r* CHIEF WHIP Gemengd Bloed BUR NETT' s Hartjes ZATERDAG 22 JULI 1939 EERSTE BITAD PAG. a ZA Builenlat.d Hoe denkt Hitier over Danzig? Hij wenscht oplossing zonder oorlog en zonder compromis Volgens uitlatingen, welke Reuter vernam in politieke kringen te Berlijn, zou H i 11 e r, die momenteel rust neemt in de Beiersche Alpen, nog steeds een vreedzame oplossmg verlangen van het vraagstuk Danzig, zon der oorlog, doch ook zonder compromis. Men legt in nationaal-socialistische krin gen den nadruk op „vastbeslotenheid en vrede". De uitgebreide militaire toebereid selen, die openlijk zijn getroffen, worden „natuurlijke voorzorgen" genoemd. In offi- cieele kringen zegt men, dat Duitschland voor alle gebeurlijkheden gereed moet zijn, daar het duidelijk is, dat een oorlog tot de mogelijkheden behoort, hoewel hij niet de juiste en gewensohte oplossing wordt ge- De zegsman van Reuter verklaarde, dat Hitier voor honderd procent besloten is, Danzig in zijn bezit te krijgen zonder eenige concessie, doch óók voor honderd procent wenscht hij het zonder oorlog te krijgen. Men geeft toe, dat het vraagstuk gelijkenis vertoont met den Gordiaanschen knoop. In de eerstvolgende maanden zal blijken, of de knoop ontward kan worden dan wel met het zwaard moet worden doorgebakt Men hoopt, dat Polen een vreedzame oplossing op een basis van „quid pro quo", welke zijn prestige 'zoo weinig mogelijk zou schaden, zal prefereeren. In nationaal-socialistische kringen ziet men twee mogelijkheden van de verdere ontwikkeling van den toestand: óf een over eenkomst met Rusland zal Engeland in een automatisch stelsel van garanties verwar ren, zoodat het geen vrijheid van handelen zal hebben en er dus bij Polen op zal aan dringen, dat een conflict niet verhaast wordt, óf Engeland kan, indien er geen pact met Rusland komt, Polen geen doeltreffen de hulp verleencn en zal Warschau in zijn eigen belang aanraden, concessies te doen. Hooge ambtenaren achten het zeker, dat het „partijcongres van den vrede" in begin September doorgang zal hebben, omdat het volkomen in strijd met Hitiers karakter is, dat een dergelijk congres eerst zou worden aangekondigd en daarna afgezegd. De bovenvermelde verklaring is door een officieclen woordvoerder afgelegd tegenover de vertegenwoordigers der buitenlandsche nieuwsagentschappen op de dagelijkschc persconferentie. De woordvoerder antwoord de op door de correspondenten gestelde vragen en zijn verklaring was niet te voren klaar gemaakt De tot uitdrukking gebrach te opvattingen werden niet vooreesteld als een nieuwe richting in de politiek, aange zien dezelfde gevoelens herhaaldelijk uitge sproken zijn den laatsten tijd door den nationaal-socialistischen woordvoerder en de Duitsohe pers. Als zoodanig mogen de uitgesproken meeningen beschouwd worden als die der Duitsohe regeering. Korte inhoud van het feuilleton Toen do oude Don Carlos, hoofdman van de Indianenstam der Mesquorito's, nog een jongeling was en Yusito heette, waren de eerste blanke kloosterlingen in Californië aan land gekomen. Sindsdien was er veei veranderd. Eerst hadden de blanken een gunstigen invloed op de Indianen gehad en er was welvaart gekomen; doch later kwa men er soldaten, andere blanken en Mexi canen zich vestigen. Zij vermengden zich met de inheemsche bevolking en nu ont stond een grootendeels minderwaardig ras, wat nog verergerd werd door den invoer van sterken drank. Oorlogen waren aan de orde van den dag en ook in het binnenland was er strijd tusschen de liberalen en clericalen. De liberalen kregen de overhand en