STORK Minister Geseling verdedigt zich WOENSDAG 28 JUNI 1939 DERDE BLAD PAG. 9 Het rapport-Oss in de Tweede Kamer Goede trouw en positief wantrouwen Rechtsgang niet geschonden Onrust bij het volk, rust in Oss Vergadering van 27 Juni 1939 Overzicht De minister van .Justitie heeft zich thans kunnen verantwoorden tegenover de con clusies uit het rapport der Tweede Kamer commissie inzake Oss. Het oogenblik, waar naar hij zoo lang heeft verlangd, was ein delijk aangebroken. Ook buiten de Kamer bleken velen naar dit oogenblik te verlangen. Het Binnenhol bergde veel belangstellenden en reeds om streeks 11 uur was zich een queue gaan vormen voor den ingang tot de publieke tribune. De veldwachters hielden echter aanvankelijk de wachtkamer leeg en toen ze deze later hadden laten bezetten, werd voorloopig de deur netjes dicht gehouden. Buiten bleef nog een heele rij gegadigden staan. Veel kans om binnen te komen heb ben ze echter in den miudag niet gcmaa.u. Wie binnen was, bleef binnen, totdat om 4 uur de voorzitter, na de drie-unge rede van den minister, de vergadering voor een half uur schorste, bij wijze van theepauze en recreatie na het ingespannen luisteren. Minister Colijn stapte reeds om half een het Kamergebouw binnen en heeft den ge- heelcn middag mee achter de ministers tafel gezeten. Toen even over eenen de vergadering ge opend was, stroomden onmiddellijk de tri bunes vol en ook de loges herbergden tal van luisteraars. In rustige sfeer heert de minister kunnen uitspreken. Hij bleek zich duchtig te hebben voorbereid en heeft bij herhaling met wel sprekendheid zijn betoog ten beste gegeven. Op het laatst scheen zelfs een oogenblik eenige bewogenheid zich van hem meester te maken. We kunnen daar inkomen. Nieuw licht kon de minister moeilijk meer brengen, maar hij heeft zich wel be ijverd zijn licht zoo gunstig mogelijk op de zaak-Oss te doen vallen. Daarbij bleek, dat hij van de juistheid van eigen stand punt en handelen sterk overtuigd was. Zijn geweten oordeelde hem niet en rnet gerust heid wacht hij daarom de toekomst af, die hem zoo zeide hij nu of later in het gelijk zal stellen. Van een neiging toi abdi- ceeren was geen zweem te bemerken; zelfs vleide hij zich met de mogelijkheid, dat gunstiger conclusie, dan de Kamercommis sie had voorgesteld, na zijn pleidooi de in stemming der Kamer zou kunnen verwer ven. We willen ons eindoordeel over den mid dag van gisteren vandaag gaat de dis cussie voort nog opschorten. De minister heeft ongetwijfeld enkele goede momenten gehad;- toch viel in zijn rede ook meer dan één zwak punt op te merken. En waar men al geneigd zou zijn aan zijn verdediging waarde toe te kennen, daar betreurde men het temeer, dat hij zoo weinig bereid is ge bleken. om aan de commissie vut de Kamer de gelegenheid te geven met volledige' kennis van zaken over allerlei, dat thans nog van de zijde der Kamer gezien dubia laat, te oordeelen. De zaak zou er mee gediend zijn geweest De minister wenschte zijn verdediging slechts te voeren tegenover degenen, die be reid waren de eerlijkheid van zijn overtui ging te aanvaarden. Hij zou zwijgen over het leed, de verdachtmakingen en de be dreigingen hem persoonlijk en ook zijn ge zin ln de laatste maanden ten deel gevallen. Dat deze uitingen van verwildering slechts afkomstig kunnen zijn vooral uit het milieu, dat de heeren Rost van Tonnin gen en Wijnkoop als zijn helden eert, ligt .voor de hand. De angel van de gegriefdheid bij den minister en hen, die hem gesteund heb ben in deze zaak, school hierin, dat men de beschuldiging uitte, als zou tegen de Ossche pastoors ander recht zijn toegepast d'an voor elk ander Nederlandsch burger geldt. In de critiek alsof het ,.een Roomsch zaakje" zou gelden, heb ik. aldus de minis ter, nooit een aanval gezien op de Katho lieke zaak en