Hoofdpijn Gemengd Bloed Chamberlain over de vredes-problemen Hartjes DINSDAG I AUGUSTUS 1939 EERSTE BLAD PAG. 2 RONDBLIK Pas op de plaats Eens te meer hebben in het Engelsche Lagerhuis de oppositiepartijen hun onge rustheid en hun ongeduld aan den óag ge legd, waar het de verdere afronding van 't zoogenaamde vredeefront, de anti-agressie- coalitie betreft. Hun woordvoerders blijven de mecning aan den dag leggen, cat zonder een hechte en snelle overeenkomst met Sovjet-Rusland deze vredesverzekering in feite geen enkelen waarborg biedt, en. der halve dringen zij aan op beslissingen, die huns inziens reeds lang hadden dienen te zijn genomen. Tegenover deae drift tot daden, die hij in zijn hart zeer goed zal kunnen billijken, neemt Chamberlain ook thans weer een houding van rustige onverzettelijkheid aan. Hij plaatst zich als het ware dwars voor de onderhandelaars, die te Moskou hun einde- looze besprekingen botvieren, en dekt hen met zijn rug, /.onder dat hij omtrent hun „faits et gestes" in het verre Rusland iets van substantie wenscht mee te deelen Het thema van öcn premier blijft maar steeds afwachten en nog eens afwachten. Dat hij daarbij zich alleen in zooverre duidelijk wil uiten, waar hij de schuld omtrent deze diplomatieke traagheid van eigen land af- wendt, moet aan zijn ondervragers weinig bevrediging geven. Het Engelsehe parle ment gevoelt zich onbehaaglijk in eer. over gangstoestand, die maar niet eindigen wil. én land en wereld' overlaat aan de sensatie .van mogelijk iplotseling uitbrekende Duit- sche verrassingen. Wij kunnen ons indenken, dat een der woordvoerders, over Danzig reppende, graag precies wilde aangeduid zien, waar de streep lag, die de Duitschers niet zouden mogen overschrijden, zoncer zich den oor log met Engeland op den hals te halen Doch ook in dit opzicht is de premier zijn onder vragers niet terwille geweest; het moet voor hem ook schier ondoenlijk zijn, in aange legenheden, waaraan naar den mensch ge sproken het lot der huidige wereld hangt, zoozeer van tevoren de puntjes op de i te zetten. Men spreekt niet ten onrechte van „politiek klimaat", waarmee men het totaal van gevoelens en omstandigheden aan- c'uidt, hetwelk op een bepaald historisch moment voorhanden is. Zulks van tevoren te bepalen, is niet wel mogelijk. Ten opzichte van China is Chamiberlain iets duidelijker geweest. Of het is onderden invloed der nieuwe Amerikaansohe houding, tot uiting gekomen bij de opzegging van het Japansoh-Amerikaansche handelsver drag, of uit andere oorzaak, is zonder meer niet te zeggen; in elk geval is zonder veel omihaal aan den dag getreden, dat Engeland zich niet te Tokio in een verschovan ipositie heeft laten dringen, en dat het het vraag stuk van de Chineesohe valuta niet onder ide oogen zal zien, zonder daarbij met de overige betrokken partijen overleg te plegen. In dit opzicht is er reden, om over de ver klaringen van den Britschen premier ver heugd te wezen. Overigens heeft dit geheele parlementaire débat opnieuw aangetoond, hoe verward en hopeloos verdeeld de wereld heden ten dage is, en dat het eenige remedie namelijk het onderling vertrouwen, wel kan worden voor geschreven, doch daarom nog niet aange wend. De vraagstukken lijken inderdaad ver hoven menschelijke kracht te liggen, en meer can ooit noopt de nood tot het behar tigen van den roep naar geestelijke en mo reele herbewapening, waarin alleen uit komst te vinden is. Groote gaten werden in het plaveisel geslagen, toen het noodweer in den Bosch huishield en ernstige verwoestingen aan richtte Er is vóór alles vertrouwen noodig De militaire missie naar Moskou Engelands politiek in het Verre Oosten