Gemengd Bloed Blikken in de rechtszaal van de Thetis-zaak lusteloos? W"AKK£lttJ& DINSDAG ii JULI 1939 EERSTE BLAD PAG. 2 De mogelijkheid van Japansch-Britschen oorlog Japansche pers overweegt de kansen Naar aanleiding van de Japansch-Brit- sche spanningen schrijven de dagbladen „Yomioeri Sjimboen" en „Miyaki Sjimboen" over de mogelijkheid van een Engelsch- Jananschen oorlog, waarvan niemand kan zeggen, of hij niet volgen zal op de anti- Japansche agitatie der Engelschen, vooral omdat, naar de bladen schrijven, de Japan sche regeering besloten heeft in geen geval de blokkade van de Britsche concessie in Tientsin te verzachten, tenzij Engeland de politiek ten gunste van Tsjang Kai Sjek laat varen. Mocht een oorlog uitbreken tusschen En geland en Japan, dan voorspelt de „Yomi oeri Sjimboen", dat het Verre Oosten het tooneel zal worden van een groot en slag. Het blad geeft een analyse van de Britsche vloot en merkt op, dat Engeland 14 kapi tale schepen heeft, 14 kruisers der a-klasse, 49 kruisers der b-klasse, met inbegrip van de „Belfast" en de „Edinburgh" en 7 vlieg tuigmoederschepen, waarbij twee van ver ouderd type. De gespannen verhoudingen in Europa verhinderen echter kapitale schepen en kruisers naar het Verre Oosten te zenden, met uitzondering van zeer weinig schepen. Aldus redeneerende gelooft de „Yomioeri Sjimboen", dat Engeland gedwongen zal zijn om zijn vlootstrijdmacht te Singapore te concentreeren in plaats van in Hong kong, dat blootgesteld zal zijn aan Japan sche aanvallen. Het blad citeert echter vlootdcskundigen cn voorspelt, dat Singapore gemakkelijk zal vallen voor de Japansche strijdkrach ten, die het waarschijnlijk evenmin moeilijk zullen vinden, het schiereiland Malakka te Veroveren. Een aanval met alle beschikbare middelen door de Japansche vloot buiten beschouwing latende, wijst het blad erop, dat Singapore bedreigd zal worden door de Japansche duikbooten. Het verlies van Sin gapore zou het signaal vormen voor de ineenstorting van het geheele Britsche defensiesysteem in het Verre Oosten. Sprekende over beweerde Britsche ma chinaties om de Vereenigde Staten er toe te brengen, zich aan Britsche zijde te plaat sen in een oorlog in het Verre Oosten tegen Japan, schrijft do „Yomioeri Sjimboen" niet te gelooven, dat de Vereenigde Staten Engeland in de kaart zullen spelen en tegen 'Japan zullen vechten alleen om de Britsche vlootsuprematie te vestigen. Mochten do Vereenigde Staten zich echter bij de Engel schen en Franschen aansluiten tegen Japan dan geeft het blad de Japansche natie den raad, te vertrouwen op de vlootautoriteiten, die een vlootpolitiek moeten hebben uitge werkt met het oog op ieder mogelijk nood geval. Het blad besluit met hieraan toe te voegen, dat het resultaat van een oorlog tusschen Japan en Engeland, wanneer die zou ontstaan, zou eindigen ten gunste van Japan. Weer zware RussiscK- Japansche gevechten Verscheiden vliegtuigen neergehaald TOKIO, 10 Juli (Domei). De Japansche luchtmacht heeft 59 sovjet-Russische en buiten-Mongoolsche vliegtuigen neergescho ten in een luchtgevecht boven de Kalkha, de grensrivier tusschen Mandsjoekwo en buiten-Mongolië, welk gevecht vanmiddag om 1 uur werd geleverd. Bovendien werden nog zes vliegtuigen vermoedelijk neerge haald, doch daarvan is nog geen bevestiging gekregen, aldus meldt een telegram van de strijdkrachten te velde, dat hieraan toe voegt, dat slechts één Japansch vliegtuig niet naar zijn basis is teruggekeerd. Hot telegram meldt, dat een algemeene aanval hedenmorgen vroeg werd ingezet door de gecombineerde Japansche en Mandsjoerijsche strijdkrachten met als re sultaat, dat de Russische en buiten-Mon goolsche troepen verdreven werden van de delta tusschen de Kholstai en de Kalkha. De Japanners maakten ruim 50 tanks en pantserwagens buit, benevens een groot aantal kanonnen, waaronder drie 15 c.M. houwitsers en twee stukken veldgeschut. De houwitsers verkeerden