THEE doet je ZATERDAG 17 JUNI 1939 Het zoeklicht van de Erfpachtscommissie Van invloed op de Raads verkiezing Gaafheid van politieke zeden stelt consequenties aan de sociaal- democratie (Van onzen Amslerdamschen redacteur) De onthullingen van de Amslerdamsche jerfpachtscommissie men kan haar rap port met volle recht als zoodanig aandui den werpen eon helder, doch treurig licht op toestanden cn verhoudingen rondom en in de sociaal-democratische Raadsfractie der hoofostad. welke in de laatste jaren wel .vagelijk werden verondersteld, doch waar omtrent nimmer zekerheid werd verkregen. De bekende uitdrukking „De helft werd mij niet aangezegd" is hier helaas! van toepassing in ongunstigen zin. In het felle, vaak onbarmhartige, doch naar het ons voorkomt rechtvaardige zoek licht der commissie staan thans oe figuren van de sociaal-democratische Raadsleden Gulden, de Mirande en M a 11 h ij s e n Dat laatstgenoemde er bij is, moet als een dramatische omstandigheid worden be schouwd, omdat in de Raadsvergadering van 11 Januari jl op voorstel van denzelfden heer Matthijsen al trad hij toen niet zoo zeer persoonlijk, doch als fractievoorzitter op besloten is een Raadscommissie van zes leden in te stellen, met opdracht om op korten termijn den Raad te rapporteeren „over de wijze, waarop de uitgifte van erf pachtgronden heeft plaats gehad en wat daarmede in den ruimsten zin genomen Verband houdt". In den ruimsten zin! Het is niet onmogelijk dat de in staat van beschuldiging gestelde heer Matthijsen deze woorden thans eenigszins anders aankijkt 'dan de voorsteller Matthijsen het op 11 Uanuari deed. Het zal, in verband hiermede, èn de so ciaal-democratische fractievoorzitter èn de fractie zelve, moeilijk vallen de conclusies der Commissie te wraken, een oogenblik aangenomen dat de intentie hiertoe aanwe zig zou zijn. Ook om andere redenen verdient het rap port vertrouwen: le met behoorlijke meer derheid van stemmen zijn de zes commissie leden benoemd; 2e de commissie komt met eenstemmige conclusies. De liberaal Boissevain. de partijlooze Crucq, de roomsch-katholiek Dingemans, de chr. historische Ter II a a r, de communist Seegers en de sociaal-democraat Wo denberg hebben zich een c o 11 e c. t i i oordeel gevormd De heer Crucq wil ten aanzien van weihouder de Miranda een stap verder gaan. Bij hem zijn gedachten op gekomen, „die de integriteit van den wet houder raken cn niet meer kunnen worden gerangschikt onder het hoofd: verkeerd be leid". Hij vermoedt dus „erger" dingen dan zijn mede-commissieleden, hoewel dit de gemeenschappelijke conclusies geen af breuk doet. Wij kunnen intusschen het per soonlijk oordeel van den heer Crucq in dit .opzicht momenteel laten rusten. Indien de Raad de conclusies der i missie aanneemt, beteekent dit o.i., naar be hoorlijke begrippen van moraal en fatsoen, een veroordeelend vonnis over de heeren Gulden, de Miranda en Matthijsen als politieke personen. De „ongeschikte" Ten aanzien van den heer Gulden is dit ■liet meest duidelijk. Hij heeft dit zelf reeds aanstonds begrepen. De twee andere heeren hebben op 11 Januari aan de discussie in de Raadszitting deelgenomen, de heer Gul den zweeg en verbleef tijdens het debat in de koffiekamer. Later heeft hij, hoewel zijn naam op de voorloopige candidatcnlijst voorkwam, de gelegenheid aangegrepen om met de noodige strijkages te „bedanken". Indien de heer Gulden dit niet gedaan had, zou zijn naam, naar onze stellige over tuiging, door de eigen politieke instanties zijn geschrapt. Dit had trqjiwens reeds veel eerder moeten zijn gebeurd. Het pleit niet voor de Amsterdamsche so ciaal-democratie, dat een man, die officieel in 1935 financieel „aan het plafond" zat, toch bleef gehandhaafd. Het is nu bovendien ge bleken, dat „de heer Gulden o.a. in zijn fi- nancieele nooden voorzag door op ruime schaal geld