De pers en het nieuwe Kabinet Wereldcongres Christelijke jeugd DINSDAG 25 JÜLI ig3g TWEEDE BLAD PAG. 5 Felle critiek; aarzeling; instemming Geringe oogst In tegenstelling met de R.K. pers, die van Ma a s bo d e tot Huisgezin niets dan critiek heeft cxp het nieuwe Kabinet en vooi- 1 al op den formateur- en eveneens in tegen stelling met de roode pers, die ook de I spreuk behartigt: „van dik hout zaagt men 1 planken"^ nemen de andere bladen een I groote gereserveerdheid in acht. De hoofd redactie van de Standaard zwijgt nog volkomen en wensoht ,.de officieële publi caties van het nieuwe Kabinet" af te wach- i ten. In een persoverzicht wordt echter i echerpe critiek geoefend op de R.K.-pers en I daarin leest men b.v.: „De Tijd"„stuurt reeds direct op een conflict aan en wil op echt revolu- .tionnaire wij-ze ruiet di regeering, m'a\r do volksvertegenwoordiging de leiding in handen geven". Het blad zou „uc- Tweede Kamer tof een bepaalde ob structie" aanmoedigen. 1 De andere an-ti-rev. bladen zwijgen vol komen, behalve Frie6Ch Dagb ad, dat I enikele opmerkingen maakt ove- de nieuwe phase I He-t Fries-olie blad spreekt er zijn voldoe- Ining over uit. dat de Roo-msch-en buiten het ministerie z-ijn gebleven: 1 Zij zijn. nat in de o p p os i t i e. En daardoor worden de verhoudingen g e- zuiverd. Hun voortdurende eenken nigheid tegenover het vorige kabinet, waarbij Rorrame en Geseling hemelhoog I w -rlen geprezen, en ten niet-R.K. mi- I nister zelfs eenmaal werd doodigezwe- j gen, toen -hij een stuk kabiinetepolitiek verdedigde, waarvoor ook de heer-en Ro-mime en Gosol-ing verantwoordelijk waren, maakte de politiek ongezond. Misschien kan de positie der R. K. Staatspartij eerst weer -heeLemaaJl zui- 1 ver worden, als zij buiben- maar vooral j inde Kamer, weer een leiding krijgt. die ten volle voor haar taak berekend I is. Bovendien is deze situatie voor de IR.K. een uitkomst, omdat zij zich in de kwe6tie-Oss hadden vastgewerkt. Ge heel onnoodig. Want er was niemand, die twijfelde aan de goede trouw van den J minister. Maair hij was niet bereid, ook I niet achteraf, toon de feiten spraken, te L erkennen-, d-at hij fouten had gemaakt. f Ook de Nederlander c.h.) zwijgt I nog; „Ons Chr. Hi6t. Weekblad" echter keert I zich tegen de R.K. pers en noemt het tame lijk vrijmoedig, dat 75 pet der bevolking zich togen Dr Colijn zou verklaren als er een stemming gehouden werd; overigens: 1 De positie is duidelijk. De Roomschen, als we tenminste moeten aannemen dat - hun pers het algemeoh. gevoelen onder hen juist weergeeft, willen los van Colijn, cn willen door Roomsche ministers van conservatieven inslag piet gehandicapt worden in hun voornemen om een nieuw kabinet-Colijn bij de eerste zicfi voor doende gelegenheid met de hulp der socialisten ten val te brengen, waarna dan Kamerverkiezingen hen zullen ver oorloven 'n worp naar 'n nog grootere rol te doen dan ze nu al hebben in de so ciaal-economische en financieele politiek; hetgeen bij een partij, die reeds 31 zetels van de 100 bezet, overigens niet te ver wonderen is In haar bespreking van de Troonrede 1938 noemde „De Tijd" die rede een „en veloppe zonder inhoud". Men maakt zich thans op de enveloppe te vullen met de promessen, die het nageslacht zal heb ben in te lossen". der out. den Liberale begroeting Het liberale „Algemeen Handelsblad" be groet „de nieuwe ploeg" met den wensch: „de critiek zij naar daden en loyaal?": „In Nederland zal nu een zakenkabi net optreden, een ploeg van verstandige, kun&ige werkers, die allen op het terrein j van het maatschappelijke leven hun spo ren ten volle hebben verdiend. Zij zullen trachten 's lands belangen vaardig I eerlijk te beheeren, nu, onder den hoek I der partij-politieke machtsverhoudingen, een andere formatie niet is tot stand ge komen". Een programkabinef i Over het kabinet zelf schrijft de N. Rott. Crt. (lib.) nóg niet, doch de