THEE doet je
ZATERDAG 17 JUNI 1939
Het zoeklicht van de
Erfpachtscommissie
Van invloed op de Raads
verkiezing
Gaafheid van politieke zeden stelt
consequenties aan de sociaal-
democratie
(Van onzen Amslerdamschen redacteur)
De onthullingen van de Amslerdamsche
jerfpachtscommissie men kan haar rap
port met volle recht als zoodanig aandui
den werpen eon helder, doch treurig licht
op toestanden cn verhoudingen rondom en
in de sociaal-democratische Raadsfractie
der hoofostad. welke in de laatste jaren wel
.vagelijk werden verondersteld, doch waar
omtrent nimmer zekerheid werd verkregen.
De bekende uitdrukking „De helft werd mij
niet aangezegd" is hier helaas! van
toepassing in ongunstigen zin.
In het felle, vaak onbarmhartige, doch
naar het ons voorkomt rechtvaardige zoek
licht der commissie staan thans oe figuren
van de sociaal-democratische Raadsleden
Gulden, de Mirande en M a 11 h ij s e n
Dat laatstgenoemde er bij is, moet als een
dramatische omstandigheid worden be
schouwd, omdat in de Raadsvergadering van
11 Januari jl op voorstel van denzelfden
heer Matthijsen al trad hij toen niet zoo
zeer persoonlijk, doch als fractievoorzitter
op besloten is een Raadscommissie van
zes leden in te stellen, met opdracht om op
korten termijn den Raad te rapporteeren
„over de wijze, waarop de uitgifte van erf
pachtgronden heeft plaats gehad en wat
daarmede in den ruimsten zin genomen
Verband houdt".
In den ruimsten zin!
Het is niet onmogelijk dat de in staat van
beschuldiging gestelde heer Matthijsen deze
woorden thans eenigszins anders aankijkt
'dan de voorsteller Matthijsen het op 11
Uanuari deed.
Het zal, in verband hiermede, èn de so
ciaal-democratische fractievoorzitter èn de
fractie zelve, moeilijk vallen de conclusies
der Commissie te wraken, een oogenblik
aangenomen dat de intentie hiertoe aanwe
zig zou zijn.
Ook om andere redenen verdient het rap
port vertrouwen: le met behoorlijke meer
derheid van stemmen zijn de zes commissie
leden benoemd; 2e de commissie komt met
eenstemmige conclusies. De liberaal
Boissevain. de partijlooze Crucq, de
roomsch-katholiek Dingemans, de chr.
historische Ter II a a r, de communist
Seegers en de sociaal-democraat Wo
denberg hebben zich een c o 11 e c. t i i
oordeel gevormd De heer Crucq wil ten
aanzien van weihouder de Miranda een stap
verder gaan. Bij hem zijn gedachten op
gekomen, „die de integriteit van den wet
houder raken cn niet meer kunnen worden
gerangschikt onder het hoofd: verkeerd be
leid". Hij vermoedt dus „erger" dingen dan
zijn mede-commissieleden, hoewel dit
de gemeenschappelijke conclusies geen af
breuk doet. Wij kunnen intusschen het per
soonlijk oordeel van den heer Crucq in dit
.opzicht momenteel laten rusten.
Indien de Raad de conclusies der i
missie aanneemt, beteekent dit o.i., naar be
hoorlijke begrippen van moraal en fatsoen,
een veroordeelend vonnis over
de heeren Gulden, de Miranda en Matthijsen
als politieke personen.
De „ongeschikte"
Ten aanzien van den heer Gulden is dit
■liet meest duidelijk. Hij heeft dit zelf reeds
aanstonds begrepen. De twee andere heeren
hebben op 11 Januari aan de discussie in
de Raadszitting deelgenomen, de heer Gul
den zweeg en verbleef tijdens het debat in
de koffiekamer. Later heeft hij, hoewel zijn
naam op de voorloopige candidatcnlijst
voorkwam, de gelegenheid aangegrepen om
met de noodige strijkages te „bedanken".
