MOTTEN,
Stekeligheden
WAS XANTHIPPE
wel zoo'n
ECHTE ROZENOLIE IS DUUR
„VAN EN VOOR DE VROUW"
UITGAVE VAN DE VIJF SAMENWERKENDE CHRISTELIJKE DAGBLADEN
5—io JUNI 1939 - B
Vacantiejurk voor j<
meisjes, van geruite
stof, in rechte ei
schuine richting ver
werkt
de schrik der huisvrouw
Borstelen, kloppen en luchten noodzakelijk
IEDER voorjaar ontvangen wij talrijke
verzoeken van huisvrouwen omtrent
een of ander middel, dat inderdaad afdoen
de werkt om motten te verdelgen. Niet al
leen bindt de hedendaagsche huis
vrouw den strijd aan tegen deze schijnbaar
onschuldig rondvliegende insecten, doch
reeds in lang vervlogen tijden gaven zij
acte de présence.
Middelen om hen te verdelgen? Ontelbare
preparaten worden aangeprezen, doch tot
nu toe kan men niet zeggen, dat zij inder
daad afdoende blijken te zijn. Meent men,
dat er geen mot meer in huis is, dan ziet
men er op een gegeven oogenblik weer een
rondvliegen of op een of ander kleeding-
stuk zitten.
De vliegende motten zijn echter niet het
meest te duchten, zij hebben het kwaad
reeds verricht door hun eitjes op de meest
ongewenschte plaats te deponeeren. Eitjes,
waaruit na verloop van tijd de kleine
wormpjes komen, die zich aan de pluizige
wol te goed doen.
Bont is al evenmin veilig tegen de motten;
en bij gebrek aan beter nestelen zij zich
ook in kunstzijden weefsels.
Borstelen, kloppen en luchten
De huisvrouw zal moeten trachten te voor
komen, dat Mevrouw Mot gelegenheid
vindt haar eitjes in een of ander kleeding-
stuk te leggen en het voornaamste weer
middel bestaat uit kloppen, borstelen en
luchten. Voor vloerkleeden zal herhaalde
lijk stofzuigen gewenscht zijn, alhoewel
viltranden, die vastgespijkerd langs de mu
ren liggen, veelal als slachtoffer der mot
ten sneuvelen. Motten houden van een
tig bestaan op donkere plaatsen en daarom
is het gewenscht, kleerkasten regelmatig
uit te halen en de kleeren in de zon te han
gen. Men moet winterkleeren zoo mogelijk
opbergen in een kast, die niet te vaak ge
opend behoeft te worden en vooraf grondig
schoongemaakt is. Eerst worden de naden
met een of ander preparaat ingespoten,
daarna de geluchte of gereinigde kleeren
op eenigen afstand bestoven, geheel vol
gens de aanwijzingen, die op de bus ver
meld zijn. Groote stukken worden bij voor
keur in mottenzakkeh bewaard of wel ere
torrne zakken, terwijl men deze eventueel
zelf kan naaien van couranten, hetgeen
echter minder fraai is. Bontmantels, die
een groote waarde vertegenwoordigen, kan
men beter bij een bontwerker in bewaring
geven omdat zij bijzondere zorg vereischen.
Zulks brengt wel een kleine uitgave met
zich, doch geld is een relatief begrip, waar
van de uitgave in verhouding moet staan
tot de betreffende waarde, die eventueel
verloren kan gaan. In vele gezinnen wordt
de fout begaan, dat men winterkleeren
het voorjaar in een of andere kast hangt
voor het geval ze, in verband met het gril
lige weer, nog eens noodig mochten zijn.
Deze gelegenheid neemt het mottenwijfj'
gaarne waar om haar eitjes tusschen na
den, in zakken of bontkraag te leggen.
Zie naden en zakken goed na!
Niet genoeg kan de nadruk gelegd worden
op de noodzakelijkheid om alles goed ge
reinigd de zomerrust te doen ingaan.