de Katholieke kerk. Inderdaad heeft de minister dat in do Eerste Kamer gezegd. Helaas kunnen velen van degenen, die hem steunden, hem dat niet nazeggen. De'ze hebben zich niet alleen beijverd relief te geven aan zeker anti papisme, dat ze b.v. bij menschen als de heeren Rost van Tonningen, Wijnkoop en Kersten veronderstelden, maar ze zijn ook aan het generaliseeren geslagen op een wijze, die grievend' moest zijn voor allen, bij wie slechts zakelijke motieven de beweeg reden tot critiek vormden. Ook dat was krenkend. De minister hechtte er groote waarde aan, dat de commissie in haar rapport, dat hij voor zich allerminst vernietigend acht, zijn goede trouw aanvaardt. Toch zou hij wel willen, dat zij, die wan trouwen in zijn bedoelingen en onkreuk- baarheid zouden willen uitspreken, daar voor open en eerlijke gelegenheid zouden krijgen. Tot de zaak zelf komende, stelde Mr Go- seling de vraag in hoever de Kamer zich met strafzaken kan inlaten. Zij kan slechts controleeren, meende hij, en een vraag of er geen aanleiding was ge weest een vervolging in te stellen, achtte hij eigenlijk al op het kantje. M.a.w.: de. Kamer kan haar aandacht slechts geven aan den rechtsgang. Dien acht de minister door zijn maatrege- j len niet geschonden; deze strekten er juist toe om te voorkomen, dat geconstateerde I tekortkomingen zich zouden herhalen. Dat ten behoeve van wie ook zou zijn ln- feogrepen, verklaarde de minister tot een fabel. Had ik iemand willen beschermen, aldus Zijne Exc., dan had ik niets moeten doen en mij niet allerlei last op den hals moeten halen. Bij dit formeele betoog sloot ich een an der van denzelfden aard aan, n.l. over het overleggen van rapporten en verbalen ln gesloten strafzaken en het hooren van ambtenaren. Hier vonden we den minister niet sterk. Hij overdreef niet alleen de gevolgen van de faciliteit waarom de commissie gevraagd had, maar zijn beroep op een geval uit 1907 betreffende een beruchte zaak, werd volko men in de schaduw gesteld door het gevai- Riesz uit 1936, waarop later de heer Schouten zich beriep. Deze achtte het dogma \an den minister te star in gevallen, dat het er om gaat de waarheid omtrent bepaalde feiten in het licht te stellen. In 1936 heeft daarom minister v. Schaik geciteerd uit rapporten, verbalen zelfs uit een doodgewoon naclitrapportje van de politie, zouden we er aan willen toevoegen ten einde justitie, politie en zich zelf te rechtvaardigen. Ook de minister heeft het in zijn Januari-nota gedaan. Het beroep op het gevaar van het stellen van een precedent, kon xlan ook weinig overtuigend lieeten. De commissie bedoelde geen sensatie, geen schandaal, geen openbaarheid, maar wenschte door het kennisnemen van be paalde stukken en verklaringen het mate riaal te verkrijgen om haar oordeel met voldoende kennis van zaken nauwkeurig te kunnen bepalen. Dat de zaak-Spoorhout anders lag dan het geval-Oss, is ook slechts naar den vorm waar; naar het wezen van het punt in ge ding niet. Met temperament en sentiment heeft de minister vervolgens zijn standpunt in de verschillende Ossche zaken, met name in file van v. d. H. en de geestelijken uiteen- Hij zag de tekortkomingen van de marb- chausseés als een complex van ernstigen aard, te ernstiger omdat ze geschiedden in opvolging en ln onderlingen samenhang. Begrepen we den minister goed, dan scheen hij op dit punt der commissie het lichte verwijt te maken, dat zij den samen hang der feiten te weinig in het oog heeft 1 Voorop stelde de minister het ongepaste wantrouwen van de brigade tegenover het hoogste burgerlijk gezag. Zij stelde telkens weer haar nasporingen in op grond van on voldoende aanwijzingen en verjaard mate riaal; niet strafbare handelingen waren soms aanleiding tot arrestaties. Met klem weersprak de minister het in grijpen van den procureur-generaal