te leenen van bouwers en leve ranciers van bouwmaterialen", zulks niet tegenstaande hij „een welbekend architec tenbureau beheerde, waaruit hij groote in komsten trok". Deze door de commissie geconstateerde ïeiten brachten haar tot de vanzelf spre kende conclusie, dat de heer Gulden zijn vrij heid van handelen als Raadslid kwijt is er dus voor het Raadslidmaatschap „onge schikt". De heer Gulden is aan zichzelf, Raad en dus aan de burgerij verplicht geen voet meer in oe Raadszaal te zetten, tenzij hij natuurlijk zich mocht kunnen verant woorden, waarop o.i. geen kans is Niet het algemeen belang gediend Heeft de heer Gulden als Raadslid dus, Op zijn zachlst gesproken, niet het „alge meen belang", het belang der gemeente 'Amsterdam gediend, naar hoogere politieke opvatting moet hetzelfde uit het rapport der Commissie worden geconcludeerd ten aan zien van de beide andere heeren. .Welis waar komt de lezer van het rapport tot deze conclusie op geheel andere gronden dan ten aanzien van tien eerstgenoemde der d Van corruptie is bij de heeren d e ranna en M a 11 h ij s e n „niet gebleken". Laatstgenoemde term wordt ten opzichte van den sociaal-democratischcn wethouder ge bezigd, omdat dc heer De Miranda hiervj beschuldigd was. Hoewel de commissie zich voorzichtig, n pat of uit, zijn wij peneigd met haar tenvolle in te stemmen. Nimmer heeft de heer de Mirnnt.a op ons den indruk gemaakt, eigen voordcel te zoeken, hoewel dit vaak lerlei kring binnenskamers van he jweerd is Maar hij was, w ij hebben 't vaak geschreven, meer partijman in gunstige betoekenis dan magistraat. Het laatste is hij o i. in den vollen woords zelfs nimmer geweest, omdat bij te n politiek schade leed; van het laten voortwoekeren van den handel in erfpachtsgronden; van niet volledig inlichten van het college; en van het onthouden van de waarheid aan den Raad. Kortom, dezen zonder twijfel buitengewoon actieven wethouder worden thans zoodanige „ernstige beleidsfouten" ten laste gelegd, dat zijn aanblijven in hét college van B. en W. ons onmogelijk toeschijnt. Het wil ons voorkomen, dat men dit in sociaal-democratischen kring ook inziet. „Het Volk" en derhalve mede ae andere or ganen van de „Arbeiderspers" schrijven „De S.D.A.P., de Amsterdamsche bevolking, blijven grooten dank verschuldigd aan de- onvermoeiden werker". Dat beteekent een tactisch inluiden van het afscheid, dat zouden we als een verstandige daad willen waardecren. Partijbelang bevorderd De door de commissie o.i. terecht on geoorloofd geachte handelingen van den heer Matthijsen beperken zich voorna melijk tot een transactie ten aanzien van den verkoop van een leegstaande openbare school aan het Marnixplein, de z.g. Zaag- poortschool. Doordat de betrokken bouwondernemer Eldcrenbos èn de federatie Amsterdam van de S.D.A.P. gedupeerd waren met een so cialistisch veree-nigingsgebouw in de Wester straat, heeft de heer Matthijsen zich „op buitengewone wijze" beziggehouden met den erkoop van genoemde school aan gezegden bouwer. De lezer van het rapport moet wel den indruk ontvangen, dat de heer Matthij- als Raadslid de belangen van den heer Elderenbos heeft behartigd. De commissie concludeert trouwens zelf, dat deze „een schoolgebouw in handen kreeg tegen een te gen prijs, immers met uitschakeling mere gegadigden". Bij dezen verkoop stond, naar de verkla ring van wethouder de Miranda, niet direct op den voorgrond het gemeentebelang, dus de prijs die betaald zou worden. Neen, zegt &e lezer van het rapport, dat ii ook zoo, want op den voorgrond stond het partijbelang. Aangezien het met de exploi tatie van het socialistische vereenigingsge- bouw vastliep de stichting, die het ge bouw exploiteerde, had in September 1937 *n huurschuld van 900 terwijl er 'n huur overeenkomst liep voor nog 9 jaren moe6t er een „oplossing" worden gevonden. De „oplossing" Hoewel een andere gegadigde •45.000 bood tegen de heer E. 28.000, heeft de hoo- ger biedende de school toch niet gekregen. r de heer E. tegen den prijs van 45.000, oie hem namens B. en W., tegen behoorlijk koopmansgebruik in, was medegedeeld. De huizen door den heer E. na afbraak van de Zaagpoortschool op het vrijgekomen ter- gebouwd, heeft hij, volgens door hem de commissie verstrekte opgaaf, kocht met een winst van circa 36.000, ter wijl „op grond van door de commissie wonnen inlichtingen mag worden aangeno men, dat in werkelijkheid deze winst nog beduidend hooger is geweest". Heel deze machinatie1 geschiedde, omdat een rood vereenigingsgebouw niet floreerde! Dat is de logische conclusie van den voudigen lezer. De commissie, die be wij" zen hiervoor in handen zou moeten hebben, kan alleen constateeren, dat tusschen den heer Elde renbos en de Federatie Amsterdam der S.D.A.P. een zakelijke relatie heeft bestaan. Dat deze relatie, beëindigd nahet leve ren van vorengenoemde school den voordeeligen koop heeft bevorderd, kan zij wel niet bewijzen, maar oe commissie oordeelt niettemin, dat de heer Matthijsen niet het gemeentebelang heeft gediend en zijn handelwijze voor een lid van den Raad niet toelaatbaar is. Ook dit Raadslid behoort o.i. in den nieu wen Raad niet te verschijnen. Wij laatste jaren li hij de en ziedaar nu liet rapport der commissie, dat hem beschuldigt van eigenmachtig op treden, waardoor bepaalde belanghebbenden .weiden bevoordeeld-bh hot gemeentebelang Wat nog komt Ziehier in hoofdzaak de feiten beknopt weergegeven, voor zoover wij er thans kunnen oordeelen. Het eerste deel var rapport der commissie is pas verschenen en dat besloeg reeds 107 pagina's druks. Dit deel behandelt de meer persoonlijke aangelegenheden. R. en W. moeten een veer laten, omdat zij blijkbaar te veel op wethouder de Mi randa hebben vertrouwd. Toen de directeur van den Dienst van Publieke Werken, Ir De machtige schroeven, die het nieu we m.s. ..Oranje" zullen stuwen worden thans aangebracht in het Hendrik-Dok van de Amsterdamsche Droogdokmaatschappijwaarin het zeekasteel „op het droge" ligt. W. A. de Graaf wiens Dienst brand schoon uit het tot heden gepubliceerde on derzoek tevoorschijn komt in December 1937 schriftelijk bepaalde feiten ter kennis an het College bracht, hebben B. en W. niet onmiddellijk een ernstig onderzoek in gesteld. Naar het oordeel der Commissie ijn zij deswege „beneden hun taak ge bleven". In het tweede deel zullen nog de volgende meer algemeene punten aon de orde komen: de gestie van den Dienst der Publieke Wer ken in het bijzonder ten aanzien van de uit- van gronden, mede in verband met gehoorde personen geuite bezwaren; de integriteit van de ambtenaren in het on derzoek der Commissie betrokken; de behan deling van ingediende klachten, voor zoover nog niet behandeld. Voort6 Ge algemeene bespreking van de grond politiek; de be staande regeling bij de erfpachlsuitgifte van gronden, ook in verband met den zg. handel erfpacht; de positie der Schoonheids- Het woord aan de kiezers Dat het eerste deel van het erfpachtsrap port nog vóór de Raadsverkiezingen van Woensdag e k. i6 verschenen, juichen wij toe. De burgerij had er recht op vóór dien da tum te worden ingelicht over een aangele genheid die de zuiverheid van onze politie ke zeden raakt. Vele kiezers kunnen nu overwegen of pu blicatie der gereleveeroc feiten verandering in hun keuze behoort te brengen. Zelfs kan men zeggen, dat deze Amsterdamsche kwestie ook van beteekenis moet worden geacht buiten de hoofdstad. Nog meer dan voorheen bestaat er reden de roode meer derheid niet langer te continueeren, vooral wanneer men bedenkt, dat de heer de Mi randa No 1 van de sociaal-democratische lijst is en de heer Matthijsen no. 2. Het wil ons voorkomen, dat de publicatie van het rapport vooral voor sommige