nu wer den kerken en kloosters verwoest en do geestelijken verjaagd. Ook Don Carlos en de zijnen vluchtten ln de bosschen, doch toen het gevaar eenigszins geweken was keerden zij terug en onderhielden de ver woeste heiligdommen zoo goed zij konden. Don Mariano do Veja, een machtig heer van de stad Monterey, ging te paard uit. Hij was een man, die in de oorlogen steeds de zijde gekozen had van het land, dat hem het voordeelig6t uitkwam. Dat waren nu de Ver. Staten. Bij de ruïnes van San Carlos heeft do-n Mariano een bespreking met don de Vasquez hoofd van een rooversbende, over de toene mende macht der Amerikaansche planters. De oude Don Carlos luistert dit gesprek af. De oude Engelschman Vancouver had zich met zijn vrouw en zoon John in Cali fornië gevestigd. In een gevecht had don de Vasquez voor John het onderspit moeten delven en nu zon deze op wraak. Op een middag was John met twee be dienden op weg van de sfad naar zijn farm; onderweg ontmoette hij Benecia, dochter van don Mariano die hem waarschuwt voor don de Vasquez. Zie vervolg hieronder. LONDON DRY GIN De vloot der Sovjet-Unie De „Prawda" publiceert een artikel van den Russischen volkscommissaris voor scheepbouw, Tevossian, onder den titel: „Het sovjetland bouwt een groote vloot". Na een historisch overzicht over den bouw van schepen in het tsaristische tijdperk en daarna, gaat de schrijver als volgt verder: De taak van de verdediging der zeegren- :n en de bedreiging met militaire agressie tegen de U.R.S.S. eischten dringend den op- gebouw van een marine, die vaardig zou zijn tot den strijd. In de eerste plaats moest de bouw van een onderzeevloot versneld wor den. Deze taak is reeds ten einde gebracht. De U.R.S.S. heeft opzijn machtigste scheeps werven duikbootformaties van verschillende typen gebouwd, die in niets onderdoen voor welke onderzeevloot ter wereld ook. In en kele jaren hebben wij een zoo groot aantal moderne duikbooten gebouwd, dat zij in staat zullen zijn, onze grenzen te verdedigen, in welk maritiem strijdperk het ook zij. Aan al onze kusten dg Oostzee, de Zwarte Zee, in het Noorden en vooral in het Verre Oos ten bezit de U.R.S.S. een machtige duik- bootvloot, die de veiligheid der zeegrenzen kan verzekeren. In 1938 en in de eerste helft van 1939 kreeg de Russische marine nieuwe aan de opper vlakte varende oorlogsschepen, die in strijd met de voorafgaande jaren ook in den win ter werden opgeleverd. De nieuwe eenheden, die thans deel uit maken van de actieve marine, onderschei den zich door haar hooge offensieve waarde. In de tweede helft van 1939 zal onze marine versterkt worden door nieuwe, snelle oor logsschepen. De linieschepen en kruisers, die thans ge bouwd worden op de sovjetwerven en die de eerstvolgende jaren in dienst genoment zul len worden, zullen door hun geschut, hun snelheid en hun uithoudingsvermogen in het gevecht de sterkste schepen zijn, niet alleen van de sovjet-marine, maar van de wereld. De torpedobootjagers en torpedobooten, die geheel op onze werven gebouwd worden, doen in niets onder voor de beste moderne schepen der andere mogendheden. Het Poolsch-Duitsche grensincident Een Poolsch protest Chodacki, de Poolsche commissaris-ge neraal te Danzig, heeft bij den Senaat krach tig geprotesteerd naar aanleiding van het grensincident, waarbij de Poolsche douane beambte Boedziewicz gedood is. In het pro test wordt gezegd, dat de man op Poolschen grond werd neergeschoten, nadat hij drie Duitschers, die onbevoegd over de grens wa ren gekomen gesommeerd had. Een onder zoek en bestraffing van den