsgerecht voor de in
terpretatie van het Dawes en Youngplan. en
was adjunct-secretaris-generaal en later
secretaris-generaal van het curatorium van
de academie voor internationaal recht in
het Vredspaleis te Den Haag.
A. Q. H. Dtjxhoorn
Minister van Defensie
De heer Dij xhoom (pol. kleurloos)
werd in 1889 geboren en trad na de Kon.
Mil. Academie te hebben doorloopen op 29
Juli 1911 als tweede luitenant in dienst van
het Nederlandsche leger. Hij werd in 1915
bevorderd tot eerste luitenant, in 1927 tot
kapitein en in November 1936 tot majoor.
Twee jaren later werd de heer Dijxhoom.
die inmiddels was toegevoegd aan den chef
van den generalen staf, tot den rang
luit.-kolonel bevorderd en belast met de lei
ding van het bureau generale staf aan het
departement, van defensie.
Hij is ridder in de Oranje-Nassau-Orde
in het Legioen van Eer van Frankrijk.
Ir J. W. Albarda
Minister van Waterstaat
De heer Johan Willem Albarda
(s.d.a.p.) werd op 5 Juni 1877 te Leeuwarden
geboren. Na de vijfjarige HBS in zijn ge
boortestad te hebben afgeloopen, bezocht hij
de toenmalige polytechnische school te Delft
die hij in 1903 als werktuigkundig ingenieur
verliet. In 1911 werd Ir. Albarda benoemd
tot directeur van de gom. arbeidsbeurs te
Amsterdam, nadat hij van 1903 tot 1905 leer
aar in de wis- en natuurkunde was geweest
aan de HBS te Almelo en van 1905 tot 1911
leeraar in de wis en werktuigkunde te Den
Haag.
In het jaar 1913 werd Ir. Albarda voor de
■Sociaal-Democratische Arbeiders Part» ge
kozen als lid van de Tweede Kamer. Vooi
dezelfde partij had hij van 1915 tot 1927
zitting in den Ilaagschen Gemeenteraad.
Van 1917 tot 1923 was hij Wethouder var
Onderwijs van die Gemeente. Bovendien be
kleedde hij het lidmaatschap van de pro
vinciale staten yan Zuid-Holland van 1916
Wie wordt het kind van de
rekening
De positie van de R.K. Staatspartij
Een historische dag voor
de S.D.A.P.
Na de vorming van het nieuwe kabi
net werd de formateur, Jhr. Mr. D. J.
de Geer. gistermiddag door H.M. de
Koningin ten paleize Noordeinde in
audiëntie ontvangen.
tot 1919. Sinds 1925 is de heer Albarda voor
zitter van de sociaal-democratische fractie
der Tweede Kamer als opvolger van Mr. P.
J. Troelstra.
Dr J. van den Tempel
Minister van Sociale Zaken
Dr. J. van den Tempel (s.d.a.p.) ge
boren 1 Aug. 1877 te Willemstad (N.Br.),
ving zijn loopbaan aan als schildersgezel te
Amsterdam.
In 1906 werd hij secretaris van het Ned.
Verbond van Vakvereenigingen, welke func
tie hij tot 1918 bleef vervullen. Inmiddels
had hij in 1911 de akte M. O. Staathuishoud
kunde en Statistiek en in 1913 de akte M.O.
Staatsinrichting weten te behalen.
Tot lid van de Tweede Kamer werd hij
als medevertegenwoordiger der S.D.A.P. in
November 1915 gekozen en hij is dit tot nu
toe onafgebroken gebleven.
In 1921 ging de heer Van den Tempel de
colleges aan de Nederlandsche Handels-
hoogeschool te Rotterdam volgen, waaraan
hij in 1927 cum laude promoveerde tot
doctor in de handelswetenschap, op proef
schrift: „Macht en economische wet".
Dr. van den Tempel was van 1910'19 en
van 1927—'32 lid van den Amsterdamschen
gemeenteraad en had tevens een aantal ja
ren zitting in de Provinciale Staten van
Noord-Holland. Voorts is hij lid van den
Hoogen Raad van Arbeid.
39e algemeene vergadering
In de gisteren te Groningen voortgezette
39e algemeene vergadering van de Geref.