par tijen en groepen voordeelig zal blijken. Uit tactische overwegingen schijnt het niet gera den dit thans nader aan te toonen. Het wetsontwerp betreffende regeling van het accountantswezen Het Nationaal Genootschap van accoun tants te Rotterdam, de Nat. Vex-een. ,an Ac countants te Den Haag, het Ned. College van ■Accountants te Den Haag cn het Nat. Ge nootschap van Accountants en Belastingad viseurs te Utrecht hebben een adres gericht aan de Tweede Kamer naar aanleiding van het ontwerp van wet betreffende regeling van het accountantswezen. In dit adres wordt uitvoerig uiteengezet, dat de vereeni- gingen zeer ernstige bedenkingen hebben tegen het systeem van de ontworpen rege ling, welke inhoudt, dat ten opzichte van de belangrijkste onderdeelen der regeling, de aanwijzing van leden in de verschillende instanties van beheer en tucht, de regeling van examen enz., alles geschiedt in samen werking .tusschen de overheid eenerzijds en een ad hoe opgerichte particuliere vereeni- ging, het „Nederlandsche Instituut van Re gister-Accountants", van welke vereeniging voor alle register-accountants het lidmaat schap verplichtend zal zijn, anderzijds. Dit systeem wijkt geheel af van de rege- 'on, welke 6inds jaren in andere vrije be roepen bestaan. De inschakeling van het nieuwe instituut is noch noodzakelijk noch nuttig te achten. ALGEMEENE ZOUT-COMMISSIE Met ingang van 14 Juni j.l. is de zout- conventie, de ondernemersovereenkomst tot regeling van den afzet van geraffineerd zoyt voor consumptie-doeleinden in Nederland, wederom voor een jaar door den Minister van Economische Zaken algemeen verbin dend verklaard. In de op 16 Juni gehouden vergadering der Algemeene Zout-commissie, waarvan de zorg voor de juiste uitvoering en handha ving dezer overeenkomst is opgedragen, werd het voorzitterschap wederom aanvaard door den heer Dr. L. R. Sinnige, directeur van de N.V. Rotterdamsche Zoutziederij v.h. Kolff en Vis te Rotterdam. Tot directeur van de stichting: bureau van de alg. zout-commissie, waarbij de da- gelijksche leiding van zaken berust, werd herbenoemd de heer Dr. Th. van Luytelaer, Badhuisweg 5 te Den Haag, alwaar het bureau der A.Z.C. is gevestigd. Auto in het Damsterdiep Drie licht-gewonden APPINGEDAM, 17 Juni.' Gisternacht is hi personenauto uit Appingedam met bestem ming Gronifigen bij Appingedam na het passeeren van een D.A.M.-bus in botsing ge komen met een truck met trailer. De per sonenwagen, waarin zich een dame en twree heeren uit Groningen bevonden, die in Ap pingedam op visite geweest waren, kwam in het Damsterdiep terecht. De drie inzitten den riepen luidkeels om hulp. Den chauf feur van de truck en den chauffeur van de D.A.M.-bus mocht het gelukken na moeite de drie inzittenden door het achter portier uit de geheel onder water liggende auto te halen. Zij hadden lichte verwondin gen opgeloopen. De onregelmatigheden te Roswinkel Weer 3y2 jaar geëischt ASSEN, 17 Juni. De rechtbank alhier zet te gisteren de behandeling voort van de zaak tegen den landbouwer KI. G„ kassier van de boerenleenbank te Roswinkel, die van verduistering en valschheid in geschrifte verdacht v ïrdt. De Off cier persisteerde bij zijn op 26 Mei gestelden eisch: drie jaar imi zes> maanden gevangenisstraf. HUIZE „WESÏEIND E" TE s GRAVENHAGE biedt aan Dames en Meisjes een aangenaam Tehuis voor korten oi lange ren tijd. Zeer matige prijzen J 1.50 k 3— p. d.) voor logies met voll. pension; desgew alleen kam. m. ontb. Certr. verwarming, stroomend w. WESTEINDE 31 - TELEFOON 113932 (Reel.) Burgemeester voor het Ambtenarengerecht Pro-Duitsche uitlatingen van Jhr von Bönninghausen bewezen geacht Heeft een burgemeester recht op beroep ALMELO, 16 Juni. De met ingang van 1 Maart j.l. ontslagen burgemeester van Oot marsum, Jhr. E. L. M. T. J. von Bön ninghausen, die door de kroon van zijn functie