schuldige, die volgons het protest lid d«r stormtroepen móet zijn, worden geëischt. A De Poolsche politie heeft gisterochtend den chef van het douanehuis te Danzig, die op illegale wijze over de grens moet zijn ge komen, gearresteerd. De Poolsche bladen melden, dat pater Berbardwiscki, vroeger Poolsch candidaat voor don ..Volkstag" te Danzig, door de politie van Danzig gearres teerd is. Verder zou een Poolsche spoorweg beambte wegens anti nationaal-socialisti sche actie in hechtenis zijn genomen De Japansch-Britsche besprekingen Engeland meegaande? In welingelichte Japansdhe kringen meent men te weten, dat Engeland bij de bespre kingen van gisteren er in heeft toegestemd „den abnormalen toestand te Tientsin" te erkennen, zich te onthouden van alles, wat de Japansche strijdkrachten in gevaar kan brengen, en de noodige maatregelen te ne men om orde en rust te Tientsin te hand haven." De correspondentie van King Hall „Zuiver particuliere onderneming" In het Lagerhuis heeft Butler gezegd, dat hij de Duitsche regeering in kennis zou stellen van het feit, dat de brieven van King II a 11 een zuiver particuliere onder neming waren, die op geen enkele wijze door de Britsche regeering gesteund werd of waarvoor deze regcering eenigerlei verant woordelijkheid kon aanvaarden. Spr. wist, dat het in de Duitsche radio uitzendingen in de Engelsche taal anders was voorgesteld weshalve een rechtzetting van de feiten niet overbodig was. Duitschland gaat controleeren 1 Reuter seint uit Metz. dat alle brieven, welke met Brit6che of Fransche postzegels» zijn gefrankeerd, thans in- de postkantoren de Duitsche steden langs de Fransch- Duitsche grens aan een scherpe controle orden onderworpen. De brieven worden onderzocht met infra- roode stralen en bij verdenking geopend. Alle kranten worden geopend en geschud, om na te gaan, of er mededeelingen zijn ingesloten. Dezelfde controle wordt toegepast op naar het buitenland gezonden poststukken. Die brieven worden dan geopend en voorzien van een strook met de woorden: „Door de douane geopend, voor controle". Deze maatregelen worden in het bijzonder toegepast te Saarbruecken, Aken en Keulen Gisteren zijn in het Engelsche graafschap Kent twee militaire vliegtuigen veronge lukt. De beide inzittenden van het eene toestel en de eene inzittende van het an dere werden gedood. Gistermorgen is verder een militair vlieg tuig verongelukt, op enkele kilometers van het vliegveld Leconfield, in Yorkshire. De drie inzittenden werden gedooc.. Een vierde toestel verongelukte bij Bridlington. Het stortte in zee. De gepensionneerde Duitsche generaal Von Tempelhoff publiceert in het mili taire tijdschrift Wissen und Wehr, een arti kel over „Oorlog met snelle beslissing". De schrijver 6Chijnt niet te gelooven aan «ie mogelijkheid van een korten oorlog, gezien de tegenwoordige omstandigheden. Hij herinnert er met name aan, dat „in den laatsten oorlog elk der oorlogvoerenden met de grootst mogelijke volharding pro beerde een snelle overwinning te behalen, doch het was vergeefsch". Hij haalt Moltke aan, die gezegd heeft: „Wanneer een oorlog uitbreekt, kan men noch zijn duur, noch zijn einde vooruitzien". Tempelhoff beslu't: Dit is geen wartaal van een ouden man van negentig jaren, doch het wijze inzicht van een der meesters van een snellen oorlog". Volgens een mededeeling van het Kwan- toengleger zijn Japansche luchtstrijdkrach ten gistermiddag bij het Boeir-meer op 80 Russische en Buiten-Mongoolsche vliegtui gen gestooten. Des avonds hadden zij 39 van deze toestellen neergeschoten. Een