Gloxinia
AZALEA'S
MOLENAAR's
KINDERMEEL
SCHATTIG
l
WAGENKLEEDJE
STRIJKEN
Vert
rouwen
„VAN EN VOOR DE VROUW"
UITGAVE VAN DE VTJF SAMENWERKENDF CHRISTELIJKE DAGBLADEN
12—17 JUNI 1939 A'
Voor Kamer en Tuin
schaaltje flink aanspreken en dit misschien
onbewust doen, omdat ze gevoelen, dat sui
ker hun nieuwe krachten geeft. Hy deed
ook onderzoekingen in een kamer, waarvan
de luchtdruk veranderd kon worden; zoodat
de aanwezigen op verschillende hoogten
kwamen en proeven op de werking hunner
longen genomen konden worden. De geleerde
kwam tot de ontdekking, dat het organisme
het noodzakelijke suikergehalte sneller ver
bruikt naarmate men hooger stijgt en het
gebrek aan suiker, ziekteverschijnselen kan
geven, waarom het juist voor menschen, die
zich op een bepaalde hoogte bevinden goed
is om meer suiker tot zich te nemen. Reeds
de hooge lucht geeft het organisme m«
verwerden, terwijl tevens nog de bediening
van het vliegtuig veel inspanning, dus ver
bruik van energie met zich brengt. Zij heb
ben tengevolge hiervan behoefte aan eer
grooter suikerverbruik.
De
DE fraaie kamerplanten van den voor
zomer, de Gloxinia's, met de groote,
styve, viltig behaarde bladeren en in het
midden de fluweelige, groote klokvormige
bloemen in allerlei fraaie kleuren en vaak
in groot aantal, sieren weer de kamers.
Wie lang genot van deze prachtige bloemen
wil hebben moet ze niet in de felle zon
zetten, maar wel in het volle licht en op
een warme plaats. Niet alleen voor de zon,
doch ook voor tocht is deze Zuid-Amerikaan
zeer gevoelig en mede voor droge lucht. Als
de lucht in de kamer droog is, doet men
goed de bladeren van de Gloxinia geregeld
wat te besproeien; men moet daarbij zorg
dragen, dat de bloemen niet nat worden,
want ze zouden leelyke vlekken krijgen en
afsterven.
Tijdens den bloei moet de plant, zooals
alle bloeiende planten (we herhalen het
nog maar eens) veel water hebben. Dat wil
niet zeggen, dat het schoteltje geregeld vol
met water moet staan. Dat is zelfs fout:
mag geen water in het schoteltje onder de
pot blijven staan.
Na den bloei geven we geleidelijk aan
minder water en zet men de plant meer in
de zon. De bladeren sterven dan af. Is dit
het geval dan neemt men de knol uit de
pot en bewaart deze op een koele, vorst vrije
p.aats, die niet al te vochtig moet zijn, daar
ze dan kans loopt te schimmelen en te be
derven. Heel goed is het ze in droog turf
molm te bewaren.
In Februari of begin Maart zal de knol
weer uit gaan loopen. Men kan dit iets be
spoedigen door ze begin Februari reeds op
vochtig turfstrooisel te leggen. Zoo spoe
dig de jonge spruiten zich vertoonen wordt
de knol in een niet te groote pot geplaatst
de bladeren moeten er straks gemakke
lijk over heen groeien waarbij men als
aarde voedselrijke, luchtige potgrond ge
bruikt; een mengsel van bladaarde, oude
koemest, turfmolm en zand. Groeit de plant
wat heel zwaar uit, dan kan men ze heel
goed nog eens overplanten in een pot, die
jets grooter is. Dit is zelfs beter dan dade
lijk een te groote pot te nemen.
Bij het water geven lette men er vooral in
het begin op, dat het gietwater de jonge
bladeren of bladstengels niet raakt. Men
loopt anders gevaar dat rotting optreedt.
