Schoten klonken in Serajewo Het C.N. f. jubileert VRIJDAG 30 JUNI 1939 DERDE BUAD PAG. 9 HET A.N.V.V.-CONGRES TE LEEUWARDEN Prof. Goudriaan over Spoorwegen Prof. Diepenhorst na verslagen en beleid werden goedgekeurd. Namens 't Chr. Werkgeversverbond spra* de heer A. B o r s t Pz. een sympathiek woord waarna de middagzitticjr werd gesloten. VERGADERING VAN HEDEN In de heden te Utrecht voortgezette 19e alg. vergadering van het Chr. Nat Vakver bond, heeft Prof. Mr P. A. Diepenhorst, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit en lid der Eerste Kamer, een referaat gehouden over „De positie der vakbeweging in de zich wijzigende maatschappelijke verhoudingen". Referaat Prof. Mr P. A. Diepenhorst Ref. gaf allereerst een schets van de ver schillende factoren, die den huidigen drang tot ordening verkla ren en ook aan de vakorganisatie gewijzigde positie geven. In het strijdvereeniging tot ordeningsmstituut", achtte Prof. Diepen horst de gewijzigde positie der vakver eeniging besloten, 't Strijdend element toch trok weleer in de uitwendige ge stalte der vakorga nisatie het sterkst de aandacht Vak- vereeniging en v staking vormden een voor velen vanzelf opkomende gedachtc-nassociatic. Toen minis ter Jolles 1 Mei 1871 bij de Tweede Kamer het wetsontwerp indiende, dat de opheffing van hc» coalitie-verbod bracht, vertaalde hij het F.ngelsche trade-unions" door „vereeri gingen tot werkstakingen". Met cijfers toonde spr. aan hoe sterk de staking in het vakvereenigingsbeweeg aan beteekenis inboette. Het zijn thans andere overwegingen dan stakingsgedachten, krijgs toerusting, die op hoofd en hart der vakbe weging beslag leggen. Naar de vakvereeni- ging als ordeningsinstituut gaan de be moeiingen uit. Een aantal gevallen werd opgesomd, waarin de wetgeving reeds aan d" vakbeweging een functie toekent, die haar tot meewerking aan de ordening in staat stelt. Bij dc social a ordenintr ma; de vakvereeniging als de centrale figuur worden aangemerkt, terwijl zij bij de eco nomische ordening meer dan belangstel lend toeschouwer is Bij de uiteenzetting van de roeping, die men in verband met de gewijzigde positie der vakvereeniging heeft na te komen, werd als uitgangspunt gekozen: een moeilijker, meer omvangrijke taak op den ouden grondslag moet worden vervuld. Scherp ff.., ?Pr- hier tegenover elkaar de Chris telijke en de moderne vakorganisatie. Het optreden der Chr. vakorganisatie zal rijker vrucht dragen in 't ordeningsbeweeg naar mate niet grooter trouw aan haar grondslag wordt vastgehouden. Het is echter de tra giek van de moderne vakbeweging, dat de handhaving van haar fundamenteele posi tie alle waarachtige ordeningsactie met lamheid slaat. De prediking van de klassen- strijdleer bedreigt alle ordening met een doodeliik venrif. Het van „strijdorganisatie tot ordeningsinstituut" stelt de moderne vakbeweging voor een schier hopelooze taak. zonder nieuwe principieele fundeering niet te vervullen. Wat de nieuwe, zwaardere taak der Chr. vakorganisatie betreft, verdedigde spr. uit voerig drie gedachten: In de eerste plaats zullen onderwijs en ontwikkeling meer dan tot dusverre voorwerp van aanhoudende zorg moeten zijn. De groei tot ordenings instituut vordert bovenal sociaal-economi sche scholing, waarbij het gewenscht kan zijn, dat het C.N.V. voor de leidende functio narissen contact met het hooger onderwijs zoekt De ontwikkeling tot ordeningsinsti tuut vraagt in de tweede plaats van de mannen der vakbeweging wijsheid en bezin ning, om zich bij het ordeningsstreven te onthouden van alle zucht naar gekunsteld maakwerk, dat het maatschappelijk groei proces moet belemmeren. Deze herinnering vindt haar rechtvaardiging in hetgeen zich rondom