Hoofdpijn
Gemengd Bloed
Chamberlain over de vredes-problemen
Hartjes
DINSDAG I AUGUSTUS 1939
EERSTE BLAD PAG. 2
RONDBLIK
Pas op de plaats
Eens te meer hebben in het Engelsche
Lagerhuis de oppositiepartijen hun onge
rustheid en hun ongeduld aan den óag ge
legd, waar het de verdere afronding van 't
zoogenaamde vredeefront, de anti-agressie-
coalitie betreft. Hun woordvoerders blijven
de mecning aan den dag leggen, cat zonder
een hechte en snelle overeenkomst met
Sovjet-Rusland deze vredesverzekering in
feite geen enkelen waarborg biedt, en. der
halve dringen zij aan op beslissingen, die
huns inziens reeds lang hadden dienen te
zijn genomen.
Tegenover deae drift tot daden, die hij
in zijn hart zeer goed zal kunnen billijken,
neemt Chamberlain ook thans weer een
houding van rustige onverzettelijkheid aan.
Hij plaatst zich als het ware dwars voor de
onderhandelaars, die te Moskou hun einde-
looze besprekingen botvieren, en dekt hen
met zijn rug, /.onder dat hij omtrent hun
„faits et gestes" in het verre Rusland iets
van substantie wenscht mee te deelen Het
thema van öcn premier blijft maar steeds
afwachten en nog eens afwachten. Dat hij
daarbij zich alleen in zooverre duidelijk wil
uiten, waar hij de schuld omtrent deze
diplomatieke traagheid van eigen land af-
wendt, moet aan zijn ondervragers weinig
bevrediging geven. Het Engelsehe parle
ment gevoelt zich onbehaaglijk in eer. over
gangstoestand, die maar niet eindigen wil.
én land en wereld' overlaat aan de sensatie
.van mogelijk iplotseling uitbrekende Duit-
sche verrassingen.
Wij kunnen ons indenken, dat een der
woordvoerders, over Danzig reppende, graag
precies wilde aangeduid zien, waar de
streep lag, die de Duitschers niet zouden
mogen overschrijden, zoncer zich den oor
log met Engeland op den hals te halen Doch
ook in dit opzicht is de premier zijn onder
vragers niet terwille geweest; het moet voor
hem ook schier ondoenlijk zijn, in aange
legenheden, waaraan naar den mensch ge
sproken het lot der huidige wereld hangt,
zoozeer van tevoren de puntjes op de i te
zetten. Men spreekt niet ten onrechte van
„politiek klimaat", waarmee men het totaal
van gevoelens en omstandigheden aan-
c'uidt, hetwelk op een bepaald historisch
moment voorhanden is. Zulks van tevoren
te bepalen, is niet wel mogelijk.
Ten opzichte van China is Chamiberlain
iets duidelijker geweest. Of het is onderden
invloed der nieuwe Amerikaansohe houding,
tot uiting gekomen bij de opzegging van
het Japansoh-Amerikaansche handelsver
drag, of uit andere oorzaak, is zonder meer
niet te zeggen; in elk geval is zonder veel
omihaal aan den dag getreden, dat Engeland
zich niet te Tokio in een verschovan ipositie
heeft laten dringen, en dat het het vraag
stuk van de Chineesohe valuta niet onder
ide oogen zal zien, zonder daarbij met de
overige betrokken partijen overleg te plegen.
In dit opzicht is er reden, om over de ver
klaringen van den Britschen premier ver
heugd te wezen.
Overigens heeft dit geheele parlementaire
débat opnieuw aangetoond, hoe verward en
hopeloos verdeeld de wereld heden ten dage
is, en dat het eenige remedie namelijk het
onderling vertrouwen, wel kan worden voor
geschreven, doch daarom nog niet aange
wend. De vraagstukken lijken inderdaad ver
hoven menschelijke kracht te liggen, en
meer can ooit noopt de nood tot het behar
tigen van den roep naar geestelijke en mo
reele herbewapening, waarin alleen uit
komst te vinden is.
