Schoten klonken in Serajewo
Het C.N.
f. jubileert
VRIJDAG 30 JUNI 1939
DERDE BUAD PAG. 9
HET A.N.V.V.-CONGRES
TE LEEUWARDEN
Prof. Goudriaan over Spoorwegen
Prof. Diepenhorst
na verslagen en beleid werden goedgekeurd.
Namens 't Chr. Werkgeversverbond spra*
de heer A. B o r s t Pz. een sympathiek woord
waarna de middagzitticjr werd gesloten.
VERGADERING VAN HEDEN
In de heden te Utrecht voortgezette 19e
alg. vergadering van het Chr. Nat Vakver
bond, heeft Prof. Mr P. A. Diepenhorst,
hoogleeraar aan de Vrije Universiteit en lid
der Eerste Kamer, een referaat gehouden
over „De positie der vakbeweging in de zich
wijzigende maatschappelijke verhoudingen".
Referaat Prof. Mr P. A. Diepenhorst
Ref. gaf allereerst een schets van de ver
schillende factoren, die den huidigen drang
tot ordening verkla
ren en ook aan de
vakorganisatie
gewijzigde positie
geven. In het
strijdvereeniging tot
ordeningsmstituut",
achtte Prof. Diepen
horst de gewijzigde
positie der vakver
eeniging besloten, 't
Strijdend element
toch trok weleer in
de uitwendige ge
stalte der vakorga
nisatie het sterkst
de aandacht Vak-
vereeniging en v
staking vormden een
voor velen vanzelf
opkomende gedachtc-nassociatic. Toen minis
ter Jolles 1 Mei 1871 bij de Tweede Kamer
het wetsontwerp indiende, dat de opheffing
van hc» coalitie-verbod bracht, vertaalde hij
het F.ngelsche trade-unions" door „vereeri
gingen tot werkstakingen".
Met cijfers toonde spr. aan hoe sterk de
staking in het vakvereenigingsbeweeg aan
beteekenis inboette. Het zijn thans andere
overwegingen dan stakingsgedachten, krijgs
toerusting, die op hoofd en hart der vakbe
weging beslag leggen. Naar de vakvereeni-
ging als ordeningsinstituut gaan de be
moeiingen uit. Een aantal gevallen werd
opgesomd, waarin de wetgeving reeds aan
d" vakbeweging een functie toekent, die
haar tot meewerking aan de ordening in
staat stelt. Bij dc social a ordenintr ma;
de vakvereeniging als de centrale figuur
worden aangemerkt, terwijl zij bij de eco
nomische ordening meer dan belangstel
lend toeschouwer is
Bij de uiteenzetting van de roeping, die
men in verband met de gewijzigde positie
der vakvereeniging heeft na te komen, werd
als uitgangspunt gekozen: een moeilijker,
meer omvangrijke taak op den ouden
grondslag moet worden vervuld. Scherp
ff.., ?Pr- hier tegenover elkaar de Chris
telijke en de moderne vakorganisatie. Het
optreden der Chr. vakorganisatie zal rijker
vrucht dragen in 't ordeningsbeweeg naar
mate niet grooter trouw aan haar grondslag
wordt vastgehouden. Het is echter de tra
giek van de moderne vakbeweging, dat de
handhaving van haar fundamenteele posi
tie alle waarachtige ordeningsactie met
lamheid slaat. De prediking van de klassen-
strijdleer bedreigt alle ordening met een
doodeliik venrif. Het van „strijdorganisatie
tot ordeningsinstituut" stelt de moderne
vakbeweging voor een schier hopelooze
taak. zonder nieuwe principieele fundeering
niet te vervullen.