de Bedrijfsradenwet afspoelde. Hei bedrijfsraden-instituut moot in 't gedach ten- en in het werkelijk leven groeien. De oppositie tegen de wijziging in de Be drijfsradenwet. die den Bedrijfsraad ook als orgaan van advies op economisch gebied erkent, is evenmin van overdrijving vrij te pleiten als de onstuimige drang waarmee op het toekernen van ordenings bevoegdheid aan de bedriiteraden wont aangedrongen. De doorwerking van het in stituut der algemeene verbindendverklaring van het collectief arbeidscon'ract zal al licht menige hervorming bereikbaar maken, die vroeger uitsluitend van don verorde- nenden bedrijfsraad werd verwacht Mee in verhand daarmee werd als derde gedachte verdedigd, dat de vakvereeniging in de toe komst haar actie moet strengelen om het collectief arbeidscontract. Tenslotte werd uitvoerig betoogd, dat dit diende te geschie den tot afbakening van de juiste verhou ding tegenover den Staat en de tegenwoor dig als zelfstandige grootheid op den voor grond geschoven onderneming. De voorzitter dankte den referent voor zijn interessant betoog. Hierna sprak Prof. Dr J. R. S 1 o e m a- k e r de Bruine, Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, een opwekkend slotwoord. TENTOONSTELLING „HET LEGER" 1 TOT EN MET 16 JULI 1939 Jeopcnd iedcren werkdag 1022 uur Toegangsprijs I. 0.30 .-a..,,. DOORLOOPEND SCHIETWEDSTRIJDEN PER SPOOR NAAR DEN H>AÖ MET GOEDKOOPE RETOURKAARTEN Varfcrlltbaar aan alia Matlaaa. Reel, DROOGE ZOMER Wanneer het hartje-zomer is En volop zonneschijn Dan zucht de stedeling voldaan: Zoo moest het altijd zijn! En als 't maar éventjes betrekt Kijkt hij geweldig zuur En gromt: bij ons in kikkerland Is 't altijd even guur! Beweert de boer: het land versmacht. Dan is het onbetwist Dat hij den boer kleingeestig vindt. Een reuzen-egoïst. Maar als hij naar den buiterï gaat En hij aanschouwt de wei. Dan ziet hij het met eigen oog: Zelfs op de vette klei. Zelfs waar het land het laagste ligt Staat schraal het harde gras. Behalve langs de smalle kant Van poelen en moeras. Wanneer hij zich naar Brabant waagt Valt hij den boer al bij: Daar vindt het vee slechts stoppels hooi Op de verzande wei. In waagt hij zich nog hooger op Dan schaamt hij zich misschien it hij ooit in den nuchtren boer Een egoïst dorst zien. Is waar. 't is heerlijk zomerweer. Het zonnetje is fijn. Maar met een weekje regen zou Ons land gezégend zijn. (Nadruk verboden). LEO LENS. Onder applaus werd de heer van Krayenhoff benoemd tot eere-voorzitter. Na een dankwoord van baron v. Krayen hoff werd de vergadering gesloten. Hierna trok men op excursie naar het Friesóhe me ren- en hoschgebied. knallen twee scholen. Er is iemand op de treeplank van de auto gesprongen Wat is er gebeurd? Is er iemand geraakt? De auto's stoppen. Officieren snellen toe. De aartshertog zit nog recht op. Zijn ge malin is tegen hein aangevallen Frans Ferdinand is aan den halsslagader getroffen. En Sophie, die, als wilde ze hem beschermen, voor hem is gesprongen, is in den huik geraakt. In het feestelijk versierde regeeringsge- bouw, waar de wel gedekte tafels gereed staan, wordt het echtpaar binnen gedragen. Enkele minuten later sterven ze De moordenaar poogt te ontkomen, hij springt in de Bosna. De politie weet hem te grijpen en kan hem nauwelijks beveiligen voor de woedende aanvallen der menigte. Hij is een knaap nog, negentien jaar van ge boorte een Serviër. Keizer Frans Jozef ontvangt de tijding in Bad-Ischl. „Mij blijft ook niets gespaard!" roept hij uit. Drie, nog jonge kinderen, wachten in het Belvédère-slot op de komst van hun vader en moeder. Ze wachten tevergeefs. Het laatste, wat ze van hun ouders vernomen hebben, is een telegram, Zaterdag 27 Juni