ten be hoeve van bepaalde vervolgden bij den president van de Bossche Rechtbank. Heeft de P. G. dan niets gedaan? Ja, maar dat was, zeide de minister, slechts „een seintje in een zaak, waarin mogelijk onrecht kon geschieden". Afdoen de lijkt ons Q'eze redeneering niet. Ten aanzien van de geestelijken verweet de minister den heeren Wijnkoop, Kersten en Rost van Tonningen hun sensatiezucht en laatstgenoemde in het bijzonder, dat hij het materiaal, waarover hij beweert te be schikken, niet bïengt waar het behoort. Geestelijken moeten, naar 's ministers opvatting, behandeld worden als ieder an der mensch. Te hunnen laste is ecljter niet van strafbare handelingen gebleken; slechts verjaarde, niet vervolgde klachten zijn op gerakeld. Dat kon tot niets leiden en de wachtmeesters hebben dat ten slotte ook ingezien en zonder opdracht het onderzoek gesloten, echter nadat, zonder aanwijzing van strafbare feiten, alle misdienaars van den eenen pastoor gehoord waren en tal van andere verkeerde handelingen zijn ver richt. Dit optreden bracht onrust en opschud ding in Oss en was niet te dulden. We laten enkele bijzonderheden, waarop de minister zich in dit verband beriep, rus ten, om den aard van deze zaak en omdat het ons bekend is, dat ze van andere zijde worden tegengesproken. Overigens zou de vraag zijn te stellen of de minister niet wat al te veel trok naar de zijde der verdachten. Tamelijk critisch sprak de minister over de houding van den P. G. ten opzichte van het contact met het corpscommando en de brigade. Hier valt inderdaad niets goed te praten. Toch was de minister niet bereid het hoofd van den P. G. d'er Kamer op een schotel aan te bieden. Dat was het antwoord Van Swol (Nederland) in actie tijdens zijn partij tegen Lysaght (Engeland) by de internationale tenniswedstrijden te Wim bledon. aan degenen, die op ontslag of overplaat sing van den heer Speyart van Woerden hadden aangedrongen Het onderhoud van 7*4 uur met wacht meester de Gier dat echter niet staande plaats had had ook niet de instemming van den minister; er had een behoorlijke onderbreking moeten zijn. Resumeerende concludeerde de minister, dat in Oss belangrijk werk op gevaarlijke wijze verricht werd Hij heeft door zijn beslissing van 1 April 1938 daaraan een eind willen maken en de brigade tot bezinning bedoelen te roepen. Straf was dat niet en 's ministers vertrou wen in het corps is ook niet geschokt. Om dat niet zonder meer overplaatsing moge lijk was, wekte de maatregel opzien en sen satie. mede ten gevolge van het optreden van verkeerde vrienden van de maréchaus- Dat hij zich ten opzichte van den weer slag van den maatregel op ons volk volko men vergist heeft, moest de minister erken nen en hij betreurde de daardoor ontstane tegenstellingen en verwijderingen, die we thans meer dan ooit moeten vermijden. In Oss daarentegen is de rust terug gekeerd. De verhouding tusschen politie en maré chaussee is na de gevallen beslissing goed geweest; toch moet het contact tusschen het parket en de brigade nog meer verbeterd. Mijn niet te ontnemen steun, zoo besloot de minister, is, dat mijn geweten onder alles rustig is gebleven en ik ben vast over tuigd, dat vroeg of laat de erkenning zal komen, dat ik juist gehandeld heb. Het was goed, dat een korte pauze volgde, eer de heer Schouten als voorzitter der commissie het woord kreeg. Grondig rekende hij af met den heer Rost van Tonningen, die met zijn blad met de Ossche zaak een sensationeel spel heeft be dreven en zijn dossiers kwam aanbieden, nadat het rapport der commissie reeds vast gesteld en in het bezit van de Kamerleden gekomen was. Overigens was dit materiaal, dat In dien het bestaat, op onregelmatige wijze moet zijn verkregen toch van de hand gewezen. Dat de N.S.B. in zedenzaken, zonder dal het recht daartoe noopt, publiek schandaal organiseert, wijst voorts niet op grooten eerbied voor de reinheid der zeden. De heer Schouten wilde thans niet Ingaan op de nationaal-socialistische leer, haar me thoden en practijken met betrekking tot. de zedelijkheid. Die zijn b.v. in een bekend land onder nat.