De pers en het nieuwe Kabinet
Wereldcongres Christelijke jeugd
DINSDAG 25 JÜLI ig3g
TWEEDE BLAD PAG. 5
Felle critiek; aarzeling;
instemming
Geringe oogst
In tegenstelling met de R.K. pers, die van
Ma a s bo d e tot Huisgezin niets dan
critiek heeft cxp het nieuwe Kabinet en vooi-
1 al op den formateur- en eveneens in tegen
stelling met de roode pers, die ook de
I spreuk behartigt: „van dik hout zaagt men
1 planken"^ nemen de andere bladen een
I groote gereserveerdheid in acht. De hoofd
redactie van de Standaard zwijgt nog
volkomen en wensoht ,.de officieële publi
caties van het nieuwe Kabinet" af te wach-
i ten. In een persoverzicht wordt echter
i echerpe critiek geoefend op de R.K.-pers en
I daarin leest men b.v.:
„De Tijd"„stuurt reeds direct op
een conflict aan en wil op echt revolu-
.tionnaire wij-ze ruiet di regeering, m'a\r
do volksvertegenwoordiging de leiding
in handen geven". Het blad zou „uc-
Tweede Kamer tof een bepaalde ob
structie" aanmoedigen.
1 De andere an-ti-rev. bladen zwijgen vol
komen, behalve Frie6Ch Dagb ad, dat
I enikele opmerkingen maakt ove-
de nieuwe phase
I He-t Fries-olie blad spreekt er zijn voldoe-
Ining over uit. dat de Roo-msch-en buiten
het ministerie z-ijn gebleven:
1 Zij zijn. nat in de o p p os i t i e. En
daardoor worden de verhoudingen g e-
zuiverd. Hun voortdurende eenken
nigheid tegenover het vorige kabinet,
waarbij Rorrame en Geseling hemelhoog
I w -rlen geprezen, en ten niet-R.K. mi-
I nister zelfs eenmaal werd doodigezwe-
j gen, toen -hij een stuk kabiinetepolitiek
verdedigde, waarvoor ook de heer-en
Ro-mime en Gosol-ing verantwoordelijk
waren, maakte de politiek ongezond.
Misschien kan de positie der R. K.
Staatspartij eerst weer -heeLemaaJl zui-
1 ver worden, als zij buiben- maar vooral
j inde Kamer, weer een leiding krijgt.
die ten volle voor haar taak berekend
I is. Bovendien is deze situatie voor de
IR.K. een uitkomst, omdat zij zich in de
kwe6tie-Oss hadden vastgewerkt. Ge
heel onnoodig. Want er was niemand,
die twijfelde aan de goede trouw van den
J minister. Maair hij was niet bereid, ook
I niet achteraf, toon de feiten spraken, te
L erkennen-, d-at hij fouten had gemaakt.
f Ook de Nederlander c.h.) zwijgt
I nog; „Ons Chr. Hi6t. Weekblad" echter keert
I zich tegen de R.K. pers en noemt het tame
lijk vrijmoedig, dat 75 pet der bevolking
zich togen Dr Colijn zou verklaren als er
een stemming gehouden werd; overigens:
1 De positie is duidelijk. De Roomschen,
als we tenminste moeten aannemen dat
- hun pers het algemeoh. gevoelen onder
hen juist weergeeft, willen los van Colijn,
cn willen door Roomsche ministers van
conservatieven inslag piet gehandicapt
worden in hun voornemen om een nieuw
kabinet-Colijn bij de eerste zicfi voor
doende gelegenheid met de hulp der
socialisten ten val te brengen, waarna
dan Kamerverkiezingen hen zullen ver
oorloven 'n worp naar 'n nog grootere rol
te doen dan ze nu al hebben in de so
ciaal-economische en financieele politiek;
hetgeen bij een partij, die reeds 31 zetels
van de 100 bezet, overigens niet te ver
wonderen is
In haar bespreking van de Troonrede
1938 noemde „De Tijd" die rede een „en
veloppe zonder inhoud". Men maakt zich
thans op de enveloppe te vullen met de
promessen, die het nageslacht zal heb
ben in te lossen".