Kloppen en borstelen zal steeds het parool
moeten zijn, zoowel aan binnen- als buiten
kant, naden en zakken niet te vergeten.
Stoomen van kleeren is zeer aan te beve
len, evenals het eventueel verwijderen van
vlekken, terwijl menige mantel of jas
ic?ds opknapt, indien men dit kleedingstuk
flink afborstelt met water en ammoniak. De
praktijk heeft geleerd, dat motten bij voor
keur haar eitjes leggen op plaatsen, die min
of meer vettig zijn doordat zij met de huid
aanraking kwamen. Gestoomde en ge-
wasschen kleeren komen doorgaans niet
het eerst in aanmerking.
Couranten, mits versch bedrukt
Kleine wollen stufeken kan men het
best in versoh bedrukte couranten met
kamfer, rozemarijn of kruizemunt verpak
ken en de pakjes in cartonnen doozen be
waren, waarvan de deksel met couranten
papier dicht geplakt worden. Kleine bont
artikelen worden eerst tot op het huidje met
een groote kam gekamd en uitgeschud en
daarna in couranten gewikkeld, echter zóó,
dat er geen openingen in de pakjes zijn.
Met peper bestrooien is niet aan te raden,
aangezien niet alle bontsoorten dit verdra
gen; beter kan men kamfer gebruiken.
Meermalen worden kasten uïtgezwaveld,
voor men de kleeren er in opbergt. Men
plaatst de zwavel op een blikken deksel,
steekt deze aan en laat de dampen inwer
ken op het hout en naden gedurende 46
Deuren sluiten. Niet zelden gebeurt
het, dat kleeden of meubels door de motten
aangetast zijn en dan is het verstandig,
deze vakkundig te laten zuiveren van eitjes
en wormpjes. Heeft men zooveel motten,
dat het een ware plaag wordt, dan kan
men het best deskundig advies inwinnen
op welke wijze men het gebroed afdoende
zal kunnen verdelgen.
Mottenfeest
Ten slotte halen wij een historische her
innering aan, waarover in oude kronieken
geschreven wordt, nl, dat in vroegere
eeuwen de familie Mot in „hoog aanzien"
stond bij lakenhandelaren, kleermakers en
bontwerkers. In Duitschland werd jaarlijks
het „mottenfeest" gevierd door deze drie
gilden. Dit feest dateert reeds van de mid
deleeuwen. In Berlijn is het laatste motten
feest in 1848 gevierd geworden; een feest,
waaraan door oud en jong werd deelgeno
men, en dat in Noord-Duitschland een soort
laat carnaval was, hetwelk in het voorjaar
gehouden werd. De leden van bovenge
noemde gilden verzamelden zich met hun
familie op een zeker punt, vanwaar af men
een rondgang door de stad maakte. Vaan
dels werden meegevoerd met geborduurde
„reuzen" motten, terwijl spreuken hun lof
verkondigden. Vele mannen en vrouwen,
meisjes, gezellen en leerlingen waren als
motten verkleed, alles ter eere van deze
simpele insecten, die „werk aan den winkel
brachten". Van de groote populariteit ge
tuigen nog verschillende spreekwoorden,
die in den volksmond gebruikelijk zijn, o.a.
„Motten vreten aan de kleeren, zorgen aan
het hart".
Als spot bedoeld voor de hoogmoedigen
wordt gezegd: „Motten komen in het mooi
ste kleed".
Na dit motten-praatje besluiten we met
den wensch, dat dit laatste noch in werke-
lijken, noch in overdrachtelijken zin het
geval moge zijn!