regeeringsv klaring van hedenmiddag aankondigend, voegt de redactie er aan toe: Vermoedelijk zal men dan ook meteen kunnen constateeren, dat wij tlhans te doen heben niet zoozeer met een zaken kabinet dan wel met een program- I kabinet. In één opzicht kan en zal dat gemeen lijk met een zakenkabinet overeenkomen, nl., dat het ook politiek kleurloos is sa mengesteld, maarhet groote verschil is overigens hierin gelegen, dat de leden van een program-kabinet op zich zelf en gezamenlijk wenschen te staan of te val len met die punten, welke het ministerie principieel op zijn programma heeft wenscht aan te snijden. Ten opzichte i die punten gedraagt zidh dus een derge lijk ministerie allerminst neutraal en zal het bepaald aanleiding vinden heen te gaan (of H.M. te adviseeren de Kamer te ontbinden) als het daarop mocht lijoen. Spoedige opheldering gewenscht j Heoenmiddag is de Tweede Kamer bijeen- 5 gekomen. Men kan thans dus reeds consta- 4 tetren of de wensch van de r.k. T ij d ver- j vulf is, welk blad schreef: -wee vragen ous doen zich aan on-ze volksvertegenwoordiging voor: de mate rieel vraag van de richting der ringipolitiek in het voor ons volksbe staan vitale probleem der werkloosheids bestrijding, en ce formeele vraag parlementaire gaafheid van den door dr Coliin gevolgden weg bij de kabinets formatie. Bïide vragen eischen spoedige ophel dering en zoo noodig beslissing. Het is niet in 's lands belang, dat de oplossing van deze vragen, alsof het een prijsraad sel betrof, twee tot vier maanden lang wordt uitgesteld. Het komt ons daarom voor, dat het niet gewenscht is, dat de Kamer de inge diende wetsontwerpen Dinsdag a.s. met de demissionnaire ministens afdoet, tenzij zij volledige zekerheid zou hebben van een zéér spoeoige ontmoeting met het nieuwe kabinet. En zelfs dan is het de vraag, of sommige belangrijke ontwerpen moeten worden aanvaard, terwijl het par lement niet weet, wie ze zal uitvoeren. Volgens het blad kan de Kamer langs verschillende wegen haar doel bereiken. Mapr hoe dan ook, wij kunnen ons niet voorstellen, dat het Parlement, na ruim drie weken stille crisis, ook nog drie maanden stille regeering zal aanzien. De mist hangt reeds lang genoeg; het zal nu moeten vriezen of dooien. Groote crisis in zicht Een dag later stuurde het zelfde blad dui delijk in de richting van een rood-roomsch kabinet, want het ziet „nu een groote crisis, groote proeve en beslissing aanbreken in het Parlement, en de consekwentles daarvan zijn nog niet te overzien. Uit vrees voor bepaalde cons ekw en ties de beslissing uit den weg gaan, is echter een handelwijze, die een tiid lang voorzichtig kan zijn, maar die od den duur de levenskracht uitput". „Dr. Colijn heeft een vasten vorm in onze parlementaire verhoudingen stuk geslagen en hij meent blijkbaar, dat in een toestand van politieke vormloosheid zijn onpolitieke formatie een plaats kan vinden. Het parlement zal daarover moe ten beslissen en zijn eigen vormkracht bewiizen of beschaamd worden". „Zet liberalen naast Colijn" •chrijft de Maasbode (r.k.) boven een heel lang artikel en gewaagt daarin van een „uiterst onzeker ministerieel leven". Wat dr. Colijn eigenlijk wil zal moe ten worden afgewacht. Een van beide staat echter wel vast: hij zal komen met een werkloosheid-politiek, die den steun ook -van de katholieke fractie zal kunnen hebben en dan zouden wij vragen: waar om heeft hij deze noodlottige crisis eigenlijk uitgelokt? Ofwel: hij komt met werkloosheid-politiek, die al te sterk af wijkt van hetgeen de katholieke fractie en de katholieke ministers en trouwens de groote meerderheid der Kamer willen, en dan zouden wij vragen: waarom treedt hij eigenlijk met een dergelijk ka binet voor de Kamer? Met het ééne doel om het conflict in de volksvertegenwooi- diging zelf te doen uitbreken? Afwach- ten is hier de boodschap cn ofschoon de Katholieke Staatspartij en met name de katholieke