RIEK Redacteur: w. gOEKSTRA, rulpcnboomstraat 6, Den Hang. Inzendingen uitsluitend aan dit adres. Voor alle vraagstukken geldt: Wit begint en wint Oplossingen moeten worden ingezonden uiterlijk 8 dagen ra plaatsing. Voor den gewonen volwassene is spel iets, dat in wezen afgescheiden is van de voor naamste dingen van het leven. Voor het kind. zoowel als voor het genie, is het werkzaamheid vol diepe concentratie, het leven zelf. Uit: „Opvoeding tot scheppend leven", van Norman Macnunn. - OPLOSSINGEN No. 1170 (H. N. L Winter) Wit speelt: 25—20 38— 33 16X27 33x22 29X9 9—4 4X11 en wint. No. 1171 (H. N. I. Winter) Wit speelt: 20—14 38—32 36X18 24—19 29X18 15x2 en wint. No. 1172 (J. Hofwegen) Wit speelt: 4237 33X42 37X28 44—40 42—38 41—37 36x9 25X5 en wint. Correcte oplossingen ontvangen van: J. C. van Rijn, Loenen a. d. Vecht; E. Langendoen, Rockan- je (11621165); J. Hofwegen, A. van Dommelen, G. v. d. Burg, Joh. van Baardewijk, Rotterdam, P. Weerheim, Vlaardingen; O. G. van Veen, Alk maar; F. Janson, Den Haag. CORRESPONDENTIE J. v. B. en A. v. d. K. De heer Hofwegen is het volkomen eens met uw opmerking over probleem no. 1163. Dank voor belangstelling. J. II. te R. Dank voor toezending. Verbeterde stand en fantasie-probleem worden niet geplaatst. Twee problemen van onzen lezer J. Hofwegen, VRAAGSTUK No. 1173 46 47 48 49 50 Miniatuur VRAAGSTUK No 1174 m m 0 -« .'ft ■J m m m - 't i' |p m I <11 ë*s S n m n C 0 k| U N II P SISE: nil ■'SSS/// Ï7ZV'- *m ym n i-» 8SS Met zijn inzending werd J. Hofwegen als 13e geklasseerd in den wedstrijd, uitgeschreven door de „Verg. Kath. Per»". No. 1173 verkreeg 79 punten, no. 1174 86 punten. PARTIJ-COMBINATIE VRAAGSTUK No. 1175 W. Vreeburg D. Broer JR. .tLJü Wit lokt den foutzet Wit speelde 4137; de heer Raman, toeschouwer, toonde onmiddellijk aan, dat hy een aardigen lokzet had kunnen doen door 4237 1822 27:7 812 7:18 13:42 waarna volgt het verrassende: 32—28 23:32 34:23 19:28 26—21 16:27 31:33 42: 31 36: 38 met schijfwinst. Uit: „Dammersweekblad" 30-'3-34 VRAAGSTUK No. 1176 Auteur: A. v. Dommelen, Rotterdam I m 47 48 49 50 Wit wint als volgt: 29—23 45—40 47—41 32—27 48—42 49—43 40—34 34x3 26—21 3X27! Het eindspel wordt als volgt gewonnen: Zwart (5—10) 27—32 (10—15) 32—37 (15—20) 37—42 (20—25) 42—48! POSTADRES: CELEBESSTRAAT 29rood DORDRECHT GIRO 194240 ten dienste van lezers der Vijf Samenwerkende Christelijke Dagbladen NIEUWE UITGIFTEN Hongarije Ter vervanging van de in gebruik zijnde serie frankeerzegels met afbeeldingen van beroemde Hongaren is op 21 Juni j.L een nieuwe serie ver schenen, bestaande uit 14 waarden in acht ver schillende teekeningen. 1 filler wijnrood 20 filler rood 2 filler blauwgroen 25 filler blauwgrijs 30 filler roodviolet 32 filler bruin 40 filler blauwgroen 50 filler olijfgroen 70 filler rood afbeelding van deze zegels 4 filler geelbruin 5 filler grijsviolet 6 filler lichtgroen 10 filler bruin 16 filler violet Wij hopen spoedig ee te kunnen opnemen. Monaco Op 26 Juni j.l. verscheen een serie v dadigheidszegels met afbeeldingen lende prinsen en prinsessen, die over regeerd hebben. De serie was alleen ving te verkrijgen. 