Groote gaten werden in het plaveisel
geslagen, toen het noodweer in den Bosch
huishield en ernstige verwoestingen aan
richtte
Er is vóór alles vertrouwen
noodig
De militaire missie naar
Moskou
Engelands politiek in het
Verre Oosten ongewijzigd
Gister heeft Chamberlain in het
Engelsehe lagerhuis meegedeeld, dat de
Russische, Fransche en Britsche regee
ringen het tot nog toe niet eens zijn kun
nen worden ten aanzien van een defini
tie van de term ..indirecte agressie", hoe
wel alle drie inzien, dat een indirecte
agressie even gevaarlijk kan zijn als een
directe en hoewel alle drie wenschen, een
bevredigende methode te vinden, om te
gen die agressie op te treden.
Voorts zeide hij, dat zoo spoedig moge
lijk, waarschijnlijk nog deze week, Brit
sche en Fransche vertegenwoordigers
naar Moskou zullen worden gezonden
voor het houden van militaire besprekin
gen.
Aan het hoofd der Britsche delegatie
zullen staan admiraal Sir Reginald Drax,
luchtmaarschalk Sir Charles Burnet en
majoor Heywood.
Het debat over de buitenlandsche poli
tiek in het lagerhuis werd geopend door
den liberalen afgevaardigde Sinclair,
die o.a. zeide:
„Laat mij het ronduit verklaren, dat de
indruk bestaat, dat Chamberlain nog ster
ker naar pacificatie neigt en nog minder
resoluut is in zijn verzet tegen agressie. Het
is ten zeerste noodig, dat de premier
sommige zijner aanhangers duidelijk maakt
dat het verzet tegen agressie en de organi
satie van een vredesfront de politiek van
hemzelf en van de regccring is.
Sinclair zeide vervolgens, dat het huis
eigenlijk niet voor eén lange periode ver
daagd mag worden, alvorens de onderhan
delingen met Rusland voltooid zijn. Reeds
lang te voren had men het huis volledig
verslag over de onderhandelingen moeten
uitbrengen.
Sinclair zeide ervan overtuigd te zijn. dat
de sovjets een overeenkomst in het belang
van Rusland achten. Engeland wenscht de
hulp van Rusland, maar daarvoor moet het
het waas van wantrouwen jegens de Sovjet
unie verscheuren.
„Het is boven eiken twijfel verheven, al
dus besloot Sinclair, dat Engeland Polen
moet steunen bij een aanval tegen Danzig,
doch wanneer begint die aanval? Is er iets.
behalve een volledige bezetting van Danzig,
bijvoorbeeld de uitdrijving van alle Pool-
sche ambtenaren uit de vrije stad en de
proclamatie van Danzig tot deel van
Duitschland, dat de Engelsehe regeering
Is een agressie zou beschouwen?
De regeering moet het lagerhuis en Dan
zig zeggen, welke gedragslijn" zij ten aan
zien van Danzig zal volgen.
Vervolgens kwam de labourafgevaardigde
Dalton aan het woord, die de vertraging
in de onderhandelingen te Moskou ernstig
noemde en zeide: „Indien wij konden berei
ken, dat Rusland, naast Frankrijk en ons
staat, dat een pact, uitgewerkt door solda
ten, zeelieden en vliegers van de drie lan
den, wordt geteekend, en indien Hitier
daarvan zeker was, dan is het geen over
drijving te zeggen, dat wij dit jaar en mis
schien zelfs voor een lange periode geen
oorlog zouden hebben"
„Dit diplomatieke getreuzel, aldus ver
volgde Dalton, is zonder precedent Zij,
die er voor verantwoordelijk zijn, dragen
ook dé verantwoordelijkheid voor het in ge
vaar brengen van den wereldvrede."
Dalton sprak de hoop uit, dat de militaire
vertegenwoordigers voor Moskou den poli
tici een voorbeeld zu'len geven en spoedig
tot een resultaat zullen komen.
Ten slotte gaf Dalton nog zijn misnoegen
tc kennen over den langen duur van de on
derhandelingen met Polen, zeggende, dat
het in het belang van Engeland is, dat Po
len spoedig machtig wordt, terwijl hij den
minister van buitenlandsche zaken, lord
Halifax beklaagde, die volgens hem de ge
vangene is van zijn collega's.
Chamberlain spreekt
Hierop nam minister-president Cham
berlain het woord; hij werd luid toege
juicht toen hij zich daartoe van zijn zetel
verhief.