Japansch vliegtuig keerde niet terug. Twee moesten op gebied van Mandsjoekwo landen. PROEFVLUCHT VAN DE „GOLDEN HIND" De „Golden Hind", de grootste vliegboot ooit in Engeland gebouwd, die plaats biedt aan 150 passagiers, heeft met succes haar eerste proetvlucht boven de Medway ge maakt. Het toestel, dat een kruissnelheid van 300 kilometer bereikt, is bestemd voor den Oceaaridienst van de Imperial Airways. GEEN JOODSCHE MEDEWERKING AAN BRITSCHE PALESTINA-POLITIEK Het Joodsche Agentschap van Palestina te Londen, heeft gisteren reeds geantwoord op het beroep van Minister MacDonald om medewerking der Joden zelf om de onwet tige immigratie naar Palestina te beteuge len. De politiek van het Witboek is door de Joodsche leiders verworpen, omdat zij geen oplossing voor het vraagstuk van het nationale tehuis voor Joden brengt en In tegendeel de huidige spanning tussohen Joden en Arabieren zal versterken. Meehel pen aan deze politiek kon van geen enkel overtuigd Jood hetzij Zionist of niet verlangd worden, omdat de eerste beginse len der ethiek het nakomen van een vrij willig aangegane belofte er eenvoudig met voeten worden getreden. De Agency zal voor onbelemmerden toegang tot Palestina voor alle in de wereld verdrukte Joden blij ven strijden. QUEIPO DE LLANO IN ONGENADE Generaal Queipo de Llano, de beken de Spaansche „radio-generaal", is blijkens 'n officieele.mededeeling van zijn post als com mandant van het tweede militaire district ontheven, wegens het uitspreken van „on voorzichtige woorden" in een rede, welke hij onlangs heeft gehouden bij de herdenking van den opstand in Sevilla. Generaal Saliquet is in zijn plaats be noemd. Queipo de Llano was nog pas kort geleden tot luitenant-generaal bevorderd. VVV VAN MIJN HARDT, stralend zomerweer gezonde zeeluchtals toppunt van genot de beste sigaret voor Uw gezondheid heef verl staa nisn heef mijn De arbeid aan de „Thetis" LONDEN, 22 Juli. (Reuter). Het bergings vaartuig „Zelo" is er vannacht in geslaagd de duikboot „Thetis" te lichten, maar de pogingen om het vaartuig bij vloed naar het strand te sleepen zijn mislukt wegens het breken van twee lieren. De Duitsche vrouw moet mooi zijn HAMBURG. 21 Juli. (D.N.B.). Dr Ley heeft op het congres van „Kraft durch Freude" een rede gehouden, waarin hij o.rp. zeide voor het komende jaar het parool uit te geven: „Kraohtige mannen en mooie, bevallige vrouwen". Man en vrouw, aldus Ley. zijn ieder op zichzelf niets, doch teza men vormen zij een eenheid- ook bij de pres tatie, den arbeid. De hoogeschool van de mannelijkheid was in Duttschlamd steed6 het leger; thans is zij niet meer alleen het leger, doch ook de partij, de S.S., S.A. en fjle andere organisaties. Anders is het by de vrouwen. Er zijn ge weldige zonden van het verleden goed te maken. Wij zijn nog niet eens in het be gin. Ik juich het toe, dat de sportgroepeu in de industrie thans ook rhythmische groepen vormen, want onze vrouwen moe ten schoon zijn. Ik heb in het Duitsche Arbeidsfront instituten opgericht, die eens schoonheidsinstituten, academiën van schoonheid en mode zullen vormen, te Wee- nen, Berlijn en Münchcn. De Duitsche ar beidster moet weten, wat mooi is, zij moet weten, hoe zij zich mooi kan maken. Wij moeten ook tot een geheel ander begrip van de mode komen. SPROETEN P Gebruik dan Dreyers Sproeten crème. Bin nen 5 dagen zijn de sproeten verdwenen. Onschadelijk. Tedereen die het gebruikt is enthousiast over dit middel. Prijs per pot 1.25. Franco toez. na ontvangst Firma J. DREYER. Weimarstraat 77. DEN HAAG. Giro 208105. (Reel.) KUNST