Tijdens den groei geven men zoo nu en dan
een licht aftrekseltje van gier of beter nog:
men geve een van de meerdere goede ka
merplantmeststoffen in de aangegeven
hoeveelheid.
Gloxinia tusschen Adiantum
hangt van de soort af. Dus als u weet wan
de plant het vorig jaar in vollen bloei
stond, kan men den tijd bepalen, wanneer
de plant in de warmte moet gezet worden.
Dan geve men weer meer water en sproeie
veel. Dit laatste totdat de bloemknop begint
te kleuren. Daarna niet meer, want dan
zouden er doode plekken aan de bloemen
komen.
Is suiker een genotmiddel
of inderdaad noodzakelijk
overhouden
ALS de Azalea's in de kamer hun plicht
gedaan hebben en uitgebloeid zijn,
worden ze meestal, na een tijdje zeer stief
moederlijk behandeld te zijn, weggeworpen,
Toch is het wel mogelijk ze over te houden
om ze het volgend jaar weer in bloei te
krijgen, al zal deze bloei dan misschien niet
zóó rijk zijn, als toen men de plant
bloemist heeft gekregen.
Wanneer de overblijfsels van de bloemen
verwijderd zijn en de planten op een niet te
warme, doch wel lichte plaats zijn gezet,
terwijl ze niet veel gietwater kregen doch
wel vaak afgespoten zijn. dan hebben ze
een goede voorbehandeling voor de zomer-
kweek gekregen, 't Is dan nu de tijd om
ze buiten te zetten. Niet weggestopt achter
andere planten, doch in het volle zonlicht,
dat noodig is voor de vorming der bloem
knoppen. Alleen de al te felle zon van elf
uur tot ca twee uur is minder goed voor de
planten.
De plant blijft in de pot, die men vooraf
nieuwe aarde kan geven.
Voedzame luchtige grond is noodig. Zet de
plant met de pot in de aarde en wel
diep, dat er een kuiltje gevormd wordt
te voorkomen dat het gietwater wegloopt.
De azalea moet nl. veel water hebben en
dat wel alle dagen als het niet regent. Ook
moet de plant alle dagen besproeid worden.
Vochtigheid is een eerste vereischte. Eens
per veertien dagen geve men wat mest.
In September haalt men de azalea's weer
binnen en plaatst men ze eerst op een koele,
doch wel lichte plaats. Men geve dan matig
water, doch besproeie veel.
Een week of zes of acht voor den bloei ko
men ze in de warme kamer. Deze bloeitijd
tegenwoordig het stereotype antwoord,
dat men bij het presenteeren van thee aan
dames te hooren krijgt. De persoon in kwes
tie gevoelt zich gelijk een held, omdat ze
met zooveel moed weer een offer aan de
slanke lijn gebraoht heeft.
Is suiker dan inderdaad voor degenen, die
van snoepen houden, een prikkeling
den smaak, een vijand voor de slanke lijn,
indien met mate gebruikt? Of heeft het dan
toch inderdaad wel waarde? De voedings
specialist Walter Sommer schrijft: „In
tuurlijk gegroeide suiker heeft de natuur
den mensch een bron van geconcentreerde
kracht gegeven".
Wanneer Sommer den nadruk legt op „na
tuurlijk gegroeide suiker," dan wil dit zeg
gen rietsuiker en druivensuiker. Het is dan
ook bijzonder aan te bevelen om suiker
houdende vruchten te eten, vooral druiven,
terwijl honing niet vergeten mag worden.
De waarde van suiker als voedingsmiddel
bestaat hierin, dat het vele koolhydraten
bevat. Om het menschelijk organisme de
noodige opbouwende stoffen, kracht
warmte te verschaffen, heeft het noodig
plm. 45 gram vet, 30 gram eiwit, 15 gram
voedingszouten en ongeveer 300 gram kool
hydraten. Het spreekt van zelf, dat niemand
eraan zal denken 250 gram suiker per dag
te gaan gebruiken, doch in alles wat men
gebruikt is een kleine hoeveelheid suiker
aanwezig, in koffie, thee, nagerechten, coiri-
póte, koekjes, biscuits, bonbons, enz. Indien
men zulks niet op medisch advies doet
geen bijzondere reden aanwezig is, behoeft
suiker niet angstvallig te vermijden.
