r* CHIEF WHIP
Gemengd Bloed
BUR NETT' s
Hartjes
ZATERDAG 22 JULI 1939
EERSTE BITAD PAG. a ZA
Builenlat.d
Hoe denkt Hitier
over Danzig?
Hij wenscht oplossing zonder
oorlog en zonder compromis
Volgens uitlatingen, welke Reuter vernam
in politieke kringen te Berlijn, zou H i 11 e r,
die momenteel rust neemt in de Beiersche
Alpen, nog steeds een vreedzame oplossmg
verlangen van het vraagstuk Danzig, zon
der oorlog, doch ook zonder compromis.
Men legt in nationaal-socialistische krin
gen den nadruk op „vastbeslotenheid en
vrede". De uitgebreide militaire toebereid
selen, die openlijk zijn getroffen, worden
„natuurlijke voorzorgen" genoemd. In offi-
cieele kringen zegt men, dat Duitschland
voor alle gebeurlijkheden gereed moet zijn,
daar het duidelijk is, dat een oorlog tot de
mogelijkheden behoort, hoewel hij niet de
juiste en gewensohte oplossing wordt ge-
De zegsman van Reuter verklaarde, dat
Hitier voor honderd procent besloten is,
Danzig in zijn bezit te krijgen zonder eenige
concessie, doch óók voor honderd procent
wenscht hij het zonder oorlog te krijgen.
Men geeft toe, dat het vraagstuk gelijkenis
vertoont met den Gordiaanschen knoop. In
de eerstvolgende maanden zal blijken, of de
knoop ontward kan worden dan wel met
het zwaard moet worden doorgebakt Men
hoopt, dat Polen een vreedzame oplossing
op een basis van „quid pro quo", welke zijn
prestige 'zoo weinig mogelijk zou schaden,
zal prefereeren.
In nationaal-socialistische kringen ziet
men twee mogelijkheden van de verdere
ontwikkeling van den toestand: óf een over
eenkomst met Rusland zal Engeland in een
automatisch stelsel van garanties verwar
ren, zoodat het geen vrijheid van handelen
zal hebben en er dus bij Polen op zal aan
dringen, dat een conflict niet verhaast
wordt, óf Engeland kan, indien er geen pact
met Rusland komt, Polen geen doeltreffen
de hulp verleencn en zal Warschau in zijn
eigen belang aanraden, concessies te doen.
Hooge ambtenaren achten het zeker, dat
het „partijcongres van den vrede" in begin
September doorgang zal hebben, omdat het
volkomen in strijd met Hitiers karakter is,
dat een dergelijk congres eerst zou worden
aangekondigd en daarna afgezegd.
De bovenvermelde verklaring is door een
officieclen woordvoerder afgelegd tegenover
de vertegenwoordigers der buitenlandsche
nieuwsagentschappen op de dagelijkschc
persconferentie. De woordvoerder antwoord
de op door de correspondenten gestelde
vragen en zijn verklaring was niet te voren
klaar gemaakt De tot uitdrukking gebrach
te opvattingen werden niet vooreesteld als
een nieuwe richting in de politiek, aange
zien dezelfde gevoelens herhaaldelijk uitge
sproken zijn den laatsten tijd door den
nationaal-socialistischen woordvoerder en
de Duitsohe pers. Als zoodanig mogen de
uitgesproken meeningen beschouwd worden
als die der Duitsohe regeering.
Korte inhoud van het feuilleton
Toen do oude Don Carlos, hoofdman van
de Indianenstam der Mesquorito's, nog een
jongeling was en Yusito heette, waren de
eerste blanke kloosterlingen in Californië
aan land gekomen. Sindsdien was er veei
veranderd. Eerst hadden de blanken een
gunstigen invloed op de Indianen gehad en
er was welvaart gekomen; doch later kwa
men er soldaten, andere blanken en Mexi
canen zich vestigen. Zij vermengden zich
met de inheemsche bevolking en nu ont
stond een grootendeels minderwaardig ras,
wat nog verergerd werd door den invoer van
sterken drank. Oorlogen waren aan de orde
van den dag en ook in het binnenland was
er strijd tusschen de liberalen en clericalen.