5 5 c. sepia 10 10 c. bruinviolet 45 15 c. groen 70 30 c. lila 90 35 c. violet 1 fr. _-f- 1 fr. blauw m tien wel- an verschil- Monaco ge- bij inschrij- 2 fr. 2 fr. bruin 2.25 fr. 2.25 fr. 3 fr. 3 fr. 5 fr. 5 fr. blauwgroen bruinrood vermiljoen België Ter gelegenheid van de Memling tentoonstelling te Brugge verscheen een toeslagzegel in de waar de 75 75 centimes olijf. Op 1 Juli j.l. verscheen de zg. Rubens serie m acht verschillende teekeningen en waarden. Van een viertal geven wij hieronder een afbeel ding. 10 centimes 5 centimes bruin 40 centimes 5 centimes bruin 75 centimes -f 5 centimes olijf 1 franc 25 centimes karmijn 1 franc 50 25 centimes grijsbruin 1 franc 75 25 centimes blauw 2 franc 50 2 franc 50 violet 5 franc 5 franc groengrijs CORRESPONDENTIE Wij verzoeken vriendelijk aan alle deelnemers die nog niet afrekenden, dit te willen doen vóór 1 Augustus a.s. door storting of overschrijving op postrekening 194240. Na 1 Augustus zullen wij over de niet betaalde bedragen beschikken onder verhooging van 15 cent incassokosten. No. 42 Wij verzoeken U dringend de rondzendm- gen voortaan beter te verpakken. Bij de laatste zending die wij van U ontvingen, konden wij de boekjes uithalen, zonder openmaken. Het eigen dom van anderen moet U met wat meer zorg be handelen. Tot No. :n met 17 Juli ontvingen wy boekjes 18 2 stuks: 350,80; 251,10. No. 73 1 No. 187 1 No. 88 1 Waarde-opgaven van vroeger ontvangen boekje: No. 162 173,00; 142,90. No. 165 87,15. No. 181 76,85; 113,00. No. 153 55,10. No. 182 94,40; 81,10. No. 27 166,55. No. 124 65,70; 156,90; 58,65. No. 50 154,00. No. 187 74,95; 63,00. No. 183 60,95. No. 123 62,65; 40,40; 47,75. No. 28 210,<95. OPLOSSING Horizontaal: 1. vakwerk; 7. baar; 8. rook; 10. Banka; 11. Weert; 13. a la; 14. mat; 16. tor; 17. lift; 19. Asta; 20. opaal; 21. Amor; 24. papa; 27. sip; 28. s.o.s.; 30. ren; 31. teelt; 33. temet; 35. prae; 36. open; 37. afmaken. Verticaal: 1. Vanaf; 2. aak; 3. kram; 4. erwt; 5. roe; 6. koets; 7. Bali; 9. krot; 10. ballast; 12. tra want; 15. a dato; 18. tor; 19. alp; 22. Miep; 23. opera; 25. armen; 26. peen; 28. stem; 29. stok; 32. laf; 34. Epe. WAT ZIJN ALBINO'S Onder een albino verstaan we een wezen, dat zyn normale kleur verloren heeft, zoodat zijn lichaam in een wit vel, in een witte huid of witte veeren is gestoken, 'n Witte neger is een albino; het fret is 'n albino van den bruinen bunzing of huosmarter Meestal zijn de oogen rood by zulke dieren. Misschien zegt nu iemand: maar poolhazen en her- melijntjes zyn in den winter ook wit gekleed en het sneeuwhoen insgelijks! Hooren die dan ook tot de albino's, net als het fret bijv. en de witte mui zen? Neen. Vooreerst verandert bij deze dieren de kleur der oogen niet en vervolgens verliezen zy niet hun huidkleurstof of pigment. Zij schieten alleen maar nieuwe jassen aan, niet van pigmentkorrels voor zien, en dat is al. Een witte neger wordt door albinisme nog lang geen blanke, maar 'n gevlekte! Albino-oogen zijn zwak en verdragen slecht het licht. S- -K ALS ER GEEN PROFETIE IS! Al? er geen Profetie is. wordt het volk ontbloot; maar welgelukzalig is hij, die de wet bewaart. Spreuken 29 18. K^ET de Profetie bedoelt de tekst de publieke verkondiging van Gods Woord, zooals zij in de voor 't geheele volk toegankelijke kerk plaats vindt. Van zekere zijde beweerde men vele jaren lang, dat Prediking, Kerk en Religie voor het persoonlijke leven niet geheel waarde loos was. Er waren nu eenmaal menschen, die er behoefte aan hadden, men wilde hun dien steun niet ontnemen. Maar de godsdienst was niet bestemd om een rol te spelen op 't publieke terrein, men was van oordeel, dat er absoluut geen verheffende invloed op de ontwikkeling van het nationale leven door uitgeoefend werd, de bloei van 't volksleven stond er buiten. Bijbel en Gebed heetten veel te teer, om ze el ders dan in de huis- en binnenkamer tot gelding te brengen. Deze opvatting was één groote zelfmisleiding. De feiten spreken een heel andere taal. Zij wij zen met onverbiddelijke klaarheid uit, dat de nationale krachten zich in geestelijk, zedelijk en ook stoffelijk opzicht nergens zoo breed en bloeiend ontplooid hebben, als juist bij de vol ken, die leefden bij