ongewijzigd Gister heeft Chamberlain in het Engelsehe lagerhuis meegedeeld, dat de Russische, Fransche en Britsche regee ringen het tot nog toe niet eens zijn kun nen worden ten aanzien van een defini tie van de term ..indirecte agressie", hoe wel alle drie inzien, dat een indirecte agressie even gevaarlijk kan zijn als een directe en hoewel alle drie wenschen, een bevredigende methode te vinden, om te gen die agressie op te treden. Voorts zeide hij, dat zoo spoedig moge lijk, waarschijnlijk nog deze week, Brit sche en Fransche vertegenwoordigers naar Moskou zullen worden gezonden voor het houden van militaire besprekin gen. Aan het hoofd der Britsche delegatie zullen staan admiraal Sir Reginald Drax, luchtmaarschalk Sir Charles Burnet en majoor Heywood. Het debat over de buitenlandsche poli tiek in het lagerhuis werd geopend door den liberalen afgevaardigde Sinclair, die o.a. zeide: „Laat mij het ronduit verklaren, dat de indruk bestaat, dat Chamberlain nog ster ker naar pacificatie neigt en nog minder resoluut is in zijn verzet tegen agressie. Het is ten zeerste noodig, dat de premier sommige zijner aanhangers duidelijk maakt dat het verzet tegen agressie en de organi satie van een vredesfront de politiek van hemzelf en van de regccring is. Sinclair zeide vervolgens, dat het huis eigenlijk niet voor eén lange periode ver daagd mag worden, alvorens de onderhan delingen met Rusland voltooid zijn. Reeds lang te voren had men het huis volledig verslag over de onderhandelingen moeten uitbrengen. Sinclair zeide ervan overtuigd te zijn. dat de sovjets een overeenkomst in het belang van Rusland achten. Engeland wenscht de hulp van Rusland, maar daarvoor moet het het waas van wantrouwen jegens de Sovjet unie verscheuren. „Het is boven eiken twijfel verheven, al dus besloot Sinclair, dat Engeland Polen moet steunen bij een aanval tegen Danzig, doch wanneer begint die aanval? Is er iets. behalve een volledige bezetting van Danzig, bijvoorbeeld de uitdrijving van alle Pool- sche ambtenaren uit de vrije stad en de proclamatie van Danzig tot deel van Duitschland, dat de Engelsehe regeering Is een agressie zou beschouwen? De regeering moet het lagerhuis en Dan zig zeggen, welke gedragslijn" zij ten aan zien van Danzig zal volgen. Vervolgens kwam de labourafgevaardigde Dalton aan het woord, die de vertraging in de onderhandelingen te Moskou ernstig noemde en zeide: „Indien wij konden berei ken, dat Rusland, naast Frankrijk en ons staat, dat een pact, uitgewerkt door solda ten, zeelieden en vliegers van de drie lan den, wordt geteekend, en indien Hitier daarvan zeker was, dan is het geen over drijving te zeggen, dat wij dit jaar en mis schien zelfs voor een lange periode geen oorlog zouden hebben" „Dit diplomatieke getreuzel, aldus ver volgde Dalton, is zonder precedent Zij, die er voor verantwoordelijk zijn, dragen ook dé verantwoordelijkheid voor het in ge vaar brengen van den wereldvrede." Dalton sprak de hoop uit, dat de militaire vertegenwoordigers voor Moskou den poli tici een voorbeeld zu'len geven en spoedig tot een resultaat zullen komen. Ten slotte gaf Dalton nog zijn misnoegen tc kennen over den langen duur van de on derhandelingen met Polen, zeggende, dat het in het belang van Engeland is, dat Po len spoedig machtig wordt, terwijl hij den minister van buitenlandsche zaken, lord Halifax beklaagde, die volgens hem de ge vangene is van zijn collega's. Chamberlain spreekt Hierop nam minister-president Cham berlain het woord; hij werd luid toege juicht toen hij zich daartoe van zijn zetel verhief. De premier ving aan met te zeggen, dat het de eerste maal was, dat voor het reces de buitenlandsche