Indien de heer Gulden dit niet gedaan
had, zou zijn naam, naar onze stellige over
tuiging, door de eigen politieke instanties
zijn geschrapt. Dit had trqjiwens reeds veel
eerder moeten zijn gebeurd.
Het pleit niet voor de Amsterdamsche so
ciaal-democratie, dat een man, die officieel
in 1935 financieel „aan het plafond" zat, toch
bleef gehandhaafd. Het is nu bovendien ge
bleken, dat „de heer Gulden o.a. in zijn fi-
nancieele nooden voorzag door op ruime
schaal geld te leenen van bouwers en leve
ranciers van bouwmaterialen", zulks niet
tegenstaande hij „een welbekend architec
tenbureau beheerde, waaruit hij groote in
komsten trok".
Deze door de commissie geconstateerde
ïeiten brachten haar tot de vanzelf spre
kende conclusie, dat de heer Gulden zijn vrij
heid van handelen als Raadslid kwijt is er
dus voor het Raadslidmaatschap „onge
schikt".
De heer Gulden is aan zichzelf,
Raad en dus aan de burgerij verplicht geen
voet meer in oe Raadszaal te zetten, tenzij
hij natuurlijk zich mocht kunnen verant
woorden, waarop o.i. geen kans is
Niet het algemeen belang gediend
Heeft de heer Gulden als Raadslid dus,
Op zijn zachlst gesproken, niet het „alge
meen belang", het belang der gemeente
'Amsterdam gediend, naar hoogere politieke
opvatting moet hetzelfde uit het rapport der
Commissie worden geconcludeerd ten aan
zien van de beide andere heeren. .Welis
waar komt de lezer van het rapport tot deze
conclusie op geheel andere gronden dan ten
aanzien van tien eerstgenoemde der d
Van corruptie is bij de heeren d e
ranna en M a 11 h ij s e n „niet gebleken".
Laatstgenoemde term wordt ten opzichte van
den sociaal-democratischcn wethouder ge
bezigd, omdat dc heer De Miranda hiervj
beschuldigd was.
Hoewel de commissie zich voorzichtig, n
pat of uit, zijn wij peneigd met haar tenvolle
in te stemmen. Nimmer heeft de heer de
Mirnnt.a op ons den indruk gemaakt, eigen
voordcel te zoeken, hoewel dit vaak
lerlei kring binnenskamers van he
jweerd is Maar hij was, w ij hebben 't vaak
geschreven, meer partijman in
gunstige betoekenis dan magistraat. Het
laatste is hij o i. in den vollen
woords zelfs nimmer geweest, omdat bij te
n politiek
schade leed; van het laten voortwoekeren
van den handel in erfpachtsgronden; van
niet volledig inlichten van het college; en
van het onthouden van de waarheid aan
den Raad.
Kortom, dezen zonder twijfel buitengewoon
actieven wethouder worden thans zoodanige
„ernstige beleidsfouten" ten laste gelegd,
dat zijn aanblijven in hét college van B. en
W. ons onmogelijk toeschijnt.
Het wil ons voorkomen, dat men dit in
sociaal-democratischen kring ook inziet.
„Het Volk" en derhalve mede ae andere or
ganen van de „Arbeiderspers" schrijven
„De S.D.A.P., de Amsterdamsche bevolking,
blijven grooten dank verschuldigd aan de-
onvermoeiden werker". Dat beteekent
een tactisch inluiden van het afscheid,
dat zouden we als een verstandige daad
willen waardecren.
Partijbelang bevorderd
De door de commissie o.i. terecht on
geoorloofd geachte handelingen van den
heer Matthijsen beperken zich voorna
melijk tot een transactie ten aanzien van
den verkoop van een leegstaande openbare
school aan het Marnixplein, de z.g. Zaag-
poortschool.