Vereeniging voor Drankbestrijding, heeft de
voorzitter, Ü6. J. v. Herksen van Ermelo,
een woord van hartelijk welkom gesproken
tot de aanwezige eere-leden der vereeniging,
Mevr. M. M. Havelaar-v. Beeck Cal-
k o e n te Ede en den heer C. B u i t e n d ij k
te Amsterdam, benevens tot de afgevaardig
den van de Intern. Orde van Goede Tempe
lieren, de Spoorwegonthoudersvereeniging,
de Ned. Ver. tot Afsch. van Alc. Dranken, de
Nat. Chr. Geh. Onth. Ver. en de Predikanten
Geh. Onth. Ver. De vergadering verzond
onder luiden bijval het volgend telegram aan
het Prinselijk gezin: De Ger. Ver. enz. biedt
Uwe Hoogheden haar eerbiedige gel-uk-wen-
schen aan bij de geboorte van Prinses Irene.
Moge God Haar voorspoedig doen opgroeien
en stellen tot een vreugde van ons geliefde
Oranjehuis, v. Herksen, voorzitter.
Staande zong de vergadering hierna „Mijn
schilt ende betrouwen".
Bericht van verhindering kwam in van de
heeren Ds. J. P. Geels te Drachten en Dr.
M. Hoogland te Breukelen, resp. lid van
het hoofdbestuur voor Friesland en Utrecht,
benevens van de Ned. Ver. „Hoop der Toe
komst" en den Jongelieden Christen Geh.
Bond.
Hierna kwamen de jaarverslagen aan de
orde. Aan dat van den secretaris, den heer
J. Feitsma van IJmuiden ontleenden
Zuidlaren, Utrecht (stad), Utrecht
(prov.), Scheveningen, Rotterdam,
Delfshaven en Middelburg een
vraag of opmerking. Meerdere sprekers
vroegen naar den stand van de actie tegen
de drankadvertenties in de Chr. pers.
De secretaris gaf van het optreden
van het hoofdbestuur in deze materie een
nadere uiteenzetting, waarna de voorzit
ter er op wees, dat de actie niet gaat tegen
een bepaald blad maar tegen heel de Chr.
pers.
Het financieel verdag van den penning
meester ontlokte een opmerking van Fra-
neker en Zuidlaren.
De afd. Apeldoorn werd aangewezen
de commissie van controle te vormen.
De begrooting werd vastgesteld na opmer
kingen van Aalten, Utrecht (prov.) en
Enkhuizen.
Een vriendelijk woord werd tot de verga
dering gericht door Ds. J. Barger Ezn., Ned.
Herv. predikant te Heukelum (Z.H.) namens
de hoofdbesturen van de Nat. Chr. Geh. Ver
en de Predikanten Geh. Onth. Vereeniging.
Namens de Ned. Ver. enz. sprak de heer B.
Smit van Groningen een enkel sympathiek
woord. De heer W. Heringa van Gronin
gen deed dit voor de Spoorweg Onth. Ver.
en de heer H. K. Bos van Groningen voor
de Intern. Orde van Goede Tempelieren.
De voorzitter dankte alle sprekers
voor hun goede woorden en sloot om 1 uur
de morgenvergadering.
DE MIDDAGVERGADERING
Om 2 uur ving de middagvergadering aan
met het zingen van Ps. 75 1.
Medegedeeld werd dat vertegenwoordigd
waren 43 afdeelingen en 7 prov. bonden. Van
Ds. C. J. Hakman van Aknkerk, lid van
het hoofdbestuur, kwam een telegram van
verhindering in.
Het voorstel-Leeuwarden om de alge
meene vergadering voortaan om de 2 jaar
te houden, ontlokte discussie van Enkhui
zen, Charlois, Leeuwarden, Zuid-
laren en Rotterdam.
Hierna refereerde Ds. D. v. D ij k, Geref.
predikant te Groningen over: „Niet door
kracht noch door geweld".
Rede ds. D. van Djjk
In de drankbestrijding, zooals wij, Gere
formeerden, die zien, aldus spr., staan wij
op het terrein van het Koninkrijk der He
melen. Het Koninkrijk der hemelen, dat is de
wereld zonder zonde en zonder ellende. De
strijd voor dat Koninkrijk is dus een strijd
tegen zonde en ellende.
Zullen wij in dezen strijd ooit werkelijk
iets bereiken, dan moet het hart geraakt en
veranderd. Dat hart nu is een vesting, voor
menschelijke kracht, voor menschelijk ge
weld meer onbereikbaar dan de sterkste
vesting door menschenhanden gebouwd.