EN LETTEREN Geestelijke Epiek der Middeleeuwen De Nederlandsche literatuur is een rijk bezit Het is er anders mee dan met een be zit van louter stoffelijk goed. Wie slechts over een groote uitgebreidheid van stoffe lijke goederen kan beschikken, zal er mis schien zelf niet eens bijster gelukkig mee zijn, terwijl hij door de niet-bezitters hevig zal worden benijd. Daarentegen kan wie zich geestelijke waarden heeft eigen ge maakt, zich altijd weer opnieuw verlusti gen in zijn bezit; hij kent de vreugde van de ontdekte formuleering, van de schoon heid van wat anderen gezegd hebben; hij gaat om met de groote geesten van verleden en heden. Al is ons land gering van omvang, ver geleken met sommige van zijn buren, nie mand hoeft toch te denken, dat zijn letter kunde tot die van andere landen in dezelfde verhouding staat als zij zich in oppervlakte of in bevolkingsaantal tot elkaar verhouden. Misschien zou men alleen voor de omvang rijke en groote Engelsche literatuur een uitzondering moeten maken. De betrekke lijke rust en de enorme welvaart van Vlaan deren deden al zeer vroeg de behoefte ont staan aan en schonken gelegenheid voor de beoefening van die kunsten, die het leven kunnen veraangenamen en die kunnen uit heffen boven de vervlakking van het allo- daagsche. Later gaan de muzen naar Hol land en nog weer later wedijveren alle pro vinciën van het Nederlandsche taalgebied, Vlaanderen en Holland, in het voortbrengen van producten van Dietsche kunst. Eén bezwaar blijft er altijd, of liever twee. Het eene is, dat het Nederlandsche taalgebied ook thans nog klein van omvang is. Daardoor moeten de oplagen noodzake lijkerwijs beperkt blijven; millioenen-oplagen zooals van in het Engelsoh geschreven wer ken vaak mogelijk zijn, vindt men hier niet. Vroeger gold dat bezwaar zoo niet. Men schreef toen niet om een groote oplaag te bereiken en een honorarium legde hcele- maal geen gewicht in de schaal. Stel u voor, dat Thomas k Ivempis aan een uit gever zou hebben geschreven: ik heb een werk klaar, dat Imitatio Christi zal heeten, wilt u het uitgeven en hoeveel honorarium geeft u ervoor! Maar nu hoeft niemand daar de schouders over op ts halen, want zelfs een schrijver kan niet van louter wind Het andere bezwaar is dat van het totaal dergenen die de Nederlandsche taal spre ken en lezen kunnen, toch maar een heel klein gedeelte in werkelijke literatuur be lang stelt of zich stoffelijke offers kan ge troosten om aan het verlangen naar geeste lijke schoonheid te voldoen. Het betrekkelijk isolement van onze let terkunde in tegenstelling met bijv. de Engelsche, die over de heele wereld gaat noopt ons nog te sterker om haar te be schouwen als een kostbaar bezit, een kleinood dat men met te meer zorg behan delt en waar men te grooter prijs op stelt, naarmate er minder menschen van kunnen genieten. Zooals in de Middeleeuwen de kloosterlingen hun kostbare documenten met liefde en zorg behandelden, zoo moeten wij onze eigen letterkunde met liefde en zorg omringen en er als uit een nationaal bezit van groote waarde steeds weer nieu we kracht uit putten voor ons eigen natio nale leven. Van wat onze eigen schrijvers hebben ge produceerd zijn heel wat werken voor het publiek toegankelijk gemaakt. We noemen slechts wat de Zwolsche Herdrukken brach ten, wat het Klassiek Letterkundig Pan theon publiceerde en wat de Wereldbiblio theek in het licht gaf. Een uitgave zooals de Uitgeversmaatschappij „Elsevier" te Am sterdam thans bezig is in 't licht te geven, was er echter nog niet. Zij heeft een zeer groot