Wat de nieuwe, zwaardere taak der Chr.
vakorganisatie betreft, verdedigde spr. uit
voerig drie gedachten: In de eerste plaats
zullen onderwijs en ontwikkeling meer dan
tot dusverre voorwerp van aanhoudende
zorg moeten zijn. De groei tot ordenings
instituut vordert bovenal sociaal-economi
sche scholing, waarbij het gewenscht kan
zijn, dat het C.N.V. voor de leidende functio
narissen contact met het hooger onderwijs
zoekt De ontwikkeling tot ordeningsinsti
tuut vraagt in de tweede plaats van de
mannen der vakbeweging wijsheid en bezin
ning, om zich bij het ordeningsstreven te
onthouden van alle zucht naar gekunsteld
maakwerk, dat het maatschappelijk groei
proces moet belemmeren. Deze herinnering
vindt haar rechtvaardiging in hetgeen zich
rondom de Bedrijfsradenwet afspoelde. Hei
bedrijfsraden-instituut moot in 't gedach
ten- en in het werkelijk leven groeien.
De oppositie tegen de wijziging in de Be
drijfsradenwet. die den Bedrijfsraad ook
als orgaan van advies op economisch
gebied erkent, is evenmin van overdrijving
vrij te pleiten als de onstuimige drang
waarmee op het toekernen van ordenings
bevoegdheid aan de bedriiteraden wont
aangedrongen. De doorwerking van het in
stituut der algemeene verbindendverklaring
van het collectief arbeidscon'ract zal al
licht menige hervorming bereikbaar maken,
die vroeger uitsluitend van don verorde-
nenden bedrijfsraad werd verwacht Mee in
verhand daarmee werd als derde gedachte
verdedigd, dat de vakvereeniging in de toe
komst haar actie moet strengelen om het
collectief arbeidscontract. Tenslotte werd
uitvoerig betoogd, dat dit diende te geschie
den tot afbakening van de juiste verhou
ding tegenover den Staat en de tegenwoor
dig als zelfstandige grootheid op den voor
grond geschoven onderneming.
De voorzitter dankte den referent voor
zijn interessant betoog.
Hierna sprak Prof. Dr J. R. S 1 o e m a-
k e r de Bruine, Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, een opwekkend
slotwoord.
TENTOONSTELLING „HET LEGER"
1 TOT EN MET 16 JULI 1939
Jeopcnd iedcren werkdag 1022 uur
Toegangsprijs I. 0.30 .-a..,,.
DOORLOOPEND SCHIETWEDSTRIJDEN
PER SPOOR NAAR DEN H>AÖ
MET GOEDKOOPE RETOURKAARTEN
Varfcrlltbaar aan alia Matlaaa.
Reel,
DROOGE ZOMER
Wanneer het hartje-zomer is
En volop zonneschijn
Dan zucht de stedeling voldaan:
Zoo moest het altijd zijn!
En als 't maar éventjes betrekt
Kijkt hij geweldig zuur
En gromt: bij ons in kikkerland
Is 't altijd even guur!
Beweert de boer: het land versmacht.
Dan is het onbetwist
Dat hij den boer kleingeestig vindt.
Een reuzen-egoïst.
Maar als hij naar den buiterï gaat
En hij aanschouwt de wei.
Dan ziet hij het met eigen oog:
Zelfs op de vette klei.
Zelfs waar het land het laagste ligt
Staat schraal het harde gras.
Behalve langs de smalle kant
Van poelen en moeras.
Wanneer hij zich naar Brabant waagt
Valt hij den boer al bij:
Daar vindt het vee slechts stoppels hooi
Op de verzande wei.
In waagt hij zich nog hooger op
Dan schaamt hij zich misschien
it hij ooit in den nuchtren boer
Een egoïst dorst zien.
Is waar. 't is heerlijk zomerweer.
Het zonnetje is fijn.
Maar met een weekje regen zou
Ons land gezégend zijn.
(Nadruk verboden). LEO LENS.
Onder applaus werd de heer van Krayenhoff
benoemd tot eere-voorzitter.
Na een dankwoord van baron v. Krayen
hoff werd de vergadering gesloten. Hierna
trok men op excursie naar het Friesóhe me
ren- en hoschgebied.
knallen twee scholen. Er is iemand op de
treeplank van de auto gesprongen
Wat is er gebeurd? Is er iemand geraakt?