der
out.
den Liberale begroeting
Het liberale „Algemeen Handelsblad" be
groet „de nieuwe ploeg" met den wensch:
„de critiek zij naar daden en loyaal?":
„In Nederland zal nu een zakenkabi
net optreden, een ploeg van verstandige,
kun&ige werkers, die allen op het terrein
j van het maatschappelijke leven hun spo
ren ten volle hebben verdiend. Zij zullen
trachten 's lands belangen vaardig
I eerlijk te beheeren, nu, onder den hoek
I der partij-politieke machtsverhoudingen,
een andere formatie niet is tot stand ge
komen".
Een programkabinef
i Over het kabinet zelf schrijft de N. Rott.
Crt. (lib.) nóg niet, doch de regeeringsv
klaring van hedenmiddag aankondigend,
voegt de redactie er aan toe:
Vermoedelijk zal men dan ook meteen
kunnen constateeren, dat wij tlhans te
doen heben niet zoozeer met een zaken
kabinet dan wel met een program-
I kabinet.
In één opzicht kan en zal dat gemeen
lijk met een zakenkabinet overeenkomen,
nl., dat het ook politiek kleurloos is sa
mengesteld, maarhet groote verschil
is overigens hierin gelegen, dat de leden
van een program-kabinet op zich zelf en
gezamenlijk wenschen te staan of te val
len met die punten, welke het ministerie
principieel op zijn programma heeft
wenscht aan te snijden. Ten opzichte i
die punten gedraagt zidh dus een derge
lijk ministerie allerminst neutraal en zal
het bepaald aanleiding vinden heen te
gaan (of H.M. te adviseeren de Kamer te
ontbinden) als het daarop
mocht lijoen.
Spoedige opheldering gewenscht
j Heoenmiddag is de Tweede Kamer bijeen-
5 gekomen. Men kan thans dus reeds consta-
4 tetren of de wensch van de r.k. T ij d ver-
j vulf is, welk blad schreef:
-wee vragen ous doen zich aan on-ze
volksvertegenwoordiging voor: de mate
rieel vraag van de richting der
ringipolitiek in het voor ons volksbe
staan vitale probleem der werkloosheids
bestrijding, en ce formeele vraag
parlementaire gaafheid van den door dr
Coliin gevolgden weg bij de kabinets
formatie.
Bïide vragen eischen spoedige ophel
dering en zoo noodig beslissing. Het is
niet in 's lands belang, dat de oplossing
van deze vragen, alsof het een prijsraad
sel betrof, twee tot vier maanden lang
wordt uitgesteld.
Het komt ons daarom voor, dat het
niet gewenscht is, dat de Kamer de inge
diende wetsontwerpen Dinsdag a.s. met
de demissionnaire ministens afdoet, tenzij
zij volledige zekerheid zou hebben van
een zéér spoeoige ontmoeting met het
nieuwe kabinet. En zelfs dan is het de
vraag, of sommige belangrijke ontwerpen
moeten worden aanvaard, terwijl het par
lement niet weet, wie ze zal uitvoeren.
Volgens het blad kan de Kamer langs
verschillende wegen haar doel bereiken.
Mapr hoe dan ook, wij kunnen ons niet
voorstellen, dat het Parlement, na ruim
drie weken stille crisis, ook nog drie
maanden stille regeering zal aanzien.
De mist hangt reeds lang genoeg; het zal
nu moeten vriezen of dooien.
Groote crisis in zicht
Een dag later stuurde het zelfde blad dui
delijk in de richting van een rood-roomsch
kabinet, want het ziet „nu een groote crisis,
groote proeve en beslissing aanbreken
in het Parlement, en de consekwentles
daarvan zijn nog niet te overzien. Uit vrees
voor bepaalde cons ekw en ties de beslissing
uit den weg gaan, is echter een handelwijze,
die een tiid lang voorzichtig kan zijn, maar
die od den duur de levenskracht uitput".