Gods Woord en daaruit de wegen voor de nationale existentie geleerd had den. De wijze Spreukendichter herinnert aan deze bezielende en verhoogende kracht der Profetie, hij prijst toch welgelukzalig degenen, die de wet bewaren en gehoorzaam in 's Hee- ren paden wandelen. Een blik op de wereldkaart bevestigt die spreuk. Zeker hebben dc heidensche volken, die de ver kondiging des Woords misten ook een eigen beschaving gehad: men denke aan de Babylo nische, Egyptische en Grieksche wijsheid, en aan de cultuur dier volken op vele andere ge bieden. Maar toen het kleine Europa den doop van 't Christendom ondergaan had, is het de balcermat der hoogere wetenschappen gewor den, een feit. dat niemand weerspreekt. Daar deed men de rijkste vondsten op het gebied des geestes. Daar behaalde het natuur-onderzoek de schoonste triomfen. Daar werden de mach tigste genieën gekweekt. Daar steeg het zede lijk, nationale, politieke leven tot veel hooger peil dan elders buiten de sfeer van 't Christen dom. De gekerstende volken gaven den toon aan op de gansche aarde ten bewijze van de waarheid der spreuk: „Welgelukzalig is hij, die de wet bewaart!" EERSTE RECHTSTREEKSCHE BOOT UIT NEDERLAND NAAR MICHIGAN Uit de Juli-aflevering van „Neerlandia" nemen wy het volgende artikeltje over: „Zij komt. zij komt, de trotsche vloot uit het Zui en De wereldzee zwoegt pijnlijk onder haar". Die bekende woorden van den Nederlandschen diahter zweefden ons voor den geest, toen we, op Zaterdagavond 13 Mei, met ecnigen onzer stamverwanten zaten opgehoopt in het kleine kamertje van den kustwachter Muskegon, (Mich.). Die stamverwanten waren de heer C. D. R. Mul der „harbor commissioner" we noemen hem gewoonlijk „commodore" senator Van der Werp, J. C. Beukema van de kamer van koop handel van Muskegon, met hun dames, en dan oonsul Jacob Steketee, van Grand Rapids Mich, en de ondergeteekende. We zaten opgehoopt als haring in een ton, wachtende op de aankomst van..de eerste boot met de Nederiandsche vlag, die ooit een haven van ons westelijke Michigan was binnen gestoomd. Reeds weken te voren was het ons aangezegd, dat er „e«n Hollandsahe boot" op weg was naar westelijk Michigan, via de St Lawrence Rivier. Maar het ijs had het vaartig tegengehouden tot op bovengenoemden Meidag. Er stond een groote schare menschen te wachten, aan den voet van het Kustwachtgebouw aan den mond van het Muskegon Meer. Er steeg een jubel op, toen omtrent 9 uur des avonds, de boot onze Muskegon-haven binnenstoomde. Als er géén Profetie is, hoe gaat het dan? De Spreukendichter zag in, dat het nationale leven in dat geval aan verarming overgeleverd is. Volgens hem zijn de gevolgen noodlottig, wanneer de religie haar invloed op het volk verliest. Er wordt dan. zij het onbedoeld, een onberekenbare schade door aangericht: wanneer die hoogere en heiligende kracht zich terugtrekt, wordt het volk in waarheid uitgekleed, van zijn rijkst en edelst bezit ontdaanniet alleen van zijn godsvrucht, maar van een macht ter levens- verheffing geheel ontbloot. Waar 't vroeger in vollen bloei en luister stond, ziet het alles stuk voor stuk van zich afglijden: zijn adel, zijn be schaving. zijn hooge ontwikkeling, zijn morali teit, zijn energie en kracht van initiatief, ja, tot zijn uiterlijke welvaart toehet staat daar tenslotte ellendig en naakt. Op elk terrein zet het verval in. Het allerergste is uiteraard, dat het volk ont bloot wordt van de ware kennis Gods in het aangezicht van Jezus Christus. Wanneer de onzienlijke wereld voor de groote massa in ne velen is ondergegaan, houdt zij niets dan de zin lijke. tastbare dingen over. De hoogere be hoeften verstompen al meer. De bevolking