in goeden staat en werden terstond gericht op de vluchten de Russische en Mongoolsche troepen, die de Kalkha overstaken, waarbij hun zware .verliezen werden toegebracht. Ten slotte meldt het telegram, dat onge veer 1000 Russische en buiten-Mongoolsche scherpschutters met 40 tanks en ruim 100 pantserwagens er in slaagden, den Weste lijken oever te bereiken van de rivier, waar zij thans echter door de Japanners zwaar bestookt worden. BESTEIRO GEVONNIST Juan Besteiro, oud-voorzatter van den verdedigingsraad van Madrid, is door den Spaanschen krijgsraad tot dertig jaar ge vangenisstraf veroordeeld. De buskruitontploffing in Spanje Het aantal slachtoffers is nauwelijks te ramen Nog steeds voert de brandweer een zeer hevigen strijd tegen de vlammen in Penaranda. Op het oogenlblik is echter het gevaar bezworen, dat nog een ander munitie-depot, aan den anderen kant van de stad, door het vuur zou worden aangetast. Volgens de laatste berichten zijn meer dan honderd slachtoffers te be treuren, terwijl 15002000 menschen zijn gewond. Niet miinder dan 1090 huizen zijn verwoest. Het zwaarst getroffen is het stadsdeel nabij het station aan den weg van Sala- r Avila. Waar eens het station stond, is thans nog slechts een puinhoop. De klok van het stadhuis is stil blijven staan om 15 minuten over elf. daarmede op de minuut af het tijdstip van de explosie ingevend. Hooge militaire en politioneel® autoritei ten leiden het onderzoek naar de oorzaak ran de ramp. Naar sohatting is de toestand van 500 van de 1500 gewonden ernstig. Ongeveer 1500 menschen zijn dakloos geworden. Zij zijn tijdelijk ondergebracht in Salamanca, Avila in de dorpen in de nabijheid van Pena randa. Vele personen worden nog vermist, zoo dat men vreest, dat het aantal slachtoffers nog hooger zal blijken te zijn. De nasporin gen van de militairen en de politie wijzen erop, dat kruit door de hitte in brand is de ramp heef veroorzaakt Fransche consul te Madrid afgeranseld Hij had een onvoorzichtig gebaar gemaakt De Fransche consul in Madrid, Jacques igeonneau, is in den naoht van Zaterdag op Zondag het slachtoffer gewor den van een overval. Hij kwam om één uur dien naoht uit een restaurant toen verscheidene individuen zich op hem wierpen en hem ernstig toe takelden. De geneesheeren verklaren, dat zijn toestand geen zorg baart. De redactie van Havas in Parijs voegi hier aan toe: De Spaansche ambassadeur te Parijs heeft terstond aan Bonnet de meest oprechte spijt der Spaansche regeering tot uitdrukking gebracht 1-Iij deelde mede, dat onmiddellijk een onderzoeik is ingesteld naar de schuldigen. De Fransche consul in Madrid heeft tegenover vertegenwoordigers van de pers een verklaring afgelegd omtrent de om standigheden, waaronder hij het slachtoffer is geworden van den overval. Hij vertelde, dat hij met zijn vrouw, een bevriend Spaansah luitenant en een jonge Fransche vrouw, gedineerd had in den tuin een restaurant in de Calle Abascal, toen een Spaansch officier, die aan een naburig tafeltje zat, een gebaar verkeerd begreep en hem in het gelaat sloeg. De consul 6tootte den man krachtig van zich af en daar bleef het voor dat oogenbldk bij. Een half uur later stond het Fransche gezelschap op, om weg te gaan. Omstreeks vijftig personen, die eveneens den maaltijd in den tuin gebruikten, stonden ook op en gingen naar de deur, waai door het Fran sche gezelschap vertrokken was. Zij riepen beleedigende woorden uit en bedreigden den consul. Buiten werd hij een steeg ingesleept, waar hij afgeranseld en getrapt werd. Ten slotte slaagdie hij er in zich te bevrijden en zich met een taxi naar het Fransche zie kenhuis te laten vervoeren. Het incident had nog een vervolg ter plaatse, waar een nieuwe eohtpairtij, zon der verdere consequenties, uitbrak tusschen Spanjaarden, die aan den overval hadden deelgenomen en personen, die hun hun hou ding verweten. Buitenlanders moeten weg uit Zuid-Tirol De buitenlanders, die