De liberalen kregen de overhand en nu wer
den kerken en kloosters verwoest en do
geestelijken verjaagd. Ook Don Carlos en
de zijnen vluchtten ln de bosschen, doch
toen het gevaar eenigszins geweken was
keerden zij terug en onderhielden de ver
woeste heiligdommen zoo goed zij konden.
Don Mariano do Veja, een machtig heer
van de stad Monterey, ging te paard uit.
Hij was een man, die in de oorlogen steeds
de zijde gekozen had van het land, dat hem
het voordeelig6t uitkwam. Dat waren nu de
Ver. Staten.
Bij de ruïnes van San Carlos heeft do-n
Mariano een bespreking met don de Vasquez
hoofd van een rooversbende, over de toene
mende macht der Amerikaansche planters.
De oude Don Carlos luistert dit gesprek af.
De oude Engelschman Vancouver had
zich met zijn vrouw en zoon John in Cali
fornië gevestigd. In een gevecht had don de
Vasquez voor John het onderspit moeten
delven en nu zon deze op wraak.
Op een middag was John met twee be
dienden op weg van de sfad naar zijn farm;
onderweg ontmoette hij Benecia, dochter
van don Mariano die hem waarschuwt voor
don de Vasquez.
Zie vervolg hieronder.
LONDON DRY GIN
De vloot der Sovjet-Unie
De „Prawda" publiceert een artikel van
den Russischen volkscommissaris voor
scheepbouw, Tevossian, onder den titel:
„Het sovjetland bouwt een groote vloot".
Na een historisch overzicht over den bouw
van schepen in het tsaristische tijdperk en
daarna, gaat de schrijver als volgt verder:
De taak van de verdediging der zeegren-
:n en de bedreiging met militaire agressie
tegen de U.R.S.S. eischten dringend den op-
gebouw van een marine, die vaardig zou zijn
tot den strijd. In de eerste plaats moest de
bouw van een onderzeevloot versneld wor
den. Deze taak is reeds ten einde gebracht.
De U.R.S.S. heeft opzijn machtigste scheeps
werven duikbootformaties van verschillende
typen gebouwd, die in niets onderdoen voor
welke onderzeevloot ter wereld ook. In en
kele jaren hebben wij een zoo groot aantal
moderne duikbooten gebouwd, dat zij in
staat zullen zijn, onze grenzen te verdedigen,
in welk maritiem strijdperk het ook zij. Aan
al onze kusten dg Oostzee, de Zwarte Zee,
in het Noorden en vooral in het Verre Oos
ten bezit de U.R.S.S. een machtige duik-
bootvloot, die de veiligheid der zeegrenzen
kan verzekeren.
In 1938 en in de eerste helft van 1939 kreeg
de Russische marine nieuwe aan de opper
vlakte varende oorlogsschepen, die in strijd
met de voorafgaande jaren ook in den win
ter werden opgeleverd.
De nieuwe eenheden, die thans deel uit
maken van de actieve marine, onderschei
den zich door haar hooge offensieve waarde.
In de tweede helft van 1939 zal onze marine
versterkt worden door nieuwe, snelle oor
logsschepen.
De linieschepen en kruisers, die thans ge
bouwd worden op de sovjetwerven en die de
eerstvolgende jaren in dienst genoment zul
len worden, zullen door hun geschut, hun
snelheid en hun uithoudingsvermogen in het
gevecht de sterkste schepen zijn, niet alleen
van de sovjet-marine, maar van de wereld.
De torpedobootjagers en torpedobooten, die
geheel op onze werven gebouwd worden,
doen in niets onder voor de beste moderne
schepen der andere mogendheden.
Het Poolsch-Duitsche
grensincident
Een Poolsch protest
Chodacki, de Poolsche commissaris-ge
neraal te Danzig, heeft bij den Senaat krach
tig geprotesteerd naar aanleiding van het
grensincident, waarbij de Poolsche douane
beambte Boedziewicz gedood is. In het pro
test wordt gezegd, dat de man op Poolschen
grond werd neergeschoten, nadat hij drie
Duitschers, die onbevoegd over de grens wa
ren gekomen gesommeerd had. Een onder
zoek en bestraffing van den schuldige, die
volgons het protest lid d«r stormtroepen móet
zijn, worden geëischt. A
De Poolsche politie heeft gisterochtend
den chef van het douanehuis te Danzig, die
op illegale wijze over de grens moet zijn ge
komen, gearresteerd. De Poolsche bladen
melden, dat pater Berbardwiscki, vroeger
Poolsch candidaat voor don ..Volkstag" te
Danzig, door de politie van Danzig gearres
teerd is. Verder zou een Poolsche spoorweg
beambte wegens anti nationaal-socialisti
sche actie in hechtenis zijn genomen
De Japansch-Britsche
besprekingen
Engeland meegaande?