verzonden: „Groeten en kussen van Pappie". Vier-en-twintig uren later waren ze weezen. De Donau-monarchie heeft zijn troon opvolger verloren; „Europa heeft een Man verloren", schrijft een Engelsch blad. Maar wie heeft toen, in Juni 1914 vermoed, hoe veel millioenen mannen Europa verliezen zou in den wereldbrand, die wel niet ver oorzaakt i6 door de schoten van Serajewo. maar waartoe deze wel de naaste aanlei ding zijn geweest? Aartsbisschop Franz Ferdinand en zijn gemalin met hun kinderen en vreemdelingenverkeer Baron Krayenhoff vice •voorzitter LEEUWARDEN, 30 Juni. Woensdagavond vereenigden zich de A.N.V.V.-congressisten aan een officieelen maaltijd tijdens welke de voorzitter, baron van Krayenhoff, van verscheidene kanten met woorden en geschenken werd gehuldigd. Met een feest avond, aangeboden door óe V. V. V. te Leeuwarden .werd deze dag besloten. Spoorwegen en vreemdelingenverkeer Gisterochtend werd, nadat een felicitatie telegram aan Z. K. H. Prins Bernhard was gezonden, het congres voortgezet met een redevoering van prof. Goudriaan over „De taak van c.e Nederlandsche Spoorwegen bij de ontwikkeling van het nationaal en in ternationaal vreemdelingenverkeer". Van het geheele Nederlandsche verkeers- apparaat is de N. S. slechts een deel, zoo zeide spr. o.a. Daarnaast moet men een be langrijke plaats toekennen aan den auto bus, de huurauto al of niet met chauffeur en de taxi. Goed en goedkoop vervoer kan dus nooit door N. S. alleen en stellig niet door N. S. tegen het motorverkeer in wor den tot stand gebracht Het doel kan alleen bereikt worden door onderlinge samen werking op basis van de wettelijke regelin gen. Men reist in Nederland per spoor goed en goedkoop, zoo toonde spr. met cijfers aan, maar maakt er weinig' gebruik van. Hoe komt dit? Of wat nog belangrijker is, hoe kunnen wij dit veranderen? Er zijn natuurlijk talrijke redenen, die het relatief lage cijfer voor Nederland kun nen verklaren. Ons huiselijk volkskarakter speelt er waarschijnlijk een groote rol in. Maar er zijn twee elementen, waarvoor ik heden uw aandacht vraag: de Nederlander, die het even doen kan, brengt bij voorkeur zijn vacantie in het buitenland door en de Nederlander, die het minder doen kan, legt enorme afstanden af op de fiets. De kracht en de zwakte van het spoor wegbedrijf liggen in zijn eigenaardige kos tenstructuur. Bij een bepaalde dienstregeling blijven de exploitatiekosten nagenoeg con stant, ongeacht of er veel of weinig reizi gers in den trein komen. Deze kostenstruc tuur moet voor het publiek voelbaar ge maakt worden door voor hen, die per jaar eenmaal een zeker bedrag aan spoorkaartjes hebben betaald, de gelegenheid te openen het verdere vervoer tegen aanzienlijk ver laagden prijs te verkrijgen. Een zoogenaamd promotional rate, dat het reizigersvervoer even sterk kan stimuleeren als het vast rechttarief van de centrales het electrici- teitsverbruik heeft bevorderd. En deze ta- riefvorm voldoet ook aan den tweeden prin- cipieelea eisch, dien men aan een werke lijk stimuleerend tarief moet stellen, nl. volkomen profiteeren op de wijze, die hem op een bepaald oogenblik het beste ligt Een tarief, dat na een zeker verbruik de enkele reis goedkoop maakt, zal het fietsers ook mogelijk maken hun wekelijksche toch ten veel verder uit te strekken dan tot dus ver. Wanneer naast de goedkoope enkele reis ook maatregelen werden getroffen om het massavervoer van fietsen goedkooper te maken, gelooft spr. stellig, dat het mogelijk zou zijn het beginpunt van de fietstochten te verplaatsen naar een cirkel met 100 km straal en dus veel grootere mogelijkheden De negentiende algemeene vergadering In de gisteren te Utrecht voortgezette 19e vergadering van het Chr. Nat. Vakverbond, werd een telegram gezonden aan Z.K.H. Prins Bernhard, die zijn verjaardag vieren mocht. Staande zong de vergadering twee coupletten van het Wilhelmus. Namens de organisaties bij het C.N.V. aangesloten, bood de heer J. V e 1 d w ij k, ter gelegenheid van het zesde lustrum, van liet C.N.V., een fraai bloemstuk aan. Bericht van verhindering kwam in van mr dr A. A. v. Rh,ij n, secr.