MOTTEN, Stekeligheden WAS XANTHIPPE wel zoo'n ECHTE ROZENOLIE IS DUUR „VAN EN VOOR DE VROUW" UITGAVE VAN DE VIJF SAMENWERKENDE CHRISTELIJKE DAGBLADEN 5—io JUNI 1939 - B Vacantiejurk voor j< meisjes, van geruite stof, in rechte ei schuine richting ver werkt de schrik der huisvrouw Borstelen, kloppen en luchten noodzakelijk IEDER voorjaar ontvangen wij talrijke verzoeken van huisvrouwen omtrent een of ander middel, dat inderdaad afdoen de werkt om motten te verdelgen. Niet al leen bindt de hedendaagsche huis vrouw den strijd aan tegen deze schijnbaar onschuldig rondvliegende insecten, doch reeds in lang vervlogen tijden gaven zij acte de présence. Middelen om hen te verdelgen? Ontelbare preparaten worden aangeprezen, doch tot nu toe kan men niet zeggen, dat zij inder daad afdoende blijken te zijn. Meent men, dat er geen mot meer in huis is, dan ziet men er op een gegeven oogenblik weer een rondvliegen of op een of ander kleeding- stuk zitten. De vliegende motten zijn echter niet het meest te duchten, zij hebben het kwaad reeds verricht door hun eitjes op de meest ongewenschte plaats te deponeeren. Eitjes, waaruit na verloop van tijd de kleine wormpjes komen, die zich aan de pluizige wol te goed doen. Bont is al evenmin veilig tegen de motten; en bij gebrek aan beter nestelen zij zich ook in kunstzijden weefsels. Borstelen, kloppen en luchten De huisvrouw zal moeten trachten te voor komen, dat Mevrouw Mot gelegenheid vindt haar eitjes in een of ander kleeding- stuk te leggen en het voornaamste weer middel bestaat uit kloppen, borstelen en luchten. Voor vloerkleeden zal herhaalde lijk stofzuigen gewenscht zijn, alhoewel viltranden, die vastgespijkerd langs de mu ren liggen, veelal als slachtoffer der mot ten sneuvelen. Motten houden van een tig bestaan op donkere plaatsen en daarom is het gewenscht, kleerkasten regelmatig uit te halen en de kleeren in de zon te han gen. Men moet winterkleeren zoo mogelijk opbergen in een kast, die niet te vaak ge opend behoeft te worden en vooraf grondig schoongemaakt is. Eerst worden de naden met een of ander preparaat ingespoten, daarna de geluchte of gereinigde kleeren op eenigen afstand bestoven, geheel vol gens de aanwijzingen, die op de bus ver meld zijn. Groote stukken worden bij voor keur in mottenzakkeh bewaard of wel ere torrne zakken, terwijl men deze eventueel zelf kan naaien van couranten, hetgeen echter minder fraai is. Bontmantels, die een groote waarde vertegenwoordigen, kan men beter bij een bontwerker in bewaring geven omdat zij bijzondere zorg vereischen. Zulks brengt wel een kleine uitgave met zich, doch geld is een relatief begrip, waar van de uitgave in verhouding moet staan tot de betreffende waarde, die eventueel verloren kan gaan. In vele gezinnen wordt de fout begaan, dat men winterkleeren het voorjaar in een of andere kast hangt voor het geval ze, in verband met het gril lige weer, nog eens noodig mochten zijn. Deze gelegenheid neemt het mottenwijfj' gaarne waar om haar eitjes tusschen na den, in zakken of bontkraag te leggen. Zie naden en zakken goed na! Niet genoeg kan de nadruk gelegd worden op de noodzakelijkheid om alles goed ge reinigd de zomerrust te doen ingaan. Kloppen en borstelen zal steeds het parool moeten zijn, zoowel aan binnen- als buiten kant, naden en zakken niet te vergeten. Stoomen van kleeren is zeer aan te beve len, evenals het eventueel verwijderen van vlekken, terwijl menige mantel of jas ic?ds opknapt, indien men dit kleedingstuk flink afborstelt met water en ammoniak. De praktijk heeft geleerd, dat motten bij voor keur haar eitjes leggen op plaatsen, die min of meer vettig zijn doordat zij met de huid aanraking kwamen. Gestoomde en ge- wasschen kleeren komen doorgaans niet het eerst in