„Dr. Colijn heeft een vasten vorm in
onze parlementaire verhoudingen stuk
geslagen en hij meent blijkbaar, dat in
een toestand van politieke vormloosheid
zijn onpolitieke formatie een plaats kan
vinden. Het parlement zal daarover moe
ten beslissen en zijn eigen vormkracht
bewiizen of beschaamd worden".
„Zet liberalen naast Colijn"
•chrijft de Maasbode (r.k.) boven een
heel lang artikel en gewaagt daarin van
een „uiterst onzeker ministerieel leven".
Wat dr. Colijn eigenlijk wil zal moe
ten worden afgewacht. Een van beide
staat echter wel vast: hij zal komen met
een werkloosheid-politiek, die den steun
ook -van de katholieke fractie zal kunnen
hebben en dan zouden wij vragen: waar
om heeft hij deze noodlottige crisis
eigenlijk uitgelokt? Ofwel: hij komt met
werkloosheid-politiek, die al te sterk af
wijkt van hetgeen de katholieke fractie
en de katholieke ministers en trouwens
de groote meerderheid der Kamer willen,
en dan zouden wij vragen: waarom
treedt hij eigenlijk met een dergelijk ka
binet voor de Kamer? Met het ééne doel
om het conflict in de volksvertegenwooi-
diging zelf te doen uitbreken? Afwach-
ten is hier de boodschap cn ofschoon de
Katholieke Staatspartij en met name de
katholieke ministers bij deze crisis wel
heel erg het slachtoffer zijn geworden
van Colijns onberekenbare spontaneïteit,
die het samenwerken met dezen zoo on-
berekenbaren man allesbehalve gemak
kelijk maakt, tóch zal dr. Colijn ook hu
zeer zeker kunnen rekenen op objectieve
beoordeeling door de katholieke fractie
van de daden van zijn kabinet al zal
eerst moeten vaststaan, dat men zich
parlementair-constitutioneel bij het op
treden van dit kabihet althans kan neer
leggen.
Colijn als drijver
Hier staat vast, zegt de (r.k.) Vol.ks-
kran t, dat het komende kabinet geen par
lementaire meerderheid zal vinden en zij
verbindt hieraan hef volgende commenta
„Er zal een conflict komen, niet
de boezem van het kalbinet. maar tus-
schen kabinet cn volksvertegenwoordi
ging. Dit conflict zal zijn regelmatig
loop hebben en de weg der oplossing zal
als vanzelf zijn aangewezen.
Tot verweer, tot bescherming van
groot volksbelang zullen wij dan tot sa
menwerking komen met partijen, wier
medewerking wij tot heden niet hebben
gezocht, maar die zidh als vanzelf zal
opdringen. Niet wij zullen dien weg heb
ben gewild, maar dr. Colijn zal ons dien
weg hebben opgedreven".
Een vonnis
Financieele dictatuur en sociale reactie
it verwacht de r.k. Neerlandia-pers
van het nieuwe kabinet-Colijn. Zij schrijft
„De naam „zaken"-kabinet kreeg de
laatste dagen aan de politieke beurs de
hoogste noteering. Waarom noemt men het
kind niet bij zijn waren naani? Dit ministe-
is een minderheidskabinet. Het is gebo-
uit den wil van een staatkundige minfier
heid, die over een groote financieele en eco-
ische buiten-parlementaire macht be
schikt. Deze minderheid wil haar wil aan
de meerderheid opleggen".
„Hier moet het volk -loor zijn verte
genwoordigers het beslissende woord
spreken. Terwille van ons vorstenhuis
zoowel als van onze volksvrijheden en
volksrechten, moet de meerderheid in de
Staten-Generaal de poging om liet [vrij
gevochten volk der lage landen een in
zijp wezen ongrondwettelijk minderheids
régime op te leggen, in de kiem smoren".