politiek besproken werd en dat er zeer zeker niet aan getwijfeld kon •orden, dat er meer dan één centrum van onrust is. zoodat het vanzelf sprak, dal het Huis inlichtingen van hem wenschte. In een positie als die van het oogenblik, /aarin een aantal onderhandelingen met buitenlandsche mogendheden gevoerd wor den, waarvan sommige van een zeer deli- caten aard, meende hij, dat men zeer voor zichtig moest zijn met wat men zeide en in liet bijzonder geen verschillen moest over- Dalton, aldus Chamberlain, bewijst het land geen goeden dienst, door voortdurend te suggcreeren, dat de regeering verdeeld is aanzien van de groote politieke lijnen. Iels aangenamers voor eventueele vijanden dan h?t denkbeeld, dat de eerste minister minder vast besloten dan de minister van buitenlandsche zaken was bij de uitvoering de politiek van dezen, kon Chamber- lani zich niet voorstellen, tenzij het de boosaardige poging was om wantrouwen bij de bondgenooten te zaaien, door al datgene den minister in den mond te leggen, dat in kranten te vinden is of door journalisten wordt gefluisterd. Wij hebben een goed gebruik van onzen tijd gemaakt. Onze defensie is thans inder daad van formidabel karakter. De regelingen, die wij in samenwerking rnet Frankrijk reeds hebben getroffen met Polen en Turkije, zijn van belang bij den opbouw van het vredesfront. Deze landen zijn van zichzelven zoo gelegen en geconsti tueerd, dat zij vitale en wezenlijke factoren zijn in eenig vredesfront dat wordt opge bouwd. Wij hebben Griekenland en Roemenië de verzekering gegeven, dat zij niet zonder vrienden in de wereld staan en dat zij niet. zonder degenen zijn, die erkend hebben, dat zij het voorwerp van een aanval zouden kunnen worden en die beloofd hebben hun te hulp te komen, indien zij zouden worden aangevallen. Uit Daltons rede blijkt, dat het vredes front voor hem slechts één mogendheid van eenige beteekenis inhoudt, n.l. Rusland. Zoowel Dalton als Sinclair hebben laten doorschemeren, dat naar hun meening de schuld voor de vertraging in de onderhan delingen met Rusland geheel bij Engeland ligt Indien, aldus de premier, ik mij beperk, indien ik weiger in discussie te treden over de verschillen, die het tot stand komen een overeenkomst tot dusverre verhinderd hebben, dan is dat een maatstaf voor de op rechtheid van mijn verlangen tot een over eenkomst te komen. Ik kan het Huis de ver zekering geven, dat het eenige zelfbehecr- sching heeft gevergd niet over te gaan tot correctie van den verkeerden indruk, dien Dalton heeft trachten te doen ontstaan. Om diezelfde reden zal ilc geen historisch zicht van de onderhandelingen met Rusland geven, omdat ik zeer wel weet, dat er in andere landen menschen zijn, die zeer na ijverig de vorderingen onzer overeenkom sten gadeslaan en zeer verheugd zouden zijn met alle munitie, die zij zouden kun nen gebruiken om verdeeldheid tusschen de Sovjet-regeering en ons te zaaien. Het geschil met Moskou Het is natuurlijk geen geheim, dat de Russische regeering en de samenwerkende Fransch-Britsche regeeringen er tot dus verre niet in geslaagd zijn, tot een voor alle partijen bevredigende definitie van den term „indirecte agressie" te komen, ofschoon de drie regeeringen beseffen, dat een indirecte agressie even gevaarlijk als een directe kan zijn en alle drie regeerin gen verlangen, een bevredigende methode te vinden, om tegen die agressie op te treden. Tezelfder tijd hoeden wij ons er ten zeerste voor om ook maar den schijn op ons te laden dat wij inbreuk willen maken op de onafhankelijkheid van an dere staten. Indien Engeland en Frankrijk het niet met de sovjet-regeering eens zijn over de definitie van