RKJE
is dus een spel met het gegeven woord gespeeld,
dat men aarzelt te quali/ficeeren; men is niet al
leen afgegleden van wat twintig eeuwen van
Christendom in West-Europa als goddelijk gebod
hebben gepredikt, in nazi-kringen zal men
zulks licht achten, doch eveneens van de Ger-
maansche trouw, die men als een deugd van „Blut
und Boden" zegt te verheerlijken. Is het wonder,
dat waar het hu dige regiem van onze oosterburen
zich zoo in alle opzichten onberekenbaar betoont,
er bij vele volkeren, die in de Duitsche grens
zone liggen, behoefte wordt gevoeld aan een coa
litie tegen agressie, waarover men van Duitschen
kant zich zoo verontwaardigt?
Terwijl Duitschland er niet in slaagt, zijn relatie
met Japan precies zoo nauw te maken als het om
militaire en strategische redenen wel zou willen,
heeft Engeland tot op heden evenmin suoces ge
had in zijn pogingen, Rusland zonder meer in zijn
driebond te betrekken. Ook de Russen blijven re
calcitrant, daar zij de gelegenheid wenschen uit te
buiten, om hun geheele Europeesche grens van
waarborgen te voorzien. Hun bijzondere zorg is
.gericht op Finland, Estland en Letland, die in hun
anti-Moskou-houding blijven volharden, en van
Russische bescherming niet het minste willen we
ten. Wel sloten beide laatstgenoemde republieken
zoo juist een non-agressie-verdrag af met Berlijn,
hetwelk zich daardoor zekerder van zijn positie
in de Oostzee is gaan gevoelen. Duidelijk is, dat
nok thans noch de „as", noch de veiligheidscoalir
tie hun definitieven vorm hebben weten te berei
ken. De periode van overgang, die vol is van al
lerlei onderhandelingen en besprekingen, schijnt
zich schier eindeloos te willen' rekken. Binnen
kort zal nu een vooraanstaande ambtenaar van
het Foreign Office naar de Russische hoofdstad
vertrekken, teneinde de zaken aldaar te stimulee-
xen. De vrees voor oorlog, tot voor betrekkelijk
kort nog vrij algemeen, is intusschen vervluchtigd
en heeft plaats gemaakt voor een soort van uni
verseel ongeduld om te weten, waaraan men nu
feitelijk in politis toe is.
BINNENLAND
VUUR en warmte hebben veel met elkaar te
maken. Over en weer zijn ze menigmaal
oorzaak en gevolg. In deze vervroegde hondsdagen
merken we dat maar al te zeer. We kunnen wel
haast spreken van het jaar der „groote droogte",
want zeltfs in het laaggelegen polderland verlangt
men naar regen. Eerst was het weken aaneen bar
koud, zoodat het een sprookje leek om April gras
maand te noemen. De jonge groente worstelde om
het hoofd boven de aarde te houden en zelfs in
het gras zat geen groei. Vervolgens begon de
periode van droogte: op dit oogenblik duurt deze
reeds ruim drie weken. Dat is voor waterland
wel heel lang. En daardoor zette de late groei nog
niet door, zoodat het vee de weilanden kaal houdt.
Alleen op enkele lage stukken staat behoorlijk
gras en daar wint men met dit weer geurig hooi.
De droogte heeft echter nog een ander gevolg.
Zooals trouwens elk jaar. Vroeger wisten we bij
voorbaat, dat onder deze omstandigheden het
veen ging branden ter plaatse waar het niet ge-
wenscht is. Ook hei en bosch liepen gevaar, vooral
wanneer de treinen er door. reden en de stokers,
roekeloos, brandende sintels naar buiten wierpen.
Maar deze branden trokken toen minder de aan
dacht dan tegenwoordig, omdat de heide zoo in
gekrompen en de restanten zoo gezocht zijn en
omdat de boschbouw van zoo groote beteekenis
is geworden in allerlei opzidht. Dit jaar komt er,
echter bij, dat de omvang der branden elke maat
tart en schier niet in te perkefa is; terwijl de
ergerlijkste factor is, dat in meer dan één geval
aan kwaadwilligheid gedacht moet worden.