In welingelichte Japansdhe kringen meent
men te weten, dat Engeland bij de bespre
kingen van gisteren er in heeft toegestemd
„den abnormalen toestand te Tientsin" te
erkennen, zich te onthouden van alles, wat
de Japansche strijdkrachten in gevaar kan
brengen, en de noodige maatregelen te ne
men om orde en rust te Tientsin te hand
haven."
De correspondentie van
King Hall
„Zuiver particuliere onderneming"
In het Lagerhuis heeft Butler gezegd,
dat hij de Duitsche regeering in kennis zou
stellen van het feit, dat de brieven van
King II a 11 een zuiver particuliere onder
neming waren, die op geen enkele wijze
door de Britsche regeering gesteund werd of
waarvoor deze regcering eenigerlei verant
woordelijkheid kon aanvaarden.
Spr. wist, dat het in de Duitsche radio
uitzendingen in de Engelsche taal anders
was voorgesteld weshalve een rechtzetting
van de feiten niet overbodig was.
Duitschland gaat controleeren 1
Reuter seint uit Metz. dat alle brieven,
welke met Brit6che of Fransche postzegels»
zijn gefrankeerd, thans in- de postkantoren
de Duitsche steden langs de Fransch-
Duitsche grens aan een scherpe controle
orden onderworpen.
De brieven worden onderzocht met infra-
roode stralen en bij verdenking geopend.
Alle kranten worden geopend en geschud,
om na te gaan, of er mededeelingen zijn
ingesloten.
Dezelfde controle wordt toegepast op naar
het buitenland gezonden poststukken. Die
brieven worden dan geopend en voorzien
van een strook met de woorden: „Door de
douane geopend, voor controle".
Deze maatregelen worden in het bijzonder
toegepast te Saarbruecken, Aken en Keulen
Gisteren zijn in het Engelsche graafschap
Kent twee militaire vliegtuigen veronge
lukt. De beide inzittenden van het eene
toestel en de eene inzittende van het an
dere werden gedood.
Gistermorgen is verder een militair vlieg
tuig verongelukt, op enkele kilometers van
het vliegveld Leconfield, in Yorkshire. De
drie inzittenden werden gedooc.. Een vierde
toestel verongelukte bij Bridlington. Het
stortte in zee.
De gepensionneerde Duitsche generaal
Von Tempelhoff publiceert in het mili
taire tijdschrift Wissen und Wehr, een arti
kel over „Oorlog met snelle beslissing". De
schrijver 6Chijnt niet te gelooven aan «ie
mogelijkheid van een korten oorlog, gezien
de tegenwoordige omstandigheden.
Hij herinnert er met name aan, dat „in
den laatsten oorlog elk der oorlogvoerenden
met de grootst mogelijke volharding pro
beerde een snelle overwinning te behalen,
doch het was vergeefsch". Hij haalt Moltke
aan, die gezegd heeft: „Wanneer een oorlog
uitbreekt, kan men noch zijn duur, noch
zijn einde vooruitzien". Tempelhoff beslu't:
Dit is geen wartaal van een ouden man van
negentig jaren, doch het wijze inzicht van
een der meesters van een snellen oorlog".
Volgens een mededeeling van het Kwan-
toengleger zijn Japansche luchtstrijdkrach
ten gistermiddag bij het Boeir-meer op 80
Russische en Buiten-Mongoolsche vliegtui
gen gestooten. Des avonds hadden zij 39 van
deze toestellen neergeschoten. Een Japansch
vliegtuig keerde niet terug. Twee moesten
op gebied van Mandsjoekwo landen.
PROEFVLUCHT VAN DE „GOLDEN HIND"
De „Golden Hind", de grootste vliegboot
ooit in Engeland gebouwd, die plaats biedt
aan 150 passagiers, heeft met succes haar
eerste proetvlucht boven de Medway ge
maakt. Het toestel, dat een kruissnelheid
van 300 kilometer bereikt, is bestemd voor
den Oceaaridienst van de Imperial Airways.