IN een onbewaakt oogenblik heb ik in de
plenaire zitting van de familie op een
Zondagavond meegedeelddat ik zou deel
nemen aan den Rotterdammer-marsch. Nog
sterker: ik heb aangekondigd, dat Daatje en
ik allebei aan dat vriendelijke wandelinge
tje zouden meedoen, maar met het oog op
Daatjes gewicht, haar aamborstigheid en
steunzolen hebben we dat voornemen laten
varen. Daatje heeft met warm weer al
moeite om van hier naar de kerk te komen,
maar ik, waarom zou ik de beenen niet
eens opnemen en de twintig kilometertjes
voor ouden van dagen meetippelen? Ik heb
in 't midden van den familiekring zitten
stoffen op vroeger. Vroeger, toen konden de
menschen loopen. Liepen Daatje en ik niet
op Tweeden Paaschdag of op Tweeden Pink
sterdag van hier naar Haastrecht, waa'
Daatjes ouders woonden, drie-en-een-half
uur heen en in denzelfden tijd terug, met
den kinderwagen met Jan en Toos om de
beurt er in en er naast. Dat was een plei-
zierig ritje voor ons. Tegenwoordig moeten
ze er vereenigingén voor oprichten er
wandelmarschen met prijzen voor organi-
seèren om zulke wandelingetjes te maken.
Vroeger ging mijn vader Zaterdagsavonds
even anderhalf uur loopen naar de stad met
een buurman om een beetje te markten
een paar boodschappen te doen die in de
stad een paar centen goedkooper waren.
Ziezoo, dat had hij al weer verdiend en hij
had een aardige kuier op den koop toe.
Als 't regende viel 't niet altijd mee, maar
zonder moeite krijg je alleen een snotneus,
met permissie.
Zoo heb ik zitten stoffen in den familie
kring en nu zit ik vast aan dien Rotter-
dammermarsch. Niet dat ik er tegen opzie,
maar je wordt dan toch een dagje ouder ei
de botten zitten niet meer zoo soepel ii
de gewrichten. Ik ben van de week ten
minste maar eens op een avond voor alle
securiteit een flink eindje gaan loopen,
te kijken of 't nog ging. Ik was van plan
om de heele stad rond te loopen. Dat zou
een uur of vier duren. Ik ging om zes
weg en 'k zou om tien uur terug kunnen
zijn.
Het ging lekker. Ik zette flink de pas er i'.
en dan ben je in een uurtje al een flink
eind op weg. Maar als je altijd in een
keltje zit ben je dat loopen toch niet meer
gewend. Ik sloeg al gauw warm uit en ik
had nogal last van transpiratie. Ik dacht
weet je wat, 't is geen aangenomen werk
en als ik nou dit weggetje neem dan snijdt
dat al weer een lekker stukje af. Ik begon
het in mijn kuiten te voelen, van de
gewoonte natuurlijk, en ik kreeg dikke
branderige voeten in mijn schoenen. Je moet
zulke dingen niet forceeren en daarom heb
ik opnieuw een weg genomen, die een flink
stuk afsneed.
Toen kreeg ik last van blaren op mijn
ten en dat werd hoe langer hoe
erger, zoodat ik tenslotte het gevoel had
of het bloed in mijn schoenen stond. Blaren,
daar hoorde je vroeger niet van. Die zijn
tegelijk met de wandelmarschen uitgevon-
rnaar in elk geval had ik er nou last
en ik heb van den cirkel rond de stad
toen nog maar een keer een flink stuk af
gesneden, want je doet zoo'n wandeling
tenslotte voor je pleizier en niet om al het
'jan je voeten af te loopen. Ik had toch
al het gevoel of ik m'n schoenen over het
rauwe vleesch had aangetrokken.
Zoodoende was ik om een uur of acht al
weer vlak bij onze straat en, wat ik anders
nooit doe, ik ben een poosje in een café
gaan zitten, omdat ze thuis het plezier niet
zouden hebben om me uit te lachen. Mijn
hoofd was gezwollen, mijn vingers waren
zoo dik als worstjes en in mijn schoenen
scheen wel een soort nattig vuurtje te wor
den gestookt. Mijn beenen waren zoo stijf
als bezemstokken en ik voelde de aders
kloppen in mijn hals. Enfin, ik zat, ik dronk
een glaasje kwast en ik lei m'n beenen
stiekum op een anderen stoel. Er was toch
verder haast niemand in dat cafétje.