te Merano en in Zuid-Tirol vertoeven, hebben van de Itaii- aanöohe autoriteiten aanzegging gekregen, dat zij binnen 24 uur moeten vertrekken. Onder deze buitenlanders bevindt zich een aantal Nederlanders. Naar wij verne men, is de Nederlandsohe gezant te Rome doende een oplossing voor deze aangelegen heid te zoeken. Een onzer redacteuren, die een gedeelte van de behandeling van de Thetis-zaak voor het gerecht bijwoonde, schrijft ons daaromtrent het volgende: Londen, 8 Juli. „lS men de zaal binnenkomt, zou men wellicht een anderen aanblik hebben ver wacht. De Thctis-rechtszaak is op het mo ment ongetwijfeld een van de meest belang rijke, een van de rechtszaken, die het meest van 'zich doen spreken. Met hoeveel span ning is niet allerwege ter wereld de aan eenschakeling van pogingen gevolgd om die honderd mannen, die daar onder den zeespiegel in een gesloten duikboot om het levensbehoud worstelden, te hulp te ko men? Hoe aandachtig werd niet het relaas gelezen van die enkelen, die er in slaagden, zich door middel van een vernuftig appa raat naar de oppervlakte te werken, waar zij amechtig en druipnat werden opgevischt door ronddobberende booten? En tenslotte, hoe aangrijpend was niet de omstandig heid, dat de achtersteven van den veronge lukten onderzeeër gedurende geruimen tijd boven water verscheen als een tarting om het bovenmenschelijke te wagen, teneinde de tientallen schipbreukelingen, in de nabij heid en toch zoo ontzettend ver weg, te redden? Wat moet het niet een oogenblik om nimmer te vergeten zijn geweest voor de zwoegers, daar boven in de reddings vaartuigen, toen zy de duikboot, die met de achterspits uit het water lag, zagen kantelen en geheel onder de golven ver dwijnen. Heel deze droeve geschiedenis speelde zich af voor het oog van gansch de wereld. De pers, de radio had haar snel bekend ge maakt over heel de aarde, en dus werd dit smartelijke ongeval, deze krampachtige strijd tegen den dood. tot een schouwtoo- neel voor ieder, of men het zien wilde of niet. Men wist het: Tenvijl ik dit lees, ter wijl ik dit hoor, worstelen daar onder de kust van Engeland, in een afgesloten duik boot, onder den waterspiegel, tientallen van mijn medemenschen om het leven! Zoo bezien vormt de omlijsting van de rechtszaal wel een scherpe tegenstelling. De ruimte is klein. Zij is op een belangstel ling, als verwacht mocht worden en aan den dag werd gelegd, niet berekend. De banken voor de advocaten zijn zóó vol, dat verschillende juristen een plaatsje moesten zoeken tot op de afdeeling voor het publiek. De pers zit bijeen in het gedeelte, dat an ders voor de jury bestemd is. En de tribune is weinig minder dan afgeladen. In deze omgeving is dan een aanvang gemaakt met de nabetrachting van de droeve ramp. Er zit iets aangrijpends in, als men zoo, rustig gezeten in een bank, de mannen, de weinigen, ziet opkomen en hoort spreken, zelf hoorden we Shaw, den laatsten overlevende de mannen, die zich ternauwernood uit de duikboot hebben kunnen redden. Hoe zwaar moet het hun vallen, te spreken van de laatste oogenblikken, van de laatste uren, die zij nog hebben doorgebracht met die honderd anderen, die thans dood liggen op den bo dem der zee! Hun verklaringen klinken monotoon. Er is geen overvloed van woor den. En als een stomme getuige staat daar voor op een tafel een model van de duik boot, alsmede een exemplaar van het stel handles, dat de torpedobuizen moet contro leeren. Bij het gedeelte van het proces, dat wij hebben bijgewoond, zijn we wel sterk on der den indruk gekomen hiervan, dat de mensch, hoe ver hij ook kan gaan in het doen van de meest vernuftige uitvindingen, toch blijft dicht bij den dood. Een onder zeeër is één kunstig samenstel van de mooiste machinerieën; maar één vol geloo- pen buis, één klep, die niet sluiten wil, en het gevaar nadert snel en onheilspellend. Wat bij dit alles te denken van hel feit, dat de ruimte van de boot, waaruit