Doordat de betrokken bouwondernemer
Eldcrenbos èn de federatie Amsterdam van
de S.D.A.P. gedupeerd waren met een so
cialistisch veree-nigingsgebouw in de Wester
straat, heeft de heer Matthijsen zich „op
buitengewone wijze" beziggehouden met den
erkoop van genoemde school aan gezegden
bouwer. De lezer van het rapport moet wel
den indruk ontvangen, dat de heer Matthij-
als Raadslid de belangen van den heer
Elderenbos heeft behartigd. De commissie
concludeert trouwens zelf, dat deze „een
schoolgebouw in handen kreeg tegen een te
gen prijs, immers met uitschakeling
mere gegadigden".
Bij dezen verkoop stond, naar de verkla
ring van wethouder de Miranda, niet direct
op den voorgrond het gemeentebelang, dus
de prijs die betaald zou worden.
Neen, zegt &e lezer van het rapport, dat ii
ook zoo, want op den voorgrond stond het
partijbelang. Aangezien het met de exploi
tatie van het socialistische vereenigingsge-
bouw vastliep de stichting, die het ge
bouw exploiteerde, had in September 1937
*n huurschuld van 900 terwijl er 'n huur
overeenkomst liep voor nog 9 jaren moe6t
er een „oplossing" worden gevonden.
De „oplossing"
Hoewel een andere gegadigde •45.000
bood tegen de heer E. 28.000, heeft de hoo-
ger biedende de school toch niet gekregen.
r de heer E. tegen den prijs van 45.000,
oie hem namens B. en W., tegen behoorlijk
koopmansgebruik in, was medegedeeld. De
huizen door den heer E. na afbraak van
de Zaagpoortschool op het vrijgekomen ter-
gebouwd, heeft hij, volgens door hem
de commissie verstrekte opgaaf,
kocht met een winst van circa 36.000, ter
wijl „op grond van door de commissie
wonnen inlichtingen mag worden aangeno
men, dat in werkelijkheid deze winst nog
beduidend hooger is geweest".
Heel deze machinatie1 geschiedde, omdat
een rood vereenigingsgebouw niet floreerde!
Dat is de logische conclusie van den
voudigen lezer.
De commissie, die be wij" zen hiervoor
in handen zou moeten hebben, kan alleen
constateeren, dat tusschen den heer Elde
renbos en de Federatie Amsterdam der
S.D.A.P. een zakelijke relatie heeft bestaan.
Dat deze relatie, beëindigd nahet leve
ren van vorengenoemde school
den voordeeligen koop heeft bevorderd, kan
zij wel niet bewijzen, maar oe commissie
oordeelt niettemin, dat de heer Matthijsen
niet het gemeentebelang heeft gediend en
zijn handelwijze voor een lid van den Raad
niet toelaatbaar is.
Ook dit Raadslid behoort o.i. in den nieu
wen Raad niet te verschijnen.
Wij
laatste jaren li
hij
de
en ziedaar nu liet rapport der commissie,
dat hem beschuldigt van eigenmachtig op
treden, waardoor bepaalde belanghebbenden
.weiden bevoordeeld-bh hot gemeentebelang
Wat nog komt
Ziehier in hoofdzaak de feiten beknopt
weergegeven, voor zoover wij er thans
kunnen oordeelen. Het eerste deel var
rapport der commissie is pas verschenen
en dat besloeg reeds 107 pagina's druks.
Dit deel behandelt de meer persoonlijke
aangelegenheden.
R. en W. moeten een veer laten, omdat
zij blijkbaar te veel op wethouder de Mi
randa hebben vertrouwd. Toen de directeur
van den Dienst van Publieke Werken, Ir
De machtige schroeven, die het nieu
we m.s. ..Oranje" zullen stuwen
worden thans aangebracht in het
Hendrik-Dok van de Amsterdamsche
Droogdokmaatschappijwaarin het
zeekasteel „op het droge" ligt.
W. A. de Graaf wiens Dienst brand
schoon uit het tot heden gepubliceerde on
derzoek tevoorschijn komt in December
1937 schriftelijk bepaalde feiten ter kennis
an het College bracht, hebben B. en W.
niet onmiddellijk een ernstig onderzoek in
gesteld. Naar het oordeel der Commissie
ijn zij deswege „beneden hun taak ge
bleven".