Het is bekend, dat het gebruik van suiker
by inspannende tochten buitengewoon goed
werkt. Aan te bevelen is dan ook een aantal
klontjes mede te nemen als men groote
fiets- of wandeltochten maakt.
Wanneer men bang is, dat een normaal ge
bruik van suiker in koffie en thee te dik
maakt, 1-an men beter dagelijks gymnas
tiekoefeningen doen en veel gToenten
vruchten eten, dan het geheel na te laten.
Zeer interessant is in dit verband het kort
geleden ingestelde onderzoek van een Ber-
lijnschen professor, die o.a. opgemerkt heeft,
dat vliegeniers bij hun ontbijt het suiker-
zei de dokter
Mode détails
De coupe der moderne japonnen is zeer
eenvoudig en maakt het meermalen noodig,
dat men er kleine garneeringen op toepast,
hetzij in den vorm van garnituren, dan wel
enkele aparte knoopen, een ceintuur, hand-
of machinaal borduursel, stiksels en wat
dies meer zy.
Behalve witte garneeringen ziet men vooral
op zwart gaarne ietwat sprekende kleuren
toepassen o.a. cyclamen, fuchsia, chartreuse,
groen en ietwat hard rose.
Handschoenen, tasschen en schoenen zyn
niet minder aan het modebeeld onderwor
pen dan garneeringen en moeten zelfs afge
stemd worden op deze laatste of op de
japon, den hoed of op den mantel. Waar
groote harmonie van kleuren moet
bestaan tusschen hoofdzaken en détails is
het voor de vrouw met een beperkt inko-
zeer zeker gewensoht om haar Wee
ding in een hoofdkleur te nemen, hetzij
zwart, blauw of bruin. De mogelijkheid
wordt aan iedere vrouw gegeven om een
persoonlijke noot aan te brengen. Als mate
riaal voor garnituren wordt kunstzijden,
linnen, piqué, ninon, georgette e.d. aange
wend, afhankelijk van welken vorm men er
denkt te geven.
De meeste halsafwerkingen zijn hoog; links
irindt men enkele flatteuse garnituren voor
eenvoudige en gekleede japonnen.
De ceintuurs getuigen van veel fantasie, zijn
meestal smal, doch hebben heel dikwijls
aardige versieringen, zoodat zij interessante
effecten op een japon aan kunnen brengen.
Op dof leer ziet men applicaties van lak
leer, ook werken plaatjes van gekleurd ga-
laliet aardig. Ceintuurs van passement-werk
zijn up-to-date. Handschoenen met groote
kappen hebben afgedaan en zelfs bij zomer -
sche japonnen ziet men korte handschoenen
dragen. Kleurige stiksels, tres en andere
versieringen geven een geslaagde werking,
terwijl geperforeerde randen en geschulpte
lijnen veel toepassing vinden.
WOL SPECIALIST
DE NIEUWE WOLBAAL
Jon kerf ra nsstraat 117
Tel. 51992, bij Goudtcheslngel
Schiedamscheweg 65
Telel. 31774, naart Barvoet»
■k ROTTERDAM
van Scheepjes Jumperwol
Iets over
STRIJKEN is niet half zoo vermoeiend,
indien men het goed doet, d.w.z. op de
juiste manier. In de eerste plaats moet de
noodige aandacht aan de hulpmiddelen wor
den besteed. De strijkplank moet noch te
breed noch te smal zijn en de bedekking
hiervan verdient zeker niet minder de aan
dacht. Men moet om goed te kunnen strij
ken een vrij dikke onderlaag hebben, b.v.
een enkele malen in de lengte opgevouwen
oude wollen of moltonnen deken, die aan
alle kanten omgeslagen en op de achterzijde
vastgespijkerd wordt. Het overtrek, bestaan
de uit gewasschen katoen of gemaakt van
een oud laken, kan men met banden vast
maken of met punaises op de achterzijde
van de plank. Steeds moet men brandplek-
ken trachten te voorkomen en het ijzer op
een asbestplaatje zetten, of wel op een voor
dit doel bestemden standaard.