De auto's stoppen. Officieren snellen toe.
De aartshertog zit nog recht op. Zijn ge
malin is tegen hein aangevallen
Frans Ferdinand is aan den halsslagader
getroffen. En Sophie, die, als wilde ze hem
beschermen, voor hem is gesprongen, is in
den huik geraakt.
In het feestelijk versierde regeeringsge-
bouw, waar de wel gedekte tafels gereed
staan, wordt het echtpaar binnen gedragen.
Enkele minuten later sterven ze
De moordenaar poogt te ontkomen, hij
springt in de Bosna. De politie weet hem te
grijpen en kan hem nauwelijks beveiligen
voor de woedende aanvallen der menigte. Hij
is een knaap nog, negentien jaar van ge
boorte een Serviër.
Keizer Frans Jozef ontvangt de tijding
in Bad-Ischl. „Mij blijft ook niets gespaard!"
roept hij uit.
Drie, nog jonge kinderen, wachten in het
Belvédère-slot op de komst van hun vader
en moeder. Ze wachten tevergeefs. Het
laatste, wat ze van hun ouders vernomen
hebben, is een telegram, Zaterdag 27 Juni
verzonden: „Groeten en kussen van Pappie".
Vier-en-twintig uren later waren ze weezen.
De Donau-monarchie heeft zijn troon
opvolger verloren; „Europa heeft een Man
verloren", schrijft een Engelsch blad. Maar
wie heeft toen, in Juni 1914 vermoed, hoe
veel millioenen mannen Europa verliezen
zou in den wereldbrand, die wel niet ver
oorzaakt i6 door de schoten van Serajewo.
maar waartoe deze wel de naaste aanlei
ding zijn geweest?
Aartsbisschop Franz Ferdinand en zijn
gemalin met hun kinderen
en vreemdelingenverkeer
Baron Krayenhoff vice •voorzitter
LEEUWARDEN, 30 Juni. Woensdagavond
vereenigden zich de A.N.V.V.-congressisten
aan een officieelen maaltijd tijdens welke
de voorzitter, baron van Krayenhoff,
van verscheidene kanten met woorden en
geschenken werd gehuldigd. Met een feest
avond, aangeboden door óe V. V. V. te
Leeuwarden .werd deze dag besloten.
Spoorwegen en vreemdelingenverkeer
Gisterochtend werd, nadat een felicitatie
telegram aan Z. K. H. Prins Bernhard was
gezonden, het congres voortgezet met een
redevoering van prof. Goudriaan over „De
taak van c.e Nederlandsche Spoorwegen bij
de ontwikkeling van het nationaal en in
ternationaal vreemdelingenverkeer".
Van het geheele Nederlandsche verkeers-
apparaat is de N. S. slechts een deel, zoo
zeide spr. o.a. Daarnaast moet men een be
langrijke plaats toekennen aan den auto
bus, de huurauto al of niet met chauffeur
en de taxi. Goed en goedkoop vervoer kan
dus nooit door N. S. alleen en stellig niet
door N. S. tegen het motorverkeer in wor
den tot stand gebracht Het doel kan alleen
bereikt worden door onderlinge samen
werking op basis van de wettelijke regelin
gen.
Men reist in Nederland per spoor goed en
goedkoop, zoo toonde spr. met cijfers aan,
maar maakt er weinig' gebruik van. Hoe
komt dit? Of wat nog belangrijker is, hoe
kunnen wij dit veranderen?
Er zijn natuurlijk talrijke redenen, die
het relatief lage cijfer voor Nederland kun
nen verklaren. Ons huiselijk volkskarakter
speelt er waarschijnlijk een groote rol in.
Maar er zijn twee elementen, waarvoor ik
heden uw aandacht vraag: de Nederlander,
die het even doen kan, brengt bij voorkeur
zijn vacantie in het buitenland door en de
Nederlander, die het minder doen kan, legt
enorme afstanden af op de fiets.