In het tweede deel zullen nog de volgende
meer algemeene punten aon de orde komen:
de gestie van den Dienst der Publieke Wer
ken in het bijzonder ten aanzien van de uit-
van gronden, mede in verband met
gehoorde personen geuite bezwaren; de
integriteit van de ambtenaren in het on
derzoek der Commissie betrokken; de behan
deling van ingediende klachten, voor zoover
nog niet behandeld. Voort6 Ge algemeene
bespreking van de grond politiek; de be
staande regeling bij de erfpachlsuitgifte van
gronden, ook in verband met den zg. handel
erfpacht; de positie der Schoonheids-
Het woord aan de kiezers
Dat het eerste deel van het erfpachtsrap
port nog vóór de Raadsverkiezingen van
Woensdag e k. i6 verschenen, juichen wij toe.
De burgerij had er recht op vóór dien da
tum te worden ingelicht over een aangele
genheid die de zuiverheid van onze politie
ke zeden raakt.
Vele kiezers kunnen nu overwegen of pu
blicatie der gereleveeroc feiten verandering
in hun keuze behoort te brengen. Zelfs kan
men zeggen, dat deze Amsterdamsche
kwestie ook van beteekenis moet worden
geacht buiten de hoofdstad. Nog meer dan
voorheen bestaat er reden de roode meer
derheid niet langer te continueeren, vooral
wanneer men bedenkt, dat de heer de Mi
randa No 1 van de sociaal-democratische
lijst is en de heer Matthijsen no. 2.
Het wil ons voorkomen, dat de publicatie
van het rapport vooral voor sommige par
tijen en groepen voordeelig zal blijken. Uit
tactische overwegingen schijnt het niet gera
den dit thans nader aan te toonen.
Het wetsontwerp betreffende
regeling van het accountantswezen
Het Nationaal Genootschap van accoun
tants te Rotterdam, de Nat. Vex-een. ,an Ac
countants te Den Haag, het Ned. College van
■Accountants te Den Haag cn het Nat. Ge
nootschap van Accountants en Belastingad
viseurs te Utrecht hebben een adres gericht
aan de Tweede Kamer naar aanleiding van
het ontwerp van wet betreffende regeling
van het accountantswezen. In dit adres
wordt uitvoerig uiteengezet, dat de vereeni-
gingen zeer ernstige bedenkingen hebben
tegen het systeem van de ontworpen rege
ling, welke inhoudt, dat ten opzichte van de
belangrijkste onderdeelen der regeling, de
aanwijzing van leden in de verschillende
instanties van beheer en tucht, de regeling
van examen enz., alles geschiedt in samen
werking .tusschen de overheid eenerzijds en
een ad hoe opgerichte particuliere vereeni-
ging, het „Nederlandsche Instituut van Re
gister-Accountants", van welke vereeniging
voor alle register-accountants het lidmaat
schap verplichtend zal zijn, anderzijds.
Dit systeem wijkt geheel af van de rege-
'on, welke 6inds jaren in andere vrije be
roepen bestaan.
De inschakeling van het nieuwe instituut
is noch noodzakelijk noch nuttig te achten.
ALGEMEENE ZOUT-COMMISSIE
Met ingang van 14 Juni j.l. is de zout-
conventie, de ondernemersovereenkomst tot
regeling van den afzet van geraffineerd zoyt
voor consumptie-doeleinden in Nederland,
wederom voor een jaar door den Minister
van Economische Zaken algemeen verbin
dend verklaard.
In de op 16 Juni gehouden vergadering
der Algemeene Zout-commissie, waarvan de
zorg voor de juiste uitvoering en handha
ving dezer overeenkomst is opgedragen,
werd het voorzitterschap wederom aanvaard
door den heer Dr. L. R. Sinnige, directeur
van de N.V. Rotterdamsche Zoutziederij v.h.
Kolff en Vis te Rotterdam.
Tot directeur van de stichting: bureau
van de alg. zout-commissie, waarbij de da-
gelijksche leiding van zaken berust, werd
herbenoemd de heer Dr. Th. van Luytelaer,
Badhuisweg 5 te Den Haag, alwaar het
bureau der A.Z.C. is gevestigd.