Het invochten van de wasch moet met over
leg geschieden, en het best kan men er een
sproeiertje voor gebruiken, daar dit het
water gelijkmatig verdeelt. Sommigen ge
ven de voorkeur aan een kwast.
Aan het invochtwater dat lauw zijnde beter
in het waschgoed trekt, voegt men een thee
lepel borax toe, waarna het goed bij het
strijken een mooien glans krijgt. Het inge
vochte waschgoed mag niet te nat zijn en
wordt stevig opgerold eenige uren weg gezet,
doch niet, zooals wel eens gebeurt, meerdere
dagen, waardoor leelijke vlekken ontstaan.
By het strijken zal men eerst de warmte
van het ijzer moeten probeeren en gasijzers
worden eerst op een waslapje afgewreven.
Men kan voor dit doel ook stukjes kaarsen
bewaren, deze in een zakje naaien en hier
over, vóór men gaat strijken, het ijzer eenige
malen heen en weer bewegen.
Hoofdzaak is steeds, dat men by het strij
ken den loop der draden volgt!
Wollen stoffen worden op den verkeerden
kant gestreken over een vochtigen doek.
Katoen wordt met een tamelijk warm ijzer
gestreken, terwijl het evenals batist en
soortgelijke weefsels aan beide kanten ge
streken en goed gevocht moet worden.
Zijden stoffen worden niet ingevocht, aan
gezien hierdoor watervlekken ontstaan, die
moeilijk te verwijderen zyn. Waschzijde en
shantung wordt droog gestreken op den
verkeerden kant met een niet te warm ijzer.
Glimmende zyde is wel zeer gevoelig, en
valsche vormen, door het strijken veroor
zaakt, verdwijnen niet gemakkelijk. Men
moet voor deze materialen een matig warm
ijzer gebruiken.
Klokken en schuine deelen van stoffen
strijkt men naar den loop der draden, dus
niet in de richting zooals de klokkende
ruimte valt Voor mouwen kan men, even
als voor het strijken van plooien aan blou
ses, het best een z.g. mouwenplankje ge
bruiken. Gestreken waschgoed en kleeren
moeten vóórdat men een en ander in kasten
Opbergt volkomen droog zijn, waardoor de
kans op kreukelen vermindert.
Ongeveer 53 X 53 c.M.
BENOODIGDHEDEN:
400 gram Scheepjes Jumperwol in wit, rose
of bleu; 1 knot breikatoen in dezelfde kleur
en een lapje zijde of satijn van 53 x 53
c.M., ook in dezelfde kleur. Willen we het
kleedje in twee kleuren maken, dan hebben
we noodig: 100 gram voor de ondergrond
en 300 gram voor de pompoenen.
Verder gebruiken we een raam, bestaande
uit 4 latten, dat van buiten 70 x 70 c.M.
meet. Op elke lat moeten op regelmatige
afstanden onderling en van de kant. 11
spijkers geslagen worden. De afstanden
tusschen de spijkers van twee tegenover
elkaar liggende latten moeten precies 68
cM. zyn (zie fig. I).
DE ONDERGROND
Tusschen de spijkers van kant A en B dra
den spannen.
Hiervoor beginnen bij kant A, spijker 1 en
om de tegenoverliggende spijker, no. 11 van
lat B, de draad losjes slaan, dan weer terug
naar spijker 1, daar omheen en zoo door
gaan tot de bos 12 draden telt. Dus 6 sla
gen doen. Nu de draad afknippen en begin
en einde samenknoopen. Dit herhalen om
de andere paren tegenover elkaar gelegen
spijkers van lat A en B.