Wij kunnen invloed oefenen op iemands
denken en voelen en streven; maar met geen
kracht of geweld van woorden, van overre
ding, van dreiging, van dwang kunnen wij
het hart raken. Wat wij bereiken kunnen
blijft altijd aan den buitenkant; ook in den
strijd teg^n den drank. Waarachtig iets be
reiken kan God alléén.
Men zou zeggen, dat dit ons brengen moet
tot lijdelijkheid.
Toch is dat niet zóó. God heeft Zijn hart-
vernieuwende werking gebonden aan Zijn
Woord.
Voor ons, Gereformeerde drankbestrijders,
beweegt zich de strijd op twee fronten.
Voor wie de zonde in de stof zien, is die
strijd, in den grond der zaak altijd dezelfde.
Voor ons is er onderscheid tusschen de poging
om hen,- die geen dronkaards zijn, te
wegen, dat zij, naar den eisch der liefde,
de wille van anderen, afstand doen van
gebruik van alcohol als genotmiddel en
poging om den „dronkaard1" van zijn zonde
terug te brengen.
Op die beide fronten nu is die waarheid,
dat wij het niet kunnen vinden door Kracht
of door Geweld, maar dat wij niet anders
kunnen dioen, dan het Woord brengen on
verder van den Geest te verwachten,
groote beteekenis.
Eerst, eerst moeten wij altijd weer onszelf
en anderen, die wij tot ons zoeken te bren
gen, confronteeren met het Woord Gods.
Wanneer wij dat Woord tot den mensch
brengen, kunnen wij hopen, dat de Geest
veranderend ingaat tot het hart en wanneer
'dat geschiedt (niet eerder) zal al dat andere,
redeneeren, demonstreeren enz. niets kunnen
uitrichten.
Datzelfde geldt bij de poging om den
dronkaard te behouden. Ook hier bereiken
wij met kracht en geweld tenslotte niets.
Wij moeten tot den dronkaard komen met
het Woord, waarvan Zich de Heilige Geest
bedienen wil als middel om het hart om te
zetten, waardoor de drinker het drinken als
zonde leert zien en ertegen gaat strijden. Eerst
daarna zullen onze woorden en allerlei
andere middelen hem kunnen helpen in
worstelen, maar tot de worsteling zelve komt
hij niet dan nadat zijn hart is veranderd en
dat mogen wij alléén verwachten als wij
rustig en eenvoudig hem het Woord hebben
Wij kunnen het niet doen; miaar wij be
hoeven het ook niet te doen. Gods Geest
moet het doen en Die zal het doen. Als wij
trouw zijn, in de prediking van het Woord,
dan weten wij, dat daar iets gebeurt, dat het
Woord niet ledig wederkeert: dat er vrucht
is, ook al zien wij het niet dadelijk. Dat
bewaart voor moedeloosheid en doet ons,
strijdende, uitzien naar de wereld, waarin
door den Geest, alle zonde zal hebben opge
houden.
Op het referaat van Ds. v. Dijk volgde een
levendige discussie waaraan deelnamen Mevr.
M. M. Havelaar-v. Beeck Calk
van Ede, de heeren W. C. F. S c h e p s
Den Haag, J. Wartena van Leeuwarden,
Ds. P. H. Dam, van Onstwedde, L.
bring van Zuidliaren, J. Lammers
Zuid'liaren, J. v. d. Woude van Bussum; H,
Aarnouds van Enkhuizen; J. Coops
Amsterdam, J. Bos van GroningenI
ter Hoeve van Arnhem en Ds.
Herksen van Ermelo.
Meerdere sprekers konden zich met den
gedachtengang van den referent niet vereeni
gen en eischten een plaats op voor het goed1
recht van het voeren van actie, in het besef
van 'smenschen diepe afhankelijkheid.
Hierna diende Ds. v. D ij k van repliek,
handhavend, dat hij toch op alle punten
gelijk heeft. Spr. betwistte dat zijn standpunt
tot lijdelijkheid voeren zou, integendeei.
Maar het eerste van onze actie moet altijd
zijn Woordprediking. Al het andere is secun
dair. De actie mag zich nooit losmaken van
den wortel: buigen voor den eisch des Heeren
en ons en anderen daaraan steeds weer con
fronteeren. (A p p 1 au s)
De voorzitter dankte Ds. v. Dijk voor zijn
betoog en constateerde dat men het in den
diepsten grond eens is. (Applaus).