Auto in het Damsterdiep
Drie licht-gewonden
APPINGEDAM, 17 Juni.' Gisternacht is hi
personenauto uit Appingedam met bestem
ming Gronifigen bij Appingedam na het
passeeren van een D.A.M.-bus in botsing ge
komen met een truck met trailer. De per
sonenwagen, waarin zich een dame en twree
heeren uit Groningen bevonden, die in Ap
pingedam op visite geweest waren, kwam in
het Damsterdiep terecht. De drie inzitten
den riepen luidkeels om hulp. Den chauf
feur van de truck en den chauffeur van de
D.A.M.-bus mocht het gelukken na
moeite de drie inzittenden door het achter
portier uit de geheel onder water liggende
auto te halen. Zij hadden lichte verwondin
gen opgeloopen.
De onregelmatigheden te
Roswinkel
Weer 3y2 jaar geëischt
ASSEN, 17 Juni. De rechtbank alhier zet
te gisteren de behandeling voort van de zaak
tegen den landbouwer KI. G„ kassier van
de boerenleenbank te Roswinkel, die van
verduistering en valschheid in geschrifte
verdacht v ïrdt.
De Off cier persisteerde bij zijn op 26 Mei
gestelden eisch: drie jaar imi zes> maanden
gevangenisstraf.
HUIZE „WESÏEIND E"
TE s GRAVENHAGE
biedt aan Dames en Meisjes een aangenaam
Tehuis voor korten oi lange ren tijd. Zeer
matige prijzen J 1.50 k 3— p. d.) voor
logies met voll. pension; desgew alleen kam.
m. ontb. Certr. verwarming, stroomend w.
WESTEINDE 31 - TELEFOON 113932
(Reel.)
Burgemeester voor het
Ambtenarengerecht
Pro-Duitsche uitlatingen van
Jhr von Bönninghausen
bewezen geacht
Heeft een burgemeester
recht op beroep
ALMELO, 16 Juni. De met ingang van 1
Maart j.l. ontslagen burgemeester van Oot
marsum, Jhr. E. L. M. T. J. von Bön
ninghausen, die door de kroon van zijn
functie ontheven werd omdat hij zekere on
nationale uitdrukkingen zou hebben ge
bruikt, heeft met dit ontslag geen genoegen
genomen. In de eerste plaats heeft hij eenige
dagen, nadat de ontslagbrief hem bereikte,
zich tot H.M. de Koningin gewend met het
verzoek hem voor een nieuwe benoeming tot
burgemeester van Ootmarsum in aanmer
king te aoen komen en in de tweede plaats
is hij bij het ambtenarengerecht in Arnhem
in beroep gekomen tegon het ontslag.
Dit ambtenarengerecht kwam thans van
morgen te Almelo bijeen om van de ont
slagkwestie en wat daar omheen zit, ken
nis te nemen.
Daarbij doet zich allereerst de belangwek
kende vraag voor of het gerecht inderdaad
bevoegd is in dezen een uitspraak te doen.
Er bestaat geen jurisprudentie omtrent der
gelijke gevallen, daar het eigenlijk nooit Is
voorgekomen, cat een burgemeester onder
deze omstandigheden ontslag is gegeven.
Tal van personen waren gedagvaard. De
raadsman van den ex-burgemeester, diens
broeder Jhr. Mr. E. J. B. M. von Bönning
hausen, lid der Eerste Kamer, had o.m. de
ministers Goseling en Van Boeyen opgeroe
pen. Den eerste ornaat deze een onderzoek
had gelast en den tweede omdat hij als par
tij, optredende voor de kroon, werd be
schouwd.
Voorzitter van het ambtenarengerecht was
Dr. J. J. de Wael Malefijt te- Arnhem, leden
waren Mr. A. C. Knoop te Almelo en H. C.
Nijkamp te Enschede.
De zitting.
Voor de kroon trad op Mr. H. W. J. Mul
der, chef van de afdeeling binnenlandsche
zaken te Den Haag.