ontheven werd omdat hij zekere on nationale uitdrukkingen zou hebben ge bruikt, heeft met dit ontslag geen genoegen genomen. In de eerste plaats heeft hij eenige dagen, nadat de ontslagbrief hem bereikte, zich tot H.M. de Koningin gewend met het verzoek hem voor een nieuwe benoeming tot burgemeester van Ootmarsum in aanmer king te aoen komen en in de tweede plaats is hij bij het ambtenarengerecht in Arnhem in beroep gekomen tegon het ontslag. Dit ambtenarengerecht kwam thans van morgen te Almelo bijeen om van de ont slagkwestie en wat daar omheen zit, ken nis te nemen. Daarbij doet zich allereerst de belangwek kende vraag voor of het gerecht inderdaad bevoegd is in dezen een uitspraak te doen. Er bestaat geen jurisprudentie omtrent der gelijke gevallen, daar het eigenlijk nooit Is voorgekomen, cat een burgemeester onder deze omstandigheden ontslag is gegeven. Tal van personen waren gedagvaard. De raadsman van den ex-burgemeester, diens broeder Jhr. Mr. E. J. B. M. von Bönning hausen, lid der Eerste Kamer, had o.m. de ministers Goseling en Van Boeyen opgeroe pen. Den eerste ornaat deze een onderzoek had gelast en den tweede omdat hij als par tij, optredende voor de kroon, werd be schouwd. Voorzitter van het ambtenarengerecht was Dr. J. J. de Wael Malefijt te- Arnhem, leden waren Mr. A. C. Knoop te Almelo en H. C. Nijkamp te Enschede. De zitting. Voor de kroon trad op Mr. H. W. J. Mul der, chef van de afdeeling binnenlandsche zaken te Den Haag. Het eerst werd gehoord de oud-burgemees ter van Ootmarsum, die vertelde, dat de ver gaderingen van B. en W. in aen laatsten tijd nog al een officieel karakter droegen, waarin niet over koetjes en kalfjes werd gesproken. In de periode van de politieke spanningen in September j.l. was er echter wel eens een gesprek gevoerd en de oud- burgemeester geeft toe, dat hij wel ecn6 pro- Duitschc uitlatingen heeft gedaan. Bij den bewusten jachtmaaltijd te Olaenzaal heeft de oud-burgemeester dicht bij wethouder Joosten gezeten Daarna werd met het getuigenverhoor be gonnen. De eerste getuige was de industrieel B. J. Terkuyle te Enschede, die ook dicht hij den oud-burgemeester zat. Hij verklaart dat hij opmerkingen heeft gehoord van den burgemeester, die een zeer Duitsch natio- naal-60cialistische strekking hadden. Hij herinnert zich echter niet te hebben gehoord dat de burgemeester zou hebben gezegd: „Nederland moet maar bij Duitschland wor den ingelijfd". De volgende getuige was ae fabrikant A. H. Ledeboer te Almelo, die ook aan den maaltijd had' deelgenomen. Getuige heeft niet gehoord, dat de burgemeester op ver eeniging van Nederland met Duitschland aandrong. Getuige verklaart nog dat hij positief weet dat de burgemeester gezegd heeft, enthou siast te zullen zijn, als hij de vlag zou kun nen uitsteken, wanneer de Duitschers bin nenrukten. Ook herinnert getuige zich nog iikele andere, z. i. ontoelaatbare uitdruk- Daarna kwam wethouder Reuver uit Oot marsum voor. Deze bevestigt, dat omstreeks September van het vorig jaar politieke ge- prekken zijn gevoerd in het college laarbij heeft de burgemeester op zoodanige wijze over Duitschland gesproken, dat get iet ontoelaatbaar achtte. Vervolgons verscheen de gastheer van den jachtmaaltijd, Ir. G. Janninck uit En- 'iede als getuige. Hij beklaagt zich over t optreden van de recherche, daar hij meent, dat deze een verklaring van hem een zekere richting wenschte. Overige vond hij wel. dat het niet geheel in den 'mak was, wat de burgemeester had gezegd, iloch daar dit in een besloten partij was ,'<\sehied, vond hij dit niet zoo erg. Positief bestrijdt hij. dat de heer von Bonninghau- ii over inlijving bij Duitschland zou heb ben gesproken. Positieve verklaringen Wethouder Joosten was de volgende ge tuige. Deze is zeer positief in zijn mede- deelingen en verklaart, dat de burgemeester wel