De vorige week waren er reeds eenige kleine en
twee zeer groote bosch- en heidebranden te
registreeren: deze week is de lijst eindeloos en
het aantal vernielde hectaren sdhiër onbegrensd.
Op volledigheid maken wij dan ook geen aan
spraak, als we enkele plaatsen noemen: Leusder-
heide met laag struikgewas; 50 ha. bosch en
heide, waaronder jong dennenhout bij Beekber
gen; een ontstellend aantal in Oostbrabant,
o.a.'bij Bakel, waar 10 ha. in vlammen opging,
zoodat in de afgeloopen veertien dagen alleen al
in het Oosten van, Noord-Brabant evenveel bosch-
en heidegrond door brand verwoest is als in 1938
in het geheele land; de Heerlerheide en bosch
en hei bij Venlo; een begin van brand in de
„Kakert" bij Sohaesberg, dpch in de kiem ge
smoord en zoo ook bij Zeist en Rhenen; een
tijdig ontdekte brand bij Crailoo in het Gooi;
binnen enkele kwartieren werden in de omgeving
van Radio Kootw.ijk verschillende vuurhaarden
ontdekt; ten Noorden en ten Zuiden van de radio-
masten, welke een oogenblik gevaar liepen, wer
den ruim honderd hectaren Veluwsch natuur
schoon zwartgeblakerd. Veel kiein wild, dat voor
het vuur op de vlucht sloeg, werd door den rook
verstikt en verbrandde levend; een heidebrand
by Vledderveen; en ten slotte, om niet meer te
266
noemen, eenige kleine branden in de Bosdhjes Van
Poot (den Haag), welke echter aan 1000 boomen
het leven kostten.
Nederland is de laatste weken veel en veel armer
geworden: armer aan bosch en armer aan natuur
schoon. Terwijl als zeer pijnlijke factor er, als
gezegd, nog bij komt, dat men al spoedig aan
kwaadwilligheid moest denken en thans vaststaat,
dat er onverlaten zijn. die opzettelijk volk en
vaderland van veel moois en nuttigs berooven en
dat nog wel zonder er zelf eenig profijt van te
trekken. Want dat is het onbegrijpelijke van deze
misdadigheid: het is louter lust om te vernielen;
het is het nihilisme op maatschappelijk gebied.
Natuurlijk zijn er ook andere oorzaken. We wezen
reeds op de roekeloosheid van stokers van stoom
treinen; erger en uitgebreider is die van rookers,
die eindjes sigaret adhteloos wegwerpen. Laten
wij <lus uitermate voorzichtig en thans nog voor
zichtiger zijn dan ooit. Men sla de waarschu
wingen van de bosohbouwmaatschappijen, van
staatswege en van particulieren niet in den wind.
Rook nooit in bosch en veld, en vooral nu niet,
als gij het vroeger wel eens gedaan hebt.
En wat de kwaadwiligheid betreft, deze staat
thans voor de vreeselijke branden in Oost-Brabant
wel vast: als op de eene plaats het vuur gedoofd
was, brak het elders weer uit. De Eindlhovensahe
en Helmondsche marecheussee's hadden onder-
tusschen luoht gekregen van de brandstichters en
het spoor leidde naar twee personen, inwoners
van de gemeente Aarle Rixtel. Het waren de 19-
jarige M. R. en de 21-jarige tuinier T. v. d. V.,
beden goede bekenden van de Justitie. T. v. d.
V. is de hoofddader van beide brandstichters. Zij
zijn voorgeleid voor den Officier van Justitie, die
hen na verhoor in het huis van bewaring heeft
laten opsluiten. Met een lichte straf mogen zulke
booswichten, die zidh moedwillig vergrepen aan
de rijkdommen van land en volk, er niet afkomen.