De kracht en de zwakte van het spoor
wegbedrijf liggen in zijn eigenaardige kos
tenstructuur. Bij een bepaalde dienstregeling
blijven de exploitatiekosten nagenoeg con
stant, ongeacht of er veel of weinig reizi
gers in den trein komen. Deze kostenstruc
tuur moet voor het publiek voelbaar ge
maakt worden door voor hen, die per jaar
eenmaal een zeker bedrag aan spoorkaartjes
hebben betaald, de gelegenheid te openen
het verdere vervoer tegen aanzienlijk ver
laagden prijs te verkrijgen. Een zoogenaamd
promotional rate, dat het reizigersvervoer
even sterk kan stimuleeren als het vast
rechttarief van de centrales het electrici-
teitsverbruik heeft bevorderd. En deze ta-
riefvorm voldoet ook aan den tweeden prin-
cipieelea eisch, dien men aan een werke
lijk stimuleerend tarief moet stellen, nl.
volkomen profiteeren op de wijze, die hem
op een bepaald oogenblik het beste ligt
Een tarief, dat na een zeker verbruik de
enkele reis goedkoop maakt, zal het fietsers
ook mogelijk maken hun wekelijksche toch
ten veel verder uit te strekken dan tot dus
ver. Wanneer naast de goedkoope enkele
reis ook maatregelen werden getroffen om
het massavervoer van fietsen goedkooper te
maken, gelooft spr. stellig, dat het mogelijk
zou zijn het beginpunt van de fietstochten
te verplaatsen naar een cirkel met 100 km
straal en dus veel grootere mogelijkheden
De negentiende
algemeene vergadering
In de gisteren te Utrecht voortgezette 19e
vergadering van het Chr. Nat. Vakverbond,
werd een telegram gezonden aan Z.K.H.
Prins Bernhard, die zijn verjaardag vieren
mocht. Staande zong de vergadering twee
coupletten van het Wilhelmus.
Namens de organisaties bij het C.N.V.
aangesloten, bood de heer J. V e 1 d w ij k,
ter gelegenheid van het zesde lustrum, van
liet C.N.V., een fraai bloemstuk aan.
Bericht van verhindering kwam in van
mr dr A. A. v. Rh,ij n, secr.-generaal van
het Dep. van Economische Zaken; Jhr Mr
S. v. C i 11 e r s, lid der Eerste Kamer, be
nevens enkele verwante corporaties.
Toespraken
Namens de Chr. Hist. Kamerfractie bracht
Prof. Mr B. C. de S a v o r n i n Lobman
van Utrecht, een groet over. Spr. wees er
op, dat we in dezen tijd dankbaar moeten
zijn, voor elke Chr. actie. Spr. herinnerde
aan de bewogen dagen van 1918, toen het
C.N.V. nog wel jonger was, maar de Chr.
arbeidersbeweging mede een revolutionairen
aanslag verijdelde. Christelijke actie mag
niet disputabel gesteld; zeker niet op so
ciaal gebied. Spr. herinnerde aan het pio
nierswerk der voortrekkers. De onwaarach
tigheid en verderfelijkheid van den klassen
strijd wordt al meer, ook buiten eigen
kring, erkend. Samenwerking is noodig en
alleen op den grondslag van het Evangelie
mogelijk, krachtens het Apostolisch ver
maan: Draagt elkanders lasten on vervult
alzoo de wet van Christus. (Applaus).
Namens de Ned. ITerv. Bond van Geref.
Jongelingsvereen'gingcn sprak Ds PI. A. d e
Geus, Ned. Herv. predikant te De Bilt,
die den zegen roemde, dien God in de
bloeiende Chr. vakbeweging Nederland heeft
willen schenken.
Namens den Chr. Nat. Werkmansbond
sprak de heer O. Sneep, van Utrecht,
woorden van gelukwensch.