degelijk over een inlijving bij Duitsch land heeft gesproken. Hij heeft dat bevestigd aan Mr. Meerburg uit Enschede, die inlichtingen bij hem vroeg daar hij een klacht wilde indienen tegen den burgemeester. Ook herinnerde spreker zich absoluut, dat de burgemeester ontoe laatbare uitdrukkingen heeft gebezigd in vergaderingen' Van B. en W. Toen de burge meester zeide, dat hij een der eersten zou zijn, die zou meemarcheeren als de Duit schers zouden binnenrukken, had de meente-secretaris Weustink nog geant woord: „dan wordt u zeker gouwleider". Daarna werd de gemeente-secretaris ge hoord. Hij verklaart op zeer goeden voet te hebben gestaan met den burgemeester. "De verhouding tusschen dezen en de wethou ders was echter bijzonder slecht, vooral de laatste tijden. Getuige kan zich iniets herinneren van bezwarende uitlatingen den burgemeester, die hij in-vergaderingen van B. en W. toch zeker had moeten hoo- ren. Ook ontkende hij, de woorden te heb ben gesproken „aan wordt u zeker gouw leider". Getuige trekt de geloofwaardigheid van wethouder Reuver in twijfel, daar deze een minder mooie rol heeft gespeeld bij de benoeming van s.ecretaris, waarin getuige betrokken was. Over het beleid van den burgemeester heeft de secrëtaris veel lof. Ten slotte worden nog enkele getuigen gehoord, o.a. de industrieel Smulders uit Lonneker, die ook deelnam aan den jacht maaltijd. Pleidooien Bij de pleidooien, na de pauze gehouden, was het woora het eenst aan Jhr. Mr. von Bönninghausen, die alles terugbracht op laster cn wraakneming. Tot de zaak zelf komende, zeide pleiter, dat dit de eenste keer is, dat een burgemeester in beroep komt. PI. besprak de juridische middelen, volgens welke het ambtenarengerecht zijns inziens wel competent is in deze zaak te be- beslissen. De burgemeester is immers in open baren dienst. De goede trouw van den mi nister nam pl. aan, doch deze is bij zijn onderzoek te. onvoorzichtig geweest. In de laatste faze van den strijd heeft men den burgemeester pro Duitsche gezind heid verweten, hetgeen o.m. beteekent, dat hij heiden, anti-semiet en landverrader is. Alles kan men in Nederland zijn: pro Enge land, pro Negus, pro Zogoe van Albanië en pro rood Spanje, maar niet pro Duitsch. Anti Duitsch heeft men tot nationale plicht verheven, aldus pl. Dc rijksrecherche is niet objectief te werk gegaan. De getuigenverklaringen geven geen aan leiding tot bevestiging, dat de burgemeester anti-nationale uitlatingen heeft gebezigd, aldus pl., die voorts uitdrukkelijk opkwam tegen het ontslag en bestreed dat de kroon een burgemeester zonder meer kan ontslaan en verder van alles af is. Zeker is het niet behoorlijk cn burgemeester te ontslaan, die twaalf jaar in volle plichtsbetrachting zijn functie vervuld heeft. Pl. conclusie is, dat het ambtenarenge recht dient uit te spreken, dat het ontslag onwettig is en subs, cLat de kroon het ont slag eervol had moeten verleenen. Daarna kreeg de raadsman der kroon, Mr. Mulder, het woord. Hij bestreed, dat er on rechtmatig is gehandeld. De kroon kan wel zeker te allen tijde ontslag verleenen en d burgemeester is geen ambtenaar in den zi der ambtenarenwet. Hij bekleedt een positie van vertrouwen en slechts zoolang dit ver trouwen bestaat, kan hij gehandhaafd blij ven. Dit is echter een zaak van beleid. Een beroep op het civiele recht heeft geen zin, want hier komt het publieke recht ter spra ke. Pl. meende, dat het beroep dient te wor den afgewezen. Over de zaak zelf, zeide Mr. Mulder, dat de minister zeer voorzichtig is te werl gaan. Niet ter zake doende details, die bo vendien niet voldoende beoordeeld konden worden, zijn buiten beoordccling gelaten. Thans had pl. kunnen eischen, dat de ge tuigen niet gehoord zouden worden, daar het ambtenarengerecht niet competent is, doch in overleg niet den minister is dit niet geschied, omdat de