de „indirecte agressie'', dan is dat juist, omdat de formule, die zij be pleit, naar onze meening die, door ons verworpen, beteekenis heeft. Ongetwijfeld gebruiken de Britsche en Fransche regeeringen meer tijd voor haar antwoorden, doch Molotof voert zijn onder handelingen ter plaatse, terwijl de ambas sadeurs van Engeland en Frankrijk zich tot hun regeeringen hebben te wenden en ook onderling overleg hebben te plegen. Wij toonen zeker groot vertrouwen en een oprecht verlangen tot een overeenkomst te komen, wanneer wij er in toestemmen, sol daten, zeelieden en vliegers naar Rusland tc zenden, om te bespreken, hoe wij mili taire plannen kunnen opstellen, nog vóór wij de verzekerirtg hebben, dat wij op de politieke punten tot overeenstemming zul len komen. De Russische commissaris voor buiten landsche zaken heeft echter als zijn mee ning te kennen gegeven, dat, wanneer wij een begin zouden maken met militaire besprekingen waaraan hij groote waar de hecht - de politieke moeilijkheden niet onoverkomelijk zouden blijken te zijn. Die verklaring heeft bij ons den door slag gegeven, toen wij tot dit ongewone besluit kwamen. Het is de oprechte hoop van de Fran sche en Britsche regeeringen, dat de ver wachtingen van Molotof bewaarheid zul len worden. Het vraagstuk Danzig Ten aanzien van Danzig zeide Chamber lain: „De bezorgdheid in Europa heeft op het oogenblik de neiging, zich rondom Dan zig te concentreeren. Op 10 Juli j.l. heb ik in het huis een ver klaring over Danzig afgelegd. Ik besef, dat een toevoeging aan die verklaring haar geenszins zou versterken en ik wensch niets te doen. om haar te verzwakken. De plaat selijke toestand te Danzig heeft veel be zorgdheid onder het publiek veroorzaakt vereischt klaarblijkelijk de zeer nauwlet tende aandacht. Sommige persberichten over de militarl- satie, die hoeft plaats gehad, waren echter ongetwijfeld overdreven Sedert lord Halifax' de verklaring heeft afgelegd, dat hij zich niet onnoodig bezorgd innakte, hebben zich grensincidenten i gedaan, die de spanning eer hebben sterkt dan verminderd, doch de Poolsche regeering, die de meest bewonderenswaar dige kalmte heeft getoond (algemcene toe juichingen! kan men. daarvan ben ik over tuigd, toevertrouwen, dat zij zal volharden in een wijs staatsmanschap en wijze zelf- behecfsching." De houding jegens China Sprekende over het Verre Oosten, zeide de minister-president: „Ook hier wil ik zeggen, dat het onze zaak niet bevordert, wanneer men suggereert, dat in de formule van de overeenkomst te Tokio dingen moeten wor den gelezen, die de regeering reeds heeft tegengesproken, die aanleiding moeten ge ven tot bezorgdheid en verslagenheid in China en die niet een voorzichtig en onpar tijdig onderzoek van de formule doen ver onderstellen De formule is de vaststelling van een feit. Zij beteekent geen wijziging in de politiek, noch de toekenning van de rechten van oorlogvoerende aan Japan. Zij is ook geen verraad aan de Britsche belangen in China en bedoelt niet de rechten van derde par tijen af te staan. Ongetwijfeld zijn er vele moeilijkheden bij de kiesche onderhandelingen, die worden voortgezet en niet de minste van die moei lijkheden is het aanhouden van de anti- Britsche agitatie in Noord-China. welke ge leid wordt door menschen, die door de Ja panners beïnvloed, geïnspireerd en gecon troleerd worden. Ik voel mij verplicht te zeggen, dat de Britsche regeering genoodzaakt zal zijn, den toestand zeer ernstig onder de oogen te zien, indien deze agitatie, deze aanval len op Britsche belangen en Britsche rechten ongebreideld voortduren. Dat zou een succesvol einde der onderhandelin gen zeer moeilijk maken. Het