Aangezien Amsterdam diaarvan afzag,
werd besloten om de jaarvergadering in 1940
te Utrecht te houden waar de vereeniging in
1900 werd opgericht.
Na rondvraag werd de vergadering met een
woord van dank jegens de ontvangende af-
deeling, nadat Ds. v. D ij k in dankzegging
was voorgegaan, .gesloten.
Nog niet alle bladen hebben hun oordeel
kunnen uitspreken over het nieuwe kabinet,
dati door den heer De Geer is gevormd. Het
bericht van het slagen van den Kabinets
formateur kwam daarvoor gistermiddag te
laat. De beschouwingen van „De Stan
daard", „Friesch Dagblad", „N. Prov. Gron.
en „De Zeeuw", hopen we daarom
morgen te vermelden.
De liberale Nieuwe Rotterdam-
che Courant is in haar hoofdartikel
„Het heterogene ka/binet" van oordeel, dat
met doze oplossing de R.-K. Staatspartij heeft
bereikt wat zij wenschte: Colijn weg, zoodra
hij weigerde zich langer voor het r.k. kar
retje te laten spannen, doch geen bondge-
'tschap enkel' met de S.D.A.P. vanwege
de spanningen, die dit in de r.-k. partij zou
oproepen. En daarom zelfs geen r.-k. forma
teur en premier. De S.D.A.P., merkt het
liberale orgaan op, is sleahts ten halve ge
slaagd:
Het bondgenootschap met de R.-K.
Staatspartij, en uitsluitend met deze,
ten hoogste vergezeld door den Vrijz.-Dem.
Bond als bijwagen, heeft zij nog niet ver
kregen. Maar al doende leert men, zullen
de heer Albarda en 1c s d partijraad ge-
dacht hebben. De r.-k. worden in elk ge-
va'. gewend aan samenwerking met het
roode gevaar; de heer De Gc-ir eflc-nt ons
daartoe den weg.
Het kind van de rekening dreigt de Chr.-
Hist. Unie te worden. Zij heeft zich in
den persoon van haar leider opgeofferd,
om met de uiterste noodzaak ook do uitei-
ste consequentie van het Kamervotum
van 27 Juli af te wenden. In hoever dit
den Minister-President gelukken zal? De
heer Colijn heeft in een veel veiliger po
sitie zoovele van zijn vroegere inzichten
ter wille van die der r.-k. moeten prijs
geven!
v\
MinjC
vooniP";
noemeipP
Een welwillende houding
neemt De Avondpost (Chr. Lib.) aan.
Het blad betreurt, dat Colijn heenging, doch
acht den heer De Geer de beste' vervanging,
die mogelijk was. Voor de r.-k. is het niet
alles rozengeur en maneschijn, zegt het
orgaan:
Hun vier ministers-zetels uit het vierde
Colijn-kabinet zijn tot twee teruggebracht,
het vierspan is een tweespan geworden,
en wat meer zegt hun ooilammen.
Goseling en Romme zijn geofferd. Wat den
eerste betreft valt dit volkomen te ver
staan, maar dat Romme niet terugkeert,
die in het middelpunt stond van het con
flict met Colijn en wier sociale politiek zoo
fanatieke toejuiching vond in eigen kring,
is toch wel een harde klap. Hier komt nog
bij, dat ze nu zitting nemen onder een
formateur, die het votum van 27 Juli „een
ernstige misgreep" noemde, en die rond
uit verklaarde, dit kabinet te hebben ge
vormd, om te ontkomen aan een roomsch-
rood ministerie (met vrij zinnig-democrati
sche opluistering), hetwelk hij nationaal
en internationaal een bedreiging van het
landsbelang achtte.
Een Katholiek formateur,
zegt de Maasbode in haar beschouwing,
zou op onoverkomelijke moeilijkheden zijn
gestuit. Dat blijkt wel, nu zelfs
een christelijk-historisch formateur
het formaat van een jhr. de Geer tegen
over dezelfde moeilijkheden stond.
Was jhr. de Geer niet de man, die oo
vertrouwen had kunnen rekenen bij beide
stroomingen, die zich den laateten tijd
scherper hebben afgeteekend? Hij is de
man van het solide financieele beheer,
dat ieder wenscht, maar hij wil daaraan
een stevige werkloosheidsbestrijding niet
opofferen, zooals hij evenmin 's rijks fi
nanciën voor de defensie in de waag
schaal wil stellen. Op dit laatste punc
heeft hij zich een paar maal zeer stel
lig uitgesproken.