GEEN JOODSCHE MEDEWERKING
AAN BRITSCHE PALESTINA-POLITIEK
Het Joodsche Agentschap van Palestina
te Londen, heeft gisteren reeds geantwoord
op het beroep van Minister MacDonald om
medewerking der Joden zelf om de onwet
tige immigratie naar Palestina te beteuge
len. De politiek van het Witboek is door
de Joodsche leiders verworpen, omdat zij
geen oplossing voor het vraagstuk van het
nationale tehuis voor Joden brengt en In
tegendeel de huidige spanning tussohen
Joden en Arabieren zal versterken. Meehel
pen aan deze politiek kon van geen enkel
overtuigd Jood hetzij Zionist of niet
verlangd worden, omdat de eerste beginse
len der ethiek het nakomen van een vrij
willig aangegane belofte er eenvoudig
met voeten worden getreden. De Agency zal
voor onbelemmerden toegang tot Palestina
voor alle in de wereld verdrukte Joden blij
ven strijden.
QUEIPO DE LLANO IN ONGENADE
Generaal Queipo de Llano, de beken
de Spaansche „radio-generaal", is blijkens 'n
officieele.mededeeling van zijn post als com
mandant van het tweede militaire district
ontheven, wegens het uitspreken van „on
voorzichtige woorden" in een rede, welke hij
onlangs heeft gehouden bij de herdenking
van den opstand in Sevilla.
Generaal Saliquet is in zijn plaats be
noemd. Queipo de Llano was nog pas kort
geleden tot luitenant-generaal bevorderd.
VVV
VAN MIJN HARDT,
stralend zomerweer gezonde
zeeluchtals toppunt van genot
de beste sigaret voor Uw gezondheid
heef
verl
staa
nisn
heef
mijn
De arbeid aan de „Thetis"
LONDEN, 22 Juli. (Reuter). Het bergings
vaartuig „Zelo" is er vannacht in geslaagd
de duikboot „Thetis" te lichten, maar de
pogingen om het vaartuig bij vloed naar het
strand te sleepen zijn mislukt wegens het
breken van twee lieren.
De Duitsche vrouw moet
mooi zijn
HAMBURG. 21 Juli. (D.N.B.). Dr Ley
heeft op het congres van „Kraft durch
Freude" een rede gehouden, waarin hij
o.rp. zeide voor het komende jaar het parool
uit te geven: „Kraohtige mannen en mooie,
bevallige vrouwen". Man en vrouw, aldus
Ley. zijn ieder op zichzelf niets, doch teza
men vormen zij een eenheid- ook bij de pres
tatie, den arbeid. De hoogeschool van de
mannelijkheid was in Duttschlamd steed6
het leger; thans is zij niet meer alleen het
leger, doch ook de partij, de S.S., S.A. en
fjle andere organisaties.
Anders is het by de vrouwen. Er zijn ge
weldige zonden van het verleden goed te
maken. Wij zijn nog niet eens in het be
gin. Ik juich het toe, dat de sportgroepeu
in de industrie thans ook rhythmische
groepen vormen, want onze vrouwen moe
ten schoon zijn. Ik heb in het Duitsche
Arbeidsfront instituten opgericht, die eens
schoonheidsinstituten, academiën van
schoonheid en mode zullen vormen, te Wee-
nen, Berlijn en Münchcn. De Duitsche ar
beidster moet weten, wat mooi is, zij moet
weten, hoe zij zich mooi kan maken. Wij
moeten ook tot een geheel ander begrip
van de mode komen.
SPROETEN P
Gebruik dan Dreyers Sproeten crème. Bin
nen 5 dagen zijn de sproeten verdwenen.
Onschadelijk. Tedereen die het gebruikt is
enthousiast over dit middel. Prijs per pot
1.25. Franco toez. na ontvangst Firma J.
DREYER. Weimarstraat 77. DEN HAAG.
Giro 208105.
(Reel.)