Dan hetzelfde doen met de spijkers van
lat C en D.
Over deze laag komt noS een laag, waarr
van de draden in schuine richting komen
te loopen.
Eerst slaan we nu op het raam ook spij
kers precies op de hoeken, op dezelfde af
standen van de andere als die van elkaar.
We beginnen nu eerst te winden van spy-
WIE baas Korver aan
zag voor een ge
wonen dorpsschoenmaker
die niets anders kon dan
vingerdikke zolen spijke
ren onder plompe boeren
schoenen, bewees daarmee,
dat hij nog nooit wat bij
hem had laten repareeren.
Baas Korver verstond zijn
vak in de puntjes en als er
in dien tijd een schoenma
kersexamen zou geweest
zijn, was hij voor het prak
tisch gedeelte stellig met
glans geslaagd.
Het was een groot gemak
voor de dorpselite, dat ze
zoo'n bekwamen schoen
maker bezaten. Nu be
hoefden ze hun schoenen
niet naar de stad te sturen,
wat toch altijd weer strub
beling en vertraging mee
bracht. De fijnste dames
schoentjes bleven bij baas
Korver keurig in 't model
en hij wist op een haar,
welke zooidikte elk van
zijn klanten graag had.
Daarom brachten de doch
ters der notabelen zoo
langzamerhand allemaal
haar schoenen bij baas
Korver, of natuurlijk, ze
liéten ze brengendat
spreekt. En ze vonden het
heel begrijpelijk, dat zij
voor fijner werk ook meer
moesten betalen, dan de
boeren voor het grovere
Niet lang duurde het of de
schoenmaker had ook het
kasteel tot klant. En dat
beteekende heel wat. Hel
Kasteel zat vol bedienden
en meestal vol logé's die
ook weer bedienden bij
zich hadden. Voor dat
wereldje apart mocht hij
al gauw al wat aan sóhoei-
sel gedragen werd, repa
reeren en, daar het Kasteel
nog al afgelegen stond,
werd hij soms uitgenoo-
digd met een collectie
nieuwe schoenen op zicht
te komen. Zoo zag hij zich
herhaaldelijk de leverantie
van livreischoenen opge
dragen, wat hem aardig
wat in 't laatje bracht. Als
Baas Korver niet zoo'n
groot gezin bezeten had en
er niet zooveel zieke dagen
in zijn gezin geweest wa
ren, zou hij gauw een man
in bonis geweest zijn. Nu
bezat hij geen bankkapi
taal, maar toch was hij
dankbaar, dat hij zoo zicht
baar gezegend werd, wat
zijn werk betrof. Hij kon
zijn gezin met eere groot
brengen en de dokter be
hoefde nooit op de beta
ling van zijn rekening te
wachten. Naar mensche-
lijke kortzichtigheid zou
dat wel zoo doorgaan, tot
al de kinderen groot wa
ren en als Baas Korver en
vrouw Korver dan oud
zouden zijn, konden ze
wel een sommetje op zy
gelegd hebben, om stille
tjes ervan te gaan leven.
Zuinigjes aan natuurlijk,
maar dat gaf niet, dat wa
ren ze gewend.
Evenwel, „vest op prinsen
geen betrouwen". Ook niet
op Jonkers, die een kasteel
bewonen.
Daar kwam een mooie
baan van brug- en sluis
wachter. En de Jonker
had die baan te vergeven,
zeker wegens oude heer
lijke rechten of zoo, Nu
was hij zijn schoenmaker
zeer genegen en toen hij
hoorde, dat de oude brug
wachter gestorven was,
riep hij: „de brugwachter
is dood, leve de brugwach
ter1." Want in zijn gedach
ten had hy baas Korver al
benoemd.