En het r.k. orgaan vervolgt*
Defensie, werkloosheidsbestrijding, ge
zond financieel beheer en dat in een on
derlinge verhouding waarbij de stem
mers vóór de befaamde motie-Deckers
zich kunnen neerleggen en waartegen ook
de antirevolutionairen wel geen bezwaar
behoeven te maken, zullen ongetwijfeld
de pijlers gaan vormen van het toekom
stig beleid.
En men mag gerust aannemen, dat de
geheele Kamer, Kersten en Rost c.s. zeker
of wellicht uitgezonderd, d i t kabinet toch
eigenlijk heel wat liever zullen zien optie-
den, dan het ephemere met alle parlemen
taire verhoudingen eenvoudig spottende
vijfde kabinet-Colijn.
Vooral de samenstelling van dit kalbinet
zal niet alleen bij ons, katholieken, heel
wat meer vertrouwen wekken, dan die v;
Colijn-V, waarin niet alleen het katholie!
element noodzakelijkerwijze ontbrak, maar
waarin ook het Christelijke zóó sterk
teruggedrongen, dat zelfs de volgelingen
van de anti-revolutionairen leider angstige
oogen opzetten. Om van het democratische»
in de volksvertegenwoordiging sterk ovcr-
heersohend element maar te zwijgen.'"
Geen Hercules
zegt de Telegraaf in een scherpe be
schouwing en het blad voegt er aan toe, dat
niemand bij de oplossing van de Kabinet-
crisis wel zal varen:
Wij hebben een landsregeering gekregen1
die. wat samenstelling betreft, nog eeni
graden slechter is dan de colleges, die
dpn loop der laatste jaren onze groote ste
den hebben bestuurd. Daar hebben
kunnen ervaren, tot welke resultaten
coalitie met de socialisten heeft gelen'
Noch Amsterdam, noch Rotterdam had
een regeering. waarop het overige ge
deelte van ons land jaloersch was. Wel
hebben velen het als een uitkomst
schouwd. dat er te 's-Graven'hage autori
teiten waren, die de besturen yan onze
groote gemeenten konden dwingen zie'
binnen zekere perken te houden.
Die mogelijkheid bestaat niet lange)
want met het optreden van het kabino|
De Geer is de regeering van het la-
gelijkgeschakeld met den dienst van oi
groote gemeenten. Dezelfde fouten, 1
Amsterdam en Rotterdam in het verlee
hebben gemaakt, zal in de toekomst De]
Haag begaan.
Over den Kabinetsformateur zegt het o
gaan, dat hij een algemeen geacht man
handig parlementariër is, maar een Here Q©
les is hij niet:
Hoewel slechts geruggesteund door eel
kleine parlementaire groep, wil hij twr.l
machtige bondgenooten dwingen binm
de perken te blijven. Daarin zal hij ni
slagen. Hij zal slechts aan het hoofd vai_
dit kabinet kunnen blijven door
gels te laten sleepen
Na er op gewezen te hebben, dat 2
ter van Boeven in de toekomst
socialistische Burgemeesters te benoeaueirJ53'1
zal krijgen (Amsterdam) besluit de T e 1 ei
graaf, dat het nieuwe kabinet de stemf"
pel der middelmatigheid draagt.
Onbeheerschte juichkreten
wil Het Volk niet aanheffen. Toch is h P
voor de S.D.A P. in Nederland een histo;
sclie dag, zegt het roode orgaan. Heel voi
zichtig laat de redactie er op volgen:
„Dit ministerie begint zijn werk op
tijdstip, dat vóór de volgende Kamer
kiezingen, slechts een periode van ru
anderhalf jaar overlaat. In dien betrek
lijk korten tijd kan men niet alles en i
wat tot stand brengen. Het spreekt v
zelf. dat de krachten-verhouding in
nisterie en volksvertegenwoordiging gi
zen stelt. Tenslotte is de financiccele t» f
stand na de aanpasserij van de vori^f
jarep niet zoo, dat wij wonderen zoude^J
kunnen verwachten.
Maar de breede massa
weet, dat de kwade plannen van bepeifl
king, die het ministerie-Colijn
loozensteun en werkloosheidsbestrijdir
op stapel had staan, zijn gekeerd. OngJ"
twijfeld zal dit kabinet zijn volle krach!
geven aan de bestrijding van de werkloos
hoid en wij zijn dankbaar, dat twee depan\ya,
tementen, die bij deze taak direct betrok
ken zijn, onder sociaal-democratische lei n
ding komen.