Het soc. dem. blad Het Volk voorspelt
het nieuwe ministerie geen lang leven. Het
blad schrijft:
Men heeft in deze weken gesproken
van een „overbodige crisis". Thans is er
alle reden om te spreken van een „over
bodig ministerie". Want wij kunnen niet
aannemen, dat dr. Colijn en de heeren,
die zich thans voor het ministerschap
beschikbaar stelden, lang gelegenheid
zullen krijgen, het roer in handen te
houaen. Doch dan is de heele verschij
ning van dit ministerie „overbodig",
een overbodig tusschen&pel, dat aan de
vorming van een ministerie, dat wél op
de meerderheid van volk en volksverte
genwoordiging past, voorafgaat.
In een volgend artikel roept de roode
Ders de volgelingen „ten strijde tegen Co
lijn en de aanpass«'i ij
Men moet met dezen man voorzichtig
zijn. In de verhoudingen van het oogen-
blik ligt voor de hand, wat de volksver
tegenwoordiging kan doen. Zoo spoedig
mogelijk imoet den heer Colijn aan het
vorstand worden gebracht, dat hij aller
minst onmisbaar is en dat van zijn
nieuwe aanpassersplaunon niets zal kun
nen komen. Het lijkt on6 vooralsnog
volstrekt uitgesloten, dat hij de kans
zou (krijgen, aan te blijven na een afwij
zende uitspraak van de Kamer; in ieder
geval bevat zijn nieuwe ministerie, als
wij bet goed zien, meer dan één figuur,
die op zulk 'n beslist antidemocratischen
weg niet één stap zou meegaan.
Als de beer Colijn en zijn nieuwe col
lega's tijd wonnen, b.v. tot de behande
ling van de begrootingen als zij
dan iintusecben, tengevolge van eten
nieuwe internationale spanning, een be
roep op de eenheid des volks zouden
moeten doenoch, de speculatie is
niet zoo gek.
Als gewoonlijk volgt hierop een dringen
de uitnoodiging aan de hoomsch-Katholie
ken om met de S.D.A.P. samen te werken;
maar men neemt het ons kwalijk als wij
op dat „hengelen" de aandacht vestigen;
diat heet „een afgezaagde aardigheid".
NIET GRATIS MEER
Tot dusver publiceerden de groote Ber
lijnsche dagbladen iedere week des Zater
dags de voicdige kerklijst van alle predi
kanten der hoofdstad. Deze lijst nam meer
dan een halve pagina :;n. Thar.s is dit op
gehouden De „Lokalanzeipex" geeft daar
van de volgende verklaring:
„De Godsdienstoefeningen der Berlijnsche
kerken werden tot dusver gratis gepubli
ceerd. Sinds ter ontlasting van het redac-
tioneele gedeelte alle pub'icaties die he1
karakter van bekendmakingen hebben, ook
cie komen van de zijde van staatsinstan-
tics, van autoriteiten, van het Duitsche ar
beidsfront enz., nog slechts in het ad ver
tentiegedeelte en legen betaling gepubli
ceerd worden, is door het rijks\ erbond van
Duitsche dagbladuitgevers ook van de ker
kelijke gemeenten gevraagd, voortaan dien
overeenkomstig te handelen. Tot dusver*
zijn de verantwoordelijke kerkelijke in
stanties hiertoe nog niet hereto gebleken zoo
dat de kerkbeurten voortaan niet meer in
de gezamenlijke Berlijnsche dagbladen tot
publicatie kunnen komen".
Men schrijft ons uit de West, dat net
feest van het 40-jarig bestaan van de be
kende lepraverpleeginrichting Bethesda te
Paramaribo, directeur de heer S. Beek,
uitnemend is geslaagd. De dankdienst op
6 Juli werd geleid door den praeses van
de Evangelische Broedergemeente, den
heer R a i 11 a r d De Gouverneur, die den
dienst bijwoonde, sprak een huldigings-
woord.' en deelde de onderscheidingen mede
die de Koningin bi. deze gelegenheid ver
leend had, nl. Mr De Niet, voorzitter
van de commissie vari toezie!t, werd offi
cier in de orde van Oranje Nassau, mevr.