Want al onze zorgvuldigheid baat niets, als
kwaadwiligheid van enkele onverantwoordelijke
sujetten in 't spel is.
Naast deze horizontale branden vallen er ook
andere te melden; indirect ook gevolg van de
groote droogte. Want een vonk, welke anders
dooft, vlamt nu uit en zet huis en have in lichter
laaie. Een felle brand teisterde een scheepswerf
te Bolnes, waarbij veel scheepsmodellen en kost
baar hout verloren gingen. Onvermoeid werd
urenlang de strijd tegen de geweldige vuurzee
voortgezet en hoewel de loodsen in elkaar waren
gestort, bleef de vlammenzee nog zeer hevig.
Men heeft het vuur ten slotte kunnen localiseeren
tot de beide loodsen en de inhoud daarvan. Alles
was door verzekering gedekt. Het bedrijf, waar
ongeveer 700 menschen werken, zal gewoon door
gang kunnen vinden, al zal de aflevering van
enkele schepen natuurlijk vertraging krijgen.
In Almelo brak brand uit in het eierenpakhuis
van de A.B.T.B. In een minimum van tijd stond
het gebouw in lichterlaaie, zoodat van de inhoud
niets gered kon worden. De groote massa houtwol
en kisten vormde een gretig voedsel voor het
In Nièuwkuyk woedt, terwijl we dit schrijven, een
geweldige brand, welke reeds zeven boerderijen
verslond.
Voor de rechtbank werd deze week een brand
stichting behandeld, waarvan de verdediger ver
klaarde: „Waneer men dit vonnis als nuchter
imensch leest, dan heeft men slechts één gedachte:
dat is de daad van een waanzinnige". Men kan
dit als een verzachtende omstandigheid aanmer
ken, maar deze wandaad was toch zorgvuldig
voorbereid en uitgevoerd. Uit wraak wegens een
aanstaand, blijkbaar zeer gerechtvaardigd ontslag,
prol^erde een bakkersknecht in Barendrecht het
geheele groote gezin van zijn baas te doen ver
branden. „Aan de menschen had hij heelemaal
niet gedacht" en die waren slechts gered, doordat
in de brandende bakkerij een stalen ring met
geweld lossprong en zooveel lawaai maakte, dat
het gezin wakker werd en haastig de vlucht kon
Om bij de misdadigheid nog even te blijven: een
bandiet sloeg in een wisselkantoor te Heerlen den
bediende met een knuppel neer, doch moest ten
gevolge van diéns hulpgeroep de vlucht nemen;
waarbij hij ontsnapte. Een kostbaas in Leiden
beroofde zijn 83-jarigen kostganger van bijna 1000
gld. en verbraste dit geld voor een groot deel.
Dronken lui in Delft hebban Zondagavond een
politie-agent aldaar, die hen behoorlijk waar
schuwde om wat minder luidruchtig te zijn. zoo
zwaar mishandeld, dat voor zijn leven gevreesd
werd. Gelukkig is dit stel bandieten voor een
groot deel opgepïkt en voorzoover noodig in de
boeien geslagen, maar de man, die zijn plicht deed,
as de dupe van hun brooddronkenheid.
Een ongeoorloofde broodwinning zochten blijkbaar
eenige echte of pseudo-rijwielreparateurs. Naar
.alle waarschijnlijkheid strooiden zij kopspijkertjes
op de rijwielpaden op de Me.rwedebrug bij Muiden
en' boden zij een eind verder hun diensten aan.
Het is vindingrijke misdadigheid.
In Alfen sdhijnt baldadige jeugd te wonen. We
«neenen ons althans te herinneren, dat opgescho
ten jongens daar oorzaak zijn geweest, dat eenige
maanden- geleden een meisje onder een auto
terecht kwam en gedood Werd. Thans hebben
soortgelijke booswichten een meisje met zand in
de oogen gegooid zoodat zij wellicht voor altijd
blind zal worden. En helaas zijn de rakkers niet
gepakt.