De premier ving aan met te zeggen, dat
het de eerste maal was, dat voor het reces
de buitenlandsche politiek besproken werd
en dat er zeer zeker niet aan getwijfeld kon
•orden, dat er meer dan één centrum van
onrust is. zoodat het vanzelf sprak, dal het
Huis inlichtingen van hem wenschte.
In een positie als die van het oogenblik,
/aarin een aantal onderhandelingen met
buitenlandsche mogendheden gevoerd wor
den, waarvan sommige van een zeer deli-
caten aard, meende hij, dat men zeer voor
zichtig moest zijn met wat men zeide en in
liet bijzonder geen verschillen moest over-
Dalton, aldus Chamberlain, bewijst het
land geen goeden dienst, door voortdurend
te suggcreeren, dat de regeering verdeeld is
aanzien van de groote politieke lijnen.
Iels aangenamers voor eventueele vijanden
dan h?t denkbeeld, dat de eerste minister
minder vast besloten dan de minister van
buitenlandsche zaken was bij de uitvoering
de politiek van dezen, kon Chamber-
lani zich niet voorstellen, tenzij het de
boosaardige poging was om wantrouwen bij
de bondgenooten te zaaien, door al datgene
den minister in den mond te leggen, dat in
kranten te vinden is of door journalisten
wordt gefluisterd.
Wij hebben een goed gebruik van onzen
tijd gemaakt. Onze defensie is thans inder
daad van formidabel karakter.
De regelingen, die wij in samenwerking
rnet Frankrijk reeds hebben getroffen met
Polen en Turkije, zijn van belang bij den
opbouw van het vredesfront. Deze landen
zijn van zichzelven zoo gelegen en geconsti
tueerd, dat zij vitale en wezenlijke factoren
zijn in eenig vredesfront dat wordt opge
bouwd.
Wij hebben Griekenland en Roemenië de
verzekering gegeven, dat zij niet zonder
vrienden in de wereld staan en dat zij niet.
zonder degenen zijn, die erkend hebben, dat
zij het voorwerp van een aanval zouden
kunnen worden en die beloofd hebben hun
te hulp te komen, indien zij zouden worden
aangevallen.
Uit Daltons rede blijkt, dat het vredes
front voor hem slechts één mogendheid van
eenige beteekenis inhoudt, n.l. Rusland.
Zoowel Dalton als Sinclair hebben laten
doorschemeren, dat naar hun meening de
schuld voor de vertraging in de onderhan
delingen met Rusland geheel bij Engeland
ligt
Indien, aldus de premier, ik mij beperk,
indien ik weiger in discussie te treden over
de verschillen, die het tot stand komen
een overeenkomst tot dusverre verhinderd
hebben, dan is dat een maatstaf voor de op
rechtheid van mijn verlangen tot een over
eenkomst te komen. Ik kan het Huis de ver
zekering geven, dat het eenige zelfbehecr-
sching heeft gevergd niet over te gaan tot
correctie van den verkeerden indruk, dien
Dalton heeft trachten te doen ontstaan. Om
diezelfde reden zal ilc geen historisch
zicht van de onderhandelingen met Rusland
geven, omdat ik zeer wel weet, dat er in
andere landen menschen zijn, die zeer na
ijverig de vorderingen onzer overeenkom
sten gadeslaan en zeer verheugd zouden
zijn met alle munitie, die zij zouden kun
nen gebruiken om verdeeldheid tusschen
de Sovjet-regeering en ons te zaaien.
Het geschil met Moskou
Het is natuurlijk geen geheim, dat de
Russische regeering en de samenwerkende
Fransch-Britsche regeeringen er tot dus
verre niet in geslaagd zijn, tot een voor
alle partijen bevredigende definitie van
den term „indirecte agressie" te komen,
ofschoon de drie regeeringen beseffen, dat
een indirecte agressie even gevaarlijk als
een directe kan zijn en alle drie regeerin
gen verlangen, een bevredigende methode
te vinden, om tegen die agressie op te
treden. Tezelfder tijd hoeden wij ons er
ten zeerste voor om ook maar den schijn
op ons te laden dat wij inbreuk willen
maken op de onafhankelijkheid van an
dere staten.
Indien Engeland en Frankrijk het niet
met de sovjet-regeering eens zijn over de
definitie van de „indirecte agressie'', dan
is dat juist, omdat de formule, die zij be
pleit, naar onze meening die, door ons
verworpen, beteekenis heeft.