ministers bij deze crisis wel heel erg het slachtoffer zijn geworden van Colijns onberekenbare spontaneïteit, die het samenwerken met dezen zoo on- berekenbaren man allesbehalve gemak kelijk maakt, tóch zal dr. Colijn ook hu zeer zeker kunnen rekenen op objectieve beoordeeling door de katholieke fractie van de daden van zijn kabinet al zal eerst moeten vaststaan, dat men zich parlementair-constitutioneel bij het op treden van dit kabihet althans kan neer leggen. Colijn als drijver Hier staat vast, zegt de (r.k.) Vol.ks- kran t, dat het komende kabinet geen par lementaire meerderheid zal vinden en zij verbindt hieraan hef volgende commenta „Er zal een conflict komen, niet de boezem van het kalbinet. maar tus- schen kabinet cn volksvertegenwoordi ging. Dit conflict zal zijn regelmatig loop hebben en de weg der oplossing zal als vanzelf zijn aangewezen. Tot verweer, tot bescherming van groot volksbelang zullen wij dan tot sa menwerking komen met partijen, wier medewerking wij tot heden niet hebben gezocht, maar die zidh als vanzelf zal opdringen. Niet wij zullen dien weg heb ben gewild, maar dr. Colijn zal ons dien weg hebben opgedreven". Een vonnis Financieele dictatuur en sociale reactie it verwacht de r.k. Neerlandia-pers van het nieuwe kabinet-Colijn. Zij schrijft „De naam „zaken"-kabinet kreeg de laatste dagen aan de politieke beurs de hoogste noteering. Waarom noemt men het kind niet bij zijn waren naani? Dit ministe- is een minderheidskabinet. Het is gebo- uit den wil van een staatkundige minfier heid, die over een groote financieele en eco- ische buiten-parlementaire macht be schikt. Deze minderheid wil haar wil aan de meerderheid opleggen". „Hier moet het volk -loor zijn verte genwoordigers het beslissende woord spreken. Terwille van ons vorstenhuis zoowel als van onze volksvrijheden en volksrechten, moet de meerderheid in de Staten-Generaal de poging om liet [vrij gevochten volk der lage landen een in zijp wezen ongrondwettelijk minderheids régime op te leggen, in de kiem smoren". Het soc. dem. blad Het Volk voorspelt het nieuwe ministerie geen lang leven. Het blad schrijft: Men heeft in deze weken gesproken van een „overbodige crisis". Thans is er alle reden om te spreken van een „over bodig ministerie". Want wij kunnen niet aannemen, dat dr. Colijn en de heeren, die zich thans voor het ministerschap beschikbaar stelden, lang gelegenheid zullen krijgen, het roer in handen te houaen. Doch dan is de heele verschij ning van dit ministerie „overbodig", een overbodig tusschen&pel, dat aan de vorming van een ministerie, dat wél op de meerderheid van volk en volksverte genwoordiging past, voorafgaat. In een volgend artikel roept de roode Ders de volgelingen „ten strijde tegen Co lijn en de aanpass«'i ij Men moet met dezen man voorzichtig zijn. In de verhoudingen van het oogen- blik ligt voor de hand, wat de volksver tegenwoordiging kan doen. Zoo spoedig mogelijk imoet den heer Colijn aan het vorstand worden gebracht, dat hij aller minst onmisbaar is en dat van zijn nieuwe aanpassersplaunon niets zal kun nen komen. Het lijkt on6 vooralsnog volstrekt uitgesloten, dat hij de kans zou (krijgen, aan te blijven na een afwij zende uitspraak van de Kamer; in ieder geval bevat zijn nieuwe ministerie, als wij bet goed zien, meer dan één figuur, die op zulk 'n beslist antidemocratischen weg niet één stap zou meegaan. Als de beer Colijn en zijn nieuwe col lega's tijd wonnen, b.v. tot de behande ling van de begrootingen als zij dan iintusecben, tengevolge van eten nieuwe internationale spanning, een be roep op de eenheid des volks zouden moeten doenoch, de speculatie is niet zoo gek. Als gewoonlijk volgt hierop een dringen de uitnoodiging aan de hoomsch-Katholie ken om met de S.D.A.P. samen te werken; maar men neemt het ons kwalijk als wij op dat „hengelen" de aandacht vestigen; diat heet „een afgezaagde aardigheid". NIET