met moeite nog enkele weinigen zijn gered, niet meer dan 20 voet beneden den zeespiegel lagl Met den ernst, dien deze smartelijke zaak verdient, heeft men voor het gerecht zich gezet aan de beantwoording van de vraag, hoe het wreede voorval is veroorzaakt. „Wij zijn hier", zoo zei de rechter op een van de zittingen, „wij zijn hier om na te gaan TWEEDE KAMPEERREIS M.S. TARAKAN De stoomvaart maatschappij „Nederland" deelt mede, dat het m.s. „Tarakan" op zijn tweede kampeerreis, gistermorgen om 7 uur te Ulvik (Noorwegen) is aangekomen. Het weer-is goed en aan boord is alles wel. O 19 VERLIEST TELEFOONBOEI Naar wij van den marinestaf vernemen, heeft de O 19 tijdens een oefening haar tele- foonboei verloren. Het vinden van deze boei behoeft geen aanleiding te zijn tot ongerustheid. a t gebeurd is en waarom het gebeurd is en wat misschien gedaan kan worden om te voorkomen, dat iets dergelijks weer gebeurt". Inderdaad, het streven is hierop gericht. De rechter wordt geas sisteerd door twee zeekapiteins en een hoogleeraar in de scheepsbouwkunde, ter wijl in de zaal verscheiden deskundigen opgemerkt konden worden. En al de scherpte van het Engelsche kruisverhoor in onze rechtspraak kennen wij deze figuur niet diende om eenig licht te brengen in zooveel duisters, dat nog om de ramp hangt en dat misschien nimmer opgeklaard zal worden. Het viel ons op, hoe door den rechter zelf, meer dan zulks in andere Es- gelsche processen wel door ons werd opge merkt, voortdurend vragen werden gesteld, die een goede aanvulling konden geven van hetgeen reeds bekend geworden was. De moed, door de luttele overlevenden aan den dag gelegd, is wellicht het eenige opbeu rende in deze heele historie. UIT OOST- EN WEST-INDIE Krokodillen vallen visschers aan Veldpolitie zal op jacht moeten Naar wij vernemen wordt te Kwala Lepan (in het Pangjkalan Brandasohe) in de laatste dagen zeer veel last ondervonden van een groot aantal krokodillen, die de Soengei Le pan bevolken. Er zijn reeds vijf menschen als slachtoffer gevallen en in verband hier mede is de hulp van de veldpolitie ingeroe pen om de ondieren te verdrijven, aldus de „Deli Crt." van 28 Juni. Kwala Lepan ligt twee dagen varen met een sampan stroomopwaarts de rivier en uit deze plaats dringen vrijwel geen berichten tot de meer bewoonde wereld door. Kroko dillen zijn er de eenige regelmatige bezoe kers en de bevolking is hier zoo gewend aan geraakt, dat men er nauwelijks acht op slaat. Volgens thans ontvangen mededeelingen is hun aantal in den laatsten tijd eahter enorm uitgebreid. De bevolking vertelt dat de „boeajas" zoo brutaal zijn geworden, dat zij de visschers die er 's nachts met hun sampan op uit trekken, aanvallen, de boot jes omslaan en de inzittenden verorberen. Meerdere visschers vielen zoodoende reeds als slachtoffers. Aangezien de bevolking met de haar ten dienste staande middelen geen kans zag de dieren te verjagen, is nu een gewapende pa trouille veldpolitie verzocht hulp te komen bieden. Aardbeving te Batavia Scheuren in het hotel der Nederlanden BATAVIA, 10 Juli (Aneta). Een te Batavia geconstateerde aardbeving heeft in het hotel der Nederlanden verschillende scheuren ver oorzaakt. O.a. loopt in het plafond van het verdiepingsgebouw een scheur over een te van acht kamers. In de woning van den directeur bevindt zich een scheur van twee meter lang er halven centimeter breedte. Overigens zijn in dit hotel sedert de jong ste werking van den Krakatau regelmatig op verschillende plaatsen scheuren voorge komen. Uiteraard wordt door vele inwoners van Batajvia verband gelegd tusschen den Kra katau en deze. voor de hoofdstad betrekke lijk zeldzame, beving. Van de zijde van hel observatorium wordt echter medegedeeld, dat hieromtrent wetenschappelijk nog niets vaststaat BATAVIA, 10 Juli (Aneta). Ten aanzien van de reis naar Australië van den gouver neur-generaal verneemt Aneta, dat welis waar in principe