aantal deskundigen bereid gevonden de groote werken onzer literatuur in een passend gewaad voor iedereen toegankelijk te maken. Bij deze uitgave werken samen de Maatschappij der Nederlandsche Letter kunde te Leiden en de Koninklijke Vlaam- sche Academie te Gent, die er door het be noemen van een zaakkundige commissie toe bijdragen, dat de verschillende deelen te samen een volledig en zuiver beeld van onze letterkunde zullen geven. De redactie der bibliotheek is op deze wijze als volgt samengesteld: Voor de Mij der Nederl. Letterkunde hebben zitting Prof. Mr P. N. van Eyck, Dr H. W. E. Mol Ier, Prof. Dr Jan de Vries en Prof. Dr J. Wille; en voor de Vlaamsche Academie Prof. Dr A. H. Cor- nette. Prof. Dr J. van Mierlo Jr en Prof. Dr R. Verdeyen. Het eerste deel Is verzorgd door Prof. Dr J. van Mierlo en draagt tot titel: „Geeste lijke Epiek der Middeleeuwen". De samen steller is ongetwijfeld een der beste kenners van de literatuur der Middeleeuwen en daarom moet deze keu9 wel buitengewoon belangrijk worden geacht. In een inleiding geeft Van Mierlo een beschouwing over de poëzie uit het te behandelen tijdperk en legt hij verantwoording af over de keus. die hij deed. Hij heeft daarbij steeds meer reke ning gehouden met het aesthetisch-mooie dan met het al te bepaald-godsdienstige of -katholieke. Maar toch vindt hij, dat deze godsdienstige uitingen voor den modernen lezer, vooral voor den niet katholiek, „een met zeven zegels gesloten boek" zouden blijven, indien hij zich niet eenigszins in het Middeleeuwsc.he gevoelsleven kan verplaat sen, dat in zoovele opzichten zoo ver af ligt van dat van tegenwoordig. Van Mierlo vindt dan ook, dat men deze poëzie moet kunnen lezen „in die stemming van vromen eenvoud, van ongerept geloof, waaruit zij geboren is"; dan zal men erin aanvoelen „de ziel onzer vaderen, ja, de eeuwige ziel van den mensch". Deze uitgave streeft geen filologische doel einden na; daarom dienen de noten alleen als tekstverklaring. De spelling der hand schriften is ook eenigszins gemoderniseerd. Waarschijnlijk zal Van Mierlo gedacht heb ben, dat wie de teksten filologisch wil be- studeeren, toch elders terecht zal kunnen en ook gaan. Met dit werk zal do Middnlceuwsche lite ratuur natuurlijk niet uitgeput zijn. Vol gens het programma zullen andere werken volgen. Pr. Na geruimen tijd reeds ziek te zijn ge- j weest is op ruim 75-jarigen leeftijd in zijiï woning te Amsterdam overleden de nestor der Nederlandsche beeldhouwers Dr. Josef Mendes da Costa, tot op zeer hoogen leeftijd een der voornaamste figuren onder de bee.I- dende kunstenaars in Nederland. Waar gaat U zich vestigen? IN AMSTERDAM Dan naar het kantoor van L. BOOMSMA, Makelaar Bouwkundige Expert Nassaukade U9 Telefoon 82521—85421 le Helmersstraat 137-11 38.— p. m. Ie Helmersstraat 297-11 38.— p. m. Kostverlorenstraat 1-11 J 34.p. m. Fred. Hendrikplantsoen B-II... 36.p. m. Nassaukade 344-III 30.p. m. Romb. Hogerbeetsstr. 4-1 30.— p. m. WonlngitJst en Inlichtingen GRATIS deri Amersfoort VAN HASELEN'S Wijnand van Haselen P.Hzn., Gemeente-Makelaar, SNOUCEAERTLAAN 22—24, TeleL 6218 ASSURANTIËN U .wilt verhuizen P HEEMSTEDE biedt U: CENTRALE LIGGING LAGE BELASTINGEN EEN GERIEFELIJK HUIS Vraagt inlichtingen en gratis Woninggids HEEMSTEDE'S WONING-BUREAU BINNENLAND Nederlandsch sanatorium te Davos Eerste steenlegging nienwbonw Dezer dagen heeft de eerste steenlegging j plaats gehad van den nieuwbouw van het Nederlandsch Sanatorium te Davos. Deze plechtigheid geschiedde door den heer Otto M e n t e n, voorzitter van ge-, noemd