Spron g-H e n n i p, oudste wijkdame, ver
kreeg de zilveren medaille iezer orde, zus
ter Rosa Lepple, dip r.u 7 jaren aan de
inrichting werkt, de gouden medaille van
Oranje Nassau. Des avonds werd wederom
een dankdienst gehouden, thans oncier lei
ding van leeraar Mittemeycr. Ook hier
hield de Gouverneur een toespraak, waar
in hij de bijzondere belangstelling van de
Koningin en Prinses, alsmede van dc regee
ring betuigde en hulde bracht aan allen,
die in dit moeilijke werk hun krachten
De Voorzitter der feestcommissie, de heer
A. J. Drielsma, bond vervolgens het
geschenk van Suriname ,>n Nederland aan,
n.l. een volledige electrisrhe lichtinstalla
tie. De gelden hiervoor waren toegestroomd.
De laatste spreker was Ds Hoekstra
Indrukwekkende
openïngszitting
be Amsterdam
Boodschap
van H,M. de Koningin
AMSTERDAM. 25 Juli. Onder groote be
langstelling is in hot Concertgebouw te half
te Amsterdam is daar gistermiddag te half
vijl aangevangen het eerste wereldcongres
van de Christelijke jeugd. De interesse der
toeschouwers richtte zich voornamelijk op
de schilderachtige kleedij, waarin vele con
dcrentie-groepen uit verschillende deelen
'xier wereld herwaarts waren gekomen. Ook
was riienigeén ~aa*fiwêzi£* om Priips Bern-
liartl. die de openingszifting bijwoonde, to
begroeten.
Feestelijke aanblik
De internationale jeugdvergadering bood
van het podium af, waar tusschen jeugdige
Noord-Amerikanen een plaats voor ons was
gereserveerd, een imposanten aanblik.
Langs de balcons hingen naast elkaar
circa 30 vlaggen van de onderscheiden lan
den waarvan de vertegenwoordigers groeps
gewijze in de zaal of op het podium zaten.
Recht tegenover de bestuurstafel was in het
midden van het frontbalcon dë Nederland-
sche vlag aangebracht, terwijl de speeltafel
van het orgel eveneens was gedrapeerd met
ons nationale dundoek, waaraan men een"
groot portret-in-kleuren van H. M. de Ko
ningin had gehecht.
Boven het orgel trok de aandacht een
groot blauw doek, waarop in forsche gele
letters de congresleuze „Christus Victor"
(Christus Overwinnaar) voorkwam.
De Prins begroet
Te half vijf ongeveer verstilde het geroe
zemoes en verhieven de circa 2000 aanwezi
gen zich van hun zitplaatsen bij wijze van
eerbetoon voor Z.K.H. Prins Bemhard, die
vergezeld van bestuur en autoriteiten het
podium betrad. Het orgel zette het Wilhel
mus in. Hoewel het Nederlandsche volks-
üe<4 uitteraard slechts door een klein deel
der aanwezigen werd meegezongen, was
't moment er niet minder aantrekkelijk om.
De Prins was vergezeld door Prof. Dr J.
R. S 1 o t e ma k e r de Bruin e, den nog in
De jaarlijksche ceremonie
aan den vooravond vai
Vierdaagsche Af stands-
marschen: De vlaggenpara-
de op het terrein der Prins
Hendrikkazerne te Nijme
gen
functie zijnden Minister van O.K.W.; de
Amsterdamsche wethouders Dr E. Boek
en Jac. Rustige; den president
het congres, Dr W. A. Visser 't
Hooft, secretaris van den Wereldbond der
Kerken; den secretaris van het congres, den
heer R. H. Edwin Espy, uit de Ver. Sta-
N. Amerika; Dr J. E ij k m a n, van
Amsterdam, secretaris van de ontvangst
commissie; Prof. Dr M. J. A. de Vrijer,
hoogleeraar te Utrecht; Rev. William
p 1 e, aartsbisschop van York, en ver
der nog eenige figuren uit de internationale
Christelijke jeugdbeweging.