aanmerking. Couranten, mits versch bedrukt Kleine wollen stufeken kan men het best in versoh bedrukte couranten met kamfer, rozemarijn of kruizemunt verpak ken en de pakjes in cartonnen doozen be waren, waarvan de deksel met couranten papier dicht geplakt worden. Kleine bont artikelen worden eerst tot op het huidje met een groote kam gekamd en uitgeschud en daarna in couranten gewikkeld, echter zóó, dat er geen openingen in de pakjes zijn. Met peper bestrooien is niet aan te raden, aangezien niet alle bontsoorten dit verdra gen; beter kan men kamfer gebruiken. Meermalen worden kasten uïtgezwaveld, voor men de kleeren er in opbergt. Men plaatst de zwavel op een blikken deksel, steekt deze aan en laat de dampen inwer ken op het hout en naden gedurende 46 Deuren sluiten. Niet zelden gebeurt het, dat kleeden of meubels door de motten aangetast zijn en dan is het verstandig, deze vakkundig te laten zuiveren van eitjes en wormpjes. Heeft men zooveel motten, dat het een ware plaag wordt, dan kan men het best deskundig advies inwinnen op welke wijze men het gebroed afdoende zal kunnen verdelgen. Mottenfeest Ten slotte halen wij een historische her innering aan, waarover in oude kronieken geschreven wordt, nl, dat in vroegere eeuwen de familie Mot in „hoog aanzien" stond bij lakenhandelaren, kleermakers en bontwerkers. In Duitschland werd jaarlijks het „mottenfeest" gevierd door deze drie gilden. Dit feest dateert reeds van de mid deleeuwen. In Berlijn is het laatste motten feest in 1848 gevierd geworden; een feest, waaraan door oud en jong werd deelgeno men, en dat in Noord-Duitschland een soort laat carnaval was, hetwelk in het voorjaar gehouden werd. De leden van bovenge noemde gilden verzamelden zich met hun familie op een zeker punt, vanwaar af men een rondgang door de stad maakte. Vaan dels werden meegevoerd met geborduurde „reuzen" motten, terwijl spreuken hun lof verkondigden. Vele mannen en vrouwen, meisjes, gezellen en leerlingen waren als motten verkleed, alles ter eere van deze simpele insecten, die „werk aan den winkel brachten". Van de groote populariteit ge tuigen nog verschillende spreekwoorden, die in den volksmond gebruikelijk zijn, o.a. „Motten vreten aan de kleeren, zorgen aan het hart". Als spot bedoeld voor de hoogmoedigen wordt gezegd: „Motten komen in het mooi ste kleed". Na dit motten-praatje besluiten we met den wensch, dat dit laatste noch in werke- lijken, noch in overdrachtelijken zin het geval moge zijn! IN een onbewaakt oogenblik heb ik in de plenaire zitting van de familie op een Zondagavond meegedeelddat ik zou deel nemen aan den Rotterdammer-marsch. Nog sterker: ik heb aangekondigd, dat Daatje en ik allebei aan dat vriendelijke wandelinge tje zouden meedoen, maar met het oog op Daatjes gewicht, haar aamborstigheid en steunzolen hebben we dat voornemen laten varen. Daatje heeft met warm weer al moeite om van hier naar de kerk te komen, maar ik, waarom zou ik de beenen niet eens opnemen en de twintig kilometertjes voor ouden van dagen meetippelen? Ik heb in 't midden van den familiekring zitten stoffen op vroeger. Vroeger, toen konden de menschen loopen. Liepen Daatje en ik niet op Tweeden Paaschdag of op Tweeden Pink sterdag van hier naar Haastrecht, waa' Daatjes ouders woonden, drie-en-een-half uur heen en in denzelfden tijd terug, met den kinderwagen met Jan en Toos om de beurt er in en er naast. Dat was een plei- zierig ritje voor ons. Tegenwoordig moeten ze er vereenigingén voor oprichten er wandelmarschen met prijzen voor organi- seèren om zulke wandelingetjes te maken. Vroeger ging mijn vader Zaterdagsavonds even anderhalf uur loopen naar de stad met een buurman om een beetje te markten een paar boodschappen te doen die in de stad een paar centen goedkooper