KUNST EN LETTEREN
Geestelijke Epiek der
Middeleeuwen
De Nederlandsche literatuur is een rijk
bezit Het is er anders mee dan met een be
zit van louter stoffelijk goed. Wie slechts
over een groote uitgebreidheid van stoffe
lijke goederen kan beschikken, zal er mis
schien zelf niet eens bijster gelukkig mee
zijn, terwijl hij door de niet-bezitters hevig
zal worden benijd. Daarentegen kan wie
zich geestelijke waarden heeft eigen ge
maakt, zich altijd weer opnieuw verlusti
gen in zijn bezit; hij kent de vreugde van
de ontdekte formuleering, van de schoon
heid van wat anderen gezegd hebben; hij
gaat om met de groote geesten van verleden
en heden.
Al is ons land gering van omvang, ver
geleken met sommige van zijn buren, nie
mand hoeft toch te denken, dat zijn letter
kunde tot die van andere landen in dezelfde
verhouding staat als zij zich in oppervlakte
of in bevolkingsaantal tot elkaar verhouden.
Misschien zou men alleen voor de omvang
rijke en groote Engelsche literatuur een
uitzondering moeten maken. De betrekke
lijke rust en de enorme welvaart van Vlaan
deren deden al zeer vroeg de behoefte ont
staan aan en schonken gelegenheid voor de
beoefening van die kunsten, die het leven
kunnen veraangenamen en die kunnen uit
heffen boven de vervlakking van het allo-
daagsche. Later gaan de muzen naar Hol
land en nog weer later wedijveren alle pro
vinciën van het Nederlandsche taalgebied,
Vlaanderen en Holland, in het voortbrengen
van producten van Dietsche kunst.
Eén bezwaar blijft er altijd, of liever
twee. Het eene is, dat het Nederlandsche
taalgebied ook thans nog klein van omvang
is. Daardoor moeten de oplagen noodzake
lijkerwijs beperkt blijven; millioenen-oplagen
zooals van in het Engelsoh geschreven wer
ken vaak mogelijk zijn, vindt men hier
niet. Vroeger gold dat bezwaar zoo niet.
Men schreef toen niet om een groote oplaag
te bereiken en een honorarium legde hcele-
maal geen gewicht in de schaal. Stel u
voor, dat Thomas k Ivempis aan een uit
gever zou hebben geschreven: ik heb een
werk klaar, dat Imitatio Christi zal heeten,
wilt u het uitgeven en hoeveel honorarium
geeft u ervoor! Maar nu hoeft niemand
daar de schouders over op ts halen, want
zelfs een schrijver kan niet van louter wind
Het andere bezwaar is dat van het totaal
dergenen die de Nederlandsche taal spre
ken en lezen kunnen, toch maar een heel
klein gedeelte in werkelijke literatuur be
lang stelt of zich stoffelijke offers kan ge
troosten om aan het verlangen naar geeste
lijke schoonheid te voldoen.
Het betrekkelijk isolement van onze let
terkunde in tegenstelling met bijv. de
Engelsche, die over de heele wereld gaat
noopt ons nog te sterker om haar te be
schouwen als een kostbaar bezit, een
kleinood dat men met te meer zorg behan
delt en waar men te grooter prijs op stelt,
naarmate er minder menschen van kunnen
genieten. Zooals in de Middeleeuwen de
kloosterlingen hun kostbare documenten
met liefde en zorg behandelden, zoo moeten
wij onze eigen letterkunde met liefde en
zorg omringen en er als uit een nationaal
bezit van groote waarde steeds weer nieu
we kracht uit putten voor ons eigen natio
nale leven.
Van wat onze eigen schrijvers hebben ge
produceerd zijn heel wat werken voor het
publiek toegankelijk gemaakt. We noemen
slechts wat de Zwolsche Herdrukken brach
ten, wat het Klassiek Letterkundig Pan
theon publiceerde en wat de Wereldbiblio
theek in het licht gaf. Een uitgave zooals
de Uitgeversmaatschappij „Elsevier" te Am
sterdam thans bezig is in 't licht te geven,
was er echter nog niet. Zij heeft een zeer
groot aantal deskundigen bereid gevonden
de groote werken onzer literatuur in een
passend gewaad voor iedereen toegankelijk
te maken. Bij deze uitgave werken samen
de Maatschappij der Nederlandsche Letter
kunde te Leiden en de Koninklijke Vlaam-
sche Academie te Gent, die er door het be
noemen van een zaakkundige commissie toe
bijdragen, dat de verschillende deelen te
samen een volledig en zuiver beeld van
onze letterkunde zullen geven. De redactie
der bibliotheek is op deze wijze als volgt
samengesteld: Voor de Mij der Nederl.