Ongetwijfeld gebruiken de Britsche en
Fransche regeeringen meer tijd voor haar
antwoorden, doch Molotof voert zijn onder
handelingen ter plaatse, terwijl de ambas
sadeurs van Engeland en Frankrijk zich tot
hun regeeringen hebben te wenden en ook
onderling overleg hebben te plegen.
Wij toonen zeker groot vertrouwen en een
oprecht verlangen tot een overeenkomst te
komen, wanneer wij er in toestemmen, sol
daten, zeelieden en vliegers naar Rusland
tc zenden, om te bespreken, hoe wij mili
taire plannen kunnen opstellen, nog vóór
wij de verzekerirtg hebben, dat wij op de
politieke punten tot overeenstemming zul
len komen.
De Russische commissaris voor buiten
landsche zaken heeft echter als zijn mee
ning te kennen gegeven, dat, wanneer
wij een begin zouden maken met militaire
besprekingen waaraan hij groote waar
de hecht - de politieke moeilijkheden
niet onoverkomelijk zouden blijken te zijn.
Die verklaring heeft bij ons den door
slag gegeven, toen wij tot dit ongewone
besluit kwamen.
Het is de oprechte hoop van de Fran
sche en Britsche regeeringen, dat de ver
wachtingen van Molotof bewaarheid zul
len worden.
Het vraagstuk Danzig
Ten aanzien van Danzig zeide Chamber
lain: „De bezorgdheid in Europa heeft op
het oogenblik de neiging, zich rondom Dan
zig te concentreeren.
Op 10 Juli j.l. heb ik in het huis een ver
klaring over Danzig afgelegd. Ik besef, dat
een toevoeging aan die verklaring haar
geenszins zou versterken en ik wensch niets
te doen. om haar te verzwakken. De plaat
selijke toestand te Danzig heeft veel be
zorgdheid onder het publiek veroorzaakt
vereischt klaarblijkelijk de zeer nauwlet
tende aandacht.
Sommige persberichten over de militarl-
satie, die hoeft plaats gehad, waren echter
ongetwijfeld overdreven
Sedert lord Halifax' de verklaring heeft
afgelegd, dat hij zich niet onnoodig bezorgd
innakte, hebben zich grensincidenten i
gedaan, die de spanning eer hebben
sterkt dan verminderd, doch de Poolsche
regeering, die de meest bewonderenswaar
dige kalmte heeft getoond (algemcene toe
juichingen! kan men. daarvan ben ik over
tuigd, toevertrouwen, dat zij zal volharden
in een wijs staatsmanschap en wijze zelf-
behecfsching."
De houding jegens China
Sprekende over het Verre Oosten, zeide de
minister-president: „Ook hier wil ik zeggen,
dat het onze zaak niet bevordert, wanneer
men suggereert, dat in de formule van de
overeenkomst te Tokio dingen moeten wor
den gelezen, die de regeering reeds heeft
tegengesproken, die aanleiding moeten ge
ven tot bezorgdheid en verslagenheid in
China en die niet een voorzichtig en onpar
tijdig onderzoek van de formule doen ver
onderstellen
De formule is de vaststelling van een feit.
Zij beteekent geen wijziging in de politiek,
noch de toekenning van de rechten van
oorlogvoerende aan Japan. Zij is ook geen
verraad aan de Britsche belangen in China
en bedoelt niet de rechten van derde par
tijen af te staan.
Ongetwijfeld zijn er vele moeilijkheden bij
de kiesche onderhandelingen, die worden
voortgezet en niet de minste van die moei
lijkheden is het aanhouden van de anti-
Britsche agitatie in Noord-China. welke ge
leid wordt door menschen, die door de Ja
panners beïnvloed, geïnspireerd en gecon
troleerd worden.
Ik voel mij verplicht te zeggen, dat de
Britsche regeering genoodzaakt zal zijn,
den toestand zeer ernstig onder de oogen
te zien, indien deze agitatie, deze aanval
len op Britsche belangen en Britsche
rechten ongebreideld voortduren. Dat zou
een succesvol einde der onderhandelin
gen zeer moeilijk maken.
Het doel, dat wij ons voor oogen hou
den, is een billijke en rechtvaardige rege
ling van den strijd in China".