GRATIS MEER Tot dusver publiceerden de groote Ber lijnsche dagbladen iedere week des Zater dags de voicdige kerklijst van alle predi kanten der hoofdstad. Deze lijst nam meer dan een halve pagina :;n. Thar.s is dit op gehouden De „Lokalanzeipex" geeft daar van de volgende verklaring: „De Godsdienstoefeningen der Berlijnsche kerken werden tot dusver gratis gepubli ceerd. Sinds ter ontlasting van het redac- tioneele gedeelte alle pub'icaties die he1 karakter van bekendmakingen hebben, ook cie komen van de zijde van staatsinstan- tics, van autoriteiten, van het Duitsche ar beidsfront enz., nog slechts in het ad ver tentiegedeelte en legen betaling gepubli ceerd worden, is door het rijks\ erbond van Duitsche dagbladuitgevers ook van de ker kelijke gemeenten gevraagd, voortaan dien overeenkomstig te handelen. Tot dusver* zijn de verantwoordelijke kerkelijke in stanties hiertoe nog niet hereto gebleken zoo dat de kerkbeurten voortaan niet meer in de gezamenlijke Berlijnsche dagbladen tot publicatie kunnen komen". Men schrijft ons uit de West, dat net feest van het 40-jarig bestaan van de be kende lepraverpleeginrichting Bethesda te Paramaribo, directeur de heer S. Beek, uitnemend is geslaagd. De dankdienst op 6 Juli werd geleid door den praeses van de Evangelische Broedergemeente, den heer R a i 11 a r d De Gouverneur, die den dienst bijwoonde, sprak een huldigings- woord.' en deelde de onderscheidingen mede die de Koningin bi. deze gelegenheid ver leend had, nl. Mr De Niet, voorzitter van de commissie vari toezie!t, werd offi cier in de orde van Oranje Nassau, mevr. Spron g-H e n n i p, oudste wijkdame, ver kreeg de zilveren medaille iezer orde, zus ter Rosa Lepple, dip r.u 7 jaren aan de inrichting werkt, de gouden medaille van Oranje Nassau. Des avonds werd wederom een dankdienst gehouden, thans oncier lei ding van leeraar Mittemeycr. Ook hier hield de Gouverneur een toespraak, waar in hij de bijzondere belangstelling van de Koningin en Prinses, alsmede van dc regee ring betuigde en hulde bracht aan allen, die in dit moeilijke werk hun krachten De Voorzitter der feestcommissie, de heer A. J. Drielsma, bond vervolgens het geschenk van Suriname ,>n Nederland aan, n.l. een volledige electrisrhe lichtinstalla tie. De gelden hiervoor waren toegestroomd. De laatste spreker was Ds Hoekstra Indrukwekkende openïngszitting be Amsterdam Boodschap van H,M. de Koningin AMSTERDAM. 25 Juli. Onder groote be langstelling is in hot Concertgebouw te half te Amsterdam is daar gistermiddag te half vijl aangevangen het eerste wereldcongres van de Christelijke jeugd. De interesse der toeschouwers richtte zich voornamelijk op de schilderachtige kleedij, waarin vele con dcrentie-groepen uit verschillende deelen 'xier wereld herwaarts waren gekomen. Ook was riienigeén ~aa*fiwêzi£* om Priips Bern- liartl. die de openingszifting bijwoonde, to begroeten. Feestelijke aanblik De internationale jeugdvergadering bood van het podium af, waar tusschen jeugdige Noord-Amerikanen een plaats voor ons was gereserveerd, een imposanten aanblik. Langs de balcons hingen naast elkaar circa 30 vlaggen van de onderscheiden lan den waarvan de vertegenwoordigers groeps gewijze in de zaal of op het podium zaten. Recht tegenover de bestuurstafel was in het midden van het frontbalcon dë Nederland- sche vlag aangebracht, terwijl de speeltafel van het orgel eveneens was gedrapeerd met ons nationale dundoek, waaraan men een" groot portret-in-kleuren van H. M. de Ko ningin had gehecht. Boven het orgel trok de aandacht een groot blauw doek, waarop in forsche gele letters de congresleuze „Christus Victor" (Christus Overwinnaar) voorkwam. De Prins begroet Te half vijf ongeveer verstilde het geroe zemoes en verhieven de circa 2000 aanwezi gen zich van hun zitplaatsen bij wijze van eerbetoon voor Z.K.H. Prins Bemhard, die vergezeld van bestuur en autoriteiten het podium