-generaal van het Dep. van Economische Zaken; Jhr Mr S. v. C i 11 e r s, lid der Eerste Kamer, be nevens enkele verwante corporaties. Toespraken Namens de Chr. Hist. Kamerfractie bracht Prof. Mr B. C. de S a v o r n i n Lobman van Utrecht, een groet over. Spr. wees er op, dat we in dezen tijd dankbaar moeten zijn, voor elke Chr. actie. Spr. herinnerde aan de bewogen dagen van 1918, toen het C.N.V. nog wel jonger was, maar de Chr. arbeidersbeweging mede een revolutionairen aanslag verijdelde. Christelijke actie mag niet disputabel gesteld; zeker niet op so ciaal gebied. Spr. herinnerde aan het pio nierswerk der voortrekkers. De onwaarach tigheid en verderfelijkheid van den klassen strijd wordt al meer, ook buiten eigen kring, erkend. Samenwerking is noodig en alleen op den grondslag van het Evangelie mogelijk, krachtens het Apostolisch ver maan: Draagt elkanders lasten on vervult alzoo de wet van Christus. (Applaus). Namens de Ned. ITerv. Bond van Geref. Jongelingsvereen'gingcn sprak Ds PI. A. d e Geus, Ned. Herv. predikant te De Bilt, die den zegen roemde, dien God in de bloeiende Chr. vakbeweging Nederland heeft willen schenken. Namens den Chr. Nat. Werkmansbond sprak de heer O. Sneep, van Utrecht, woorden van gelukwensch. De heer Jac. Haas, uit Zürich. bracht groeten en gelukwcnsohcn over namens het Chr. Vakverbond in Zwitserland en namens de Prot. Evangelische Internationale. Spr.' bracht o.a. hulde aan den heer H. A m o- link voor de wijze, woaron hij 20 jaar„Dc Gids" geredigeerd heeft. Spr. wees op de werkloosheidsbestrijding in Zwitserland en accentueerde, dat het bij do Chr. vakbewe ging niet om materieele, doch ideëel e din gen gaat. Veelomvattend is de arbeid van het C.N.V., naar spr. nader uiteenzette, en voor andere landen mag dit ten voorbeeld gesteld worden. Moge de geest van Christus al meer door het geloof wonen in uwe harten! (Instem ming). Namens de Calv. Studentenbeweging voer de de heer H. Bouma van Den Haag. het woord. Namens den Ned. Lulh. Bond voor Chr. Soc. Actie, sprak de heer J. II Niemul- 1 e r, van Haarlem, waarna de heer C. v. Harmeien van Den Haag, namens de Middenstandsbedrijfsvereeniging de rij der sprekers sloot. MIDDAGVERGADERING In de middagvergadering verwelkomde de voorzitter de heeren Ds C. v d Zaal, voorz. van „Nieuwe Wegen", A. Borst Pz. van Rotterdam, voorzitter van t Chr. Werk geversverbond en Verburg, van Zegveld, namens den Chr. Boeren- en Tuindersbond. Een bloemstuk kwam in van personeel en gasten van 't vacantieoord en een telegram van den heer G. Baas K.zn, die de A.R. Tweede Karperfractie vertegenwoordigen zou maar verhinderd werd. Hierna kwam in bespreking het verslag van het secretariaat over 1937 en 193S, he nevens het beleid van het bestuur en van de redactie van „De Gids'" Aan de discussie namen deel-de heeren Harthoorn (Kantoor- en Handelsbedien den), Schaafsma (Bouwarbeiders). Van Ingen Schenau (Grafische arbeiders), S ip e k (Belastingambtenaren)R ij p s t r a (Arbeiders in de Kledingindustrie), De M o s (Houbtewerkers, Meubelmakers en Be hangers), El sin ga (Arbeider? In de be drijven van voedings- cn genotmiddelen), Goone (Grafische arbeiders)S tr au b (Ambtenaren), Van Hoven (Technici), Goote (Ambtenaren). Grashoff (Alg. Bestuur), Marijs (Grafische arbeiders), Meines (Spoor- en Tramwegpersoneel). Van meerdere zijden werd hulde gebracht aan het bestuur voor al den arbeid, die het heeft verricht Ter sprake werd gebracht de zaak van de werkloosheid, speciaal die der jeugd. Ook werd gewezen op de noodzake lijkheid te pretendeeren, dat het C.N.V. d e Chr. vakbeweging is. Hoe is de stand van zaken met betrekking tot dc paritetisch samengestelde zickenfondsbesturen? Welke regelen gelden bij de uitzending van vrou wen van werkloozen naar het vacantie oord? De belangstelling voor de studieclubs moet worden gestimuleerd. Moeten de sala rissen der vrijgestelden zich niet meer aan sluiten bij de loonen in de rrsp. bedrijven? Kunnen de kampen voor jeugdige werk loozen, nu zij dezen zomer ongebruikt blij ven, niet voor de ouderen werden benut? Het C.N.V. trede in nader contact met tal van organisaties, die nog buiten het C.N.V. Bij de propaganda voor het Chr. Sociaal Dagblad schade men niet de belangstelling van andere Chr. dagbladen. De propaganda voor dit blad richte zich met name naar de woningblokken in de groote steden. In de propaganda-actie ir. dc Nov.-maan- den volge men de oude methode van het uitzenden van twee sprekers en make van propaganda-vergaderingen geen feestverga- deringon. De uitvoering van „De Gids" zou gemo derniseerd kunnen worden. Meerdere sprekers brachten oqk de positie der besturenbonden ter sprake. De gemaakte opmerkingen werden béant woord door de secretarissen, de heeren TI. Amelink. J. Schipperen F. P. Fiivi:- schot; door don penningmeester, den heer W. de J 'o n g en den Voorzitter, waar- te bieden om verscheidenheid in de tochten te brengen. In de stimuleering van het buiten- landsche vreemdelingenverkeer is de invloed van de Nederlandsche Spoorwe gen uiteraard beperkt Er bestaat reeds een reductie van 25 pet op den prijs van achtdaagsche abonnementskaarten hij een verblijf van ten minste zes da gen in ons land. Misschien is daarnaasl invoering van een vierdaagsch abonne ment gewenscht Bij de tegenwoordige internationale span ningen zijn de vooruitzichten voor het inter nationale verkeer niet gunstig. Maar men moet durven werken op langen termijn. Verdient het daarom geen aanbeveling, dat onder patronage van de A.N.V.V. een aan tal commissies wordt ingesteld voor de ont wikkeling van de relaties met één bepaald land? In de eerste plaats komen daarvoor dan in aanmerking de landen met vrij va- lutaverkeer. Dit zijn tegelijkertijd de lan den, die de grootste geestelijke affiniteit met Nederland vertoonen: de Skandinavi- sche landen, Zwitserland, België en Frank rijk, maar vooral Groot-Brittannië en de Vereenigde Staten. Baron Krayenhoff eere-voorzittei De heer Th. H. de Meester te Bussum, hoofdbestuurslid, richtte zich na een uit voerige discussie tot den scheidenden voor zitter. Spr. zeide, dat baron van Krayenhoff nu wel zitting bleef houden in het dage lij ksch bestuur, maar dat dit toch niet vol doende,de waardeering voor hem uitsprak. De Donau-monarchie ver liest een troonopvolger Europa boet den vrede in Het Nationaal Jongeren Verbond hield gisteren in Den Haag ter ge legenheid van den verjaardag van Z.K.H. Prins Bernhard een inzame ling langs de huizen ten behoeve van de ontspanning onzer militairen langs de grenzen. Leger-vrachtwagens ver voerden de gul afgestane artikelen. Vóór vijf-en-twintig jaar Serajewo, Bosnië's hoofd6tau, blakert in de felle junizon. In de smalle straten Tu'ioelt het van feestgangers. Hier loopen stram en statig de militairen van het Keizerlijke, Oos- tenrijksche leger, daar wemelt het van Bos nische boeren cn boer.nnen in hun vroolijke, schrille, bontkleurige statiekleedij. Het is 28 Juni 1914 een bela-grijk i voor Serajewo. De