Zoo spoedig mogelijk liet
hij den schoenmaker ont
bieden om hem persoon
lijk het blijde nieuws mee
te deelen. Toen baas Kor
ver voor hem stond en
van den Jonker hoorde, dat
kijk, ziet u, mijnheer de
Jonker, ik kan dat baantje
niet aannemen."
Nu zakte bij den Jonker
de mond open van verba-
,fliet aannemen?"
Hoog keken de strenge
oogen van den Jonker baas
Korver aan. Ze vroegen
gebiedend nadere verkla
ring. Zoo iets ongehoords
was hem nog nooit over
komen. Zijn blik bedoelde
vernietigend te zijn. Maar
de bescheiden figuur van
hij tot brugwachter be
noemd was, draaide hij
bedremmeld zijn pet in
zijn pikhanden rond en
keek strak naar de punten
van zijn schoenenalsof hij
daaraan een fout ontdekte.
De Jonker had een geest
driftige dankbetuiging ver
wacht en werd wat onge
duldig, nu baas Prik daar
zoolang mee wachtte. Of
kon de man soms van ver
rassing en blijdschap geen
woorden vinden? Wacht,
hij zou hem wat op gang
helpen.
„Je houdt genoeg tijd over
om je vak te blijven uit
oefenen," begon hij.
Nu kuchte baas Korver,
slikte, kuchte weer en
eindelijk lukte het hem.
van wal te steken, Ja
den schoenmaker scheen
te rijzen, nu het er op aan
kwam voor zijn overtuiging
uit te komen.
,Ja, kijk, ziet u, mijnheer
de Jonker, de brug vraagt
de meeste bediening op
Zondag, dan komen de
plezierbooten er door en..."
,.Nu, wat zou dat?" De
toon van den Jonker klonk
dreigend. Was die schoen
maker te lui om z"n han
den uit z?n Zondagsche
mouwvest te steken?
„Ja, kijk, ziet u, mijnheer
de Jonker, zes dagen zult
gij arbeiden en al uw werk
doen. En de zevende dag
is de Sabbath des Heeren."
Even zweeg de Jonker
Dan barstte hij uit: „Ah
zoo, waait de wind uit dien
hoek. Dan heb ik je één
ding te zeggen. Ik weet
óók, wat er in den Bijbel
staat. De knecht moet zijn
heer gehoorzamen. En op
't oogenblik ben ik jouw
heer en ik gelast je dat
baantje aan te nemen.
Man, ik moet je voor je
zelf beschermen met je
dwaze nonsens. Denk om
je gezin. Wie gooit er nu
zooiets weg, alleen omdat
hij een paar keer op Zon
dag een brug moet open
draaien. Werk kun je het
amper noemen."
>tJa. kijk, ziet u, mijnheel
de Jonker, men moet Gode
meer gehoorzamen dan de
menschen. Ik mag die be
trekking niet aannemen."
,fian ben je van nu af aan
het kasteel kwijt."
De Jonker probeerde het
met hooghartige kalmte te
zeggen, maar de drift tril
de in zijn stem. 't Was ook
meer dan ergerlijk. Die
schoenmaker was heele-
maal van hem afhankelijk
en die durfde het bestaan
hem, den Jonker, zoo goeó
als een klap in 't gezicht
te geven. Maar hy zou
hem wel klein krijgen. Na
het kasteel zou de dorps
elite natuurlijk volgen en
je zou eens zien, hoe gauw
baas Korver dan zoete
broodjes kwam bakken.
Zeer ontdaan kwam baas
Korver by zijn vrouw. Die
was het volkomen met
haar man eens. Ze was
blij, dat hij zoo en niet
anders gehandeld had. In
stilte hoopte ze echter, dat
de Jonker zijn bedreiging
niet zou uitvoxren. Maar na
enkele weken bemerkte
ze, dat het hem wel dege
lijk ernst was geweest.
Haar man was het kasteel
kwijt en na enkele maan
den kreeg hij ook geen
fijne notabelenschoenen
meer te repareeren. Ook de
boeren en neringdoenden,
die van het kasteel afhan
kelijk waren, ontzegden
hem de klandizie. Zoo zag
hij de armoe tegemoet.