De heer Jac. Haas, uit Zürich. bracht
groeten en gelukwcnsohcn over namens het
Chr. Vakverbond in Zwitserland en namens
de Prot. Evangelische Internationale. Spr.'
bracht o.a. hulde aan den heer H. A m o-
link voor de wijze, woaron hij 20 jaar„Dc
Gids" geredigeerd heeft. Spr. wees op de
werkloosheidsbestrijding in Zwitserland en
accentueerde, dat het bij do Chr. vakbewe
ging niet om materieele, doch ideëel e din
gen gaat. Veelomvattend is de arbeid van
het C.N.V., naar spr. nader uiteenzette, en
voor andere landen mag dit ten voorbeeld
gesteld worden.
Moge de geest van Christus al meer door
het geloof wonen in uwe harten! (Instem
ming).
Namens de Calv. Studentenbeweging voer
de de heer H. Bouma van Den Haag. het
woord.
Namens den Ned. Lulh. Bond voor Chr.
Soc. Actie, sprak de heer J. II Niemul-
1 e r, van Haarlem, waarna de heer C. v.
Harmeien van Den Haag, namens de
Middenstandsbedrijfsvereeniging de rij der
sprekers sloot.
MIDDAGVERGADERING
In de middagvergadering verwelkomde
de voorzitter de heeren Ds C. v d Zaal,
voorz. van „Nieuwe Wegen", A. Borst Pz.
van Rotterdam, voorzitter van t Chr. Werk
geversverbond en Verburg, van Zegveld,
namens den Chr. Boeren- en Tuindersbond.
Een bloemstuk kwam in van personeel en
gasten van 't vacantieoord en een telegram
van den heer G. Baas K.zn, die de A.R.
Tweede Karperfractie vertegenwoordigen zou
maar verhinderd werd.
Hierna kwam in bespreking het verslag
van het secretariaat over 1937 en 193S, he
nevens het beleid van het bestuur en van
de redactie van „De Gids'"
Aan de discussie namen deel-de heeren
Harthoorn (Kantoor- en Handelsbedien
den), Schaafsma (Bouwarbeiders). Van
Ingen Schenau (Grafische arbeiders),
S ip e k (Belastingambtenaren)R ij p s t r a
(Arbeiders in de Kledingindustrie), De
M o s (Houbtewerkers, Meubelmakers en Be
hangers), El sin ga (Arbeider? In de be
drijven van voedings- cn genotmiddelen),
Goone (Grafische arbeiders)S tr au b
(Ambtenaren), Van Hoven (Technici),
Goote (Ambtenaren). Grashoff (Alg.
Bestuur), Marijs (Grafische arbeiders),
Meines (Spoor- en Tramwegpersoneel).
Van meerdere zijden werd hulde gebracht
aan het bestuur voor al den arbeid, die het
heeft verricht Ter sprake werd gebracht de
zaak van de werkloosheid, speciaal die der
jeugd. Ook werd gewezen op de noodzake
lijkheid te pretendeeren, dat het C.N.V. d e
Chr. vakbeweging is. Hoe is de stand van
zaken met betrekking tot dc paritetisch
samengestelde zickenfondsbesturen? Welke
regelen gelden bij de uitzending van vrou
wen van werkloozen naar het vacantie
oord? De belangstelling voor de studieclubs
moet worden gestimuleerd. Moeten de sala
rissen der vrijgestelden zich niet meer aan
sluiten bij de loonen in de rrsp. bedrijven?
Kunnen de kampen voor jeugdige werk
loozen, nu zij dezen zomer ongebruikt blij
ven, niet voor de ouderen werden benut?
Het C.N.V. trede in nader contact met tal
van organisaties, die nog buiten het C.N.V.
Bij de propaganda voor het Chr. Sociaal
Dagblad schade men niet de belangstelling
van andere Chr. dagbladen. De propaganda
voor dit blad richte zich met name naar de
woningblokken in de groote steden.
In de propaganda-actie ir. dc Nov.-maan-
den volge men de oude methode van het
uitzenden van twee sprekers en make van
propaganda-vergaderingen geen feestverga-
deringon.