Oostenrijksdb-gezinden verheugen zich op de komst van hun toe- komstigen keizer. Voor de vrienden van het kleine Servic is deze dag vol weemoedige herinnering: zij gedenken den slag op het Merelveld, waar, méér dan 5 eeuwen gele den, de Serven door de Turken vernietigd zijn. En juist op dezen dag komt Aartsher tog Ferdinand, als vertegenwoordiger der Oostenrijksche monarchie. Kroonprins Frans Ferdinand heeft enkele legercorpsen in Bosnië geïnspecteerd. Hij is eenige dagen vóór zijn gemalin uit Weenen vertrokken, maar zij reist hem na en sa men zullen ze in Serajewo hun „blijde in- comste" houden. De Aartshertog ie een man van vijftig jaar. Neef van den grijzen Frans Jozef, zal hij eenmaal wie weet, hoe spoedig diens opvolger zijn. Zijn stugge, stroeve uiterlijk verraadt den markanten militair. De galanterie en wuft heid der Oostenrijksche aartshertogen en hun hofkliek staan hem tegen; hij weet in de keizerlijke familie geen „persona grata" te zijn. Het deert hem weinig. 'Hem vervul len andere, gewichtiger zaken dan amou- retjes en schandaaltjes. Zijn massieve kop bergt toekomstplannen, gewichtig voor de Donau-landen, van ingrijpende beteekenis voor de Balkan-staten, van groot belang voor geheel Europa. De troonopvolger ziet klaar en duidelijk de innerlijke voosheid van de Oostenrijk- Hongaarsche monachie; hij hoopt eens in staat te zijn werkelijke eenheid te scheppen, waar er nu slechts een schijn van is. Ge- ruggesteund door het jonge sterke Duitsch- land van Wilhelm II, zal het mogelijk zijn- op den Balkan vasten voet te verkrijgen, den Russischen invloed tegen te gaan en in den rumoerigen Zuid-Oost-hoek van Europa orde op zaken te stellen, Oosten rijksche orde, wel" te verstaan! Een belangrijke stap in die richting is al gedaan: Bosnië en Herzegowina zijn gean nexeerd. Dat is slechts een begin. De Sla- j vische volkenmengeling van den Balkan zal pas tot rust komen onder den Habsburg schen schepter. De Slaven zullen naast Hon garen en Duitschers een eervolle plaats in de Donau-monarchie innemen. Hij, aarts hertog Ferdinand, wil de beschermer der j Slavonen zijn. De kroonprins wordt als een „sterke man" beschouwd. Hij heeft bewezen niet voor hin dernissen uit den weg te gaan. Toen hij trouwde, voerde hij als bruid naai- het altaar de vrouw, die hij liefhad. Hij had zich een eenvoudige gravin geko zen en hoe ook de dynastièke belangen er zich tegen verzetten, Frans Ferdinand wilde Sophie van Chotek en dreef zijn wil door. De oude keizer weigerde zijn toestemming te geven; alles wat keizerlijk, koninklijk en doorluchtig was, poogde het huwelijk te beletten. Doch de koppige aartshertog wist te winnen. Het morganatisch huwelijk werd voltrokken. Maar bitter moet het den trot- schen bruidegom gevallen zijn, nog vóór het huwelijk de kinderen, die geboren zouden worden, uit te sluiten van de rechten op troon en schepter Sophie van Chotek, later door keizerlijke gunst hertogin van I-Iohenberg, is wellicht dc eenige mensch, die den somberen kroon prins begrijpt. Hun huwelijk is gelukkig; hun kinderen groeien op in een harmonisch milieu. Stellig heeft Frans Ferdinand de mogelijkheid overwogen de hem afgedwon- gen verklaring in de toekomst te herroepen 1 en tóch zijn gemalin keizerin te maken, zijn oudsten zoon uitzicht op den troon te schen- j ken. Nog niet nog moet hij het aanzien, hoe de echtgenoot e van den toekomstigen j keizer moet achterstaan bij alle aartsher- toginnen, maar als straks de oude Frans I Jozef het moede hoofd voor altijd zal neer- J leggen, dan j Nu gaan ze samen een officieel bezoek I afleggen. Het is zijn wil, dat Sophie hem vergezelt. Voor de eerste maal binnen het gebied des rijks zal de hulde hen beiden