Hij bleef echter op God
vertrouwen en daar hij
een gerust geweten had,
beraamde hij kalm een
plan - op een andere
manier zijn brood te ver
dienen.
Op zekeren dag zagen de
dorpsbewoners hem met
een handkar, een soort
toko op wielen, den boer
opgaan. Vrouw Korver
herschiep haar voorka
mertje in een winkeltje,
waar borstelwerk en aan-
verwante artikelen billijk
te koop hingen.
En weer werden ze ge
zegend. De handel kon ge
stadig uitgebreid worden.
De verdienste was zelfs
zoo ruim, dat baas Korver
zijn zuons kon laten „lee-
ren", wat altijd een harte-
wenscli van hem was ge
weest. Dat zou nooit ge
kund hebben, als hij schoen
maker gebleven was. Zelfs
niet met de brugwachters-
baan er bij. Zoo werd zijn
vertrouwen niet be
schaamd. En wat de men
schen ten kwade gedacht
hadden, keerde God ten
goede voor den man. die
Zijn geboden had onder
houden.
ker 2 van lat C naar spijker 10 van lat A,
van spijker 3 van lat C naar sp. 9 van lat
A, zoo doorgaan, tot en met spijkers 2 en
10 van lat D en B. Ook tusschen de hoek-
spijkers. Nu in de andere richting net zoo.
(Zie ook teekening II).
Deze bossen hoeven niet apart afgehecht te
worden, we kunnen van de eene bos naar
de ander gaan, zonder de draad af te knip
pen en vast te knoopen.
We nemen als dit klaar is de breikatoen en
binden daarmee op de kruispunten van 4
bossen alle draden stevig aan elkaar vast.
(Zie teekening II). Een paar slagen er om<
heen doen en een flinke knoop erop aan
de achterkant; er komen dus 121 knoopen
in 't geheel.
DE POMPOENEN
Op de ondergrond worden op dezelfde
manier als boven beschreven telkens tus
schen twee recht tegenover elkaar liggende
spijkers bossen van draden gespannen.
Maar iedere streng moet nu "i* 60 draden
bestaan.
Ook deze werkwijze toepassen in de andere
dwarse richting, maar niet in schuine rich
ting. Nu deze bossen wol met een dubbele
draad heel stevig aan de eerste knooppun
ten verbinden. Dit moet heel secuur gebeu
ren, anders laten de pompoenen los! Is de
knoop gemaakt, dan laten we de draad
achterom 't werk naar het volgende knoop
punt loopen en werken dat af, enz.
Als alle knoopen gelegd zijn, worden de
laatst gemaakte bossen van 60 draden tel
kens midden tusschen twee knooppunten
doorgeknipt. Oppassen, dat de draden van
de ondergrond niet beschadigd worden.
Boven een stoomende ketel water werken
we nu met de hand de pompoenen mooi1
omhoog.
Vervolgens maken we 't werk van het raam
los door de kantdraden opzij los te knip-
Nu moeten alle draden nog netjes gelyk
geknipt worden en de pompoenen mooi bij-
gerond en het wagenkleedje is klaar.
Voor de afwerking zetten we er het lapje
zijde nog met een onzichtbaar steekje ach
ter.
GUur -PcvrvclsHjen
reiffi olot op
Stoom- Wasch- en Strijkinrichting
„AURORA"
W. SPIERENBURG C.Wzn
UTRECHT
KONINGSWEG 56 TELEFOON 11165
Postrekening No. 43430 Opgericht 1856
Geheel naar de eischen destijds ingericht
Wascht uitsluitend met norionwater
VRAAGT TARIEVEN
naar Uw verkiezing: een gouden,
n een bctooverende glanst
■pooling Lu in in o v. Verkrijgbaar
parfumerie-winkels en groote
een plantaardige kleurspoellng,
een creatie van de „LaboratolrOB