Het nieuwe Leüdsche Stadhuis nadert zijn vol
tooiing. Nu de steigers zijn verwijderd, krijgt men
een goeden indruk van het fraaie bouwwerk.
Op den voorgrond de bekende Lakenhal.
Een vreeselijke ramp heeft weer op Schiphol
plaats gehad. Bij een lesvlucht, welke de „Nach
tegaal" van de K.L.M. boven Schiphol maakte,
iverloor het toestel aan de grens van het vlieg
veld hoogte. Het scheerde laag naar den drukken
Schipholweg en raakte daarbij met den rechter
vleugel een hek aan de bermsloot. De vleugeltop
brak af en kwam langs den weg terecht. Het
vliegtuig maakte een slag om en vloog ongeveer
veertig meter verder dwars in een houten wacht-
loodsje van de luchtdoelartillerie die rondom
Schiphol is gelegerd. Zes soldaten van de 11de
compagnie, 19de peloton, die zich in het huisje
bevonden, en op hun stroozakken van de nacht
wake uitrustten, werden min of meer ernstig ge
wond; een van hen is later in het Wilhelmina-
gasthuis aan de bekomen verwondingen bezweken;
het was de milicien Leusink uit Lochem. Voorts
kreeg W. Kwaks een hersenschudding; zijn toe
stand is nog zorgwekkend; J. Tamboer liep een
ribfractuur en een buikperforatie op een Prins
een rechteronderbeenfractuur. De bemanning van
het vliegtuig bleef ongedeerd.
De onbewaakte -overweg bij Almelo vroeg deze
week zijn zooveelste slachtoffer. Een 16-jarige
jongen, die met zijn vader op weg naar huis was,
werd door een Dieseltrein gegrepen en voor de
oogen van zijn vader vermorzeld. Wij waardeeren
graag, wat de Spoorwegen thans voor het publiek
doen, maar het gevaar der onbewaakte overwegen
schijnt op de exploitatierekening niet mee te
Trouwens, de economische inslag is voor alles
duidelijk. Onze menschen hebben al lang gehoopt
op week-end-retours, omdat zij op Zondag niet
willen reizen buiten noodzaak. Doch daaraan
dacht de directie niet. Nu ze voordeel verwacht,
worden deze en andere retours onverwacht in
gevoerd.
Een ander geval: in Hoofddorp was Zondag een
geweldige opleving in de vaderlandsche
indsutrie waar te nemen. De Filmassociatie Visie
deed daar onder leiding van Max de Haas opne
mingen ten behoeve van „Honderd Jaar de op
stapel staande jubileumfilm van de Nederland-
sohe Spoorwegen. Het moest per sé Zondag zijn
en de pers werd uitgenoodigd; ook de Christelijke,
alsof beginselen niet meespreken.
Wij loven het, dat de Spoorwegen verjongd zijn;
dat zij kinderreizen organiseeren; werkloozen voor
half geld vervoeren en Kant en klaar-tochten in
elkaar zetten; maar dat een monopolistisch bedrijf
in Nederland niet de minste rekening houdt met
de Sabbatsviering van een groot deel der bevol
king; dat valt tegen.
Dit overzicht zou niet volledig zijn, wanneer niet
gememoreerd werd, dat de warmte niet alleen
vuurgevaar met zich meebrengt, maar ook water
rampen. Reeds zijn eenige personen bij het zwem
men of 't probeeren om te zwemmen, verdronken.
De 14-jarige Meyerhorst te Naarden haalde tot
twee keer toe een drenkeling uit het water, doch
in beide gevallen te laat. Eerst een knaapje, dat
bij vergissing in diep water sprong; daarna een
militair, die tusschen twee kameraden naar de
overzijde van de gracht zou oversteken, doch mid
den in naar de diepte zonk.
Het meest tragische geval deed zich voor in
Schiedam, waar een zwemmende jongen om hulp
riep, doch men dacht, dat het gekheid was en de
knaap verdronk.