Aangrijpend was de
gemeenschappelijke openingszang
van deze zoo gevarieerde schare van blank,
bruin, geel en zwart uit ongeveer 66 ver
schillende landen en gebiedsdeelen. Het
was het aloude Ambrosiaansche loflied:
Grosser Gott, wir loben dich,
Herr, wir preisen deine Stiirke,
Vor dir neigt die Erde sich
l'nd bewundert deine Werke.
Wie du warst vor aller Zeit,
So bleibst du in Ewigkeit
dat in schoone, zeldzaam tot uiting komen
de eendracht slaande werd gezongen. Een
deel der vergadering zong het klassieke lied
in het Engelsch, een ander deel in het
Fransch, maar aan de harmonie
machtig preludium op den congresarbeid
deed dit niets af.
De opening
Nadat op voorstel van Dr H. LHenriod
van Genève, sprekende namens den We
rcldbond der Kefken, Dr W. A. Visser
Hooft on®r applaus officieel tot presi
I dent van het congres was benoemd, nam de
I nieuwe voorzitter het woord ter opening
van het congres, waarbij hij in de eerste
plaats Prins Bernhard verwelkomde en
oorts minister Slotemaker de Bruine, de
beide genoemde wethouders en ten slotte
alle delegaties en verdere aanwezigen.
Spr. herinnerde aan den lofzang, dien de
conferentie zoo juist had gezongen. Wat in
dit lied tot uiting komt, vindt, zei spr., in
dit oogenblik weerklank in ons aller hart.
In dezen ernstigen tijd, waarin wij elkander
als broeders en zusters van de geheele wijde
wereld mogen ontmoeten, zijn wij diep over
tuigd van Gods goedheid, die ons dit ver
gunt.
n woord van dank tot hen, die se
dert jaren aan de voorbereiding van het
congres hebben gearbeid, vertolkte spr. de
bijzondere ingenomenheid van het Congres
met de aanwezigheid van Prins Bernhard,
die ons zeide hij, een boodschap van H. M.
de Koningin wil komen brengen. Niets kan
beter de belangstelling van de Koninklijke
Familie demonstreeren. Spr. gaf hierna het
oord aan den Prins.
De Koninklijke boodschap
Bij zijn verschijnen voor de spreekplaats
iel Prins Bernhard een warm applaus van
de alom oprijzende vergadering ten deel.
Prins Bernhard heeft hierna in de Neder
landsche taal de boodschap van de Ko
ningin aan het Congres overgebracht, die
letterlijk als volgt luidt:
Het is m(j een genoegen, u, die uit alle
deelen der wereld samengestroomd zijn,
thans in mijn land vereenigd te weten.
My'ne goede wenschen vergezellen u
bij uwe werkzaamheden. Moge het der
jeugd van de geheele wereld gegeven
zijn, door gemeenschappelijk overleg en
gezamenlyken arbeid, te streven naar
de oplossing van de problemen, die in
deze moeilijke tijden niet alleen de
jeugd, maar de geheele menschheid
bezig houden.
Dat in de dagen die vóór u liggen de
geest, door welken Christus in eiken
m e n s c h doordringt, en die alle tegen
stellingen en problemen tot oplossing
helpt brengen, u allen tot r ic h t-
sneer zij.
Persoonlijk woord van Prins Bernhard,
mede namens Prinses luliana
Mede namens Prinses Juliana heeft Prins
Bernhard, na deze koninklijke boodschap
te hebben voorgelezen hieraan in de Engel-
schc taal een persoonlijk woord toegevoegd.