minister zich niet tegen openbaarheid wilde verzetten, nu de ontsla gene dit wenschk Formeel 6taat het vast, &at lasterlijke termen zijn gebruikt Daar om is een dergelijke burgemeester niet te handhaven, vooral zoo dicht bij de grens. Pl. laakte het optreden van den burge meester tegenover Gedep. Staten bij vroege re gelegenheden. Voor een eervol ontslag was geen aanleiding. Bij de twee herbenoemingen is reeds veel consideratie gebruikt. Pleiter concludeerde tenslotte, dat de deringen dienon te worden afgewezen. Nadat dc uitspraak op 7 Juli was be paald, werd hierop de zitting gesloten. Anthony Eden bespreekt met den Frarischen minister Paal Reynaud den internationalen toestand tijdens zijn bezoek aan de Fransche hoofdstad Nieuwe burgemeester van Groot Ammers, Langerak en Nieuwpoort De heer J. Brouwers benoemd Tot burgemeester van de gemeente Groot Ammers, Langerak en Nieuwpoort is met ingang van 1 Juli 1939 benoemd de heer J, Brouwers, Adjunct-Commies ter gemeen tesecretarie te A a 11 e n. De nieuwe burgervader is in 1906 te Zalt Bommel geboren. Na het doorloopen van de lagere school ontving hij zijn opleiding aan de Vijfjarige HBS cn ging vervolgens stu- deeren aan de Rijks Universiteit te Utrecht in de Wis- en Natuurkunde. Daar hij in de ze studie geen voluoening vond en de ge meente-administratie hem aantrok, ging hij na een jaar over tot de gemeente-admini stratie cn werd volontair te Zalt Bommel, zijn geboorteplaats. Met onderbreking van een jaar wegens opleiding tot reserve-offi cier bij het Reg. Wielrijders, bleef hij in dia functie werkzaam tot 1931, in welk jaar hij benoemd werd tot adjunct-commies te Aal ten. Sedert 11 April is hij als le Luitenant in dienst bij het eerste Bataljon Wielrijders dat voor de grensbeveiliging te Apeldoorn gelegen is. De heer Brouwers is een frissche persoon lijkheid, die door zijn optreden in den Gel- derschen Achterhoek veler harten heeft we ten te winnen. Hij gaf zich aan allerlei Christelijke actie con amore. Van de Chris telijke Oranjevereeniging was hij eenigeq tijd bestuurslid en den hulpraad yoor 54en- clingsstudie diende hij langen tijd als sec retaris. Hij is Ned. Hervormd en lid van de A.Rj Partij. Felle brand te Rijswijk Twee woonhuizen in de asch RIJSWIJK, 17 Juni. In de gemeente Rijs wijk (N.Br.) is gisteren een woonhuis, toe- behoorende aan den heer T. J. van Heule- kum en bewoond door twee gezinnen, tot den grond toe afgebrand, het grootste ge deelte der inboedels ging verloren. Een aan 't huis grenzende schuur, waarin hout was op geslagen, werd eveneens een prooi der vlam men, terwijl tevens een daar tegenover ge legen bakkerij ernstig door het vuur te lij den had. Het bij deze bakkerij behoorende woonhuis kon gespaard blijven. De oorzaak van den brand was het ontploffen varï gen benzinelamp, welke een schilder bij zijn werk gebruikte. BOERDERIJBRAND TE DENEKAMP DENEKAMP, 17 Juni. Gistermiddag om streeks vier uur ontstond door onbekende oorzaak brand in de boerderij van den land bouwer H. Engelbertink aan den Brandlich- terweg alhier. De bewoners slaagden er met veel moeite in het brandende perceel te verlaten. Van den inboedel kon niets worden Nog voordat dc brandweer van Dene kamp ter plaatse gearriveerd was, la boerderij reeds in asch. Ook de hooioogst ging verloren. BIJ HET SPELEN VERDRONKEN MAASSLUIS, 17 Juni. Gistermiddag om streeks half vijf is de zevenjarige P. Brui- nings bij het spelen in het Hellinggat ge raakt en verdronken. De politie slaagde er wel in den knaap spoedig op het droge te brengen, maar kunstmatige ademhaling ver mocht niet de levensgeesten op te wekken. Tot commandant van het te Ede op te richten 12de regiment motor-artillerie zal benoemd worden luitenant-kolonel G. P. Granpré Molière van het 'derde regiment veldartillerie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 10