Zeker, de maanroep ga dagelijks uit tot onze
jeugd: „leer zwemmen"; maar er moet bij: „doe
het met voorzichtigheid!
werd geroepen, ging zijn adjudant Colijn met hem
mee.
Dat is toen een feest geweest in de Haarlem
mermeer! Colijn werd als een vorst binnenge
haald en met gejuich ontvangen. Was die kapitein
met die strenge ogen en grote snor de vroegere
Drikus? 't Was bijna niet te geloven. Maar er
waren er óók, die zeiden: ,.'k Heb altijd wel ge
dacht, dat die jongen van Antonie Colijn 't nog
eens ver zou brengen."
In die tijd bracht kapitein Colijn ook een bezoek
aan Dr Kuyper. Zou de grote staatsman ook maar
een ogenblik hebben kunnen denken, dat deze
man hem eens zou cpvolgen als leider der "anti
revolutionaire partij?
En hoe kon deze Indische officier, die toen 35
jaar oud was, vermoeden, dat ook hij eens mi
nister-president van Nederland zou zijn?
Inderdaad: de mens wikt God beschikt!
blauwe punt van de naald een plaatsje aan tus
sen 6 en 7 A.M. En dat klopt precies. Want dan
is het zowat 6.40 in de voormiddag te New-York.
Leuk of niet?
EEN WERELDKLOK
Jullie weten natuurlijk allemaal, dat de tijd niet
overal hetzelfde is, want als jullie de radio-uit
zendingen uit Nederl.-Indië b.v. beluisteren, zul
len jullie al wel gehoord hebben, dat ze 't daar
ginds hebben over avond en nacht, terwijl het bij
ons nog lekker dag is. Kun je nu niet zo'n tabel
letje maken, waarop je meteen kunt zien, hoe
laat het in andere wereldstreken is, wanneer het
bij ons een bepaalde tijd is?
Dat is niet moeilijk. Bijgaande afbeelding is 'n
wereldklok, die de tijd aangeeft voor de meeste
landen. We maken de klok als volgt:
We beginnen met zes cirkels, die elkaar insluiten.
De buitenste twee cirkels en de daaropvolgende
twee verdelen we in 36 vakken en we verbinden
die punten door rechte lijnen, zoals de spaken
van een wiel. Die 36 hokjes hebben ieder eer*
waarde van 10 graden of 40 minuten tijdsverschil.
Onze cirkel is verder verdeeld in twee gelijke
helften. In de linkerhelft zien jullie staan: A. M.
dat betekent: voormiddag. En in de rechter-
(zwarte) helft: P. M., wat wil zeggen: namiddag.
Verder schryven we in die hokjes de namen van
landen en steden zoals ze liggen op onze aardbol,
d.w.z. volgens hun lengtegraad. Het centrum
dezer figuur is verder ingedeeld in 24 gelijke
vakjes, die de uren van dag en nacht voorstellen
en genummerd van 1 tot 12 voor de voormiddag
en van 1 tot 12 voor de namiddag. (Links en
rechts van de naald dus). Het cijfer 12 moet ge
zet worden op die lijn, die het dichtst bij de
plaats ligt, waar men de klok wil gebruiken. Op
ons voorbeeld staat cijfer 12 op de lijn, de het
dichtst bij Amsterdam ligt. Wanneer nu b.v. een
Chinees die klok wil gebruiken, zou hij de cirkel
der uren moeten veranderen en cijfer 12 tegen
over Peking zetten, voordat hij er zich van kan
bedienen.
We tekenen dat alles (een beetje groter dan op
't model is wel goed!) op een stevige kartonnen
schijf en aan de achterzijde steken wij er een
speld doorheen en wel zover dat we een magne
tische kompasnaald kunnen laten rusten op de
punt van de speld. Kompasjes zijn spotgoedkoop
te krijgen en die naald is daar prima voor.