Ten aanzien van de kwesties, welke zich
hebben voorgedaan naar aanleiding van de
uitlevering ivan het zilver in de concessie
van Tientsin, zeide Chamberlain, dat deze
kwesties niet beperkt blijven tot. Tientsin,
noch Engeland alleen raken. „Daarom is
het volkomen zeker, dat wij niet over kwes
ties van dezen aard kunnen discussiecren
zonder de meest volledige aansluiting met
andere landen, wier belangen op dezelfde
wijze als de onze daarbij betrokken zijn."
De regeering hecht een zeer groot belang
aan samenwerking, waar samenwerking
mogelijk en wenscheiijk is en wij hebben
nimmer nagelaten de regeering der Ver-
cenigde Staten op de hoogte te houden van
al wat wij doen of voornemens zijn te doen.
De Britsch-Poolsche besprekingen
Sprekende over de onderhandelingen met
Polen zeide Chamberlain, dat de moeilijk
heid niet gerezen was in verband met den
aankoop van wapenen uit andere landen
dan Groot-Brittannië, hoewel het een moei
lijkheid was, welke verband hield met een
verzoek van de Poolsche regeering voor een
leening in goud.
De „woordenoorlog"
Ik kan de gedachte niet van mij afzetten,
zoo vervolgde spr., dat zoo wij slechts een
einde zouden kunnen maken aan den „woor
denoorlog'' en in aansluiting daarop een
actie zouden ondernemen tot herstel van
het vertrouwen der volken in de vredelie-
ende bedoelingen van alle Europeesche
staten, er geen vraagstuk zou zijn, dat niet
door vreedzame bespreking opgelost zou
kunnen en moeten worden.
Indien dat bereikt zou kunnen worden,
zou de winst van alle betrokken partijen
onschatbaar zijn.
Indien daarentegen een oorlog zou uitbre
ken, dan is welke partij ook de eindover-
ïing zou behalen niets zekerder dan
dit: overwinnaar en overwonnene zouden
een afschuwelijken oogst van menschelijk
lijden en menschelijke ellende hebben in te
zamelen. Ik geloof dat die groote, diepe en
fundamenteele waarheid begint door te
dringen in den geest van de regeerders en
in dien van de volken tegelijkertijd en
slechts op dat geloof, aldus besloot Cham
berlain, steunt mijn hoop, dat wij nog een
middel zullen vinden, om te ontkomen aan
de nachtmerrie van het oogenblik en terug
te treden in het zonlicht van den vrede'
(Toejuichingen).
Motie verworpen
De motie tot het verdagen van de begroo
ting voor buitenlandsche zaken, welke w
ingediend door de liberale oppositie en na
aanleiding waarvan de debatten over
buitenlandsche politiek werden gehouden,
is door het lagerhuis ten slotte met 26
gen 130 stemmen verworpen.
DE BESPREKINGEN TE TOKIO
Voorloopig accoord inzake
Tientsin?
Volgens „United Press" is Engeland
met Frankrijk en de Vereenigde Staten
besprekingen begonnen over den Japan-
schen eisoh tot erkenning van de door
de Japanners beschermende valuta ln
China en over de overdracht van de ten
behoeve van Tsjang Kai Sjek bij Brit
sche en Fransche banken te Tientsin ge
deponeerde S00.000 pond aan zilver.
Intusschen vernemen wij. dat een
voorloopige overeenstemming is bereikt
te Tokio betreffende de Enjgelsoh-Japan-
scho samenwerking in Tientsin, om te
voorkomen, dat de concessie aldaar de
basis wordt van anti Japansch terroris
me. Engeland zou de vier gearresteerde
Chineezen willen uitleveren, indien Ja
pan de blokkade opheft.
Verder zou besloten zijn, dat de Engelsehe
politiemacht in de concessie uitgebreid
wordt en dat de Japansche politie zal wor
den toegestaan, te helpen bij het opsporen
van anti-Japansehe complotten, ofschoon
men in Britsche kringen verzekert, dat dit
niet beteekent, dat aan de Japansche politie
binnen de concessie eenige uitvoerende
macht wordt toegestaan. De overeenstem
ming zou ook voorzien in een uitgebreidere
Britsch-Japansehe samenwerking bij het uit
wisselen van inlichtingen aver anti-Japan
sehe samenfflweringon, die haar oorsprong
vinden in de concessie.