-soc. bewind eenvoudig gru welijk en goddeloos. De hoogste zedenwet wordt daar met voeten getreden en de heer Rost van Tonningen is dan ook allerminst de aangewezen man om als hoeder van de moraal en de goede zeden te poseeren, dra ger als hij is van beginselen, die elders tot ontuchtigheden hebben geleid, waarover zullen zwijgen. Het tweede punt dat door den heer Schou ten nog werd behandeld: opvragen van stukken en oproepen van personen, bespra-i ken we reeds en laten 't dus verder rusten. Slechts nog dit eene. Met de stukken werd aangetoond, dat de heer v. Maarseveen, 's ministers eenige ver dediger in de Kamer, Prof. v. Oven onjuist had geciteerd, om te bewijzen, dat deze het overleggen van stukken omtrent niet-ver- volgde zaken absoluut afwijst Het is ders. Prof. v. Oven heeft juist betoogd, dat het niet-overlcggen niet mag gaan ten kosfe van het rechtzetten van feiten. De waar heid dus bovenal. Vandaag hooren we den heer Schouten verder. Spr. bestrüdt de rede van den heer Van der Goes van Naters op dit t>unt. De President vaji de Bosscho Rechtbank heeft thans spontaan Beschreven. De Minister leest den brief voor. -ak Is in e zaak h leintje In ojreliik on- isr in raad- P.-G. geen leden. BU d* mededeelins WÊtÊ^ >orts schrtift de President, d' nti zien niet laat beïnvloeden door dergelüki mededeelinsen De commissie vergist zich. ali voor de sluiting van het gerechtelijk onder zoek. Spr. heeft nagegaan, hoe de zaak stond n.e den notaris B. Deze zaak ls berecht ln 193- voor de ln functie-treding van den tegenwoor digeh P.-G. Er is dezen notaris en i Hike zorgvuldighei Afschuwelijke sensatie In de reien tak van de geestelijken ij de meest afschuwelijke sensatie gewekt. Er ls de voorstelling gewekt, dat stelselmatig door de pastoors gruwelijke handelingen zijn ver. richt. Waarom geeft de heer Rost van Tonnin gen deze zaken niet aan krachtens art lol SV? Men slingert het thans in het gezicht van per sonen. die zich niet kunnen verdedigen, roept spr. uit. Zoo springt men om met Iemands oïr Bevoorrechting heeft spr. nooit geduld. Men poogt thans rechtsongelijkheid te scheppen aan den anderen kant. Ook die zal spr. nooit Spr. heeft nooit met de kerkelijke overheid eonlg contact in dexc zaak gelind. Voor wen- schei, von die slide zon apr. nooit toegankelijk lijn. Het Ik duldel«k, d; lijke Den Haag bloot get Verslag Vervolg In dit geval had men geen uitzondering mo gen maken, aldus minister Goseling. daar een precedent beteekent afschaffing van den reg«i. Het bezwaar, dat spr. uit de dossiers heeft ge citeerd. heeft spr. in zijn schrijven aan de com missie voorzien. De publieke opinie beoordeelt n.l. deze stukken geheel verkeerd: indien men tot publicatie overgaat, zit men volop In het volksgericht. Geen verantwoordelijk bewinds man zou dit doen. Ruimere opvattingen van zijn plicht waren den Minister wellicht voor- deeliger geweest. Doch het gaat niet om den persoon, doch om het stelsel. i de i wie I persoonlijke ter zelf had desnoods geven. Zelfs in geval op het hooren nog v danr had de Minister hier zlin standpunt niet 01 eglngen bepalen De Minis inlichtingen kuni held van het Rijk en het belang van den Staat Spr. ontkent voorts de overeenstemming met dersaukeSP°°rt,OUt' waar de zaken geheel an- Had spr. moeten dupltceeren ln een berechte zaak? Men is van tijd tot ttid ln deze zaak wel eens de verhoudingen kwUt geraakt. Spr. zal voerennleuwe felten of omstandigheden aan- Bü de analyse van elke zaak afzonderlHk de marechaussee niet Juist gehandeld hei Publiciteit verboden 'Ijzen er nadrukkeltik in Oss waurach Unl |/k °n I e licht te staan, als men denkt aan de felle be- mee8Itdef1Cgen aa" het adrea vajl den bur«- Spr. kan de afzonderlijke zaken niet stuk >or Stuk behandelen. Spr. zal slechts wllzen tn bedizen, dat de tekort marechaussee beschikte bü de arrestatie v i huiszoeking bij Van den H. Spr somt aterlaal op. dat naar 's Ministers' meen! 