Het eerst werd gehoord de oud-burgemees
ter van Ootmarsum, die vertelde, dat de ver
gaderingen van B. en W. in aen laatsten
tijd nog al een officieel karakter droegen,
waarin niet over koetjes en kalfjes werd
gesproken. In de periode van de politieke
spanningen in September j.l. was er echter
wel eens een gesprek gevoerd en de oud-
burgemeester geeft toe, dat hij wel ecn6 pro-
Duitschc uitlatingen heeft gedaan. Bij den
bewusten jachtmaaltijd te Olaenzaal heeft
de oud-burgemeester dicht bij wethouder
Joosten gezeten
Daarna werd met het getuigenverhoor be
gonnen. De eerste getuige was de industrieel
B. J. Terkuyle te Enschede, die ook dicht
hij den oud-burgemeester zat. Hij verklaart
dat hij opmerkingen heeft gehoord van den
burgemeester, die een zeer Duitsch natio-
naal-60cialistische strekking hadden. Hij
herinnert zich echter niet te hebben gehoord
dat de burgemeester zou hebben gezegd:
„Nederland moet maar bij Duitschland wor
den ingelijfd".
De volgende getuige was ae fabrikant A.
H. Ledeboer te Almelo, die ook aan den
maaltijd had' deelgenomen. Getuige heeft
niet gehoord, dat de burgemeester op ver
eeniging van Nederland met Duitschland
aandrong.
Getuige verklaart nog dat hij positief weet
dat de burgemeester gezegd heeft, enthou
siast te zullen zijn, als hij de vlag zou kun
nen uitsteken, wanneer de Duitschers bin
nenrukten. Ook herinnert getuige zich nog
iikele andere, z. i. ontoelaatbare uitdruk-
Daarna kwam wethouder Reuver uit Oot
marsum voor. Deze bevestigt, dat omstreeks
September van het vorig jaar politieke ge-
prekken zijn gevoerd in het college
laarbij heeft de burgemeester op zoodanige
wijze over Duitschland gesproken, dat get
iet ontoelaatbaar achtte.
Vervolgons verscheen de gastheer van den
jachtmaaltijd, Ir. G. Janninck uit En-
'iede als getuige. Hij beklaagt zich over
t optreden van de recherche, daar hij
meent, dat deze een verklaring van hem
een zekere richting wenschte. Overige
vond hij wel. dat het niet geheel in den
'mak was, wat de burgemeester had gezegd,
iloch daar dit in een besloten partij was
,'<\sehied, vond hij dit niet zoo erg. Positief
bestrijdt hij. dat de heer von Bonninghau-
ii over inlijving bij Duitschland zou heb
ben gesproken.
Positieve verklaringen
Wethouder Joosten was de volgende ge
tuige. Deze is zeer positief in zijn mede-
deelingen en verklaart, dat de burgemeester
wel degelijk over een inlijving bij Duitsch
land heeft gesproken.
Hij heeft dat bevestigd aan Mr. Meerburg
uit Enschede, die inlichtingen bij hem vroeg
daar hij een klacht wilde indienen tegen
den burgemeester. Ook herinnerde spreker
zich absoluut, dat de burgemeester ontoe
laatbare uitdrukkingen heeft gebezigd in
vergaderingen' Van B. en W. Toen de burge
meester zeide, dat hij een der eersten zou
zijn, die zou meemarcheeren als de Duit
schers zouden binnenrukken, had de
meente-secretaris Weustink nog geant
woord: „dan wordt u zeker gouwleider".
Daarna werd de gemeente-secretaris ge
hoord. Hij verklaart op zeer goeden voet te
hebben gestaan met den burgemeester. "De
verhouding tusschen dezen en de wethou
ders was echter bijzonder slecht, vooral
de laatste tijden. Getuige kan zich iniets
herinneren van bezwarende uitlatingen
den burgemeester, die hij in-vergaderingen
van B. en W. toch zeker had moeten hoo-
ren. Ook ontkende hij, de woorden te heb
ben gesproken „aan wordt u zeker gouw
leider". Getuige trekt de geloofwaardigheid
van wethouder Reuver in twijfel, daar deze
een minder mooie rol heeft gespeeld bij de
benoeming van s.ecretaris, waarin getuige
betrokken was. Over het beleid van den
burgemeester heeft de secrëtaris veel lof.