daartoe is besloten, doch dat op dit tijdstip noch omtrent den duur, nooh omtrent de reiswijze iets vaststaat. BINNENLAND HET REISPLAN DER O 19 Het reisplan van Hr. Ms. „O 19", onder bevel van den luitenant ter zee le klasse K. van Dongen, voor een reis naar Neder- landsch-Indië via het Suezkanaal is als volgt samengesteld: Dinsdag 25 Juli vertrek Den Helder; Dins dag 1 Augustus aankomst te Oran; Zaterdag 5 Augustus vertrek van Oran; Vrijdag 11 Augustus aanke-nst te Alexandrië; Vrijdag 18 Augustus vertrek van Alexandrië; Don derdag 24 Augustus aankomst te Aden; Maandag 4 September aankomst te Colombo; Vrijdag 8 September vertrek van Colombo; Dinsdag 12 September aankoi st te Sabang; Donderdag 14 September vertrek van Sa- bang en Maandag 18 September aankomst te Batavia. LEIPZIG IN HET TEEKEN VAN MAARTEN LUTHER (Van onzen Duitschen correspondent.) Van bevriende zijde ontvingen we korte lings een boekje, dat tot veelzeggenden titel draagt: „400 Jahre Evangelisches L e i p z i g',' Het bevat een viertal fraai ge- illustreerde bijdragen, welke ons duidelijk maken, welk een zwaren strijd de vermaar de messestad tegen de katholieke overheid heeft moeten voeren, voor en aleer men de leer van den nieuwen reformator tot de zijne mocht maken. „Te Leipzig zoo vertelt professor D. dr. Hermann Wolfgang Beyer begon Maar ten Luther, toen hij er in 1519 op de Pleis- burg met Eek debatteerde, de draag wijdte van zijn reformatorische plannen pas in te zien. Wat aanvankelijk slechts beschouwd werd als een stille theologische studie over den grondtekst van den Bijbel werd de Wittenbergsche professor zich in Leipzig bewust als een keerpunt in de ge schiedenis van het christendom. „Twintig jaar later begaf Luther zich opnieuw van Wittenberg naar Leipzig. Nu ging het erom, de stad, die tegen haar wil aan de oude leer gebonden bleef, voor de reformatie te winnen. Philipp Melanchten, Justus Jonas, Cruciger en Lauterbach ver gezelden hem. Dit jaar 1539 was voor de messestad een zegen, want van alle kansels erd toen reeds 't zuivere Evangelie kondigd. Op de Pleissenburg sprak Luther over Joh. 14, vers 23: „Zoo iemand Mij lief heeft, die zal Mijn woord bewaren en Mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen woning bij hem maken". Met één enkelen karakteriseerde hij dezen tekst: „Het moet een volk zijn, dat Mij liefheeft en aan Mijne geboden vasthoudt". In zijn gebed sprak hij de hoop uit, dat ook in de stad Leipzig een volk mocht wonen, dat daar aan vasthoudt. Vierhonderd jaar zijn sedertdien verloopen. Er zijn ernstige pro blemen, die ons in het jaar 1939 bewegen, wanneer we aan het jaar 1539 terugdenken. Deze vragen richten zich tot het geweten van eiken man en iedere vrouw, die iets uiedevoelt van eigen verantwoordelijkheid als het om het geloof van ons volk gaat." Een eeuw geleden, in 1839, werd tijdens een soortgelijke Luther-herdenking de wensch uitgesproken, dat er ook in 1939 gemeente mocht zijn, om dit voorbeeld te volgen. We stellen met hartelijke voldoe ning vast, dat deze wensch thans in ver vulling is gegaanl J. W. Haarman f Zondagmorgen is in zijn woning te Am sterdam na een ziekte van eenige maanden op 60-jarigen leeftijd overleden de waar nemend hoofd-commissaris van politie, de heer J. W. Haarman. J. W. Haarman werd 23 Mei 1878 te Sloch- teren geboren. Aanvankelijk was het zijn bedoeling officier te worden en daarom be zocht hij de opleidingsschool te Kampen. Op 23-jarigen leeftijd zeide hij eahter het leger vaarwel en koos de opleiding tot inspecteur van politie. Hij werd op 16 Juli 1901 te Am sterdam aangesteld als onbezoldigd sur numerair. Na verschillende rangen doorloo- pen te hebben, werd hij benoemd tot waar nemend hoofd-commissaris. Als zoodanig heeft commissaris Haarman de leiding ge had van de politie bij vrijwel alle groote evenementen, welke in de hoofdstad plaats vonden. Van zijn hand zijn versohillende werken verschenen, welke