Letterkunde hebben zitting Prof. Mr P. N.
van Eyck, Dr H. W. E. Mol Ier, Prof. Dr
Jan de Vries en Prof. Dr J. Wille; en voor
de Vlaamsche Academie Prof. Dr A. H. Cor-
nette. Prof. Dr J. van Mierlo Jr en Prof. Dr
R. Verdeyen.
Het eerste deel Is verzorgd door Prof. Dr
J. van Mierlo en draagt tot titel: „Geeste
lijke Epiek der Middeleeuwen". De samen
steller is ongetwijfeld een der beste kenners
van de literatuur der Middeleeuwen en
daarom moet deze keu9 wel buitengewoon
belangrijk worden geacht. In een inleiding
geeft Van Mierlo een beschouwing over de
poëzie uit het te behandelen tijdperk en
legt hij verantwoording af over de keus. die
hij deed. Hij heeft daarbij steeds meer reke
ning gehouden met het aesthetisch-mooie
dan met het al te bepaald-godsdienstige of
-katholieke. Maar toch vindt hij, dat deze
godsdienstige uitingen voor den modernen
lezer, vooral voor den niet katholiek, „een
met zeven zegels gesloten boek" zouden
blijven, indien hij zich niet eenigszins in het
Middeleeuwsc.he gevoelsleven kan verplaat
sen, dat in zoovele opzichten zoo ver af
ligt van dat van tegenwoordig. Van Mierlo
vindt dan ook, dat men deze poëzie moet
kunnen lezen „in die stemming van vromen
eenvoud, van ongerept geloof, waaruit zij
geboren is"; dan zal men erin aanvoelen
„de ziel onzer vaderen, ja, de eeuwige ziel
van den mensch".
Deze uitgave streeft geen filologische doel
einden na; daarom dienen de noten alleen
als tekstverklaring. De spelling der hand
schriften is ook eenigszins gemoderniseerd.
Waarschijnlijk zal Van Mierlo gedacht heb
ben, dat wie de teksten filologisch wil be-
studeeren, toch elders terecht zal kunnen en
ook gaan.
Met dit werk zal do Middnlceuwsche lite
ratuur natuurlijk niet uitgeput zijn. Vol
gens het programma zullen andere werken
volgen. Pr.
Na geruimen tijd reeds ziek te zijn ge- j
weest is op ruim 75-jarigen leeftijd in zijiï
woning te Amsterdam overleden de nestor
der Nederlandsche beeldhouwers Dr. Josef
Mendes da Costa, tot op zeer hoogen leeftijd
een der voornaamste figuren onder de bee.I-
dende kunstenaars in Nederland.
Waar gaat U zich
vestigen?
IN AMSTERDAM
Dan naar het kantoor van L. BOOMSMA,
Makelaar Bouwkundige Expert
Nassaukade U9 Telefoon 82521—85421
le Helmersstraat 137-11 38.— p. m.
Ie Helmersstraat 297-11 38.— p. m.
Kostverlorenstraat 1-11 J 34.p. m.
Fred. Hendrikplantsoen B-II... 36.p. m.
Nassaukade 344-III 30.p. m.
Romb. Hogerbeetsstr. 4-1 30.— p. m.
WonlngitJst en Inlichtingen GRATIS
deri
Amersfoort
VAN HASELEN'S
Wijnand van Haselen P.Hzn.,
Gemeente-Makelaar,
SNOUCEAERTLAAN 22—24, TeleL 6218
ASSURANTIËN
U .wilt verhuizen P
HEEMSTEDE biedt U:
CENTRALE LIGGING
LAGE BELASTINGEN
EEN GERIEFELIJK HUIS
Vraagt inlichtingen en gratis Woninggids
HEEMSTEDE'S WONING-BUREAU
BINNENLAND
Nederlandsch sanatorium
te Davos
Eerste steenlegging nienwbonw
Dezer dagen heeft de eerste steenlegging j
plaats gehad van den nieuwbouw van het
Nederlandsch Sanatorium te Davos.