Zoo heb ik een uurtje op adem zitten ko-
maar langer dan een uur kon ik er
toch niet blijven en om een uur of negen
ben ik op huis aangegaan, 's Jonge, 't is
toer om dan overeind te komen en je voeten
weer neer te zetten, maar ik heb doorgezet
\n om kwart over negen kwam ik thuis.
,Dat heb je gauw gedaan, vader." zeiden
Katie en Ketie en ik heb gezegd: „Ja, kin
deren, zoo'n ouwe vent staat zfn mannetje
nog wel."
„Je lijkt wel niet wijs," zei Daatje 's avonds
bij het naar bed gaan toen ze een voetbad
had aangesleept en mijn voeten lekker
gezwachteld had.
,,'t Is de ongewoonte meid," zei ik, „ik had
een beetje kalmer aan moeten beginnen."
En dat ben ik ook van plan. Ik ga me trai
nen, zooals ze dat tegenwoordig noemen.
Eerst een uurtje, dan een half uurtje er bij
enzoovoorts. Maar eerst moet er weer
overal vel om mijn voeten zitten.
Ik laat me niet kennen. Katie, Ketie
Frederik hebben ook besloten mee te doen
en ik wil een waardig figuur slaan aan het
hoofd van de familie de Man. Als u tijdens
den marsch dus een ouwen vent ziet met
sik, die er nog zoo kranig bijloopt en frisch
en monter aan de finish komt, dan ben ik
dat.
Zoo teeken ik dan
MIJNHEER DE MAN.
AMANDELPUDDING
gram amandelen; 2% d.L. room; 30 gr.
suiker; 15 gram witte gelatine; 3 eetlepels
ater; amandel-essence.
Amandelen blancheeren, d.w.z. in heet wa
ter laten broeien zoodat men na eenige mi
nuten de huidjes gemakkelijk met duim en
wijsvinger kan verwijderen, daarna fijn
hakken en op een bakblik in den oven
lichtbruin laten worden. Gelatine ongeveer
15 minuten in koud water weeken, daarna
uitknijpen en met drie eetlepels water op
lossen boven stoom van ketel. Room met
suiker stijf kloppen en met de koud ge
worden amandelen vermengen en met de
gelatine en amandelessence, daarna in
glazen schaal overbrengen en volkomen
stijf laten worden. Presenteeren met
biscuit, bijv. Bonne mère.
APPEL-RIJST MET SCHUIM
150 gram rijst; vanillesuiker; 75 gram sui
ker; 2 eieren; melk; zes appelen; 125
gram suiker.
Melk met vanille koken en gewasschen
rijst aan toevoegen, die men op kleine pit
gaar laat worden.-75 gram suiker met de
eierdooiers dooreen roeren en aan rijst toe
voegen. Appelen tot moes koken, zeven en
er 100 gram suiker aan toe voegen. Eiwit
ten worden zeer stijf geklopt met de overi
ge suiker, daarna wordt een vuurvaste
schaal ingevet en eerst met de rijstmassa
gevuld, daarna met de appelmoes en ver
volgens dekt men deze laag af met het
eiwit, dat met de rest van de suiker be
strooid wordt.
Schotel in niet te heeten oven plaatsen,
zoodat de schuimlaag lichtbruin en cro-
quant kan worden. Warm opdienen.
Wal elen we
volgende weelc
ZONDAG
Aspergeschotel met eieren
Runderrollade Stoofsla
Amandelpudding
MAANDAG
Koud vleeseh Postelein
Fruit
DINSDAG
Spinazie met eieren
Appelrijst met schuim
WOENSDAG
Slakropjes met gehakt
Moccavla
DONDERDAG
Gevulde flensjes
VRIJDAG
Varkenscarbonaden
Worteltjes
Beschuit met bessensap
ZATERDAG
Jachtschotel
Rabarber
Van de met gemerkte spijzen
vindt men de recepten hiernaast.