betrad. Het orgel zette het Wilhel mus in. Hoewel het Nederlandsche volks- üe<4 uitteraard slechts door een klein deel der aanwezigen werd meegezongen, was 't moment er niet minder aantrekkelijk om. De Prins was vergezeld door Prof. Dr J. R. S 1 o t e ma k e r de Bruin e, den nog in De jaarlijksche ceremonie aan den vooravond vai Vierdaagsche Af stands- marschen: De vlaggenpara- de op het terrein der Prins Hendrikkazerne te Nijme gen functie zijnden Minister van O.K.W.; de Amsterdamsche wethouders Dr E. Boek en Jac. Rustige; den president het congres, Dr W. A. Visser 't Hooft, secretaris van den Wereldbond der Kerken; den secretaris van het congres, den heer R. H. Edwin Espy, uit de Ver. Sta- N. Amerika; Dr J. E ij k m a n, van Amsterdam, secretaris van de ontvangst commissie; Prof. Dr M. J. A. de Vrijer, hoogleeraar te Utrecht; Rev. William p 1 e, aartsbisschop van York, en ver der nog eenige figuren uit de internationale Christelijke jeugdbeweging. Aangrijpend was de gemeenschappelijke openingszang van deze zoo gevarieerde schare van blank, bruin, geel en zwart uit ongeveer 66 ver schillende landen en gebiedsdeelen. Het was het aloude Ambrosiaansche loflied: Grosser Gott, wir loben dich, Herr, wir preisen deine Stiirke, Vor dir neigt die Erde sich l'nd bewundert deine Werke. Wie du warst vor aller Zeit, So bleibst du in Ewigkeit dat in schoone, zeldzaam tot uiting komen de eendracht slaande werd gezongen. Een deel der vergadering zong het klassieke lied in het Engelsch, een ander deel in het Fransch, maar aan de harmonie machtig preludium op den congresarbeid deed dit niets af. De opening Nadat op voorstel van Dr H. LHenriod van Genève, sprekende namens den We rcldbond der Kefken, Dr W. A. Visser Hooft on®r applaus officieel tot presi I dent van het congres was benoemd, nam de I nieuwe voorzitter het woord ter opening van het congres, waarbij hij in de eerste plaats Prins Bernhard verwelkomde en oorts minister Slotemaker de Bruine, de beide genoemde wethouders en ten slotte alle delegaties en verdere aanwezigen. Spr. herinnerde aan den lofzang, dien de conferentie zoo juist had gezongen. Wat in dit lied tot uiting komt, vindt, zei spr., in dit oogenblik weerklank in ons aller hart. In dezen ernstigen tijd, waarin wij elkander als broeders en zusters van de geheele wijde wereld mogen ontmoeten, zijn wij diep over tuigd van Gods goedheid, die ons dit ver gunt. n woord van dank tot hen, die se dert jaren aan de voorbereiding van het congres hebben gearbeid, vertolkte spr. de bijzondere ingenomenheid van het Congres met de aanwezigheid van Prins Bernhard, die ons zeide hij, een boodschap van H. M. de Koningin wil komen brengen. Niets kan beter de belangstelling van de Koninklijke Familie demonstreeren. Spr. gaf hierna het oord aan den Prins. De Koninklijke boodschap Bij zijn verschijnen voor de spreekplaats iel Prins Bernhard een warm applaus van de alom oprijzende vergadering ten deel. Prins Bernhard heeft hierna in de Neder landsche taal de boodschap van de Ko ningin aan het Congres overgebracht, die letterlijk als volgt luidt: Het is m(j een genoegen, u, die uit alle deelen der wereld samengestroomd zijn, thans in mijn land vereenigd te weten. My'ne goede wenschen vergezellen u bij uwe werkzaamheden. Moge het der jeugd van de geheele wereld gegeven zijn, door gemeenschappelijk overleg en gezamenlyken arbeid, te streven naar de oplossing van de problemen, die in deze moeilijke tijden niet alleen de jeugd, maar de geheele menschheid bezig houden. Dat in de dagen die vóór u liggen de geest, door welken Christus in eiken m e n s c h doordringt, en die alle tegen stellingen en problemen tot oplossing helpt brengen, u allen tot r ic h t- sneer zij. Persoonlijk woord van Prins Bernhard, mede namens Prinses luliana Mede namens Prinses Juliana heeft Prins Bernhard, na deze koninklijke boodschap te hebben voorgelezen hieraan