Deze plechtigheid geschiedde door den
heer Otto M e n t e n, voorzitter van ge-,
noemd sanatorium in tegenwoordigheid van
meerdere leden der familie Menten en I
leden van hei bestuur, waaronder de ad-
ministratrice mej. A.ntzenius te den 1
Haag. De plechtigheid werd onder meer
bijgewoond door een vertegenwoordiger van
Hr Ms gezantschap te Bern, Behörde der
gemeente Davos, alsmede geneesheeren van
andere sanatoria en vertegenwoordigers
van kerkelijke richtingen. Voor zoover mo
gelijk waren de patiënten van het sanato
rium in de gelegenheid gesteld deze steen
legging bij te wonen. De bedpatiënten kon
den door middel van koptelefoon een en
ander volgen.
De geneesheer van het sanatorium, Dr
G u g e 1 o t, heette de aanwezigen hartelijk 1
welkom en weis in zijn openingswoord op
de groote beteekenis van deze steenlegging.
Na hem voerde het woord de architect de
heer Van Nieukerken, die tevens
lid van het bestuur is. Een neef van den
stichter van het sanatorium Mr M. P. P 1 a n
t e n g a las daarop een oorkonde voor,
welke in den steen werd ingemetseld.
Hierna hield de heer Menten een uitvoerige
rede.
Na de plechtigheid recipieerde het be
stuur.
een uerhaal uit het midden der vorige eeuw
door DI.J.A.V15SCHER.
(12
Benecia zag hem ernstig aan. Die woorden van Godsver
trouwen troffen haar. Zoo iets te hooren uit den mond van
een dapper man was wel heel ongewoon in die dagen.
„Wat moet u rustig zijn!" sprak ze met nadruk. „Maar kom
Fernandez, wij moeten onze reis voortzetten''.
Zij stak haar hand uit naar John, die haar eerbiedig drukte.
Hij reed met zijn paard achteruit en keerde toen met een
sierlijken zwaai van zijn hoed terug naar zijn makkers, terwijl
de reiswagen met de ruiters verder ging en weldra in het ge
boomte verdwenen was.
John en zijn makkers namen nu een uur rust.
Pas waren ze weer opgestegen om verder te gaan, toen
plotseling zijn paard schrok en stil bleef staan.
Achter de boomen stond de oude Roodhuid, kapitein don
Carlos. John herkende hem terstond.
„Wat nu! don Carlos!" vroeg hij. „Zijt ge niet wat erg ver
van uw kerk weggegaan?"
..Heer!" riep hij, „luister naar Indiaan. Don Carlos weet
alles van de Vasquez. De Vasquez schurk. Pas op, mijnheer
John. voor Vasquez! Hij gez-'o-e« nu te rekenen. Eerst.
En dan hij gezworen om dochter "an i Mariano te huwen".
',VWat zeg je daar?" schreeuwde John. „De dochter van
don Mariano? Die daar juist in dien wagen wegreed?''
„Ja juist die!" verklaarde de Indiaan. „En daarom don
Vasquez ook hier. Zelf zien rijden! Om u en om dochter don
Mariano. Ga niet verder! Ga terug. Houd uw buks klaar. In
diaan gaat ook mee".
„Hoeveel mannen had hij bij zich, don Carlos?" vroeg John.
„Hij alleen", antwoordde de Indiaan, „maar zijn mannen
verderop. Luister"en hij stak zijn vinger op„daar
ginds paarden! Tweemaal paarden. En eenmaal daar ginds
vooruit. En eenmaal daar ginds in de bosschen. Dat Vasquez!"
„Hooren jullie dat. mannen?" vroeg John, zich keerend tot
zijn bedienden. „Dat kan een spannende dag worden! En
wat doen we nu?"
„Terug naar den wagen!" riepen ze allen vol strijdlust.
Daar viel in de verte een schot.
„Vooruit!" riep John. „Edward, neem jij don Carlos ach
terop. En nu in galop!"
De paarden kregen de sporen en stoven door het woud.
Ginds was men ongetwijfeld slaags geraakt. Gedurig vielen
er schoten. Toen ze nader kwamen hoorden ze verwoede
kreten. Er werd zwaar gevochten.