NUTTIGE WENKEN
Verwijderen van vlekken. Bij het verwijde
ren van vlekken uit waschbare weefsels
moet men zich vooraf overtuigd hebben of
zij inderdaad wascheoht zijn. Vlekken die
reeds van ouder datum zijn, kan men veel
minder gemakkelijk verwijderen dan die,
welke pas gemaakt zijn. Hardnekkige vlek
ken zal men even moeten laten inweeken:
het gebruik van vlekkenstiften geeft niet
steeds het gewenschte resultaat. Wrijven
moet vermeden worden, men moet slechts
zeer voorzichtig kloppen op de vlekken,
wanneer zij in de oplossing liggen.
Bij vlekken van onbekenden aard moet men
eerst trachten deze met lauw water te
wij deren of met een bijna koud vlokkensopje
Men giet de vloeistof op een schoteltje, legt
het weefsel met de vlek hierop en blijft deze
kloppen, waardoor hij in vele gevallen op
zal lossen.
Alle soorten zeep, die geen loog bevatten,
kan men gebruiken. Men moet naspoelen,
totdat de zeepresten verdwenen zijn.
Gecondenseerde melk droogt niet zoo snel
uit, indien men de opening met leukoplast
of gegomd papier dioht plakt.
lastigste van alle vrouwen'
Als echtgenoot was Socrates ook niet ideaal
XANTHIPPE mocht zich bij haar leven
niet in een goede reputatie verheu
gen. Een tijdgenoot noemde haar kortweg
„de lastigste van alle vrouwen, die er zijn,
die er geweest zijn en die er nog zijn zul
len". Vleiend kan dat oordeel niet genoemd
worden, doch al was Xanthippe dan de las
tigste van alle vrouwen, dit neemt toch niet
weg, dat haar naam is overgedragen op vele
leden van het vrouwelijk geslacht, die we
iri het woordenboek betiteld vinden als
„kijfachtig wijf, helleveeg". Zoo staat dus
de eerste Xanthippe in haar droeven faam
niet alleen.
Het lijkt een onverkomelijk-moeilijke
taak, iets goeds van deze vrouw in het mid
den te brengen. Vele honderden jaren lang
heeft men haar beschouwd als het toonbeeld
van ergernis, als een exempel van tactloos
heid, ruwheid, venijnigheid, en ga zoo maar
door. Zij, wier kwade eigenschappen spreek
woordelijk zijn geworden, was reeds in de
oudheid iemand, over wie vele verhalen de
ronde deden en wier naam een slechten
klank had.
Het mag dus wel een riskante onderneming
heeten, zoo getracht wordt, nog iets van de
reputatie van Xanthippe te redden. Toch
zijn er meermalen schrijvers geweest, die
hebben aangedrongen op eerherstel. En dat
behoeft hem, die kennis neemt van hetgeen
omtrent het optreden van deze vrouw ver
meld is door tijdgenooten, die een eenigszins
uitvoerig relaas hebben nagelaten, niet al te
zeer te verbazen. Want twee omstandig
heden zijn er, die ter gedeeltelijke veront
schuldiging van haar kunnen worden aan
gevoerd. In de eerste plaats bezat zij naast
laakbare ook wel degelijk prijzenswaardige
eigenschappen. En voorts kan worden
gevoerd, dat haar man, Socrates, een zeer
groot wijsgeer moge zijn geweest, maar dat
hij als echtgenoot nu niet dadelijk ideaal
kon worden genoemd.