leidt een leven zonder hooger bezieling, en verliest zich in het materialisme, zij wroet rond in 't stof en heft niet meer hart en handen naar Omhoog, want daar is immers niets! Ook de zedelijke normen, die de vrucht van 't geloof zijn, zullen binnenkort verdwijnen. Wie den Heilige losgelaten heeft, zal ook het heilige niet meer op prijs stellen. Is er geen albestu- rend God, die aan ieder een bepaalde roeping geeft, en is er geen eeuwigheid, waarop wij ons hierbeneden hebben voor te bereiden, en is er geen oordeel, waarin wij rekenschap over 't gebruik van onze talenten moeten afleggen, waarom zou men zich dan nog druk maken over de eischen der Christelijke moraal? Men wil dan liever van dit korte leven halen wat er van te halen is. Zelfs de naastenliefde ontkomt niet aan dit proces van toenemend verval. Het egoïsme groeit welig op in een wereld, die geen zede lijke gebondenheid meer erkent. Ieder, zoo heet 't, is zich zelf 't naast. De sterken drukken de zwakken op zij. of loopen hen onder den voet. Elkeen zoekt een plaats aan den zonnekant van 't leven, en offert er den naaste desnoods voor op. De beek der barmhartigheid en koesteren de liefde verdroogt. Een algemeene zedelijke verwildering treedt in. Alle gloed wijkt uit het leven. Wat er waarde aan gaf is verkild in zulk een ijskoude wereld, die geen toekomst meer heeft. Maar die wachtende schare was niet te vergelij ken bij wat we aantroffen, toen we met ons gezelschap van de officieele ontvangst-commissie, op het doek kwamen, op de pier, of aanlegsteiger, of hoe men zooiets noemt in Nederland. Muskegon is een tamelijk groote stad. Ruim 40.000 inwoners. Omtrent 20 pet. is van Nederiandsche afkomst. Meestal Groningers. Maar het leek ons toe, toen wij de schare op die pier zagen, alsof er geen Besje bij het spinnewiel was gebleven, zooals de Vaderen, die blijkbaar zulke nijvere wederhelften hadden, het plachten uit te drukken. Met flinke stuurmanskunst kwam de boot goed en wel aan den steiger. De valreep kwam toen neer. De commissie van ontvangst klom er op naar boven en stelde zich aan den kapitein voor. Welk een ontvangstl Op verzoek der feestcom missie hield ondergeteekende toen een toespraak, gericht tot den kapitein. We hadden eerst ge vreesd dat hij geen Hollander zou wezen doch neen kapitein A. Helsdingen, een Rotterdam mer, bleek de gezagvoerder te zijn. We heetten hem en zijn mannen welkom, omdat met hun boot de Vlag der Vaderen het eerst in een onzer Michigan-havens gezien werd. En vooral was het ons een oorzaak van vreugde nu komt het dat de naam van het schip was: Willem van Oranje Dat is een naam, ook bij ons in Amerika zéér geliefd. Willem van Oranje, zeiden we. werd door onze Amerikaansche natie geacht te zijn een van de tien groote en grootsche wereldfiguren. Die naam Oranje is daarenboven nog steeds zeer be mind onder ons, óók omdat de Nederiandsche Het einde kan slechts een algemeene ontbinding zijn. Men heeft God verloren, en daarmede de kracht om aan verleiding en zonde het hoofd te bieden. Ieder doet wat goed in zijn oogen is en viert den vrijen teugel aan zijn onheilige hartstochten. Het remblok is van vóór het wiel weggeslagen. Of, laat ons liever en juister zeg gen, God heeft zijn beschermende hand van zulk een volk afgetrokken, en het aan zich zelf, dw.z. aan zelfvernieling overgelaten. En ja, dan wringt dat volk zich in zijn geestelijke ontbloo ting nog wel in duizend bochten om niet uiteen te vallen en onder te gaan. Maar zijn innerlijke energie is hopeloos geknakt, het is tot geen ernstigen arbeid meer in staat. En zoo vervalt het eveneens op wetenschappelijk, sociaal, po litiek terrein, het wordt een „horde" zonder