doel, dat wij ons voor oogen hou den, is een billijke en rechtvaardige rege ling van den strijd in China". Ten aanzien van de kwesties, welke zich hebben voorgedaan naar aanleiding van de uitlevering ivan het zilver in de concessie van Tientsin, zeide Chamberlain, dat deze kwesties niet beperkt blijven tot. Tientsin, noch Engeland alleen raken. „Daarom is het volkomen zeker, dat wij niet over kwes ties van dezen aard kunnen discussiecren zonder de meest volledige aansluiting met andere landen, wier belangen op dezelfde wijze als de onze daarbij betrokken zijn." De regeering hecht een zeer groot belang aan samenwerking, waar samenwerking mogelijk en wenscheiijk is en wij hebben nimmer nagelaten de regeering der Ver- cenigde Staten op de hoogte te houden van al wat wij doen of voornemens zijn te doen. De Britsch-Poolsche besprekingen Sprekende over de onderhandelingen met Polen zeide Chamberlain, dat de moeilijk heid niet gerezen was in verband met den aankoop van wapenen uit andere landen dan Groot-Brittannië, hoewel het een moei lijkheid was, welke verband hield met een verzoek van de Poolsche regeering voor een leening in goud. De „woordenoorlog" Ik kan de gedachte niet van mij afzetten, zoo vervolgde spr., dat zoo wij slechts een einde zouden kunnen maken aan den „woor denoorlog'' en in aansluiting daarop een actie zouden ondernemen tot herstel van het vertrouwen der volken in de vredelie- ende bedoelingen van alle Europeesche staten, er geen vraagstuk zou zijn, dat niet door vreedzame bespreking opgelost zou kunnen en moeten worden. Indien dat bereikt zou kunnen worden, zou de winst van alle betrokken partijen onschatbaar zijn. Indien daarentegen een oorlog zou uitbre ken, dan is welke partij ook de eindover- ïing zou behalen niets zekerder dan dit: overwinnaar en overwonnene zouden een afschuwelijken oogst van menschelijk lijden en menschelijke ellende hebben in te zamelen. Ik geloof dat die groote, diepe en fundamenteele waarheid begint door te dringen in den geest van de regeerders en in dien van de volken tegelijkertijd en slechts op dat geloof, aldus besloot Cham berlain, steunt mijn hoop, dat wij nog een middel zullen vinden, om te ontkomen aan de nachtmerrie van het oogenblik en terug te treden in het zonlicht van den vrede' (Toejuichingen). Motie verworpen De motie tot het verdagen van de begroo ting voor buitenlandsche zaken, welke w ingediend door de liberale oppositie en na aanleiding waarvan de debatten over buitenlandsche politiek werden gehouden, is door het lagerhuis ten slotte met 26 gen 130 stemmen verworpen. DE BESPREKINGEN TE TOKIO Voorloopig accoord inzake Tientsin? Volgens „United Press" is Engeland met Frankrijk en de Vereenigde Staten besprekingen begonnen over den Japan- schen eisoh tot erkenning van de door de Japanners beschermende valuta ln China en over de overdracht van de ten behoeve van Tsjang Kai Sjek bij Brit sche en Fransche banken te Tientsin ge deponeerde S00.000 pond aan zilver. Intusschen vernemen wij. dat een voorloopige overeenstemming is bereikt te Tokio betreffende de Enjgelsoh-Japan- scho samenwerking in Tientsin, om te voorkomen, dat de concessie aldaar de basis wordt van anti Japansch terroris me. Engeland zou de vier gearresteerde Chineezen willen uitleveren, indien Ja pan de blokkade opheft. Verder zou besloten zijn, dat de Engelsehe politiemacht in de concessie uitgebreid wordt en dat de Japansche politie zal wor den toegestaan, te helpen bij het opsporen van anti-Japansehe complotten, ofschoon men in Britsche kringen verzekert, dat dit niet beteekent, dat aan de Japansche politie binnen de concessie eenige uitvoerende macht wordt