waren. Ziezoo, dat had hij al weer verdiend en hij had een aardige kuier op den koop toe. Als 't regende viel 't niet altijd mee, maar zonder moeite krijg je alleen een snotneus, met permissie. Zoo heb ik zitten stoffen in den familie kring en nu zit ik vast aan dien Rotter- dammermarsch. Niet dat ik er tegen opzie, maar je wordt dan toch een dagje ouder ei de botten zitten niet meer zoo soepel ii de gewrichten. Ik ben van de week ten minste maar eens op een avond voor alle securiteit een flink eindje gaan loopen, te kijken of 't nog ging. Ik was van plan om de heele stad rond te loopen. Dat zou een uur of vier duren. Ik ging om zes weg en 'k zou om tien uur terug kunnen zijn. Het ging lekker. Ik zette flink de pas er i'. en dan ben je in een uurtje al een flink eind op weg. Maar als je altijd in een keltje zit ben je dat loopen toch niet meer gewend. Ik sloeg al gauw warm uit en ik had nogal last van transpiratie. Ik dacht weet je wat, 't is geen aangenomen werk en als ik nou dit weggetje neem dan snijdt dat al weer een lekker stukje af. Ik begon het in mijn kuiten te voelen, van de gewoonte natuurlijk, en ik kreeg dikke branderige voeten in mijn schoenen. Je moet zulke dingen niet forceeren en daarom heb ik opnieuw een weg genomen, die een flink stuk afsneed. Toen kreeg ik last van blaren op mijn ten en dat werd hoe langer hoe erger, zoodat ik tenslotte het gevoel had of het bloed in mijn schoenen stond. Blaren, daar hoorde je vroeger niet van. Die zijn tegelijk met de wandelmarschen uitgevon- rnaar in elk geval had ik er nou last en ik heb van den cirkel rond de stad toen nog maar een keer een flink stuk af gesneden, want je doet zoo'n wandeling tenslotte voor je pleizier en niet om al het 'jan je voeten af te loopen. Ik had toch al het gevoel of ik m'n schoenen over het rauwe vleesch had aangetrokken. Zoodoende was ik om een uur of acht al weer vlak bij onze straat en, wat ik anders nooit doe, ik ben een poosje in een café gaan zitten, omdat ze thuis het plezier niet zouden hebben om me uit te lachen. Mijn hoofd was gezwollen, mijn vingers waren zoo dik als worstjes en in mijn schoenen scheen wel een soort nattig vuurtje te wor den gestookt. Mijn beenen waren zoo stijf als bezemstokken en ik voelde de aders kloppen in mijn hals. Enfin, ik zat, ik dronk een glaasje kwast en ik lei m'n beenen stiekum op een anderen stoel. Er was toch verder haast niemand in dat cafétje. Zoo heb ik een uurtje op adem zitten ko- maar langer dan een uur kon ik er toch niet blijven en om een uur of negen ben ik op huis aangegaan, 's Jonge, 't is toer om dan overeind te komen en je voeten weer neer te zetten, maar ik heb doorgezet \n om kwart over negen kwam ik thuis. ,Dat heb je gauw gedaan, vader." zeiden Katie en Ketie en ik heb gezegd: „Ja, kin deren, zoo'n ouwe vent staat zfn mannetje nog wel." „Je lijkt wel niet wijs," zei Daatje 's avonds bij het naar bed gaan toen ze een voetbad had aangesleept en mijn voeten lekker gezwachteld had. ,,'t Is de ongewoonte meid," zei ik, „ik had een beetje kalmer aan moeten beginnen." En dat ben ik ook van plan. Ik ga me trai nen, zooals ze dat tegenwoordig noemen. Eerst een uurtje, dan een half uurtje er bij enzoovoorts. Maar eerst moet er weer overal vel om mijn voeten zitten. Ik laat me niet kennen. Katie, Ketie Frederik hebben ook besloten mee te doen en ik wil een waardig figuur slaan aan het hoofd van de familie de Man. Als u tijdens den marsch dus een ouwen vent ziet met sik, die er nog zoo kranig bijloopt en frisch en monter aan de finish komt, dan ben ik dat. Zoo teeken ik dan MIJNHEER DE MAN. AMANDELPUDDING gram amandelen; 2% d.L. room; 30 gr. suiker; 15 gram witte gelatine; 3 eetlepels ater; amandel-essence. Amandelen blancheeren, d.w.z. in