Hij zeide:
In naam van Prinses Juliana en voor mij
zelf roep ik een welkom toe aan al de af
gevaardigden van ongeveer 70 landen, ver-
De openingsbijeenkomst van het we
reldcongres voor Christelijke jongeren
tegenwoordigd op deze eerste wereldconfe
rentie van de Christelijke Jeugd. Bij de
donkere wolken die in deze dagen boven
ons hangen is het moeilijk voor jonge men-
schen tot vollen wasdom te komen met een
gevoel van verantwoordelijkheid voor hun
eigen levens en voor die van hun mede-
menschen. De wetenschap dat de christe
lijke jeugd van de heele wereld afgevaar
digden naar Nederland heeft gezonden om
uitdrukking te geven aan de hoop en den
wil om in het Christendom het ware licht
te vinden waarin alle problemen gezien
moeten worden, vervult ons met grooten
moed. olgcns mijn innige overtuiging is
den roep van 't Evangelie: „Ut omnes unum
sint" (opdat allen één zijn), een roep die
tot ons komt als de bijzondere roeping voor
jonge menschen in dezen tijd Moge God u
zegenen op Zijne wijze gedurende deze con
ferentie, en wanneer gij de resultaten er
van in uw landen mede terugbrengt.
Hierna opnieuw het woord nemend, gaf
dr. W. A. Visser 't Hooft aan den Prins de
verzekering, dat de woorden van de bood
schap der Koningin van Nederland een die
pen weerklank gevonden hadden in de har
ten van de afgevaardigden der Christelijke
jeugd van zoovele naties.
Minister Slotemaker de Bruine
heeft het woord tot de conferentie gericht
achtereenvolgens in het Fransch, Duitsch
Engelsch. Hij gaf uitdrukking aan zijn
groote vreugde wegens het bijeenkomen
van de vertegenwoordigers der Christelijke
jeugd uit de geheele wereld in ons land ter
bespreking van de verwarrende problemen
die haar zoozeer bezighouden.
Dr Visser 't Hooft dankte den minis
ter voor zijn treffende woorden. Hij verze
kerde, dat het voor de wereldconferentie
der Christelijke jeugd een bron van sterkte
zal zijn te weten, dat zij bijeen is in een
land, waarin het Christelijk geloof niet al
leen beleden wordt binnen de muren der
kerken, maar ook in het openbare leven, en
dit ook door de gezagsdragers. En dan gaf
spr. uiting aan de erkentelijkheid van de
conferentie jegens het gemeentebestuur van
Amsterdam, hetwelk zoo krachtige mede
werking hij de voorbereiding betoond hoeft
Internationaal appèl
Alsnu trad voor hel spreekgestoelte de
secretaris der conferentie, de Noord-Ameri
kaan Edwin Esp y, die op originoele
wijze dc „presentielijst" begon af te lezen.
In alfabetische volgorde werden de tal
rijke deputaties opgeroepen zich te melden
bij het afroepen van den naam van het
land dat zij vertegenwoordigden. Begonnen
werd met Algiers, geëindigd met Joego
slavië. en telkens als een der 66 deputaties
door gelijktijdig opstaan zich present meld
de, weerklonk een niet minder origineel be-
groetingsapplaus Of een kleine groep kleur
lingen oprees of bijv. de ééne vertegen
woordiger van IJsland, machtige groepen
uit Frankrijk, Engeland en de Vereenigde
Staten of een dood enkele neger uit een zeer
ver verwijderd gebied, het handklappende
welkom van de onbevangen enthousiaste
jeugd was er niet minder om.
Nu en dan accentueerde zich deze bij
zondere wijze van begroeting, bijv om
een voor ons besef merkwaardige tegen
stelling te noemen, bij het verrijzen
van da Jafiansche en Chineesche de
putatie of die uit Tsjecho-Slowakije.
Met daverend applaus verwelkomde
het congres de Nederlandsche delegatie,
waartoe Prins Bernhard en de autori
teiten zich rekenden
Nadat dit vrij langdurig en toch interes
sant nummer van het programma was af
gewerkt, werd de openingszitting gesloten
met don krachtigen samenzang van de ver
maarde Engelsehe hymne „O God. our help
in ages past", waarna Rev. William
Temple, aartsbisschop van York, met
een zegenbede de indrukwekkende verga-
dering besloot.