Wat moeten we nu doen om te weten, hoe laat of
het in 'n bepaald land of stad is? Heel eenvoudig
We zoeken op de cirkel de naam van land of stad
uit. En we kijken naar de stand van de zon. Dan
draaien we onze schijf zo, dat die naam precies in
de richting van de zon wijst. Te zelfder tijd wijst
dan de blauwe punt van de magnetische naald
hoe laat het in dat land is.
Nemen-we b.v. 12 uur 's middags te Amsterdam.
Hoe laat is 't dan in New-York? Nu zit de zon in
't zuiden. Wanneer we de cirkel zo draaien, dat
New-York naar 't zuiden wijst, dan wijst de
I. Dorp in Noord-Holland
Op de kruisjes komt de naam van een dorp in
Noord-Holland.
X Overtrek van een stoel.
X Gele kleurstof.
X Vruchtbare plek in de woestijn.
X Water-afvoerbuis.
X Jachtgedierte.
X Soort agaat, met strepen.
X Aarden pot in vadsvorm.
X Tweezang.
II. Bekend spreekwoord.
Stel uit de volgende lettergrepen een bekend
spreekwoord samen:
Be dan dwaald ge ge hal he
- keerd le ten ten ter ve.
III. Een kaarman.
Op de kruisjes komt de naam voor van een kaai-
X
man.
1.
X
2.
X
3.
X
4.
X
5.
X
6.
X
7.
X
8.
X
9.
X
1. Afkorting vo
or dam2; 2.
van een bekend
maker; 3. geel worden; 4. pijl. flits; 5. Joodse be
dehuizen; 6. rangschikken; 7. kienspel; 8. boom
scheutje; 9. aanduiding op sommige thermometers
IV. Bekend vorst.
Stel uit deze 14 letters de naan
vorst uit onze geschiedenis sam
367 Hoge dam langs een
10128 Waardeloos prul.
13-94 Honingdrank.
5141 Opborrelend water.
1124 Tien meter.
OPLOSSING
van de raadsels ir de vorige Kinaerkrant
L Het bekende spreekwoord is: De vos verliest
wel zijn haren maar niet zijn streken.
II. De Friese plaats is Wolvega. De onderdelen
van het raadsel zijn: wolf, ooit, loef, volk, echo,
galm, ambt.
III. De gemalin van Ulysses was Penélope. (In
een flink woordenboek is altijd wel antwoord te
vinden op zo'n lastige vraag!) De onderdelen van
het antwoord zijn: 1. p(iano); 2. den, 3. banen, 4.
schepen, 5. tralies, 6. klont, 7. opa, 8. de noot e.
IV. De bekende persoonlijkheid is: Jan van
Schaffelaar. De onderdelen zijn: Laf, cel, Aaf, nar»
EEN REKENOPGAVE
Op verscheiden bureaux voor beroepskeuze wordt
dikwijls gebruik gemaakt van reken-opgaven, zo
als hierboven afgebeeld. De „candidaat" moet dan
in 'n bepaalde tijd kunnen uitrekenen uit hoe
veel blokken de verschillende figuren zijn op
gebouwd. Een jongen van veertien jaar zal b.v.
vijf minuten tijd krijgen om de opgave te maken.
Moeilijk is het niet, maar om in zo'n klein ogen
blik alles goed uit te zoeken, gaat niet altijd zo
gemakkelijk. Probeer het zelf maar eens!
DE ondergang van de „Thetis", Niet één jongen
of meisje- die dit korte zinnetje leestzal
vragen wat daarmee bedoeld wordt. Want dat
weten we allemaal. Heel de wereld heeft mee
geleefd met de vreselijke ramp, die de Engelse
marine trof.
Dat is heel begrijpelijk, en toch zit er ook iets
vreemd in.
Zo af en toe geven de kranten korte berichten
van 't aantal gesneuvelden itl de oorlog in China
en Spanje. Dat loopt in de honderdduizenden. En
't aantal verminkten is zl net zo.