'ak Inverzekeringstelling had pla; grond van een verjaarde zaak. Het materli t de marechaussee h|j de voorgeleiding ov. ?de was zeer onvolledig Ook van malven ■s bil het M aterschap was niets gebleken Welk materiaal was er bli de sluiting van i derzoek? bDecreehthank heef, h,irr,.r, ing" van den P.-G. is niets andtrs ge wee afvervolglng op d« ruchtbaarheid >ek Het verhoor n Den Haag ont Men had kunn tcht pm het i ider aanwözin raat de mare. mderzoeken was ',6'dat de' gemeentep goed zijn afgekom De minst scherpe maatregel de brigade betreft, spr. geeft toe, dat dit t nschen heeft overgelaten. Spr. betreurt dl Op 1 April 1938 ging het er om. welke maal ■eid het hoofd trekkingen Een plaatselijke mooht zich Diet in onjuist, dat de P.-G. tegen de Kon. Marechaus uting van ontkent dat de doch De* Gier8 wi •n geheel corps! wachtmeester tijdens ♦staan heeft. Verhoor nderdaad beter ge- besliaelng moest worden^ gen om i met den lat het be vallen. Da __„J wobrdelilkheid ter hand genomen en de •spreking met de officieren over de over plaatsing op 2 April 1938 heeft plaats gehad het kabinet van den minister. Men heeft S,ee" P,r0t*8tfn geulL °P April zocht de Inspecteur de maatregelen ongo- n te maken. Eerst later heeft h(j zich op scherper standpunt geplaatst Het uiterste middel ls er van overtuigd, dat de oommlHl* op zijn zijde had gestaan, als zij de ontwik- de laatste jaren van nabtJ had meegeleeefd. Onder 's ministers verantwoorde lijkheid werd op gevaarlijke wUze gewerkt. heeft niet de bevoegdheid recht- feerend op te treden op politioneel led. Hei middel ier brigade heeft spr. oo; land. Spr. betreurt, dai d Op dit punt heeft s.pr. eikt Spr ontkent de bo- iheeie corps te treffen. Da erlljke bedoelingen Gistermiddag vond op de begraaf plaats te Voorburg, door het Hoofd bestuur van den Chr. Bond van Fa- brieks- en Transportarbeiders de overdracht plaats van den steen op 't graf van den heer v. d. Steen, in leven 2de voorzitter van dien Bond. Tijdens de overdracht aan de fa milie. welke plechtigheid werd bijge woond door het Hoofdbestuur en een afgevaardigde van elke plaatselijke afdeeling. De heer Schouten aan het woord itilzwijgen heeft reischte aandacht geschonken. De hee i Tonningen heeft thans ontkend, da juist Ls, de medeoeellngen Kamer Ls op de k' halve de heer Rost 1939 heeft de com afgevaardigden onl ggekomen. be- van Tonningen. Op 8 Maart reffende de ge e vragen. HIJ ;e misdrijven daarbij. enkele irzocht ook publl- spreker den brief ;t Nationale Dagblad, id van enkele deelen oen medegedeeld, dat ln „Het Nationale Dagblad". De commissie ontving voorts een brief den heer Rost van Tonningen van 8 Juni. v ke eveneens dien dag ln bet Nationale D blad werd gepubliceerd. HIJ bood daarin rbaal 137. 128 8 Juni den brief ledig' was. missie echter had bli ngst - heeft zich dus niet achter soholen. Waarom heeft de beteekent nog i xljt irlijki Rost van Ton- et aanbod? Dit dat de commissie op ztjn :ijn Ingegaan. Zij had stukken, die tjze In zün handen zijn ge- publiek schandaal te maken, waar dit 1 worden vermeden. WIJ moeten ons van i gaat voorts ln op de opmerkingen ter Inzage merkelijk Prof. Van Ov< •effende het Is een aan landpunt va Van Maarse ïlnlster va citeerde de heer Van Maar genovergesteld i In het algeme •gelijke tukkei nleggini legging of derd of ge> Bil de behande+ftig va uit geseponeerde stukki Naar «pr.'s meening xaak-Oss redelijk. De