Daar stond de reiswagen. Benecia stond er naast in wan
hopige houding. Vlak voor haar lag een van de bedienden
uitgestrekt op den grond, door een kogel getroffen.
Fernandez zwaaide zijn blanke machete en verhinderde
twee bandieten tot Benecia door te dringen.
De andere bedienden waren in gevecht met een viertal
roovers en Weken langzaam naar den wagen terug.
Plotseling zag John öp een afstand achter de struiken,
trotsch op zijn paard, een ruiter die veel fraaier gekleed was
dan een van de anderen. Hij bewoog zich bijna niet en keek
met een spottenden lach op zijn gelaat naar het gevecht.
De grond dreunde toen de redders kwamen aanstormen.
John drukte diep de sporen in de flanken van zijn ros en
was het eerst op het gevechtsterrein.
De oude Indiaan had zich op den grond laten vallen en
greep nu de teugels van de paarden die voor den wagen
stonden, zoodat ze niet op hol konden gaan.
Niemand anders had don de Vasquez gezien. Toen John
op hem afreed, was hij verdwenen. Hij had begrepen, tegen
de overmacht niets te vermogen, had snel zijn pistool leeg ge
schoten om John te treffen, maar toen hij hem niet raakte had
hij den teugel gewend om te verdwijnen in het woud.
Het gevecht was afgeloopen. Een van de roovers was ge
dood, twee hadden weten te ontkomen en een had zich moe
ten overgeven. Zijn wapen had hij moeten afgeven en hij
werd stevig op zijn paard vastgebonden.
Benecia was hevig ontsteld, en het kostte geruimen tijd
voor ze tot kalmte was gekomen.
John had een schoone taak, die hij niet graag aan een an
der zou hebben overgelaten. Hij wist haar te kalmeeren en
ze luisterde wondergaarne naar zijn hartelijke, eenvoudige
woorden. Vooral toen hij haar weer vertelde van zijn moeder
en van haar bijbel, waarin zulke schoone dingen stonden van
rust en bescherming.
De gedoode bandieten werden begraven, en nadat de ge
wonde bediende van Benecia zoo goed mogelijk verbonden
was en gemakkelijk in den wagen was neergezet tegenover de
vrouwen, werd de reis voortgezet.
„Wij vergezellen u!" verklaarde John. „Wij gaan weer
terug naar Monterey. Aan don Carlos draag ik op om mijn
ouders te gaan vertellen dat we later terug zijn en dat alles
wèl is. Wij zullen echter probeeren nu voor goed een eind te
maken aan de streken van don de Vasquez. Als er nog ge
rechtigheid is, dan zal hij boeten! Ik heb duidelijk gezien dat
hij de aanvoerder was".
Het verheugde Benecia meer dan ze wel zeggen wilde, dat
de moedige Engelschman haar nog piet verlaten zou.
Nu was er verder geen gevaar meer te duchten, en zonder
verdere wederwaardigheden kwam men des avonds in Mon
terey aan, waar de gevangen bandiet terstond aan den sheriff
werd overgegeven. Benecia geleidde haar beschermer naar
het huis van haar vader don Mariano de Veja.
Met ontzetting en verontwaardiging werd daar het verhaal
van den overval vernomen.
Eerst was don Mariano wat koel tegenover den jongen
Engelschman, maar toen hij vernomen had welk een rol hij
had gespeeld in de redding van zijn dochter, en Benecia niet
ophield haar wakkeren kampvechter te prijzen, werd zijn hou
ding geheel anders.
Nadat de reizigers waren onthaald, werd er om den sheriff
gezonden. Ook de gevangene werd overgebracht en voorloo-
pig opgesloten in een der stallen bij het huis.
Don Mariano, de sheriff en John zaten te samen in de wa
randa en de laatste deed nogmaals omstandig zijn verhaal.
„En hebt ge eenig vermoeden, wie de leiding had van de
bandieten?" vroeg de sheriff.
„Vermoeden? Ik heb zekerheid, de meest volstrekte zeker
heid! Het was don de Vasquez, die u waarschijnlijk niet on
bekend is!"
Don Mariano schrok en werd bleek. Als men eens wist.
dat hij met dien ruwen roover een geheime samenkomst had
gehad.
„Isisdat zeker?" vroeg hij met bevende lippen.
(Wordt vervolgd)'.