De uitvoering van „De Gids" zou gemo
derniseerd kunnen worden.
Meerdere sprekers brachten oqk de positie
der besturenbonden ter sprake.
De gemaakte opmerkingen werden béant
woord door de secretarissen, de heeren TI.
Amelink. J. Schipperen F. P. Fiivi:-
schot; door don penningmeester, den heer
W. de J 'o n g en den Voorzitter, waar-
te bieden om verscheidenheid in de tochten
te brengen.
In de stimuleering van het buiten-
landsche vreemdelingenverkeer is de
invloed van de Nederlandsche Spoorwe
gen uiteraard beperkt Er bestaat reeds
een reductie van 25 pet op den prijs
van achtdaagsche abonnementskaarten
hij een verblijf van ten minste zes da
gen in ons land. Misschien is daarnaasl
invoering van een vierdaagsch abonne
ment gewenscht
Bij de tegenwoordige internationale span
ningen zijn de vooruitzichten voor het inter
nationale verkeer niet gunstig. Maar men
moet durven werken op langen termijn.
Verdient het daarom geen aanbeveling, dat
onder patronage van de A.N.V.V. een aan
tal commissies wordt ingesteld voor de ont
wikkeling van de relaties met één bepaald
land? In de eerste plaats komen daarvoor
dan in aanmerking de landen met vrij va-
lutaverkeer. Dit zijn tegelijkertijd de lan
den, die de grootste geestelijke affiniteit
met Nederland vertoonen: de Skandinavi-
sche landen, Zwitserland, België en Frank
rijk, maar vooral Groot-Brittannië en de
Vereenigde Staten.
Baron Krayenhoff eere-voorzittei
De heer Th. H. de Meester te Bussum,
hoofdbestuurslid, richtte zich na een uit
voerige discussie tot den scheidenden voor
zitter. Spr. zeide, dat baron van Krayenhoff
nu wel zitting bleef houden in het dage
lij ksch bestuur, maar dat dit toch niet vol
doende,de waardeering voor hem uitsprak.
De Donau-monarchie ver
liest een troonopvolger
Europa boet den vrede in
Het Nationaal Jongeren Verbond
hield gisteren in Den Haag ter ge
legenheid van den verjaardag van
Z.K.H. Prins Bernhard een inzame
ling langs de huizen ten behoeve van
de ontspanning onzer militairen langs
de grenzen. Leger-vrachtwagens ver
voerden de gul afgestane artikelen.
Vóór vijf-en-twintig jaar
Serajewo, Bosnië's hoofd6tau, blakert in de
felle junizon. In de smalle straten Tu'ioelt
het van feestgangers. Hier loopen stram en
statig de militairen van het Keizerlijke, Oos-
tenrijksche leger, daar wemelt het van Bos
nische boeren cn boer.nnen in hun vroolijke,
schrille, bontkleurige statiekleedij.
Het is 28 Juni 1914 een bela-grijk i
voor Serajewo. De Oostenrijksdb-gezinden
verheugen zich op de komst van hun toe-
komstigen keizer. Voor de vrienden van het
kleine Servic is deze dag vol weemoedige
herinnering: zij gedenken den slag op het
Merelveld, waar, méér dan 5 eeuwen gele
den, de Serven door de Turken vernietigd
zijn. En juist op dezen dag komt Aartsher
tog Ferdinand, als vertegenwoordiger der
Oostenrijksche monarchie.
Kroonprins Frans Ferdinand heeft enkele
legercorpsen in Bosnië geïnspecteerd. Hij is
eenige dagen vóór zijn gemalin uit Weenen
vertrokken, maar zij reist hem na en sa
men zullen ze in Serajewo hun „blijde in-
comste" houden.
De Aartshertog ie een man van vijftig
jaar. Neef van den grijzen Frans Jozef, zal
hij eenmaal wie weet, hoe spoedig
diens opvolger zijn.