Hoewel Chamberlain in het lagerhuis ver
klaard heeft, dat over de mogelijke opzeg
ging van het handelsverdrag met Japan be
sprekingen met de Dominions worden ge
voerd, wijzen de laatste informaties erop,
dat Engeland meer reserve aan den dag legt.,
om hel Amerikaansohe voorbeeld te volgen,
te meer daar de Britten er aan twijfelen, of
Washington wel een embargo op den han
del met Japan zal leggen na afloop van het
verdrag met Japan, 26 Januari a.s.
Een dertigtal Joodsche vrouwen in Pale
ilina, de eciitgenooten \an Joodsche gevan
genen, die in voedselstaking waren gegaan,
hebben het voorbeeld hunner mannen ge
volgd. Sedert Zaterdag hebben zij een toe
vlucht ge-zocht in de synagoge te Tel-Aviv,
waar zij ieder voedsel weigeren. De Joodsche
autoriteiten hebben herhaaldelijk getracht
de vrijlating van de gevangenen te bew
en alle andere pijnen
VAN MIJNHARDT
Oud-oorlogsveteraan wilde
zijn land dienen
Hij kon alleenkindermeisje worden! 1
Generaal Sir Hubert Gough, in den wet
reldoorlog commandant van het Vijfde Brit
sche legercorps, dat vocht aan de Somme en'
bij Yperen, hoeft, ingeval van een nieuwen
oorlog een functie toegewezen gekregen, iio
wel hemelsbreed verschilt van zijn werk tij
dens den grooten oorlog: hij zal behulp
zaam moeten zijn bij de evacuatie van kin
deren uit een school in de Londensclie voor
stad Futham.
Verontwaardiging bij den 69-jarigen gene-i
raai. „Ilc richtte mij indertijd", zoo vertelda
hij, „lot minister Chamiberlain, sir John An
derson en sir Auckland Geddcs en stelde mij
beschikbaar om in tijd van oorlog nujn land
te dienen. Men heeft van mijn adressen
geen notitie genomen. Later kreeg ik en
brief van het ministerie van Arbeid, waar
in men mij vroeg, of ik goed kon koken, of
ik iets van karnpeeren wist en of ik goed
met kinderen kon omgaan. Ik antwoordde,
dat ik wel het een en ander kon klaarmaken
Ik zei, dat ik een ei kon koken, kon thee
zetten en dat ik in tijd van nood ook wel
spek zou kunnen bakken. Ik schreef ook.
dat ik zeer veel van karnpeeren afwist, maar
totaal niets van kinderen.".
„Dat bleek het ministerie evenwel in het
geheel niet af te schrikken", zoo vertelde do
generaal verder. „Men stuurde mijn dossier
naar den Londenschen graatscliapsraad en
na een poosje ontving ik een circulaire van'
de afdeeling onderwijs, van den raad, waar
in men wees op de behoefte aan vrijwilligers
om behulpzaam te zijn bij de evacuatie van
kinderen.
Men wilde weten, of ik gezond verstand
had en of ik in tijden van hoogspanning
mijn hoofd koel zou kunnen houden. En nu
weer, ik wat ik in tijd van mobilisatie moet
doen. Ik heb mij orders al gekregen".
Toen een bezoeker van den eeneraal naar
voren bracht, dat er wellicht een fout was
gemaakt met zijn naam of adres, was het
antwoord: „Neen. dat is onmogelijk, want
alle brieven waren gericht aan „Generaal,
sir Hubert Gough". Vanv'ege de afdeeling
onderwijs van den graaifschapsraad werd
verklaard, dat men het aanbod van den ge
neraal had aanvaard, omdat men den
naam generaal sir Hubert Gough als een
goede reclame beschouwde.
Generaal Gough blijkt intusschen wel
hee] andere gedachten omtrent die hulp te
hcihben gekoesterd. „Ik had de dee", zoo
verklaarde hij, „dat Chamberlain mij mis
schien als amlbassadeur naar Spanje zou
willen zenden of mij een post zou geven bij-
de voedselvoorziening, doch het schijnt, dat
i-k nuttiger ben als kindermeisje. Toch is
er nog altijd een baan, waar ik niet te oud
voor ben: premier. Chamiberlain is immers
zeventig?"