toegestaan. De overeenstem ming zou ook voorzien in een uitgebreidere Britsch-Japansehe samenwerking bij het uit wisselen van inlichtingen aver anti-Japan sehe samenfflweringon, die haar oorsprong vinden in de concessie. Hoewel Chamberlain in het lagerhuis ver klaard heeft, dat over de mogelijke opzeg ging van het handelsverdrag met Japan be sprekingen met de Dominions worden ge voerd, wijzen de laatste informaties erop, dat Engeland meer reserve aan den dag legt., om hel Amerikaansohe voorbeeld te volgen, te meer daar de Britten er aan twijfelen, of Washington wel een embargo op den han del met Japan zal leggen na afloop van het verdrag met Japan, 26 Januari a.s. Een dertigtal Joodsche vrouwen in Pale ilina, de eciitgenooten \an Joodsche gevan genen, die in voedselstaking waren gegaan, hebben het voorbeeld hunner mannen ge volgd. Sedert Zaterdag hebben zij een toe vlucht ge-zocht in de synagoge te Tel-Aviv, waar zij ieder voedsel weigeren. De Joodsche autoriteiten hebben herhaaldelijk getracht de vrijlating van de gevangenen te bew en alle andere pijnen VAN MIJNHARDT Oud-oorlogsveteraan wilde zijn land dienen Hij kon alleenkindermeisje worden! 1 Generaal Sir Hubert Gough, in den wet reldoorlog commandant van het Vijfde Brit sche legercorps, dat vocht aan de Somme en' bij Yperen, hoeft, ingeval van een nieuwen oorlog een functie toegewezen gekregen, iio wel hemelsbreed verschilt van zijn werk tij dens den grooten oorlog: hij zal behulp zaam moeten zijn bij de evacuatie van kin deren uit een school in de Londensclie voor stad Futham. Verontwaardiging bij den 69-jarigen gene-i raai. „Ilc richtte mij indertijd", zoo vertelda hij, „lot minister Chamiberlain, sir John An derson en sir Auckland Geddcs en stelde mij beschikbaar om in tijd van oorlog nujn land te dienen. Men heeft van mijn adressen geen notitie genomen. Later kreeg ik en brief van het ministerie van Arbeid, waar in men mij vroeg, of ik goed kon koken, of ik iets van karnpeeren wist en of ik goed met kinderen kon omgaan. Ik antwoordde, dat ik wel het een en ander kon klaarmaken Ik zei, dat ik een ei kon koken, kon thee zetten en dat ik in tijd van nood ook wel spek zou kunnen bakken. Ik schreef ook. dat ik zeer veel van karnpeeren afwist, maar totaal niets van kinderen.". „Dat bleek het ministerie evenwel in het geheel niet af te schrikken", zoo vertelde do generaal verder. „Men stuurde mijn dossier naar den Londenschen graatscliapsraad en na een poosje ontving ik een circulaire van' de afdeeling onderwijs, van den raad, waar in men wees op de behoefte aan vrijwilligers om behulpzaam te zijn bij de evacuatie van kinderen. Men wilde weten, of ik gezond verstand had en of ik in tijden van hoogspanning mijn hoofd koel zou kunnen houden. En nu weer, ik wat ik in tijd van mobilisatie moet doen. Ik heb mij orders al gekregen". Toen een bezoeker van den eeneraal naar voren bracht, dat er wellicht een fout was gemaakt met zijn naam of adres, was het antwoord: „Neen. dat is onmogelijk, want alle brieven waren gericht aan „Generaal, sir Hubert Gough". Vanv'ege de afdeeling onderwijs van den graaifschapsraad werd verklaard, dat men het aanbod van den ge neraal had aanvaard, omdat men den naam generaal sir Hubert Gough als een goede reclame beschouwde. Generaal Gough blijkt intusschen wel hee] andere gedachten omtrent die hulp te hcihben gekoesterd. „Ik had de dee", zoo verklaarde hij, „dat Chamberlain mij mis schien als amlbassadeur naar Spanje zou willen zenden of mij een post zou geven bij- de voedselvoorziening, doch het schijnt, dat i-k nuttiger ben als kindermeisje. Toch is er nog altijd een baan, waar ik niet te oud voor ben: premier. Chamiberlain is immers zeventig?" Intusschen is generaal Goupih niet de' eenige. Enkele maanden geleden bood ook' veldmaarschalk lord Milne. d:e 72 jaar oud is, en zeven jaar lang chef is geweest van den generalen staf, zicih aan als vrijwilliger op het ministerie voor Luchtvaart. Doch" ook hij kreeg nul op ihet rekest, zoo vertelt de Daily Telegraph. GEMENGD NIEUWS SELLINGEN, 1 Augustus. Aan het Rui ten A-kanaai onder de gemeente Selldngen is gastermiddag een tragisch ongeluk ge beurd, waarbij een li-jarige scJhe-epsjager is gedood. De jongen liep achter zijn paard, dat een schip trok, toen het tuig plotseling brak. De knu pip eist allo waaraan de jaag- lijn was bevestigd, schoot los en sloeg den jongen tegen de borst. De jongeman was vrijwel onmiddellijk dood AJTNITEM. 1 Augustus. De rechtbank te Arnlhem heeft uitspraak gedaan in de zaak tegen een 18-jarigen monteur J. J. M. H, te Berkel en Rodenrijs, die een zwerftoolvt maakte met een minderjarig meisje en twee inbraken pleegde in kiosken. In Apel doorn. waar hij een bedien,die van een ben zinestation tegen den grond sloeg, werd hi/ gearresteerd. De rechtbank veroordeelde hem overeenkomstig den eisch o.m. tot 2 jaar gevangenisstraf, door te brengen in de jeugdgevangenis te Zutfen- 'een verhaal uit het midden der vorige eeuw door DI.J.A.V155CHER. (20 Een echte moeder! Niet alleen wat haar fraaie zijden japon betrof, met kanten shawl over de schouders, en kostbare ju- weelen speelden. Niet alleen haar heele verschijning zooals zij daar Benecia tegmoet trad, maar vooral haar innig lieve gezicht, waarop de zorgen wel sporen hadden nagelaten, maar waar toch de vreugde en de goedheid afstraalden. Zij liep op Benecia toe, keek haar heel ernstig aan, alsof ze haar aanstaande schoondochter in de ziel wilde lezen, en riep toen overgelukkig uit: „O John! en mag ik nu moeder zijn van dat lieve kind?" Allen lachten hartelijk over deze ontboezeming, en ze schaamde zich een heel klein beetje, maar het was een goed begin van de vreugde die nu ging aanbreken. Het waren schoone dagen op New Home gedurende het verblijf van het gezelschap uit Monterey. Don Mariano kon het allerbest vinden met den ouden En- gelschman. Diens gedachten waren zoo volkomen gegrond op de werkelijkheid, dat don Mariano al meer overtuigd werd, dat met zulke mannen in het bestuur van het land, de beste waarborgen vo^r ue welvaart waren verzekerd. Vooral omdat eerlijk werd verklaard dat de oorspronkelijke bewoners hun recht moesten behouden, en dat de blanken eigenlijk maar indringers waren. Op de vraag of het land in voorspoed zou kunnen toenemen als die blanken eens niet waren gekomen en alles aan de Mes tiezen-bevolking was overgelaten, moest don Mariano op grond van de historie van vele jaren antwoorden, dat daar van ge.en sprake was. „Maar zonder het Evangelie is toch alles tevergeefsch" zoo mengde de oude mevrouw zich in het gesprek. „Rust in het hart geeft rust in het huis en rust in het land. Alleen wanneer de stelregel wordt gevolgd: eerst God, dan een ander en daar na wij. Zoo leert mij mijn Heiland in Zijn Woord", „Helaas heeft mijn regeering dat niet begrepen vroeger'', verklaard don Mariano eerlijk. „Want vroeger was hier wel vaart, toen eenvoudige monniken, gedreven door hooger lief de, zich aan de Indianen wijdden, maar de zoogenaamde ver lichting heeft alles weggevaagd, en de ruïnes van de kloosters de kerken en de dorpen zijn er het voorbeeld van". Toen hij dat zeide, dacht hij aan den bewaker van de ruïne van don Carlos. Hij was op het punt om naar den ouden In diaan te vragen, maar hij waagde het niet, omdat hij bang was dat hij dan verder zou moeten