Ook jongens en meisjes lezen die berichten en
kunnen zich van die getallen een voorstelling
maken. Dan schrikken we toch even op. Zóveel
doden en zóveel gewonden. Maar dat is toch
vreselijk. Maar 't is oorlog en China en Spanje
is zo heel ver weg van ons goede rustige landje.
En de volgende dag zijn we die nare cijfers weer
vergeten, evengoed als die honderdduizenden
waarmee de rekenboeken ons plagen.
Maar 't wordt toch wel even anders als we een
beetje moeite doen om te verstaan xpelk een
geweldig stuk menselijke ellende en verdriet die
dorre cijfers ons laten zien. Duizenden vrouwen
zijn weduwen geworden, duizenden ouders treu
ren over 't vérlies van hun zoon, tienduizenden
kinderen zien hun vaders nooit meer terug.
Dat is de harde werkelijkheid, en al zijn we nog
jong, we mogen over de vreselijkheid van de
oorlog gerust eens goed nadenken.
Als we alleen op die cijfers letten, zouden we zeg
gen: zó erg was 't met de „Thetis" toch niet. Met
deze ramp kwamen „maar" 99 mensen om 't
Maar hoe komt 't dan toch, dat men over die
oorlogscijfers bijna nooit hoort praten, en over
't ongeluk met de Engelse onderzeeër spreekt ieder
een en staan de kranten vol, dagen achter elkaar.
Ja, hoe zou dat komen? Over die vraag mogen
we wel eens nadenken.
'k Meen dat 'k er een antwoord op kan geven.
De mensen zijn in onze tijd verbazend knap. Wat
'n verschil: 't leven van nu en van 30, 40 jaar
geleden. Je hebt er vader en moeder, opa en oma
wel eens over noren spreken.
De treinen worden steeds mooier en gaan al
vlugger. Er worden schepen gebouwd, die een
wereldje op zich zelf zijn. Er is geen weg waar
over de auto's niet voorbijsuizen. Door de lucht
daveren de motoren van machtige vogels, die
spotten met afstanden.
En zo kennen we ook de boten, die zo kunstig
en vernuftig zijn ingericht, dat ze midden op zee
als een vis opeens in de golven wegduiken en
bijna onzichtbaar voor 't menselijk oog hun reis
vervolgen.
Dat zo'n tocht geen roekeloze waaghalzerij be
hoeft te zijn, herinneren we ons nog wel van
onze Holandse „K 18", die een paar jaar terug een
wereldreis maakte, waarover in alle landen met
lof werd geschreven en gesproken.
Ook zo'n duikboot bewijst tot welk een macht de
mens in onze tijd gekomen is.
Maar dan komt plots een ramp als van de
„Thetis" ons zeggen, dat de mens toch eigenlijk
maar heel klein is en onmachtig. Een klein ver
zuim, een nietig foutje, een onbedachte hande
ling en 't pronkstuk van menselijke vinding is
onherroepelijk verloren.
Dat schrikt ons op, maakt ons onrustig en doet
ons onze nietigheid gevoelen.
Maar dat houdt ons ook weer opnieuw de grote
levensles voor ogen, dai er Eén is machtiger dan
alle mensen saam. En dat alleen die mens alles
bezit voor leven en sterven, die weet 't eigendom
te zijn van Hem, die wolken, lucht en winden
wijst spoor en loop en baan en ook wel wegen
zal vinden waarlangs zijn voet kan gaan.
OOM JAN.
'T SPEET HEM WEL
Huisknecht: „Meneei, er is 'n half uurtje gele
den een man hier geweest en d:e wou.... eh..**
Heer des huizes: ..Wat wou die?"
Huisknecht: „Die wou u 'n pak slaag geven".
Heer des huizes: ..Eheh.... hm.... en wat
heb je gezegd?"
Huisknecht: „O, ik heb gezegd, dat 't me wel
speet, maar dat u niet thuis was".
DAT IS ZO
„Wist je al, dat je een man met een houteil
been niet kunt ophangen?"
„Neen, waarom niet?"
„Omdat je het met een touw moet doen!