moest door den mlnistei minister had zeker ten kunnen voldoen. Het i een algemeene zlenawl. de z&ak-Rieez ls ooi as dit verzoek ln d< erspreldlng van licht worden bevorderd. De leele ean het verzoek rzook rustte niet op e, dooh op de nood- len minister op dit pune rtuigd. Lt, minister zegt: teLsel. Hiertegen heeft de In elk tbaat la. Spr. wel degelijk gel noodzakelijk houwt de saak-f -ecedent. Het hooren van personen door een commii- e is zeer dikwijls geschied. Hooren van en- ale ambtenaren had slechte de zaak kunnen dienen. Tegen de richtlijnen, door de regee ring getrokken, heeft de Het had eohter ln dit speciale gevaL van wtJa beleid getuigd. als de ln de gelegenheid werd gesteld weg inlichtingen te verkrijgen, van overtuigd, dat de minister zijn De „Oranje" voor het eerst naar zee De eerste dag van den technischen proef tocht van het nieuwe mailschip der stoom vaart maatschappij „Nederland", de „Oran je", werd begunstigd door prachtig weer. De stemming onder oe genoodigden, die met veel belangstelling de onderscheidene tech nische proeven, welke met de „Oranjewer den genomen, volgden, was zeer goed. Deze technische proeven betreffen in de eenste plaats de ankerprocven, waarbij de beide ankers om beurten worden gevierd en aan gelijktijdig worden ingehaald. Daarop volgden de stuurproeven, het achtereenvol gens volle kracht vooruit en volle kracht achtervjit slaan en vervolgens de stuurproe ven in éen cirkel, gevolgd door de handstuur proeven. Na deze proeven volgden die met de mo toren, die tijdens deze eerste reis van het schip op zee oneer voortdurende strence controle van de vertegenwoordigers der scheepvaartinspectie en dor klassificatie-bu- reaux staan. De belangrijkste proef betreft het meten van de hoeveelheid lucht, welke verbruikt wordt voor het aanzetten van de motoren Hiervoor wordt direct n» elkaar twaalf maal vooruit en twaalf maal achter uit gevaren zonder dat de luchtdruk, welke voor het aanzetten eer motoren noodig is en welke 25 Kg per rM2. moet bedragen, door het produceeren van nieuwe lucht ver sterkt wordt Dinsdagavond te zes uur bevond de „Oranje" welke in noordelijke richting vaart, zich op 53 graden 33 minuten noor derbreedte AANBESTEDING VAN HET NIEUWE GEBOUW VOOR DE B.I.M. 's GRAVENHAGE, 28 Juni. De architect J. J. P. Oud te 's Gravenhage heeft aanbe steed het bouwen van een kantoorgebouw met aangebouwde cantine en oionstwoning, vrijstaande autogarage terreinwerkzaam heden «n bijbehoorende werken op een ter rein aan den Waseenaarscheweg, hoek Flo- ris Grijpstraat te 's Gravenhage voor de N.V. Bataafsche Import Maatschappij. Laagste inschrijfster was de N.V. Nieuwe Rotter- damsche Aanneming Maatschappij voor heen fa Krijger en Kok te Rotterdam voor f 684.291. 139. De boot zette koers naar Marseille. Nu zat Kwiebus niet opgesloten im een kleine kajuit. Hij had de volle vrijheid en genoot van de heerlijke zeelucht. Hij was er wat trots op, dat hij nu op een echte „boot met stoomvermogen" voer! Dat was nog wat anders dan de oude kof „De Vlie gende Hollander"! Kwiebus stak flink z'n handen uit de mouw. De hele dag hielp hij mee. Hij was een echte duizendpoot! Bij de maaltijden was hij koksmaatje en het verdere van de dag had hij „los" werk. Altijd was er wel een karweitje voor „Kwiebi" zoals de Fransen hem noemden. 1 140. Vanaf Marseille werd de reis voor Kwiebus minder mooi. Dagen lang, langs stoffige wegen te paard of in een benauwde reiskoets. Eindelijk eindelijk kwamen ze in Parijs aan. Kwiebus' hartje klopte sneller! Hij had gehoord, dat hij voor den Fran sen Koning Louis Philippe zou wor den geleid. Maar voor het zover was. moest de jonge Hollander een hele gedaanteverwisseling ondergaan. Allereerst: baden; en toen Kwiebus keek z'n ogen uit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9