heet wa ter laten broeien zoodat men na eenige mi nuten de huidjes gemakkelijk met duim en wijsvinger kan verwijderen, daarna fijn hakken en op een bakblik in den oven lichtbruin laten worden. Gelatine ongeveer 15 minuten in koud water weeken, daarna uitknijpen en met drie eetlepels water op lossen boven stoom van ketel. Room met suiker stijf kloppen en met de koud ge worden amandelen vermengen en met de gelatine en amandelessence, daarna in glazen schaal overbrengen en volkomen stijf laten worden. Presenteeren met biscuit, bijv. Bonne mère. APPEL-RIJST MET SCHUIM 150 gram rijst; vanillesuiker; 75 gram sui ker; 2 eieren; melk; zes appelen; 125 gram suiker. Melk met vanille koken en gewasschen rijst aan toevoegen, die men op kleine pit gaar laat worden.-75 gram suiker met de eierdooiers dooreen roeren en aan rijst toe voegen. Appelen tot moes koken, zeven en er 100 gram suiker aan toe voegen. Eiwit ten worden zeer stijf geklopt met de overi ge suiker, daarna wordt een vuurvaste schaal ingevet en eerst met de rijstmassa gevuld, daarna met de appelmoes en ver volgens dekt men deze laag af met het eiwit, dat met de rest van de suiker be strooid wordt. Schotel in niet te heeten oven plaatsen, zoodat de schuimlaag lichtbruin en cro- quant kan worden. Warm opdienen. Wal elen we volgende weelc ZONDAG Aspergeschotel met eieren Runderrollade Stoofsla Amandelpudding MAANDAG Koud vleeseh Postelein Fruit DINSDAG Spinazie met eieren Appelrijst met schuim WOENSDAG Slakropjes met gehakt Moccavla DONDERDAG Gevulde flensjes VRIJDAG Varkenscarbonaden Worteltjes Beschuit met bessensap ZATERDAG Jachtschotel Rabarber Van de met gemerkte spijzen vindt men de recepten hiernaast. NUTTIGE WENKEN Verwijderen van vlekken. Bij het verwijde ren van vlekken uit waschbare weefsels moet men zich vooraf overtuigd hebben of zij inderdaad wascheoht zijn. Vlekken die reeds van ouder datum zijn, kan men veel minder gemakkelijk verwijderen dan die, welke pas gemaakt zijn. Hardnekkige vlek ken zal men even moeten laten inweeken: het gebruik van vlekkenstiften geeft niet steeds het gewenschte resultaat. Wrijven moet vermeden worden, men moet slechts zeer voorzichtig kloppen op de vlekken, wanneer zij in de oplossing liggen. Bij vlekken van onbekenden aard moet men eerst trachten deze met lauw water te wij deren of met een bijna koud vlokkensopje Men giet de vloeistof op een schoteltje, legt het weefsel met de vlek hierop en blijft deze kloppen, waardoor hij in vele gevallen op zal lossen. Alle soorten zeep, die geen loog bevatten, kan men gebruiken. Men moet naspoelen, totdat de zeepresten verdwenen zijn. Gecondenseerde melk droogt niet zoo snel uit, indien men de opening met leukoplast of gegomd papier dioht plakt. lastigste van alle vrouwen' Als echtgenoot was Socrates ook niet ideaal XANTHIPPE mocht zich bij haar leven niet in een goede reputatie verheu gen. Een tijdgenoot noemde haar kortweg „de lastigste van alle vrouwen, die er zijn, die er geweest zijn en die er nog zijn zul len". Vleiend kan dat oordeel niet genoemd worden, doch al was Xanthippe dan de las tigste van alle vrouwen, dit neemt toch niet weg, dat haar naam is overgedragen op vele leden van het vrouwelijk geslacht, die we iri het woordenboek betiteld vinden als „kijfachtig wijf, helleveeg". Zoo staat dus de eerste Xanthippe in haar droeven faam niet alleen. Het lijkt een onverkomelijk-moeilijke taak, iets goeds van deze vrouw in het mid den te brengen. Vele honderden jaren lang heeft men haar beschouwd als het toonbeeld van ergernis, als een exempel van tactloos heid, ruwheid, venijnigheid, en ga zoo maar door. Zij, wier kwade eigenschappen spreek woordelijk zijn geworden, was reeds in de oudheid iemand, over wie vele verhalen de ronde deden en wier