hooger cultuur, en zijn naam wordt op het bord der wereldgeschiedenis met een enkelen spons- streek uitgewischt! In 't klein is dit ook het tragische lot van den enkelen mensch: telkens wordt de waarheid be vestigd, dat wie God verlaat, smart op smart te vreezen heeft. Er drijven vele menschenwrakken op de levens zee. ^Vie naspeurt wat de diepste oorzaak van hun ellende is. komt telkens tot de ontdekking, dat de wortel van het kwaad in de verlooche ning van 't geloof in God en Christus is. Zij zijn als een schip van 't anker losgeslagen en op drift geraakt. En toen ging het van kwaad tot erger. En nu zijn zij door de stormen des levens, waartegen zij in eigen kracht niet óp konden, kapot geslagen. Zij zijn in geestelijken, zedelijken en maatschappelijken zin uitgeschud, ontbloot van inzicht in hun heilige roeping, ontbloot van innerlijk weerstandsvermogen, ontbloot zelfs van den wil om ter elfder ure met Gods hulp in "t spoor der gerechtigheid terug te keerenarmzalige figuren om deernis mede te hebben. Niemand verachte daarom de Profetie! Gods Woord is den mensch waarlijk niet al leen gegeven om hem zalig te doen sterven, maar eveneens om hem welgetroost te doen leven, en met leeuwenmoed alle gevaren en nooden te trotseeren, en ze met hooger bijstand te overwinnen. De Profetie is een sterkende macht. De zonde ontbloot den mensch tot op de huid. De genade bekleedt hem daarentegen met de weermiddelen, die hij in den levensstrijd noodig heeft Zij bekleedt hem met sterkte: de volle wapen rusting Gods doet zij hem aan door zijn wil ten goede te stijven, zijn hart rein te maken, hem bij 't geloof te bewaren, en hem het zwaard des Geestes, d.i. Gods Woord in de hand te geven, om in den boozen dag staande te blijven. Zij bekleedt hem met sieraad: de vrede Gods spreidt zich over zijn wezen, en hemelsche vreugd straalt uit zijn oog. zijn hart is in den Heere verblijd, hij wandelt met een Psalm op de lippen door schaduwvalleien, en staat niet zonder hoop aan de groeve zijner beminden. Zij bekleedt hem óók met ootmoed en bovenal met gerechtigheid, hij roemt, dat de Heere hem bekleed heeft met de kleederen des heils uit louter goedertierenheid. Koningin ziah het Evangelie van Christus niet schaamt en elk weet wel, dat wy Nederlanders in Noord-Amerika, voor het overgroote deel orthodoxe menschen zyn. De kapitein sprak den wensoh uit, dat door zijn Mij de aloude banden nog nauwer zouden worden aangehaald, dat zij profijtelijk mocht zijn in haar onderneming, en dat de „Willem van Oranje" zou gevolgd worden door vele andere booten van de Oranje-Lyn, van de firma A. Veder, van Rotterdam. We zouden nog heel wat kunnen vertellen van die „maiden voyage" en van de hartelijke ontvangst, die dat pionier-schip te beurt viel ook in andere hevens, waar meer menschen van onzen stam wonen dan in eenigen anderen Slaat van onze Unie, doch moeten hier eindigen. Maar het was ons goed te merken: „het Hollandsohe hart ver geet zijn broeders niet". Laat ons tenslotte nog mededeelcn, dat onze consul in westelijk Michigan, die den geëerden naam draagt van Steketee, een onzer pionier families, op waardige wijze in dc Engelsche taal kapitein Helsdingen en zijn staf begroette, terwijl ook anderen, die middelerwijl op het schip waren gekomen, zulks deden, o.a. de vroegere burge meester van Muskegon, de heer George van der Werp. En nadat we Wi.cn Neer lands Bloed" hadden gezongen, zoo gWd als de delegatie dat lied kende, werd met voile borst aangeheven „Our Country, 't Is of Thee" ons populair Ame- rikaansch volkslied. Grand Rapids, MiCh. 17 J/icl 1939. HENRY BEETS. 331

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 13