Zijn stugge, stroeve uiterlijk verraadt den
markanten militair. De galanterie en wuft
heid der Oostenrijksche aartshertogen en
hun hofkliek staan hem tegen; hij weet in
de keizerlijke familie geen „persona grata"
te zijn. Het deert hem weinig. 'Hem vervul
len andere, gewichtiger zaken dan amou-
retjes en schandaaltjes. Zijn massieve kop
bergt toekomstplannen, gewichtig voor de
Donau-landen, van ingrijpende beteekenis
voor de Balkan-staten, van groot belang
voor geheel Europa.
De troonopvolger ziet klaar en duidelijk
de innerlijke voosheid van de Oostenrijk-
Hongaarsche monachie; hij hoopt eens in
staat te zijn werkelijke eenheid te scheppen,
waar er nu slechts een schijn van is. Ge-
ruggesteund door het jonge sterke Duitsch-
land van Wilhelm II, zal het mogelijk zijn-
op den Balkan vasten voet te verkrijgen,
den Russischen invloed tegen te gaan en
in den rumoerigen Zuid-Oost-hoek van
Europa orde op zaken te stellen, Oosten
rijksche orde, wel" te verstaan!
Een belangrijke stap in die richting is al
gedaan: Bosnië en Herzegowina zijn gean
nexeerd. Dat is slechts een begin. De Sla-
j vische volkenmengeling van den Balkan zal
pas tot rust komen onder den Habsburg
schen schepter. De Slaven zullen naast Hon
garen en Duitschers een eervolle plaats in
de Donau-monarchie innemen. Hij, aarts
hertog Ferdinand, wil de beschermer der
j Slavonen zijn.
De kroonprins wordt als een „sterke man"
beschouwd. Hij heeft bewezen niet voor hin
dernissen uit den weg te gaan.
Toen hij trouwde, voerde hij als bruid
naai- het altaar de vrouw, die hij liefhad.
Hij had zich een eenvoudige gravin geko
zen en hoe ook de dynastièke belangen er
zich tegen verzetten, Frans Ferdinand wilde
Sophie van Chotek en dreef zijn wil door.
De oude keizer weigerde zijn toestemming
te geven; alles wat keizerlijk, koninklijk
en doorluchtig was, poogde het huwelijk te
beletten. Doch de koppige aartshertog wist
te winnen. Het morganatisch huwelijk werd
voltrokken. Maar bitter moet het den trot-
schen bruidegom gevallen zijn, nog vóór het
huwelijk de kinderen, die geboren zouden
worden, uit te sluiten van de rechten op
troon en schepter
Sophie van Chotek, later door keizerlijke
gunst hertogin van I-Iohenberg, is wellicht
dc eenige mensch, die den somberen kroon
prins begrijpt. Hun huwelijk is gelukkig;
hun kinderen groeien op in een harmonisch
milieu. Stellig heeft Frans Ferdinand de
mogelijkheid overwogen de hem afgedwon-
gen verklaring in de toekomst te herroepen
1 en tóch zijn gemalin keizerin te maken, zijn
oudsten zoon uitzicht op den troon te schen-
j ken. Nog niet nog moet hij het aanzien,
hoe de echtgenoot e van den toekomstigen
j keizer moet achterstaan bij alle aartsher-
toginnen, maar als straks de oude Frans
I Jozef het moede hoofd voor altijd zal neer-
J leggen, dan
j Nu gaan ze samen een officieel bezoek
I afleggen. Het is zijn wil, dat Sophie hem
vergezelt. Voor de eerste maal binnen het
gebied des rijks zal de hulde hen beiden
gelden de jubel der bevolking zal zijn
I voor hem. maar ook voor haarWreede
werkelijkheid: wat Serajewo zal brengen,
zal hem treffen, maar ook haar. Het eerste
bezoek als kroonprinselijk paar zal ook het
laatste zijn.
De begrafenis vari het vermoorde
Oostenrijksche vorstenpaar.