Socrates, een opmerkelijke figuur
Zooals wij allen van Xanthippe hebben ge
hoord, zoo zal de naam van Socrates ons ook
wel niet onbekend zijn gebleven. Socrates
was een philosooph met een schier onver
gelijkbaar-scherpen geest. En dezen geest
benutte hij tot het onderrichten van zijn
mede-burgers in de stad zijner inwoning,
Athene. Zulks deed hij, door dag in dag uit
de menschen te ondervragen, en daarbij kon
het meermalen gebeuren, dat iemand, die
tot nu gedacht had, eigenlijk heel wat te
weten, na enkele vragen van Socrates tot
de ietwat pijnlijke ontdekking kwam, dat
zijn kennis toch niet zoo groot was, als hij
feitelijk had gemeend.
De bekende hoogleeraar Isaac van Dijk
heeft voor de werkmethode van Socrates
eens het woord „vivisectie" gebezigd,
dat was het eigenlijk ook. Hij ontleedde
des menschen geest en zulks op een wijze,
die getuigde van grooten zin voor ironie.
Dit laatste droeg er niet weinig toe bij, dat
de slachtoffers maar al te spoedig be
schaamd afdropen. Het is waarlijk niet te
veel gezegd, dat Socrates de straten or
lig maakte door zijn onderzoek van r
schen. En daarnaast en daarin heeft hy be
schouwingen nagelaten over reeksen van
onderwerpen, die hem maakten tot een var
de hoofdfiguren, zoo niet hèt centrum var
de wijsbegeerte der oudheid, een persoon
lijkheid, welker beteekenis zich uitstrekt
tot in onze dagen en welker denkbeelden
nog steeds vele aanhangers en onderzoekers
tellen.
Uiterlijk was Socrates een weinig aantrek
kelijke verschijning. Hij had groote, uitpui
lende oogen, een stompen neus, een grooten
mond en dikke lippen. Prof. van Dijk, reeds
door ons genoemd, gebruikt dan ook het
prachtige, treffende beeld voor hem: „Zijn
geest was een groot koning, die incognito
reisde, en nog wel in een leelijk incognito".
Deze man nu trouwde op later leeftijd met
een jongere vrouw, Xanthippe. Blijkens de
verhalen, die al spoedig rondgingen, was zij
opvliegend en lastig en had zij weinig be
grip voor de grootheid van Socrates' geest.
Het zij zoo, maar haar man maakte het
haar ook niet gemakkelijk. Den ganschen
dag liep hij op straat de menschen te on
dervragen en hen te onderwijzen zonder dat
hij hiervoor vergoeding wenschte te ont
vangen, en we vermoeden zoo, dat ook in
vroeger tijden geen enkel huisgezin van den
wind kon leven. En dat Socrates haar wei
nig liefderijk kon behandelen bleek wel,
toen het oogenblik naderde, waarop hij
sterven zou.
Een treffend woord van Xanthippe
De groote wijsgeer was van atheïsme be
schuldigd en veroordeeld tot den dood docr
den gifbeker. Hij toefde in de gevangenis,
doch het stond hem vrij, zijn vrienden te
ontvangen. Den laatsten dag werd er nog
heel wat afgehandeld. Xanthippe zit erbij te
schreien met een kind op den arm en zegt
op een gegeven moment: „O Socrates, dit i:
de laatste maal, dat de vrienden met u sa
menzijn en gij met hen". Niet ten onrechte
noemde Prof. van Dijk deze woorden
parel. Inderdaad, ook in dit oogenblik denkt
deze vrouw niet in de eerste plaats aan haar
eigen zorgen en die van haar kinderen, als
zij straks zonder man en zonder vader zul
len achterblijven, maar zij denkt aan den
Dand, die Socrates met zijn vrienden bindt,
hun gemeensohappelijken onderzoekingszin
en wetenschapsbeoefening.
Doch Socrates vond de vrouw alleen -r
lastig en blijkbaar hinderlijk in het onder
houd, dat hij met zijn vrienden had, en
vroeg, waarschijnlijk ietwat korzelig, aan
een van de makkers, of hij haar niet door
een van zijn knechten kon laten wegbren
gen.... Zoo zag Xanthippe Socrates voor
het laatst, want eenigen tijd later brak het
oogenblik aan, waarop hy den beker aan de
lippen moest zetten.