Intusschen is generaal Goupih niet de'
eenige. Enkele maanden geleden bood ook'
veldmaarschalk lord Milne. d:e 72 jaar oud
is, en zeven jaar lang chef is geweest van
den generalen staf, zicih aan als vrijwilliger
op het ministerie voor Luchtvaart. Doch"
ook hij kreeg nul op ihet rekest, zoo vertelt
de Daily Telegraph.
GEMENGD NIEUWS
SELLINGEN, 1 Augustus. Aan het Rui
ten A-kanaai onder de gemeente Selldngen
is gastermiddag een tragisch ongeluk ge
beurd, waarbij een li-jarige scJhe-epsjager
is gedood. De jongen liep achter zijn paard,
dat een schip trok, toen het tuig plotseling
brak. De knu pip eist allo waaraan de jaag-
lijn was bevestigd, schoot los en sloeg den
jongen tegen de borst. De jongeman
was vrijwel onmiddellijk dood
AJTNITEM. 1 Augustus. De rechtbank te
Arnlhem heeft uitspraak gedaan in de zaak
tegen een 18-jarigen monteur J. J. M. H,
te Berkel en Rodenrijs, die een zwerftoolvt
maakte met een minderjarig meisje en
twee inbraken pleegde in kiosken. In Apel
doorn. waar hij een bedien,die van een ben
zinestation tegen den grond sloeg, werd hi/
gearresteerd. De rechtbank veroordeelde
hem overeenkomstig den eisch o.m. tot 2
jaar gevangenisstraf, door te brengen in
de jeugdgevangenis te Zutfen-
'een verhaal uit het midden der vorige eeuw
door DI.J.A.V155CHER.
(20
Een echte moeder! Niet alleen wat haar fraaie zijden japon
betrof, met kanten shawl over de schouders, en kostbare ju-
weelen speelden. Niet alleen haar heele verschijning zooals
zij daar Benecia tegmoet trad, maar vooral haar innig lieve
gezicht, waarop de zorgen wel sporen hadden nagelaten, maar
waar toch de vreugde en de goedheid afstraalden.
Zij liep op Benecia toe, keek haar heel ernstig aan, alsof ze
haar aanstaande schoondochter in de ziel wilde lezen, en riep
toen overgelukkig uit:
„O John! en mag ik nu moeder zijn van dat lieve kind?"
Allen lachten hartelijk over deze ontboezeming, en ze
schaamde zich een heel klein beetje, maar het was een goed
begin van de vreugde die nu ging aanbreken.
Het waren schoone dagen op New Home gedurende het
verblijf van het gezelschap uit Monterey.
Don Mariano kon het allerbest vinden met den ouden En-
gelschman. Diens gedachten waren zoo volkomen gegrond op
de werkelijkheid, dat don Mariano al meer overtuigd werd,
dat met zulke mannen in het bestuur van het land, de beste
waarborgen vo^r ue welvaart waren verzekerd.
Vooral omdat eerlijk werd verklaard dat de oorspronkelijke
bewoners hun recht moesten behouden, en dat de blanken
eigenlijk maar indringers waren.
Op de vraag of het land in voorspoed zou kunnen toenemen
als die blanken eens niet waren gekomen en alles aan de Mes
tiezen-bevolking was overgelaten, moest don Mariano op
grond van de historie van vele jaren antwoorden, dat daar
van ge.en sprake was.
„Maar zonder het Evangelie is toch alles tevergeefsch" zoo
mengde de oude mevrouw zich in het gesprek. „Rust in het
hart geeft rust in het huis en rust in het land. Alleen wanneer
de stelregel wordt gevolgd: eerst God, dan een ander en daar
na wij. Zoo leert mij mijn Heiland in Zijn Woord",
„Helaas heeft mijn regeering dat niet begrepen vroeger'',
verklaard don Mariano eerlijk. „Want vroeger was hier wel
vaart, toen eenvoudige monniken, gedreven door hooger lief
de, zich aan de Indianen wijdden, maar de zoogenaamde ver
lichting heeft alles weggevaagd, en de ruïnes van de kloosters
de kerken en de dorpen zijn er het voorbeeld van".
Toen hij dat zeide, dacht hij aan den bewaker van de ruïne
van don Carlos. Hij was op het punt om naar den ouden In
diaan te vragen, maar hij waagde het niet, omdat hij bang
was dat hij dan verder zou moeten gaan.
Na verloop van eenige dagen werd de terugreis aanvaard,
nadat er verschillende besluiten waren genomen.