Ten slotte worden nog enkele getuigen
gehoord, o.a. de industrieel Smulders uit
Lonneker, die ook deelnam aan den jacht
maaltijd.
Pleidooien
Bij de pleidooien, na de pauze gehouden,
was het woora het eenst aan Jhr. Mr. von
Bönninghausen, die alles terugbracht op
laster cn wraakneming. Tot de zaak zelf
komende, zeide pleiter, dat dit de eenste
keer is, dat een burgemeester in beroep
komt. PI. besprak de juridische middelen,
volgens welke het ambtenarengerecht zijns
inziens wel competent is in deze zaak te be-
beslissen. De burgemeester is immers in open
baren dienst. De goede trouw van den mi
nister nam pl. aan, doch deze is bij zijn
onderzoek te. onvoorzichtig geweest.
In de laatste faze van den strijd heeft
men den burgemeester pro Duitsche gezind
heid verweten, hetgeen o.m. beteekent, dat
hij heiden, anti-semiet en landverrader is.
Alles kan men in Nederland zijn: pro Enge
land, pro Negus, pro Zogoe van Albanië en
pro rood Spanje, maar niet pro Duitsch.
Anti Duitsch heeft men tot nationale plicht
verheven, aldus pl.
Dc rijksrecherche is niet objectief te werk
gegaan.
De getuigenverklaringen geven geen aan
leiding tot bevestiging, dat de burgemeester
anti-nationale uitlatingen heeft gebezigd,
aldus pl., die voorts uitdrukkelijk opkwam
tegen het ontslag en bestreed dat de kroon
een burgemeester zonder meer kan ontslaan
en verder van alles af is. Zeker is het niet
behoorlijk cn burgemeester te ontslaan, die
twaalf jaar in volle plichtsbetrachting zijn
functie vervuld heeft.
Pl. conclusie is, dat het ambtenarenge
recht dient uit te spreken, dat het ontslag
onwettig is en subs, cLat de kroon het ont
slag eervol had moeten verleenen.
Daarna kreeg de raadsman der kroon, Mr.
Mulder, het woord. Hij bestreed, dat er on
rechtmatig is gehandeld. De kroon kan wel
zeker te allen tijde ontslag verleenen en d
burgemeester is geen ambtenaar in den zi
der ambtenarenwet. Hij bekleedt een positie
van vertrouwen en slechts zoolang dit ver
trouwen bestaat, kan hij gehandhaafd blij
ven. Dit is echter een zaak van beleid. Een
beroep op het civiele recht heeft geen zin,
want hier komt het publieke recht ter spra
ke. Pl. meende, dat het beroep dient te wor
den afgewezen.
Over de zaak zelf, zeide Mr. Mulder, dat
de minister zeer voorzichtig is te werl
gaan. Niet ter zake doende details, die bo
vendien niet voldoende beoordeeld konden
worden, zijn buiten beoordccling gelaten.
Thans had pl. kunnen eischen, dat de ge
tuigen niet gehoord zouden worden, daar
het ambtenarengerecht niet competent is,
doch in overleg niet den minister is dit niet
geschied, omdat de minister zich niet tegen
openbaarheid wilde verzetten, nu de ontsla
gene dit wenschk Formeel 6taat het vast,
&at lasterlijke termen zijn gebruikt Daar
om is een dergelijke burgemeester niet te
handhaven, vooral zoo dicht bij de grens.
Pl. laakte het optreden van den burge
meester tegenover Gedep. Staten bij vroege
re gelegenheden. Voor een eervol ontslag
was geen aanleiding.
Bij de twee herbenoemingen is reeds veel
consideratie gebruikt.
Pleiter concludeerde tenslotte, dat de
deringen dienon te worden afgewezen.