Zoo kan men zeggen, dat deze man en deze
vrouw niet bij elkaar pasten. Zij had wei
nig oog en oor voor zijn wijsgeerige be-
beschouwingen, hij toonde weinig inzicht in
de zorgen, welke nu eenmaal elke huis
vrouw, zoowel vroeger als nu, pleegt te
hebben. Maar gaat het daarom wel aan, om
Xanthippe te beschouwen als de draagster
van uitsluitend kwade eigenschappen? Zulk
een oordeel verdient zij, meenen we, niet.
Het moge een pleiten zijn geweest voor een
verloren zaak, een woord van verontschul
diging van deze vrouw mocht toch niet ach
terwege blijven.
,ni
patronen.
~D
DEZE vlotte strandpakjes kunnen zoo
wel door groote als door kleine
meisjes worden gedragen. Ze kunnen, be
halve uit nieuwe stof, gemaakt worden van
gedragen damesjaponnen en andere klee-
dingstukken.
Het meest gewenschte materiaal voor no.
36 is echter een gebloemde cretonne. Het
broekje wordt aan het bovenstuk geknoopt
No. 36a
No. 36
en het voor- en rugpand door schouder
bandjes verbonden. Het pakje no. 36 a kan
gemaakt worden uit een linnen in lichte
tinten. Zeer charmant staat de ritssluiting,
welke bevestigd wordt in het lage rugge
deelte en in het bovengedeelte van het
broekje.
Voor eiken voorkomenden meisjesleeftyd
kunnen deze patronen worden besteld.
Alle patronen worden steeds zonder naden
De maten voor deze strandpakjes mogen
niet over te veel kleeding gemeten worden,
De hoeveelheid stof wordt bij de patronen
aangegeven.
Men meet de volgende mateMt
De halve bovenwijdte, van middenachter
onder den arm doormeten tot middenivoor,
De taillewijdte, tamelijk strak om de taille.
De heupwijdte, over het breedste gedeelte
van de heup, ongeveer 12 k 15 cm. beneden
de taille.
De zijlengte van het broekje, uit de taille
tot zooveel boven de knie als wordt ge
wenscht.
De prijs van het op-maat-gemaakte-patroon
is zoowel van no. 36 als v-a no. 36a
30 cent plus 5 cent porto, toe te zenden
aan de Redactie van „Van en voor de
Vrouw"; adres: Administratie van ons blad,
Bestelbon v. patroon no. 36 en 36a
Ondergeteekende wensdht te ontvangen
het patroon van het strandpakje no. 36;
het strandpakje no. 36a (s.v,p. doorhalen
wat niet wordt gewenscht).
Halve bovenwijdte
Taillewijdte
Heup wijdte
Zijlengte van het broekje
Leeftijd
Naam
Adres
Stoom- Wasch- en Strijkinrichting
„AURORA"
W. SPIERENBURG C.Wzn
UTRECHT
KONINGSWEG 56 TELEFOON 11165
Postrekening No. 43430 Opgericht 1856
Geheel naar de eischen des tljds ingericht
Wascht uitsluitend met nortonwater
VRAAGT TARIEVEN
maar door gebruik te maken van
NECTAR BLOEMEN-OLIëN
kan men de fijnste rozengeur, heliotrope, vlo-
lette, lilas en andere bloemengeuren verkrij
gen en ze gebruiken ter bereiding van
odeurs, haarwaters, pommade, brillantine,
p. fleschje ƒ0.40. Verkrljgb, bU apothekers
en drogisten. Vraag steeds m
Wat de LIPPENSTIFT Is voor de lippen,
is LU MIN EX voor het haar.
aardige
Vraagt Uw kapper om een
SPOILING IiUMINEX
LIIMINEX is een creatie van de
„LAEORATOIP.ES INS'JANTO VITE"
Importeur voor Holland en IColonlSn
H. MESKER, Tasmanstraat 198 Den Haag