sanatorium in tegenwoordigheid van meerdere leden der familie Menten en I leden van hei bestuur, waaronder de ad- ministratrice mej. A.ntzenius te den 1 Haag. De plechtigheid werd onder meer bijgewoond door een vertegenwoordiger van Hr Ms gezantschap te Bern, Behörde der gemeente Davos, alsmede geneesheeren van andere sanatoria en vertegenwoordigers van kerkelijke richtingen. Voor zoover mo gelijk waren de patiënten van het sanato rium in de gelegenheid gesteld deze steen legging bij te wonen. De bedpatiënten kon den door middel van koptelefoon een en ander volgen. De geneesheer van het sanatorium, Dr G u g e 1 o t, heette de aanwezigen hartelijk 1 welkom en weis in zijn openingswoord op de groote beteekenis van deze steenlegging. Na hem voerde het woord de architect de heer Van Nieukerken, die tevens lid van het bestuur is. Een neef van den stichter van het sanatorium Mr M. P. P 1 a n t e n g a las daarop een oorkonde voor, welke in den steen werd ingemetseld. Hierna hield de heer Menten een uitvoerige rede. Na de plechtigheid recipieerde het be stuur. een uerhaal uit het midden der vorige eeuw door DI.J.A.V15SCHER. (12 Benecia zag hem ernstig aan. Die woorden van Godsver trouwen troffen haar. Zoo iets te hooren uit den mond van een dapper man was wel heel ongewoon in die dagen. „Wat moet u rustig zijn!" sprak ze met nadruk. „Maar kom Fernandez, wij moeten onze reis voortzetten''. Zij stak haar hand uit naar John, die haar eerbiedig drukte. Hij reed met zijn paard achteruit en keerde toen met een sierlijken zwaai van zijn hoed terug naar zijn makkers, terwijl de reiswagen met de ruiters verder ging en weldra in het ge boomte verdwenen was. John en zijn makkers namen nu een uur rust. Pas waren ze weer opgestegen om verder te gaan, toen plotseling zijn paard schrok en stil bleef staan. Achter de boomen stond de oude Roodhuid, kapitein don Carlos. John herkende hem terstond. „Wat nu! don Carlos!" vroeg hij. „Zijt ge niet wat erg ver van uw kerk weggegaan?" ..Heer!" riep hij, „luister naar Indiaan. Don Carlos weet alles van de Vasquez. De Vasquez schurk. Pas op, mijnheer John. voor Vasquez! Hij gez-'o-e« nu te rekenen. Eerst. En dan hij gezworen om dochter "an i Mariano te huwen". ',VWat zeg je daar?" schreeuwde John. „De dochter van don Mariano? Die daar juist in dien wagen wegreed?'' „Ja juist die!" verklaarde de Indiaan. „En daarom don Vasquez ook hier. Zelf zien rijden! Om u en om dochter don Mariano. Ga niet verder! Ga terug. Houd uw buks klaar. In diaan gaat ook mee". „Hoeveel mannen had hij bij zich, don Carlos?" vroeg John. „Hij alleen", antwoordde de Indiaan, „maar zijn mannen verderop. Luister"en hij stak zijn vinger op„daar ginds paarden! Tweemaal paarden. En eenmaal daar ginds vooruit. En eenmaal daar ginds in de bosschen. Dat Vasquez!" „Hooren jullie dat. mannen?" vroeg John, zich keerend tot zijn bedienden. „Dat kan een spannende dag worden! En wat doen we nu?" „Terug naar den wagen!" riepen ze allen vol strijdlust. Daar viel in de verte een schot. „Vooruit!" riep John. „Edward, neem jij don Carlos ach terop. En nu in galop!" De paarden kregen de sporen en stoven door het woud. Ginds was men ongetwijfeld slaags geraakt. Gedurig vielen er schoten. Toen ze nader kwamen hoorden ze verwoede kreten. Er werd zwaar gevochten. Daar stond de reiswagen. Benecia stond er naast in wan hopige houding. Vlak voor haar lag een van de bedienden uitgestrekt op den grond, door een kogel getroffen. Fernandez zwaaide zijn blanke machete en verhinderde twee bandieten tot Benecia door te