Wij hebben, een ministerie, dat, in te z
genstelling tot zijn voorganger, steun he
op een meerderheid van het parlement^
een ministerie, dat het vertrouwen vairsc]
een groote meerderheid van ons vol!rSj
heeft. Ëdsl
Een goede grondslag.. Het werk kaï^el-
beginnen." fcub
1 de
ECONOMIE EN FINANCIEN
Vereeniging voor den Koffiehandel
In het jaarverslag over 1938/39 van
Vereeniging voor den Koffiehandel wordt o.aj
opgemerkt, dat de Amsterdamsche koffiemarkj
niet' ontkomen kon aan den invloed van
alom heerschende crisis op economisch ei
6'n
politiek gebied. De belemmeringen van d'
export, zoowel als de betalingsmoeilijkheden
vele landen duurden niet alleen onvennindci pp
voort, doch namen hier en daar zelfs noifoe
scherpere vormen aan, terwijl het afzetgebied^
verder inkromp, waartegenover gee:
aanwinst van nieuwe afnemers stond. Ir
Het ledental der vereeniging verminderd! ak
met vijf. un
Ook gedurende het afgeloopen vereenigings de
jaar vonden weder verschillende besprekinge
met de autoriteiten te Den Haag plaats. U z
export ondervindt nog steeds vele moeilijk t<
heden en belemmeringen en het blijkt nood
zakelijk, voortdurend met de autoriteiten u
contact te blijven, niet alleen om te beproeven
de nog bestaande mogelijkheden te behoudt-1;,®
doch ook om nieuwe belemmeringen te voor j
komen, of bestaande moeilijkheden op t'f
heffen.
Speciaal melding moet worden gemaakt^
in de door het bestuur, op verzoek van hell i
ministerie van economische zaken gehoudepU
besprekingen met het rijksbureau ter
bereiding van voedselvoorziening in oorlogs
tijd, teneinde voorzieningen te treffen on n
tijd van oorlog of oorlogsgevaar ook d< te
voeren en distributie van koffie zoo goc<
mogelyk te doen geschieden, terwijl nadert
regeling dienaangaande een onderwerp var
bespreking uitmaakte met den heer H. M
Abraham, directeur der Meelcentrale, die vair
regeeringswege met de leiding is belast.
DE KATOENOOGST VAN DE V.S.
Iets lager geraamd dan vorig jaar
oogstbureau van het Amerikaanschi
landbouw deelt de volgend*
in het tweede oogstrappor
over net seizoen 1939.
Volgens de c-ffieieele raming bedroeg di
productie per 1 Aüg. j.l. 11.412.000 balen (v.j.
11.943.000 balen). De Mand ven het gewas be
droeg 74 pCt (v.j. 78 pCt.), de opbrengst pe
acre wordt geraamd op 223.7 (v.j. 235.8) balei
en het aajital balen ontkorrelde katoen o
137.000 (v.j. 158.000) balen.
KALEIDOSCOOP
gedrukt verloop. De koereen liepen lan
n terug ondanks betere vooruitzichten
staalindustrie. De handel was lustelo
omzet bedroeg 470.000 aandeelen.
Aan aandeelhouders van de N.V. Mach
r a b r 1 e k „Breda" v.h. Backer
eb te Breda zal worden voorgesti
het afgeloopen boekjaar 1938-1939 uit
en 4 (onv.) pCt. dividend op do gewo
deolen en 5 (onv.) pCt. dividend op
rlteltsaandeelen.
De Intern a tl
n a d' a behaalde
Nickel Co
of 1.15 (v.j.
halfjaar
17.17 (v,
1.08) per
Blijkens het jaarverslag van de
lubber Mij. wordt voorgestled het
aldo ad 5493 (v.j. 73.458) over te
an 1939 H.M. 1.285.5 millloen
1 millioen of 13.2 pCt. klct-
,'ereenkomstige periode van
'eg R. M. J.459.9 (vorig Jaar
n was 7.1 pCt. grooter dan
artaal van 1938.
be handelsbelang sloot met
n R.M. 171.4 millioen. tegen
ivlll drie vierden op
vnl. op Amer
ultvoar was ongeveer
:n overzeesche landen i