Keizer Franz Jozef van Oostenrijk
Frans Ferdinand is gewaarschuwd; hij
heeft tal van dreigbrieven ontvangen. Het is
gevaarlijk naar Serajewp te gaan. De Sla
ven zullen zijn komen, juist op dézen dag,
gevoelen als een hun opzettelijk aangedane
vernedering.
De aartsbisschop mist ten eenemriale het
vermogen om dergelijke sentimenten te pei
len. Hij denkt er niet aan zijn plannen te
wijzigen. Waarschuwingen, dreigbrieven
ach wat, hij ontvangt ze immers haast da
gelijks. Gevaar? voor vorsten dreigt over
al gevaar. Waarom zal het in Serajewo niet
zijn? Waarom zal hij zich nu laten bang
maken?
Auto's rijden door de buitenwijken. Toe
juichingen klinken op. Naar mate de vor
stelijke personen de binnenstad naderen,
worden de rijen nieuwsgierigen dichter en
wordt de jubel krachtiger.
Stram-militair salueert de aartshertig tot
wedergroet; vriendelijk nijgend en glim
lachend dankt de hertogin voor de hartelijke
ontvangst. Immers, de juichkreten gelden
ook haar; is zij niet misschien de toe
komstige landsvrouwe?
Dan een oogenblik van ontzetting! Er
wordt iets naar de auto van het vorstelijk
paar geslingerd, raakt er den achterkant
van en wanneer enkele seconden later de
volgende auto passeert, komt een hevige ont
ploffing!
De verwarring is onbeschrijfelijk. De
auto's staan onmiddellijk stil; agenten en
militairen schieten toe; uit 't publiek klin
ken schrille angstkreten.
De aartshertog blijft zich zelf volkomen
meester; hij informeert naar de gevolgen
van den bomaanslag. Zijn adjudant blijkt
zwaar gewond en zal onverwijld naar het
gamizoens-hospitaal worden vervoerd.
„Doorrijden!" beveelt de aartshertog.
Eenige oogenblikken later betreden Frans
Ferdinand en Sophie het stadhuis, waar de
burgemeester him een welkomstwoord zal
toespreken. Voor de plechtigheid een aan
vang neemt, wordt den aartshertog bericht,
dat de dader van den aanslag is gegrepen:
een jeugdige Serviër, typograaf van beroep.
De waardige burgemeester treedt naar
voren. Maar nog voor hij een woord van
zijn schoone rede heeft kunnen uiten,
klinkt de stem van Frans Ferdinand, tril
lend van toorn en verontwaardiging, door
de zaal: „Mijnheer de Burgemeester, ik kom
om Serajewo te bezoeken en men werpt hier
met bommen! Dat is afschuwelijk!"
Een drukkend zwijgen volgt. De burge
meester ziet verlegen om zich heen. Wat
moet hij antwoorden? Zullen zijn woorden
van hulde en hartelijk welkom namens de
bevolking van Serajewo niet klinken als een
Opnieuw spreekt de aartshertog, zijn stem
is iets rustiger, door groote wilskracht be
dwongen: „U kunt thans uw toespraak hou
den, mijnheer de Burgemeester!"
Als de hooge bezoekers het raadhuis ver
laten, barst een hartstochtelijk gejubel los.
Een woelige menschenmassa dringt onweer
staanbaar naar voren. Frans ziet het een
moment aan; onbewegelijk. Sophie von
Hohcnberg vindt geen krachten meer om
rustig voor de hulde te danken; geen glim
lach plooit haar mond; haar bleeke lippen
trillen.
Weer stijgen de vorstelijke personen in de
auto. De voorgenomen rit door de stad wordt
bekort De kroonprins wil naar het hospi
taal, zijn adjudant bezoeken en dan naar
het regeeringsgebouw, den Konak.
In de nauwe straatjes heerscht een chao
tisch gedrang. Van een behoorlijke afzetting
is geen sprake. Op den hoek der Frans-
Jozefstrasse en den Rudolf-Garten rijden de
auto's vlak langs het trottoir.
En daar door alle juichkreten heen.