in ruimen kring de aan daoht trokken en veelal beschouwd worden als standaardwerken. Het zijn „Politiebe- voegdheid", „Geschiedenis en inrichting der politie in Nederland", „Lezingen van straf recht" (bundel), „Wetboek van Strafrecht' en „Wetboek van Strafvordering". Zijn verdiensten vonden erkenning in de benoemingen tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau en officier in de Kroonorde van België, terwijl commissaris Haarman tevens drager was van de herinnerings medailles 1923 en 1938. hem verleend bij 't 25-jarig en 40-jarig Regeeringsjubileum van H.M. de Koningin. Hij had een groot aandeel in het ontwer pen van het nieuwe hoofdbureau van poli tie, dat thans aan de Marnixstraat verrijst, en in de reorganisatie en centralisatie van het politiekorps, welke hierdoor noodzake lijk zijn. TEKORT ONTDEKT IN EEN SCHOOLKAS Bij de vereeniging „nijverheidsschool voor Edam en omstreken" waaronder ressor- teert de ambachtsschool, die destijds is op gericht voor jonge menschen, die door in poldering der Zuiderzee met werkloosheid worden bedreiga', en die op deze school in de gelegenheid worden gesteld een ambacht te leeron. is een kastekort ontdekt pl.m. f 6.000. Justitie en rijksaccountantsdienst hebben de zaak thans in onderzoek, waarbij zich echter de groote moeilijkheid voordoet, dat de boeken en bescheiden, betrekking heb bende op ce administratie van de ambacht school zijn verdwenen. OBNSDAG, 13 VPRO. 8.01 G 9.30 Kcukenpi 10.20 Voor de ven. 12.00 Grs Het VARA-Orkest. 2.00 Voor de Voor de kinderen. 5.30 Esmeralda. 5.50 Het VARA-Orkest (ca 6.28 Ber.) 6.40 Causerie over handschriftkunde. 7.0 10.00 MorgenwUdong:, ders in de continubcdrij- iziek. 12.15 Ber. 12.17 u. 7.05 Felicitaties 7.1( VARA-Kaler icerti 7.30 Muziek. 7.35 Cursus „Jeugd 1935" 7.5( 8 00 Muziek. 8.05 Herhaling SOS-ber. 8.071 Berichten ANP en VARA-Varla. 8.15 De VARA-ZomerprlJsvraag. 8.17 „Die verkauf* - 3e bedrüf). 9.40 u. cheep* vaart. 8 00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 u< Ber. Gram.muziek. (9.30—Ï.45 Gelwkwen- schen). 19.30 Morgendienst. 11.00 Gram.mu- ziek. 11.15 Pianovoordracht en gram.muziek, 12.00 Ber. 12.15 G-ram.muzlek. 12.30 u. Het Stichtsch Salonorkest en gram.mualek. 2.0U Gram-muziek. 2.45 Klein Christ gemengd koor en grammuzlek. 3.30 Trio Beute-Zep- paronl-Hemerlk en grammuzlek. 4.45 Feil* citaties. 5.00 Voor de jeugd. 5.45 Gram.mu* ziek. 6.10 Causerie „Filmt U nog n4etr\ 6.25 Gram.muziek. Ber. 6.30 Taalles en eau* serie over het Blnnenaanvarlngsreglementi 7.00 Ber. 7.15 Land- en Tulnbouwcauserl®, 7.35—7.55 Gram.muziek. 8.00 Ber. ANP, her haling SOS-berichben. 8.15 Gram.miuzlek, 8 30 Jaarvergadering van het Nederlandsch« Zendelinggenootschap. 10.00 Be-r. ANP, ac« tueel halfuur. 10.30 Gram.muziek. 10.45 O, Gymnastiekles. 11.00 Klarinet altviool en piano. 11.30 Gram.muziek. Ca. 11.5012.09 Schriftlezing. 1500 M. Orkest. 12.20 Liedjes btl piano. 12.50 Kwintet 1.20 Reportage, 2.05 Orkest 2.50 Plano. 3.20 Planoduetten» 4.20 Vesper. 5.10 Tusschenspel. 5.50 Repor tage. 7.00 Intermezzo. 7.10 Opea-a „Dom „Pasqual" 7.55 Intermezzo. 8.00 Weten schappelijk overzicht. 8.20 Radlotooneel. 8.3S 50 Radlotooneel. 10.10 Cabaret, 10.50 Orkest USSEIi 322 en 484 M. 3 22 M« 8.20 Orkest. 9 05 RadiotooneeJ. 4 84 M: 12.20 Orkest 1.30 Orkest 5.20 en 6.55 Orkest. 6.35 Orgel. 7.05 Zang. 8.20 uuo Opera. 10.30 Reportage. RADIO—PARIS 1648 M. 11.29 Orkest 12.30 a. Zang. 1.10 Orkest. 2.35 Zang. 3.35 Cello. 3.5Q Zang. 4.05 Piano. 5.05 Cello. 6.35 Zang. S.43 Cello. 7.25 Zang. 7.50 Plano. 8.50 Solisten, 9.55 Radlotooneel. 