naam een slechten klank had. Het mag dus wel een riskante onderneming heeten, zoo getracht wordt, nog iets van de reputatie van Xanthippe te redden. Toch zijn er meermalen schrijvers geweest, die hebben aangedrongen op eerherstel. En dat behoeft hem, die kennis neemt van hetgeen omtrent het optreden van deze vrouw ver meld is door tijdgenooten, die een eenigszins uitvoerig relaas hebben nagelaten, niet al te zeer te verbazen. Want twee omstandig heden zijn er, die ter gedeeltelijke veront schuldiging van haar kunnen worden aan gevoerd. In de eerste plaats bezat zij naast laakbare ook wel degelijk prijzenswaardige eigenschappen. En voorts kan worden gevoerd, dat haar man, Socrates, een zeer groot wijsgeer moge zijn geweest, maar dat hij als echtgenoot nu niet dadelijk ideaal kon worden genoemd. Socrates, een opmerkelijke figuur Zooals wij allen van Xanthippe hebben ge hoord, zoo zal de naam van Socrates ons ook wel niet onbekend zijn gebleven. Socrates was een philosooph met een schier onver gelijkbaar-scherpen geest. En dezen geest benutte hij tot het onderrichten van zijn mede-burgers in de stad zijner inwoning, Athene. Zulks deed hij, door dag in dag uit de menschen te ondervragen, en daarbij kon het meermalen gebeuren, dat iemand, die tot nu gedacht had, eigenlijk heel wat te weten, na enkele vragen van Socrates tot de ietwat pijnlijke ontdekking kwam, dat zijn kennis toch niet zoo groot was, als hij feitelijk had gemeend. De bekende hoogleeraar Isaac van Dijk heeft voor de werkmethode van Socrates eens het woord „vivisectie" gebezigd, dat was het eigenlijk ook. Hij ontleedde des menschen geest en zulks op een wijze, die getuigde van grooten zin voor ironie. Dit laatste droeg er niet weinig toe bij, dat de slachtoffers maar al te spoedig be schaamd afdropen. Het is waarlijk niet te veel gezegd, dat Socrates de straten or lig maakte door zijn onderzoek van r schen. En daarnaast en daarin heeft hy be schouwingen nagelaten over reeksen van onderwerpen, die hem maakten tot een var de hoofdfiguren, zoo niet hèt centrum var de wijsbegeerte der oudheid, een persoon lijkheid, welker beteekenis zich uitstrekt tot in onze dagen en welker denkbeelden nog steeds vele aanhangers en onderzoekers tellen. Uiterlijk was Socrates een weinig aantrek kelijke verschijning. Hij had groote, uitpui lende oogen, een stompen neus, een grooten mond en dikke lippen. Prof. van Dijk, reeds door ons genoemd, gebruikt dan ook het prachtige, treffende beeld voor hem: „Zijn geest was een groot koning, die incognito reisde, en nog wel in een leelijk incognito". Deze man nu trouwde op later leeftijd met een jongere vrouw, Xanthippe. Blijkens de verhalen, die al spoedig rondgingen, was zij opvliegend en lastig en had zij weinig be grip voor de grootheid van Socrates' geest. Het zij zoo, maar haar man maakte het haar ook niet gemakkelijk. Den ganschen dag liep hij op straat de menschen te on dervragen en hen te onderwijzen zonder dat hij hiervoor vergoeding wenschte te ont vangen, en we vermoeden zoo, dat ook in vroeger tijden geen enkel huisgezin van den wind kon leven. En dat Socrates haar wei nig liefderijk kon behandelen bleek wel, toen het oogenblik naderde, waarop hij sterven zou. Een treffend woord van Xanthippe De groote wijsgeer was van atheïsme be schuldigd en veroordeeld tot den dood docr den gifbeker. Hij toefde in de gevangenis, doch het stond hem vrij, zijn vrienden te ontvangen. Den laatsten dag werd er nog heel wat afgehandeld. Xanthippe zit erbij te schreien met een kind op den arm en zegt op een gegeven moment: „O Socrates, dit i: de laatste maal, dat de vrienden met u sa menzijn en gij met hen". Niet ten onrechte noemde Prof. van Dijk deze woorden parel. Inderdaad, ook in dit oogenblik denkt