dringen. De andere bedienden waren in gevecht met een viertal roovers en Weken langzaam naar den wagen terug. Plotseling zag John öp een afstand achter de struiken, trotsch op zijn paard, een ruiter die veel fraaier gekleed was dan een van de anderen. Hij bewoog zich bijna niet en keek met een spottenden lach op zijn gelaat naar het gevecht. De grond dreunde toen de redders kwamen aanstormen. John drukte diep de sporen in de flanken van zijn ros en was het eerst op het gevechtsterrein. De oude Indiaan had zich op den grond laten vallen en greep nu de teugels van de paarden die voor den wagen stonden, zoodat ze niet op hol konden gaan. Niemand anders had don de Vasquez gezien. Toen John op hem afreed, was hij verdwenen. Hij had begrepen, tegen de overmacht niets te vermogen, had snel zijn pistool leeg ge schoten om John te treffen, maar toen hij hem niet raakte had hij den teugel gewend om te verdwijnen in het woud. Het gevecht was afgeloopen. Een van de roovers was ge dood, twee hadden weten te ontkomen en een had zich moe ten overgeven. Zijn wapen had hij moeten afgeven en hij werd stevig op zijn paard vastgebonden. Benecia was hevig ontsteld, en het kostte geruimen tijd voor ze tot kalmte was gekomen. John had een schoone taak, die hij niet graag aan een an der zou hebben overgelaten. Hij wist haar te kalmeeren en ze luisterde wondergaarne naar zijn hartelijke, eenvoudige woorden. Vooral toen hij haar weer vertelde van zijn moeder en van haar bijbel, waarin zulke schoone dingen stonden van rust en bescherming. De gedoode bandieten werden begraven, en nadat de ge wonde bediende van Benecia zoo goed mogelijk verbonden was en gemakkelijk in den wagen was neergezet tegenover de vrouwen, werd de reis voortgezet. „Wij vergezellen u!" verklaarde John. „Wij gaan weer terug naar Monterey. Aan don Carlos draag ik op om mijn ouders te gaan vertellen dat we later terug zijn en dat alles wèl is. Wij zullen echter probeeren nu voor goed een eind te maken aan de streken van don de Vasquez. Als er nog ge rechtigheid is, dan zal hij boeten! Ik heb duidelijk gezien dat hij de aanvoerder was". Het verheugde Benecia meer dan ze wel zeggen wilde, dat de moedige Engelschman haar nog piet verlaten zou. Nu was er verder geen gevaar meer te duchten, en zonder verdere wederwaardigheden kwam men des avonds in Mon terey aan, waar de gevangen bandiet terstond aan den sheriff werd overgegeven. Benecia geleidde haar beschermer naar het huis van haar vader don Mariano de Veja. Met ontzetting en verontwaardiging werd daar het verhaal van den overval vernomen. Eerst was don Mariano wat koel tegenover den jongen Engelschman, maar toen hij vernomen had welk een rol hij had gespeeld in de redding van zijn dochter, en Benecia niet ophield haar wakkeren kampvechter te prijzen, werd zijn hou ding geheel anders. Nadat de reizigers waren onthaald, werd er om den sheriff gezonden. Ook de gevangene werd overgebracht en voorloo- pig opgesloten in een der stallen bij het huis. Don Mariano, de sheriff en John zaten te samen in de wa randa en de laatste deed nogmaals omstandig zijn verhaal. „En hebt ge eenig vermoeden, wie de leiding had van de bandieten?" vroeg de sheriff. „Vermoeden? Ik heb zekerheid, de meest volstrekte zeker heid! Het was don de Vasquez, die u waarschijnlijk niet on bekend is!" Don Mariano schrok en werd bleek. Als men eens wist. dat hij met dien ruwen roover een geheime samenkomst had gehad. „Isisdat zeker?" vroeg hij met bevende lippen. (Wordt vervolgd)'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 2