in de Engel- schc taal een persoonlijk woord toegevoegd. Hij zeide: In naam van Prinses Juliana en voor mij zelf roep ik een welkom toe aan al de af gevaardigden van ongeveer 70 landen, ver- De openingsbijeenkomst van het we reldcongres voor Christelijke jongeren tegenwoordigd op deze eerste wereldconfe rentie van de Christelijke Jeugd. Bij de donkere wolken die in deze dagen boven ons hangen is het moeilijk voor jonge men- schen tot vollen wasdom te komen met een gevoel van verantwoordelijkheid voor hun eigen levens en voor die van hun mede- menschen. De wetenschap dat de christe lijke jeugd van de heele wereld afgevaar digden naar Nederland heeft gezonden om uitdrukking te geven aan de hoop en den wil om in het Christendom het ware licht te vinden waarin alle problemen gezien moeten worden, vervult ons met grooten moed. olgcns mijn innige overtuiging is den roep van 't Evangelie: „Ut omnes unum sint" (opdat allen één zijn), een roep die tot ons komt als de bijzondere roeping voor jonge menschen in dezen tijd Moge God u zegenen op Zijne wijze gedurende deze con ferentie, en wanneer gij de resultaten er van in uw landen mede terugbrengt. Hierna opnieuw het woord nemend, gaf dr. W. A. Visser 't Hooft aan den Prins de verzekering, dat de woorden van de bood schap der Koningin van Nederland een die pen weerklank gevonden hadden in de har ten van de afgevaardigden der Christelijke jeugd van zoovele naties. Minister Slotemaker de Bruine heeft het woord tot de conferentie gericht achtereenvolgens in het Fransch, Duitsch Engelsch. Hij gaf uitdrukking aan zijn groote vreugde wegens het bijeenkomen van de vertegenwoordigers der Christelijke jeugd uit de geheele wereld in ons land ter bespreking van de verwarrende problemen die haar zoozeer bezighouden. Dr Visser 't Hooft dankte den minis ter voor zijn treffende woorden. Hij verze kerde, dat het voor de wereldconferentie der Christelijke jeugd een bron van sterkte zal zijn te weten, dat zij bijeen is in een land, waarin het Christelijk geloof niet al leen beleden wordt binnen de muren der kerken, maar ook in het openbare leven, en dit ook door de gezagsdragers. En dan gaf spr. uiting aan de erkentelijkheid van de conferentie jegens het gemeentebestuur van Amsterdam, hetwelk zoo krachtige mede werking hij de voorbereiding betoond hoeft Internationaal appèl Alsnu trad voor hel spreekgestoelte de secretaris der conferentie, de Noord-Ameri kaan Edwin Esp y, die op originoele wijze dc „presentielijst" begon af te lezen. In alfabetische volgorde werden de tal rijke deputaties opgeroepen zich te melden bij het afroepen van den naam van het land dat zij vertegenwoordigden. Begonnen werd met Algiers, geëindigd met Joego slavië. en telkens als een der 66 deputaties door gelijktijdig opstaan zich present meld de, weerklonk een niet minder origineel be- groetingsapplaus Of een kleine groep kleur lingen oprees of bijv. de ééne vertegen woordiger van IJsland, machtige groepen uit Frankrijk, Engeland en de Vereenigde Staten of een dood enkele neger uit een zeer ver verwijderd gebied, het handklappende welkom van de onbevangen enthousiaste jeugd was er niet minder om. Nu en dan accentueerde zich deze bij zondere wijze van begroeting, bijv om een voor ons besef merkwaardige tegen stelling te noemen, bij het verrijzen van da Jafiansche en Chineesche de putatie of die uit Tsjecho-Slowakije. Met daverend applaus verwelkomde het congres de Nederlandsche delegatie, waartoe Prins Bernhard en de autori teiten zich rekenden Nadat dit vrij langdurig en toch interes sant nummer van het programma was af gewerkt, werd de openingszitting gesloten met don krachtigen samenzang van de ver maarde Engelsehe hymne „O God. our help in ages past", waarna Rev. William Temple, aartsbisschop van York, met een zegenbede de indrukwekkende verga- dering besloot.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5