deze vrouw niet in de eerste plaats aan haar eigen zorgen en die van haar kinderen, als zij straks zonder man en zonder vader zul len achterblijven, maar zij denkt aan den Dand, die Socrates met zijn vrienden bindt, hun gemeensohappelijken onderzoekingszin en wetenschapsbeoefening. Doch Socrates vond de vrouw alleen -r lastig en blijkbaar hinderlijk in het onder houd, dat hij met zijn vrienden had, en vroeg, waarschijnlijk ietwat korzelig, aan een van de makkers, of hij haar niet door een van zijn knechten kon laten wegbren gen.... Zoo zag Xanthippe Socrates voor het laatst, want eenigen tijd later brak het oogenblik aan, waarop hy den beker aan de lippen moest zetten. Zoo kan men zeggen, dat deze man en deze vrouw niet bij elkaar pasten. Zij had wei nig oog en oor voor zijn wijsgeerige be- beschouwingen, hij toonde weinig inzicht in de zorgen, welke nu eenmaal elke huis vrouw, zoowel vroeger als nu, pleegt te hebben. Maar gaat het daarom wel aan, om Xanthippe te beschouwen als de draagster van uitsluitend kwade eigenschappen? Zulk een oordeel verdient zij, meenen we, niet. Het moge een pleiten zijn geweest voor een verloren zaak, een woord van verontschul diging van deze vrouw mocht toch niet ach terwege blijven. ,ni patronen. ~D DEZE vlotte strandpakjes kunnen zoo wel door groote als door kleine meisjes worden gedragen. Ze kunnen, be halve uit nieuwe stof, gemaakt worden van gedragen damesjaponnen en andere klee- dingstukken. Het meest gewenschte materiaal voor no. 36 is echter een gebloemde cretonne. Het broekje wordt aan het bovenstuk geknoopt No. 36a No. 36 en het voor- en rugpand door schouder bandjes verbonden. Het pakje no. 36 a kan gemaakt worden uit een linnen in lichte tinten. Zeer charmant staat de ritssluiting, welke bevestigd wordt in het lage rugge deelte en in het bovengedeelte van het broekje. Voor eiken voorkomenden meisjesleeftyd kunnen deze patronen worden besteld. Alle patronen worden steeds zonder naden De maten voor deze strandpakjes mogen niet over te veel kleeding gemeten worden, De hoeveelheid stof wordt bij de patronen aangegeven. Men meet de volgende mateMt De halve bovenwijdte, van middenachter onder den arm doormeten tot middenivoor, De taillewijdte, tamelijk strak om de taille. De heupwijdte, over het breedste gedeelte van de heup, ongeveer 12 k 15 cm. beneden de taille. De zijlengte van het broekje, uit de taille tot zooveel boven de knie als wordt ge wenscht. De prijs van het op-maat-gemaakte-patroon is zoowel van no. 36 als v-a no. 36a 30 cent plus 5 cent porto, toe te zenden aan de Redactie van „Van en voor de Vrouw"; adres: Administratie van ons blad, Bestelbon v. patroon no. 36 en 36a Ondergeteekende wensdht te ontvangen het patroon van het strandpakje no. 36; het strandpakje no. 36a (s.v,p. doorhalen wat niet wordt gewenscht). Halve bovenwijdte Taillewijdte Heup wijdte Zijlengte van het broekje Leeftijd Naam Adres Stoom- Wasch- en Strijkinrichting „AURORA" W. SPIERENBURG C.Wzn UTRECHT KONINGSWEG 56 TELEFOON 11165 Postrekening No. 43430 Opgericht 1856 Geheel naar de eischen des tljds ingericht Wascht uitsluitend met nortonwater VRAAGT TARIEVEN maar door gebruik te maken van NECTAR BLOEMEN-OLIëN kan men de fijnste rozengeur, heliotrope, vlo- lette, lilas en andere bloemengeuren verkrij gen en ze gebruiken ter bereiding van odeurs, haarwaters, pommade, brillantine, p. fleschje ƒ0.40. Verkrljgb, bU apothekers en drogisten. Vraag steeds m Wat de LIPPENSTIFT Is voor de lippen, is LU MIN EX voor het haar. aardige Vraagt Uw kapper om een SPOILING IiUMINEX LIIMINEX is een creatie van de „LAEORATOIP.ES INS'JANTO VITE" Importeur voor Holland en IColonlSn H. MESKER, Tasmanstraat 198 Den Haag

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 10