gaan. Na verloop van eenige dagen werd de terugreis aanvaard, nadat er verschillende besluiten waren genomen. Tegen een huwelijk van Benecia en John kon niemand meer bezwaar hebben, vooral omdat de bisschop zoo innig hartelijk had gesproken. Ook was er een groote vriendschap ontstaan tusschen den planter en den Mesties uit Monterey, en dat zou het land on getwijfeld ten goede komen. Maar wie zal de liefde peilen die er bestond tusschen de moeder van John en Benecia? Och, wat was dat lieve kind nog onkundig in allerlei, waarvan het hart der moeder vervuld was! Haar geestelijke opvoeding was wel wat te kort gekomen, en dat ze zulk een vroom gemoed had behouden ondanks het slechte onderricht was alleen te danken aan de gesprekken met den vromen bisschop. Maar mevrouw Vancouver wist alles zoo duidelijk uiteen te zetten en alles in zulk een bekoorlijk licht te plaatsen dat Benecia met een rijken geestelijken zegen nar.* Monterey ver trok en innig verlangde naar de dagen waarop ze voor goed aan de zijde van John op de plantage mocht wonen en zich mocht wijden aan de zorg voor de Indianen van de hacienda. Korten tijd nadat deze feestelijke dagen waren afgeloopen doolde John over de velden in een ietwat mistroostige stem ming. Het was als een droom geweest wat hij had beleefd. Wat kon er in weinige dagen veel gebeuren! Zijn gedachten waren bij Benecia. Hij steeg van zijn paard, bond het vast en ging op een boomstronk zitten mijmeren. Plotseling kraakten achter hem de takken. Hij vloog op en greep zijn pistool, maar er dreigde geen gevaar. De oude Indiaan, kapitein don Carlos, stond met een grijns van genoegen op zijn gerimpelde kaken tegenover hem. „Jij weer terug, don Carlos?" vroeg John. „Wij dachten dat je dood was. Dat de Vasquez je te pakken had gekregen!" De Indiaan lachte. „Hij denkt dat! Luister, Senor! oude don Carlos volgde don de Vasquez als een schaduw. Toen bij de Rio Grande. Daar aan rivier ging hij met mannen. Schurken Senor! Met paar den gestolen. Om over de grens te gaan. Ik zag. En zij fcagen mij. Toen veel geschiet op mij en ik mij pardoes in water laten vallen. Maar niet gewond. Schoten verkeerd. En toen". ging hij schaterlachend verder. „Nou Indiaan pas voor goed dood voor Vasquez. Nou hem volgen als doode schaduw. Want Senor, hij wraak gezworen op u. Vreeselijke wraak. Met booze mannen afspraak, vele mannen. Ik geluisterd. Maar kapitein don Carlos waakt voor oude donna en voor senor. Nu niet ge vaarlijk. Denkt ik niet meer ben. Daarom weggebleven een tijd, maar nu weer als jager op wild. Want Vasquez slecht voor Roodhuid". John moest hartelijk lachen om het verhaal. „En wat doet ge nu?'" vroeg hij. „Gaat ge mee naar de hoeve? „Neen, niet!" verzekerde de Indiaan. „Juist niet. U alleen weet Indiaan leeft en vangt Vasquez. Luister Senor. Vasquez razend over u en donna Benecia, die de Heiligen mogen ze genen. Woedend! Maar Viola gemerkt. Jaloersch. Ook woe dend! Want Viola zijn geliefde, u weet. En toen twist. En toen Vasquez zweep, en Viola hard geslagen. En toen Viola bij arme ouders in dorp Sanito. Arm kind. Zij verleid door mooie woorden. Ik vragen zij naar uw moeder gaan. Om troost. Goed?" „Zeker, don Carlos, dat is goed. En als ik alles goed be grijp dan mag voorloopig ook niemand weten dat jij nog leeft. Ik zal het geheim bewaren". „Totdat ik zelf kom", zei de Indiaan. „Gegroet, Senor Ik ga". Hij verdween weer in het woud en John keerde vol gedach ten terug naar de hoeve. Hij mocht wel niet verder bekend maken dat de oude In diaan nog leefde, maar voor zijn ouders had hij geen gen heimen. (Wordt vervoïg'djji

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 2