10.20 Orkest en koor. KEULEN 436 M. 8.50 Orkest 12.20 Orkest l.SS einorkest 2.30 Concert 4.20 Orkest 6.6il ino. 8 50 „Zar und Zlmmermann", opera, 25 Orkest Moe en afgemat thuisgekomen? Neem vlug een "AKKERTJE"! U is dan spoedig weer frisch en fit, als door een wonder I ONEERLIJK GEMEENTE-AMBTENAAR De eerste ambtenaar ter secretarie P. H, M. B. van de gemeente IJsselmuident is door de rijkspolitie gearresteerd wegens verduistering. Een onderzoek wordt inge steld naar de grootte van het bedrag, dat niet gering moet zijn en den duur, waar over deze frauduleuze handelingen zich uit strekken. Om deze te verbergen is er falsifi catie in de boeken gepleegd. Het betreft da gelden van keurloon en legesgelden. Heden wordt B. ter beschikking gesteld van den officier van justitie te Zwolle. Verdachte heeft gedeeltelijk bekend. VEEHOUDER GEDOOD DOOR AUTOBUS Gistermorgen is de veehouder J. Baron uit Appelscha, toen hij, komende uit een zijweg den Appelschasterweg te Heeren- veen wilde oversteken, aangereden door een autobus van den dienst E.D.S. B. werd meegesleurd en bleef ernstig ge wond liggen. Toen een geneesheer arriveer» de bleek hulp niet meer mogelijk te zijn. Spoedig daarop is de man overleden. KIND DOOR AUTOBUS GEDOOD Gistermiddag om 4 uur liepen twee meis jes, dochtertjes van den heer Altena, mole naar aan den Horsterweg te Ede, van da school aan oen Kraatsweg op den rijksweg in de richting De Klomp, toen uit de rich ting Ede een autobus naderde. Het jongste meisje, zeven jaar oud. stak plotseling den weg over om een bal achterna te loopen. De chauffeur haalde nog na^r links uit, doch kon niet verhinderen, dat het kind door de rechterkoplamp werd gegrepen. Het kind werd over den weg geslingerd. Dr Waalwijk van Doorn en een passeeren- de arts verleenden de eerste hulp. Het slachtoffertje werd terstond naar het Julianaziekenhuis te Ede vervoerd, waar het echter kort na aankomst is overleden. een verhaal uit het midden der vorige eeuw door DI.J.A.VI55CHER. (2 De Indiaan was opgestaan en trok ongezien met hen mede. Toen de vreemdelingen een kampvuur hadden aangelegd om den nacht door te brengen, was hij dichter naderbij ge slopen en had zelfs hun stemmen kunnen hooren. Eén yan de mannen in een lang bruin gewaad scheen opperhoofd te Zijn. Hij hoorde verscheidene malen diens naam noemen en had die onthouden: Fray Junifiero Serro. Zoo spraken ze hem aan met grooten eerbied. Die op hem scheen te volgen in aan zien was een krijgsman, met een geweer dwars over den rug en een kapmes in zijn gordel. Deze scheen de leiding te hebben over de soldaten van de troep. Yusito hoorde hem noemen: Don José Rivera. Hij kon niét verstaan wat ze zeiden, maar hij wist wel dat het dezelfde taal was die hij gehoord had als hij in de verte een hacienda van den blanke bespiedde. Gedurende een aantal dagen reisde de troep al dieper het binnenland in. Tot groote ontsteltenis van den Rood huid, die hen trouw volgde, juist in de richting van zijn eigen dorp. Pas toen de wouden in het zicht waren, waarin dat verborgen lag, hielden ze stil voor goed. Ze gingen op een heuvel een aarden wal bouwen en daarbinnen blokhuizen tein boomstammen. Hij ging ze nu eiken dag bespieden. Een der huizen werd veel hooger dan de andere, en op den nok daarvan werd een kruis gezet. Ze trokken toen niet verder, maar begonnen den grond te bebouwen. Het was duidelijk, dat ze van plan waren om daar voorgoed te blijven. Nu had Yusito genoeg gezien. Hij spoedde zich naar zijn stam en bracht er groote ontsteltenis teweeg door de ver halen van al wat hij had aanschouwd. Een jaar later was alle angst verdwenen. Eerst waren zijn sta-mgenooten doodelijk verschrikt dieper de bosschen in gevlucht, maar Yusito, die geen vrees kende, was vast be sloten de blanken na te gaan om te weten te komen wat ze eigenlijk in het schild voerden. Zoo lag hij dan weer op zekeren dag verborgen achter de struiken, toen hij eenige der mannen in hun bruine pijen zag naderen en afdalen van het gebergte van den kant van Monterey en een kruis planten in den grond die van ouds her aan zijn stam had toebehoord. Dit kruis leek wel de totem van de blanken, want ook de anderen droegen een klein kruis aan hun gordel, dat ze tel kens kusten als ze zongen of baden. Hij zag nu hoe ze