Tegen een huwelijk van Benecia en John kon niemand
meer bezwaar hebben, vooral omdat de bisschop zoo innig
hartelijk had gesproken.
Ook was er een groote vriendschap ontstaan tusschen den
planter en den Mesties uit Monterey, en dat zou het land on
getwijfeld ten goede komen.
Maar wie zal de liefde peilen die er bestond tusschen de
moeder van John en Benecia?
Och, wat was dat lieve kind nog onkundig in allerlei,
waarvan het hart der moeder vervuld was! Haar geestelijke
opvoeding was wel wat te kort gekomen, en dat ze zulk een
vroom gemoed had behouden ondanks het slechte onderricht
was alleen te danken aan de gesprekken met den vromen
bisschop.
Maar mevrouw Vancouver wist alles zoo duidelijk uiteen
te zetten en alles in zulk een bekoorlijk licht te plaatsen dat
Benecia met een rijken geestelijken zegen nar.* Monterey ver
trok en innig verlangde naar de dagen waarop ze voor goed
aan de zijde van John op de plantage mocht wonen en zich
mocht wijden aan de zorg voor de Indianen van de hacienda.
Korten tijd nadat deze feestelijke dagen waren afgeloopen
doolde John over de velden in een ietwat mistroostige stem
ming. Het was als een droom geweest wat hij had beleefd.
Wat kon er in weinige dagen veel gebeuren!
Zijn gedachten waren bij Benecia. Hij steeg van zijn paard,
bond het vast en ging op een boomstronk zitten mijmeren.
Plotseling kraakten achter hem de takken.
Hij vloog op en greep zijn pistool, maar er dreigde geen
gevaar.
De oude Indiaan, kapitein don Carlos, stond met een grijns
van genoegen op zijn gerimpelde kaken tegenover hem.
„Jij weer terug, don Carlos?" vroeg John. „Wij dachten
dat je dood was. Dat de Vasquez je te pakken had gekregen!"
De Indiaan lachte.
„Hij denkt dat! Luister, Senor! oude don Carlos volgde don
de Vasquez als een schaduw. Toen bij de Rio Grande. Daar
aan rivier ging hij met mannen. Schurken Senor! Met paar
den gestolen. Om over de grens te gaan. Ik zag. En zij fcagen
mij. Toen veel geschiet op mij en ik mij pardoes in water
laten vallen. Maar niet gewond. Schoten verkeerd. En toen".
ging hij schaterlachend verder. „Nou Indiaan pas voor goed
dood voor Vasquez.
Nou hem volgen als doode schaduw. Want Senor, hij
wraak gezworen op u. Vreeselijke wraak. Met booze mannen
afspraak, vele mannen. Ik geluisterd. Maar kapitein don
Carlos waakt voor oude donna en voor senor. Nu niet ge
vaarlijk. Denkt ik niet meer ben. Daarom weggebleven een
tijd, maar nu weer als jager op wild. Want Vasquez slecht
voor Roodhuid".
John moest hartelijk lachen om het verhaal.
„En wat doet ge nu?'" vroeg hij. „Gaat ge mee naar de
hoeve?
„Neen, niet!" verzekerde de Indiaan. „Juist niet. U alleen
weet Indiaan leeft en vangt Vasquez. Luister Senor. Vasquez
razend over u en donna Benecia, die de Heiligen mogen ze
genen. Woedend! Maar Viola gemerkt. Jaloersch. Ook woe
dend! Want Viola zijn geliefde, u weet. En toen twist. En
toen Vasquez zweep, en Viola hard geslagen. En toen Viola
bij arme ouders in dorp Sanito. Arm kind. Zij verleid door
mooie woorden. Ik vragen zij naar uw moeder gaan. Om
troost. Goed?"
„Zeker, don Carlos, dat is goed. En als ik alles goed be
grijp dan mag voorloopig ook niemand weten dat jij nog leeft.
Ik zal het geheim bewaren".
„Totdat ik zelf kom", zei de Indiaan. „Gegroet, Senor
Ik ga".
Hij verdween weer in het woud en John keerde vol gedach
ten terug naar de hoeve.
Hij mocht wel niet verder bekend maken dat de oude In
diaan nog leefde, maar voor zijn ouders had hij geen gen
heimen.
(Wordt vervoïg'djji