gelden de jubel der bevolking zal zijn I voor hem. maar ook voor haarWreede werkelijkheid: wat Serajewo zal brengen, zal hem treffen, maar ook haar. Het eerste bezoek als kroonprinselijk paar zal ook het laatste zijn. De begrafenis vari het vermoorde Oostenrijksche vorstenpaar. Keizer Franz Jozef van Oostenrijk Frans Ferdinand is gewaarschuwd; hij heeft tal van dreigbrieven ontvangen. Het is gevaarlijk naar Serajewp te gaan. De Sla ven zullen zijn komen, juist op dézen dag, gevoelen als een hun opzettelijk aangedane vernedering. De aartsbisschop mist ten eenemriale het vermogen om dergelijke sentimenten te pei len. Hij denkt er niet aan zijn plannen te wijzigen. Waarschuwingen, dreigbrieven ach wat, hij ontvangt ze immers haast da gelijks. Gevaar? voor vorsten dreigt over al gevaar. Waarom zal het in Serajewo niet zijn? Waarom zal hij zich nu laten bang maken? Auto's rijden door de buitenwijken. Toe juichingen klinken op. Naar mate de vor stelijke personen de binnenstad naderen, worden de rijen nieuwsgierigen dichter en wordt de jubel krachtiger. Stram-militair salueert de aartshertig tot wedergroet; vriendelijk nijgend en glim lachend dankt de hertogin voor de hartelijke ontvangst. Immers, de juichkreten gelden ook haar; is zij niet misschien de toe komstige landsvrouwe? Dan een oogenblik van ontzetting! Er wordt iets naar de auto van het vorstelijk paar geslingerd, raakt er den achterkant van en wanneer enkele seconden later de volgende auto passeert, komt een hevige ont ploffing! De verwarring is onbeschrijfelijk. De auto's staan onmiddellijk stil; agenten en militairen schieten toe; uit 't publiek klin ken schrille angstkreten. De aartshertog blijft zich zelf volkomen meester; hij informeert naar de gevolgen van den bomaanslag. Zijn adjudant blijkt zwaar gewond en zal onverwijld naar het gamizoens-hospitaal worden vervoerd. „Doorrijden!" beveelt de aartshertog. Eenige oogenblikken later betreden Frans Ferdinand en Sophie het stadhuis, waar de burgemeester him een welkomstwoord zal toespreken. Voor de plechtigheid een aan vang neemt, wordt den aartshertog bericht, dat de dader van den aanslag is gegrepen: een jeugdige Serviër, typograaf van beroep. De waardige burgemeester treedt naar voren. Maar nog voor hij een woord van zijn schoone rede heeft kunnen uiten, klinkt de stem van Frans Ferdinand, tril lend van toorn en verontwaardiging, door de zaal: „Mijnheer de Burgemeester, ik kom om Serajewo te bezoeken en men werpt hier met bommen! Dat is afschuwelijk!" Een drukkend zwijgen volgt. De burge meester ziet verlegen om zich heen. Wat moet hij antwoorden? Zullen zijn woorden van hulde en hartelijk welkom namens de bevolking van Serajewo niet klinken als een Opnieuw spreekt de aartshertog, zijn stem is iets rustiger, door groote wilskracht be dwongen: „U kunt thans uw toespraak hou den, mijnheer de Burgemeester!" Als de hooge bezoekers het raadhuis ver laten, barst een hartstochtelijk gejubel los. Een woelige menschenmassa dringt onweer staanbaar naar voren. Frans ziet het een moment aan; onbewegelijk. Sophie von Hohcnberg vindt geen krachten meer om rustig voor de hulde te danken; geen glim lach plooit haar mond; haar bleeke lippen trillen. Weer stijgen de vorstelijke personen in de auto. De voorgenomen rit door de stad wordt bekort De kroonprins wil naar het hospi taal, zijn adjudant bezoeken en dan naar het regeeringsgebouw, den Konak. In de nauwe straatjes heerscht een chao tisch gedrang. Van een behoorlijke afzetting is geen sprake. Op den hoek der Frans- Jozefstrasse en den Rudolf-Garten rijden de auto's vlak langs het trottoir. En daar door alle juichkreten heen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9