een altaar bouwden en daarover een kleed uitspreidden. Daarna staken ze, hoewel de zon hoog aan den hemel stond, een aantal kaarsen aan. Vervolgens ontplooiden ze een vaandel, waarop een rijk met goud versierde afbeelding was aange bracht van een schoone, blanke vrouw met een klein kind op den arm dat een gouden kroon droeg. Pas veel later had Yusito van hen geleerd, dat deze vrouw de Moeder was van een machtigen Koning die m een ver land gestorven was aan een kruis, en de menschen had gered van het verderf. Toen was er een oogenblik gekomen, waarop Yusito ontdekt werd en plotseling tegenover een paar van die vreemdelingen stond. Tot nog toe meende men in het dorp van zijn stam, dat zij gekomen waren om de herten en antilopen te dooden, de grasvelden af te maaien, de vrouwen te rooven, maar de blanke mannen waren vriendelijk geweest. Ze hadden hem allerlei geschenken gegeven, een prachtig mee. een aantal kralen halssnoeren en een stuk gekleurd katoen. Toen was langzamerhand de vrees "gaan wijken, en wan neer de monniken het beeld vertoonden van de wonder- schoone Vrouw, en hun zoetklinkende liederen zongen, uit het gee9tenland, dan slopen de Roodhuiden naderbij en hurk ten neder achter de wallen van gedroogde tichels om te luisteren. Eindelijk waagden zich eenigen in het fort en keerden, weder met een grooten voorraad levensmiddelen. En toen de monniken het dorp hadden ontdekt en daar de zieken hielpen, de hongerigen spijzigden en kleedimg uitdeelden, was de vriendschap voor goed gesloten. Men leerde elkander begrijpen. De taal van de Roodhuiden was aanvankelijk wel een groot beletsel voor geregelden omgang. Immers deze bevatte zeer vele woorden. Alleen om het woord „visschen" aan te duiden waren er twee en twintig. Eigenlijk drukte men alles uit door een ingewikkelde beeldspraak en omschrijving. Een enkel voorbeeld van een Roodhuiden-dialect moge dit duidelijk maken. Toen er later op een zendingspost een orgel in de kerk was geplaatst, werd dit genoemd: de grootst mogelijke viool. In de taal der Indianen luidde dit: Yerensotavakarangetawa. Wanneer de missionarissen spraken over „onze liefde", dan moesten ze zeggen: nummatscheckodtantamuhugannunonasch. „Onze vriendschap" werd in de volksvergadering genoemd: nukromantammuhugannunonasch. „Onze zonden" luidde: nimachiishisvebi ziwiainanin. En „onze vragen"; rummogok- donattuhttamonsktitraongannunonasch. „Ik heb lief" heette: Nisaqiitz. „Ik heb u lief": Nisaqiin. „Ik héb ulieden lief'f Nisaqiinim. „Ik heb hen lief": Nisaqiawag. Het was dus te begrijpen dat het zeer lang duurde vóórdat de eerste prediking kon worden gehouden in da eigen lands taal, en dat men zich langen tijd met gebaren en met klanken moest tevreden stellen. De Roodhuiden vernamen, dat de blanken een boodschap uit den hemel brachten. Ze spraken telkens over een zekeren San Carlos, die ze een heilige noemden door wien ze een machtige voorspraak bij den Grooten Geest hadden. Naar hem werd ook de kerk genoemd die ze bouwden. Er was toen een gelukkige tijd aangebroken. Yusito was een der eersten, die gedoopt werd, en vanaf dat oogenblik noemde hij zich Don Carlos. De Franciscaner monniken leidden een onberispelijk leven. Nooit spraken ze een leugen. Nooit werd er aan een Indiaan iets ontroofd. Er was vol komen vrede in de geheele streek. De soldaten waren reeds lang weer vertrokken. Alleen de monniken met enkele be dienden bleven achter. Ze gaven ook overal nieuwe namen aan. De rivier noemden ze voortaan Rio Carmelo. De schoone Vrouw op de banier heette nu Onze lieve Vrouwe van Carmelo. Wondergeleerd waren die blanke priesters. Het land of de zee hadden voor hen geen geheimen meer. Ze vischten met groote netten en haalden meer visch op dan men noodig had« Ze kenden de kracht van planten en kruiden, wisten van dei sterren, en bepaalden het weer dat komen zou. (Wordt vervolgd]^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 2