Nadat dc uitspraak op 7 Juli was be
paald, werd hierop de zitting gesloten.
Anthony Eden bespreekt met den
Frarischen minister Paal Reynaud den
internationalen toestand tijdens zijn
bezoek aan de Fransche hoofdstad
Nieuwe burgemeester van
Groot Ammers, Langerak en
Nieuwpoort
De heer J. Brouwers benoemd
Tot burgemeester van de gemeente Groot
Ammers, Langerak en Nieuwpoort is met
ingang van 1 Juli 1939 benoemd de heer J,
Brouwers, Adjunct-Commies ter gemeen
tesecretarie te A a 11 e n.
De nieuwe burgervader is in 1906 te Zalt
Bommel geboren. Na het doorloopen van de
lagere school ontving hij zijn opleiding aan
de Vijfjarige HBS cn ging vervolgens stu-
deeren aan de Rijks Universiteit te Utrecht
in de Wis- en Natuurkunde. Daar hij in de
ze studie geen voluoening vond en de ge
meente-administratie hem aantrok, ging hij
na een jaar over tot de gemeente-admini
stratie cn werd volontair te Zalt Bommel,
zijn geboorteplaats. Met onderbreking van
een jaar wegens opleiding tot reserve-offi
cier bij het Reg. Wielrijders, bleef hij in dia
functie werkzaam tot 1931, in welk jaar hij
benoemd werd tot adjunct-commies te Aal
ten. Sedert 11 April is hij als le Luitenant
in dienst bij het eerste Bataljon Wielrijders
dat voor de grensbeveiliging te Apeldoorn
gelegen is.
De heer Brouwers is een frissche persoon
lijkheid, die door zijn optreden in den Gel-
derschen Achterhoek veler harten heeft we
ten te winnen. Hij gaf zich aan allerlei
Christelijke actie con amore. Van de Chris
telijke Oranjevereeniging was hij eenigeq
tijd bestuurslid en den hulpraad yoor 54en-
clingsstudie diende hij langen tijd als sec
retaris.
Hij is Ned. Hervormd en lid van de A.Rj
Partij.
Felle brand te Rijswijk
Twee woonhuizen in de asch
RIJSWIJK, 17 Juni. In de gemeente Rijs
wijk (N.Br.) is gisteren een woonhuis, toe-
behoorende aan den heer T. J. van Heule-
kum en bewoond door twee gezinnen, tot
den grond toe afgebrand, het grootste ge
deelte der inboedels ging verloren. Een aan 't
huis grenzende schuur, waarin hout was op
geslagen, werd eveneens een prooi der vlam
men, terwijl tevens een daar tegenover ge
legen bakkerij ernstig door het vuur te lij
den had. Het bij deze bakkerij behoorende
woonhuis kon gespaard blijven. De oorzaak
van den brand was het ontploffen varï gen
benzinelamp, welke een schilder bij zijn
werk gebruikte.
BOERDERIJBRAND TE DENEKAMP
DENEKAMP, 17 Juni. Gistermiddag om
streeks vier uur ontstond door onbekende
oorzaak brand in de boerderij van den land
bouwer H. Engelbertink aan den Brandlich-
terweg alhier. De bewoners slaagden er
met veel moeite in het brandende perceel te
verlaten. Van den inboedel kon niets worden
Nog voordat dc brandweer van Dene
kamp ter plaatse gearriveerd was, la
boerderij reeds in asch. Ook de hooioogst
ging verloren.
BIJ HET SPELEN VERDRONKEN
MAASSLUIS, 17 Juni. Gistermiddag om
streeks half vijf is de zevenjarige P. Brui-
nings bij het spelen in het Hellinggat ge
raakt en verdronken. De politie slaagde er
wel in den knaap spoedig op het droge te
brengen, maar kunstmatige ademhaling ver
mocht niet de levensgeesten op te wekken.
Tot commandant van het te Ede op te
richten 12de regiment motor-artillerie zal
benoemd worden luitenant-kolonel G. P.
Granpré Molière van het 'derde regiment
veldartillerie.